r
v.ROSSEM'* ZEEPAARD I5cr INNATEnAtTrPAKK^M G
^TmrITbrTe" g.
pn
Voor het inzeepen
BINNEMLAHD.
BUITSHLAND.
De /icjarei naa r
ieder/ /maak
0BMEHQDE BERICHTEH7
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN.
TER NEUZEN, 13 Sept. 1929.
INGEZONDEN IEDEDEELIN6.
SLUISKIL.
DAMMEN.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN.
AlS gij U nioeilijk scheert omdat Uw huid gauw
Stuk gaat en pijn doet, dan kunt gij dit geheel
voorkomen, indien gij voor het inzeepen de
huid even inwrijft met slechts een weinig
i
ri
ter terugriep. Hij heeft echter met tal
van redenen geweigerd, ja, de onmoge-
lijikheid om aan dit bevel te gehoorzamen,
betoogd. In de 2de helft van Augustus
1524 vinden wij Erasmus weer te Bazel,
in 1515 gaat hij „even" naar Engeland,
dan weer naar Bazel, en wij mogen wel
zeggen, dat thans zijn geestelijke ontwik-
keling voltooid is, op 50jarigen leeftijd,
terwijl hij in het begin 1516 werd be-
noemd tot ,,raad van den vorst Karel V,
een bloote eere-titel, die echter een jaar-
lijksch inkomen van f 200,hem ver-
zekerde. Weer wordt er in dit jaar een
korte reis naar Engeland gemaakt, maar
dan komt er een lang verblijf in Leuven
1517>1521), wat alieen dit is trou-
wens bij dit onrustige leven niet anders
te denken telkens door allerlei kortere
uitstapjes onderbroken wordt; zoo was hij
misschien in October 1520 aanwezig bij
de keizerskroning te Aken, en had hij in
elk geval 5 November van dat jaar te
Keulen een ondierhoud met keurvorst
Frederik van Saksen over Luther. In 1521
ging hij voor langeren tijd naar Bazel, al
liet hij zijn meeste boeken nog te Leuven
achter.
Bazel werd nu van 15211529 Eras
mus' woonplaats, en wel sprak hij nog
telkens van verhuizen, maar er kwam
toch pas iets van na al die reeds ge-
noemde jaren, toen zijn positie te Bazel
te moeilijk werd wegens het daar al meer
veld winnend Protestantisme. Als toe-
vluchtsoord werd nu Freiburg gekozen,
waar hij (in 1531) zelfs een huis kocht,
maar toch keerde hij in 1535 weer naar
Bazel terug. 12 Februari 1536 maakte
Erasmus zijn laatste beschikkingen; 12
Juli kwam er een einde aan zijn leven. De
vrienden, die den stervende omringden,
hoorden hem voortdurend steunen en
zuehten ,,0 Jesu, misericordia; Domine,
ibera me; Domine, miserere mei (O
ezus, heb medelijden; Heer, verlos mii,
deer, heb mededoogen met mij en ten
slotte als laatste woord, in het Neder-
landsch„Lieve God". Toen kwam
eindelijk, eindelijk de rust.
EERSTE KAMER.
Benoemd tot voorzitter der Eerste Kamer,
mr. W. L. Baron de Vos van Steenwijk.
GEBREK AAN INGENIEURS.
Het Alg. Ind. Dagblad „De Preangerbode"
meldt, dat het tekort aan ingenieurs vol-
gens Aneta in Ned'. Indie in het bijzonder
bij den dienst van den mijnbouw zich uitbreidt.
Dit is een gevolg van het feit, dat zich totaal
geen Nederlanders meer aanmelden voor in-
genieursdiensten in Ned. Indie. Thans moet
men noodgedwongen overgaan tot het aanstel-
len van buitenlanders. Reeds is een buiten-
landsch ingenieur aangesteld door de Electr.
Maatschappij.
EEN GEVOLG VAN DE ONTRUIMING
VAN HET RIJNLAND.
Volgens een brief uit Wiesbaden aan de
D. Express, zien niet alle Britten de ontrui-
ming van het Rijnland met vreugde tegemoet.
Zoo o.a. 500 burgerlijke beambten, die gedu-
rende tien jaren met het administratieve werk
van het bezettingsleger belast waren en wier
arbeidscontract automatisch vervait met het
einde der bezetting. Deze menschen zullen in
Engeland het leger del' werkloozen vergroo-
ten. Zelfs had de, directie der schatkist reeds
besloten dat deze ambtenaren op eigen kosten
met hun gezin naar het vaderland zouden moe-
ten terugkeeren, doch dit besluit werd inge-
trokken nadat de Britsche opperbevelhebber in
het Rijnland hierover een paar telegrammen
naar Londen had gezonden. Zij zullen nu ook
nog een extra maand salaris ontvangen. De
Britsche schatkist bleef echter weigeren tegen
over de onderofficieren en gehuwde soldaten.
De toestand van hen, die in Duitschland ge-
huwd zijn, is verre van rooskleurig. De vraag
wordt gesteld hoe dezen met hun vrouw in
Engeland zullen kunnen leven met de soldij en
de karige toeslag die zij ontvangen. De offi-
cieren, aldus de D. Express, keeren met ge-
noegen naar hun vaderland terug, maar niet
de onderofficieren en de gewone soldaten.
DE NIEUWE DRANKWEl!
IN BELGIe.
De commissie, die in Belgie een nieuwe wet
op het alcoholgebruik voorbereidt, is opnieuw
bijeengekomen, ten einde te beraadslagen over
de straffen, welke moeten worden opgelegd
aan cafe- en restauranthouders die de nieuwe
wet zullen overtreden. Na de eerste overtre-
ding zal men zich inschikkelijk toonen en zich
met het opleggen van een geldboete vergenoe-
gen. Bij een tweede overtreding zal behalve
een geldboete ook gevangenisstraf worden op
gelegd en bij een derde overtreding zal het
lokaal definitief gesloten worden, terwijl ont-
duiking van dezen maatregel onmogelijk zal
worden gemaakt.
Tot dusver kon men in Belgie alcohol ver-
koopen tot een minimum van twee liter. De
commissie is van oordeel, dat men zich voort-
aan met een minimum van 1.5 liter zal kun
nen vergenoegen. De bestaande wet werd wel
eens de twee-literwet genoemd; men krjjgt
hier dus een 1.5-literwet. De cafehouders zul
len voorts met alle andere Belgen gelijk wor
den gesteld. Tot dusver mochten zij zelfs in
hun particuliere vertrekken geen alcohol voor-
radig hebben. Voortaan zal dit voor persoon-
lijk gebruik wel geoorloofd zijn.
Als alcoholische dranken zullen worden be-
schouwd likeuren, die meer dan 10 alcohol
bevatten en wijnen met meer dan 21 alcohol.
GEMEENTERAAD VAN TER NEUZEN.
Door den gemeenteraad is in de vergade-
ring van jl. Donderdag een besluit genomen.
dat zoowel om het bedrag dat er mede ge-
moeid (2 ton) als om het belang dat het be-
treft (uitbreiding der los-, laad- en opslag-
plaatsen) voor de gemeente van zeer groote
beteekenis is.
Zooals bekend werd het vorig jaar, bij de
interpellatie van den heer Mr. Kortenkorst in
de Tweede Kamer, over de economische be-
langen van Zeeuwsch-Vlaanderen o.m. meege-
deeld, dat door de Regeering ten behoeve van
de noodige uitbreiding der havenwerken te
Ter Neuzen, aan den Waterstaat opdracht
was gegeven tot het maken van de daarvoor
noodige plannen.
Enkele maanden daarna werden Burg, en
Weth., de Kamer van Koophandel en Fa-
torieken, de Maritime Vereemiging en de di-
recties der hier exploiteerende spoorweg-
maatschappijen door den hoofdingenieur-
directeur van den Rijkswaterstaat vertrouwe-
lijk omtrent de gemaakte plannen ingelicht
en uitgenoodigd tot het houden eener ver-
trouwelijke bespreking over de teohnische
waarde der ontwerpen, waaromtrent uitvoe-
rig inlichtingen werden gegeven. De ontwer
pen waren dusdanig opgezet, dat zij tot in
een zeer verre toekomst voor de behoeften
voldoende kunnen worden geacht, en kunnen
zonder bezwaar in gedeelten worden tot
stand gebracht. Er werd omtrent de plannen
overeenstemming verkregen en in den loop
van dit jaar ontvingen Burg, en Weth. van
het Gedeputeerd College nadere mededeelin-
gen omtrent een door 's Rijkswaterstaat
naar voren gebracht plan, waarbij o.m. een
opslagruimte zou worden verkregen die de
bestaande terreinen met de dubbele opper-
vlakte zou vermeerderen en dus bij de tegen-
woordige behoeften als zeer voldoende kan
worden beschouwd, De Minister meende ech
ter voor de uitvoering van dit werk een bij-
drage te moeten vorderen van de betrokken
provincie en gemeente en die bijdrage werd
voor de gemeente bepaald op 200.000, voor
de bepaling van welk aandeel door Ged. Sta-
ten rekening werd gehouden met analoge ge-
vallen in de provincie Zeeland. Aanvankelijk
werd door het gemeentebestuur tegen het
groote bedrag bezwaar gemaakt, daar dit als
gift moet beschouwd worden, aangezien de
gemeente op geenerlei wijze bij de exploitatie
der haven betrokken is. Ged. Staten hielden
echter aan den eisch vast. Alieen zou ge-
tracht worden de betaling der bijdrage in 30
in plaats van over 20 jaar te doen gesohieden.
Aangezien zoowel door de gemeente als
door de Kamer van Koophandel reeds vele
jaren op uitbreiding van de opslagplaatsen is
aangedrongen en verruiming van de kaden,
hebben Burg, en Weth. gemeend niet te
mogen aarzelen aan den raad voor te stellen
van wege de gemeente deze bijdrage te ver-
leenen. Zij zien in de uitbreiding vermeerde-
ring van de werkgelegenheid en verminderen
van het aantal werkfoozen, zoodat de steun-
uitkeering ten slotte niet noodig zal zijn.
Het voorstel werd nader uiteengezet en
verdedigd door den Voorzitter, en voorts door
de heeren Scheele, De Bakker, Bedet en Van
Aken, doch het ondervond bestrijding bij den
heer Hamelink, welke voorziet, dat vermeer-
dering van werk aanleiding zal zijn dat de
patroons in het havenbedrijf nog meer dan
thans door importeeren van werklieden van
buiten de gemeente een reserve van geschool-
de bootwerkers te kweeken voor de drukke
tijden, die zij in de tijden dat ze deze niet
noodig hebben voor rekening der gemeen-
schap laten. Hij wenschte, alvorens te be-
slissen de zekerheid, dat de patroons er voor
zullen te vinden zijn een reserve-regeling te
treffen zooals die in andere havens bestaat,
en waarin zij zelf in de kosten dier reserve
bijdragen.
De Voorzitter meende, dat men dit punt,
waarvoor men overigens kan gevoelen niet
bij deze kwestie kan behandelen en voorziet
ook, dat de aanhangige rijksregeling voor
werkloozenverzekering in dit opzicht wel wij-
ziginig in de toestanden brengen zal. Ook
voor de andere genoemde heeren was het
door den heer Hamelink aangevoerde geen
bezwaar om him stem uit te brengen v<56r
het voorstel van Burg, en Weth., dat met 10
tegen 3 stemmen (die der S. D. A. P.-fraotio)
werd aangenomen.
In afwijking met fact voorstel van Burg,
en Weth. otcide de heer Van Cadsand voor
adHaesie te betuigen aan het bekende adres
van den gemeenteraad van St. Jansteen be-
treffende die toepassing der Leerplichtwet.
Dat voorstel werd verworpen met 8 tegen 5
stemmen, voor stemden de heeren Bedet,
Scheele, Van Cadsand, De Brurjne en Colsen.
Medegedeeld werd een schrijven van de In-
dustrieele Maatschappij te Amsterdam, be-
vestigend een onderhoud met een commissie
uit het gemeentebestuur naar aanleiding van
te berde gebrachte klachten, en waarin die
Maatschappij te kennen geeft dat zij geener
lei invloed wenscht uit te oefenen op de aan-
SGhaffing van electrische lampen enz. door de
aangeslotenen en deze daarin geheel vrij zijn.
Bij storingen zal evengoed harerzijds hulp
worden verleend voor de opheffing der sto
ring, onverschillig bij wie de lampen of appa-
raten zijn aangeschaft. Ook zal medewerking
worden verleend voor opheffing van radio-
storingen door het beschikbaar stellen van
een monteur.
Van den heer A. de Bruijne was een schrif-
telijk voorstel ingekomen om het nog onver-
nieuwd gedeelte der Noordstraat, dat volgens
genomen besluit herstraat zou moeten wor
den met gesorteerde oude keien, alsnog te
beleggen van koperslakkeien, zooals het ver-
nieuwde gedeelte der straat. Hij deed dit
naar aanleiding van door bewoners tot hem
gerichte vertoogen en op grond dat de straat
er anders zeer bont uit zien zal. De heer
Hamelink gispte dit steeds terugkomen op
een genomen besluit. Dat was voor den heer
Scheele aanleiding er ditmaal niet voor te
stemmen. De heer Bedet kon er zich mede
vereenigen nadat hij vemomen had, dat het
werk toch ten laste der begrooting van het
volgend jaar zou komen. Het voorstel werd
aangenomen met 7 tegen 6 stemmen. Voor
stemden de heeren Bedet, De Jager, Geel-
hoedt, Verlinde, De Bruijne, De Bakker en
Van Aken.
Aan de heeren L. de Bruijne en G. Verlinde
werd a 10 per M2. bouwgrond gelegen aan
de Scheldekade verkocht.
Besloten werd den gemeentegene^heer A.
Spruitenburg, die den 65jarigen leeftijd heeft
overschreden, na 1 December a.s. weer voor
1 jaar in dienst der gemeente te houden.
Uitvoerig werd door Burg, en Weth. ge-
antwoord op de vragen door den heer Colsen
in een voor-laatste vergadering gesteld. Voor
wat een oplossing van gemeentewege betreft
komt naar hun meening alieen een wijziging
in de beerruiming en die van het ophalen van
straatvuil enz. in aanmerking. Bij de begroo
ting zal dit ter sprake komen.
De heer Colsen was allerminst bevredigd
en dreigde met een openluchtmeting, waarop
de voorzitter hem in een gemoedelijk betoog
trachtte te vertuigen, dat hij een en ander
door een te donkeren bril bekijkt en hij op
den verkeerden weg is, als hij voor Sluiskil
iets wil bereiken.
Door den heer Van den Bulck werd ter
sprake gebracht de overstrooming van het
lage stadsgedeelte met rioolwater, hetgeen
onlangs weer is voorgekomen doordat een
stuk hout het sluiten van de schuif op het
riool belemmerde. Hij vroeg daarin ten spoe-
digste afdoend te voorzien. Enkele leden
stemden daarmede in. Ondertusschen kregen
wij niet den indruk, dat voor het oogenblik
afdoende maatregelen magelijk zijn. De voor-
genomen verandering aan de rioleering kan
i door een onvoorziene omstandigheid dit jaar
j niet meer worden uitgevoerd. In elk geval is
er de aandacht voldoende op gevestigd.
j De heer Bedet vroeg nog een andere rege-
I ling van het snelverkeer tijdens en wegens
de kermis tenten op de markt staan.
Ten slotte nam de heer Van Cadsand, die
kennis had gegeven van zijn ontslagneming
afscheid van den gemeenteraad. Hij hoopte
dat zijn opvolger zich aan de principes van
zijn partij zou houden en als dit aan de orde
komt zou stemmen tegen de verplichte aan-
sluiting bij de waterleiding. Hetgeen den
heer Van Driel den wensch van het tegendeel
deed uiten. De voorzitter dankte den heer
Van Cadsand voor hetgeen hij tijdens zijn lid-
maatsehap in het belang der gemeente heeft
verricht en wenschte hem een lang leven toe.
III.
(Vervolg van 6 September.)
Begrijpelijkerwijs heeft de ongewone leven-
digheid der laatste maanden alom de aan
dacht getrokken. Verscheidene gemeente-
raadszittingen zijn over het ,,geval"-Sluiskil
volgepraat, waarbij voomamelijk de beide
Sluiskilsche leden van Neuzens vroedschap
zich hebben beijverd, speciaal die zaken in
het voile licht te plaatsen, welke als gevolg
van de heerschende drukte een tikje ouder-
wetschheid vertoonen. Inderdaad hebben de
gebeurtenissen van het laatste halfjaar een
bijzonder cachet aan het voorheen zoo vredige
dorpje gegeven, en modemiseering van ver-
schillende bestaande toestanden zal in de
toekomst stellig niet kunnen uitblijven, maar
en hierop is tot dusver te weinig gewezen
men dient vooral niet uit het oog te ver-
liezen, dat ingrijpende uitbreidingsplannen en
-voorstellen eerst dan op hun plaats zijn,
wanneer er redelijken grond bestaat om aan
te nemen, dat de plotselinge tijdelijke drukte
van thans ook blijvend zal zijn. En eenige
zekerheid dienaangaande is er niet.
Daarom is de veeleischendheid, zooals die
bij sommige gelegenheden gedemonstreerd is,
niet van overdrijving vrij te pleiten, ja, in
enkele opzichten zelfs in strijd met de ge-
schiedenis der laatste tien jaren. Het gaat
toch immers niet am, van het huidige Sluis
kil een voorstelling te geven als van een
achterlijk plaatsje, dat alieen middeleeuwsche
toestanden zou kennen en dat letterlrjk in
niets van eenig streven naar modem comfort
zou hebben doen blijken.
De feiten zijn daar, om dit te weerleggen,
feiten, die ten deele wellicht een uitvloeisel
waren van democratische bevliegingen (na-
oorlogsch verschijnsel), voor een ander deel
van menschlievendheid en van nog veel meer,
maar in elk geval feiten, die ieder voor zich
spreken en zonneklaar het bewijs leveren, dat
Sluiskil van de modemiteiten en noviteiten
der 20e eeuw zijn deel reeds heeft gehad.
Daar is in de eerste plaats de Woning-
bouwvereeniging geweest, die in korten tijd
een complex woningen uit den grond tooverde
en een nieuw-Sluiskil deed verrijzen, dat om
zijn bouw en inrichting gezien mag worden.
Mooie huisjes zonder eenige luxe, eenvou-
dig en doeltreffend en van een prettige regel-
maat, welke men in oud-Sluiskil vergeefs zal
zoeken.
En nu moge het ^yn, dat in den
boezem dor v.Vi.mgbouwbestuurderen fouten
zijn gemaakt, die ten slotte zelfs geleid heb
ben tot algeheele elimineering van het be-
stuur, de huizen staan er als producten van
den nieuwen tijd. Alle bijkomstige kwesties,
die in den loop der jaren zooveel stof hebben
doen opwaaien kunnen daamaast gevoeglijk
uitgeschakeild worden.
Of de woningbouw van Sluiskil in den
grond een speculatieve ondememing is ge
weest, of de huizen op een andere plaats
meer rendabel zouden geweest zijn, of er,
gelijk men fluistert, veel achter de schermen
is gebeurd, dat het daglicht niet kon ver-
duren, wat doet dit alles er hier toe De feil-
looze mensch moet nog geboren worden en
't is dus allerminst verwonderlijk, dat ook in
deze zaak ..something rotten" geweest is,
maar het modeme woningbouw-gedoe was er
bleek ten slotte noodig, en rendeert thans
onder gemeentelijk beheer schitterend; wat
wil men nog meer?
En de eens gemaakte fouten rekene men
de betrokken bestuurderen dan ook niet te
zwaar aan. De tijd heeft uitgewezen, dat
hun idee juist was en het doel bereikbaar;
slechts in de uitvoering hunner plannen faal-
den ze, omdat de eeuw van vooruitgang, die
over hen vaardig was geworden, hen wel met
ideal en bezielen kon, maar niet in staat was,
hen tevens rijp te maken voor de moeilijke
verwezenlijking er van.
In de Kerkstraat verheffen zich de fraaie
gebouwen van de R. K. vereeniging voor ver-
pleging en opvoeding. Het ziekenhuis, dat
aan alle eischen van dezen tijd voldoet en
voorziet in een wezenlijke behoefte, en de
St. Antoniusschool, een monumentaal ge-
bouw, tot stand gekomen, toen de pacificatie-
wet van 1920 de openbare kassen voor het
bijzonder onderwijs wagenwijd openzette.
Ziekenhuis en R. K. school, zij beide zijn stich-
tingen van den nieuwen tijd.
Geheel in den geest van ons modeme leven
zijn voorts van gemeentewege enkele ver-
meldenswaardige en lofwaardige instellingen
gevestigd. Eerstens de gelegenheid om dag
en nacht telefonisch geneeskundige hulp uit
Ter Neuzen te kunnen inroepen en voorts de
motorspuit, die in den aanvang van 1926 te
Sluiskil gestationneerd werd ter vervanging
van de oude piepende handspuit. Twee sim-
pele feiten, maar beide van verstrekkende
beteekenis, noodwendige gevolgen van den
veranderden, meer verlichten tijd, onmisbare
nieuwigheden, die de bevolking de rustige
zekerheid schenken, dat er voor haar welzijn
gewaakt wordt en die in talloos vele plaat
sen in het centrum van ons land nog tot de
vrome wenschen behooren.
Last not least het electrisch licht, dat als
nieuwste en beste phase van het kunstlicht
de wereld veroverde, dat reeds zijn weg vond
naar Sluiskil, toen het op zoovele plekken
van ons wereldje nog slechts bij name be
kend was. Het was duur, dat is waar, en de
weg, waarlanigs het kwam, was misschien
niet de gelukkigste, de manier, waarop het
zich uitbreidde, wellicht niet steeds de beste
in het belang der verbruikers, maar het licht
was er en bleef. Het kende een lrjdensweg,
het vond voetangels en klemmen op het pad
naar de uiteindelijke zege, het ontmoette
critiek, in geen mindere mate dan de woning
bouw, maar het overwon en ruim 80 der
aansluitbare perceelen werd het motto van
een blangrijke tariefverlaging. Het licht van
de P.Z.E.M. schijnt thans opwekkender dan
ooat tevoren, het is goedkooper zelfs dan in
Ter Neuzen en het werpt zijn stralen een
modeme en goe dkoopere toekomst in, die
maling heeft aan contracten.
Wel neen immers, we overdreven niet, toen
we zeiden, dat de adem van den nieuwen tijd
reeds vroeger over Sluiskil was heengegaan.
Maar de tijd schrijdt voort en stelt weer
nieuwe eischen. Het rustelooze en bezige
leven gaat immer verder op den weg der
ontplooilng, zonder omzien, een onzekere
toekomst tegemoet.
Die tijd en dat leven, ze vragen de altrjd
durende aandacht der menschheid.
(Wordt vervolgd.)
CXLII.
Remises bij het Damspel.
Twee beperkingsvoorstellen.
Voor wie geregeld de verslagem van be-
langrijke wedstrijden en matches volgt, is het
groote percentage remisepartijen een ge-
woon, een bijna normaaJl verschijnsel ge
worden.
Een vijftien tot twintig jaren geleden
kwam dit niet zoo sterk tot uitdrukking,
doordat werkelijke ,,uitblinkers" op het dam-
bord vrij sporadisch voorkwamen. In den
loop der laatste tien jaren .is het getal der
sterke spelers belangrijk toegenomen en zelfs
de mindere ,,goden" hebben zich een niet on-
aanzienlijke theoretische kennis eigen ge
maakt. Gevolg was, dat in wedstrijden min
der gemakkelijk igewonnen werd. In twee
kampen was dit minder erg, daar remise
partijen den onderlingen stand niet wijzigden,
doch in rondtomooien met een groot aantal
deelnemers werd de remise de schrik van
iederen sterkeren speler, meer vomamelijk
wanneer dat gelijke spelresultaat verkregen
werd tegen 'n „zwakkeren broeder". 'n Enkele
remise immers kan beslissend zijn voor den
eersten prijs en om den ooute que cohte te
winnen, trachten vele vooraanstaande spe
lers door uiterst riskant spel de remise te
ontgaan en forceeren de meest onberekenbare
standen, die echter vaak, combinatierijk als
die standen zijn, op onverwachte wijze juist
aan den zwakken speler de winst kunnen
bezorgen. Niet-ingewijden spreken dan van
een verrassing, maar men zal het volkomen
misplaatste van dit woord begrijpen, nu men
de grondoorzaak kent van zulke ongeloofe-
lijke uitslagen.
Bezien uit een oogpunt van psychologies
waarbij dan de suggestie evenmin als quan
tity negligeabie" beschouwd zou mogen wor
den, valt over deze materie wel meer te
schrijven. Allicht komen we daarop nader
terug naar aanleiding van een gespeelde
partij uit 66n of ander groot tomooi. Voor
ditmaal zullen we ons bepalen tot de zaak,
die we hebben aangeroerd.
Om nu (pour revenir k nos moutons) het
aantal remises te beperken en in het bijzon
der de remise in voordeeligen stand, bijv. met
drie tegen een, in winst te kunnen omzetten,
heeft de Nederlandsche kampioen A. K. W.
Damme reeds in het begin van 1922, toen hij
toevallig ook juist dien titel had behaald, een
voorstel aan de Nederlandsche en de Fransche
Dambonden doen toekomen, welk voorstel hij
nader uitwerkte in een uitvoerig en met voor-
j neeiden gelllustreerd antikei in ,,Het Dam-
spel" en ,,Le jeu de Dames". Het kwam neer
i op een geheel nieuw systeem, dat zelfs bij het
j geringste voordeel winst waarborgt en ge-
baseerd is op een betrekkelijk kleine wijzi
ging van het bestaande reglement. Bedoeld
artikel is te groot om het in zijn geheel over
te nemen, maar we meenen aan duidelijkheid
niets te zullen inboeten, wanneer we ons be
palen tot de hoofdzaken.
De heer Damme dan oordeelde reeds in
1922, dat de tijd was gekomen, om het be
kende voordeel, maar niet voldoende om te
kunnen winnen" tot de kleinst mogelijke pro
perties terug te brengen. Geleid door deze
overweging, die overigens niet nieuw was,
had hij getracht een bevredigende oplossing
te vinden. Het meest voor de hand liggende
idee was, bij remise eenvoudig door het aan
tal stukken te laten bepalen, wie de partij
had gewonnen. De voorsteller der nieuwe
speelwijze liet deze welhaast onmogelijk toe
te passen oplossing varen en nam als hoofd-
gedachte aan, het spel zelve over winst of
remise te laten beslissen. Na ampele over-
wegingen kwam hij toen tot de uitwerking
van het volgende systeem:
A. De loop der schijven en ook het slaan
met een schijf- blijft, zooals het huidige regle
ment dit voorschrijft.
B. De loop van den dam blijft eveneens
ongewijzigd.
C. Wanneer met een dam geslagen wordt,
moet deze onmiddellijk achter het laatstge-
slagen stuk worden neergezet. Hierin nu
ligt het zwaartepunt van de spelwijziging,
zooals de heer Damme zich die voorstelt.
Betrekkelijk eenvoudig dus, maar in wezen
van zeer ingrijpende beteekenis.
Onderstaand enkele voorbeelden ter
Illustratie.
Zwart: twee schijven op 13 en 39.
Wit: een dam op 48.
Wit aan zet slaat beide schijven en blijft
staan op ruit 8.
Het aantal stukken, dat door een dam kan
worden genomen, blijft alzoo hetzelfde.
De bepaling geldt alieen voor het laatste
stuk.
Het groote belang van dezen regel blijkt,
wanneer het laatst geslagen stuk tevens het
eenige stuk is, dat geslagen kon worden.
Men plaatse den volgenden stand op het
bord:
Zwart: Dam op 28.
Wit: Dam op 25 en een schijf op 15.
Deze stand, die anders steeds remise is,
wordt volgens het voorstel-Damme gewonnen
door Wit 2514 (Zwart 28X10) en 15X4.
Een zeer klein voordeel kan op deze wijze
dus in winst worden omgezet. Twee dam-
men tegen 6en is daarom altijd gewonnen.
Bijv. Zwart: Dam op 46.
Wit: Twee dammen op 45 en 50.
Wit kan altijd 1 om 1 spelen met winst,
waar de zwarte dam ook staat, zoodat die
stand volmaakt dezelfde waarde heeft als in
het huidige reglement 4 dammen op 4, 5, 14
en 15. Behalve in standen van gelijke kracht
blijft remise ook mogelijk in een positie als
de volgende:
Zwart: Dam op 3, schijf op 36.
Wit: Dammen op 37 en 47.
Na Wit 3714 (Zwart 3X20) en 47X15 is
het spel remise door 3641. Men bezie ook.
Zwart: Dam op 46, schijf op 45.
Wit: Dammen op 49 en 50.
Wit kan hier nooit winnen!
Een derde dam zou Wit natuurlijk de winst
bezorgen. Aangezien een klein voordeel dus
doet winnen, is behoudens een blunder, remise
spelen tegen een zwakkeren tegenstander
uitgesloten en riskant spel is dan niet meer
noodig.
Het behoeft geen betoog, dat een dergelijke
wijziging alieen dan geaccepteerd mag wor
den, indien het spel er niet onder lijdt. Niets
van het mooie in het spel mag verloren gaan.
In de volgende rubriek plaatsen we eenige
standen, die volgens den heer Damme het
bewijs leveren, dat het spel niet alieen niets
aan schoonheid inboet, maar zelfs mooier
en moeilijker wordt. Het middenspel blijft in
hoofdzaak gelijk; toch doet de nieuwe
regeling haar invloed gelden. Conclusies:
a. Dure damzetten zijn verliezend, daar de
dam gemakkelijk wordt afgenomen.
b. Waar de kleinste voordeeltjes door-
slaan, moeten de varianten nauwkeuriger
berekend worden dan thans het geval is.
c. Het combinatiespel wint veel door deze
regeling. Men zie hiervoor de diagrammen
in de volgende rubriek.
(Wordt vervolgd.)
VROUW IN BRAND.
Maandagmiddag geraakte de vrouw Sn.
wonende Vernisstraat te Tilburg in brand,
toen zij petroleum in een brandend fomuis
goot. Over het geheele lichaam bekwam zij
ernstige brandwonden. In deerniswekkenden
toestand is de vrouw overgebracht naar het
R.K. gasthuis. Men vreest voor haar leven.
MET EEN AUTO ER VAN DOOR.
De heer J. H., te IJmuiden, zette zijn auto
neer voor een perceel in de Cederstraat aldaar.
Toen hij wilde wegrijden was de auto ver-
dwenen.
De politic heeft den ,wagen opgespoord
welke onbeheerd stond in de Generaal Cronje-
straat te Haarlem.
TRAGISCH ONGEVAL.
In de buurtschap Albergen, onder de ge
meente Tubbergen heeft een tragisch ongeval
plaats gehad. De 64-jarige W. en diens zoon,
de 30-jarige W., waren gezeten op een leegen
hooiwagen, waarvan het paard schrok, toen
het een anderen wagen passeerde. Het dier
sloeg op hoi en rende in voile vaart den har
den! weg AlbergenZenderen op. De oude
W. sprong van den wagen, spoedig gevolgd'
door zijn zoon. Beide mannen kwamen te
vallen, zoo emstig, dat zij een schedelbreuk
kregen. De vader is eenige uren later daar
aan overleden, de zoon verkeert in levens-
gevaar.
ONDER EEN SCHOMMEL.
In een speeltuin te Noordwijk heeft een
negenjarig meisje een schommel tegen het
hoofd gekregen, waardoor zij een ernstige
schedelfractuur kreeg en in levensgevaarlijken
toestand naar het Acad. Ziekenhuis te Leiden
moest worden vervoerd.
OM EEN GLAASJE BIER.
Twee Zweedsche zeelieden logeerden in den
nacht van Zondag op Maandag in een hotel
op Katendrecht. In het hoist van den nacht
kregen beiden een geweldigen dorst, welke
slechts door een glas bier te lesschen zou zijn.
De logementhoud'ster weigerde evenwel hun op
dat uur te tappen en toen de logees het haar
wat al te lastig gingen maken, sloot zij hen
kordaat in hun gemeenschappelijke kamer op.
Maar de mannen lieten zich niet weerhouden.
Zij moesten en zouden bier hebben. Daartoe
knoopten zij hun beddelakens aan elkaar en
bonden deze aan hun bed vast. Zoo liet een
van de twee zich uit de tweede verdieping zak-
ken. Toen hij onder aan zijn lakens kwam
bleek hij nog 5 meter boven d'en beganejn
grond te hangen. Hij liet zich vallen en brak
den linkerpols. Dr. Bijlsma heeft hem be-
handeld.
VLIEGEN IN DEN TO REN.
Vrijdagochtend tusschen kwart over tien en
half elf heeft men den „Boerendans" van den
Wijnhuistoren te Zutphen niet hooren klinken.
Wat daarvan de reden was? De stadsklok-
kenist, de heer Ferd. Engelsma, kwam het aan
de „Zutph. Ct." vertellen: Het is zoo stamp-
vol vliegen in den toren, dat het niet te doen
is er langer dan een paar minuten te verblij-
ven. Ook op Koninginnedag wemelde het er
al van d'e vliegen, maar Vrijdagochtend was
het oneindig veel erger; zitten er honderddui-
zenden, in centimeters dikke lagen boven op
elkaar, langs de wanden, in de raamkozijnen,
op den vloer, ja letterlijk overal. Natuurlijk
werpen de lastige insecten zich dadelijk op
den mensch, die het wagen durft zich in den
toren te begeven. In het lokaal, waar de
klokken bespeeld worden, was het eenvoudig
niet te harden, te midden van het gegons der
lastig stekende vliegen. De trappen en de
vloeren zijn bezaaid met vliegen, levend'e en
doode. Het instrument dat de heer Engelsma
bespelen moest, zat ook vol met de gehate
insecten.
De heer Engelsma heeft rapport gemaakt
van deze afgrijselijke vliegenplaag, maar er
is niets aan gedaan. De directie van ge-
meentewerken weet er geen weg op, zoo werd
den stadsklokkenist meegedeeld.
De vliegenplaag geeindigd.
De vliegenplaag in den toren te Zutphen
stelde de directie van de Bataafsche Import
Maatschappij in de gelegenheid een buitenge-
wone demonstratie te geven met haar vlie-
gendoodend middel Shell-Tox.
Het personeel van het Amsterdamsche labo-
ratorium der BPM vond bij binnenkomst deu-
ren en raamkozijnen zwart van een vrieme-
lende gonzende laag vliegen. Op oordeelkun-
dige wijze werd het offensief tegen de nullioe-
nen vliegen boven in den toren geopend. Met
een electrische verstuiver ging men d'e insec
ten met Shell-Tox te lijf. Zoodra de damp
de insecten bereikte, vlogen deze even op,
raakten onmiddellijk daarna bedwelmd en
stortten dood neer.
Na verloop van eenigen tijd waren de vloe
ren met een d'ik tapijt van vliegenlijken be-
dekt, zoodat het noodig was ze in zaklcen te
scheppen en naar buiten te brengen.
De insecten, die nog de kracht hadden naar
buiten te vliegen, vielen aan den voet van
den toren neer, waar het ook weldra bezaaid
was met doode vliegen.
Een aantal door Shell-Tox bedwelmde vlie-
gen, die nog kans zagen naar buiten te vlie
gen, waren een gemakkelijke prooi van zwer-
men zwaluwen, die van alle kanten op dit
festijn afkwtamen.
Na ruim een uur werken was de toren ge
heel gezuiverd van vliegen en dus zullen de
Zutphenaren, de tonen van hun mooie cam
ion wederom over de stad hooren weerklmken.