Hail en Hot Pluimvee-rubriek. GEMEENTERAAD VAN BOSCHKAPELLE. De heer HAMELINK zou, alvorens op de zaak in te gaan, gaarne eens een antwoord van burgemeester en wethouders booren. De beer COLSEN bad geen bespreking van de door bem naar voren gebracbte punten verwacbt, aangezien bet er volgens hem nog maar over gaat, of de raad bet met bem al of niet eens is over de benoeming van een commissie. Hij kan nu op al hetgeen te berde gebracbt is niet dadelijk antwoorden. De VOORZ1TTER merkt op, dat bet bier een kwestie van beleid betreft en dat de heer Colsen de zaak niet juist aanpakt. Hij begint zijn interpellatie met vragen te stellen, en stuurt dan terstond, zonder het antwoord van burgemeester *fen wethouders af te wachten, dezen een commissie op bet dak. Hij ge- looft, dat de heer Colsen verstandig zou doen, door van zijn motie, den staart af te kappen. De heer CODSEN ziet nog niet in, dat hrj op den verkeerden weg is. Er behoort vol gens hem een onderzoek te worden ingesteld, hjj boopt althans, dat de meerderheid van den raad met hem zal instemmen. Er zal b.v. met waterstaat moeten worden onderhandeld over het maken van een trottoir langs de wonin- gen. Hij weet niet wat dan daarvan het resul- taat zal zijn, of er zal verlangd worden, dat de gemeente daaraan ook iets zou geven en of hij daar voor zou zijn. Maar er moet tocb een begin gemaakt worden. De VOORZITTER meent, dat het toch ge- wenscbt is, dat de heer Colsen eerst eens het antwoord afwacht en als dat hem niet bevre- digd, dan kan hij met zijn voorstel tot het in- stellen eener commissie komen. De heer GEELHOEDT betoogt, dat in ant woord op de aanmerkingen van den heer Col sen, dat deze een eenigszins afwijkende voor- stelling heeft gegeven van het verloop der zaak in de door hem aangehaalde vergade- ring. Door hem zijn toen versehillende punten besproken, doch de raad gaf te kennen een particuliere commissie niet noodig te achten, wanneer burgemeester en wethouders die zaken zelf ter hand wilden nemen en ze dan verder met de commissie van bij stand konden uitwerken. Nu heeft hij het als een grief aan- gehaald, dat de commissie van bijstand daar- over nog niet vergaderd heeft. Dat is echter een gevolg van het feit, dat er nog niets in een zoodanig stadium gevorderd is, om daar- over reeds het advies der commissie in te winnen. Van de commissie van bijstand komt niets, indien burgemeester en wethouders aan haar geen voorstel inzenden. De commissie is dus niet in gebreke. De heer COLSEN trekt dat dan in. De heer GEELHOEDT geeft voorts te ken nen, dat ook burgemeester en wethouders overtuigd zijn, dat de hoofdweg te Sluiskil niet te breed is, maar voegt er aan toe, dat het moeilijk zal zijn, dien weg breeder te maken. Aan de eene zrjde heeft men het water en aan den anderen kant de huizen. Die kan men toch maar moeilijk achteruitzetten Wat de electrificatie van de bruggen betreft, is het bekend, dat de Minister van Waterstaat voor het oogenblik niet bereul is, die tot stand te brengen. Bij monde van den burgemeester is daartoe reeds het verzoek gedaan, en spre- ker zou dit gaarne tot stand gebracht zien desnoods met eenige bijdrage van de ge meente. Wat betreft de drukte van het postkantoor, ligt het naar sprekers meening niet op den weg der gemeente om daarvoor voorzieningen te treffen, maar behoort de directeur-generaal der posterijen en telegrafie daarvoor te zor- gen. Het adres om daarin voorziening te krijgen is ook niet bij den gemeenteraad. doch was het beter zich daarvoor te wenden tot de Kamer van Koophandel en Fabrieken. De reinigingsdienst, speciaal die van het ledigen van beerputten heeft ook bij burge meester en wethouders reeds een punt van bespreking uitgemaakt. Onlangs heeft spre- ker daarover Van Doeselaar gesproken, die hem zijn meening te kennen gaf, hoe dat het eenvoudigst zou zijn op te lossen. Daama is een en ander door burgemeester en wethou ders besproken, en men is tot de conclusie gekomen, dat in de bestaande regeling veran- dering moet komen, aangezien het voor Van Doeselaar te druk is al het noodige werk te verrichten. Voorts heeft spreker kort na de vergade- ring een conferentie gehad met een gemach- tigde van de ammoniakfabriek, naar aanlei- ding van besprekingen over het bouwen van wondngen. Daarbij heeft hij te kennen gege ven, dat, indien de onderneming woningen wilden bouwen, zij den onbebouwden grond kon koopen van het gemeentelijk wonmgbe- drijf. Ook is het geheele complex, mclusief de woningen aangeboden, doch daar werd niet yeel voor gevoeld. Het eindresultaat der be sprekingen was, dat door den gemachtigde werd te kennen gegeven, dat hij een en ander pader zou bespreken en dan per brief het be- sluit zou worden njeegedeeld. Tot hiertoe is echter nog geen brief ingekorpen. Er wordt in het publiek zooveel gezegd, de een zg£t dit, - -"der dat, er wordt ook gezegd dat ze ui een°andere gemeente willen bouwen. Vanwege turgemeeStSr en wethouders kan men toch niet naar die heeren gaan met de vraag: kun- nen we jullie met iets tegemoetkomen wil len jullie iets van ons hebben? De heer VAN CADSAND kan wel zeggen, dat de oorzaak dat burgemeester en wethou ders nog geen bericht hebben ontvangen is gelegen in het feit, dat ze in geen geval den Irond van de Woningbouwvereemging willen hebben. Hij zegt dit in verband een"ede- deeling gedaan door den heer Van clerWijk bij spreker aan huis. Hoogst waarschijnlijk zullen ze bouwen op een terrein onder de ge- meente Axel. Ze stellen zich op het stand- punt hun personeel niet te willen laten wonen in huizen die op een uithoek staan. Ze zijn ook bij spreker gerweest om over het koopen van bouwgrond te spreken en juist omdat die grond ook achter andere huizen gelegen is, was oorzaak dat de onderhandelingen met zijn voortgezet. Nu zou wel al grond gekocht zijn, als het niet te duur was geweest. Hij zou zich in deze ook niet te veel haasten en eens af- wachten wat de heeren zelf doen. De heer COLSEN merkt op, dat men maar steeds de zaak verder trekt; hij heeft over zoo iets niet gesproken. Hij heeft er alleen voor gepleit, dat men moet probeeren aan Sluiskil een ander aanzien te geven. Nu men hierover spreekt, wil hij echter wel meedeelen vemomen te hebben, dat, indien de gemeente geneigd zou zijn den weg te verharden die langs de woning van den directeur van de cokesfabriek loopt, thans een smtelweg, dat ze dan wel geneigd zouden zijn daar de wo ningen van de ingenieurs enz. te bouwen. De heer HAMELINK: Maar dat is onder de gemeente Axel! De beer COLSEN spreekt dit tegen; wat hij bedoelt is terrein gelegen onder de gemeente Ter Neuzen. Men brengt nu echter iets m be spreking dat hij niet gezegd heeft. Hij heeft gesproken over de wenschelijkheid, dat de commissie eens een conferentie zou houden met het gemeentebestuur van Westdorpe over de wegen en over de beerruiming, want daar heeft die gemeente ook belang bij. Dan heeft bii gepleit voor de voetgangers op den njks- weg men zou toch de paaltjes en hekjes v66r de woningen kunnen opruimen, dan kwam er plaats, evenals zulks in de hoofdkom is ge- schied. De heer GEELHOEDT merkt op, dat de drukte van voetgangers te Sluiskil op dien weg toch niet zoo groot is. De heer COLSEN: Er rijden veel meer auto's dan in de kom^ De heer GEELHOEDT: Maar hoeveel men- schen loopen er? De heer BEDET meent dat het loopt over de motie en over het instellen eener commis sie. Men heeft de zaak nu van twee kanten gehoord. Hij apprecieert de reden die den heer Colsen aanleiding gaven tot zijn betoog wel niet geheel, maar hij gevoelt toch, dat deze streeft naar het bereiken van een hoogte- punt en hij den weg aangeeft waar het heen moet. Maar nu komt zijn vraag naar een aparte commissie. Spreker gevoelt niet, dat dit den toestand zou kunnen verbeteren. Hij meent, dat dit door de commissie van bijstand onder leiding van burgemeester en wethou ders best kan worden onderzocht. Hij acht geen termen voor het instellen eener nieuwe commissie aanwezig. De heer VAN AKEN moet zich ook emstig afvragen wat de bedoeling van den heer Col sen is en is van oordeel, dat er voor bijzondere kwesties ook wel eens iets bijzonders mag ge daan worden. Als men niets zegt en niets doet komt men niet verder. Hij kan er wel mede instemmen, dat enkele personen uit den raad als commissie worden aangewezen om een en ander eens te onderzoeken. Spreker verwijst er naar dat burgemeester en wethouders het nogal druk hebben met de straten en weet niet, of ze er dit nu nog bij kunnen nemen. De heer DE BARKER acht electrificatie van de bruggen ook zeer noodzakelijk. De VOORZITTER meent, dat de raad het daarover wel al eens Is. De heer DE BARKER wil er in verband daarmede alleen nog opwijzen dat dit nood zakelijk is, omdat men anders wel eens be- zwaar zou kunnen gaan maken om woningen op Ter Neuzensch gebied te stichten. De heer HAMELINK gaat op de punten niet in, doch is van oordeel van deze kwesties best door burgemeester en wethouders en de commissie van bijstand kunnen behandeld worden. Wat de straten betreft, die zijn niet meer in voorbereiding en spreker weet niet waarvoor een college van burgemeester en wethouders zou dienen, indien men die alle groote zaken uit de handen nam. De heer Colsen zeide dat er niets, doch de heer Geel- hoedt dat er wel wat is gedaan. Nu komt er bij, dat de heer Colsen de commissie wil vor- men ook door leden buiten den raad. Indien de heer Colsen meent dat er meer aandrang moet zijn, ziet spreker er meer aanleiding in, dat in dit speciale geval de heer Colsen aan de commissie van bijstand wordt toegevoegd. Als er een commissie van 5 raadsleden zou worden benoemd, krijgen de overige 8 leden van die 5 het rapport voor de schenen. Hij gelooft dat het meer in de lijn is, den heer Colsen aan de commissie van bijstand toe te voegen. Met de motie zou spreker eerst kunnen in stemmen, indien de heer Colsen zou kunnen aantoonen, dat burgemeester en wethouders en de commissie van bijstand nalatig zijn ge weest, maar als dat niet kan worden aange- toond, gaat het niet aan hen het werk uit de handen te nemen. Ook gevoelt spreker niet voor het benoe- men van menschen buiten den raad in eene commissie. Met deze woorden wil spreker echter niet zeggen, dat hij het niet eens is met de zaken die door den heer Colsen zijn naar voren ge bracht. De heer VERLINDE merkt op dat, toen de heer Colsen in de geheime vergadering deze kwesties besprak, er toen te kennen gegeven is dat de commissie van bijstand en burge meester en wethouders een en ander zouden behandelen, de gegevens nog zeer vaag waren. Spreker is er inmiddels ook wel eens geweest, maar al had men reeds toen meer geweten, dan zou men toch zeker nog wel niet zijn overgegaan tot het bouwen van woningen. Spreker wist, dat burgemeester en wethou ders over bouwgrond in onderhandeling wa ren. Van versehillende andere thans door den heer Colsen opgesomde zaken had men toen geen flauw id<5e. Uit het antwoord van den wethouder blijkt, dat burgemeester en wet houders hebben gewerkt, doch dat er nog niets in een zoodanig stadium is gekomen, dat het in handen van de commissie kon wor den gegeven. De heer COLSEN kan, gezien de besprekin gen over zijn interpellatie goedvinden dat er geen aparte commissie wordt benoemd en zulks opgedragen wordt aan burgemeester en wethouders. De VOORZITTER: Dus u doet ons de com missie cadeau. De heer GEELHOEDT merkt op, dat bur gemeester en wethouders reeds een en ander van het besprokene hebben behandeld en het best alleen afkunnen, maar moet er op wijzen, dat men er maar niet op kan aanvliegen. De VOORZITTER veE^^t, ue heer Colsen er zich over mag verheugen, dat hij in de gelegenheid is geweest een en ander over Sluiskil te zeggen en daarbij veel bijval heeft gehad. Het gaat echter niet aan, om op dat alles maar direct in te gaan. Hij heeft 7 zaken aangeroerd, alle van groot belang. Daar dient dieper op te worden ingegaan. Van de zijde van den wethouder is meegedeeld, dat enkele punten reeds in behandeling zijn en hij heeft meegedeeld wat er gedaan is, en de heer Colsen mag zich gelukkig rekenen, dat er door de besprekingen, door hem ingeleid, weer meer druk is uitgeoefend, om met het werk voort te gaan, zoodat hij thans zeker tevreden kan zijn en ook zijne motie wel kan laten lig- gen Hij heeft nu met zijn besprekingen toch zeker reeds verkregen, dat burgemeester en wethouders een en ander maar niet zonder meer naast zich kunnen laten liggen. Een paar zaken zijn er, die wat betreft electrificatie der bruggen en die van het post kantoor, waarvoor burgemeester en wethou ders ook overleggen zullen met de Kamer van Koophandel en Fabrieken, op wier weg die be- langen liggen. Wat betreft de kwestie van het ophalen van haardasch en straatvuil, dat zal nader worden geregeld. Een en ander zal voorts voet voor voet worden nagegaan en behandeld met de commissie van bijstand. Indien men de commissie zou vormen over- eenkomstig het voorstel van den heer Colsen zou er zich een moeilijkheid voordoen, dat die haar voorstellen niet bij den raad zou kunnen verdedigen, want dan zouden in de raadszit- ting altijd twee leden buiten moeten blijven staan. De heer Colsen moet wel gevoelen, dat dit niet gaat. Bovendien hebben leden buiten den gemeenteraad ook niet de verantwoor- ding voor den algemeenen gang van zaken in de gemeente die de leden van den gemeente raad hebben. Het beste is in elk geval een raadscommissie, maar waar de drang er met is tot het instellen van een dergelijke commis sie kan een en ander het best behandeld wor den door burgemeester en wethouders, ge- steund door de commissie van bijstand. y,n spreker merkt dat op naar aanleiding der vraag van den heer Van Cadsand al is het nu ook dat het initiatief voor het oproe- pen der commissie tot het behandelen van zaken berust bij burgemeester en wethouders, zoo neemt dit toch niet weg, dat de leden der commissie individueel de vrijheid hebben om, als ze daarvoor aanleiding meenen te hebben, kunnen verzoeken de commissie van bijstand bijeen te roepen tot het behandelen van een of ander onderwerp. Als het nu te lang zou duren, kan de heer Colsen nader met zijn motie komen, doch spre ker meent, dat deze thans met een blij hart naar Sluiskil kan terugkeeren in de weten- schap dat de door hem besproken onderwer- pen de belangstelling van burgemeester en wethouders en den gemeenteraad hebben. De heer HAMELINK zou in elk geval aan- bevelen den heer Colsen voor deze speciale gevallen toe te voegen aan de commissie van bijstand, en hem daar nader zjjn voorstellen, waaromtrent hrj gegevens bezit, laten ontwik- kelen. De VOORZITTER geeft te kennen dat, als burgemeester en wethouders met de commis sie van bijstand deze punten zullen behande len, zij de noodige voorlidhtingen zullen in- winnen; zij zullen zich dan daarvoor zeker ook wenden tot den heer Colsen, en voor en kele zaken ook tot den heer Harte, den secre- taris der Kamer van Koophandel en Fabrie ken, die bedoelde punten reeds behandelde. Die behandeling kan nu spoedig worden tege- moet gezien. De heer COLSEN wil zich wel bij den wenk van den voorzitter neerleggen en zijn motie terugnemen. Hij geeft nog te kennen, dat hij die menschen buiten den raad, een vertegen- woordiger eener fabriek en een ingenieur of opzichter van den waterstaat aan de leden uit den raad had willen toevoegen, omdat deze de noodige inlichtingen over enkele zaken recht- streeksch zouden kunnen geven. De heer BARKER vraagt, of het de bedoe ling is de electrificatie der bruggen door de Kamer van Koophandel en Fabrieken te laten beslissen. Waarvoor dient dat? De VOORZITTER antwoordt, dat het zijn bedoeling is, dat de twee lichamen in deze zullen samenwerken. Men kan daarop bij voonbaat rekenen, omdat de Kamer er zich reeds voor heeft ge'interesseerd. De heer DE BARKER zou daarvoor de meest krachtige pogingen willen doen en ook de moeite doen om desnoods tot bij de regee- ring te gaan. De VOORZITTER merkt op, dat enkele heeren haast hebben en hij daarom de verga dering zal sluiten. Indien er echter gelegen heid hebben en hierover nog een en ander willen hooren, kan hij hen wel in de gelegen heid stellen. Hij sluit de vergadering. nantieele regeling tusschen Rijik en gemeenten zeer waarschijnlijk een feit zal worden en waardoor alsdan de verordening komt te ver- vallen. Het voorstel van den Voorzitter om, met het oog hierop, de voorgestelde wijziging in te trekken, werd unaniem goedgevonden. III. Oninbare posten in verband met ach- terstallige belastingplichtigen. Er was een oninbare post, groot f 1, we- gens afschaffing van een hond. IV. Wijziging begrooting 1928. De gewijzigde posten worden voorgelezen en goed'gekeurd. Vergadering van 26 Juni 1929. Wegens onvoltalligheid kon de vergadering van 21 Juni niet doorgaan. Thans waren alle leden tegenwoordig, onder Voorzitterschap van burgemeester J. Truijman. De notulen werden ongewijzigd goedgekeurd De agenda vermeldde: I. Ingekomen stukken. 1. Van den Keuringsdienst van Waren te Goes de gewijzigde begrooting over 1928 met toelichting. 2. Van Burg, en Weth. der gemeente Axel gewijzigde verordening voor keuring van vleesch en vee, eveneens met toelichting. 3. Van de Gezondheidscommissie, zetelend te Hulst, rekening en verantwoording van in- komsten en uitgaven over 1928. Deze werd in handen gesteld eener commissie van onder zoek. Door den Voorzitter werden hierin be noemd de heeren Koster, Bun en de Rooij. 4. Van den Vleeschkeuringsdienst de me- dedeeling, dat Boschkapelle uit het voordeelig saldo toekomt de som van 55.43. 5. Van d'e Z. VI. Tramweg Mij. het ver- slag over het 18e boekjaar. Wordt ter inzage gelegd. 6. Van de Vereeniging van Ned. Gemeenten antwoord op een informatie of Boschkapelle volgens art. 25 der Nijverheidsonderwijswet aan de gemeente Amsterdam verschuldigd is f 15,71 wegens deelneming van een meerder- jarig leerling aan het onderwijs aan de Mid- delbare Technische School aldaar. Het ant woord hierop luidt bevestigend en is in den breede geargumenteerd. Eveneens wordt bevestigend geantwoord door 't zelfde instituut op de vraag of de ge meente Zaamslag recht heeft op navordering van schoolgelden over de jaren 1922 tot en met 1926. Aangeraden wordt echter alsnog met Zaamslag overleg te plegen. 7. Van de gemeente Hontenisse een vorde ring groot 4.59 wegens het deelnemen aan het onderwijs aan de R.K. Meisjesschool te Groenendijk door kinderen van den landbou- wer C- Bruggeman. Van Ged. Staten bericht van goedkeu- ring der gemeentebegrooting 1929. 9. Een adres van den landbouwer Th. Ver- bist, waarin hij wijst op het gevaar voor de schoolgaande kinderen, teweeggebracht door de losloopende paarden over den weg van den Edelaehtib. heer burgemeester. De Voorzitter weerlegt afdoend dit verwi.it en verzekert, dat zijn paarden in bedoelde dreef niet los naar of van de weide gedreven worden, hetgeen de leden gaarne aannemen. Naar aanleiding hiervan merkt de heer Mangnus op, dat dit adres niet thuis hoort bij den Raad, doch dat adressant zch met die klacht wenden moet tot de politie. De leden waren het hiermede eens. 10. Van de P.Z.E.M. de mededeeling dat per i Juli eene nieuwe regeling in den stroom- prijs wordt ingevoerd (verlaging). 11. Het verslag van den toestand van het Electriciteitsbedrijf 1929. Rekening en begroo ting. Deze wordt in handen gesteld van voor- noemde commissie van onderzoek. II. Behandeling van aangehouden onder- werpen der vergadering van 17 Men a. Een aanvraag van Al. Eeman om aan- sluiting aan het electrisch net met gratis lichtpunt. Met vijf stemmen voor worden beide inge- willigd. Dit g-af aanleiding tot een langdun- ge gedachtewisseling over de vraag, wat net beste is bij een aanvraag om een gratis licht punt, dit te verleenen aan ieder bewoner dan wel aan elk perceel. Hierbij deden zich ver- scheidene moeielijke kwesties voor, die zoo maar op stel en sprong niet waren op te les sen, waarom de Voorzitter het gewenscht acht deze zaak voorloopig eens te laten rusten, op- dat de leden hierover eens bezadigd kunnen nadenken. Dit wordt het beste geacht. b. Voorstel tot wijziging der verordening op de heffing der plaatselijke inkomstenbelas- ting, wat betreft aftrek noodzakelijk levens- onderhoud. Het betreft art. 3 waarin die aftrek zou moeten bepaald worden op f 600 in plaats van op f 400. Die wijzigmg werd eenerzrjds fel aange- vochten, anderzijds warm verdedigd. De heer de Rooij bracht voor- en tegenstanders tot accoord door erop te wijzen, d'at weldra de fi- V. Vaststelling besluit kasgeldleening. iDe leening groot 12500, aangegaan bij de Boerenleenbank alhier, vervalt op 30 Juni. De Voorzitter stelt voor deze opnieuw aan te gaan tot 31 Dec. 1929. Wordt goedgevonden. Hiermede is de agenda af gewerkt. Volgt Rondvraag. a. De heer Stallaert informeert of met Zaamslag aangaande navordering van school gelden overleg zal worden gepleegd. Wordt toe gez egd'. b. De heer de Schepper zou, in samenwer- king met de gemeenten Zaamslag en Stcppel- dijk, een vaste autobusdienst willen zien inge steld op Sluiskil, ten gerieve der aldaar uit voornoemde gemeenten werkende ingezetenen met geldelijiken steun der gemeente. De Voorzitter zegt, dat hem van dit plan reeds iets ter oore is gekomen; zet uitvoerig uiteen hoe tot dit doel is te geraken en meent de tolk der raadsleden te zijn, als hij in dezen den steun der gemeente toezegt. Onder dank- zegging belooft de heer de Schepper de ge geven wenken op te volgen. De Voorzitter brengt het rapport over de Waterleiding ter tafel en vraagt, of de Raad op het standpunt blijft betreffende de Water leiding d'at de afgevaardigde naar de aandeel- houdersvergadering gehouden is tegen alle voorstellen te stemmen; zoo ja, dan stelt spr. zijn mandaat ter beschikking, omdat op die vergaderingen punten aan de orde komen, waar men niet tegen stemmen kan zonder zijn eigen meening geweld aan te doen. De heer Mangnus: Ik voor mij zou daar niets om geven, want de Raad heeft het op gedragen, er is niets gemakkelijker dan dat. De heer Stallaert geeft den Voorzitter ge- lijk het heeft geen zin. De heer Bun kan zich ook niet vereenigen met dat mandaat, want, zegt spreker, ver- onderstel eens, dat de Maatschappij ons gra tis water wil leveren, dan zou de afgevaardig de daar tegen moeten stemmen! (Deze opmer- king wekte hartelijke vroolijkheid.) De heer v. d. Wielen merkt op, dat het de bedoeling is, ontbinding d'er Maatschappij. De vraag van den Voorzitter in stemming gebracht, wordt door de meerderheid beves tigend beantwoord, waarop de burgemeester zijn mandaat neerlegt. Overgaande tot het kiezen van een nieuwen afgevaardigde verkrijgen bij eerste stemming de heeren Koster en v. d. Wielen ied'er 3 stem- men, 1 biljet is bianco. De heer Koster verklaart niet in aanmer- king te willen komen. Bij een tweede stem ming verkrijgen de heeren Bun 1, v. d. Wielen 4 en Stallaert 1 stem, zoodat de heer v. d. Wielen als zoodanig is gekozen; hij verzoekt evenwel een dag beraad. De heer Stallaert, plaatsvervanger, kan de argumenten van den Voorzitter, om te bedan ken, apprecieeren, waarom hij zijn functie eveneens neerlegt. Bij le stemming voor plaatsvervanger ver krijgen de heeren Bun 1, Mangnus 3, de Schep per 2 en Stallaert 1 stem. Bij 2e stemming Bun 1, Mangnus 4, de Rooij 1 en Koster 1 stem, zoodat de heer Mangnus de meerderheid heeft en verklaart de benoe ming te aanvaarden. Daar niets meer te behandelen valt, sluit de Voorzitter de vergadering. Zoodra de planten in Mei of Juni zijn uit- gebloeid, worden ze overgebracht naar den tuin. Aan den voet der planten verschijnen dan eenige uitspruitsels en deze worden er in September afgenomen. De oude plant kan dan meteen opgeruimd worden. De jonge uit spruitsels worden dan ieder afzonderlijk in een potje gezet en daarna tot aan de nacht- vorsten in een kouden bak geplaatst. Van hier verhuizen ze naar een koele, vorstvrije kamer. Alleen bij felle zon schermen, overi- gens verdragen ze het zonlicht uitstekend en ontwitokelen zich goed. Half December kan men op deze wij-ze reeds fraai bloeiende exem- plaren hebben. Het zelf opkweeken door stek of door zaaien is een zeer aantrekkelijk werkje en naarmate we meer ervaring krijgen, worden ook de re- sultaten beter. Het is bovendien heelemaal niet erg als er eens eentje sneuvelt of min der mooi uitvalt. Bovendien is het zelf kwee- ken een uitstekende leerschool, die onze ken- nis omtrent het plantenleven meer verdiept, dan het napl-uizen van studieboeken over plan- tenverzorging etc., omdat een deel dezer boe- ken de groote fout hebben, dat de onvoldoend verklaarde vaktermen den leek op een dwaal- spoor brengen. DE KAMERTUIN. Het kweeken van Cineraria's uit zaad of van stek. De tegenwoordige gekweekte Cineraria's zijn alle afstaimmelingen van soorten ingevoerd van de Canarische edlanden of van Kaapland. De kleiribloemige soorten dezer uitgebreide familie groeide in ons land op moerassige stre- ken in het wild. De oultuur heeft het uiterlijk der afstammelingen der gei'mporteerden aan merkelijik verbeterd. Een goed gekweekte Cine raria moet breed en gedrongen van groei zijn, de bladeren groot en met vlaktken stand, de bloemen eveneens groot, vereenigd in een ge- sloten en vlakken tuil en zuiver van kleur zijn. Het aantal kleuren is legio en men treft ze aan in rood, paars, bJauw, tweekleurig of gestreept of nagenoeg wit. Een bloeiende Cineraria is een sieraad voor de kamer, die het vrij lang weet uit te hou den, mits de plant behoorlijk water krijgt en een frissche en koele plaats heeft. Wordt aan deze eischen niet voldaan dan verleppen de b oemen snel. Kweeken we de planten niet zelf, dan blijft het een betrekkelijk dure plant, aangezien ze eenjarig is en dus na den bloei nog waarde heeft voor de zaadwinning of voor de stekvorming. Om zaad te winnen verdient het aanbeve- ling de plant in een lichte, luchtige en niet te vochtige kas te zetten en mogen bij het gieten de bloemen niet nat worden, doch moe ten deze vo komen droog blijven. In een kamer lukt het ook wel, doch minder goed. Voor weinig centen koopt men een pakje zaad en kan men deze moeilijkheden ontloopen. Een bepaalde kleur der bloemen kan bezwaarlijk worden gegarandeerd, aangezien de Cineraria lang niet zaadvast is. Verlangen we vroeg in het voorjaar b oeiende planten, dan zaaien we in Juli, uiterlijk in Augustus in potten en plaatsen deze in een kouden bak. De plantjes groeien vrij snel, moeten beschermd worden tegen de felle middagzon en verlangen een vochtigen grond. Af en toe de plantjes eens over den kop sproeien. Ze verlangen een voed- zamen grond, moeten ruim verspeend worden, opd'at ze zich behoor ijk en ongehinderd kun nen ontwikkelen. Als grondsoort kan met ver sehillende grondmengsel s nemen. Kleigras- zodengrond met wat koemest en zand of blaa- aarde met zand en mest is goed. Ook voed- zame tuinaarde met vast koemest geeft uit stekende resultaten. De grondmengsels leve ren dus geen moeilijkheden op. Beschikken we over een warm bakje of een warme kas, dan kan eveneens in Januari worden gezaaid en zijn de planten in Mei zoo ver dat ze ge- schermd buiten de bak kunnen en ongeveer in Augustus in bloei staan. De beroepskweeker prefereert om financieele reden natuurlijk het voorjaar, doch bij den amateur is dit van on- dergeschikt belang. Het kweeken van stek is nog gemakkelijker en geeft bovendien meer waarborg wat de kleur betreft en andere eigenschappen. Un- danks dit komen er natuurlijk ook hier atwij- kingen voor. Dit is ook juist wel aantrekke lijk bij het zelf opkweeken. Onder de afwij kende exemplaren planten voor. Vragen, deze rubriek betreffende, kunnen door de abonne's worden gezonden aan Dr. Te Hennepe, Diergaardesingel 96, Rotterdam. Postzegel van 7% cent voor ant woord insluiten en blad vermelden, WAT DOEN DE KUIKENS 'S NACHTS? De vorige keer hebben we gezien hoe de kui- kens onder een zgn. caroussel-kunstmoeder zich gedurende den nacht gedroegen en zich of min of meer in een cirkel opstellen of in een gedeeltelij'ke cirkel met eilandjes er buiten. Dit geldt dan voor de troep kuikens In zijn geheel, doch onderling wisselen de kuikens voortdurend van pftiats. De kuikens in d'en warmeren tijd geboren hebben dus neiging om in groepjes buiten de kunstmoeder te zitten 's nachts en dan mm of meer te verkleumen tegen den morgen. Men vraagt zich af of het hieraan toe te schrijven is dat laat broed kuikens als regel niet zoo goed groeien als vroeger gebroede, Als dit zoo is zou dus een afrastermg ge durende den nacht rondom de kunstmoeder wel gewenscht zijn. De kuikens kunnen dan niet in aparte groepjes buiten de kunstmoeder ver kleumen. Feitelijk hebben toch de laatbroed- kuikens meer zon en langer licht dan de vroegbroed en men zou dus verwachten dat ze beter zouden groeien. Mogelijk dat nu deze kunstmoeder-ervaringen een oplossing hiervan geven. Maar uit deze schijnbaar nutteloozen proeven wat kuikens doen volgen nog meer practische wenken. Hoe meer kuikens namelijk onder d'e kunstmoeder, hoe meer ze zullen moeten zoeken naar hun boste plaatsje, hoe meer onderlinge onrust dus. Vandaar dat dit een bevestiging is van de oude ervaring dat men feitelijk niet meer dan 300 kuikens onder een scherm moet zetten. Doch ik ga door met vragen. Nu we een- maal dit opgemerkt hebben gaan we eens let- ten op andere kunstmoeders, bijv. de electri- sche, waarfoij soms het geheele d'ek boven de kuikens egaal verwarmd wordt. Onder zoo'n kunstmoeder is dus een gelijkmatige tempe- ratuur. Hoe zullen nu kuikens onder zoo'n kunstmoeder zich houden in vergelijking tot kuikens onder een scherm Dit geldt ook voor warmwater-kunstmoeders of andere modellen. Gebleken is al dat in de door mij beschreven batterij-kunstmoeders waarbij 1000 kuikens in zes lagen boven elkaar op 1 vierkante meter ruimte gefokt worden d'e kuikens best groeien. Bij deze batterij-kunstmoeders, die thans al meer en meer ook in Duitschland beginnen te komen, heeft men of het zooeven beschreven verwarmingstype van electrische bovenplaat- verhitting, of men plaatst de heele batterij of meerdere batterijen in een verwarmde ruimte. Verder vragen we ons dan af: Zou het niet goed zijn dat de kuikens 's nachts van tijd tot tijd eens gaan verzitten en zich be- wegen van warmere naar koudere plaatsen en omgekeerd. We zien dus dat een schijnbaar nuttelooze proef teruslotte tot zeer belangrijke vraagstuk- ken voerde en daardoor kwam ik er toe eens meer aandacht te besteden aan de electrische kunstmoeder. Men heeft daarvan in Duitsch land thans heel eenvoudige modellen gecon- strueerd, een eenvoudig electrisch verwarmde plaat die men op vier steenen zet en waaronder de kuikens kunnen gaan zitten. Ik hoop met dit eenvoudige en goedkoope ding binnenkort eens proeven te nemen. We komen dan dus op zeer eenvoudige kunstmoeders, n.l. een zin- ken bodem waarop wat turfmolm, daarboven een gaasvloer en ddarboven het electrisch ver warmde dek. Daarmee ben ik er nog niet, want ik wil deze electrische kunstmoeder-proef combineeren met een electrische opfokproef, n.l. met nieuwe lampen die ultra violette stra- len afgeven en betrekkelijk goedkoop zijn. Mochten deze binnenhuisproeven gunstig ver- loopen (in andere landen verliepen ze al heel gunstig, doch ik probeer graag alles eerst zelf alvorens het aan te raden) dan wordt de slachthuisfokkerij in den winter er veel een- voudiger door. Mijn schroom van electrische kunstmoeders zal ik ook nog moeten overwinnen. Tot nu toe waren mijn resultaten daarmede niet gun stig, doch er zijn thans nieuwere modellen in den hand el die belangrijk beter heeten te zijn. De door mij beschreven proeven in Massa chusetts trokken in Amerika veel aandacht en een d'er grootste pluimweebladen daar gmg ze direct controleeren op het eigen proef station. Meer en meer gaan n.l. de pluimveebladen er toe over eieen proefstations op te nchten en dit is een methode die ik zelf al versehillende jaren toegepast hefo. Zeer duidelijk is het voordeel van een der gelijke proefinstallatie weer gebleken met de nieuwe gaasbodems en de gelegenheid die ik nu had met pullorum kuikens flinke proeven te nemen. En zoo is het met alles wat op pluim- veegebied' z.g. „uitge>vonden" wordt. Men moet het zelf probeeren en omdat met iedereen daartoe in de gelegenheid is moet een groot blad over een eigen innchtmg kunnen beschikken. Vooral ook met bet oog op min der eerlijke adverteerders is een controle zeer gewenscht. De Poultry Tribune nu heeft een aparte nacht-werkman in dienst op haar proef- station. Dit is op meer groote Amenkaansche pluinweebedrijven het geval Deze controleert 's nachts broedmachines en kunstmoeders, rei- nigt drink- en voerbakken, vult de voerbak- ken, pakt eieren in, timmert, enz. een massa kleine biiwerkjes die toch nuttig zijn. Hier bleek nu dat hij het hierboven beschre ven geval de kuikens buiten den rand der kunstmoeder zitten en als de temperatuur daalt eilandjes van opeen kruipende kuikens er bui ten vormen, hetgeen gevaarlijk is met het oog op kouvatten. Het op hoopjes kruipen is steeds tegen te gaan, vandaar dat het gewenscht is .lot dp temneratuur in de kunstmoeder goed komen soms heel fraaie dat de temperatuur in g Over proeven met voortdurenden nacl^flj" lichting van het kuikenhok die door de Pou - try Tribune genomen werden, spreek ik, lat wel weer eens. Dr. TE HENNEPE.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1929 | | pagina 6