ALGEIMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. STE R-TABaK No 8383 69e Jaargang Vrijdag 7 Juni 1929 Eerste Blad. ilPglH? A80MNEMENTSPRIJS: Het Taylorstelsel. FEUILLETON. Nede. rla nd rcokt BINHEHLAND. smaakt als room Binnen Ter Neuzen f 1 40 per 3 maanden - Buiten Ter Neuzen fr. per post f 1,80 per 3 maanden - Bij vooruitbetaling fr. per post 6,60 per jaar Voor ^elflie en Amerika f 2,25, overige landen /2.60 per 3 maanden fr. per post - Abonnementen voor het buitenland alleen bi, vooruitbetaling. Dit blad verschijnt iederen Maandag-, Woensdaq- en Vnjdaqavond. In zijn altijid zoo lezenswaardiqe Eco nomische Kroniek in ..Stemmeri des Tijds van Mei dezes jaars heeft de bekende Prof. IDiepenhorst, hoogleeraar aan de Vrije Universiteit, er op qewezen welk een merkwaardige verschuivinq er ten alien tijde plaats vindt, maar toch wel in het bijzonder de laatste een en een kwart eeuw heeft plaats qevonden ten aanzien van de invoerinq van nieuwigheden, ook op het qebied van het sociale en econo mische ieven. Niet zoo bekenid is mis- schien, welk een enorm verzet er rees, ook hier te lande, teqen de invoerinq van stoomiwerktuiqen, en het is nog geen vijf en twintiq jaar qeleden, dat er te Rotter dam een staking uitbrak bij de haven- arbeiders ter oorzaak van de invoerinq der graanelevators. In Enqeland en het ge'heele Britsche rijk werd honderd jaar geleden een ernstiq verzet gevoerd teqen >de aanschaffinq en tewerkstelling van stoommiachinesfabrieken werden bele- gerd en zelfs verwoest, en een instelling, die overigens breed was van opvattinq en niet klein van blik als de Kamer van Koophandel te Rotterdam, protesteerde heftiq tegen het feit, dat aan een stoom- boot van en naar den Bosch een vaste ligiplaats zou worden toegewezen in een der havens van de tweede koopstad ides rijks. Zoo werkgevers als werknemers en hier te lande en elders duehtten groot krwaad en enorme schade van de invoe rinq van stoomwerktuigen, en ook de eer ste spoortreinen werden door niet weini- gen gehaatde koeien zoo vreesde men zouiden schrikachtig worden door het voorbijsnellen van treinen lanqs de anders zoo rustiqe weilanden, en de dampkring zou voor mensch en dier ten zeerste worden verontreinigd, zoodat de gezond'heidstoestanid ernstiq zou worden benadeeld. Hoe anders is dat alles nu geworden, en hoe maq ons deze wijziging in houding er dus zeker wel toe brenqen om wat voorzichtiger te worden in onze eigen verhouding tegenover nieuwe verschijnse- len, op welk qebied ook. Men maq dan misschien nog niet a lie heil verwachten alleen van het nieuwste of allernieuwste, wij zullen toch zeker wel qoed doen om ons niet in alle gevallen huiveriq afzijdiq te houden, om dan later en na korten tijd soms reeds tot de ontdekking te komen, dat wij nu toch wel weer moeten mee- doen. Een man, die zeker zich niet afzijdiq heeft gehouiden en die deel heeft genomen aan het voile economische leven van zijn tijd, is de persoon, die zijn naam heeft ge geven aan het boven dit artikel vermeld kelsel Frederik Winslow Taylor, een afstammeling van een der oude Quaker, families in Philadelphia. Twee jaar schoolonderwijs kreeg deze zwerver slechts in Frankrijk en Duitschland, waar- na hij anderhalf jaar reisde in Italie, Zwit- serland, Noorwegen, Enqeland, Frankrijk Duitschland en... Australie Na deze reizen kwam hij weer in Duitschland, waar hij zich qinq voorbereiden voor Har vard. Maar na een inqespannen studie van 2 jaar kreeq hij een oogziekte, die hem noodzaakte de studie te staken. Weer keerde hij naar Philadelphia toen teruq, hij als werkman in dienst trad bij waar Uit het Enqelsch door E. PHILLIPS OPPENHEIM. een machinefabriek. Zijn bezigheden waren nu geworden's morqens het draaisel bijeenveqen, de noodige materia- len bijeenbrengen en hier en daar de werklieden helpen. Hier was hij dus wel midden in de arbeiderswereld geplaatst. Het was ook hier, dat hij rijke ervarin- gen opdeed van al de arbeidersqewoon- ten, en hij beschouwt deze jaren dan ook zelf als de beste school, die hij heeft door- loopen. Door zijn ijzeren enerqie hij wordt door een van de beschrijvers van zijn stelsel qeteekend als hebbende ,,een jongensachtig uiterlij'k, een slank fiquur, doch steviq en krachtiq als een stalen veer, met een eigenaardigen lichten, vlug- gen tred, grijze oogen en een rechthoe- kigen kin wist hij zich van de laagste plaats af op te werken tot de hooqste posities in de faforiek. Hij heeft gewerkt als arbeider, machinist, baas, voorman, totdat hij eindelijk hoofdinqenieur werd van de Groote Staalwerken van de Mid- vale Company. Hiervoor was een qraad de vereischte, dien hij dan ook, na twee en een half jaar 's nachts gestudeerd te hebben, behaalde. Hij was toen Mecha nical Engeneer van het Stevens Institute. Tijdens den oorlog is hij overleden in een hospitaal te Philadelphia aan lonqontste- king op 21 Maart 1915. Taylor is een man geweest, die reeds, i vooral als leerlinq, in de machinefa briek te Philadelphia, waar hij arbeider was met de arbeiders, scherp heeft waar- genomen, wat er rondom hem was en voonviel. Hier heeft hij vele qoede eiqen- schappen van de werklieden leeren waar- deeren; hier heeft hij hunne belanqen leeren kennen, maar hier heeft hij ook hun fouten en sleehte eigenschappen heel goed gezien. Rijipe kennis van arbeidstoe- standen en anbeidsqewoonten heeft hij zoodoende opqedaan. En heel kort heeft hij die ervaring samenqevat in het zinne- tje, dat wij telkens en tel'kens in zijn qe- schriften teqenkomen: ,,bij alle arbeids- verrichtingen van den mensch wordt veel te veel gnergie onnoodiq verbruikt en gaat daardoor ook veel te veel tijd on noodiq verloren." Taylor is van meening, en hij heeft dat ook door proeven zooals wij zoo aan- stonds zullen mededeelen -qestaafd, dat de productie van den enkeling gemiddeld slechts de helft of een derde is van wat zij zijn kon en daarom ook ibehoorde te wezen. Dit onnoodige energie-verlies was Taylor een doorn in het oog, en waaraan zouden nu deze qerinqe arbeidsresultaten zijn toe te sohrijven? Taylor noemt tweeerlei oorzaak. Zoo qeeft hij ten eer ste aan, dat er kan zijn onwetendheid omtrent de meest economische wijze om een zekeren arbeid te verrichten, en ge- looft hij in de tweede plaats, dat er ook wel degelijk een opzettelijke inperkinr der productie kan bestaan van de zijde der arbeiders. Heel openhartig spreekt Taylor van een systematisch luieren, .lijntrekken" (zooals men het vooral onder dienst noemt), welke lijntrekkerij vaak een systeem werd, als hooqere poli- tiek beoefend. En het wil Taylor voor- komen, dat aan dit systematische luieren, een gevolq van onderlinqe afspraak, een bestaansmogelijkheid werd geschonken hiervandaan, dat het ,,beheeren niet als een wetenschap wordt beschouwd. En hij verwerpt de oude zienswijze, die beweert, dat het punt, waar alles om draait in een bedrijf, zou zijn om een qeschikt persoon aan het hoofd van een onderneming te hebben, en dat dan de methode veiliq in zijn handen verder kon worden overge- laten. Taylor acht de methode primair en den persoon secundair. Dus wil hij de wetenschap niet alleen zien toeqepast op de techniek, maar ook op heel den menschelijken arbeid; en wenscht hij, dat precies bepaald zal kun- nen worden, hoe lanq een zeker werk zal moeten duren. Wij willen Taylor nu zelf woordelijk enkele ervarinqen uit zijn praktijk laten mededeelen. ,,Een enerqiek man", zoo deelt hij mede, „wiens tijden hij opnam, liep bij het qaan van en naar het werk j met een snelheid van 3 a 4 ,mijl per uur, j en niet zelden draafde hij idan na een hee- len werlkdaq nog naar huis teruq. Maar j op het werk verminderde hij onmiddellijk j zijn snelheid tot een mijl per uur. Reed j hij met een qeladen kruiwagen, dan liep j hij flinik, zelfs als het teqen een heuvel opging, met het doel om zoo kort moqelijk j belast te zijn. Bij het teruggaan vermin- derde hij echter zijn tempo tot een mijl j per uur, nam hij elke gelegenheid tot j 1 vertraging waar, en qinq hij zelfs zoo nu j en dan eens zitten. Om zeker te zijn, dat hij niet meer deed dan zijn luie buurman, dwonq hij zichzelf om lanqzaam te zijn Van qeheel anderen aard zijn de voor- beelden, waarmede Taylor aantoont, hoe door gebrek aan systeem zekere hande- lingen oneconomisch kunnen worden ver- richt, waardoor veel tijd verloren qaat. Onophoudelijk zaq Taylor een werkman zijn bank stilzetten en naar den werk- meester zoeken om inlichtingen te vra- gen, welk werk hij nu onderhanden moest nemen. En zoo had hij tal van zware grieven tegen het karakter van den huidigen menschelijken arbeid. Alleen is natuurlijk nu de vraaq, of Taylors waarnemingen juist zijn geweest. Hebben we bij dit alles niet met inbeel- ding en met een zekere vooringenomen- heid te doen? Door middel van tal van proefnemingen heeft Taylor getracht te bewijzen, dat zijn denkbeelden qeen fic- ties waren, en heeft hij zijn beweringen met feiten qestaafd. Hij is begonnen met proeven, die veel geld kostten, maar dit benoodigde is hem verstrekt, toen hij maar eenmaal als hoofdinqenieur in dat groote bedrijf werkzaam was. Hij ver- j zocht toen aan de firma hem gelegenheid j te geven om naar de beste arbeidsme- j thode een onderzoek in te stellen. Hij rekende voor dit onderzoek zes maan- den, doch eerst na 26 jaar kwam het i oogeniblik, waarop hij durfde zeggen, dat hij zijn doel had bereikt. Bij dit on derzoek werden tusschen de dertig en veertig duizend proeven genomen, 365 duizend K.G. staal of ijzer tot splinters verwerkt en ruim f 400.000 onkosten ge- maakt. Toch liet de firma hem gaarne zijn gang gaan, omdat hij telkens belangrijke ontdekkingen deed, die tot verhooging- van de productie leididen en daardoor de onkosten weer ruimschoots vergoedden. INGEZONDEN MED EDEELINGEN. a. ze om 16) Vervolg. De oogen van den kleinen man schit- terden van ingehouden lachen. Eindelijk kon hij zich niet langer inhouden; toen hij klaar was legde hij zijn hand op den arm van Bliss. ,,Heel verstandig", zeide hij. „Ik zou hetzelf'de doen, als ik in uw plaats was, alleen zou ik niet zoo handig zijn. Hoe denkt u over een bankbiljet van tien pond ,,Hoe ik over een bankbiljet van tien pond denk?" herhaalde Bliss verbaasd. Zijn metgezel haalde een bankbiljet uit zijn vestzakje, haalde het uit elkaar, streek het zooveel moqelijk glad, keek er gewich- tig naar en stopte het weer weg. Zullen we er eentje pakken?" vroeg hij, terwijl hij op het trottoir vlak voor een cafetje staan bleef. ,,Goedzeide Bliss, terwijl hij de por- tiek binnenging en de deur openduwde, „maar voor mijn rekening, u heeft de si- gaar gegeven." ,,Neen, dat zal niet gaan. Ik tracteer' hield de kleine man aan. ,,Ik heb trek in een whisky-soda, Wat moet u hebben? Laten we hier gaan zitten." ibeheer vaak zoo gebrekkig zijn, dat de arbeiders haast wel noodzaken „de lijn te trekken". b. omdat het beheer absoluut niet weet, in hoeveel tijd een stuk arbeid kan wora'en verricht. Dat zoo verregaande onwetendheid zoowel van den kant van den werknemer als van de zijde van den wertkgever bestaat, komt volgens Taylor ,,lk ook een whisky-soda- antwoordde i Bliss. „U hadt het zoo even over een bankbiljet van tien pond." De kleine man zette zijn ellebogen op tafel en boog ziah voorover. ,,Ik heet Johnson", kondigde hij aan. ,,Aangenaam. Mijn naam is Bliss." „We zullen al dien poespas nu maar ter zijde schuiven en meteen ter zake komen", ging mr. Johnson door. „Ik ben in betrek- king bij een informatie-bureau. We heb ben de opdracht gekregen om naar het doen en laten van Mr. Cockeril te infor- meeren en we zijn van plan goed ervooc te betalen." Met een gebaar van weerzin schoof Bliss zijn glas weg. „De whisky-soda kost zes pence", zeide hij, „en de sigaar waarschijnlijk niet meer dan drie. t Is uw eigen schuld, dat u een noodelooze uitgave van negen pence ge- maakt hebt. Goeden avond." Bliss stapte met het kalmste gezicht ter wereld het cafe uit en wandelde naar huis. Hij feliciteerde zichzelf met de handige manier waarop hij den kleinen man afge- poeierd had, maar ondanks zijn tevreden- heid kon hij dien nacht niet slapen. Den volgenden mor'gen vroeg hij mr. Cockeril te spreken. „Heeft u een oogenblik tijd voor me, mijnheer?" Verschrikt keek mr. Cockeril op. Zijn eerste zorg was voor de vogels. „Is er iets met Tommy?" vroeg hij. ,Het leek me toe, dat hij gisteren al wat hangerig was." mankeeren niets,ant- .Tommy zit buiten op omdat de huidige systemen van Deze proeven en onderzoekmgen, hoe be- langrijk ook op zichzelf, kunnen nu na- tuurlijlk niet te veel onze aandacht in be- slag nemen. Meer tbelang dan in Taylor's bevindingen met en uitvjnderijen van ge- schikte werktuigen, stellen wij in zijn be- studeering van de arbeidsmethode. En dan is daarbij wel het meest bekend ge worden Taylors proefneming met het versjouwen van gietelingen aan de Bethlehem Steel Works. Het eerste, wat hij deed, was dit versjouwen van giete lingen te doen geschieden in „taakwerkj en een ploeg van 45 man was idaarmede belast. Het werk bestond hieruit: een gieteling opnemen van een grooten hoop, een eindje wegdragen een plank op, die schuin tegen een wagon was geplaatst, en dan neerwerpen in de wagon. Het re- sultaat was: pl.m. 12V2 ton per man en per dag gemiddeld. Na een nauwkeurige bewegings-, tijds- en vermoeidheidsstudie bleek het aan Taylor, dat een eerste klas arbeider, dus een, die op de meest doel- matige wijze werkte, 47 a 48 ton per dag zou kunnen versjouwen, dat is dus bijna vier keer het gemiddelde. Na zorgvuldi- ge schifting koos Taylor uit die 75 arbei ders een zelkeren Smit, een Hollander oor- spronkelijik. Taylor maakte hem duide- lijlk, dat hij zijn eigen manier van wer ken zou moeten opgeven, en alleen maar zou moeten doen, wat zijn werkmeester hem gelastte. Dat werd goed afgespro- ken, en Smit deed nu alles, wat hem werd gezegd, en werkte dus volgens de me thode, die Taylor na zorgvuldige analyse en synthese als de doelmatigste had qe vonden. Er werd bevolen: neem een blok op. En Smit deed het. Loop! En Smit liep. Neerwerpen! en Smit wierp neer. Rust. En dan rustte Smit. Zoo werkte die man nu een ganschen dag door onder lei- ding van zijn werkmeester en met inacht- neming van gedwongen rustpoozen, ten- einde oververmoeidheid te voorkomen, waardoor het arbeidsresultaat weer min der zou worden. Op die wijze haalde Smit de 48 ton. Gillbreth, een van de leerlinq en en geestverwanten van Taylor, heeft een speciale studie gemaakt van het metselen, dat oeroude ambacht, dat van de eene generatie op de andere alle eeuwen door beoefend is geworden, en dat zich door de langidurige praktijk toch zeker wel zoodanig heeft kunnen ontwikkelen, dat in de arbeidsmethode van dit vak moeilijk _jq verbetering zou kunnen worden aan- gebracht. Metselen, niet waar, ieder van is denkt: daarover kan moeilijk meer iets nieuws worden ten beste gegeven! En toch heeft Gilbreth hierbij zeer ver- rassende resultaten getoond. Hij heeft Ojm. opgemerkt, dat ide arbeidsverrichting van een flinken metselaar, die zijn vak goed verstaat, was samengesteld uit 18 onderbewegingen. En later vond hij, dat van die 18 onderbewegingen er 13 wa ren, die onnoodiq werden verricht, zoo dat de heele arbeidsleverinq kon worden teruggebracht tot 5 bewegingen. Boven- dien vond hij, dat de steenen altijd eerst op een hoop werden geworpen, en dat de werkman dan uit dien chaos zijn materiaal moest nemen, terwijl veel tijd verloren ging met het onderzoeken, welke zijde van den steen boven zou moeten liggen. Dan was de steenhoop op te grooten af- stand gesteld, moest hij ook zich veel te veel bukken om bij den mortelbak te ko men en was de mortel ook weer niet vloeibaar genoeg, enz. enz. Door allerlei uitgedachte vereenvoudi- gingen en aangebrachte hulpmiddelen ge- iukte het den ingenieuzen Gilbreth thans een resultaat te bereiken, dat even ver~ rassend was als het versjouwen van gie telingen op de Bethlehem Steel Works. De arbeiidsuitkomst imrners werd nu dezer dat er 350 steenen per man en per uur werden verwerkt terwijl bij de ouder- wetsche methode slechts een gemiddelde van 120 steenen per man per uur was te verkrijgen. Zoo was dus de productie bijna verdrievoudigd. Vatten wij met een enkel woord het doel van het Taylorstelsel samen, dan is het dus dit: Taylor wil de winsten van een onderneming vergrooten door de produc- tiekosten te verlagen. Het middel daartoe wil hij niet zoeken in het beknibbelen op de uitgaven, die noodig zijn, als b.v. die voor de loonen der werklieden en voor de aanschaffinq van goed materiaal. neen, hij zocht het speciaal in het belangrijk verhoogen van de productiviteit van den arbeid. En tevens is Taylor er van over- tuigd, dat nietteqenstaande de hooqere loonen, die aan de arbeiders worden uit- betaalid, en de lagere verkoopprijzen, waarvan de consument profiteert, de ka- pitaalwinst van een ..getayloriseerde" onderneming grooter zal zijn dan in eene, waarin zijn denkbeelden nog geen ingang hebben qevonden. Be DE SCHELDEKWESTIE. Antwerpsche correspondent van de Maasibode meldt d.d. 3 Juni. Op 1 Juli a.s. zullen twee Italiaansche oor- logsschepen, de „Pisa" en de „Ferruccio" een bezoek brengen aan Antwerpen. Het Handelsblad van Antwerpen aoht het noodig er aan te herinneren, dat het met de „Ferruccio" was, dat op 5 September 1919 het bekende incident voorviel. Het Italiaansche oorlogsschip voer nl. zonder toestemming de Nederlandsche Sohelde op en werd aangehou- den door een Nederlandsche torpedoboot. De Italianen konden alleen doonvaren op een mon- deling verzoek van den kapitein. Het H. v. A. stelt de vraag: „gaan onze Noorderburen in Juli a.s. die flauwe grap (sic) weer eens uithalen?" INGEZONDEN MEDEDEELINGEN. ,De vogels woordde Bliss, mijn stoel." „Wat wou je dan ,,Gisteravond bij het weggaan ben ik aangesproken door een kleinen, dikken man", ging Bliss voort. ,,Had er een on- verlklaarbaar pleizier in om me te traktee- ren op een whisky-soda en een yerduiveld sleehte sigaar. Bleek ten slotte een par- ticulier detectieve te zijn, die wilde weten, wat u uitvoerde. Bood me tien pond aan om wat van me los te krijqen Mr. Cockeril knikte met een vaderlijk air. Maar toch kwam er een eigenaardige uitdrukking op zijn gezicht; bij de hoeken van zijn oogen en zijn mond groefden zich kleine plooitjes, die de uitdrukking van zijn gezicht op een merkwaardige manier veranderden. Nu leek hij niet langer op St. Nicolaas. ,,Wat heb je gezegd? „Ilk heb hem verteld, dat u een vogel- liefihelbber was." „En?" „Hij dacht, dat ik hem voor den gek hield. Daarna bood hij mij tien pond aan." „En wat deed jij toen ,,1'k heb hem heel beleefd goeden dag gezegd en ben weggegaan. Gedurende een paar minuten zat Mr. Cockeril diep in gedachten voor zich uit te kijken. Over de geheele schrijftafel lagen de proefdrukken van zijn boek ver- spreid; opengeslagen voor hem lag ..The Bird's Encyclopaedia' Toen leunde hij aclhterover in zijn stoel en keek Bliss aan. i „Danik je wel," zeide hij. ^.Heb je me verder nog iets te vertellen? „Neen mijnheer, niets." ,,Goed. Jij bent een bediende naar mijn hart", verklaarde mr. Cockeril. ,,Voor 't vervolg krijg je vijf shillings per week meer. Je kunt nu wel weer weggaan. Ik wou dit hoofdstuk nog graag afmaken." Het leek wel, of Mr. Cockeril dien och- tend niet kalm werken mocht. Een half uur na het gesprek met Bliss kwam de eerste bezoeker, een groote knappe man, die de trap met 2 treden tegelijk kwam op- springen. Bliss stond op. Er was in het uiterlij'k van den bezoeker iets, dat niet ved goeds voor mr. Cockeril voorspelde. ,,Mr. Cockeril?" vroeg de jonge man. ,,Ja, mijnheer", zeide Bliss, ,,wie kan ik zeggen dat er is?" „Mr. Verner Harry Verner. Ik moet hem nu dadelijk even spreken", zeide de jonge man gebiedend. Bliss deed de deur open en diende mr. Harry Verner aan. Bij het hooren van dien naam stond mr. Cockeril, die druk aan t typen was, plotseling op. ,,Mr. Verner kan ilk niet ontvangen," verklaarde hij. „Zoo, zou u denken," zei de jonge man driftig. Zonder verdere plichtsplegingen stapte hij de kamer binnen. Mr. Cocke ril keek hem verontwaardigd-verbaasd door zijn groote ronde brilleglazen aan. ,,Je hebt toch wel gehoord wat ik ge zegd heb. Bliss?" zeide hij. ,,Ik kan dezen jongen man niet ontvangen. Zet hem er uit." Bliss deed zijn best. Een paar seconden later menkte hij, dat hij plat op den grond zat op ten minste vier meter afstand van de deur; hij stond op om 'n tweede poging te doen. Maar mr. Cockeril lichtte even zijn hand op. Hij zat op zijn gewone plaats voor de sdhrijftafel, de jonge man stond nog midden in de kamer met een gezicht waaruit alle vechtlust verdwenen was- D). „Neen, begin maar niet weer, Bliss zeide zijn patroon gelaten. ..Het jong- mensch is nu eenmaal hier, "t beste is, dat ik nu meteen maar hoor, wat hij te ver tellen heeft. Je kunt buiten wachten." i ,,Zal ik een politieagent halen, mijn- j heer opperde Bliss. Mr. Cockeril schudde het hoofd. „Neen, Bliss, dat is niet noodig. Ik heb besloten om dezen jongen man maar aan te hooren." Bliss ging de kamer uit en deed de deur achter zich dicht. Na een kwartier kwam j de ongewenschte bezoeker weer naar bui- ten. Hij liep Bliss voorbij zonder ook i maar even zijn kant uit te kijken, zijn oogen stonden alsof hij een geestverschij- ning had gezien. Zijn aroogante manier van optreien wes geheel en al verdwe- nen; hij zag er in t minst niet uit als i iemand, die anecdoten over vogels heeft zitten vertellen. Binnen uit de kamer kwam het langzame tikken van de schrijf- machine, mr. Cockeril was bezig zijn hoofdstuk af te maken. Bliss kon niet ont- kennen, dat hij zich langzamerhand niets op zijn gemak begon te voelen. De ge heele omgeving had hier iets geheimzin- nigs, iets zonderlinqs, dat hem heel on- aangenaam aandeed. En daarbij kwam, dat de manier van optreden van den laat- sten bezoeker dien indruk nog versterkt had. Toen hij zoover met zijn gedachten ge- •komen was, vond hij dat hij nu lanq ge noeg erover gepiekerd had. .,In elk ge- val is het geld goed," zeide hij tot zichzelf ,,en dit is al mijn derde maand. (Wordt vervolqd.) ZENSCHE mm rr-rr iimummm LichteQeurige ROOKTABAK R0CM-STER THEODORUS NIEMEIJER GRONINGEN CIAJIN-Aieiva WCIU Ljto'v.uvnivtll T"1 1

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1929 | | pagina 1