ALGEIMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
STE R-TABaK
No 8383
69e Jaargang
Vrijdag 7 Juni 1929
Eerste Blad.
ilPglH?
A80MNEMENTSPRIJS:
Het Taylorstelsel.
FEUILLETON.
Nede. rla nd rcokt
BINHEHLAND.
smaakt als room
Binnen Ter Neuzen f 1 40 per 3 maanden - Buiten Ter Neuzen fr. per post f 1,80 per 3 maanden - Bij vooruitbetaling fr. per post 6,60 per jaar
Voor ^elflie en Amerika f 2,25, overige landen /2.60 per 3 maanden fr. per post - Abonnementen voor het buitenland alleen bi, vooruitbetaling.
Dit blad verschijnt iederen Maandag-, Woensdaq- en Vnjdaqavond.
In zijn altijid zoo lezenswaardiqe Eco
nomische Kroniek in ..Stemmeri des Tijds
van Mei dezes jaars heeft de bekende
Prof. IDiepenhorst, hoogleeraar aan de
Vrije Universiteit, er op qewezen welk
een merkwaardige verschuivinq er ten
alien tijde plaats vindt, maar toch wel in
het bijzonder de laatste een en een kwart
eeuw heeft plaats qevonden ten aanzien
van de invoerinq van nieuwigheden, ook
op het qebied van het sociale en econo
mische ieven. Niet zoo bekenid is mis-
schien, welk een enorm verzet er rees, ook
hier te lande, teqen de invoerinq van
stoomiwerktuiqen, en het is nog geen vijf
en twintiq jaar qeleden, dat er te Rotter
dam een staking uitbrak bij de haven-
arbeiders ter oorzaak van de invoerinq
der graanelevators. In Enqeland en het
ge'heele Britsche rijk werd honderd jaar
geleden een ernstiq verzet gevoerd teqen
>de aanschaffinq en tewerkstelling van
stoommiachinesfabrieken werden bele-
gerd en zelfs verwoest, en een instelling,
die overigens breed was van opvattinq en
niet klein van blik als de Kamer van
Koophandel te Rotterdam, protesteerde
heftiq tegen het feit, dat aan een stoom-
boot van en naar den Bosch een vaste
ligiplaats zou worden toegewezen in een
der havens van de tweede koopstad ides
rijks. Zoo werkgevers als werknemers en
hier te lande en elders duehtten groot
krwaad en enorme schade van de invoe
rinq van stoomwerktuigen, en ook de eer
ste spoortreinen werden door niet weini-
gen gehaatde koeien zoo vreesde
men zouiden schrikachtig worden door
het voorbijsnellen van treinen lanqs de
anders zoo rustiqe weilanden, en de
dampkring zou voor mensch en dier ten
zeerste worden verontreinigd, zoodat de
gezond'heidstoestanid ernstiq zou worden
benadeeld.
Hoe anders is dat alles nu geworden,
en hoe maq ons deze wijziging in houding
er dus zeker wel toe brenqen om wat
voorzichtiger te worden in onze eigen
verhouding tegenover nieuwe verschijnse-
len, op welk qebied ook. Men maq dan
misschien nog niet a lie heil verwachten
alleen van het nieuwste of allernieuwste,
wij zullen toch zeker wel qoed doen om
ons niet in alle gevallen huiveriq afzijdiq
te houden, om dan later en na korten tijd
soms reeds tot de ontdekking te komen,
dat wij nu toch wel weer moeten mee-
doen.
Een man, die zeker zich niet afzijdiq
heeft gehouiden en die deel heeft genomen
aan het voile economische leven van zijn
tijd, is de persoon, die zijn naam heeft ge
geven aan het boven dit artikel vermeld
kelsel Frederik Winslow Taylor, een
afstammeling van een der oude Quaker,
families in Philadelphia. Twee jaar
schoolonderwijs kreeg deze zwerver
slechts in Frankrijk en Duitschland, waar-
na hij anderhalf jaar reisde in Italie, Zwit-
serland, Noorwegen, Enqeland, Frankrijk
Duitschland en... Australie Na deze
reizen kwam hij weer in Duitschland,
waar hij zich qinq voorbereiden voor Har
vard. Maar na een inqespannen studie
van 2 jaar kreeq hij een oogziekte, die
hem noodzaakte de studie te staken. Weer
keerde hij naar Philadelphia toen teruq,
hij als werkman in dienst trad bij
waar
Uit het Enqelsch
door
E. PHILLIPS OPPENHEIM.
een machinefabriek. Zijn bezigheden
waren nu geworden's morqens het
draaisel bijeenveqen, de noodige materia-
len bijeenbrengen en hier en daar de
werklieden helpen. Hier was hij dus wel
midden in de arbeiderswereld geplaatst.
Het was ook hier, dat hij rijke ervarin-
gen opdeed van al de arbeidersqewoon-
ten, en hij beschouwt deze jaren dan ook
zelf als de beste school, die hij heeft door-
loopen. Door zijn ijzeren enerqie hij
wordt door een van de beschrijvers van
zijn stelsel qeteekend als hebbende ,,een
jongensachtig uiterlij'k, een slank fiquur,
doch steviq en krachtiq als een stalen
veer, met een eigenaardigen lichten, vlug-
gen tred, grijze oogen en een rechthoe-
kigen kin wist hij zich van de laagste
plaats af op te werken tot de hooqste
posities in de faforiek. Hij heeft gewerkt
als arbeider, machinist, baas, voorman,
totdat hij eindelijk hoofdinqenieur werd
van de Groote Staalwerken van de Mid-
vale Company. Hiervoor was een qraad
de vereischte, dien hij dan ook, na twee
en een half jaar 's nachts gestudeerd te
hebben, behaalde. Hij was toen Mecha
nical Engeneer van het Stevens Institute.
Tijdens den oorlog is hij overleden in een
hospitaal te Philadelphia aan lonqontste-
king op 21 Maart 1915.
Taylor is een man geweest, die reeds,
i vooral als leerlinq, in de machinefa
briek te Philadelphia, waar hij arbeider
was met de arbeiders, scherp heeft waar-
genomen, wat er rondom hem was en
voonviel. Hier heeft hij vele qoede eiqen-
schappen van de werklieden leeren waar-
deeren; hier heeft hij hunne belanqen
leeren kennen, maar hier heeft hij ook
hun fouten en sleehte eigenschappen heel
goed gezien. Rijipe kennis van arbeidstoe-
standen en anbeidsqewoonten heeft hij
zoodoende opqedaan. En heel kort heeft
hij die ervaring samenqevat in het zinne-
tje, dat wij telkens en tel'kens in zijn qe-
schriften teqenkomen: ,,bij alle arbeids-
verrichtingen van den mensch wordt veel
te veel gnergie onnoodiq verbruikt en
gaat daardoor ook veel te veel tijd on
noodiq verloren."
Taylor is van meening, en hij heeft dat
ook door proeven zooals wij zoo aan-
stonds zullen mededeelen -qestaafd, dat
de productie van den enkeling gemiddeld
slechts de helft of een derde is van wat
zij zijn kon en daarom ook ibehoorde te
wezen. Dit onnoodige energie-verlies was
Taylor een doorn in het oog, en waaraan
zouden nu deze qerinqe arbeidsresultaten
zijn toe te sohrijven? Taylor noemt
tweeerlei oorzaak. Zoo qeeft hij ten eer
ste aan, dat er kan zijn onwetendheid
omtrent de meest economische wijze om
een zekeren arbeid te verrichten, en ge-
looft hij in de tweede plaats, dat er ook
wel degelijk een opzettelijke inperkinr
der productie kan bestaan van de zijde
der arbeiders. Heel openhartig spreekt
Taylor van een systematisch luieren,
.lijntrekken" (zooals men het vooral
onder dienst noemt), welke lijntrekkerij
vaak een systeem werd, als hooqere poli-
tiek beoefend. En het wil Taylor voor-
komen, dat aan dit systematische luieren,
een gevolq van onderlinqe afspraak, een
bestaansmogelijkheid werd geschonken
hiervandaan, dat het ,,beheeren niet als
een wetenschap wordt beschouwd. En hij
verwerpt de oude zienswijze, die beweert,
dat het punt, waar alles om draait in een
bedrijf, zou zijn om een qeschikt persoon
aan het hoofd van een onderneming te
hebben, en dat dan de methode veiliq in
zijn handen verder kon worden overge-
laten. Taylor acht de methode primair en
den persoon secundair.
Dus wil hij de wetenschap niet alleen
zien toeqepast op de techniek, maar ook
op heel den menschelijken arbeid; en
wenscht hij, dat precies bepaald zal kun-
nen worden, hoe lanq een zeker werk zal
moeten duren.
Wij willen Taylor nu zelf woordelijk
enkele ervarinqen uit zijn praktijk laten
mededeelen. ,,Een enerqiek man", zoo
deelt hij mede, „wiens tijden hij opnam,
liep bij het qaan van en naar het werk j
met een snelheid van 3 a 4 ,mijl per uur, j
en niet zelden draafde hij idan na een hee-
len werlkdaq nog naar huis teruq. Maar j
op het werk verminderde hij onmiddellijk j
zijn snelheid tot een mijl per uur. Reed j
hij met een qeladen kruiwagen, dan liep j
hij flinik, zelfs als het teqen een heuvel
opging, met het doel om zoo kort moqelijk j
belast te zijn. Bij het teruggaan vermin-
derde hij echter zijn tempo tot een mijl j
per uur, nam hij elke gelegenheid tot j
1 vertraging waar, en qinq hij zelfs zoo nu j
en dan eens zitten. Om zeker te zijn, dat
hij niet meer deed dan zijn luie buurman,
dwonq hij zichzelf om lanqzaam te zijn
Van qeheel anderen aard zijn de voor-
beelden, waarmede Taylor aantoont, hoe
door gebrek aan systeem zekere hande-
lingen oneconomisch kunnen worden ver-
richt, waardoor veel tijd verloren qaat.
Onophoudelijk zaq Taylor een werkman
zijn bank stilzetten en naar den werk-
meester zoeken om inlichtingen te vra-
gen, welk werk hij nu onderhanden
moest nemen. En zoo had hij tal van
zware grieven tegen het karakter van den
huidigen menschelijken arbeid.
Alleen is natuurlijk nu de vraaq, of
Taylors waarnemingen juist zijn geweest.
Hebben we bij dit alles niet met inbeel-
ding en met een zekere vooringenomen-
heid te doen? Door middel van tal van
proefnemingen heeft Taylor getracht te
bewijzen, dat zijn denkbeelden qeen fic-
ties waren, en heeft hij zijn beweringen
met feiten qestaafd. Hij is begonnen met
proeven, die veel geld kostten, maar dit
benoodigde is hem verstrekt, toen hij
maar eenmaal als hoofdinqenieur in dat
groote bedrijf werkzaam was. Hij ver-
j zocht toen aan de firma hem gelegenheid
j te geven om naar de beste arbeidsme-
j thode een onderzoek in te stellen. Hij
rekende voor dit onderzoek zes maan-
den, doch eerst na 26 jaar kwam het
i oogeniblik, waarop hij durfde zeggen,
dat hij zijn doel had bereikt. Bij dit on
derzoek werden tusschen de dertig en
veertig duizend proeven genomen, 365
duizend K.G. staal of ijzer tot splinters
verwerkt en ruim f 400.000 onkosten ge-
maakt. Toch liet de firma hem gaarne zijn
gang gaan, omdat hij telkens belangrijke
ontdekkingen deed, die tot verhooging-
van de productie leididen en daardoor de
onkosten weer ruimschoots vergoedden.
INGEZONDEN MED EDEELINGEN.
a.
ze
om
16) Vervolg.
De oogen van den kleinen man schit-
terden van ingehouden lachen. Eindelijk
kon hij zich niet langer inhouden; toen hij
klaar was legde hij zijn hand op den arm
van Bliss.
,,Heel verstandig", zeide hij. „Ik zou
hetzelf'de doen, als ik in uw plaats was,
alleen zou ik niet zoo handig zijn. Hoe
denkt u over een bankbiljet van tien
pond
,,Hoe ik over een bankbiljet van tien
pond denk?" herhaalde Bliss verbaasd.
Zijn metgezel haalde een bankbiljet uit
zijn vestzakje, haalde het uit elkaar, streek
het zooveel moqelijk glad, keek er gewich-
tig naar en stopte het weer weg.
Zullen we er eentje pakken?" vroeg
hij, terwijl hij op het trottoir vlak voor
een cafetje staan bleef.
,,Goedzeide Bliss, terwijl hij de por-
tiek binnenging en de deur openduwde,
„maar voor mijn rekening, u heeft de si-
gaar gegeven."
,,Neen, dat zal niet gaan. Ik tracteer'
hield de kleine man aan. ,,Ik heb trek
in een whisky-soda, Wat moet u hebben?
Laten we hier gaan zitten."
ibeheer vaak zoo gebrekkig zijn, dat
de arbeiders haast wel noodzaken
„de lijn te trekken".
b. omdat het beheer absoluut niet
weet, in hoeveel tijd een stuk arbeid kan
wora'en verricht. Dat zoo verregaande
onwetendheid zoowel van den kant van
den werknemer als van de zijde van den
wertkgever bestaat, komt volgens Taylor
,,lk ook een whisky-soda- antwoordde i
Bliss. „U hadt het zoo even over een
bankbiljet van tien pond."
De kleine man zette zijn ellebogen op
tafel en boog ziah voorover.
,,Ik heet Johnson", kondigde hij aan.
,,Aangenaam. Mijn naam is Bliss."
„We zullen al dien poespas nu maar ter
zijde schuiven en meteen ter zake komen",
ging mr. Johnson door. „Ik ben in betrek-
king bij een informatie-bureau. We heb
ben de opdracht gekregen om naar het
doen en laten van Mr. Cockeril te infor-
meeren en we zijn van plan goed ervooc
te betalen."
Met een gebaar van weerzin schoof
Bliss zijn glas weg.
„De whisky-soda kost zes pence", zeide
hij, „en de sigaar waarschijnlijk niet meer
dan drie. t Is uw eigen schuld, dat u een
noodelooze uitgave van negen pence ge-
maakt hebt. Goeden avond."
Bliss stapte met het kalmste gezicht ter
wereld het cafe uit en wandelde naar huis.
Hij feliciteerde zichzelf met de handige
manier waarop hij den kleinen man afge-
poeierd had, maar ondanks zijn tevreden-
heid kon hij dien nacht niet slapen. Den
volgenden mor'gen vroeg hij mr. Cockeril
te spreken.
„Heeft u een oogenblik tijd voor me,
mijnheer?"
Verschrikt keek mr. Cockeril op. Zijn
eerste zorg was voor de vogels.
„Is er iets met Tommy?" vroeg hij.
,Het leek me toe, dat hij gisteren al wat
hangerig was."
mankeeren niets,ant-
.Tommy zit buiten op
omdat de huidige systemen van Deze proeven en onderzoekmgen, hoe be-
langrijk ook op zichzelf, kunnen nu na-
tuurlijlk niet te veel onze aandacht in be-
slag nemen. Meer tbelang dan in Taylor's
bevindingen met en uitvjnderijen van ge-
schikte werktuigen, stellen wij in zijn be-
studeering van de arbeidsmethode. En
dan is daarbij wel het meest bekend ge
worden Taylors proefneming met het
versjouwen van gietelingen aan de
Bethlehem Steel Works. Het eerste, wat
hij deed, was dit versjouwen van giete
lingen te doen geschieden in „taakwerkj
en een ploeg van 45 man was idaarmede
belast. Het werk bestond hieruit: een
gieteling opnemen van een grooten hoop,
een eindje wegdragen een plank op, die
schuin tegen een wagon was geplaatst,
en dan neerwerpen in de wagon. Het re-
sultaat was: pl.m. 12V2 ton per man en
per dag gemiddeld. Na een nauwkeurige
bewegings-, tijds- en vermoeidheidsstudie
bleek het aan Taylor, dat een eerste klas
arbeider, dus een, die op de meest doel-
matige wijze werkte, 47 a 48 ton per dag
zou kunnen versjouwen, dat is dus bijna
vier keer het gemiddelde. Na zorgvuldi-
ge schifting koos Taylor uit die 75 arbei
ders een zelkeren Smit, een Hollander oor-
spronkelijik. Taylor maakte hem duide-
lijlk, dat hij zijn eigen manier van wer
ken zou moeten opgeven, en alleen maar
zou moeten doen, wat zijn werkmeester
hem gelastte. Dat werd goed afgespro-
ken, en Smit deed nu alles, wat hem werd
gezegd, en werkte dus volgens de me
thode, die Taylor na zorgvuldige analyse
en synthese als de doelmatigste had qe
vonden. Er werd bevolen: neem een blok
op. En Smit deed het. Loop! En Smit
liep. Neerwerpen! en Smit wierp neer.
Rust. En dan rustte Smit. Zoo werkte die
man nu een ganschen dag door onder lei-
ding van zijn werkmeester en met inacht-
neming van gedwongen rustpoozen, ten-
einde oververmoeidheid te voorkomen,
waardoor het arbeidsresultaat weer min
der zou worden. Op die wijze haalde
Smit de 48 ton.
Gillbreth, een van de leerlinq en en
geestverwanten van Taylor, heeft een
speciale studie gemaakt van het metselen,
dat oeroude ambacht, dat van de eene
generatie op de andere alle eeuwen door
beoefend is geworden, en dat zich door
de langidurige praktijk toch zeker wel
zoodanig heeft kunnen ontwikkelen, dat
in de arbeidsmethode van dit vak moeilijk
_jq verbetering zou kunnen worden aan-
gebracht. Metselen, niet waar, ieder van
is denkt: daarover kan moeilijk meer
iets nieuws worden ten beste gegeven!
En toch heeft Gilbreth hierbij zeer ver-
rassende resultaten getoond. Hij heeft
Ojm. opgemerkt, dat ide arbeidsverrichting
van een flinken metselaar, die zijn vak
goed verstaat, was samengesteld uit 18
onderbewegingen. En later vond hij, dat
van die 18 onderbewegingen er 13 wa
ren, die onnoodiq werden verricht, zoo
dat de heele arbeidsleverinq kon worden
teruggebracht tot 5 bewegingen. Boven-
dien vond hij, dat de steenen altijd eerst
op een hoop werden geworpen, en dat de
werkman dan uit dien chaos zijn materiaal
moest nemen, terwijl veel tijd verloren
ging met het onderzoeken, welke zijde
van den steen boven zou moeten liggen.
Dan was de steenhoop op te grooten af-
stand gesteld, moest hij ook zich veel te
veel bukken om bij den mortelbak te ko
men en was de mortel ook weer niet
vloeibaar genoeg, enz. enz.
Door allerlei uitgedachte vereenvoudi-
gingen en aangebrachte hulpmiddelen ge-
iukte het den ingenieuzen Gilbreth thans
een resultaat te bereiken, dat even ver~
rassend was als het versjouwen van gie
telingen op de Bethlehem Steel Works.
De arbeiidsuitkomst imrners werd nu dezer
dat er 350 steenen per man en per uur
werden verwerkt terwijl bij de ouder-
wetsche methode slechts een gemiddelde
van 120 steenen per man per uur was te
verkrijgen. Zoo was dus de productie
bijna verdrievoudigd.
Vatten wij met een enkel woord het
doel van het Taylorstelsel samen, dan is
het dus dit: Taylor wil de winsten van een
onderneming vergrooten door de produc-
tiekosten te verlagen. Het middel daartoe
wil hij niet zoeken in het beknibbelen op
de uitgaven, die noodig zijn, als b.v. die
voor de loonen der werklieden en voor
de aanschaffinq van goed materiaal. neen,
hij zocht het speciaal in het belangrijk
verhoogen van de productiviteit van den
arbeid. En tevens is Taylor er van over-
tuigd, dat nietteqenstaande de hooqere
loonen, die aan de arbeiders worden uit-
betaalid, en de lagere verkoopprijzen,
waarvan de consument profiteert, de ka-
pitaalwinst van een ..getayloriseerde"
onderneming grooter zal zijn dan in eene,
waarin zijn denkbeelden nog geen ingang
hebben qevonden.
Be
DE SCHELDEKWESTIE.
Antwerpsche correspondent van de
Maasibode meldt d.d. 3 Juni.
Op 1 Juli a.s. zullen twee Italiaansche oor-
logsschepen, de „Pisa" en de „Ferruccio" een
bezoek brengen aan Antwerpen.
Het Handelsblad van Antwerpen aoht het
noodig er aan te herinneren, dat het met de
„Ferruccio" was, dat op 5 September 1919 het
bekende incident voorviel. Het Italiaansche
oorlogsschip voer nl. zonder toestemming de
Nederlandsche Sohelde op en werd aangehou-
den door een Nederlandsche torpedoboot. De
Italianen konden alleen doonvaren op een mon-
deling verzoek van den kapitein.
Het H. v. A. stelt de vraag: „gaan onze
Noorderburen in Juli a.s. die flauwe grap
(sic) weer eens uithalen?"
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN.
,De vogels
woordde Bliss,
mijn stoel."
„Wat wou je
dan
,,Gisteravond bij het weggaan ben ik
aangesproken door een kleinen, dikken
man", ging Bliss voort. ,,Had er een on-
verlklaarbaar pleizier in om me te traktee-
ren op een whisky-soda en een yerduiveld
sleehte sigaar. Bleek ten slotte een par-
ticulier detectieve te zijn, die wilde weten,
wat u uitvoerde. Bood me tien pond aan
om wat van me los te krijqen
Mr. Cockeril knikte met een vaderlijk
air. Maar toch kwam er een eigenaardige
uitdrukking op zijn gezicht; bij de hoeken
van zijn oogen en zijn mond groefden zich
kleine plooitjes, die de uitdrukking van
zijn gezicht op een merkwaardige manier
veranderden. Nu leek hij niet langer op
St. Nicolaas.
,,Wat heb je gezegd?
„Ilk heb hem verteld, dat u een vogel-
liefihelbber was."
„En?"
„Hij dacht, dat ik hem voor den gek
hield. Daarna bood hij mij tien pond
aan."
„En wat deed jij toen
,,1'k heb hem heel beleefd goeden dag
gezegd en ben weggegaan.
Gedurende een paar minuten zat Mr.
Cockeril diep in gedachten voor zich uit
te kijken. Over de geheele schrijftafel
lagen de proefdrukken van zijn boek ver-
spreid; opengeslagen voor hem lag ..The
Bird's Encyclopaedia' Toen leunde hij
aclhterover in zijn stoel en keek Bliss aan.
i „Danik je wel," zeide hij. ^.Heb je me
verder nog iets te vertellen?
„Neen mijnheer, niets."
,,Goed. Jij bent een bediende naar mijn
hart", verklaarde mr. Cockeril. ,,Voor
't vervolg krijg je vijf shillings per week
meer. Je kunt nu wel weer weggaan. Ik
wou dit hoofdstuk nog graag afmaken."
Het leek wel, of Mr. Cockeril dien och-
tend niet kalm werken mocht. Een half
uur na het gesprek met Bliss kwam de
eerste bezoeker, een groote knappe man,
die de trap met 2 treden tegelijk kwam op-
springen. Bliss stond op. Er was in het
uiterlij'k van den bezoeker iets, dat niet
ved goeds voor mr. Cockeril voorspelde.
,,Mr. Cockeril?" vroeg de jonge man.
,,Ja, mijnheer", zeide Bliss, ,,wie kan
ik zeggen dat er is?"
„Mr. Verner Harry Verner. Ik moet
hem nu dadelijk even spreken", zeide de
jonge man gebiedend.
Bliss deed de deur open en diende mr.
Harry Verner aan. Bij het hooren van
dien naam stond mr. Cockeril, die druk
aan t typen was, plotseling op.
,,Mr. Verner kan ilk niet ontvangen,"
verklaarde hij.
„Zoo, zou u denken," zei de jonge man
driftig. Zonder verdere plichtsplegingen
stapte hij de kamer binnen. Mr. Cocke
ril keek hem verontwaardigd-verbaasd
door zijn groote ronde brilleglazen aan.
,,Je hebt toch wel gehoord wat ik ge
zegd heb. Bliss?" zeide hij. ,,Ik kan dezen
jongen man niet ontvangen. Zet hem er
uit."
Bliss deed zijn best. Een paar seconden
later menkte hij, dat hij plat op den grond
zat op ten minste vier meter afstand van
de deur; hij stond op om 'n tweede poging
te doen. Maar mr. Cockeril lichtte even
zijn hand op. Hij zat op zijn gewone
plaats voor de sdhrijftafel, de jonge man
stond nog midden in de kamer met een
gezicht waaruit alle vechtlust verdwenen
was- D).
„Neen, begin maar niet weer, Bliss
zeide zijn patroon gelaten. ..Het jong-
mensch is nu eenmaal hier, "t beste is, dat
ik nu meteen maar hoor, wat hij te ver
tellen heeft. Je kunt buiten wachten."
i ,,Zal ik een politieagent halen, mijn-
j heer opperde Bliss.
Mr. Cockeril schudde het hoofd.
„Neen, Bliss, dat is niet noodig. Ik heb
besloten om dezen jongen man maar aan
te hooren."
Bliss ging de kamer uit en deed de deur
achter zich dicht. Na een kwartier kwam
j de ongewenschte bezoeker weer naar bui-
ten. Hij liep Bliss voorbij zonder ook
i maar even zijn kant uit te kijken, zijn
oogen stonden alsof hij een geestverschij-
ning had gezien. Zijn aroogante manier
van optreien wes geheel en al verdwe-
nen; hij zag er in t minst niet uit als
i iemand, die anecdoten over vogels heeft
zitten vertellen. Binnen uit de kamer
kwam het langzame tikken van de schrijf-
machine, mr. Cockeril was bezig zijn
hoofdstuk af te maken. Bliss kon niet ont-
kennen, dat hij zich langzamerhand niets
op zijn gemak begon te voelen. De ge
heele omgeving had hier iets geheimzin-
nigs, iets zonderlinqs, dat hem heel on-
aangenaam aandeed. En daarbij kwam,
dat de manier van optreden van den laat-
sten bezoeker dien indruk nog versterkt
had.
Toen hij zoover met zijn gedachten ge-
•komen was, vond hij dat hij nu lanq ge
noeg erover gepiekerd had. .,In elk ge-
val is het geld goed," zeide hij tot zichzelf
,,en dit is al mijn derde maand.
(Wordt vervolqd.)
ZENSCHE
mm rr-rr iimummm
LichteQeurige
ROOKTABAK
R0CM-STER
THEODORUS
NIEMEIJER
GRONINGEN
CIAJIN-Aieiva WCIU Ljto'v.uvnivtll T"1 1