Dam- an Soh&akrnbriek.
Soil en Hot
Pluimvee-mbriek.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN.
DAMMEN.
SCHAKEN.
3. Van de stichting „Moederheil" te Breda
een verzoek om subsidie met memorie van
toelichting.
De Voorzitter geeft te kennen, dat Burg, en
Weth. geen termen kunnen vinden voor onze
gemeente om de gevraagde subsidie te verlee-
nen en sitellen mitsdien voor, afwijzend bier-
op te beschikken. Met alg. stemmen goedge-
vonden.
4. |Van de gemeente St. Jansteen het ver-
zoek, om adhaesiebetuiging aan het bekende
adres, dat aan de Tweede Kamer zal worden
verzonden en waarin wijziging wordt ge-
vraagd van art. 3 der Leerplichtwet.
Burg, en Weth. kunnen zich met de strek-
king van dit advies vereenigen en adviseeren
hieraan adhaesie te verleenen, hetgeen met
algemeene stemmen gebeurt.
5. Van Ged. Staten wijziging der verorde-
ning van de keuring op waren. Niemand heeft
hiertegen beizwaar.
6. Brief van het Bestuur der P.Z.E.M. als
antwoord op een voorstel van den Raad in de
vorige vergadering gedaan, om den lichtprijs
met 5 cent per K.W.U. te verlagen.
Voormeld Bestuur adviseert eene reductie
te verleenen van 4 cent per K.W.U.
,De heer de Rooij wenscht echter eene groo-
tere vermindering toe te passen, waarover
zich tusschen den Voorzitter en den heer de
Rooij eene langdurige discussie ontspint,
waarin zich ook andere leden mengen, aan-
gaande de exploitatie, de inkomsten en de
uitgaven van het Bedrijf.
Ten slotte werd goedgevonden de volgende
tarieven voor den lichtprijs vast te stellen
ingaande 1 Juli j.l. de eerste 2000 K.W.U.
55 c., de volgende 2000 op 50 cent en alle
volgende op 45 cent.
7. Een verzoekschrift van den heer du
Puij, autobus-ondernemer te Stoppeldijk om
subsidie van f 100 wegens het onderhouden
van een autobusdienet op Maanidag naar
Hulst, op Woensdag naar Ter Neuzen, op
Donderdag naar St. Nicolaas en op Zondag
ten behoeve der kerkgangers van Lunters-
hoek, Stoppeldijkveer en de Sluis.
De Voorzitter zegt, dat dit adres in het
college van Burg, en Weth. is hehandeld.
Hoewel deze diensten in een behoefte voor-
zien, meenen Burg, en Weth. toch hieraan
geen financieelen steun te moeten verleenen.
De heer de Rooij merkt op, dat het des
Zondags een groot gemak is voor de men-
schen, welke uit die buurten de kerk wenschen
tc bezoeken en zou den heer du Puij voor de-
zen dienst eene tegemoetkoming willen ver
leenen.
De Voorzitter vraagt of die menschen dan
reductie zullen krijgen op den vervoerprijs,
dien ze thans betalen; de heer v. d. Wielen is
ook van dit gevoelen.
De heer de Rooij zou enkel maar subsidie
willen verleenen voor den Zondagsdienst, ter
wille van de kerkbezoekers.
De Voorzitter acht het een moeilijk prece
dent.
De heir Stallaert kan met het voorstel van
den heer de Rooij meegaan, onder voorwaar-
de evenwel, dat de bus geregeld zal rijden,
ook als het gebruikmaken ervan vermindert.
De heer v. d. Wielen acht het een moeiliike
kwestie.
De heer Stallaert is van gevoelen, dat du
Puij geen reductie op den vervoerprijs zal
geven, ook al krijgt hij subsidie.
Het verzoek in stemming gebracht, wordt
afgewezen met vier stemmen tegen en een
voor.
8. Van Ged. Staten bericht van goedkeu-
ring der gemeenterekening 1927 met eenige
opmerkingen van administratieven aard en
aanduidingen van overschreden posten.
De heer Stallaert vraagt of de posten, wel
ke overschreden zjjn, zijn verlaagd, waarop de
Voorzitter antwoordt, dat de raming te laag
was.
De heer Stallaert noemt dat verkeerde be-
zuiniging.
De heer de RooijEr is thans slechts 111
overschreden, in een voorgaande zittingsperio-
de is door het college van Burg, en Weth. wel
eens f 4000 overschreden, zonder dat de Raad
hiervan kennis droeg.
De heer Stallaert teekent deze uitlating
heftig protest aan, ook de Voorzitter kan zulks
niet toegeven.
II. Vaststel'ing Gemeenterekening dienst
1928.
Deze was in handen gesteld eener commis-
sie van onderzoek, waarvan de heer Koster
rapporteur is. Deze verklaart, dat alles in
orde is bevonden, doch de commissie acht het
gewenscht in het vervolg een deskundig on
derzoek naar de rekening in te stellen; de
commissie oordeelt controle zeer nuttig.
De Voorzitter ziet het nut hiervan niet in.
Ged. Staten zien toch ook nauwkeurig toe en
in grootere gemeenten dan de onze geschiedt
zulks evenmin. Bovendien vreest spreker voor
de groote kosten van een accountants-onder-
zoek.
De heer de Rooij kan zich met het gevoelen
van den heer Koster zeer wel vereenigen; de
kosten zullen wellicht zoo hoog niet loopen,
waarop de heer Stallaert voorstelt hiernaar te
informeeren, hetgeen toch gratis kan geschie-
den. Dit wordt goedgevonden.
III. Vaststelling Gemeentelijk Electr. Be
drijf dienst 1928.
Deze was in handen gesteld der zelfde
commissie.
De heer de Rooij is rapporteur. Deze wtjst
op een post onder volgnummer 51, waarin een
uitgaaf is geboekt van f 12.50 voor ingewon-
nen advies.
De commissie vraagt, waarin dat advies be-
stond en of de adviseerende persoon een des-
kundige was.
De Voorzitter antwoordt, dat dit advies is
ingewonnen bij omschakelen in den transfor-
mator en dat de electricien die persoon alles-
zins deskundig achtte.
De heer Koster zou het gewenscht vinden,
indien nog eens advies moet worden gevraagd
zich tot de P.Z-E.M. te wenden, waarop de
Voorzitter antwoordt, dat men dan wellicht
hetzelfde advies, maar een hooger honorarium
te betalen krijgt.
De rapporteur verklaart, dat de commissie
verder alles in orde heeft bevonden.
IV. Vaststelling rekening Alg. Armbestuur
dienst 1928.
Van de commissie in wier handen deze was
gesteld, is de heer de Rooij eveneens rappor
teur. Het is de commissie opgevallen, dat er
in de prijzen der geleverde goederen zoo'n
aanmerkelijk verschil bestaat bij de verschil-
lende leveranciers en vraagt of het bestuur
dit wel weet.
De Voorzitter vermoedt, dat dit komt door
het verschil in de winstmarge, die de leve
ranciers zich stellen; de een rekent zooveel
percent winst, de ander zooveel; een nader
onderzoek zal worden ingesteld. Overigens
werd de rekening in orde bevonden.
De drie rekeningen worden alsnu met alg.
stemmen vastgesteld, waama de Voorzitter
den leden der commissies dank zegt voor de
genomen moeite.
V. Aanbieding Gemeente-begrooting dienst
1930. I
Deze wordt in handen gesteld eener com
missie, waarin de Voorzitter benoemd de hee-
ren Koster, Bun en de Rooij. Beide laatstge-
noemden zagen zich liever van deze opdracht
verschoond, als argument aanvoerend de druk-
ke bezigheden, .doch op vriendelijken aan-
drang van den Voorzitter laten beide heeren
zich de benoeming welgevallen.
De agenda is hiermede ten einde.
Bij de omvraag informeert de heer de Rooii
hoe het staat met de ovemame van het net
door de P.Z.E.M.
De Voorzitter antwoordt, dat de Maatschap-
pij zich stil houdt en niets van zich laat hoo-
ren, mogelijk wacht ze op ons. Vermoed
wordt, dat de P.Z.E.M. naderhand wel gene-
gen zal zijn aan de gemeenten hoogere be-
dragen aan te bieden dan thans; wij moeten
daarom den tijd afwachten en gunstiger ge-
legenheid. De maximale belasting is het, die
het bedrijf in minder gunstige conditie brengt.
De heer de Rooij vraagt of hierover dan
niet onderhandeld kan worden.
De Voorzitter gaat deze geschiedenis nog
eens uitvoerig na en concludeert onwil bij de
P.Z.E.M.
Eenige leden dringen er nog eens op aan,
onderhandelingen met de P.Z.E.M. aan te
knoopen tot overneming van het net.
De Voorzitter acht dit echter vergeefsche
moeite.
De heer Stallaert vraagt nog of Burg, en
Weth. aan het Polderbestuur bericht hebben
gezonden, omtrent het in de vorige vergade
ring gesprokene over de reparaties in den
Bosschestraat, waarop de Voorzitter beves-
tigend antwoordt, doch verklaart nog niets te
hebben vemumen.
Daar niemand nog het woord verlangt, sluit
de Voorzitter de vergadering.
CXL.
Springer's toumee door Nederland.
,,De Telegraaf" gaf dezier dagen een kort
overzicht van de resultaten, welke de wereld-
kampioen B. Springer Jr. tijdens zijn rond-
reis door Nederland en Belgie beihaald heeft.
A. Simultaan-seances.
Te Luik uit 25 partijen23 gewonnen, 1
remise en 1 verloren. Eveneens te Luik uit
18 partijen16 gewonnen en 2 remise tegen
18 sterke spelers, die alien een sch\jf voor
krcgen.
Te Apeldoom uit 41 partijen: 36 gewonnen,
2 remise en 3 verloren.
Te 's Gravenhage 37 partijen: 26 gewon
nen, 7 remise en 4 verloren.
Tweede sdance Den Haag: 31 partijen: 22
gewonnen, 6 remise en 3 verloren.
Andermaal te 's Gravenhage: 36 partijen,
33 gewonnen en 3 remise
Te Leiden 33 partijen (in 90 minuten
waarvan 31 gewonnen en 1 remise.
Te Vlissingen 32 partijen: 29 gewonnen en
3 verloren.
B. Blindpartijen.
Te Luik speelde de wereldkampioen 2
blindpartijen tegelijk, waarvan 1 gewonnen
en 1 remise.
Te Apeldoom gewonnen tegen den kam-
pioen van Gelderland. Te 's Gravenhage
remise tegen den hoofdklasse-speler J. Ver-
hoeve, te Leiden tegen den kampioen van
Leiden gewonnen met een buitengewoon
fraaie combinatie en ten slotte te Vlissingen
gewonnen tegen den heer P. Meijers.
„Damphenomeen Springer" noemt „De
Telegraaf" den wereldkampioen zeer terecht!
Uitgaven Nederl. Dambond.
De heer J. W. van Dartelen, hoofdadmini-
strateur van den Nederl. Dambond, Raad-
huisstraat 1 te Heemstede, Postrekening no.
64007, verzoekt ons, de Zeeuwsche dammers
bekend te willen maken met de diverse uit
gaven van den nationalen dambond, aan welk
verzoek wij hieronder gaame voldoen. Alle
uitgaven zijn bij den heer Van Dartelen ver-
krijgbaar en worden ook geleverd door mid-
del van de firma P. J. van de Sande te Ter
Neuzen. Kennisgeving aan schrijver dezes
met vermelding van het verlangde is daartoe
voldoende.
Abonnement op het maandblad „Het Dam-
sepl" per jaar f 3. Na 1 Januari a.s. slechts
1,50 per jaar door lid te worden van de
afdeeling „Zeeuwsch-Vlaanderen".
Notatie-bilj etten 3,50 per 1000 stuks.
Diagramboekjes /0,20 per stuk (voor 10
stuks /1,80).
43 partijen Intemationaal Concours 1909
(in boekvorm), 0,10 per stuk (per 10 stuks
0,90).
Oude complete jaargangen van „Het Dam
spel":
Jaargang 1919 voor 1.
1923 1,50.
1927 f 1.
1928 1.
Reglementen voor het damspel f 0,10 per
stuk (voor 10 stuks 0,80).
Notatieboeken voor 50 partijen met stevige
omslag /0,40 per stuk (voor 5 stuks /1,75).
Notatieboeken voor 100 partijen met linnen
rug /0,80 per stuk.
90 partijen wereldkampioenschap 1912 (in
boekvorm) 0,40 per stuk.
45 partijen kampioenschap van Nederland
1919 (in boekvorm) 0,75 per stuk.
40 partijen Intemationaal tomooi 1927 te
Parijs /0,90 per stuk.
,,Practische Handleiding" door J. W. van
Dartelen, prrjs f 0,35.
,,Zwart-Wit" door A. K .W. Damme f 1,25.
„Voor het Dambord" door A. K. W. Damme
1,50.
„Het Damspel" door A. K. W. Damme
f 1,50.
,,Dammen" door I. Meijer 0,50.
,,Hoe leer ik dammen" door K. C. de Jonge
f 1,25.
,,Damstudies en Analyses' door B. Springer
en H .de Jongh in 3 deelen 2,90.
Jaargang 1914/1915 van het maandblad
„Het Damspel" ,160 pagina's f 2.
Ten slotte kost een abonnement op „Le
jeu de Dames", heit orgaan van den Fran-
schen Dambond, slechts 25 francs per jaar.
,,Damzetten en llstlgheden", 64 pagina's,
f 0,60.
ting is steeds zwak, wanneer (zooals hier)
een zwarte schijf op 24 staat. Wit krijgt nu
tijd, schijf 40 gunstig in het spel te brengen.
Aangewezen was 71218, om na 4034
door 2430 een gelijk spel te houden. 13.
4034, 913; 14. 3430, 49; 15. 3933,
7—12; 16. 4641, 12—17; 17. 41—37,. 18—
22. Zwart wil onregelmatig spel, maar ver-
zwakt zijn stand daardoor emstig. 18. 37—31,
17; 19. 4440, 712! Een foutieve com-
binatiezet. Op 4944 of 4741 zou Zwart
thans dam nemen door de verborgen com
binatie: 24—29, 22X33, 14—20, 12—18, en
16X47 of 16x49, maar in beide gevallen
wordt de dam aanstonds afgenomen, resp.
door 43—38 en 4034. Wit ging er niet op
in, daar de positie hier reeds gaat beslissen.
20. 4034 ,1218. Zwart staat nu verloren.
Er was trouwens geen beteren zet. 21. 32
27! 8—12; 22. 45-^40, 3—8; 23. 4741, 15—
20; 24. 41—37, 10—15; 25. 34—29, 2—7; 26.
3732?, 510? Zwart overzag hier 1721
en 1822, wellicht doordat positioneel het
verlies toch reeds vaststond. 27. 4034,
7—11; 28. 43—39, 16—21; 29. 27X7, 12x1;
30. 42—37! Zwart gaf op, want 28—23 is
zander verlies van twee schijven niet te voor-
komen. J- J-
Het volgende korte partijtje is uit een
onderlinge wedstrijd.
Wit. Zwart.
J. J. K. J. v. d. H.
1. 33—28, 20—24; 2. 39—33, 17—21; 3.
44—39, 21—26; 4. 34—30, 11—17; 5. 30—
25, 18—22. Sterker is het gebruikelrjke 18
23 met een gewoon Hollandsch spel. 6. 50
44, 12—18; 7. 32—27, 17—21; 8. 28X17,
21X12; 9. 3328, 1822. Ook thans geven
we de voorkeur aan 1823. Na den tekstzet
toch wordt de zwarte centrumontwikkeling
bemoeUijkt. 10. 28X17! ,12X32; 11. 37x28,
26 X 37; 12. 41x32, 1318? Deze voortzet-
Tomooi te Karlsbad.
De eindstand luidt: Aron Nimzowitsj 15 flit
21 punten, Rudolf Spielman en Jose Raoul
Capablanca y Grupera 14 V2Akiba Rubin
stein 13 y2, Dr. Vidmar, Dr. Euwe en Prof.
Becker 12, E. D. Bogoljoebof 11%, Griinfeld
11, Mattison en Canal 10%, Colle, Marocszy,
Dr. Tartakower en Treybal 10, Samisch en
Yates 9%, Johner en Marshall 9, Gilg 8, Sir.
G. Thomas Bt. 6, Miss Vera Menchik 3.
De laatste ronde bracht pas de beslissing.
Doordat Nimzowitsj van Tartakower won,
werd hij no. <§en. Spielmann wist slechts
remise tegen Mattison te bereiken, hoewel hij
op winst stond. Op het bij uitstek historische
moment overzag bij de winstvoortzetting,
waardoor hij op de tweede plants terugviel.
Capablanca, in de vorige ronde op klassieke
wijze door Spielmann verslagen, stelde zich
tenslotte nog noast hem op door zijn winst-
punt tegen Mar6cszy.
De 39-jarige Nimzowitsj boekte een welver-
diend succes. Hij behoort tot het ras der
zoekers en uitvinders, die hun „idee'' barts-
tochtelijk lief bebben en er onafscbeidelijk
van zijn. Deze klasse van menschen telt on-
getwijfeld vele mislukkingen, doch die slagen
zijn steeds machtig. Zij houden van het won-
derlijke, van de verborgen oorzaak, die een
verrassend effect sorteert. Zij leven van
nature verwijderd van hun medemenschen,
dikwrjls lijnrecht in tegenstelling tot de gang-
bare opvattingen en axioma's. Bij wijze van
spreken: zij gelooven alien aan het perpetuum
mobile.
Nimzowitsj heeft er veel van. Doordat hvj
uitsluitend op het spel geconcentreerd is, op
de vele problemen en wonderen, die met be-
hulp van bord en stukken verricht kunnen
worden, blijft hij volmaakt vrij van die psy-
chologische reacties, welke, zeer tot nadeel
van den strijder, ontstaan uit de voortduren-
de zelfvergelijking met den tegenstander, met
zijn vermogens en zijn voomemens. Deze
studie heeft gauw iets gepreoccupeerds en
angstigs, lang voordat men het zich bewust
wordt. Nimzowitsj kent deze angst niet. Hij
speelt tegen iedereen, tegen U en mij zoo-
goed als tegen Aljechin, ,,zijn systeem
waarop hij zeer trotsch en verzot is. Met
Wit begint hij b.v. 1. e2e3, 2. b2b3, 3.
Rcl—b2 enz. Weldra vertoont zijn stelling
een hoop zwakten. Hij moet nu verliezen.
Weleens overkomt hem dat. Meestal hebben
die zwakten echter, in de richting van de
tegenpartij, vlijmscherpe kanten, waarvoor
zij werden opgesteld (resp. toegelatenen
waaraan de vijand zich de vingers snijdt.
Achter een hangende pionketen (waarvan de
steunpion niet meer op de oorspronkelijke1
plaats staat) schuilt b.v. een dame, die on-
verwachts uitbreekt, langs een verborgen zet-
tenreeks het slachtoffer bereikt en doodt.
Het laatste stond daar misschien een ietsje
verkeerd. Een eenvoudige zet had misschien
het geheele gevaar gepareerd. Doch niets
daarvan is geschied: men ontkomt moeilijk
aan den indruk, dat er lets was geparaly-
seerd in het gezond functionneeren van het
tegenspel, alsof de slang het vogeltje had ge-
fixeerd. De tegenstander, wien zoo iets over
komt, is meestal woest over zichzelf, en wijt
het ongeval aan zijn onoplettendheid. Doch
dit standpunt is moeilijk vol te houden, aan-
gezien het uitsluitend aan de partners van
Nimzowitsj overkomt. Even redeneeren leert,
dat hier inderdaad een systeem aanwezig is,
soiled baseerend op kunst, techniek en psy-
chologie (zelfkennis en menschenkennis).
De partijen van Nimzowitsj zijn wonder-
lijke verhalen. Zijn kunst is vaak het han-
teeren van zwakten als wapens ten aanval,
ter ondermijning, ter maskeering. Theore-
tisch is zijn systeem van onschatbare waar-
de. Het werpt de Steinitzsche theorie geens-
zins omver, maar vormt er de tot nu toe ont-
brekende antithese van, in haar schrilsten
vorm. De logica leert, dat een these (een
afzonderlijkheid van mogelijkhedenniet
waar kan zijn zonder het bestaan van haar
tegendeel, de antithese. En dezer levert
practisch meestal den sleutel voor de these,
en omgekeerd. Een eenvoudige logische true,
die in de wiskunde en wijSGCg^erte voort-
durend tepassing vindt en in de praCtijk al te
dikwijls wordt verwaarloosd. Men zou kun
nen aanraden, om van Nimzowitsj te leeren:
Bestudeer van alles, wat U wilt kennen, zorg-
vuldig het tegendeel!
Psychologisch is zijn systeem de erkenning
ronduit, consequenter dan in welk ander
systeem, van het feit, dat in een tweekamp
welke ook, voorzeker die op het schaakbord,
niet te genstaande zijn mathematisch-logische
wetten alle berekeningen en geestelijke
combinaties slechts middelen zijn, om den wil
uitdrukking te verschaffen. De Deensche
meester weet dit beter dan anderen en deinst
er niet voor terug, de zaak (schijnbaar) zoo
onlogisch mogelijk op te bouwen, om zijn
prooi des te beter te kunnen overvallen. Men
kan liaast spreken van de kunst, zijn voor-
nemens geheel te verbergen en achter het
scherm overbeweeglijk te maken, die van den
tegenstander daarentegen (door den over-
maat eigener beweging en veranderlijkheid,
waarop hij gaat staren, waarin hij gaat
zoeken) te immobiliseeren, te fixeeren; een
kunst die aan toovemarij doet denken en na-
tuurlijk niets is dan handigheid, kennis en
zelfvertrouwen.
Absoluut nieuw, een vondst, een patent bij
dit systeem is de verlaging van den tegen
stander van onderwerp tot voorwerp, van
partner tot gehypnotiseerde, van kenner tot
onwetende, van nuchter en scherp ziende tot
bedwelmde, wien het rad, dat voor zijn oogen
gedraaid wordt, den kijk op de afmetingen
verwart. Een niet alledaagsche kunst, die
echter op antieke waarheden berust en den
mensch behandelt voor wat hij nog steeds is,
ook de geestelijke sterkste en meest onaf-
hankelijke: een gevangene van zijn zintuigen,
meer of minder nauw daaraan geketend.
Nimzowitsj weet hem tot slachtoffer daarvan
te maken. Men kan deze superioriteit niet
verbazend genoeg noemen.
Euwe heeft in dit tomooi een zware crisis
doorstaan. Wij hopen bij gelegenhedd hier
over uit te weiden.
Hier moge de partij tusschen hem en Nim
zowitsj, de beide meesters, die ons het meest
belang inboezemen, volgen (de opmerkingen
zijn van Dr. Euwe)
Wit: A. Nimzowitsj. Zwart: Dr. M. Euwe.
Onregelmatige Opening.
1. e2e3, Pg8f6, b. b2b3 (Nimzowitsj
speelt bij voorkeur West-Indisch in de voor-
hand), 2... g7—g6, 3. Rcl—b2, Rf8—g7, 4.
f2f4, d7d6. (Ter voorbereiding van e7
e5), 5. Ddlcl. (Om e5 te verhinderen moet
Rb2 gedekt zijn, Zwart dredgde n.l. reeds 5...
e5 te spelen: 6. fe5:, Fg4!), 5... 00, 6. Pgl
f3, Rc8g4, 7. Rfle2, Pb8—c6, 8. 00,
e7e5 (Zwart heeft zijn doel bereikt en staat
volkomen bevredigend), 9. f4Xe5, Pc6Xe5,
10. d2d3. (Op Pe5: volgt natuurlijk Re2:),
10... Pe5Xf3f, 11. Re2Xf3, Rg4xf3, 12.
TflXf3, d6d5! (Verhindert e4 en bezorgt
Wit op deze wijze een ge'isoleerden pion), 13.
Del—fl, Pf3g4 ,14. Rb2Xg7, Kg8Xg7, 15.
h2h3, (Anders krijgt Wit moeilijkheden met
d5d4), 15... Pg4e5, 16. Tf3—gf3, f7—f5.
(Zwart staat overwegend; hij heeft een voor-
sprong in de ontwikkeling en Wit heeft een
aantal zwake pionnen), 17. Dflf4, Dd8f6.
(Met 17... Dd6 kon Zwart zijn positievoordeel
behouden. Hij speelt echter op combinatie
om van Wit's sleohte ontwikkeling gebruik
te maken), 18. d3d4, (Gedwongen, er dreig-
de Pf3t), 18... Pe5—f7, 19. Df4Xc7, (Als
Wit niet slaat volgt Pd6, eventueel met be-
zetting van e4), 19... Ta8c8, 20. Dc7Xb7,
Df6h5! (Ook Dd6, 21. Tf3, Tc2:, waarmede
Wit's ontwikkeling verhinderd wordt, was
goed genoeg. De tekstvoortzetting is echter
sterker), 21. Kgl—h2, r5—f4, 22. Tg3—f3.
(lets beter was nog Tg4, waama Zwart
voortzet met 22... Del, 23. Tf4:, Te8 gevolgd
door Te3:. Daarentegen verliest 22. ef4:, Df4:
snel), 22... f4Xe3. (Ook nu was Del goed),
23. Pblc3. (Wanhoop; Zwart dreigde reeds
e3e2. Speelt Wit in plaats van den tekstzet
23. Tf7:f, Tf7, 24. Dc8:, dan beslist 24...
Df4t, 25. Kgl, Dflt,26. Kh2,c2), 23... Tc8X
c3 (Zwart ziet hier 28. g4t zie het ver
volg der partij over het hoofd. Met 23
Dd4: kon Zwart winnen. Immers op 24. Tafl,
volgt De5f, 25. Khl, Tc7. De omstandighedd,
dat Wit hiema de partij nog met 26. Te3:,
Tb7:, 27. Tf7:t, Tf7: ,26. Te5:, een tijd lang
zou kunnen rekken verleidde Zwart tot het
zoeken naar een snellere winst. Probeert Wit
na 23... Dd4 nog 24. Tf7:t, Tf7:, 25. Dc8:, dan
beslist 25... De5t, 26. Kgl, e2!, 27. Pe2:,
Dal:t resp. 27. Tel, De3f, 28. Kh2, Df4f,
29. Kgl,, Dflf enz.), 24. Tal—fl, e3e2.
(Alles volgens plan), 25. Tf3Xf7f, Tf8Xf7,
26. Db7Xf7f, Dg7—h6, 27. Df7—f8|, Zwart
geeft op; h(j had gedacht, dat zijn koning nu
met 27... Kh5 in veildgheid kwam en niet op
28. g4f, gerekend.
KAMERPLANTEN MET SIERLIJKE
VRUCHTEN.
II.
In het voorgaande artikel beloofde schrijver
dezes nog eenige bijzonderheden over minder
bekende kamerplanten met vruchten en deze
■belofte inlossende, noem ik als zoodanig in
de eerste plaats de Capsicum anuum, alias
Spaansche peper. Ik vermoed dat menige
lezer of lezeras lichtelijk hierover verwonderd
zal zijn en ongeloovig het hoofd schud en
toch is dit geen grapje.
(Do Capsicum anuum laat zich heel goed
als kamerplant kweeken, al zullen de vruch
ten een grootere bekendheid hebben dan de
plant zelf. Capsicum anuum is een aardige,
eenjarige plant en wordt in warme streken
welig buiten groeiende aangetroffen, waarvan
de vruchten verzameld worden en een lang
niet onbeduidend handelsartikel vormen.
Er zijn heel wat soorten van bekend, die
onderling afwijken van de grootte, de kleur
der vruchten als wat den vorm hiervan be-
treft. Ook de bladeren en bloemen dezer ver-
schil-lende soorten loopen uiteen.
De bloemen van Spaansche peper zijn geel-
achtig wit en komen wat den vorm betreft
een weinig met die van den aardappel over-
een, hetgeen niet zoo bevreemdend is, aange-
zien er tusschen deze planten verwantschap
bestaat.
Het opkweeken der plant kan in de kamer
geschieden en wel door middel van zaad. Deze
zaden kiemen vrij snel en worden in Maart
gezaaid in potten en voor het raam geplaatst.
Zoodra de eerste blaadjes zich hebben ontwik-
keld moeten de plantjes afzonderlijk opgepot
worden. Als grondmiengsel hiervoor nemen
we goede broeiaarde, vermengd met ongeveer
een derde zand. In het begin verlangen de
plantjes een vrij constante warmte, welke niet
beneden 60° mag dalen. Voor tocht zijn ze
erg gevoelig en dit moet tot iederen prijs ver-
meden worden, willen ze niet mislukken.
Lantgzamerhand worden de plantjes afge-
hard. De bloemen verschijnen ongeveer half
Juni, welk tijdstip natuurlijk aan speling on-
derhevig is en afhankelijk is van allerlei fac-
toren, welke hier niet zijn aan te geven. Is
de vruchtzetting afgeloopen, dan worden alle
twijgjes getopt, om een verder uitgroeien
hiervan te voorkomen. Hierdoor wordt de
plant in staat gesteld al haar krachten voor
de verdere ontwikkeling der plant aan te wen
den. Na dit toppen wordt de plant aange-
bonden. Om mooie, goed ontwikkelde vruch
ten te krijgen, is het bij de grootvruchtige
soorten gewenscht vruchtdunning toe te pas-
sen en blijven er niet meer dan 3 a 4 vruch
ten zitten. Na de vruchtzetting is rijkelijk
gieten en gieren gewenscht. Het rijpen der
vruchten duurt vrij lang en voltrekt zich zeer
geleidelijk, doch gelukt uitstekend in een
matig verwarmd vertrek, De rijpe vmchten
kunnen zoowel voor versiering als voor keu-
kengebmik worden aangewend.
Overwegende bezwaren levert het kweeken
dezer plant niet op en het is verbazend in-
teressant zelf onbekende of minder bekende
planten op te kweeken. Laat ik hierbij nog
even opmerken, dat de amateur daarbij niet
gebonden is aan een en dezelfde kweekwijze,
doch dat het zeer wel mogelijk is op diverse
manieren fraaie planten te kweeken.
Een ouderwetsche potplant met vruchten is
de Ardisia crenuluta. Deze plant wordt heel
weinig meer aangetroffen en werd vroeger
veel gekweekt. Tegenwoordig ziet mem ze
haast niet meer en de cultuur is eenigszinis
moeilijk, vooral wat het goed schoon houden
der planten betreft.
Ze verlangen een lichte standplaats en moe
ten dikwijls bespoten en gelijkmatig begoten
worden. Tegen de felle middagzon is scher-
men noodzakelijk.
De voortplanting dezer soort geschiedt zoo
wel door zaad als door topstek, doch dit laat
ste gelukt in de kamer bijna nooit en ook het
opkweeken uit zaad in de kamer geeft heel
vaak teleur,stelling. I
Het is een plant met frissche, groene, sterk
gezaagde, ovale en leerachtige bladeren, waar
van de jonge scheuten bedekt zijn met kleine
witte bloempjes en de overjarige scheuten zijn
bezet met mooie, koraalroode bessen.
Hiermede is het lijstje der vruchtdragende
kamerplanten nog lang niet uitgeput, doch de
meest bekende hebben we besproken.
Vragen, deze rubriek betreffende,
kunnen door de abonne's worden
gezonden aan Dr. Te Hennepe,
Diergaardesingel 96, Rotterdam.
Postzegel van 7% cent voor ant
woord insluiten en blad vermelden.
EEN LUIZEN-PRAATJE.
Naar aanleiding van mijn vorig artikel
kreeg ik een paar brieven van duivenliefheb-
bers omtrent de keverlarven welke in duiven-
hokken voorkomen. Ik wil -er in het kort een
en ander van vertellen.
De meelkever en zijn larve leven in hoofd-
zaak van de ontlasting der duiven. Dit is
dus een aanwijzing dat deze kever zich gaame
in vervuilde hokken ophoudt. Als men de
hokken geregeld goed reinigt en desinfecteert
heeft men er niet zooveel last van. Deze
meelworm houdt zich echter niet alleen bij
meel maar heeft ook een voorliefde voor
vleesch en daaraan vergrijpt hij zich niet zel-
den aan jonge nest-duiven. Ze boren een gat
door de huid in den krop, welk gat wel zoo
groot is dat men Or een potlood door kan
steken. Natuurlijk sterven deze diertjes door
deze verwonding.
Niet minder moordzuchtig is de larve van
de spekkever, die niet speciaal op de plaats
van de krop aanvalt, maar die net begint waar
het hem het beste te pas komt. Deze larve
is eveneens gevaarlijk voor kip-kuikens. Aan
de verwondingen ziet men dus al gauw of men
met meelkever-larven of spekkever-larven te
doen heeft.
De zwarte spekkever zelf is ongeveer 8.5
m.M. lang en heeft op den rug een brain-
gele, dichte en grijs behaarde met 6 zwarte
puntjes voorziene dwarsband. De larve van
den kever, die dus de gevaarlijkste is, is op
den rug bruin, onder wit en is bezet met
tamelijk lange haren. Eigenaardig zijn twee
naar beneden gekromde hoomachtige haken
op de laatste achterlijfring. Verder heeft
deze larve drie paar korte poo ten. Zij is on
geveer 15 num. lang, dus bijna dubbel zoo
lang als de kever zeEf.
Deze kevers zelf zijn ook weer zeer taai en
heel moeilijk dood te krijgen. Het beste is
het hok grondig uit te schrobbem (na grondige
reiniging) met heete sodaoplossing en daarna
te bestrijken met kaikmelk, dat wil zeggen
een dikke kalkoplossing in water.
Na dit keverpraatje gaan we door over de
luizen. De luis besprak ik reeds. Het eigen-
aardige van deze ziekte is dat de kuikens
den eenen dag nog prachtig gezond kunnen
zijn en den anderen dag hard ziek. Als men
de ziekte met tabaksstof meester kan worden
is dat wel zoo goed als met spek of vet. Dijt
maakt de diertjes erg vies en op het vet kleeft
direct allerlei stof vast.
Eooals gezegd heeft de kopluis voorkeur
voor kop en hals. De luizen, die op het lichaam
der kippen leven zijn weer andere en in hoofd-
zaak kan men ze verdeelen in twee soorten,
eesn groote en een kleine soort. Pak eens een
kip op en strijk het dons aan de opening d'er
cloaka op zij. Men vindt dan soms massa's
dezer groote gele luizen. De kleinste is ech
ter de kwaadste van de twee en komt het
meest voor. Zij is echter niet eens zoo ge-
makkelijk te zien. De groote kippenluis is
grooter dan 1 m.M. maar de kleine is onge
veer slechts m.M. Deze kleine luisjes be-
wegen zich enorm snel over de kip tusschen
de veeren en men kan ze haast niet te pakken
krijgen. Pakt men echter een kip beet die
deze luizen heeft, dan zitten ze in no time op
de handen en kruipen op kleeren of armen
naar boven, een hevige jeuk veroorzakende.
Als men de doode kippen op een tafel legt
ziet men heel igauw op de tafel ook massa's
dezer luizen loopen.
Bij besmetting dezer luizen kan men soma
nog een eigenaardig verschijnsel zien. Men
stuurt mij heel vaak in brieven veertjes op
van het buikdons waar aan de schacht van het
veertje een hoopje, soms ter groote van een
erwt, kleine witte puntjes zitten, net spelde-
knopjes. Men vraagt zich verbaasd af wat
dit zijn kan. Welnu, dit zijn luizeneitjes, die
de moederluis tegen de veertjes gelegd heeft
en vastgekleefd heeft. Zoo'n hoopje bestaat
dus uit honderden eitjes. Men noemt deze
eitjes: neeten. Nu hangt het uitkomen van
deze eitjes af van het weer en de tempera-
tuur. Onder gunstige omstandigheden duurt
het tien tot twintig dagen eer ze uitkomen.
D/us heel iets anders dan bij kippeneieren, die
een vaste broedtijd hebben. Bij het uitkomen
breekt het luizeneitje net open als een kip-
penei, er gaat als het ware een kapje los en
uit de gemaakte opening komt het jonge
luisje te voorschijn.
De luizen vermenigvuldigen zich zeer snel.
In acht weken kunnen er uit een paar luisjes
drie geslachten zkh vermenigvuldigen met
125.000 luisjes. In warm weer kan een luisje
weer in ongeveer 14 dagen volwassen zijn en
eieren gaan leggen. De luisjes veroorzaken
enorme jeuk en de kippen zitten dus sterk te
pikken en te krabben. Hun rust is totaal ge-
stoord, ze leggen slecht en kuikens zijn er erg
ziek van, terwijl natuurlijk de groei ophoudt.
Kuikens kunnen in een a twee weken er dopr
sterven. Vooral in Juli en Augustus zijn
echte luizenmaanden.
Behandeling. We moeten hierbij dus be-
denken dat de luizen en de eieren op de huid
der kip leven en dat we met de meeste mid
delen de luizen wel dooden kunnen, maar niet
de eieren. Dat wil dus zeggen als ik van-
daag bij de kip de luizen doodt, dan kunnen
er over een paar dagen weer luizen uitgeko-
men zijn uit de eieren. Vandaar dus dat men
de behandeling eenige malen herhalen moet
met een dag of vier tusschenpoos.
Wat nu de behandeling betreft het vol
gende: r
Om te beginnen kunnen we probeeren de
kippen zich zelf te laten genezen door ze een
goed stofbad te geven. Men zet in een bak
op den grond fijn zand, vermengd met bloem
van zwavel of tabaksstof. De kippen zullen
daarin stofbaden nemen en als men nu dit
bad herhaaldelijk ververscht zullen veel lui
zen verdwijnen.
Lukt dit niet dan moet men de kippen stuk
voor stuk gaan behandelen en dit is een heel
werk. Men pakt de kip bij de pooten, beurt
haar op en stuift nu met een insectenspuitje
of met een peperstrooier bloem van zwavel
of insectenpoeder tusschen de veeren. Onder
de kip houdt men een krant om het poeder
dat over is op te vangen en weer te gebrui-
ken. Dit is de z.g. drooge methode. Men kan
ook de kippen baden geven met oplossingen
creoline of andere stoffen, doch dit kan alleen
op flinke warme dagen en men moet dan erg
oppassen dat de kippen geen kou vatten.
Verder moet natuurlijk het hok goed ge-
reinigd worden, want hier en daar zitten al-
tijd wel eenige luizen, die later weer op de
kippen kunnen komen.
Een methode die in Amerika heel veel ge
volgd wordt is de volgende:
Men besmeert de zitstokken met een pre-
paraat d'at veel nicotine bevat. Nu geeft dit
preparaat nicotinedampen af en gedurende den
nacht worden dus de luizen door de dampen
gedood. Deze methode is zeer gemakkeliik
daar men de kippen zelf niet behoeft beet te
pakken. Ik heb deze prep-araten echter tot
nu toe in Holland niet gezien, wat wel jam
mer is aangezien deze methode verreweg de
gemakkelijkste is.
We stappen nu van ons luizen-praatje af en
gaan een andere ziekte bespreken die gewel-
dig populair is, n.l. de kalkpooten.
Dr. TE HENNEPE.