LI
v.ROSSEM'* ZEEPAARD
t
Zomersproeten
SCHAAKEOBRFEK.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN.
h
Z
ver-
dwijnen spoedig door een pot
Sprutoi. Bij alle Drogisten.
INGEZONDEN KEDEDEEL1NO.
LICHTE MARYLAND BAAI A
>CT. IN PATENTVERPAKKINC
SCHAKEN.
9 i
i
van Ged. Staten succes heeft gehad met zijn
voorstel. Niet alleen spreker is zeer voldaan
over het antwoord van Ged. Staten, doch dit
is met verschillende leden het geval. In de
behoefte tot uitbreiding van den dienst wordt
door Ged. Staten vrijwel voorzien. De groote
meerderheid der bevolking wenscbt in het
zomerseizoen uitbreiding van den dienst. Hij
heeft eens geinformeerd naar de praktijk.
Op 14 Juli zijn niet minder dan 1 schippers
overgevaren van Ereskens naar Vlissingen
en omgekeerd. Dit feit spreekt voor zich-
zelf. Het zyn toestanden die verbetering
eisehen. Spreker is voor heiliging van den
Zondag en eveneens voor Zondagsrust. Wij
hebben te kijken naar het monopolistisch ka-
rakter van den bootdienst en wij hebben te
zorgen voor het algemeen bedang en hiermede
dient rekening te worden gehouden.
Het betreft hier niet het steynen van
feestelijkheden.
Het doet hem genoegen dat Ged. Staten
gevolg hebben gegeven aan den drang van
het publiek.
Hij zou gaarne zien, dat de proef tot uit
breiding van den dienst ook gedurende den
winterdienst zal worden genomen.
De heer KODDE zegt dat Ged. Staten toch
weten dat verschillende leden over deze
kwestie anders denken dan Ged. Staten thans
voorstellen.
Hij bracht een woord van lof aan den di-
recteur van den prov. stoombootdienst dat
op 31 Maart geen extra-boot is beschikbaar
gesteld. Als het geweest was voor een zware
zieke dan was een extra-boot gerechtvaar-
digd geweest, doch niet voor het geval van
den Franschen automobilist.
Het bedroeft hem dat Ged. Staten bereid
zijn weer een vierde boot in te leggen. Hij is
voor heiliging van den Zondag en zou de
boot op Zondag geheel willen stil leggen.
Waar dit niet te bereiken is zal hij zijn stem
geven aan de motie van den heer Van t Hoff.
Om materieele belangen wordt het gebod
des Heeren niet gehandhaafd.
Laat het maar bekend worden dat in Ne-
derland het Goddelijk gebod wordt geeerbie-
digd, waarnaar de overheid zich te richten
heeft.
Met den meesten nadruk protesteerde hy
tegen het inleggen van een vierde boot.
De heer DE PAUW kon zich in hoofdzaak
aansluiten bij den heer Adriaanse. Als bewo-
ner van Zeeuwsch-Vlaanderen kan hij zich op
practische gronden vereenigen met het voor
stel van Ged. Staten. Hij wees op de liggmg
van Zeeuwsch-Vlaanderen ten opzichte van het
overige Nederland. Hij noemde het besluit van
Ged. Staten zeer verstandig en juichte dit
daarom zeer toe. Er zijn nog meerdere hiaten
aan te vullen ten opzichte van den Zondag-
dienst en een onderzoek daarnaar is zeer ge-
wenscht.
De heer MES zal voor het voorstel stemmen
omdat het slechts een proef betreft voor de zo-
mermaanden. Hij vroeg overlegging door Ged.
Sitaten van het vervoer van personen en auto s
gedurende de zomermaanden met dezen nieu-
wen dienst.
De heer MOELKER verklaarde zich voor
het voorstel van Ged. Staten.
iDe heer VIENINGS zeide dat een gepaste
ontspanning op Zondag zeer juist kan strek-
ken tot Gods eer, mits matig in haar toepas-
sing. De overheid dient den stroom te leiden
en, zich daartegen te verzetten.
Hij ziet in het voorstel van Ged. Staten geen
ontheiliging van den Zondag en haalde een
woord aan van Paulus waarin staat dat alles
wat men doet dit doet ter eere van God.
De heer KODDE is van een geheel andere
opvatting dan de heer Vienings. Het Godde
lijk woord is positief en hierbij kan geen
sprake zijn van een suibjectieve uitlegging als
He heer Vienings doet.
De heer VAN DE PUTTE zeide, dat hy m
het college van Ged. Staten zijn leedwezen
heeft uitgesproken over de uitbreiding van
den dienst op Zondag. Hij zal voor de motie-
Van 't Hoff stemmen.
De motie—Van 't Hoff werd verworpen met
24 tegen 16 stemmen.
Voor stemderi de anti-re vol utionnairen
Staatkundig Gereformeerden en de christ.-
historischen, behalve de heer Van der Beke
Callenfels.
(Bij de overlegging van het verslag van den
toestand der provincie over 1928, zeide de heer
ONDERDIJK, dat alleen wordt gesproken over
den landbouw en niet over de mjverheid, In
dustrie en visscherij.
In onze provincie komt meer en meer de
industrie zich vestigen en hiervan had toch
wel iets in het verslag melding gemaakt mogen
worden. Hij hoopte dat (jed. Staten in de
leemte in dit verslag zulien voorzien.
De heer DIELElMAN zeide dat de landbouw
het hoofdbestaan van onze provincie uitmaakt,
doch met het verzoek van den heer Onderdijk
zal rekening worden gehouden.
De heer VAN WAEiSBERGHE besprak het
verslag van de P.Z.E.'M. en zeide dat de tarie-
ven te hoog zijn, waardoor te weinig stroom
verbruikt wordt. Een Belgische groep heeft
voordeeliger prijzen aangeboden. Hij toonde
nader aan dat de prijzen van de P.Z.E.M. in
.Zeeuwsch-Vlaanderen veel te hoog zijn.
De VOORZITTER steld'e voor de opmerkm-
gen van den heer Van Waesberghe ter kennis
te brengen van het bestuur van de P.Z.E.M.
Het verslag over 1928 werd daarna even
eens voor kennisgeving aangenomen.
Wijziging legesverordening.
Het voorstel om eene wijziging te brengen
in de legesverordening, waardoor de gemeen-
te Vlissingen, die bevoegd is zelfstandig bui-
tenlandsche paspoorten af te geven, 0,50
voor de provincie zal innen, waren in de af-
deelingen geen opmerkingen gemaakt en
werd dit voorstel thans z. h. s. aangenomen.
Wijziging reglement wegen en
voetpaden.
Ged. Staten hadden een verduidelijking
voorgesteld van art. 78 bis door daar een
par. 2 aan toe te voegen, waardoor wordt
aangegeven, dat onder „belasting vgn eenige
as" wordt verstaan de druk, welke door de
aan de as bevestigde wielen gezamenlijk op
het rijvlak wordt uitgeoefend, wanneer het
voertuig in rust is.
Verder om ook aan voertuigen gebezigd
voor het vervoer van onderhoudsmateriaal
van een weg ontheffing te verleenen, van het
verbod om den betrokken weg bij invallend
dooi-weer te berijden.
Ten slotte om in art. 84 niet meer het rrj-
den met twee onbeladen voertuigen te ver-
bieden omdat toch voor bijna de geheele pro
vincie reeds ontheffing daarvan is verleend,
doch om het verhod alleen bij uitzondermg
uit te vaardigen.
Bij de behandeling in de afdeelmgen werd
o.a. door een lid opgemerkt, dat hrj er geen
bezwaar in zou zien, dat de eerste van twee
j aan elkander gekoppelde wagens beladen
mocht zijn. Dat zou vooral voor den kleinen
j landbouwer van belang zijn. Door Ged. Sta
ten werd opgemerkt, dat dit het uihzicht om
de volgende wagens kan beletten, doch dat
Ged. Staten ontheffing kunnen verleenen.
Andere leden brachten hulde voor de voor-
gestelde wijzigingen.
Een lid stelde voor te lezen, dat het verbo-
den is wegen te berijden: a. met een voer-
tuig, waarachter een of meer beladen voer
tuigen gekoppeld zijn; b. met een voertuig,
waarachter een of meer onbeladen voertuigen
gekoppeld zijn; c. met gekoppelde voertui
gen waarvan de onderstellen niet stevig aan
elkander verbonden zijn.
Verder, dat Ged. Staten, na burg, en weth.
en eventueel ook de onderhoudsplichtigen te
hebben gehoord, voor bepaalde wegen het
rijden ook met een onbeladen wagen achter
een andere kunnen verbieden.
In hun antwoord op het algemeen verslag
zeggen Ged. Staten geen bezwaar te hebben
deze redactie over te nemen.
De heer KODDE bracht Ged. Staten dank
voor hun tegemoetkoming door de nieuwe
redactie.
Het voorstel van Ged. Staten werd zonder
stemming aangenomen.
Wijziging verenreglement.
Het voorstel om in het algemeen reglement
op de overzetveren over de Eendracht eenige
wijzigingen aan te brengen, waardoor vol-
doende reservemateriaal aanwezig moet zijn
en waarbij het verboden zal zrjn de vaartui-
gen te doen bedienen door personen, die ter
zake onkundig zijn of zich in staat van
dronkenschap bevinden en personen beneden
den 21jarigen leeftijd als gezagvoerder,
stuurman of machinist en personen beneden
den 16jarigen leeftijd als knecht te doen op-
treden, en ten slotte om het personeel te ver
bieden gebruik te maken van sterken drank
tijdens de uitoefening van den dienst, werd in
de afdeeling algemeen toegejuicht, een lid
achtte het antwoord van Ged. Staten van
Zuid-Holland inzake wijziging van het regle
ment ook voor de veren tusschen die provin
cie en Zeeland, weinig tegemoetkomend en
beval voorts aan, om, wanneer wederom wij
zigingen zouden moeten worden aangebracht,
daartoe alsdan zeer spoedig de noodige stap-
pen te doen, teneinde te bereiken, dat van
de zijde van deze provincie meer leiding zal
kunnen worden gegeven.
De heer DE JONGE brengt hulde aan Ged.
Staten voor de pogingen door hen in het
werk gesteld voor de wijziging van het regle
ment.
Hij achtte de bepaling noodzakelijk dat aan
het personeel verboden is tijdens den dienst
gebruik te maken van sterken drank.
De heer VIENINGS meent dat de bezwa-
ren ondervangen worden door te lezen ken-
nelijken staat van dronkenschap.
De heeren VAN DER BEKE CALLEN
FELS en ADRIAANSE hadden bezwaren
tegen deze opneming.
Het voorstel werd daama aangenomen.
wijs dat de school niet aan een behoefte vol-
doet. Allerminst is de H. H. S. te Middelburg
gelijk gemaakt aan een H. B. S., en de be-
voegdheid, die aan de H. H. S. is gegeven,
heeft geen wijziging gebracht in den finan-
cieelen toestand. Zoolang geen rijksregeling
voor het H. O. is tot stand gebracht, zullen
de scholen te Hulst, Middelburg en Goes den
Provincialen steun niet kunnen ontberen.
De heer VAN DER WART zou in het ver-
volg bij dergelijke aanvragen de begrootingen
gedrukt in de stukken opgenomen willen zien.
Hij noemde het antwoord van Ged. Staten
op het voorloopig verslag zeer onvolledig.
Wij mogen toch wel letten op het aantal
leerlingen en op de belangstelling der buiten-
gemeenten. Op deze wijze wordt de zaak
slecht van begrip. Telkenjare komen wij op
de school te Hulst terug. De school is voor
deze streek niet zoo buitengewoon belangrijk.
Het rijk moet maar voor de gevolgen van
zijn daden zitten en de subsidie voor deze
school weigeren.
Hij besprak ook het subsidie voor de school
te Middelburg. Ged. Staten hebben het pro-
gramma in het debat gebracht en dit noem
de hij verkeerd. Hij zette nog eens den toe
stand uiteen ten opzichte van de H. B. S. en
de handelsscholen. Hij vraagt of de provincie
een particuliere inrichting die dezelfde rech-
ten geeft als de H. B. S. dient te steunen en
beanbwoordt deze vraag beslist ontkennend.
Hij wil nog geen voorstel doen, doch wacht
het antwoord van Ged. Staten af.
De heer ONDERDIJK meent dat wat de
heer Van der Wart bespreekt eigenlijk een
principieele kwestie is. Als het verzoek van
Vlissingen wordt behandeld is er misschien
aanleiding de heele zaak van het handels-
onderwijs te herzien. Er wordt thans met de
leerlingen van de handelsscholen geleurd.
Vele jongens waren beter op een vakschool
teneinde later bekwaam te zijn voor een be-
paald vak.
Hij achtte het dringend noodig dat een on
derzoek wordt ingesteld wat er van de leer
lingen van de handelsscholen terecht komt.
De heer VAN DER WART wilde de behan
deling van het voorstel aanhouden en dan te
onderzoeken welken steun wij aan de handels
scholen zullen verleenen.
De heer JOZIASSE achtte overlegging
van de besprekingen bij de stukken noodig,
teneinde behoorlijk op de hoogte te komen.
Hij wees er op dat in de afdeelingen is
gezegd, dat Hulst slechts 10 leeraren heeft,
terwijl dit werkelijk 11 is.
Hiema werd de vergadering gesohorst tot
kwart over twee.
MIDDAGVERGADERING.
RriHt
verz
Reglement „de Damespolder".
Het voorstel om de jaarlijksche bezoldiging
van den secretaris en den penningmeester
van den „Damespolder" te verhoogen vein
25 op f 37,50 ondervond in de afdeelingen
geen bestrijding en werd ook nu z. h. s. aan
genomen.
Aanwijzing boekhoudkundige.
Het voorstel om den heer B. K. Kraarje-
veld, accountant te Middelburg te benoemen
tot boekhoudkundige, gaf in alle afdeelingen
aanleiding tot de vraag of alleen de eind-
cijfers zullen worden vermeld, dan wel of een
begrooting en rekening zullen worden over-
gelegd, waarop van de zijde van Ged. Staten
in alle afdeelingen werd medegedeeld, dat het
laatste het geval zal zijn.
Het voorstel werd aangenomen.
Bijdragen Handelsonderwijs.
Aan de orde kwam nu het voorstel om in
1930 de volgende bijdrage te verleenen: aan
de Ver. voor Handelsonderwijs te Middelburg
10 der netto uitgaven tot een maximum
van f 8150 voor de dagscholen en f 2400 voor
de avondschool, aan de Ver. voor H. O. te
Goes 5 tot een maximum van f 1150 en
voor avondschool en aan de Kath. Middelb.
Schoolvereeniging te Hulst 15 tot een
maximum van f 5730 voor de dagschool.
Bij de behandeling in de afdeelingen werd
o.a. gevraagd of het groot aantal leeraren,
n.i. 11, de school te Hulst zoo duur maakt,
en er opgewezen, dat de meeste gemeenten
te weinig bijdragen; van de /7000 betalen
Hulst en Hontenisse samen 6750, terwijl een
ander lid opmerkte, dat ook Axel f 75 per
leerling betaalt of totaal f 225. Een lid
vraagt of de gemeenten niet kunnen worden
gedwongen bij te dragen, doch een ander lid
acht het gelukkig, dat dit niet kan.
In een andere afdeeling meent een lid, dat
de school te Hulst bevoorrecht wordt boven
de andere scholen, terwijl een tweede lid
meent, dat nu de hoogere handelsschool te
Middelburg een H. B. S.-afdeeling A is ge-
worden, de Staten dus Hoogere Burgerscholen
gaan subsidieeren, waartegen hij waarschuwt,
omdat in verband met de vraag naar confes-
sioneel middelbaar onderwijs dan het einde
niet is te zien. Dit lid wijst er ook op, dat
gevraagd moet worden of de school te Hulst
in een behoefte voorziet en wijst er op dat
slechts 5 leerlingen eind-examen deden. Wel
zijn nu 21 voor de eerste klasse aangegeven
maar de directeur merkt op, dat vele leer
lingen blijkens de ervaring het onderwijs met
kunnen volgen.
Dit lid heeft bezwaar deze school te sub
sidieeren en dat nog wel met een hooger be-
drag dan andere scholen. Ten slotte vraagt
hij of de leeraren ook onbevoegden of reli-
gieuzen zijn en zoo ja of deze gesalarieerd
worden volgens de voorschriften van het rijk.
Verschillende leden meenen, dat de leeraren
niet gaarne in Zeeuwsch-Vlaanderen wonen,
terwijl een lid vraagt of men op den duur van
het goede niet te veel kan krijgen, en het
aantal leerlingen zoo groot wordt, dat met
alien een plaats in de maatschappij kunnen
bekomen. Een lid vraagt of het geen tijd is,
dat de Provincie zich terugtrekt en eens af-
wacht wat het rijk zal doen.
Van de zijde van Ged. Staten werd toege-
geven, dat er met de school te Hulst iets is,
doch toegezegd is dat er een wijziging zal
worden gebracht. De school is echter ge-
wenscht, omdat er behoefte is aan goede
krachten en de leerlingen anders naar Bel-
gie moeten.
In het antwoord op het algemeen verslag
zeggen Ged. Staten, dat het aantal leerkrach-
ten te Hulst 10 is, wat niet te veel is en de
exploitatie niet duurder maakt, omdat zij per
lesuur worden betaald. Er zijn vier niet vol-
ledig bevoegden. Minder leerlingen en veel
verloop in de lagere klassen zijn nog geen be-
Wacht
De behandeling werd voortgezet van het
voorstel betreffende bijdragen aan het handels
onderwijs.
De heer DIELEMAN zeide dat het eenige
wat wij voor den handel doen is het handels
onderwijs subsidieeren en dit wordt bestreden.
Dat is vreemd, waar de heer Onderdijk heeft
gezegd dat in het provinciaal verslag geen
aandacht aan den handel wordt geschonken.
Hij verdedigde de subsidie voor het handels
onderwijs. Hetgeen door de vereenigingen is
gevraagd wordt telkenjare verleend. Het zou
beter zijn een subsidie te geven tot wederop-
zegging, dan elk jaar opnieuiw een besluit te
nemen. Dat dit geschiedt is een gevolg van
de toezegging van het rijk dat het handelson
derwijs nader door het rijk zal worden gere-
geld. Daarom dient door de provincie de po-
sitie van deze scholen practisch te worden ge-
regeld. Als de subsidie wordt teruggenomen
beteekent dit de dood voor vele van deze scho
len. Wij hebben thans bloeiend handelsonder
wijs, mede door de hulp der provincie. Het zou
onrechtvaardig zijn deze subsidies te vermin-
deren, dat zou zeer nadeelige gevolgen hebben
voor de betrokken leerlingen.
De school te Hulst is voor de betrokken om-
geving zeer mooi. Het aantal leerlingen is
voldoend'e en het aantal feeraren is 8 en eenige
priesters die confessioneel onderwijs geven.
Dus het aantal leeraren is niet te groot. Van
de 8 gewone leeraren zijn er 4 volledig be
voegd van de andere 4 hebben er 3 de middel-
bare akte A, dus 1 slechts geen bevoegdheid.
Aan de H. B. S. te Middelburg wordt zelfs
door onbevoegden les gegeven, niet aan de
hoogere handelsschool aldaar. Daar zijn alle
leeraren bevoegd.
De salarissen van de onbevoegden zijn door
de regeering geregeld en hierop kan dus geen
aanmerking gemaakt worden.
iDe resultaten van het onderwijs te Hulst
zijn zeer bevredigend'.
Er is gewezen op de dure exploitatie te
Hulst. De strenge winter is daarvan oorzaak,
door het aanbrengen van dubbele ramen.
Van het verminderen van de subsidie aan
de school te Hulst is geen reden evenmin voor
Goes.
Wat Middelburg betreft, daar bloeit het han
delsonderwijs en het heeft uitnemende resul
taten opgeieverd. In de oppositie tegen de
handelsschool ziet hij de H.B.S. en dit is jam
mer, want deze scholen kunnen naast elkan
der staan. Er is onderscheid tusschen de han
delsschool en de HjB.S. De handelsschool is
door de naamsverandering niets veranderd. Zi.i
is gebleven wat zij was en hierop wilde spreker
de aandacht vestigen.
De hoogere handelsschool is een vakschool.
De school te Middelburg is een van de goed-
koopste in ons vaderland.
Spreker zeide dat de hoogere handelsschool
dient te blijven bestaan. Dit is beslist nood
zakelijk. De handelsscholen en de H. B. S.
kunnen naast elkaar blijven bestaan, ieder op
haar eigen terrein. De hoogere handelsschool
te Middelburg is een sieraad voor de provin
cie en deze school dient dus te worden be-
houden.
Hij geeft toe wat de heer Onderdijk heeft
gezegt, dat voor vele jongelieden opleiding
op een vakschool de voorkeur verdient, doch
dit neemt niet weg, dat van de handelsschool
vele leerlingen eervolle posities hebben ver-
kregen. Door deze scholen wordt de handel
bevordert en daarom dienen deze scholen te
worden gesteund op dezelfde wijze als thans
g6Deh heer VAN DER WART wil gaarne het
handelsonderwijs steunen. Hij heeft er op ge
wezen, dat de school te Hulst niet voldoende
gesteund wordt. Het groote nut van deze
school is voor hem niet bewezen.
Hij zal geen voorstellen doen. Tegen de
subsidie van de school te Hulst verklaart hij
zich, iiiet tegen de subsidie voor de school te
Middelburg.
De heer ONDERDIJK heeft geen bezwaar
tegen subsidie van het handelsonderwijs. Hij
vroeg de resultaten van het onderwijs gedu
rende een zeker aantal jaren, welke positie
de leerlingen hebben veroverd. Wanneer er
steun voor het handelsonderwijs wordt ge
vraagd, dient men in de toekomst te onder
zoeken welke resultaten het onderwijs geeft.
Hij zal thans voor de voorgestelde subsidies
stemmen, doch dit wil niet zeggen dat hij
steeds zal stemmen voor verdere subsidie
voor het handelsonderwijs.
De heer DIELEMAN zeide dat Ged. Staten
een nader onderzoek zullen instellen naar de
gevolgen van het Kon. besluit betreffende de
wijziging van het onderwijs aan de H. B. S.
betreffende gelijkstelling met het handels
onderwijs.
Wat Vlissingen heeft gevraagd dient op
dezelfde wijze gesteund te worden als thans
voor Hulst en Goes geschiedt.
Het voorstel van Ged. Staten betreffende
de subsidies voor de scholen te Middelburg
en Goes werd zonder stemming aangenomen
en dat voor de school te Hulst werd aange
nomen met 31 tegen 10 stemmen.
Bijdragen blindenonderwys.
Tegen het voorstel om Ged. Staten te
machtigen om voor elken behoeftigen blinde
uit Zeeland, die in eenig behoorlijk ipgericht
gesticht voor blinden verpleegd wordt, eene
bijdrage, berekend tegen 50 per jaar, uit de
Prov. kas toe te kennen, hadden in twee af
deelingen een der leden principieele bezwaren.
Zij zijn van meening, dat het meer op den weg
van instellingen van liefdadigheid ligt, dat
onderwijs te steunen.
Een ander lid wenscht achter het woord
.verpleegd" in te voegen ,,en onderwezen
wordt", waarmede meerdere leden zich ver
eenigen. Een lid van Ged. Staten verklaarde,
dat naast de particuliere bijdragen een sub
sidie van de Provincie op zijn plaats is, daar
dit onderwijs niet geheel en al tot het terrein
van armenzorg behoort.
In hun antwoord op het algemeen verslag,
hebben Ged. St. in het algemeen geen bezwaar
tegen de gewenschte aanvulling, doch mee
nen zij er op te moeten wrjzen, dat invoeging
der woorden ,,en onderwezen worden" by het
verleenen van het subsidie een beperking op-
legt, waardoor het onmogelijk wordt gemaakt
de bijdrage te verleenen voor blinden, die den
leerplichtigen leeftijd hebben overschreden of
die, om individueele redenen, voor het ont-
vangen van onderwijs niet in aanmerking
komen. Hierdoor zou, naar hnnne meening
aan de aanvankelijke bedoeling van het Sta-
tenbesluit te kort worden gedaan.
Aangenomen.
Electriciteitsvoorziening Noord- en
Middengroep.
Thans kwam aan de orde het voorstel om
aan de N.V. P.Z.E.M. ten behoeve van de
Noordgroep een nader crediet te verleenen
van 35.000 en ten behoeve van de midden'
groep een van f 55.000, teneinde de N.V. in
de gelegenheid te stellen 25 bij te dragen
in het verschil in kosten tusschen het maken
van boven- en ondergrondsche netten door
gemeenten, o.a. om zich te onthouden van
hetgeen het natuurschoon kan bederven.
In de afdeelingen is over dit voorstel druk
gediscusseerd. Een lid van een der afdeelin
gen zou 50 voor rekening der P.Z.E.M. wil
len nemen, terwijl een ander lid dier afdee
ling vraagt of hetzelfde ook geldt voor de
Zuidgroep.
Van de zijde van Ged. Staten werden de
voordeelen van een ondergrondsch net erkend
en toegegeven, dat het op den weg van him
college ligt al moge ook de Raad van Be
stuur in deze opvatting blijkbaar niet deelen
het natuurschoon zooveel mogelijk te be-
vorderen, maar verhooging der restitutie tot
50 zal het dubbele bedrag van het thans
gevraagde noodig maken. Het plaatsen der
palen op een voetstuk van beton zal de on-
derhoudskosten belangrijk minder maken. Het
beoogd stelsel zou ook voor de Zuidgroep
kunnen worden toegepast. In een andere af
deeling acht men de 75 door de gemeenten
te betalen, het natuurschoon wed wat duur
gekocht en hij vraagt of Goes een onder
grondsch net zal krijgen, dat geheel en al ten
laste van de N.V. P.Z.E.M." komt. Ook hier
vraagt een lid naar de Zuidgroep en maa,kt
weer een ander de opmerking, dat de provin
cie, voorafgegaan door de regeering, aan het
behoud van natuurschoon zooveel mogelijk
moet mede werken, terwijl hij het afkeurt, dat
de heer Slooves reeds tarieven noemt van
35 tot 40 ct., terwijl de leden van Prov. Sta
ten hieromtrent niets weten. Een lid van
Ged. Staten kan mededeelen, dat door som-
mige gemeenten geen bezwaar is gemaakt
tegen de betaling van 75 van het meerdere
bedrag. De kosten van aanleg van een on
dergrondsch net zijn aanmerkelijk hooger,
doch de onderhoudskosten zijn minder. Te
Goes neemt de N.V. het ondergrondsch net
geheel voor hare rekening, omdat de gemeen-
te over een korteren afstand meer aanslui-
tingen zal krijgen dan de plattelandsge-
meenten.
De tarieven voor Goes zijn in verband
daarmede ook lager gesteld, en men was
bovendien met Goes daaromtrent reeds nader
overeengekomen. In de Zuidgroep^ is men
bezig de bovengrondsche netten over te nemen
en kan later overwogen worden deze ook door
ondergrondsche te vervangen.
Er bestaat geen bezwaar de tarieven be
kend te maken aan de Staten voor zij in het
publiek worden medegedeeld. De heer Sloo
ves had slechts de bedoeling propaganda voor
aansluiting.
Een lid heeft daartegen geen bezwaar als
eerst de Statenleden de tarieven kennen. Een
ander lid wil weten hoe Ged. Staten aan de
75 komen en kan zich inzake de tarieven
voor Goes moeilijk met de toelichting vereeni
gen. Per K.M. zullen alom evenveel aanslui-
tingen tot stand kunnen komen, als het gaat
om de kommen der gemeenten. Ook komt
men op tegen reductie aan groot-verbruikers,
waartegenover van de zijde van Ged. Staten
wordt gewezen op het doel der reductie, n—
een grLter gebruik over daggeri gedurend
den ^mrchtfwat ten zeerste in het voordeel
van het bedrijf is. Nog worden inlichtmgen
verstrekt omtrent gratis lichtpunten huur-
koon en electriciteitsprijzen vergeleken by
gasprijzen. In de derde afdeeling achte een
lid ondergrondsche netten ook minder ge-
vaarlijk en berekent hij bovendien, dat een
ondergrondsch net niet alleen duurzamer is,
doch ook uit een financieel oogpunt de voor
keur geniet, of dat, wat dit laatste aam
„aat beide soorten van netten althans
daarin aan elkaar gelijk zijn. De verhouding
in de meerdere kosten acht spreker dan ook
niet iuist, vooral de kleinere gemeenten zul
len te zwaar worden belast. Dit lid zou de
P.Z.E.M. en de gemeenten ieder de helft wil
len doen betalen «n een ander lid meent, dat
de gemeenten door 75 eerder zullen wor
den afgestooten dan aangetrokken. Van de
zijde van Ged. Staten wordt er op gewezen
dat de wensch naar een ondergrondsch net
van de gemeenten moet uitgaan. Men moet
waken tegen te groote kosten Jp^rlid rnerkt
E M. en dus voor de provincie. Een lid merkt
op dat de provincie Zeeland hier feitelyk aan
het werk is en deze moet toch het oog houden
op de tegen een bovengrondschen aanleg aan-
gevoerde bezwaren. Al zou de provincie de
helft der meerdere kosten voor haar rekening
nemen, dan zou dit voor haar nog gunstig te
noemen zijn. Ben ander lid meent, dat de
directeuren elk een andere meening hebben.
Eenerzijds worden beide netten geacht geheel
gelijk te staan, anderzijds wordt aan een on
dergrondsch net de voorkeur gegeven, niet-
tegenstaande ook dan de meerdere kosten nog
op 57 worden geraamd. De P.Z.E.M. wil
nu wel in de meerdere kosten deelen, maar
alles op zich nemen kan zij toch niet, de ge
meenten moeten er ook wat voor over hebben.
Vroeger moesten zij het geheele verschil be
talen en nu maar 75 er van. Vooral Wal-
cheren zou door een bovengrondsch net in
hooge mate ontsierd worden. Spreker zou
geen bezwaar hebben tegen een hooger cre
diet. Dit lid meent, dat een directeur de
meerdere kosten op 57, de andere op 75
schat en de Raad van Bestuur het midden
tusschen beide opvattingen koos. Een lid
vindt het jammer, dat de gemeenten weer
geld voor den aanleg zullen moeten geven,
wat de voorziening eerder vertragen dan be-
spoedigen zal.
Ged. Staten hebben uitvoerig op dit alge
meen verslag geantwoord, waarvan zij met
gemengde gevoelens hebben kennis genomen.
Zij zijn dankbaar voor de royale wijze waar
op men de P.Z.E.M. aan ondergrondsche
laagspanningsnetten wil helpen, anderzijds
vragen zij zich met eenige ongerustheid af,
hoe de P.Z.E.M. de hoogere lasten zal moeten
dragen. Zy meenen, dat men met het denk-
beeld om de P.Z.EM, nog meer te laten dra
gen ,dan zij zelve voorstelt een bedenkelijke
richting uitgaat. Ged. Staten willen gaarne
behoud van natuurschoon bevorderen, en ook
de Raad van Bestuur wil dat, maar die heeft
in de eerste plaats ook te letten op de finan-
cieele belangen van het aan zijne zorgen toe-
vertrouwde bedrijf. Wil men de gemeenten
slechts 50 laten betalen, dan moet men een
crediet geven van f 180.000 in plaats van
90.000 en is de kans veel grooter, dat het
maximum wordt bereikt. Ged. Staten ont-
kennen, dat de P.Z.E.M. met 75 naar zich
heeft toegerekend en wraken de berekening
van een der leden, o.a. reeds omdat men nog
niet over een ervaring van 70 jaar met on
dergrondsche netten beschikt en de beide
directeuren, hoewel niet eenstemmig, toch ge
heel van de in het verslag genoemde afwij-
kende crjfers geven. Bovendien spelen ook de
onderhoudskosten een rol. Bij informatie
bij het bedrijf werd gemeld, dat het verschil
in aanlegkosten varieert met aard en gesteld-
heid der gemeentekom. Aangenomen mag
worden, dat het verschil in kosten tusschen
50 en 100 bedraagt, dat dus een laagspan-
ningsnet 1% tot 2 maal zoo duur is als een
bovengrondsch net. Omtrent de levensduur is
nog weinig bekend, doch een kabelnet, dat
versleten is moet geheel vervangen worden
en een bovengrondsch raakt feitelijk niet ver
sleten, omdat het voortdurend in goeden staat
van onderhoud moet worden gehouden. De
Rijksconcessies kennen voor beide eenzelfden
levensduur.
Zeker komen er wel ongelukken voor met
bovengrondsche leidingen, doch ook kabels
zijn niet absoluut ongevaarlijk en dit gevaar
wordt grooter naarmate er meer of minder
in de wegen gegraven wordt. De bedrijfs-
zekerheid van een kabelnet is grooter, als het
althans goed wordt aangelegd, maar de ex
ploitatie en het onderhoud eisehen de aan-
wezigheid van meer gesohoold technisch per
soneel. Ged. Staten achten het niet verant-
woord, dat de P.Z.E.M. meer dan 25 der
meerkosten voor haar rekening neemt. De
regeling zal ook gelden voor de Zuidgroep,
maar verandering is zeer kostbaar, daar dan
tevens de installaties in de perceelen veran-
derd moeten worden. Op Walcheren zal het
hoogspanningsnet in hoofdzaak ondergrondsch
worden gemaakt. De nieuwe tarieven zijn
reeds op 1 Juli ingevoerd en de directie moet
alle inlichtingen kunnen geven, waarover zij
beschikt. In het vervolg zullen alle beslui-
ten in zaken, waarin de Algemeene Raad van
Advies is geraadpleegd aan Ged. Staten wor
den kenbaar gemaakt en deze zullen ze dan
ter kennis van de Prov. Staten brengen.
De heer WELLElMAN zeide dat wat wij
voor de gemeenten willen bereiken van de pro
vincie afgaat.
Wat het voorstel betreft, zoo zal op den
duur een kabelnet niet duurder zijn dan een
bovengrondsch net.
Hij is bereid mede te werken aan een onder
grondsch net, als de gemeenten bereid zijn de
helft der meerdere kosten voor hare rekening
te nemen.
De heer VAN 't HOFF zeide dat eene juiste
berekening overgelegd moet worden. Wij moe
ten de gemeenten overtuigen, dat het alleen
gaat om het recht en de billijkheid. Het is
hem nog niet duidelijk, waarom de gemeenten
75 moeten betalen. Men moet tegenover
alle gemeenten billijk handelen en dat ge
schiedt thans niet. Hij zou gaarne nog nader
inlichtingen ontvangen, om te weten, waaraan
hij zijn stem moet geven.
De heer DIELEMAN meent dat de argu-
mentatie van Ged. Staten op het algemeen
verslag, toch afdoend mag worden genoemd. By
een ondergrondsch net heeft men met ver
schillende factoren rekening te houden. Het
voorstel van Ged. Sftaten is zeer zeker een
billijk voorstel te noemen.
De heer WELLEMAN zeide dat op den duur
een ondergrondsch net niet duurder is dan een
bovengrondsch. Hij kan dit met deskundige
verklaringep staven. Een kabelnet verdient
dus de voorkeur. De meerdere kosten voor
de gemeenten dienen gehalveerd te worden.
Den heer VAN 't HOFF was door het ant
woord van Ged. Staten niet bevredigd. uok
voor een bovengrondsch net moet ee
gevormd worden, want dit eis
Z6De heeT WELLEMAN diende een amende-
ment in om de gemeenten en de P.Z.E.M. ieder
de helft te laten betalen van de meerdere kos
ten voor de aanleg.
De heer DIELEMAN zeide dat het amende-
ment buitengewoon bezwarend is voor het
P.Z.E.M.-bedrijf.
Het amendement-Welleman werd verworpen
met 31 tegen 10 stemmen, waarna het voorstel
van Ged. Staten zonder stemming werd aan-
genomen.
(Wordt vervolgd.)
EuweDavidson.
De door Davidson tot nu toe niet erkende
meerderheid van Euwe boven hem blijkt op-
nieuw uit de volgende party. Deze werd on-
langs gespeeld in den wedstrijd om het kam-
pioenschap van Nederland Zooals in de
meeste partijen tegen erkend zwakkere spe
lers volgt Euwe hier de tactiek, een opening
te kiezen, die op onbekend terrein leidt, en ze
dienovereenkomstig te behandelen. Het daar-
uit voor Euwe voortspruitende relatieve na-
deel weet hij spoedig, zoodra zich de minste
gelegenheid daartoe biedt, door enkele knappe
zetten te boven te komen en, dank zij