ALGEMEEN NIEUWS- EN ADYERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
a
Zij Atasteeds ideaal!
No. 8395.
Vrijdag 5 Juli 1929.
69e Jaargang.
Tweede Blad.
Het radicale Schuur- en Reinigingsmiddel.
ABONNEMENTSPRIJS: nilPIer3pltJh*,aai
Tegen en voor Taylor.
FETJILLETON.
Alles blijft nieuw door
Dit blad verschijnt iederen Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond.
II. Voor.
Wij hebben, ook al konden wij natuur-
lijk verre van volledig zijn, in ons tweede
artikel over het Taylor-stelsel alle recht
gedaan aan de bezwaren, die van zeer
versohillenden kant en dan ook in allerlei
toonaard tegen het Tayior-systeem zijn
ingebracht. Daarom hebben wij nu zeker
ook niet alleen het recht, maar ook den
plicht evenzeer gelegenheid te qeven aau
de voorstanders om hun ,/pro en hun
arqumenten voor te doen hooren. Laten
wij dan al dadelijk beginnen met op te
merken, hoe lang niet alle tegenstanders
2ulke felle aanklachten tegen Taylor en
zijn stelsel hebben ingebracht als de door
ons wel zeer breed geciteerde Van Uinm-
ken. De Duitscher Wilhelm Kochman
heeft bijvoorbeeld in 1914 in het ,>Ar~
chiv fiir Sozialwissenschaft und Sozial-
politik", waarin hij beschouwingen wijdde
aan deze vraagstukken, hoeveel aanmer-
kingen en bezwaren hij ook publiceerde,
openhartig verklaard, dat i aylor zich in
ieder geval op een humaan standpunt
plaatste.
Maar tt zijii sterkcre en meer enthou- j
siaste vetdedigers. Als zoodanig noemen
wij hier Henry le Chatelier, die op aller-
lei qronden de stelling verdediqde, dat de
individueele productie heel goed kan wor-
-den vercjroot odk zonder de vermoeid-'
held van den werkman te doen toenemen
terwijl de stijging der prodiuctiviteit
tot aanzienlijike loonsverhooqing ieidt
en de algemeene welvaart bevordert.
Le Chatelier wijst er bijvoorbeeld
op dat de menschen in de beschaat-
de landen veel hang hebben naar
qenot, en dat zij bereid zijn tot Qroote i
offers en enorme inspanning om zic.h de
aanqenaamheden des levens te verscnat-
fen.' Maar de prikkel is dan toch ook
juist van zooveel beteekenis, omdat op
deze wijze de menschen worden aanae-
spoord tot werken en handelen. Men
staat verstomd, zegt deze schrijver, als
men ziet, hoeveel arbeid er door land-
bouwers en kleine grondbezitters wordt
gepresteerd, als zij maar zekerneid heb
ben, dat zij de vrucht van hun arbeid met
niemand beh'oeven te deelen. Op dit ter-
rein kan men dus ongevreesd productie-
vermeerdering nastreven. Een leerrijk
voorbeeld is het geval van den Metropo-
litain-spoorweg, die eenige jaren qeleden
te Parijs moest. worden gebouwd. /Celts
de beste spoorweg-ingenieurs verqisten
zich toen volkomen in hun berekeninq van
het venkeer der Parijzenaars. Men dacht
alles ruiim te hebben qenomen, zoowel de
afmeting der treinen als hun aantal. Doch
de eerste lijn was nog niet goed, en wel
in gelbruiik genomen, of er ontstonden
reeds zulke opstoppingen van reizigers,
dat de nood'za'kelijkheid werd inqezien om
de treinen te verdubbelen. Met andere
woorden de behoeften passen zich door-
gaans terstond aan bij de vermeerderde
productie En nu is het miooie van i ay-
lor s systeem dit, dat hij, zonder iets te
veranderen aan machines of fabrieken,
ons in staat stelt om de productie te ver-
meerderen, ja zelfs te verdrievoudigen, en
derhalve den algemeenen rijkiom veel
grooter te maken dan voorheen. Hier
wordt dus Taylor's weg gezien als de
weq, die leiden moet tot bezitsvermeerde-
ring en die ons voert tot midden in de ar-
beiderskwestie om daarvoor de oplossing
te brengen. Hierbij blijft het altijd een
heel moeilijk probleem hoe men de voor-
deelen, de vruchten der oezamenlijke ex-
ploitatie zal verdeelen tusschen patroon
en arbeider, tusschen producent en con-
sument. Zoolang als iedereen produceer-
de voor eigen behoeften, bestond dit ver-
deelingsvraagstuk niet. Maar thans is het
alom en altijd aan de orde. De patroon
tracht bij zoo hoog mlogelijike winst zoo
laag mogelijik loon te betalen, en de arbei
der streeft naar zoo hoog mogelijk loon
voor zoo min mogelijk inspanning. Dit
getuigt van groote kortzichtigheid, vooral
omdat er een veel betere weg bestaat om
het bezit te vergrooten, waarbij men de
wijze van verdeeling onveranderd kan
laten en eenvoudig de productie verqroot.
Voor dit doel gaan de belangen van pa-
troon en arbeider samen, en zoo moet dus
die samenwerking ook des te gema'kkelij-
ker vallen. Zagen de arbeiders het be-
1 lang in, dat zij hierbij hebben, dan zouden
i zij 'zeker niet staken, als er nieuwe ma-
chines in de fabriek werden inqevoerd,
j neen, dan zou men veeleer mogen ver-
wachten, dat er werklieden gingen staken
omdat zij hun patroons te weiniq onder-
legd achtten, of als deze er niet vlug qe-
noeg bij waren om de industrieele ontwik-
keling te volgen
Taylor is het geweest, die de verwezen-
lijking van de vergrootinq der productie
heeft mogelijk gemaakt, doch dit alles zal
pas ten voile worden genoten, indien men
maar algemeen wil geiooven, dat de rijk-
dom, niet slechts van afzonderlijke per
sonen doch ook van heel de wereld kan
en zal worden vergroot door vermeerde-
ring der productie.
iDat overproductje zou intreden als qe-
volg van de invoering van het Taylor-
stelsel, neemt Le Chatelier evenmin aan.
De arbeiders achten het meest afdoende
middel tegen werkloosheid: beperkinq der
productie. Dit is het surnmum van dwaas-
heid, zooals ieder onbevooroordeelde j
voelt. Slechts door te grooten plotselin-
gen spronq ontstaat er gevaar voor over-
productie en crisis. Men mag natuurlijk
nooit vergeten, dat ,,de menschen en de
samenlevingen van menschen niet plotse-
ling van richting en gewoonten kunnen
veranderen, evenmin als een weggewor-
pen steen plotseling in een andere rich-
ting kan worden geleid. Elke plotse-
linge wijziging in een economisch milieu
is hinderlijk. Zoo is dan ook niet pro-
ductievermeerdering, maar een te bruuske
verandering oorzaak van de economische
kwalen. Slechts een geleidelijike over-
gang is gewenscht, en deze komt nu door
het Tayior-systeem tot stand.
(Dat echter ook tal van industrieelen be-
zwaar hadden tegen de methoden van
Taylor, viel te begrijpen. Daarbij kwam
toch ook zoo ontz'aglijk veel kijken De
ingenieurs moesten worden geoefend in
het doen van zeer nauwkeurige en hoogst
ingewikkelde metingen. Alan het hoofd
van de werklieden moesten menschen
staan, die in staat zijn het werk zelf nog
beter te verrichten dan hun ondergesehik-
ten. Maar is dit niet een eisch, die trou-
wens over heel de breede linie van het
menschelijk leven en bestaan moest wor
den gesteld?
Taylor zou, om kort te gaan, volgens Le
Chatelier den socialen vrede hiet in den
weg staan, doch dien veeleer begunsti-
9 In Nederland betoonde zich Prof. G.
C. Volmer, hoogleeraar te Delft, een
pelijike bedrijfsleiding". die hij ,,de wer-
kelijkheiid vari morgen" noemde en waar-
van het, volgens hem, vast stond, dat zij
haar triomfantelijke intree zou doen in
het industrieele leven. Voor de Maat-
schappij van Nijverheid heeft deze pro
fessor verscheiden lezingen gehouden om
Taylor s systeem ook bij de Hollandsche
industrieelen aan te bevelen, en in het
tijidschrift dier maatschappij zijn deze ver-
handelingen afgedrukt. Deze spreker -
schrijver meent, dat het Taylor-stelsel ons
schenken kan een vervolmaking van de
arbeidsmethoden en dat het tevens een
gezonde verhouding tussohen werkqever
en werknemers bevorderen zal. Prof.
Volmer heeft ook alle aandacht geschon-
ken aan de critiek, die Taylor had ge-
troiffen, maar die, zegt hij, achterweqe
zou zijn gebleven, indien de critici hun
studie niet hadden beperkt tot de andere
geschriften, doch ook kennis hadden qe
nomen van de nieuwere en meer prakti-
sdhe werking van Taylor's systeem. Tay
lor is de man, die slechts den weg heeft
gewezen, waarop voortgaande, het mo
gelijik zal worden om de verschillende fou-
ten op te ruimen, die aan het huidiqe be-
drijfsleven kleven. Concludeerend kwam
de Delftsche hoogleeraar tot de volqende
stellingen
Het is niet waar, dat het Taylor-stelsel
leidt tot haastigen arbeid, zoodat de ar
beider spoedig is versleten. Niet ver-
hoogde inspanning toch was hier de over-
heerschende factor, doch de verhoogde
productiviteit was vooral het gevolg van
de arbeidssplitsing, waarbij ieder deel van
den arbeid werd opgedragen aan den
daartoe meest geschikten man; boven-
dien werd rekening gehouden met den
wensch, oim nooit tweemaal denzelfden
weg te gaan, en voorts ging geen tijd ver-
loren door dien nutteloos te verbeuzelen
of onnoodig te wachten en heen en weer
te loopen.
Evenmin wilde Prof. Volmer het be-
amen. dat het Taylor-stelsel alleen plaats
zou bieden voor de allerbesten. Volgens
den Delftschen hoogleeraar werd_ hier
door velen het woord ./first class" ge-
bruilkt zonder dat zij weten, wat dat woord
beteekent. Eerstklassigen in den zin al-
thans, waarin Taylor dat woord opvat,
zijn niet superieure lieden van de aller-
hoogste capaciteit, maar het zijn tot een
gegoven soort arbeid gesehikte en daar
voor getrainde lieden, die een bepaald
werk binnen een bepaalden tijd naar de
voorgesohreven arbeidswijze zonder haas-
ten kunnen verrichten. Dit is niet een
particuliere oipvatting van Prof. Volmer,
neen. Taylor heeft, in antwoord op een
hem officieel gestelde vraag, wat er in
zijn stelsel zou gebeuren met hen, die niet
..first-class" zijn, geantwoord: ,,Voor
ieder man, die werken wil, is werk te vin-
den, waarin hij first class is, dat is:
arbeid, die past bij zijn kennen en kun
nen", woorden, waarbij zich de ver-
klaring van Kent volkomen aansluit
Ieder inferieure werker kan een eerst-
klassig man zijn voor ander werk, en nu
wil de wetenschappelijke bedrijfsleiding
ontdekken, welk werk dat is. De b'e^
verrrichte selectie heeft dus niet ten doel
om slechts superieure lieden uit te kiezen
en die aan het werk te zetten, en de rest
eenvoudig weg te werpen. Neen, zij be-
doelt ieder die plaats te geven, die hi; het
best bezetten kan. En op die plaats is hn
dan een „eerste klas".
Men heeft Prof. Volmer o.m. de vraaq
qesteld, of het bij algemeene toepassinq
van het Tayior-systeem mogelijk zou zun
om de hooge loonen te handhaven. Hier-
op was natuurlijk geen beslist antwoord
te qeven. Maar de hoogleeraar meende,
dat' zij, die een hoogeren levensstandaard
hadden verkregen, zich dien met zoo lioht
zouden laten ontnemen, en bovendien was
hij zoo optimistisch om te qelooven, dat,
indien al in een verre toekomst dit qevaar
dreigde, de arbeidersorgamsaties daarte-
I1GEZONOEI MEDES3E E L I SB B E
Ata is uitstekend in zijn
werking en in 't gebruik
zeer voordeelig.
©Hi
Uit het Enqelsch
door
E. PHILLIPS OPPENHEIM.
28)
Vervolq.)
I
HOOPDSTUK XII.
„Ga toch uit den weg, stomme kaffer,
zie je niet, dat ik erdoor moet
(Met schrik merkte Bliss, die zijn atten-
tie op heel andere dingen gevestiqd had,
dat die vriendelijke woorden tot hem ge-
richt waren. Met het touw, dat al zijn
aandacht geeischt had, nog in de hand,
drukte hij zich zoo plat mogelijik tegen de
coulissen aan, zoodat Maisie Linden kon
passeeren. Na een woedenden blik aan
t adres van den ongelukkigen tooneel-
knecht trippelde ze het tooneel op, waar
ze het niet zeer enthousiaste publiek met
haar beminnelijksten glimlach bedankte.
In een stemming, welike in een uitbarsting
dreigde over te gaan, kwam ze weer ach-
ter op't tooneel, waar ze eenigen tijd blee-f
praten met een heer in avondcostuum, die
de voorstelling van achter de coulissen
had gadegeslagen, met zijn handen in zijn
zakken en zijn hoogen hoed achter op t
hoofd. Tot zijn grooten schrik zag Bliss,
dat ze hem aanwees. Toen het scherm
viel, stalk de mijnheer in avondcostuum
dwars het tooneel over en wenkte Bliss
bij hem te komen.
,,Voor hoelang ben je hier aangeno-
men?" vroeg hij bruusk.
„Iik ben hier maar op proef, voor een
week op half salaris, mijnheer", was het
antwoord.
,,Dan behoef je morgen niet weer terug
te komen," zeide de directeur kortaf.
,,'t Geld dat je nog hebben moet, kan je
op 't kantoor komen halen
Met een mismoedig gebaar keerde bliss
zich om. Veertien dagen waren er a4
weer verloopen sinds zijn overhaast ver-
trek van mrs. Mott, en dit was het eerste
qeregelde wenk, dat hij had kunnen krh"
gen. 't Was heel eigenaardiq, maar hij
had niet de minste spijt gevoeld, dat zijn
carriere als helper en volgens mrs.
Mott als toekomstige eigenaar van het
groentenhuis in Grunmo street, zoo plot
seling afgebroken was.
De onverwachte thuiskomst van mr.
Mott was het grootste geluik geweest, dat
hem had kunnen overkomen; en nadat hij
zijn hebben en houden bij mrs. Heath had
gedeponeerd, die heel blij was geweest
hem weer terug te zien, was hij met het
genoeglijkste g'ezdoht ter wereld op zoek
gegaan naar een nieuwe betrekkinq.
Maar elken dag had nieuwe tegen-
vallers gebracht. Wel had hij wat ver-
diend, maar toch was hij niet in staat ge
weest, om de toch al zoo lage rekening
van mrs. Heath te betalen. En toen hij
gisteren op een van de aanplakborden
van het Frivolity Theater, het groote witte
papier met het opschrift ,,Tooneelknechts
gevraagd" had gezien. had hij zich dade
lijk bij de queue van sollicitanten gevoeqd.
En wonder boven wonder, hij had geluk
gehad Hij was de laatste man, die aan-
genoimen werd, en in zijn positie was het
salaris van vijf en twintig shilling een on-
gekende weelde. En nu deze ongeJukkige
afloop. Hij was ontslagen Maar zelfs in
't midden van zijn meest zwartqalliqe qe-
dachten moest hij inwendig toch lachen
de situatie was dan ook werkelijk niet van
humor ontbloot. De oorzaak van zijn ont-
slag was Maisie Linden, dezelfde Maisie
Linden, die nog geen vier maanden qele
den zijn gast was geweest op een soupee-
tje, ter harer eere gegeven. Hoe goed
herinnerde hij zich nog haar groote ern-
stige oogen, die hern gewild naief hadden
aangeke'ken, haar zacht vertrouwelijk ge-
fluister, haar geheele manier van doen,
welke zoo duidelijk te kennen had qeqeven
dat ze hem wilde behagen. En wat was hij
een gemakkelijk slachtoffer geweest!
,,Wat een allerliefste, beschaafde vrouw
had hij iemand dien avond hooren zegqen.
Nu, het was niet bepaald een allerlielste,
beschaafde vrouw, die zooeven haar
woede op een armen slokker van een too-
neelknecht gekoeld had.
Met een qevoel, also'f er lood in zijn
schoenen zat, ging Bliss naar den achter-
kant van het tooneel, waar hij bij 't wis-
selen van de decors behulpzaam moest
zijn. Vlaik bij de laatste coulissen stonden
vier koristen te praten. I oen Bliss met
een kort woord van excuus langs hen
heen wilde glippen, merkte hij, dat een
van hen hem plotseling scherp aankeek.
Op hetzelfde oogenblik herkende hij haar.
Was een jong meisje, dat als actrice
heel weinig beteekende, maar dat door
haar prett'ige persoonlijkheid heel veel
vrienden onder de ,,boheme van Londen
telde. Blijikbaar had ze hem ook henkend;
ze kwam tenminste onmiddellijk naar hem
tQ6.
..Waarachtig, dan heb ik toch goed ge
zien," riep ze uit. ,,'t Is Ernest Bliss in
eigen persoon.
i Angstig keek hij rond. t
Stil, laat niemand het hooren, fluis-
terrde hij snel.
j ,,Maar wat voer jij hier in vredesnaam
uit vroeg ze verbaasd.
„Tot drie minuten geleden was ik too-
neelknecht, vertelde hij. ,,^00 juist ben
ik weer de laan uitgestuurd, omdat ik Miss
Maisie Linden in den weg liep."
j iHet meisje stond Bliss nog steeds ver
baasd aan te kijken.
j „Maar ik begrijp er niets van, zeide
ze einidelijk. ,,Ie was toch zoo schatrijk?
,,Ja, dat was ik ook. zeide hij strak,
,,een tijdje geleden.
,,Dus je bent heusch alles kwijt vroeg
ze door.
1 Je behoeft me maar aan te kijken, was
het antwoord, terwijl Bliss eerst naar de
plaats wees, waar zijn boord had behoo-
ren te zijn en vervolgens zijn voet ophief
zoodat ze de uitgerafelde randen van zijn j
broekspijpen kon zien.
„Als dat waar is," zeide ze driftig, ter-
wijl haar oogen vol tranen schoten, „dan
hebben jouw vrienden zich, volgens mijn
opinie, van e^n misselijken kant doen ken- i
nen. Luister eens, ik heb nog maar een
oogenblikje tijd, zoo dadelijk als het
scherm opgaat, moet ik op. Ik ken
iemand, die je zeker zal widen helpen. Hij
heet James Fancourt en hij woont in Ger-
rand street no. 7. Als je me belooft om
naar hem toe te gaan, dan zal ik hem
vooruit schrijven, of hij niet een baantje
voor je weet."
,,Weet je ook, of hij mij ikent? vroeq
Bliss.
,,Neen, zoover ik weet, niet.
,,Dan moet je me belooven, dat je hem
niet mijn waren naam zal zegqen. Na-
tuurlijlk wil ik heel cjraag werk heb'ben,
maar t moet wenk zijn dat ik doen kan,
ik wil mijn geld verdienen. Ik vind het
een vervelend idee om uit medelijden ge-
holpen te worden. Ik wil zelfs nog een
stap vender gaan en zeggen, dat ik alleen
een baantje wil aannemen als ,,mr. Die en
die", ontslagen tooneelknecht van het Fri
volity Theatre."
,,Ik zal hem heusch niets vertellen, be-
loofde ze nog haastig. „Wees verstandiq,
en ga naar hem toe. Ik zal vanavond nog
schrijven. Ik zal zeggen, dat je Johnson
Snel liep ze weg. Even daarna werd
Bliss door zijn voorman op den scihouder
getikt. c
Hier is je geld, zeide de man kortat,
„ik heb de boete, acht shilling en four
pence, er afgetrokken. Je kunt nu met-
een wel opinarcheeren. We betalen onze
menschen nie*| om een beetje roma te
kuieren en met de koristen te praten.
Met zijn overjas tot boven aan toe dicht
geknoopt, ging Bliss de donkere straat op.
Oip den hoek van het Strand bleef hij ril-
lend van de kou een oogenblik besluite-
loos staan. Weer had hij een van zijn
zwakke oogenbhikken. Zijn aarzelinq was
oak zoo begrijpelijk, op nog geen vijf mi
nuten afstand beyond zich het restaurant,
waar hij nog geen drie maanden qeleden
een van de meest geziene habitue s ge
weest was. Wat zouden ze hem met ge-
noegen ontrvangen, als hij nu even 'n taxi
aanriep en zich op zijn kamers ging ver-
kleeden. In qedachten hoorde hij het koor
van welikomstkreten van zijn vrienden, als
hij plotseling binnen zou komen stappen,
voelde hij de weldadig aandoende warmte
van de qezellige eetzaal, rook hij den eet-
lustHprikkelenden geur van de smakelijk
toebereide spijzen. Was het te qelooven,
dat hij dezelfde Bliss was, die een paar
maanden geleden niet den minsten eetlust
gehad had, die champagne een buitenge-
woon vervelenden drank gevonden had,
wiens eenige gevoelens in zulk een milieu
waren geweest: ,,het eten smaakt me niet
en mijn vrienden zijn buitengewoon ver
velend" En terwijl ihij daar zoo stond
werd het hem plotseling duidelijk, dat hij
behoefte had aan een paar gemeend har-
telijke woorden, dat hij verlanqde naar
den welkomstgroet van iemand, die wer
kelijk van hem hield. En merkwaardig
genoeg was het niet de gedachte aan een
van de vele vrienden en bekenden, welke
hem plotseling nieuwe energie gaf. Hij
keek naar het Noorden en niet naar het
Westen van Londen.
,,Aanstaanden Zondag", beloofde hij
zich zelf, „ga ik weer naar haar toe, al zie
ik er uit als een schooler".
Het oogenblik van besluiteloosheid was
weer voorbij. Hij ging een van de qoed-
koopste volks-restaurants binnen, waar
hij zonder den minsten angst voor indi-
gestie zijn avondeten verorberde en een
gias bier dronk. Daarna ging hij naar
iiuis en naar bed.
Wordt vervolq d.
n.. f f.
n n r] llPtl fl P T Pf P T1 W H 3
Een.g Importeur E. O.termann Co'. Handel Mij.. Amsterdam F.brikante: Henkel Cle. A. C.. DO..eldorf
lueK.
II