lioefte aan water, maar dat geval kan zich ook voordoen bij een waterleiding. Zoo'n actie, in deze dagen, heeft wel wat te zeggen. Tot de onderteekenaars behooren allerlei in- gezetenen, zoowel rijk als arm. Het blijkt, dat men er niet aan wil. Wat het adres van de S.D.A.P. betreft, dat gaat uit van een politieke partij, en hij wijst in dit verband op het door die partij dezer dagen uitgehangen plakkaat, waarop voor- komt een beeld met bloedig zwaard en hamer, waarmede men breekt en moord, doeh welke werktuigen niet worden gebruikt om te bou- wen, en die komen dan nog vragen om de waterleiding tot stand te brengen. Hij zal daar verder maar niet veel van zeggen. Spreker is de burgerij dankbaar voor de wijze waarop zij zich onomwonden heeft uit- gesproken. De VOORZITTER zou toegeven, dat het adres met de 1969 namen zou zijn te beschou- wen als een uitspraak van de ingezetenen, indien hij daarbij de wetenschap bezat dat die onderteekenaars, alvorens ze hun namen heb- ben gezet, juist en voldoende over het water- leidingplan waren ingelicht en dit hun goed was uiteengezet, doch in verband met de ter oore komende gevallen dat er namen juist op ondeugdelijke wijze zijn verkregen, kan de waarde van zoo'n adres niet zoo hoog aan- geslagen worden. Er kwam een man met het adres op de Steenovens bij Frans de Jonge, met verzoek het te onderteekenen. Deze gaf echter te kennen v66r de waterleiding te zijn. Toen ging de man naar de vrouw toe en zeide haar. dat de waterleiding zoo duur zou wor den. Toen gaf de vrouw te kennen, dat, als het dan z66 duur worden zou, zij maar zou onderteekenen en er den naam van haar vent ook maar op zetten. Zoo zijn er veel voor- beelden, ook nog wel erger. Men kwam ook bij een vrouw, die te kennen gaf v66r de waterleiding te zijn, de vraag stellende of de man met de lijst wel wist hoeveel dubbeltjes ze nu al voor water had moeten uitgeven. De propagandist maakte de vrouw echter wijs, dat het voor haar wel f 120 zou kosten en toen zette die vrouw haar eigen naam, dien van haar man en van de leden van haar gezin er op. Wanneer de namen op werkelijk serieuse wijze waren verkregen en geplaatst, was het nog iets anders, maar de heer Diele- man weet even goed als spreker, dat er veel menschen, die heelemaal den opzet der water leiding niet hebben bestudeerd en dit ook niet hebben kunnen doen, zich zonder meer op zeggende woorden van anderen tot ondertee kenen hebben laten brengen. Dat kan dus geen leiddraad zijn voor de leden van den raad. Bovendien is er nog iets anders, de leden van den raad zijn krachtens hun bij den aanvang van hun ambt afgelegden eed ver- plicht de belangen der gemeente te dienen zonder last of ruggespraak van anderen. Ze hebben hier niets anders uit te spreken dan hun eigen oordeel. De heer DIELEMAN wijst er op, dat de Voorzitter het heeft gewaagd, de waarde van de handteekeningen op het adres eigenlijk te kleineeren. Dat raakt z.i. kant noch wal, dat behoorde in een barbierswinkel thuis. In de eerste plaats, dat geval aan de Steenovens, Het is best mogelijk, dat er iemand met het adres heeft geloopen die met alles niet zoo precies op de hoogte was, maar dat zegt niets, hij kan gerust verzekeren, dat de men schen tegenwoordig niet zoo dom zijn, dat, indien zij him naam op zoo'n adres zetten, ze dit niet bewust zouden doen. Elk mensch die teekent is verstandig genoeg. Do VOORZITTER: Dit zou dienen; ik doe ondertusschen niets anders dan bepaalde feiten naar voren brengen. De heer DIELEMAN zou aanraden in dat opzicht maar niet verder te gaan; indien iemand zou rondgegaan zijn en gezegd hebben dat de lasten er door zoUden stijgen, moge dat formeel niet juist zijn, d.w.z., dat men straks die gelden niet naar den gemeente- of den rijksontvanger zou moeten brengen, maar dan komt toch straks iedere maand de man die de centen voor het water ophaalt en dan is het met het stijgen der lasten toch niet zodver mis. Op die manier moet men niet trachten de beteekenis van dit geweldige adres, zooals er misschien in Axel nimmer meer een komen zal, te verkleinen. Alle bur gers hebben zich naar sprekers overtuiging uitgesproken en, wat men daarvan ook zeg gen moge, heeft z.i, de raad daarmede reke ning te houden. De heer CLAESSENS merkt op, dat er van de 50 commissieleden ook een 20tal klakke- loos het rapport geteekend hebben, zonder een enkele vergadering bij te wonen. De VOORZITTER heeft in 't geheel niet de bedoeling te zeggen, dat hij het adres als een vodje papier beschouwt, doch moet er zich wel aanhouden, dat vele menschen die daarop geteekend hebben de zaak niet kunnen be- oordeelen. De heer CLAESSENS: Alle commissie leden die het rapport onderteekenden konden er door het niet bijwonen van de vergaderin- gen ook niet over oordeelen. Toch wordt op dat rapport afgegaan. De heer 't GILDE sluit zich aan bij den heer Dieleman inzake den gerezen twijfel omtrent de waarde toegekend aan de hand teekeningen op het petitionnement door leden van het college van Burgemeester en Wet- houders. Dat zij een paar voorbeelden aan- halen zegt voor hem niets, die zijn als de uit- ^trigen, T:":; ula regel oeveatiged. vindt het kiein, dat het college aan de waarde "van dit petitionnement waagt te tomen en de beteekenis ervan tracht te verkleinen. Dat men van „zekere zijde" deze methode van laster en achterdocht zaaien toepast is wel te begrijpen. Toen in de dagen van de Vl0ot«'et in „Het Volk" schimp- en apctprentsn voor- kwamen voorsteilende Minister Colijn als blcedhond" en „beul", ja als „massa-moor- denaar" toen heeft hij tot verontwaardiging van de heer De Pauw uit Ter Neuzen en diens consorten hiertegen protest aangeteekend, niettegenstaande door hem toen honderden handteekeningen op dit petitionnement waren verzameld. Er waren er toen maar al te veel onder zijn confraters, die, ook weer tot zijn ergemis, valsche voorstellingen aan deze zaak gaven. De belastingen zouden verdubbelen, etc Deze heeren durven nu te spreken van weerzinwekkend gedoe. Spreker is en blijft tegen bewapening en militairisme, maar kent aan al dat gedoe van een handvol zooge- naaxnde socialisten geenerlei waarde toe. Zij denken, dat anderen zijn als zij. Dat hoogstaande menschen hier echter ge- loof aan alle mogelijke praatjes slaan ver- baasd hem. Alleen een dorpsbarbier heeft het van hooren zeggen en er zal altijd een stok gevonden kunnen worden om mee te slaan. De heeren staan toch wel te hoog voor alle mogelijke straatpraatjes. Die doen aan deze groote zaak niets af, daar er wel 2500 a 2600 tegenstanders zijn onder de kiezers. De heer OGGEL kan tegenover de gewel dige beteekenis die de heer Dieleman daaraan hecht, de waarde der handteekeningen in het algemeen ook niet zoo hoog aanslaan. Burge meester en Wethouders hebben het bewijs, dat er menschen misleid zijn. Ook hij heeft personen gesproken, die waren voorgespiegeld, dat de kosten voor hen f 20 zouden zijn, ter- wijl dit maar 11 zou bedragen, alzoo maar ^^20cecntper^week^^Iet blijkt inderdaad dat verschillende heeren die met het adres hebben geloopen, verkeerde inlichtingen hebben ge- geven. Het is ook mogelijk, dat dit ontstaan is uit een verkeerd begrip, aangezien in het rapport vermeld staat, dat de gemiddelde prijs per aansluiting op f 19,62 kan gesteld worden en ze nu van de veronderstelling zijn uitgegaan, dat ieder aangeslotene dat betalen moet Zoo hebben verschillende menschen aan spreker verzekerd, dat, als ze beter inge licht waren geweest, ze niet zouden getee kend hebben. Men moet dus de waarde van dat adres niet zoo zwaar nemen, het gaat er in den regel ook mede, dat onder een pretje de een zijn naam zet omdat ook de amder het deed. Spreker grond zijn oordeel op de ver- klaring, van de personen, die hem zeiden, dat hun handteekening er niet op behoort, dat deze er door hun vrouw op gezet was, De heer KRUIJSSE gelooft niet, dat de heer Dieleman zelf de waarde van het adres zoo groot zal kunnen aanslaan, aangezien hij indertijd de verwachting uitsprak, dat het de handteekening van wel 95 der kiezers zou verwerven. Dan moet toch het aantal dat er op staat voor hem een teleurstelling zijn. Ook heeft spreker hem wel eens een andere meening over de waarde van een alge meen adres hooren verkondigen. Toen in het jaar 1923 van hier uit een adres met 1200 onderteekeningen naar Gedeputeerde Staten werd gezonden verzoekende geen goedkeuring te hechten aan het raadsbesluit tot afschaf- fing der kermis, had de heer Dieleman men zal dat in de notulen kunnen nalezen heel wat minder waardeering voor dat aantal handteekeningen, ofschoon spreker gelooft, dat de 1200 van toen wel evenveel beteekenen als de 1600 van thans. Spreker kan onderschrijven hetgeen de heer Oggel zeide, ook hij heeft gehoord van vrou- wen, die er den naam van hun man op heb ben gezet, ook is het voorgekomen, dat de persoon die rondging er de namen op zette. Er is met allerlei middelen gewerkt. Zoo kreeg spreker van den wethouder eener an dere gemeente de vraag, of het juist was, dat hij ook een groote tegenstander geworden was, hetgeen hem was meegedeeld. De heer DIELEMAN merkt op, dat Burge meester en Wethouders wel erg scherpe pijlen richten op de onderteekeningen van het adres; het schijnt, dat ze daarvan toch wel erg geschrokken zijn, dat ze dit op deze manier bestrijden. De heer KRUIJSSE: Het viel ons integen- cleel mee De heer DIELEMAN dacht dat ze, waai het hier zoo'n ingrijpende zaak betreft, waar diger argumenten zouden hebben gebruikt om hun standpunt te verdedigen. Al mag het zijn, dat er misschien eens een man of 3 ver- klaart spijt te hebben, dat hun naam er op staat, dan verkleint dit de waarde nog niet. Die 1700 waren gemakkelijk tot 2000 op te voeren geweest en spreker wil er gerust een 100 cadeau doen aan Burgemeester en Wet houders, dan blrjven er nog genoeg over. De actie is toch verpletterend. De VOORZITTER: Dat moet u niet zeg gen. De heer DIELEMAN: De heer Kruijsse haalt daar het adres aan vodr de kermis. Maar, is dat een volksbelang? Als men ter bestrijding van deze volksbeweging er zulke dingen moet bijhalen, is dat dan geen klein- goed? Men moet ons met degelijke argumen ten bestrijden en ik wou, dat ik van zoo'n college van Burgemeester en Wethouders, dat cms zoo'n waterleiding voorstelt nooit ge- zien of gehoord had. De heer KRUIJSSE wil volstrekt niet be- weren, dat een kermis als zaak te vergelijken is met het vraagstuk waterleiding, maar daar gaat het niet over, het ging alleen over de waardeering van een massa-adres. Als we daarover eens gingen praten zou er nog heel wat over te zeggen zijn. Ik heb er alleen op willen wijzen, dat de heer Dieleman blijkens zijn spreken in 1923 niet veel waarde hecht aan die onderteekeningen, maar er heel anders blijkt te denken nu het een adres is, dat in zijn kraiam te pas komt, thans hecht hij er zeer groote waarde aan. De heer DIELEMAN voert hiertegen aan, dat niet alle adressen op degelijke motieven berusten. De leiding is hier zelf begonnen met op minderwaardige wijze de beteekenis van het adres aan te vallen. Er zijn 1600 handteekeningen en de beteekenis daarvan is niet te verkleinen. Zij gaat tegen ver- plichte aansluiting en tegen deze dure water leiding. De VOORZITTER merkt op, dat, indien twee menschen over een zaak van meening verschillen, men beider meening moet respec- teeren. De heer P. DE FEIJTER heeft lang geluis- terd, doch wenscht ook nog iets te zeggen. Hij is van oordeel, dat het gaat over een zeer gewichtig onderwerp, laat staan of men voor of tegen zal stemmen. Er zijn dingen aan- gehaald, waaraan spreker niet durft peilen. Hij moet de technische zijde overlaten aan de adviezen van deskundigen, al moet hij zeggen, dat er hier in Axel ook wel voorbeelden zijn, dat die adviezen niet uitkwamen. Ook op de rentabiliteit zal hp niet ingaan. Dat is ge makkelijk. Als men zegt je moet bij me aan- sluiten, dan komt dat er wel, doch voor die verplichting is ook hij huiverig. Hij noemt het machtsmisbruik, als men de menschen tegen hun zin gaat dwingen er gebruik van te maken; Ook hp hecht niet zooveei W»S.'rde aan het petitionnement. Velen teellenen, omdat ook buurman geteekend heeft en als men ver schillende tHededeelingen over het teekenen iloort vewnindert de waarde veel. Spreker heeft het persoonlijk ervaren. Zijn vrouw heeft er ook op geteekend, doch wist niet waarom. Hij gaat hier dus niet verder op in. Aan de verplichte aansluiting zal hij zijn stem niet kunnen geven. Hij nam dezer dagen nog kennis van een schrijven van iemand, die zich in deze zaak nog al heeft ingewerkt en die te kennen gaf bij vrijwillige aansluiting nog geen 20 te verwachten. Als men er dan zddveel menschen zullen zijn die tegen willen en weten tot aansluiten zullen moeten worden gedrongen, is hij van oordeel, dat het overweging verdient, dat niet te doen en om de waterleiding niet tot stand te brengen. De heer OGGEL: U kunt u daaromtrent uitspreken, door te stemmen tegen het voor- stel van Burgemeester en Wethouders. De heer P. DE FEIJTER merkt op, dat dit voorstel tweeledig is. Voor het voorstel van den heer Oggel, om het zonder verplichting te doen tegen verhoogde tarieven, gevoelt hij met veel. Desnoods zal de maatschappij het doen, want het komt er voor haar minder op aan. Krijgt men geen voldoende opbrengst uit de tarieven, dan komt het wel uit de belastingen. De VOORZITTER: Dan kan het niet, want bij het plan heeft voorop gestaan, dat de ge- meentefinancien buiten het geding zouden blijven. Indien verplichte aansluiting kon vervallen door de tarieven met 10 tot 15 te verhoogen, kon dat nog onder de oogen worden gezien, maar als de gemeente tekor- ten zou moeten gaan dekken, werd het onbil- lrjker dan bij verplichte aansluiting. De heer P. DE FEIJTER is het daarmede eens; dan gaat het er mede als met de P.Z. E.M. Als het misloopt gaat het ook zoo. Het denkbeeld van wethouder Oggel gevoelt spre ker dus niet veel voor, hrj beschouwt dat alleen als uitstel van executie en zou de zaak maar willen afhandelen. De heer CLAESSENS ziet een gemakke- lijke vergelijking in het voorbeeld van de P.Z.E.M. en de onderhavige zaak. De P.Z. E.M. wordt gezegd is een misrekening van Prof. Feldmann, en als het met de waterlei ding misloopt is het een misrekening van het Rijksbureau maarwij moeten het betalen. De heer OGGEL betoogt, zijn denkbeeld naar voren te hebben gebracht, omdat hij voorziet, dat er voor het aanhangige plan hier geen meerderheid zal zijn, en hij het jammer zou vinden, dat Axel zich ook aan deze zaak onttrok, omdat hij het van groot belang acht voor de gemeente en onze streek, wanneer men daar ook gebruik kan maken van de modeme hulpmiddelen in de samen- leving, en omdat de heer Krul in de vergade ring van 14 Februari 1.1. heeft gezegd, dat het zonder verplichting met een verhooging der tarieven met 10 kon tot stand komen. Ver- viel de verplichting, dan was er een groot be- zwaar weggenomen. Men moet dan wel iets meer voor het water betalen, doch dan zal van lieverlede toch de een na de ander aan sluiten. Indien op deze wijze verplichte aan sluiting kon vervallen, was naar de meening van spreker het belang van de tot stand ko- ming der zaak een ietwat hooger tarief wel waard. Spreker heeft dus zijn denkbeeld alleen aan het voorstel van Burgemeester en Wethouders toegevoegd, om de waterleiding te kunnen tot stand brengen. De heer P. DE FEIJTER komt de mogelijk- heid niet aannemelrjk voor; hij zou dan daar omtrent eerst heel wat meer berekeningen moeten zien. De heer OGGEL: In Tholen is het toch ook zoo gegaan. De heer P. DE FEIJTER ziet in een water leiding ook nog geen streekbelang. Hij kan daarin voor onze streek geen perspectieven zien. Hetgeen anderen daarin zeggen te zien, zal zich misschien eerst na 100 of 1000 jaar openbaren. De heer DIELEMAN respecteert de poging van den heer Oggel, om de verplichte aanslui ting weg te krijgen, maar spreker verwacht daarvan toch ook geen practisch resultaat, hij beschouwt dat alleen als uitstel van exe cutie. De heer Krul schrpft het nu toch anders. Hij zou alleen het voorstel van Bur gemeester in stemming willen brengen, om de adhaesiebetuiging van het voorstel van Ter Neuzen in te trekken. Wordt dat voorstel verworpen dan weet de afgevaardigde dezer gemeente wat hem te doen staat en is de zaak van de baarl. De heer OGGEt< wijst er op, dat dan hog zijn voorstel blijft, om aan de zaak mee te doen, mits vrijwillige aansluiting Voor onze gemeente wordt toegestaan. Voor de gemeen- ten wier bestuur zich dan aan de verplichting wil houden, kan dan een lager tarief worden gehandhaafd. Zoo heeft men het in Tholen ook gedaan. De VOORZITTER voegt hier aan toe, dat men voor Schouwen en Duiveland ook de mo- gelijkheid openstelde, dat gemeenten die over- wegende bezwaren hadden, de verplichte aansluiting niet behoefden in te voeren, doch dan een garantie moesten stellen. Als we dan hier zouden aanvaarden, zou de gemeente Axel het geld toch moeten geven, maar dan komt het uit de belastingen. Als we de groote zaak willen dienen, dan moeten de ge- bruikers de kosten betalen. De heer DIELEMAN merkt op, dat de zaak er dan anders voor komt te staan, want dan zouden er ook menschen aan moeten betalen, die als ze het zouden willen van de waterleiding toch geen gebruik kunnen maken. De heer J. DE FEIJTER wenscht een zoo- danige regeling der stemming over dit onder werp, dat het voorstel van den heer Oggel in de tweede plaats kan komen. Hij is tegen de verplichting, doch wil wel een poging wagen om de waterleiding zonder verplichte aan sluiting tot stand te brengen. De heer KRUIJSSE merkt op, dat er geen twee voorstellen ter tafel zijn, Er is een voor stel van Burgemeester en Wethouders, om de adhaesie aan het raadsbesluit van Ter Neuzen in te trekken. Voorts is er een mededeeling omtrent de meening van een minderheid in Burgemeester en Wethouders, maar er kun nen over hetzelfde onderwerp van Burgemees ter en Wethouders geen twee voorstellen zijn Als men stemming wil uitlokken over het denkbeeld van den heer Oggel, zal er een voorstel uit den boezem van den raad moeten komen. De heer P. DE FEIJTER zou voor dat denkbeeld gevoelen, als hij dacht, dat dit uit- voerbaar was. Om verplichte aansluiting weg te krijgen zou hij wel met 10 verhoo ging der tarieven mee kunnen gaan, maar hij denkt, dat dat toch niet kan. De VOORZITTER vraagt, of het dan geen overweging zou verdienen een beslissing aan te houden en ons opnieuw in verbinding te stellen met het Eijksbureau om die mogelijk- heid nader onder de oogen te zien. De heer CLAESSENS acht dat roekeloos rekken; er is aan hem en den heer 't Gilde op het Rijksbureau gezegd, dat de verplich ting niet op zij gezet kan worden. De VOORZITTER; Mits de gemeente ga rantie heeft! De heer KRUIJSSE betoogt, dat toch ieder- een wel kan begrijpen, dat de verplichte aan sluiting niet afhangt van met 10 verhoog de tarieven. Hij gelooft, dat men dan tot een geheel andere heffing zal moeten komen. Als de gemeente garantie moet geven, hebben de ingezetenen niet het nut van de waterleiding en moeten er toch aan betalen. De heer CLAESSENS zou wel eens willen zien hoe men zoo'n rentabiliteitsberekening in elkaar zou willen zetten. Dat zou hij niet anders kunnen beschouwen als boerenbedrog. Het stelsel waar de heeren van uitgaan is. dat de groepswaterleidingen zich een mono- polie verzekeren, en dat de exploitatie nim mer zal worden stopgezet, omdat de tarieven door de deelnemende gemeenten naar believen en naar behoefte kunnen worden vastgesteld. Daarop berust het geheele systeem. Ze zullen het wel voor elkaar boksen, maar bij niet ver plichte aansluiting kunnen ze geen zuivere berekeningen overleggen, daar is geen bere- kening naar te maken en daarom noem ik zoo'n eventueele rentabiliteitsberekening boe renbedrog. De heer OGGEL moet tegen die uitdruk- king opkomen. Hij heeft nog nader bij den heer Krul over zijn denkbeeld geinformeerd en deze schrijft o.m. het volgende: Voorop zij gesteld, dat afschaffing van de verplichte aansluiting mogelijk is, indien de "tarieven worden verhoogd. Hoeveel die ver- '.hooging zal moeten bedragen is alleen door "een nieuw rentabiliteitsberekening vast te '.stellen, doch op grond van voor handen zyn- de gegevens van andere bedrjjven kan veilig "gezegd worden, dat de tarieven minstens 10 en waarschijnlijk nog meer verhoogd "zouden moeten worden. Dit zou naar mijn meening weer oppositie geven van hen, die "thans met de ontworpen tarieven accoord gaan. Daarbij moet ook gedacht worden "aan het feit, dat de commissie van onder- ,,zoek zeer veel werk van de tarieven heeft ,,gemaakt en er tot veler instemming in ge- ,,slaagd is, met een lager gemiddelde dan in ,,het Rapport 1923 was becijferd en daardoor ,,dus met lagere tarieven, een rendabel be- ,,drijf te verkrijgen. Indien er een meerderheid onder de aan- ,,deelhouders gevonden zou worden, die met ,,uw denkbeelden mede zou gaan, zou in de eerste plaats een nieuwe rentabiliteitsbereke- ,,ning moeten worden opgemaakt. „Daama zou een wijziging moeten worden ,,aangevraagd van de risico-garantiewet, om- „dat de verleende risico-garantie gebaseerd is ,,op toepassing van de verplichte aansluiting. ,,Ook zouden nieuwe voorwaarden voor het „aangaan van de .geldleening bij de Rijksver- „zekeringsbank moeten worden opgesteld, „omdat bij het vaststellen van de oude voor- „waarden is gerekend op invoering van ver plichte aansluiting." Er is hier dus geen kwestie van boeren bedrog en het is wel raadzaam, dat men met wat meer respect over de heeren van het waterleidingbureau spreekt. Als voorbeeld voor hetgeen hij beoogt, wijst spreker op Bruinisse. Daar zou men aanvankelijk ook niet de verplichting stellen, doch moest de gemeente dan een garantie stellen. Alleen om de zaak te redden, heeft spreker het voor stel gedaan. De heer CLAESSENS wijst er op, dat deze raad indertijd besloten heeft adhaesie te be- tuigen aan het raadsbesluit van Ter Neuzen, om de maatschappij te ontbinden. Is, als Ter Neuzen zijn besluit mocht intrekken, die ad haesiebetuiging dan ook niet vervallen? Dat zit er toch eigenlijk in? De heer DIELEMAN wijst er op, dat een ander ook het initiatief kan nemen voor het doen van zoo'n voorstel. De heer J. DE FEIJTER: Maar als het voorstel van Burgemeester en Wethouders verworpen wordt, is het voorstel van den heer Oggel, de ristrictie ook van de baan? De heer OGGEL meent, dat dit dan afzon- derlijik in stemming kan komen. De heer VAN DE BILT verklaart niet tegen een waterleiding te zijn, maar de finan- cieele gevolgen gaan hem z66 hoog, dat hrj zal moeten tegen stemmen. Indien, zooals dat tegenwoordig meer gebeurt, de berekenin gen tegenvallen hij wijst daarvoor als voor beeld op de Zuiderzeewerken dan worden de lasten z66 hoog, dat de gemeente Axel die niet meer te boven zal kunnen komen en de reeds hooge belasting nog meer zal moeten verzwaard worden. Als het gaat tegenvallen zal er voor Axel al gauw nog een ton brj- krnnon, Alleen de hierbij betrokken zware financieele lasten doen hem tegen stemmen. De heer J. DE FEIJTER wil beginnen met zijn waardeering uit te spreken voor die per sonen, die, door middel van het stichten eener waterleiding, hebben getracht Z.- Vlaanderen vooruit te helpen. Hij stelt in tegenstelling met verschillende andere raads- leden, volledig vertrouwen in de directie van het Rijksbureau voor Drinkwatervoorziening. Men moet echter niet uit het oog verliezen, dat er toch groot verschil bestaat tusschen stad en platteland, in zake de watervoorzie- ning. In onze gemeente bijvoorbeeld hebben een groot aantal menschen zich voorzien van regenbakken, welputten en pompen en is het watergebrek nu nog niet zoo groot. De men schen hier, leeren van kinds af zuinig, vooral met regenwater, om te gaan. Spreker voor zich is persoonlijk van meening, dat een wa terleiding voor Zeeuwsch-Vlaanderen nuttig en noodig is. Het gaat hier dus alleen over de wijze hoe en op welke voorwaarden en dan mag men toch niet al te lichtvaardig heen- loopen over een garantiebedrag van 4 ton voor Axel. Er wordt wel gezegd, dat de Re- geering zooveei voor Zeeuwsch-Vlaanderen doet, maar spreker zou wel eens willen hooren wat de Regeering voor onze streek bijzonders doet. Een garantie van 2 ton is nu toch niet van belang om daarover te spreken, gezien de eigenaardige toestanden in Zeeuwsch-Vlaan deren en de ligging, is de garantie veel te miniem. Wanneer men zich de vraag stelt: wordt de waterleiding in onze gemeente gevraagd of •begeerd, dan kan men zonder overdrijving zeggen: neen! En moeten wij zegt spre ker hier dan niettegenstaande dat toch maar eens tegen die menschen gaan zeggen: we zullen u dwingen om ons leidingwater te drinken? Daar komt nog bij, dat een groot deel van de landbouwers niet aangesloten worden, tenzij tegen extra-betaling, zooals bij de gas- en electriciteitsvoorziening. De ondervinding in de laatste jaren opgedaan in zake gas- en electriciteit, bezien van uit des- kundig oogpunt, moeten ons, mijnheer de voorzitter, tot groote voorzichtigheid aan- manen. Wanneer men ziet hoeveel buiten- menschen reeds jaar en dag zitten te wachten op electriciteit en dit alleen afstuit op onbil- lijk gestelde voorwaarden, dan kan men ons hier achterlijk noemen, maar kan men het ons, mijnheer de voorzitter, toch niet euvel duiden, dat we een en ander aan elkaar koppelen. Waar volgens mijn besdheiden meening de be- volking van Zeeuwsch-Vlaanderen niet rijp is voor het nut van een waterleiding zal ik v6or ontbinding stemmen, De VOORZITTER brengt thans in stem ming het voorstel van Burgemeester en Wet houders om het raadsbesluit waarbij adhaesie werd betuigd aan het besluit van den raad van Ter Neuzen beoogende ontbinding der N.V. Zeeuwseh-Vlaamsche waterleidingmaat- schappij in te trekken. Dit voorstel wordt verworpen met 8 tegen 2 stemmen. Voor stemmen de heeren Wolfert en Kruijs se- tegen stemmen de heeren Van de Bilt, Claessens, J. de Feijter, Koster, Dieleman, P. de Feijter, 't Gilde en Oggel. De heer OGGEL stelt thans voor aan het Rijksbureau voor Drinkwatervoorziening het verzoek te doen een nieuwe rentabiliteitsbere kening te maken voor het tot stand brengen der waterleiding zonder verplichte aanslui ting, doch met een van 10 tot 15 verhoog tarief. Hij zou toch willen beproeven een waterleiding te krijgen. De heer J DE FEIJTER steunt dit voorstel. De heer P DE FEIJTER heeft tegen dat maken van een plan geen bezwaar, als er maar geen aansprakelijkheid voor de ge meente bij komt. De VOORZITTER: Dat zal onder de oogen moeten worden gezien. De heer P. DE FEIJTER waar de verwach ting is, dat er dan nog geen 20 zal aan sluiten, zal dat kleine aantal de kosten met kunnen opbrengen en komt het tekort voor rekening van de belastingbetalers, ook voor die van buiten, die zelf aan de waterleiding niets kunnen hebben. De heer CLAESSENS zegt, dat het voor de hand ligt, dat het niet kan. Maar de gemeen ten deelen in de winst en natuurlr)k ook het verlies. De VOORZITTER wijst er op, dat met aiies precies met een schaartje te knippen is. De heer CLAESSENS blijft er bp, dat hier- voor nooit een juiste berekening is te maken, die berekening kan op niets anders dan zuiver willekeurig aangenomen cijfers berusten. De VOORZITTER wijst er op, dat men de gelegenheid om de verplichting uit te schake- len ook gelaten heeft voor de gemeenten op Schouwen, maar deze moesten dan een garan tie stellen. Spreker meent, dat aanneming van het voorstel van den heer Oggel nog een poging zou kunnen zijn, om een waterleiding te krijgen en de vraag aan het Rijksbureau dient dan spoedig te worden gedaan. De heer J. DE FEIJTER meent, dat men er niets bij kan verliezen, doch alles bij kan winmen. De VOORZITTER: Een definitief besluit kan dan natuurlijk nog niet genomen worden. daar de gegevens dan eerst moeten zijn ont- vangen. De heer J. DE FEIJTER vraagt, of het Rijksbureau kosteloos werkt. Of komen de kosten voor zoo'n plan die al spoedig op een f 1000 komen, alsdan voor rekening der gemeente? De heer VAN DE BILT gelooft niet, dat het Rijksbureau kosten in rekening brengt. De heer CLAESSENS voorziet in aanne ming van het voorstel van den heer Oggel alleen oponthoud, dat nergens toe dient, als alleen dat de onkosten weer maar girooter worden. De commissarissen moeten dan ook weer vergaderen en daarover hun oordeel uit spreken. Er zijn nu al 75.000 onkosten ge- maakt, al spoedig is daar weer een 1000 bij. De VOORZITTER merkt op, dat dit zeg gende woorden zijn, die niets beteekenen. De heer OGGEL voegt aan zijn voorstel toe, dat de kosten van de te vragen nieuwe rentabiliteitsberekening niet ten laste van de gemeente mogen komen. Het voorstel van den heer Oggel wordt ook nog gesteund door de heer Van de Bilt, ten- einde het mogelijk te maken, dat dit in stem ming komt. Het wordt verworpen met 2 tegen 8 stem- men. Voor stemmen de heeren J. de Feijter en Oggel; tegen stemmen de heeren Van de Bilt, Claessens, Wolfert, Koster, Dieleman, P. de Feijter, 't Gilde en Kruijsse. De heer CLAESSENS zou nu aan den ver- tegenwoordiger dezer gemeente een bindend mandaat willen geven om te werken v66r ont binding. De VOORZITTER merkt op, dat men dan weer met andere voorstellen zou moeten komen. De gemeenteraad heeft zich nu dui- delijk uitgesproken, dat hij de waterleiding niet begeerd, en de vertegenwoordiger zal hlermede wel rekening houden en voor ont binding stemmen. De heer OGGEL meent, dat het denkbeeld van den heer Claessens voortvloeit uit een wantrouwen ding betrokken is. De VOORZITTER wijst er op, dat de ge meente in elk geval nog aan de naamlooze vennootschap vast zit. Wanneer een voorstel tot ontbinding niet twee derden der uitge- brachte stemmen behaalt, zit de gemeente er nog in. De heer CLAESSENS: Dan kunnen wij het voortwerken tegenhouden door niet te storten. De VOORZITTER: Dat is mogelijk, dat zal dan moeten gezien worden, (Slot in het Tweede Blad.) tsgen alles wat bp de waterlei- GEMEENTERAAD VAN KOEWACHT. Woensdag jl. werd hier een openbare raads- zitting gehouden. Met kennisgevimg afwezig de heer A. Geerards. De notulen der vorige vergadering werden onrveratnderd goedgekeurd. In venband met de notulen vraagt de heer van Dorsselaer inlich tingen over de gehouden vergadering van de aandeelhouders der Waterleiding te Ter Neu zen. De secretaris, als afgevaardigde van deze gemeente, brengt er verslag over uit en licht de bestuurskwestie toe. Na gedachtemwisseling blijkt duidelijk, dat alle leden van meening zijn dat persoonlijke belangen hierbij een groote rol spelen. Daarna wordt overgegaan tot: ingekomen stukken. 1. Adres van Kamer van Koophandel te Ter Neuzen, waarin deze vraagt adhesie te betui- gen aan het wetsvoorstel van den Heuvel, han- delemd over steun aan de beetworteliindustrie. Wordt voor kenmisgeving aangenomen. 2. Schrijven van de vereenigiing van Ned', gemeenten afdeelimg Zeeland, waanbij ver- zocht wordt, toe te treden als lid' van de afd. Zeeland. Wordt besloten toe te treden. 3. Schrijven van de gemeente Kerkrade over het wetsvoorstel tot herziening der finan cieele verhouding tusschen Rijk en gemeente. Wordt voor kennisgeving aangenomen. 4. Schrpven van P.Z.E.M. te Middelburg, waarin zij mededeelt f 160 te vergoeden voor betaaJde salarissen van directeur-boekhouder en meteropmemer, gedurende het tijdvak Jan.- Juni 1928. Besloten wordt gemoagen er mede te nemen onder opmerking dat de Raad nog steeds de meening is toegedaan, dat het geheele bedrag door de P.Z.E.M. moet gerestitueerd worden. 5. Schrijven van de Gezomdheidseommissie te Hulst betreffendie de verhooging van de ra- ming van de begrooting 1928 met f 142,29 Wordt voor kennisgevimg aangenomen. 6. Schrijven van de Ned. Thermo-Chemi- sche faibrieken betreffende desinstructie inge- volge Vlefeschkeuringswet en Veewet. Wordt voor kennisgeving aangenomen. 7. Schrpven van het mindsterie van Onder- wijs, Kunsten em Wetenschappen, waarin wordt medegedeeld, dat geweigerd wordt het ver zoek van d'eze gemeente houdende een tege- moetkoming, als bedoeld in artikel 250 der L. 0. Wet 1920. Wordt voor kenmsgevdmg aangenomen. 8. Brief van H. Wesepoel alhder om ver- goedimg voor zijn schoolgaande kinderen, ge zien de verre afstand, Besloten wordt de afstand te omderzoeken er> in de volgende vergadering te behandelen. 9 Afschrift van de Kamer van Koophan del te Ter Neuzen aan de P.Z.E.M., betreffende die electriciteitsvoorziening in Zeeuwsch-Vlaan deren, waarbij wordt aangedrongen op een verlaagdem stroomprijs. Wordt voor kennisgeving aangenomen. 10. Schrijven van de gemeente Hulst, be treffende de regeling van de Prov. Stoomboot- dienst Walzoorden-Hansweert, met bet ver zoek adhesie te- betuigem. Aldus besloten. 11 Schrijven van Ged. Staten van Zeeland betreffende de begrooting 1929, waarin zij me dedeelt, dat volgens de Ingediende begrooting niet in aanmerking is genomen den post „Up- centen op de hoofdsom Rijksmkomstenbelas- timg sub a". Begrooting wordt im dien z»n gewpzigd. Vastgesteld werd het kohier der Hondenbe- lasting over 1929. Met al gemeeme stemmen werd besloten ae gemeenteiwegwerker B. Broepoel, die wegens ouderdom eervol ontslag had aamgevraagd, een pensioen, te verleenen van f 125 per jaar, nn- gaande 1 Januari 1929. Bij punt 6 van de agenda: Wegsverbetermg werd besloten 10.000 keien aan te koopen voor de weg em te ve rbeteren. Bij de romdvraag vroeg de heer van Dorsse laer of nog het plan bestaat een meuwen meente-wegwerker te benoemen. Op vooistei van den voorzitter wordt dit punt aangehou den tot de volgende zitting.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1929 | | pagina 4