Hail en Hot
Pluimvee-rubriek.
GEMEENTERAAD VAN
BOSCHKAPELLE.
De heer HAMELINK zou, alvorens op de
zaak in te gaan, gaarne eens een antwoord
van burgemeester en wethouders booren.
De beer COLSEN bad geen bespreking van
de door bem naar voren gebracbte punten
verwacbt, aangezien bet er volgens hem nog
maar over gaat, of de raad bet met bem al
of niet eens is over de benoeming van een
commissie. Hij kan nu op al hetgeen te berde
gebracbt is niet dadelijk antwoorden.
De VOORZ1TTER merkt op, dat bet bier
een kwestie van beleid betreft en dat de heer
Colsen de zaak niet juist aanpakt. Hij begint
zijn interpellatie met vragen te stellen, en
stuurt dan terstond, zonder het antwoord van
burgemeester *fen wethouders af te wachten,
dezen een commissie op bet dak. Hij ge-
looft, dat de heer Colsen verstandig zou doen,
door van zijn motie, den staart af te kappen.
De heer CODSEN ziet nog niet in, dat hrj
op den verkeerden weg is. Er behoort vol
gens hem een onderzoek te worden ingesteld,
hjj boopt althans, dat de meerderheid van den
raad met hem zal instemmen. Er zal b.v. met
waterstaat moeten worden onderhandeld over
het maken van een trottoir langs de wonin-
gen. Hij weet niet wat dan daarvan het resul-
taat zal zijn, of er zal verlangd worden, dat
de gemeente daaraan ook iets zou geven en
of hij daar voor zou zijn. Maar er moet tocb
een begin gemaakt worden.
De VOORZITTER meent, dat het toch ge-
wenscbt is, dat de heer Colsen eerst eens het
antwoord afwacht en als dat hem niet bevre-
digd, dan kan hij met zijn voorstel tot het in-
stellen eener commissie komen.
De heer GEELHOEDT betoogt, dat in ant
woord op de aanmerkingen van den heer Col
sen, dat deze een eenigszins afwijkende voor-
stelling heeft gegeven van het verloop der
zaak in de door hem aangehaalde vergade-
ring. Door hem zijn toen versehillende punten
besproken, doch de raad gaf te kennen een
particuliere commissie niet noodig te achten,
wanneer burgemeester en wethouders die
zaken zelf ter hand wilden nemen en ze dan
verder met de commissie van bij stand konden
uitwerken. Nu heeft hij het als een grief aan-
gehaald, dat de commissie van bijstand daar-
over nog niet vergaderd heeft. Dat is echter
een gevolg van het feit, dat er nog niets in
een zoodanig stadium gevorderd is, om daar-
over reeds het advies der commissie in te
winnen. Van de commissie van bijstand komt
niets, indien burgemeester en wethouders aan
haar geen voorstel inzenden. De commissie
is dus niet in gebreke.
De heer COLSEN trekt dat dan in.
De heer GEELHOEDT geeft voorts te ken
nen, dat ook burgemeester en wethouders
overtuigd zijn, dat de hoofdweg te Sluiskil
niet te breed is, maar voegt er aan toe, dat
het moeilijk zal zijn, dien weg breeder te
maken. Aan de eene zrjde heeft men het
water en aan den anderen kant de huizen. Die
kan men toch maar moeilijk achteruitzetten
Wat de electrificatie van de bruggen betreft,
is het bekend, dat de Minister van Waterstaat
voor het oogenblik niet bereul is, die tot stand
te brengen. Bij monde van den burgemeester
is daartoe reeds het verzoek gedaan, en spre-
ker zou dit gaarne tot stand gebracht zien
desnoods met eenige bijdrage van de ge
meente.
Wat betreft de drukte van het postkantoor,
ligt het naar sprekers meening niet op den
weg der gemeente om daarvoor voorzieningen
te treffen, maar behoort de directeur-generaal
der posterijen en telegrafie daarvoor te zor-
gen. Het adres om daarin voorziening te
krijgen is ook niet bij den gemeenteraad.
doch was het beter zich daarvoor te wenden
tot de Kamer van Koophandel en Fabrieken.
De reinigingsdienst, speciaal die van het
ledigen van beerputten heeft ook bij burge
meester en wethouders reeds een punt van
bespreking uitgemaakt. Onlangs heeft spre-
ker daarover Van Doeselaar gesproken, die
hem zijn meening te kennen gaf, hoe dat het
eenvoudigst zou zijn op te lossen. Daama is
een en ander door burgemeester en wethou
ders besproken, en men is tot de conclusie
gekomen, dat in de bestaande regeling veran-
dering moet komen, aangezien het voor Van
Doeselaar te druk is al het noodige werk te
verrichten.
Voorts heeft spreker kort na de vergade-
ring een conferentie gehad met een gemach-
tigde van de ammoniakfabriek, naar aanlei-
ding van besprekingen over het bouwen van
wondngen. Daarbij heeft hij te kennen gege
ven, dat, indien de onderneming woningen
wilden bouwen, zij den onbebouwden grond
kon koopen van het gemeentelijk wonmgbe-
drijf. Ook is het geheele complex, mclusief
de woningen aangeboden, doch daar werd niet
yeel voor gevoeld. Het eindresultaat der be
sprekingen was, dat door den gemachtigde
werd te kennen gegeven, dat hij een en ander
pader zou bespreken en dan per brief het be-
sluit zou worden njeegedeeld. Tot hiertoe is
echter nog geen brief ingekorpen. Er wordt
in het publiek zooveel gezegd, de een zg£t dit,
- -"der dat, er wordt ook gezegd dat ze ui
een°andere gemeente willen bouwen. Vanwege
turgemeeStSr en wethouders kan men toch
niet naar die heeren gaan met de vraag: kun-
nen we jullie met iets tegemoetkomen wil
len jullie iets van ons hebben?
De heer VAN CADSAND kan wel zeggen,
dat de oorzaak dat burgemeester en wethou
ders nog geen bericht hebben ontvangen is
gelegen in het feit, dat ze in geen geval den
Irond van de Woningbouwvereemging willen
hebben. Hij zegt dit in verband een"ede-
deeling gedaan door den heer Van clerWijk
bij spreker aan huis. Hoogst waarschijnlijk
zullen ze bouwen op een terrein onder de ge-
meente Axel. Ze stellen zich op het stand-
punt hun personeel niet te willen laten wonen
in huizen die op een uithoek staan. Ze zijn
ook bij spreker gerweest om over het koopen
van bouwgrond te spreken en juist omdat die
grond ook achter andere huizen gelegen is,
was oorzaak dat de onderhandelingen met zijn
voortgezet. Nu zou wel al grond gekocht zijn,
als het niet te duur was geweest. Hij zou zich
in deze ook niet te veel haasten en eens af-
wachten wat de heeren zelf doen.
De heer COLSEN merkt op, dat men maar
steeds de zaak verder trekt; hij heeft over
zoo iets niet gesproken. Hij heeft er alleen
voor gepleit, dat men moet probeeren aan
Sluiskil een ander aanzien te geven. Nu men
hierover spreekt, wil hij echter wel meedeelen
vemomen te hebben, dat, indien de gemeente
geneigd zou zijn den weg te verharden die
langs de woning van den directeur van de
cokesfabriek loopt, thans een smtelweg, dat
ze dan wel geneigd zouden zijn daar de wo
ningen van de ingenieurs enz. te bouwen.
De heer HAMELINK: Maar dat is onder
de gemeente Axel!
De beer COLSEN spreekt dit tegen; wat hij
bedoelt is terrein gelegen onder de gemeente
Ter Neuzen. Men brengt nu echter iets m be
spreking dat hij niet gezegd heeft. Hij heeft
gesproken over de wenschelijkheid, dat de
commissie eens een conferentie zou houden
met het gemeentebestuur van Westdorpe over
de wegen en over de beerruiming, want daar
heeft die gemeente ook belang bij. Dan heeft
bii gepleit voor de voetgangers op den njks-
weg men zou toch de paaltjes en hekjes v66r
de woningen kunnen opruimen, dan kwam er
plaats, evenals zulks in de hoofdkom is ge-
schied.
De heer GEELHOEDT merkt op, dat de
drukte van voetgangers te Sluiskil op dien
weg toch niet zoo groot is.
De heer COLSEN: Er rijden veel meer
auto's dan in de kom^
De heer GEELHOEDT: Maar hoeveel men-
schen loopen er?
De heer BEDET meent dat het loopt over
de motie en over het instellen eener commis
sie. Men heeft de zaak nu van twee kanten
gehoord. Hij apprecieert de reden die den
heer Colsen aanleiding gaven tot zijn betoog
wel niet geheel, maar hij gevoelt toch, dat
deze streeft naar het bereiken van een hoogte-
punt en hij den weg aangeeft waar het heen
moet. Maar nu komt zijn vraag naar een
aparte commissie. Spreker gevoelt niet, dat
dit den toestand zou kunnen verbeteren. Hij
meent, dat dit door de commissie van bijstand
onder leiding van burgemeester en wethou
ders best kan worden onderzocht. Hij acht
geen termen voor het instellen eener nieuwe
commissie aanwezig.
De heer VAN AKEN moet zich ook emstig
afvragen wat de bedoeling van den heer Col
sen is en is van oordeel, dat er voor bijzondere
kwesties ook wel eens iets bijzonders mag ge
daan worden. Als men niets zegt en niets doet
komt men niet verder. Hij kan er wel mede
instemmen, dat enkele personen uit den raad
als commissie worden aangewezen om een en
ander eens te onderzoeken. Spreker verwijst
er naar dat burgemeester en wethouders het
nogal druk hebben met de straten en weet
niet, of ze er dit nu nog bij kunnen nemen.
De heer DE BARKER acht electrificatie
van de bruggen ook zeer noodzakelijk.
De VOORZITTER meent, dat de raad het
daarover wel al eens Is.
De heer DE BARKER wil er in verband
daarmede alleen nog opwijzen dat dit nood
zakelijk is, omdat men anders wel eens be-
zwaar zou kunnen gaan maken om woningen
op Ter Neuzensch gebied te stichten.
De heer HAMELINK gaat op de punten
niet in, doch is van oordeel van deze kwesties
best door burgemeester en wethouders en de
commissie van bijstand kunnen behandeld
worden. Wat de straten betreft, die zijn niet
meer in voorbereiding en spreker weet niet
waarvoor een college van burgemeester en
wethouders zou dienen, indien men die alle
groote zaken uit de handen nam. De heer
Colsen zeide dat er niets, doch de heer Geel-
hoedt dat er wel wat is gedaan. Nu komt er
bij, dat de heer Colsen de commissie wil vor-
men ook door leden buiten den raad. Indien
de heer Colsen meent dat er meer aandrang
moet zijn, ziet spreker er meer aanleiding in,
dat in dit speciale geval de heer Colsen aan
de commissie van bijstand wordt toegevoegd.
Als er een commissie van 5 raadsleden zou
worden benoemd, krijgen de overige 8 leden
van die 5 het rapport voor de schenen. Hij
gelooft dat het meer in de lijn is, den heer
Colsen aan de commissie van bijstand toe te
voegen.
Met de motie zou spreker eerst kunnen in
stemmen, indien de heer Colsen zou kunnen
aantoonen, dat burgemeester en wethouders
en de commissie van bijstand nalatig zijn ge
weest, maar als dat niet kan worden aange-
toond, gaat het niet aan hen het werk uit de
handen te nemen.
Ook gevoelt spreker niet voor het benoe-
men van menschen buiten den raad in eene
commissie.
Met deze woorden wil spreker echter niet
zeggen, dat hij het niet eens is met de zaken
die door den heer Colsen zijn naar voren ge
bracht.
De heer VERLINDE merkt op dat, toen de
heer Colsen in de geheime vergadering deze
kwesties besprak, er toen te kennen gegeven
is dat de commissie van bijstand en burge
meester en wethouders een en ander zouden
behandelen, de gegevens nog zeer vaag waren.
Spreker is er inmiddels ook wel eens geweest,
maar al had men reeds toen meer geweten,
dan zou men toch zeker nog wel niet zijn
overgegaan tot het bouwen van woningen.
Spreker wist, dat burgemeester en wethou
ders over bouwgrond in onderhandeling wa
ren. Van versehillende andere thans door den
heer Colsen opgesomde zaken had men toen
geen flauw id<5e. Uit het antwoord van den
wethouder blijkt, dat burgemeester en wet
houders hebben gewerkt, doch dat er nog
niets in een zoodanig stadium is gekomen,
dat het in handen van de commissie kon wor
den gegeven.
De heer COLSEN kan, gezien de besprekin
gen over zijn interpellatie goedvinden dat er
geen aparte commissie wordt benoemd en
zulks opgedragen wordt aan burgemeester en
wethouders.
De VOORZITTER: Dus u doet ons de com
missie cadeau.
De heer GEELHOEDT merkt op, dat bur
gemeester en wethouders reeds een en ander
van het besprokene hebben behandeld en het
best alleen afkunnen, maar moet er op wijzen,
dat men er maar niet op kan aanvliegen.
De VOORZITTER veE^^t, ue heer
Colsen er zich over mag verheugen, dat hij
in de gelegenheid is geweest een en ander
over Sluiskil te zeggen en daarbij veel bijval
heeft gehad. Het gaat echter niet aan, om
op dat alles maar direct in te gaan. Hij heeft
7 zaken aangeroerd, alle van groot belang.
Daar dient dieper op te worden ingegaan. Van
de zijde van den wethouder is meegedeeld, dat
enkele punten reeds in behandeling zijn en hij
heeft meegedeeld wat er gedaan is, en de
heer Colsen mag zich gelukkig rekenen, dat er
door de besprekingen, door hem ingeleid, weer
meer druk is uitgeoefend, om met het werk
voort te gaan, zoodat hij thans zeker tevreden
kan zijn en ook zijne motie wel kan laten lig-
gen Hij heeft nu met zijn besprekingen toch
zeker reeds verkregen, dat burgemeester en
wethouders een en ander maar niet zonder
meer naast zich kunnen laten liggen.
Een paar zaken zijn er, die wat betreft
electrificatie der bruggen en die van het post
kantoor, waarvoor burgemeester en wethou
ders ook overleggen zullen met de Kamer van
Koophandel en Fabrieken, op wier weg die be-
langen liggen. Wat betreft de kwestie van het
ophalen van haardasch en straatvuil, dat zal
nader worden geregeld. Een en ander zal
voorts voet voor voet worden nagegaan en
behandeld met de commissie van bijstand.
Indien men de commissie zou vormen over-
eenkomstig het voorstel van den heer Colsen
zou er zich een moeilijkheid voordoen, dat die
haar voorstellen niet bij den raad zou kunnen
verdedigen, want dan zouden in de raadszit-
ting altijd twee leden buiten moeten blijven
staan. De heer Colsen moet wel gevoelen, dat
dit niet gaat. Bovendien hebben leden buiten
den gemeenteraad ook niet de verantwoor-
ding voor den algemeenen gang van zaken in
de gemeente die de leden van den gemeente
raad hebben. Het beste is in elk geval een
raadscommissie, maar waar de drang er met
is tot het instellen van een dergelijke commis
sie kan een en ander het best behandeld wor
den door burgemeester en wethouders, ge-
steund door de commissie van bijstand.
y,n spreker merkt dat op naar aanleiding
der vraag van den heer Van Cadsand al is
het nu ook dat het initiatief voor het oproe-
pen der commissie tot het behandelen van
zaken berust bij burgemeester en wethouders,
zoo neemt dit toch niet weg, dat de leden der
commissie individueel de vrijheid hebben om,
als ze daarvoor aanleiding meenen te hebben,
kunnen verzoeken de commissie van bijstand
bijeen te roepen tot het behandelen van een of
ander onderwerp.
Als het nu te lang zou duren, kan de heer
Colsen nader met zijn motie komen, doch spre
ker meent, dat deze thans met een blij hart
naar Sluiskil kan terugkeeren in de weten-
schap dat de door hem besproken onderwer-
pen de belangstelling van burgemeester en
wethouders en den gemeenteraad hebben.
De heer HAMELINK zou in elk geval aan-
bevelen den heer Colsen voor deze speciale
gevallen toe te voegen aan de commissie van
bijstand, en hem daar nader zjjn voorstellen,
waaromtrent hrj gegevens bezit, laten ontwik-
kelen.
De VOORZITTER geeft te kennen dat, als
burgemeester en wethouders met de commis
sie van bijstand deze punten zullen behande
len, zij de noodige voorlidhtingen zullen in-
winnen; zij zullen zich dan daarvoor zeker
ook wenden tot den heer Colsen, en voor en
kele zaken ook tot den heer Harte, den secre-
taris der Kamer van Koophandel en Fabrie
ken, die bedoelde punten reeds behandelde.
Die behandeling kan nu spoedig worden tege-
moet gezien.
De heer COLSEN wil zich wel bij den wenk
van den voorzitter neerleggen en zijn motie
terugnemen. Hij geeft nog te kennen, dat hij
die menschen buiten den raad, een vertegen-
woordiger eener fabriek en een ingenieur of
opzichter van den waterstaat aan de leden uit
den raad had willen toevoegen, omdat deze de
noodige inlichtingen over enkele zaken recht-
streeksch zouden kunnen geven.
De heer BARKER vraagt, of het de bedoe
ling is de electrificatie der bruggen door de
Kamer van Koophandel en Fabrieken te laten
beslissen. Waarvoor dient dat?
De VOORZITTER antwoordt, dat het zijn
bedoeling is, dat de twee lichamen in deze
zullen samenwerken. Men kan daarop bij
voonbaat rekenen, omdat de Kamer er zich
reeds voor heeft ge'interesseerd.
De heer DE BARKER zou daarvoor de
meest krachtige pogingen willen doen en ook
de moeite doen om desnoods tot bij de regee-
ring te gaan.
De VOORZITTER merkt op, dat enkele
heeren haast hebben en hij daarom de verga
dering zal sluiten. Indien er echter gelegen
heid hebben en hierover nog een en ander
willen hooren, kan hij hen wel in de gelegen
heid stellen.
Hij sluit de vergadering.
nantieele regeling tusschen Rijik en gemeenten
zeer waarschijnlijk een feit zal worden en
waardoor alsdan de verordening komt te ver-
vallen.
Het voorstel van den Voorzitter om, met het
oog hierop, de voorgestelde wijziging in te
trekken, werd unaniem goedgevonden.
III. Oninbare posten in verband met ach-
terstallige belastingplichtigen.
Er was een oninbare post, groot f 1, we-
gens afschaffing van een hond.
IV. Wijziging begrooting 1928.
De gewijzigde posten worden voorgelezen
en goed'gekeurd.
Vergadering van 26 Juni 1929.
Wegens onvoltalligheid kon de vergadering
van 21 Juni niet doorgaan. Thans waren alle
leden tegenwoordig, onder Voorzitterschap
van burgemeester J. Truijman.
De notulen werden ongewijzigd goedgekeurd
De agenda vermeldde:
I. Ingekomen stukken.
1. Van den Keuringsdienst van Waren te
Goes de gewijzigde begrooting over 1928 met
toelichting.
2. Van Burg, en Weth. der gemeente Axel
gewijzigde verordening voor keuring van
vleesch en vee, eveneens met toelichting.
3. Van de Gezondheidscommissie, zetelend
te Hulst, rekening en verantwoording van in-
komsten en uitgaven over 1928. Deze werd
in handen gesteld eener commissie van onder
zoek. Door den Voorzitter werden hierin be
noemd de heeren Koster, Bun en de Rooij.
4. Van den Vleeschkeuringsdienst de me-
dedeeling, dat Boschkapelle uit het voordeelig
saldo toekomt de som van 55.43.
5. Van d'e Z. VI. Tramweg Mij. het ver-
slag over het 18e boekjaar. Wordt ter inzage
gelegd.
6. Van de Vereeniging van Ned. Gemeenten
antwoord op een informatie of Boschkapelle
volgens art. 25 der Nijverheidsonderwijswet
aan de gemeente Amsterdam verschuldigd is
f 15,71 wegens deelneming van een meerder-
jarig leerling aan het onderwijs aan de Mid-
delbare Technische School aldaar. Het ant
woord hierop luidt bevestigend en is in den
breede geargumenteerd.
Eveneens wordt bevestigend geantwoord
door 't zelfde instituut op de vraag of de ge
meente Zaamslag recht heeft op navordering
van schoolgelden over de jaren 1922 tot en
met 1926. Aangeraden wordt echter alsnog
met Zaamslag overleg te plegen.
7. Van de gemeente Hontenisse een vorde
ring groot 4.59 wegens het deelnemen aan
het onderwijs aan de R.K. Meisjesschool te
Groenendijk door kinderen van den landbou-
wer C- Bruggeman.
Van Ged. Staten bericht van goedkeu-
ring der gemeentebegrooting 1929.
9. Een adres van den landbouwer Th. Ver-
bist, waarin hij wijst op het gevaar voor de
schoolgaande kinderen, teweeggebracht door de
losloopende paarden over den weg van den
Edelaehtib. heer burgemeester.
De Voorzitter weerlegt afdoend dit verwi.it
en verzekert, dat zijn paarden in bedoelde
dreef niet los naar of van de weide gedreven
worden, hetgeen de leden gaarne aannemen.
Naar aanleiding hiervan merkt de heer
Mangnus op, dat dit adres niet thuis hoort bij
den Raad, doch dat adressant zch met die
klacht wenden moet tot de politie. De leden
waren het hiermede eens.
10. Van de P.Z.E.M. de mededeeling dat
per i Juli eene nieuwe regeling in den stroom-
prijs wordt ingevoerd (verlaging).
11. Het verslag van den toestand van het
Electriciteitsbedrijf 1929. Rekening en begroo
ting. Deze wordt in handen gesteld van voor-
noemde commissie van onderzoek.
II. Behandeling van aangehouden onder-
werpen der vergadering van 17 Men
a. Een aanvraag van Al. Eeman om aan-
sluiting aan het electrisch net met gratis
lichtpunt.
Met vijf stemmen voor worden beide inge-
willigd. Dit g-af aanleiding tot een langdun-
ge gedachtewisseling over de vraag, wat net
beste is bij een aanvraag om een gratis licht
punt, dit te verleenen aan ieder bewoner dan
wel aan elk perceel. Hierbij deden zich ver-
scheidene moeielijke kwesties voor, die zoo
maar op stel en sprong niet waren op te les
sen, waarom de Voorzitter het gewenscht acht
deze zaak voorloopig eens te laten rusten, op-
dat de leden hierover eens bezadigd kunnen
nadenken. Dit wordt het beste geacht.
b. Voorstel tot wijziging der verordening
op de heffing der plaatselijke inkomstenbelas-
ting, wat betreft aftrek noodzakelijk levens-
onderhoud.
Het betreft art. 3 waarin die aftrek zou
moeten bepaald worden op f 600 in plaats van
op f 400.
Die wijzigmg werd eenerzrjds fel aange-
vochten, anderzijds warm verdedigd. De heer
de Rooij bracht voor- en tegenstanders tot
accoord door erop te wijzen, d'at weldra de fi-
V. Vaststelling besluit kasgeldleening.
iDe leening groot 12500, aangegaan bij de
Boerenleenbank alhier, vervalt op 30 Juni. De
Voorzitter stelt voor deze opnieuw aan te
gaan tot 31 Dec. 1929. Wordt goedgevonden.
Hiermede is de agenda af gewerkt. Volgt
Rondvraag.
a. De heer Stallaert informeert of met
Zaamslag aangaande navordering van school
gelden overleg zal worden gepleegd. Wordt
toe gez egd'.
b. De heer de Schepper zou, in samenwer-
king met de gemeenten Zaamslag en Stcppel-
dijk, een vaste autobusdienst willen zien inge
steld op Sluiskil, ten gerieve der aldaar uit
voornoemde gemeenten werkende ingezetenen
met geldelijiken steun der gemeente.
De Voorzitter zegt, dat hem van dit plan
reeds iets ter oore is gekomen; zet uitvoerig
uiteen hoe tot dit doel is te geraken en meent
de tolk der raadsleden te zijn, als hij in dezen
den steun der gemeente toezegt. Onder dank-
zegging belooft de heer de Schepper de ge
geven wenken op te volgen.
De Voorzitter brengt het rapport over de
Waterleiding ter tafel en vraagt, of de Raad
op het standpunt blijft betreffende de Water
leiding d'at de afgevaardigde naar de aandeel-
houdersvergadering gehouden is tegen alle
voorstellen te stemmen; zoo ja, dan stelt spr.
zijn mandaat ter beschikking, omdat op die
vergaderingen punten aan de orde komen,
waar men niet tegen stemmen kan zonder zijn
eigen meening geweld aan te doen.
De heer Mangnus: Ik voor mij zou daar
niets om geven, want de Raad heeft het op
gedragen, er is niets gemakkelijker dan dat.
De heer Stallaert geeft den Voorzitter ge-
lijk het heeft geen zin.
De heer Bun kan zich ook niet vereenigen
met dat mandaat, want, zegt spreker, ver-
onderstel eens, dat de Maatschappij ons gra
tis water wil leveren, dan zou de afgevaardig
de daar tegen moeten stemmen! (Deze opmer-
king wekte hartelijke vroolijkheid.)
De heer v. d. Wielen merkt op, dat het de
bedoeling is, ontbinding d'er Maatschappij.
De vraag van den Voorzitter in stemming
gebracht, wordt door de meerderheid beves
tigend beantwoord, waarop de burgemeester
zijn mandaat neerlegt.
Overgaande tot het kiezen van een nieuwen
afgevaardigde verkrijgen bij eerste stemming
de heeren Koster en v. d. Wielen ied'er 3 stem-
men, 1 biljet is bianco.
De heer Koster verklaart niet in aanmer-
king te willen komen. Bij een tweede stem
ming verkrijgen de heeren Bun 1, v. d. Wielen
4 en Stallaert 1 stem, zoodat de heer v. d.
Wielen als zoodanig is gekozen; hij verzoekt
evenwel een dag beraad.
De heer Stallaert, plaatsvervanger, kan de
argumenten van den Voorzitter, om te bedan
ken, apprecieeren, waarom hij zijn functie
eveneens neerlegt.
Bij le stemming voor plaatsvervanger ver
krijgen de heeren Bun 1, Mangnus 3, de Schep
per 2 en Stallaert 1 stem.
Bij 2e stemming Bun 1, Mangnus 4, de Rooij
1 en Koster 1 stem, zoodat de heer Mangnus
de meerderheid heeft en verklaart de benoe
ming te aanvaarden.
Daar niets meer te behandelen valt, sluit
de Voorzitter de vergadering.
Zoodra de planten in Mei of Juni zijn uit-
gebloeid, worden ze overgebracht naar den
tuin. Aan den voet der planten verschijnen dan
eenige uitspruitsels en deze worden er in
September afgenomen. De oude plant kan
dan meteen opgeruimd worden. De jonge uit
spruitsels worden dan ieder afzonderlijk in
een potje gezet en daarna tot aan de nacht-
vorsten in een kouden bak geplaatst. Van
hier verhuizen ze naar een koele, vorstvrije
kamer. Alleen bij felle zon schermen, overi-
gens verdragen ze het zonlicht uitstekend en
ontwitokelen zich goed. Half December kan
men op deze wij-ze reeds fraai bloeiende exem-
plaren hebben.
Het zelf opkweeken door stek of door zaaien
is een zeer aantrekkelijk werkje en naarmate
we meer ervaring krijgen, worden ook de re-
sultaten beter. Het is bovendien heelemaal
niet erg als er eens eentje sneuvelt of min
der mooi uitvalt. Bovendien is het zelf kwee-
ken een uitstekende leerschool, die onze ken-
nis omtrent het plantenleven meer verdiept,
dan het napl-uizen van studieboeken over plan-
tenverzorging etc., omdat een deel dezer boe-
ken de groote fout hebben, dat de onvoldoend
verklaarde vaktermen den leek op een dwaal-
spoor brengen.
DE KAMERTUIN.
Het kweeken van Cineraria's uit zaad
of van stek.
De tegenwoordige gekweekte Cineraria's zijn
alle afstaimmelingen van soorten ingevoerd
van de Canarische edlanden of van Kaapland.
De kleiribloemige soorten dezer uitgebreide
familie groeide in ons land op moerassige stre-
ken in het wild. De oultuur heeft het uiterlijk
der afstammelingen der gei'mporteerden aan
merkelijik verbeterd. Een goed gekweekte Cine
raria moet breed en gedrongen van groei zijn,
de bladeren groot en met vlaktken stand, de
bloemen eveneens groot, vereenigd in een ge-
sloten en vlakken tuil en zuiver van kleur zijn.
Het aantal kleuren is legio en men treft ze aan
in rood, paars, bJauw, tweekleurig of gestreept
of nagenoeg wit.
Een bloeiende Cineraria is een sieraad voor
de kamer, die het vrij lang weet uit te hou
den, mits de plant behoorlijk water krijgt en
een frissche en koele plaats heeft. Wordt aan
deze eischen niet voldaan dan verleppen de
b oemen snel. Kweeken we de planten niet
zelf, dan blijft het een betrekkelijk dure plant,
aangezien ze eenjarig is en dus na den bloei
nog waarde heeft voor de zaadwinning of voor
de stekvorming.
Om zaad te winnen verdient het aanbeve-
ling de plant in een lichte, luchtige en niet
te vochtige kas te zetten en mogen bij het
gieten de bloemen niet nat worden, doch moe
ten deze vo komen droog blijven. In een kamer
lukt het ook wel, doch minder goed. Voor
weinig centen koopt men een pakje zaad en
kan men deze moeilijkheden ontloopen. Een
bepaalde kleur der bloemen kan bezwaarlijk
worden gegarandeerd, aangezien de Cineraria
lang niet zaadvast is. Verlangen we vroeg in
het voorjaar b oeiende planten, dan zaaien we
in Juli, uiterlijk in Augustus in potten en
plaatsen deze in een kouden bak. De plantjes
groeien vrij snel, moeten beschermd worden
tegen de felle middagzon en verlangen een
vochtigen grond. Af en toe de plantjes eens
over den kop sproeien. Ze verlangen een voed-
zamen grond, moeten ruim verspeend worden,
opd'at ze zich behoor ijk en ongehinderd kun
nen ontwikkelen. Als grondsoort kan met ver
sehillende grondmengsel s nemen. Kleigras-
zodengrond met wat koemest en zand of blaa-
aarde met zand en mest is goed. Ook voed-
zame tuinaarde met vast koemest geeft uit
stekende resultaten. De grondmengsels leve
ren dus geen moeilijkheden op. Beschikken
we over een warm bakje of een warme kas,
dan kan eveneens in Januari worden gezaaid
en zijn de planten in Mei zoo ver dat ze ge-
schermd buiten de bak kunnen en ongeveer in
Augustus in bloei staan. De beroepskweeker
prefereert om financieele reden natuurlijk het
voorjaar, doch bij den amateur is dit van on-
dergeschikt belang.
Het kweeken van stek is nog gemakkelijker
en geeft bovendien meer waarborg wat de
kleur betreft en andere eigenschappen. Un-
danks dit komen er natuurlijk ook hier atwij-
kingen voor. Dit is ook juist wel aantrekke
lijk bij het zelf opkweeken. Onder de afwij
kende exemplaren
planten voor.
Vragen, deze rubriek betreffende,
kunnen door de abonne's worden
gezonden aan Dr. Te Hennepe,
Diergaardesingel 96, Rotterdam.
Postzegel van 7% cent voor ant
woord insluiten en blad vermelden,
WAT DOEN DE KUIKENS 'S NACHTS?
De vorige keer hebben we gezien hoe de kui-
kens onder een zgn. caroussel-kunstmoeder
zich gedurende den nacht gedroegen en zich
of min of meer in een cirkel opstellen of in een
gedeeltelij'ke cirkel met eilandjes er buiten.
Dit geldt dan voor de troep kuikens In zijn
geheel, doch onderling wisselen de kuikens
voortdurend van pftiats.
De kuikens in d'en warmeren tijd geboren
hebben dus neiging om in groepjes buiten de
kunstmoeder te zitten 's nachts en dan mm
of meer te verkleumen tegen den morgen. Men
vraagt zich af of het hieraan toe te schrijven
is dat laat broed kuikens als regel niet zoo
goed groeien als vroeger gebroede,
Als dit zoo is zou dus een afrastermg ge
durende den nacht rondom de kunstmoeder wel
gewenscht zijn. De kuikens kunnen dan niet
in aparte groepjes buiten de kunstmoeder ver
kleumen. Feitelijk hebben toch de laatbroed-
kuikens meer zon en langer licht dan de
vroegbroed en men zou dus verwachten dat ze
beter zouden groeien. Mogelijk dat nu deze
kunstmoeder-ervaringen een oplossing hiervan
geven. Maar uit deze schijnbaar nutteloozen
proeven wat kuikens doen volgen nog meer
practische wenken. Hoe meer kuikens namelijk
onder d'e kunstmoeder, hoe meer ze zullen
moeten zoeken naar hun boste plaatsje, hoe
meer onderlinge onrust dus. Vandaar dat dit
een bevestiging is van de oude ervaring dat
men feitelijk niet meer dan 300 kuikens onder
een scherm moet zetten.
Doch ik ga door met vragen. Nu we een-
maal dit opgemerkt hebben gaan we eens let-
ten op andere kunstmoeders, bijv. de electri-
sche, waarfoij soms het geheele d'ek boven de
kuikens egaal verwarmd wordt. Onder zoo'n
kunstmoeder is dus een gelijkmatige tempe-
ratuur. Hoe zullen nu kuikens onder zoo'n
kunstmoeder zich houden in vergelijking tot
kuikens onder een scherm Dit geldt ook voor
warmwater-kunstmoeders of andere modellen.
Gebleken is al dat in de door mij beschreven
batterij-kunstmoeders waarbij 1000 kuikens in
zes lagen boven elkaar op 1 vierkante meter
ruimte gefokt worden d'e kuikens best groeien.
Bij deze batterij-kunstmoeders, die thans al
meer en meer ook in Duitschland beginnen te
komen, heeft men of het zooeven beschreven
verwarmingstype van electrische bovenplaat-
verhitting, of men plaatst de heele batterij
of meerdere batterijen in een verwarmde
ruimte. Verder vragen we ons dan af: Zou het
niet goed zijn dat de kuikens 's nachts van
tijd tot tijd eens gaan verzitten en zich be-
wegen van warmere naar koudere plaatsen
en omgekeerd.
We zien dus dat een schijnbaar nuttelooze
proef teruslotte tot zeer belangrijke vraagstuk-
ken voerde en daardoor kwam ik er toe eens
meer aandacht te besteden aan de electrische
kunstmoeder. Men heeft daarvan in Duitsch
land thans heel eenvoudige modellen gecon-
strueerd, een eenvoudig electrisch verwarmde
plaat die men op vier steenen zet en waaronder
de kuikens kunnen gaan zitten. Ik hoop met
dit eenvoudige en goedkoope ding binnenkort
eens proeven te nemen. We komen dan dus
op zeer eenvoudige kunstmoeders, n.l. een zin-
ken bodem waarop wat turfmolm, daarboven
een gaasvloer en ddarboven het electrisch ver
warmde dek. Daarmee ben ik er nog niet,
want ik wil deze electrische kunstmoeder-proef
combineeren met een electrische opfokproef,
n.l. met nieuwe lampen die ultra violette stra-
len afgeven en betrekkelijk goedkoop zijn.
Mochten deze binnenhuisproeven gunstig ver-
loopen (in andere landen verliepen ze al heel
gunstig, doch ik probeer graag alles eerst zelf
alvorens het aan te raden) dan wordt de
slachthuisfokkerij in den winter er veel een-
voudiger door.
Mijn schroom van electrische kunstmoeders
zal ik ook nog moeten overwinnen. Tot nu
toe waren mijn resultaten daarmede niet gun
stig, doch er zijn thans nieuwere modellen in
den hand el die belangrijk beter heeten te zijn.
De door mij beschreven proeven in Massa
chusetts trokken in Amerika veel aandacht en
een d'er grootste pluimweebladen daar gmg ze
direct controleeren op het eigen proef station.
Meer en meer gaan n.l. de pluimveebladen er
toe over eieen proefstations op te nchten en
dit is een methode die ik zelf al versehillende
jaren toegepast hefo.
Zeer duidelijk is het voordeel van een der
gelijke proefinstallatie weer gebleken met de
nieuwe gaasbodems en de gelegenheid die ik nu
had met pullorum kuikens flinke proeven te
nemen. En zoo is het met alles wat op pluim-
veegebied' z.g. „uitge>vonden" wordt.
Men moet het zelf probeeren en omdat met
iedereen daartoe in de gelegenheid is moet een
groot blad over een eigen innchtmg kunnen
beschikken. Vooral ook met bet oog op min
der eerlijke adverteerders is een controle zeer
gewenscht. De Poultry Tribune nu heeft een
aparte nacht-werkman in dienst op haar proef-
station. Dit is op meer groote Amenkaansche
pluinweebedrijven het geval Deze controleert
's nachts broedmachines en kunstmoeders, rei-
nigt drink- en voerbakken, vult de voerbak-
ken, pakt eieren in, timmert, enz. een massa
kleine biiwerkjes die toch nuttig zijn.
Hier bleek nu dat hij het hierboven beschre
ven geval de kuikens buiten den rand der
kunstmoeder zitten en als de temperatuur daalt
eilandjes van opeen kruipende kuikens er bui
ten vormen, hetgeen gevaarlijk is met het oog
op kouvatten. Het op hoopjes kruipen is steeds
tegen te gaan, vandaar dat het gewenscht is
.lot dp temneratuur in de kunstmoeder goed
komen soms heel fraaie
dat de temperatuur in
g Over proeven met voortdurenden nacl^flj"
lichting van het kuikenhok die door de Pou -
try Tribune genomen werden, spreek ik, lat
wel weer eens.
Dr. TE HENNEPE.