PUROL
PRKDIKBBUBTEH."
Feuilleton-vertellingcn.
tiKMl&lQDlfc BfcKliaiTfc*.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN.
BRABANTSCHE BRIEVEN.
Het Doorzitten bij Wielrijden
en een door de Zon Verbrande
Huid, verzacht en geneest men met
'oos 30-60 en 90 ct. Tube 80 ct. Bij Apoth. en Droaisten
Wrj bieden bij Uw intree,
U onze hulde aan,
A1 is ons lied eenvoudig,
U ziilt ons wel verstaan.
Het klinke dan vol vreugde,
*t Weergalme ver in 't rond,
Vertolkend ons gevoelen,
In dezen blijden stond.
Wij zingen het luid en een ieder wenscht
['t mee:
Lang leev' de Burgemeester, t
Tot heil van Hoek, hoezee!
Door mej. A. de Zeeuw werden namens de
zangvereeniging aan mevr. Van Tienhoven
bloemen aangeboden.
Na deze huldiging zette de stoet zich weer
in beweging, naar het dorp.
Kanonschoten en klokgelui waarschuwden,
dat de stoet het dorp bereikt had.
.Aan den ingang, op den Molendijk, werd
bait gehouden bij de eerste eerepoort. Daar
werd een woord van welkom gesproken door
den heer J. van AJten, terwijl mej. S. Scheele
aan mevr. Van Tienhoven bloemen overhan-
digde.
Van hier ging het weer voorwaarts, tot aan
het gemeentehuis, waar uit de saamgepakte
menigte een luid hoera opging, toen de bur
gemeester daar aankwam.
Alvorens het raadhuis betreden werd, was
een nieuwe bloemenhulde te ontvangen, nl.
namens het gemeentebestuur, welke werd
overhandigd door mej. Adriana van 't Hoff,
de dochter van den wethouder.
Hiema ving aan de
Vergadering van den Gemeenteraad.
Met den voorzitter waren tegenwoordig
alle raadsleden.
Voorts waren in de zaal aanwezig het be-
stuur der feestcommissie en de eere-leden,
•terwijl de publieke tribune bezet was door
belangstellende ingezetenen.
Nadat op verzoek van den voorzitter door
den secretaris lezing is gegeven van de mis
sive van Ged. Staten, waaruit blijkt, dat tot
burgemeester der gemeente is benoemd de
heer Mr. J. A. van Tienhoven, en de mede-
deeling van den Commissaris der Koningin,
dat de benoemde door hem is beeedigd en
aan den burgemeester een verlof was ver-
leend tot 11 Juli, welke stukken voor kennis-
geving worden aangenomen, noodigt de voor
zitter de heeren De Feijter en Jansen, met
den secretaris, uit den heer Mr. Van Tien
hoven en mevrouw de raadzaal binhen te
leiden.
Nadat de heer en mevr. Van Tienhoven de
voor hen bestelde zetels hebben ingenomen
spreekt de voorzitter als volgt:
Mijnheer Mr. J. A. van Tienhoven!
Art. 1 der Gemeentewet luidt: Het bestuur
van elke gemeente bestaat uit leden van den
Raad, Burgemeester en Wethouders.
Krachtens het Koninklijk Besluit van 18
Juni j.l., dat zooeven aan den Gemeenteraad
is voorgelezen, zijt gij in de bestaande vaca-
ture benoemd tot onzen Burgemeester. In
handen van den Commissaris der Koningin
hebt gij de vereisohte eeden afgelegd.
Thans kan alzoo worden overgegaan tot
de installatie.
Als oudste Wethouder ben ik met den
plicbt belast, U omhangende met de Burge-
meestersketen, symbolisch voorstellende om-
kleed te wezen met de opperste macht in de
gemeente.
Dezen plicht volbracht hebbende wil ik nog
een enkel woord daamevens voegen eer ik het
woord verleen aan het oudste raadslid in
jaren, de heer De Feijter, om namens den
raad de begroetingsrede uit te spreken.
Mijnheer de Burgemeester!
Met den Raad en de Wethouders zult gij
deel gaan nemen aan het bestuur dezer ge
meente, een dorp welks bewoners zich voelen
gedrongen en gedreven tot ruime en rijke ont-
plooilng, die helaas te lang door de naweeen
der bekende wereldtragedie werd belemmerd
en omsloten.
Onze bevolking in dit vol tinteling levende
dorp woonachtig, is van eigen soort. Haar
zelfbewustzijn en gevoel van eigenwaarde is
30ms wat lastig. Maar daarverre bovenuit
als een rots in de branding is hare aanhanke-
lijkheid en trouw, wanneer ze U eenmaal hun
vertrouwen geschonken hebben. En nijvere
werkers zijn het al te zaam. Het overgroote
deel der iniwoners bestaat uit burgers en
kleine luiden, of hoe men ze ook wil noemen.
Verder zijn onze praticische geslachten in
aanzien, doch betrekkeljjk gering in aantal.
Allen te zaam zijn wij echter ddn door den
heerlijken drang naar arbeid. Hier vindt gij
maar gewone dorpsbewoners voor een groot
deel sterk en hokvasthechtende aan hun
-grond: niets anders wenschende, dan door
werklust en werkkracht te kunnen slagen in
de vreedzame voldoening, om voor zich en de
hunnen, een welverdiende bete broods te ver-
werven onder behoorlijke levensconditien.
Aangezien zulk een dorp op allerhande
gebied, bijzondere nooden en behoeften heeft,
die door haar bestuur, dag aan dag, met
grooten innerlijken emst en met de uiterste
inspanning moet worden behartigd, kunt grj
U voorstellen.
Ook gij, mijnheer de Burgemeester, zult U
dien taak wel voor den geest hebben gesteld.
Voor velen cnzer zijt gij nog 'n onbekonde.
Maar gij zijt een man van rijpe levens-
ervaring, en naar we hooren mochten een
man van bekiwaamheid. Hoek wordt door den
Gemeenteraad zeer geliefd; moge U het
hooge belang van deze gemeente in Uwe
ambtsvervulling, voortdurend tot richtsnoer
strekken. En moogt gij in het diepe besef
van dat alleen te willen zoeken, Uwen werk-
kring aanvaarden, dan zult gij, gelijk ik zelf,
tijdens de bestaande vacature, toen ik ge-
roepen werd die plaats tijdelijk te vervullen,
U kunnen verheugen, zoo het kan nog in
meerdere mate, in de medewerking van al
degenen, die het welzijn van ons dorp ter
faarte gaat.
Mijnheer de Burgemeester, ik noodig U
thans uit den Voorzitterszetel te willen in-
nemen, en ook den voorzittershamer te aan
vaarden.
Door den Burgemeester werd hierop ge-
antwoord in ongeveer de volgende bewoor-
dingen
Mijne Heeren!
Om te beginnen wensch ik mijn dank uit te
spreken aan Hare Majesteit de Koningin,
voor mijne benoeming, aan den Minister en
aan den Commissaris in Zeeland voor him
advies daartoe en voorts aan alle anderen,
die mijne benoeming op eenigerlei wijze heb
ben bevorderd.
Groot was mijne bigdacjiap, toen ik het be-
rioht van mijne benoeming ontving en het mij
gegeven werd mijn lev en te mogen wij den
aan het welzijn Uwer gemeente.
Toch was die vreugde niet onvermengd.
Een bekend gezegde is ,,Le roi est mort.
Vive le roi." De koning is dood. Leve de
nieinve koning. Wellicht is dat voor een
koning juist, die verder van zijne onderdanen
afstaat dan een burgemeester van zijne bur-
gerij. En als dan een burgemeester sterft,
weet zijn opvolger, dat het niet louter jubel-
tonen zijn, die zijn komst begroeten. Onwille-
keurig immers denkt men dan aan den voor-
ganger, die is heengegaan. Die gedachte
moet den opvolger drukken en met schroom
aanvaardt hij zijn taak.
Temeer is dat het geval, wanneer die voor-
ganger geweest is 'n man als de heer A. Wol-
fert, die zich een eereplaats had veroverd in
de harten van zijn medeburgers en van wien
men nog veel had kunnen verwachten, had de
dood hem niet zoo sohielijk uit zijn werkzaam
leven weggerukt.
Noch door afstamming, noch door familie-
relaties ben ik een Hoekenaar, Toch hoop
ik, dat gij mij te eeniger tijd als zoodanig zult
aanvaarden. Ik zal mijn best doen een goed
burgemeester en een goed ingezetene te zijn
met het voorbeeld van mijn voorganger voor
oogen. Wie hulp noodig heeft, laat hem tot
mij komen en helpen zal ik zooveel ik kan,
zonder omzien naar voor of naar achter, naar
rechts of naar links. Echter zal ik weinig
vermogen, als ik niet zou kunnen rekenen op
den steun van U heeren Wethouders en
Raadsleden en U, mijnheer de Secretaris.
Daarom betuig ik U mijn oprechten dank
voor de welwillende woorden tot mij gericht.
Voor Uwe welwillende ontvangst ben ik U
zeer erkentelijk. Ik beschouiw dat alles als
een voorteeken voor de goede verhouding, die
tusschen ons bestaan zal, zonder welke de ge
meente zou schade lijden.
Laten we eendrachtig samen werken, en
ook bij verschil van meening, steeds voor
oogen houden de belangen der g«meente, die,
gij met mij bezworen hebt met al Uw ver
mogen voor te staan en te bevorderen.
En hiermede aanvaard ik mijn taak.
Toch wil ik niet eindigen aleer ik mijne
vrouw aan U heb voorgesteld. Immers op
sociaal gebied en in het vereenigingsleven is
ook voor eene Burgemeestersvrouw een taak
weggelegd. Ik geef U de verzekering, dat
zij een goede Burgemeestersvrouw zal trach-
ten te zijn.
Hiema verkreeg het woord de heer J. de
Feijter, welke sprak als volgt:
Mijnheer de Burgemeester!
Als oudste raadslid valt mij de eer te beurt,
U bij deze gelegenheid namens den Raad
enkele woorden toe te spreken, waaraan ik
gaame zal voldoen.
Ik wil U dan in de eerste plaats namens
den Raad feliciteeren met Uwe benoeming
tot hoofd van deze gemeente en U een wel
kom op deze plaats toeroepen.
Ik hoop, dat de gemeente in U zal treffen
een burgervader in den zin van het woord en
een voorzitter van dezen gemeenteraad, wiens
leiding het college tot eer zal strekken.
Wij hopen, dat onder Uw bestuur de ge
meente in bloei zal toenemen, waarbij U op
den steun van de raadsleden zult kunnen
rekenen.
Ook U, mevrouw Van Tienhoven,. wees
welkom in ons midden, wjj twijfelen niet of
ook U zult zich weldra £6n voelen met de
inwoners dezer gemeente, en vertrouwen, dat
U door Uw echtelijken steun, Uwen echtge-
noot het verblijf in onze gemeente aangenaam
en vruchtdragend zult doen zijn.
Dan kan het niet anders of de gemeente
zal U mijnheer de Burgemeester waardeeren
als hoogste magistraat in deze plaats.
Ik heb gezegd!
Ten slotte verkreeg het woord de ge-
meente-secretaris, de heer J. Dregmans, die
zich als volgt uitte:
Hooggeachte Heer Burgemeester!
Mij is het genoegen te beurt gevallen om
U reeds vodr uwe benoeming eenige malen te
mogen ontmoeten. Daar deze kennismaking
voor mij zeer aangename herinneringen ach-
terliet, verheugde het mij ten zeerste, dat het
Hare Majesteit de Koningin heeft mogen
behagen U als burgemeester dezer gemeente
te benoemen.
In het gemeentelijk bestel zijn de burge
meester en de secretaris het meest op elkaar
aangewezen. Zoowel in de grootste als in de
kleinste gemeente zijn er geen twee personen
die in zoo nauw contact met elkaar staan,
tusschen wie de wisselwerking zoo groot is,
als de burgemeester en de secretaris.
Het is mij daarom een behoefte des harten
hier den wensch uit te spreken, dat de zoo
gewenschte harmonie en het onmisbare ver
trouwen steeds aanwezig moge zijn, en dat
God U wijsheid gave om aan het hoofd dezer
gemeente te staan, als een goed magistraat,
waarbij ik als secretaris met mijn ambtenaar
steeds mijn voile medewerking zal verleenen.
Aangezien hiema niemand het woord ver-
langde, sloot de burgemeester, de heer Mr.
J. A. van Tienhoven, deze eerste onder zrjn
leiding gehouden raadszitting.
Na de raadszitting werd eene receptie ge
houden, waarbij eenige gemeentelijke-, kerke-
lijke- en schoolautoriteiten, van de gelegen
heid gebruik maakten zich aan den burge
meester en zijne echtgenoote te laten voor
stellen.
Vervolgens werd weer plaats genomen in
de rijtuigen am den tocht door het dorp te
vervolgen. De weg werd genomen langs de
Keizersstraat, waar, namens de buurt, het
woord werd gevoerd door den heer D. Meeu-
sen, terwijl zijn dochtertje mej. N. Meeusen
bloemen aanbood. Hierop volgde de Willems-
straat, waar de heer J. Buijze de gevoelens
der buurtschap vertolkte, terwijl mej. J. Ver-
gauwen dat met bloemen deed. In de nu vol
gende Tramstraat werd noch door het woord,
noch door bloemen hulde gebracht, maar
deed dit door de smaakvolle versiering met
mooi palmgroen der eerepoorten en masten.
Nu kwam men weer terug op den Molen
dijk, om kaers te nemen naar Oud-Vlissingen,
eveneens keurig en fleurig versierd, waar
aan den heer J. Meertens de taak was opge-
dragen een woord van welkom uit te spreken
en mej. W. Hamelink de bloemenhulde over-
•handigde. Vervolgens passeerde men den
Noorddijk, de Noordstraat tot de Kerkstraat,
waar halt werd gehouden om de hulde te
aanhooren uitgesproken door den heer P. de
Fouw, terwijl mej. T. Tollenaar de bloemen
overhandigde. Daarop kwam aan de beurt
de Heerenstraat en vervolgens de Driedijk,
waar de heer P. Meertens Jacz. namens de
buurt het woord voerde en mej. A. van Es
aan de burgemeestersche bloemen overhan
digde, welke laatste steeds meer en meer ver-
rukt was over den bloemenschat, die het
rijtuig begon te vullen.
Nu moest nog Mauritsfort worden bezocht,
waar de gevoelens der buurtschap tegenover
den burgemeester en zijn vrouw werden ver-
tolkt door den heer A. de Blaaij. De terug-
weg werd nu aanvaard, waarbij de stoet ook
nog de St. Hubrechtstraat passeerde, om
langs den Molendijk weer het gemeentehuis
te bereiken, waar dp» stoet ontbonden werd.
De tocht was opgeluisterd door het muziek-
gezelschap „Elk naar zijn krachten".
Daar betrad de burgemeester het balkon
van het raadhuis en wendde zich tot
de inwoners van Hoek!
Hij verklaarde, dat het hem een genoegen
is, burgemeester te zijn dezer gemeente. Hij
was reeds vdor enkele dagen beeedigd en
had dus de voile bevoegdheid aan zijn amlbt
verbonden. Toch gevoelde hij zich niet bur
gemeester van Hoek, zoolang hij niet in de
gemeente aanwezig was en met de bevolking
in aanraking was gekomen. Dat oogenblik
was heden aangebroken. Reeds aan de grens
der gemeente is men hem tegemoet' getreden
en heeft niet gewacht, tot hem den voorzit
tershamer van den gemeenteraad was over
handigd. Dit is voor hem een bewys, dat
men van hem niet verwacht, dat hij een bur
gemeester zal zijn, die zijn taak beperkt tot
de secretarie der gemeente, doch dat hij in de
eerste plaats zal zijn de man die het lief en
leed der bevolking deelt. Hij zal dit steeds
gedachtig zijn en verklaart niet alles ter
secretarie te zullen afwachten, doch te zullen
trachten overal tegenwoordig te zijn waar het
belang der gemeente of dat der burgerij dit
vordert. Hij hoopt met de ingezetenen saam
te leven niet alleen in een verhouding van
overheid tot onderdanen, doch ook in die
van oprechte vrienden.
Deze woorden werden met een geestdriftig
hoera begroet.
De hoofdpersonen van den stoet vereenig-
den zich hierop naar men ons mededeelde
met den gemeenteraad en den burgemees
ter aan een disch, die door het gemeente
bestuur den burgemeester en zijne echtge
noote werd aangeboden in de gehoorzaal van
het gemeentehuis. Aangezien blijkbaar geen
behoefte gevoeld is om hieraan publiciteit te
geven, willen we het intieme karakter daar-
van niet verstoren.
Wel zij medegedeeld, dat de volksspelen,
welke zouden plaats hebben in tegenwoordig-
heid van den burgemeester, in verband met
den langen duur van den maaltijd niet meer
konden plaats hebben en naar we vememen
zijn uitgesteld tot Zaterdagavond.
Vervolgens is in den avond concert ge
geven door het muziekgezelschap en de zang-
vereeniging. Onderwijl bewoog zich een on-
gekende menigte door de straten van het
dorp. Nog tot in den laten avond was het
vooral van uit Ter Neuzen een stroom van
menschen naar Hoek. Vooral was er belang-
stelling naar het vuurwerk.
In afwijking met het oorspronkelijk voor-
nemen om dat aan de kreek te doen, ge-
schiedde het afsteken op een weide aan den
Noorddijk.
Nadat het concert van het muziekgezel
schap was afgeloopen, begon de groote
menigte zich te bewegen in de richting van
den Noorddijk, en toen wij daar aankwamen
was de geheele dijk bezet met een vroolijke
schaar feestgangers.
Door het afschieten van vuurpijlen werd
aan den burgemeester op het raadhuis kennis
ggeven, dat men voor het afsteken gereed
was en toen deze met mevrouw ter plaatse
gekomen was, werd een aanvang gemaakt.
Nu gingen weldra de schitterende en knal-
lende vuurpijlen de lucht in en was de geheele
omgeving in helder licht gezet. Hiertusschen
door werden de hoofdnummers ontstoken,
het.welk steeds de algemeene goedkeuring
kon wegdragen.
Telkens en telkens werden mooie effecten
bereikt door het zeer varieerende vuurwerk
en toen in vurige letters verscheen: ,,Leve
de burgemeester en mevrouw", weerklonk een
hartelijk applaus.
Dan nog een krachtig en knallend slot en
ook dit deel van het feest was ten einde.
Hiema begon de aftocht en toen was het
nog maar eerst goed waar te nemen welk een
geweldige menschenmassa naar Hoek was
gekomen am te feesten. Alles liep echter
ondanks de drukte in bijzonder goede orde af.
Heden, Vrijdag, is het naar we vememen
feest op de verschillende scholen, waar de
kinderen vanwege den burgemeester zullen
worden onthaald.
ZONDAG 14 JULI 1929.
Ned. Herv. Kerk.
Ter Neuzen. 9% u., de heer L. Dek en 2 u., Ds.
Hermanides, van Hulst, bediening H.
Avondmaal.
Sluiskil. 2 u., de heer L. Dek.
Hoek. 9V2 u., en 2V2 u., Ds. E. Raams.
Zaamslag. 9V2 u. en 2% u., Ds. G. van Djs.
Sas van Gent. 9V2 u., Ds. H. Akersloot van
Houten Roos.
Philippine. 2 u., Ds. H. Akersloot van Houten
Roos.
Gereformeerde Kerk.
Hoek. 9 u. en 2 u., Ds. J. B. Vanhaelen.
Zaamslag. 9% u. en 2% u., Ds. A. B. W.
iM. Kok.
Chr. Gereformeerde Kerk.
Zaamslag. 9 u. en 2 u., Ds. Tolsma.
Gereformeerde Gemeente.
Ter Neuzen. 9 u., 2 u., en 5V2 u., Ds. B. van
Neerbos.
Axel. '9% u. en 2V2 u., leesdienst.
Oud-Gereformeerde Gemeente.
Ter Neuzen. 9 u., 2 u. en 5% u., de heer G.
Koeteeuw, van Goeree.
Lokaal „Eben-Haezer".
Kerkhoflaan, Ter Neuzen.
Nam. 5% u., Evangelisatie.
R.K. Kerkdiensten te Ter Neuzen.
Zondag zijn de H.H. Diensten om 7, 8Ms en
10 uur. 's Namiddags om 2% uur Lof.
Ulvenhout, 7 Juli 1929.
Menier,
N6uw, hed-
de dieen prenten-
boek, dien femie-
liealbum ok ge-
zien in de kraan-
ten van de hon-
derd nuuwe Ka-
merleejen?
Wa-zegde 'r
van? Leet er 't
verstaand nie
duimendik boven-
op? Schijnt er uit
al die oogen nie
d'n gloed van
martelfebrs, zelfopofferbbrs, die veur ons op de
kist springen as 't mot?
En die zeuven wefkes? Zijn 't gin troele-
kens
En de mannen mee baarden, amico Zou-
d-'r nie veur oew plezier inklauteren Eene
was erbij en die leek nouw persies op klave-
renkoning en 'nen aandere was krek schup-
peniboer.
Trui ee-t-'m ok gezien, dieen plotjesboek
en stuk veur stuk ee-ze de pottegrafiekes be-
keken en op 't end mee e6n resolute bewe-
ging de heele Kamer opzijgeschoven Moe-
selienie zou daar nog van kunnen leeren
en toen zee ze: ,,gin keus!"
,,Ze zijn al gekozen," zee ik, ,,da's de fon-
kelnuuwe Tweede Kamer!"
,,Val-d-in-m'n kasje," riep Trui verwonderd,
,,gift die prent dan nog 's, ik docht werach-
tig asda-d-et weer 'nen schoonheidswedstrijd
was." Toen ee-ze 't gevalletje nog 's beke-
ken en mee 'nen zucht zee ze toen: ,,nouw,
ze zullen warschijnelijk meer verstand em-
men as ikke, maar zoo op 't eerste gezicht
zoude-'t nie zeggen!" Mee aandere woorden:
Trui wou zooveul zeggen as: ze zullen mes-
schien nie zoo stom zijn as ze d'r uitzien. 't Is
te hopen asda-d-et mensch 't raaidt, amico,
want eerlijk is eerlijk, maar zoo op 't eerste
gezicht is 't knudde, zooas ze teugeswoorig
zeggen. 't Is .nouw dierekt gin kraanten-
bladizij om mee te geuren in 't buitenlaand of
zoo. Hoewel, laat ik er nouw dalijk bijzeg-
gen, amico, 't schijnt ieveraans nie veul beter
te zijn. Keb bevoorbeld gelezen, da-'nen
Prins -in Duitschlaand, von Lippe hiet-ie,
en hij doe z'nen naam eer an, want von
Lippe durf veul van z'n lippen te laten gaan,
had gezeed en geschreven: ,,'t is spreek-
woordelijk geworren, da-g'-om menister of
Kamerlid te worren, eerst inde pbrepluu ihot
gezeten emmen of rijp er veur zijn" en
nouw denk ik zoo: da ze daar ok zo'nen
prentenboek emmen gedrukt en dieen Prins
toen ok al die kopkes ee gezien. Hij is ver-
oordeeld veur drie-honderd marken boete.
,,Ge mag teugerswoorig niks meer", mot
Frederik (zoo hiet ie van veuren) aan z'n
Trui emmen gezeed en Hare Hoogheid ee
toen g'ant/woord :,,Zeg uwes dat wel, heer ge-
maal, maar den eersten keer dat ik u weer 'n
penhpuwerske in uwe doorluchtige vingers
zie nemen, dan zal ik uwe Hoogbeid 'n lik mee
m'nen stofzuiger geven op uw petje, da-d-oew
schoonehaarscheidingske op oew Prinselijke
teenen kiepert."
En aangezien teugen zukke argumenten
nie 6p te sohrijven is, heet ie er de zjoernal-
listiek aan gegeven en doet ie 't zelfste am-
bacht weer van vruuger: niks! En da's
nog 'nen heelen boel veur 'nen vorst, amico.
Niksdoen en dan zoo, dat de menschen den-
ken da-ge nog heel wa-d-aftobt!
Da's gin hatelijkheid horre!
Keb wel 's en gij ok netuurlijk 'n
dagverdeeling gelezen van hooge mie
purdon, hooge oomes, en de schoonste was
die van Priemo dit Riveera. Die werkte, vol-
gens da kraantenstukske, zestien uren per
dag. Ree iederen dag tiwee uren pbbrd, om
kwiek te blijven, gong 's aves naar 'n kefee
om te dineeren (zooveul as z'n middagpotje)
en bleef daar dan z'n eigen 'n uur of vier
amuzeeren en sliep dan acht uur per nacht.
Keb toen uitgerekend, dat dieen mensch
z'n dagen persies dartlg uren laank waren!
En amico, m'n hoofd er af as 't zoo nie in de
kraant sting.
Moeselienie z'n dagen zijn 'n week laank;
dus laten gij en ik maar blij zijn, jong, da
me mee 'n uurke of twaalf, Veertien werken,
per dag, d'r al af zrjn! Waar of nie?
Ja, amico, pollitiek is 'n moeilijke, 'n inge-
wikkelde zaak. En as 't er eene is, die me
daar vandaag dik gelijk in gift, dan is 't
zekers Pwankarree.
Wel, wel, wa-d-emmen ze d'n dieen aan
z'nen stfebrt! Ge mot dan we ten: hij sta bij
z'n kammeraad Oome Sam, Dollarika,
in 't kladboekske. Wa-d-ammenusie, kogeltjes
en bommekes en zoo, 'n pertijke geweren,
kenonnekes, duikbotjes, vliegmachientjes en
meer van da gerij, daar staat ie veur op de
lat bij Oome Sam (ge kon nbt zoo goed zeg
gen: Oome Jan! En da's nogal aarig 6pge-
loopen
Zelfs zoo, da Frankrijk 't in stukskes en
brokskes mag betalen. Frankrijk ee zooveul
as oorlog-op-afbetaling gevoerd, snapte! Nie
de soldotjes. Die emmen kontaant geld be-
taald: d'n eene mee 'nen erm, d'n tweede mee
z'n beenen, d'n derden mee z'n oogen, en de
meesten mee d'r leven
Maar de mannen achter de gruune tafels,
die nota's emmen gewisseld in plots van
kogels en bommen, die lieten alles op de lat
zetten. Na veul vieren en vijven is Pwan
karree mee z'n knecbts overeengekomen mee
Oome Sam, da-d-'t eerste stukske schuld be-
taald zou worren op 1 Augustus 1929. Over
'n paar weken dus mot ie over de brug ko
men. En... amico, da's ging kleinigheid jong!
De Pwan ee maar uitstel gevraagd aan d'n
Sam en Sam ee toen gezeed: „Run toe de hel!
Maar eerst betalen!" En Pwanneke zal mot-
ten betalen enda's heel erg! Want da-d-
eerste afbetalingske bedraagt vierhonderd
muljoen dollars en da-d-is sjuust 14800000000
(acht nullekes achter 148) frangeskes.
En om oew 'n idee te geven hoeveul of da
persies is, he 'k uitgerekend, da Pwan drie-
honderdenvijftig goederenwagels van de spoor
mot huren om er da-d-handsvolleke franges
kes netjes in stapeltjes in te tassen veur
Samme! 't Kunnen messchien 'n stuk of
tien wagels meer zijn, maar as ze z66 gaan
praten, dan kijk ik ok nie op 'n spoorwagel-
tje zulver. Wa grj Maar dit is 'n zaak die
zeker is, as da ,,goedje" in schepen over-
gelajen wordt en over d'n oceaan vaart, onzen
Piet Hein z'n eigen in z'n graf omkeert,
amico!
En nouw zoude zoo zeggen, as g'oew eigen
zoo in d'n put gewerkt het da ge 'r niemeer
uit wit te komen; as de deurw6£rders mee
gin end hout van oew lijf af zijn te slaan ,da
ge dan toch wel 'n bietje in gaat krimpen!
Maar houmaar! Oome Sam ee woordelijk
gezeed: „Betalen Pwanneke; zoolaank as gul-
lie zoveul uit blijven geven veur bewapening,
zoolaank mofcte oew ouwe beeren ok maar £f-
doen!" En nouw kunde'r van zeggen wa ge
wilt, maer da's veul waar. Nouw gaan d'r
geruchten da Pwankarree af zal trejen. Da's
ok 'n opvatting. Olleen zou 'k er van willen
zeggen: da-d-ebben de suldaten nie gedaan
toen ze betalen moesen. Die zijn d'r nie van
deur gegaan toen de kogels aankwamen van
d'n Ddts.
Maar ollee, pollitiek is kollosaal moeilijk,
laat 'k er m'n eigen dus maar nie verders
in verdiepen. Alleen wil ik ditte op iedereen
z'n hart drukken: wa-d-is oorlog-voeren ,al
of nie op afbetaling, beestig duur. Akke-
vietjes van 'n driehonderdvijftig spoorwagels
frangeskes as eerste termijnen da veur
66n sof-pervincie as d'n Elzas plus de
menschenlevens die er veur betaald zijn, 't is
duren grond amico, die ge zoo kopt!
En da-d-allemaal in de gaten te houwen
nouw wij ier 'n pervincie aan 't veroveren
zijn ,kek, da's goed!
Want al zrjn d'r tellekens lui die er over
willen vallen dat die opdweilerrj van de
Zuierzee, zooveul geld kost, ik zeg maar, laat
't 'n muljoentje meer kosten as me dodhten;
laat de rekening 'n muljoentje teugenvallen,
't komt er toch weer mee de voile rente
uit.
Wel ee-t-er 'nen tiep in de Eerste Kamer,
ja amico, de eerste Kamer, ons Bestekamer,
gezeed, da mee deuzen fienansjeelen
teugenvaller de staat nooit aan z'n centen
kan komen, die ie d'r instak, bij den ver-
koop van de stukken grond strak, wel had
ie da haarfijn uitgerekend, maar zooas
wel 's meer gebeurd bij rekeningen maken,
deur de boomen 't bosch nie gezien. Want,
niewaar, ok al kost die opdrogerij nouw 'n
paar losse duitstukken, as strak die nuuwe
pervincie in welvaart te blaken leet, as de
boomgaarden te prijken staan in vollen bloei
as reusachtige boeketten en later de takken
buigen van de vrachten fruit; as 't koren op
de velden te glaanzen leet as vloeibaar goud,
de weilaanden tot d'n horizont d'r eigen uit-
strekken in sappig gruun waarin duuzenden
runders mee gezondblinkende huien wachten
op de melksters; as de kleipiepers er in voile
wagels worren afgerejen om strak as ednen
berg bremgelen blom op de tienduuzenden
tafels te komen, as mensch en dier daar in
gezonden welstaand leven kan, want,
amico, d'n eerde die te veurschijn komen zal
is vet «n voedzaam! en as al die veurdee-
len jaar in, jaar uit trug komen, welnouw, is
zukken grond dan ooit te duur?
Want over honderd jaar en over duuzend
jaar, steeds blijft de ddrde vruchtdragen
En de Staat, waar dieen kortzichtige kerel
't over had, is da-d-enkeltenalleen de schat-
kist? Of zijn wij da en d'n grond waar me op
leven en de predukten die d'n grond en wij
allemaal opbrengen en alles wat er verders
aan los en aan vasbzit? En as ge nouw ziet
keb 't al meer geschreven wa laand-
uibbreiding kost as ge de ginneraals de lei
ding gift, kek nouw maar naar Frankrijk,
dan zeg ik veur d'n zooveulsten keer, lot da
nouw maar 's aan de Inzejeurs over. Nie
leggen te bakeren, nie zaniken, deur-dweilen!
Maar affijn ,wemmen nouw 'n nuuwe Twee
de Kamer, en as ok hier nuuwe bezems
schoon vegen, dan zal 't wel losloopen!
De groote vraag is nouw: 't Kabinet.
't Nuuwe kabinet. Maar wa mijn 't meeste
intereszeert da-d-is wie menister Kan op zal
vollegen.
Want daar hedde 'nen kearel veur noodig
die van veul markten thuis mot zijn. 't Mot
er eene zijn, die over alle hekketjes kan sprin
gen en z66, dat de burgemeesters en raads-
lejen die achter 'm aanloopen, aan de pinne-
kes blijven hangen. Verders mot ie nie op-
zien teugen slooten van twee meters bridte,
om dan van de diepte nog niks te zeggen
goed kunne zwemmen, roeien, tennissen en
't een of aander kleedingstuk uitlaten bij weer
of gin weer!
Kan liep, zwom, fietste, sprong en mokte
pertretjes mee z'n bloot hoofd, z'nen op
volger zal 't b.v. motten doen in z'n hemds-
mouwen. Maar en da-d-is de sjoos waar
haalt de Koningin zo'nen artiest vandaan?
Waant as d'n sollisiestaant da-d-allemaal
kan, dan mot ie nog laten zien hoe-ie z'n
affaire drijven kan, zonder dat-ie er zelvers
bij is. Want dat k6n Kan.
En nouw meugen ze wel 's zeggen da-d-et
vorige Kabinet nie veul uit ee gevoerd, maar
dan motten ze 't maar is nadoen, wat die
mannen gedaan emmen!
Ginnen eersten steen is er geleed, of een
van de menisters metselden dieen kei d'rin.
Gin nuuwe brug geopend of ze knipten 't
lintje deur. Gin laandbouw- of veetentoon-
stelling of Kan luisterde 't feest op mee z'n
barrehoofdsche verschijning.
Wat deus menisters allemaal gedaan em
men ,is kollosaal.
Z66 druk was 't dikkels da mee gevallekes
as 't Belgische schandaaltje of 't Kuresouw-
sche er altij wa menisters ontbraken op 't
app61 omda-ge ok nie op twee plotsen tegel(jk
kunt zijn.
Zooda me eigenlijk wel twee Kabinetten
moesen emmen, zooas de groote tooneelver-
eenigingen. E6n veur de vaste gebouwen en
een dat de tooneelspeulers d'n bijwagen noe
men en die altij aan d'n trein gehokt is!
Dus elk departement twee bazen. Edne
in de zaak en ddne mee 'n abonnement op
't spoor, mee 'n kofferke mee gereedschap
waarin eerste-steenen, kalk, 'n struweel, 'n
sohder om te knippen, 'n zwembroek, 'n paar
voetbalschoenen en wa naaigerij as ze soms
aan 'n pinneke blijven haken. Ge zouw 's
zien, amico, hoe dan't boeltje liep as 'n flutje.
't Is 'n idee en ze meugen 't kosteloos
overnemen.
Amico, ik schei d'r af. 't Is wellekes ge-
wiest.
As altij veul groeten van Trui en gin horke
minder van oewen
toe a voe
DRd.
HEX VLIEGTUIGONGELUK BIJ
HUISDUINEN.
Woensdagorgen om elf uur is het vliegtuig
547, dat Dmsdagmiddag te Huisduinen in zee
gestort is, door de sleepboot Drente in de ha
ven van Nieuweidiep gebracht en aan boord van
het marine-toergingsvaartuig geheschen. Het
lijik van den luitenant-vlieger Bnugma was
met meer in het toestel en is vermoedelijk
Dinsdagmiddag reeds emit gespoeld. Bij den
val in het water is het vliegtuig juist bij de
bestuurdersplaatsen geibroken, zoodat ook de
motor verloren is. De rest van het toestel is
een wrakhoop, een chaos, waaruit geen vlieg
tuig meer te herkennen is.
Toen de ramp in den Helder bekend werd,
heeft men direct alle moeite gedaan, om het
toestel te lichten. De plaats waar het gevallen
was, was echter niet met zekerheid bekend.
Oorspronkelijk dacht men, dat het toestel op
100 M. uit de kust in zee gestort was. Later
Meek, dat het zeker 500 M. uit den wal in het
water gekomen was. Eenige marinevaartuigen,
de pantsenbooten Brinio en Gruno hebben
oogenblikkelijk naar het toestel gezocht, doch
zonder resultaat.
Om zeven uur Dinsdagavond is een stoom-
sloep van het marine-duikbedrijf, bemand o.m.
met den leider van dit bedrijf luitenant ter zee
der le kl. J. J. Wichers en een duiker der ma
rine, naar de vermoedelijke plaats des onheils
vertrokken. Na lang zoeken had men des
avonds om twaalf uur vastgemaakt. De duiker
had het vliegtuig op 13 M. diepte gevonden.
Het lijk van den bestuurder was er toen reeds
uit. Een reep werd aan de wrakhoop bevestigd,
waaraan een boei werd opgestoken. Men heeft
den morgen afgewacht om het toestel bij stil
water te lichten.
Om negen uur Woensdagochtend vertrok de
sleepboot Drente daarvoor uit de haven van
Nieuwediep en deze heeft het toestel gedeelte-
lijk boven water gehaald, waarna het naar de
haven werd gesleept en aan boord van het
marine-bergingsvaartuig werd geheschen.
lOmtrent de toedracht van het ongeluk \er-
keert men in het onzekere. Volgens ooggetui-
gen zou de bestuurder op een hoogte van on
geveer 200 M. een looping gemaakt hebben,
waarna het vliegtuig in een vrille schoot en in
zee stortte. Volgens dezen zou de hoogte te ge
ring zijn geweest om een looping te maken.
Vliegers beweren, dat de motor op het critieke
moment heeft geweigerd, zoodat de bestuurder
zijn toestel niet meer op kon trekken. Men
heeft, toen het toestel vlak boven het water
was, den motor nog hooren werken. Het was
toen echter te laat.
Op het strand te Huisduinen was het op het
oogeniblik dat de ramp geschiedde, zeer druk.
Tal van menschen zagen het dan ook gebeuren
en waren diep onder den indruk.