GEMEEN TER A AD VAN AXEL. plotseling aan den ingang van de Zee van Azof bij de Straat van Kertsj ijsbergen opgedoken, waarmede reeds eenige stoomschepen in den nacht in aanvaring zijn gekomen. Dat onge- wone verschijnsel wordt door deskundigen tlaaraan toegeschxeven dat de zee op de zand- ibanken, tengevolge van den zoo bii'zonder strengen winter ditmaal tot aan den grond toe bevroren is geweest. Die ijsschotsen, want bergen zijn het eigenlijk niet, beginnen nu, bij bet intreden eindelijk van warmer weder, los te komen, en komen aan de oppervlakte, waar ze langzamerhand geheel wegsmelten. De scheepvaartautoriteiten in de Azofhavens hebben de daarheen bestemde stoomschepen gewaarschuwd goeden uitkijk te houden naar de ronddrijvende ijsmassa's, daar die inderdaad gevaar opletveren. DIEFSTALLEN DOOR ZIGEUNERS. De politic te Parijs heeft een Spaansche zi- geuner-vrouw in heehtenis genomen, wegens diefstal. Zij behoorde tot een groep zigeu- ners, die hun kamp met wagens buiten Parijs hadden opgeslagen en toen de politie daar een onderzoek imsteide, kwam er voor ongeveer een jniiiioen frank gestolen goed voor den dag; damesjurken, groote hoeveelheden schoenen en laarzen, massa's linnengoed, reistasschen, por- selein, aardewerk. A1 deze artikelen waren in hoofdzaak uit winkeletalages, buiten-uitstailingen, gestolen en Maria Rodriguez, de aangeliouden vrouw, heeft aan de pohtie bekend, dat zij het hoofd was van een d'ievenbende en dat de gevonden goederen de opbrengst van twee jaar stelens vormden. Negen leden van de bende zijn ver- volgens achter slot gezet. Maria Rodriguez had een vengunning om op de markten van de Parijsche voorsteden goederen te verkoopen; er werd echter meer gestolen dan verkocht en het was Mania's plan om in Spanje een winkel van het gestolen goed te openen. Woensdag is de politie bezig geweest met vraoht-auto's de voorraden uit hot zigeunerkamp naar het bureau over te brengen. WONDERBAARLIJKE VISCHYANGST. Uit Cannes wordt gemeld, dat daar aan den kust sands eenigen tijd de sardijnen in over- vloed voorkomen. Dagelijks worden er op de reede en in de golf van Napoule duizenden kilo's gevischt. De prijs is, volgens de Petit Parisien, reeds van twaalf tot twee frank per kilo gedaald en het blad zegt, dat wanneer de ■overvloed van visch aan dat gedeelte van de kust blijft aanhouden, de vissc.hers zich in hun vangst zullen moeten beperken omdat zii voor den al be grooten overvloed geen afzetgebie- den hebben. Er is geen enkele conserven- fabriek in de nabijheid gelegen. EEN OPWINDENDE JACHT. Vrijdagavond omstreeks half elf rukte, naar Wolff meldt, voor het station Moritzplatz van den ondergrondschen spoorweg te Berlijn een man, die door twee agenten werd opgelbracht, zich plotseling los, holde weg, liep een vrouw met een kind omver, viel, sprong weer op, be- dreigde voorbijgangers, die hem omsingelden, met een revolver, zoodat zij terugdeinsden, liep het station van den ondergrondschen spoorweg binnen, loste een schot op de hem intusschen weer op de hielen zittende agenten, zonder hen te raken, sprong zonder zich te bedenken op de spoorbaan en rend'e de don- kere tunnel in in. de richting van het station Neanderstrasse, door zijn vervolgers nagezet. De stationschef Met, om ongelukken te voor komen, den stroom uitschakelen. Te mddder- nacht was de vlucihtelinig nog niet gevat. EEN ANGSTIG OOGENBLIK. Te Elko in Nevada hebben de zeven passa- giers en de beide vliegers van een groot vlieg- fcuig een angstig oogenblik doorgemaakt. Het toestcl geraakte in de lucht in brand, zoodat een noodlanddng noodig was. Het kwam goed op den grond en de inzittemden konden er alle zonder ernstige kwetsuren uitkomen, doch het vliegtuig brandde totaal uit. DOOR WANDLUIZEN GEBETEN. Een danseres werd in een hotel te Praag des nachts door wandluizen gebeten. Zij dien- de bij de justitie een klacht in tegen d'en hotel- houder en verlangde een schadevergoeding van twaalfhon.derd Tisjechische kronen. De hoteMer verklaarde voor de rechtbank dat hij nooit wandluizen in zijn hotel had ge- had en dat de danseres ze waarschijnlijk zelf in haar koffer had meegebracht. Zij ontkende dat ten steiMgste. De rechter wilde niet al te snel een vonnis vellen en verdaagde de zitting Maar hij wilde er meer van weten en daarom pakte hij een koffertje en stapte op een avond naar het hotel, huurde een kamer, legde zich te bed en probeerde in te slapen. Doch weldra kwamen ook hem wandluizen plagen. Ze heb- heb hem overal gebeten. En nu de rechter zich persoonlijk overtuigd had, dat er werkelijk wandluizen in het hotel waren, heeft hij den hotelier tot betaling van de twaalfhonderd kronen veroordeeld, KINDERMISHANDELING. Een geval van kindermishandeling, hetwelk dezer dagen voor een der Berlijnsche recht- banken werd behandeld, trekt nogal de aan- dacht. De ouders de man is brigadier bij de Berlijnsche politie worden faeschuldigd van mishandeling van hun dochtertje van drie en een half jaar, tot de dood er op volgde. Het kind, dat eerst bij een pleegmoeder in den kost was gedaan (de ouders waren toen nog niet getrouwd), kwam begin Mei van het vorige jaar bij de ouders in huis. Einde Mei werd het met vreeselrjke hoofdwonden in het ziekenhuis gebracht, waar het vrij spoedig gestorven is. De vrouw heeft bekend het kind met stuk- ken hout en den koppelriem van haar man mishandeld te hebben, waartegen deze zich niet verzet zou hebben. Oorzaak van de mis- bandelingen was, dat het kind niet zindelijk werd volgens de deskundigen een gevolg van de Engelsche ziekte, waaraan het ge- leden moet hebben. Daar de deskundigen van oordeel bleken, dat de moeder lijdende is aan een bloedziekte, hetgeen waarschijnlijk van invloed is geweest op haar gedrag, is het proces geschorst, om den deskundigen gelegenheid te geven de vrouw onder observatie te nemen. Vergadering van Dinsdag 23 Mei 1929, des voormiddags 10 uur. Voorzitter de heer F. Blok, Burgemeester. Tegenwoordig de leden: J. M. Oggel, A. E. C. Kruijsse, M. W. Koster, Ph. J. van Dix- boorn, C. Th. van de Bilt, H. Wolfert, Ch. Claessens, A. Th. 't Gilde, F. Dieleman, J. de Feijter en P. de Feijter, benevens de Secreta- ris J. L. J. Maris. De VOORZITTER opent de vergadering door het uitspreken van het gebedsformulier. De beer VAN D1XHOORN verzoekt den Voorzitter in de eerste plaats in behandeling te willen brengen punt 8 der agenda. Hij zou aan de behandeling en beslissing hierover gaame medewerken, doch is genoodzaakt te half 12 de vergadering te verlaten om elders een vergadering bij te wonen waarbij zijn tegenwoordigheid dringend vereischt wordt en welke vergadering op zijn verzoek tegen heden is belegd, toen hij er nog geen kennis van droeg dat heden raadszitting zou worden gehouden. Hij heeft met enkele medeleden over dezen wensch gesproken. Zij hadden er geen bezwaar tegen. Het is hem echter niet mogelijk geweest met alle leden te spreken. Hij zou dus gaame punt 8 eerst in behande ling gebracht zien en, zoo mogelijk, daarna punt 4. De VOORZITTER merkt op, dat dit een afwijking is van den regel. Hij voor zich heeft er geen bezwaar tegen. Wat denken de hee- rem er van? De heer DIELEMAN wilde gaame tege- moetkomen aan het verzoek van den heer Van Dixhoom betreffende punt 8, doch nu gaat deze met zijn verzoek verder, en daar maakt hij bezwaar tegen. De VOORZITTER zal dan eerst punt 8 in behandeling brengen. Hij verzoekt de heeren bij de besprekingen zoo beknopt mogelijk te zijn, hetgeen niet zeggen wil, dat hij hen wil weerhouden hunne gedachten uit te spreken. 8. Zeeuwsch-Vlaamsche waterleiding. Onder dit punt is begrepen behandeling van: a- het rapport der Commissie van onder zoek inzake de N.V. Zeeuwsch-Vlaamsche Waterleiding te Ter Neuzen; b. een tweetal adressen o.a. van verschil- lende raadsleden uit diverse gemeenten en een adres van het Comite van actie met 1696 handteekeningen van kiesge- reohtigde inwoners der gemeenite Axel om te besluiten tot ontbinding van de N. V. Zeeuwsch-Vlaamsche Waterleiding Maatschappij en c. het adres van de Afd. Axel van de S. D. A. P. om niet in te gaan op het verzoek als bedoeld in het ingezonden petitionne- ment van het Plaatselijk Comity van Actie, maar krachtig te gaan ijveren voor doorvoering van deze voor de bevolking zoo belangrijke waterleiding. Het onder b bedoelde adres van verschil- lende raadsleden uit diverse gemeenten is op- genomen in de notulen der vergadering van 7 Februari 1929, terwijl het adres van C. van Kampen e. a., waarbij zijn overgelegd lijsten bevattende de namen van 1969 kiesgerechtig- de ingezetenen luidt als volgt: Ondergeteekenden, alien kiesgerechtigden inwoners der gemeente Axel, geven eerbiedig te kennen; dat zij van oordeel zijn dat de verplichte aansluiting aan de waterleiding (zonder noodzaak) een ingrijpen is in de rechten van bet gezinsleven en dat bovendien de finan- cieele druk te zwaar zal zijn voor de bevol king, in verband met de geringe aansluiting van gemeenten in Westelijk Z.-Vlaanderen. Redenen waarom zij verzoeken zoo spoedig mogelijK tot ontbinding van deze waterleiding over te gaan. Het onder letter c bedoelde adres luidt als volgt: Geven met eerbied te kennen, ondergetee kenden C. Hamelink en P. L. Goossen, reap. Voorzitter en Secretaris der Afd. Axel van de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij in Ne- derland, ten dezen domicilie kiezende Juliana- straat E 128: dat hun bestuur, overwegende de hetze, welke door sommige gemeentenaren gevoerd wordt tegen de nu ook dit jaar weer zoo noodzakelijk blijkende waterleiding, en welke zich aan Uwen raad zai openbaren in den vorm van een petitionnement, het wensche- lijk acht 't volgende onder Uwe aandacht te brengen 1. dat het bedoelde petitionnement een zeer groot aantal aarnen moet bevatten, die door anderen dan de dragers(sters) van die nam°n zijn gesteld; 2. dat zeer velen tegen de waterleiding hebben geteekend op grond van de zeer on- juiste kostenopgaven, welke gegeven werden door de handteekeningverzamelaars, al of niet in opdracbt van hunne lastgevers; 3. dat meerderen dan ondergeteekenden hebben verklaard t. z. t. gaame van de weer- zinwekkende practijken te getuigen welke ge- bezigd zijn om 't petitionnement maar te doen slagen; 4. dat zij tot staving der hier uitgespro- ken beschuldigingen uwen raad in afschrift doen toekomen de schriftelijke verklaring van drie personen, woonachtig in verschillende deelen der gemeente, een aantal dat zeker tot groote getallen is op te voeren; 5. dat de waterleiding vooral voor bewo- ners van kleine huizen met kleine water- winning, als drinkwatervoorziening zeer zeker in een groote behoefte kan voorzien, hetgeen zeker in dezen tijd van schaarschte, geen nader betoog behoeft; 6. dat een waterleiding uit een oogpunt van hygiene vooral voor de groote groep ar- foeidende bevolking van Zeeuwsch-Vlaanderen van groot nut zal zijn, terwijl ook economisch gezien, de totstandkoming groote mogelijk- heden opent; 7. dat de kosten ervan progressief zullen geregeld worden d. w. z. naar gelang der grootte van 't perceel, dat men bewoont of daarmede overeenkomend, wat toch zeker voor de arbeidersklasse van groot belang is; 8. dat de voorlichting die de oppositie- groep over de tecbnische kwesties geeft als zeer onbetrouwbaar moet worden gewaar- merkt, mede door de onverantwoordelijke po- sitie der z.g. oppositiedeskundigen; 9. dat daar tegenoverstaan de deskundi gen der regeering met hunne verantwoorde- lijkheid, waar alleen wij houvast aan hebben; 10. dat de oppositie zelf als onbetrouw baar moet worden gewaarmerkt, wijl zij na- laat de middelen aan te wijzen, die zouden kunnen leiden tot verwezenlijking der door haar beloofde voorziening, waardoor die be- lofte het aanzien krijgt van opzettelijke volks- misleiding; redenen, waarom ondergeteekenden zich met het dringend verzoek tot U wendt, om niet in te gaan op het verzoek als bedoeld in genoemd petitionnement, maar krachtig te gaan ijveren voor doorvoering van deze voor de bevolking zoo belangrijke waterleiding. Bij dit adres zijn voorts ingezonden ver- klaringen van: F. J. Tieleman Pz. die verklaart, dat in de week van 23 Febr. tot en met 2 Maart 1.1., toen hij aan het werk was de heer De Kort zich bij hem vervoegde om hem te bewegen te teekenen op het petitionnement tegen de waterleiding. Hij gebruikte daartoe de vol gende argumenten 1. dat het voor een gewoon arbeiders- perceel wel 50 per jaar zou kosten; 2. dat er evenwel al een groote menigte op z'n lijst stonden. R. W. de Bruijne verklaart dat in de week van 4 tot 9 Maart 11. bij hem aan huis kwam de heer H. Kotvis, met een petitionnement tegen de waterleiding. Toen zijn vrouw, tot wien hij sprak, om iniichtingen vroeg, zeide hij, dat ons perceel zeker van f 40 naar f 50 per jaar zou kosten, en verder: u kunt zoo- wel voor u zelf als voor uw man teekenen. Wat zij dan ook heeft gedaan. Waar onder- geteekende meent, dat zoowel het een als het ander in strijd is met de werkeiijkheid, tee- keot hij hiertegen protest aan en verklaart zijn handteekening waardeloos. S. J. Dieleman verklaart dat H. Kotvis zich bij hem vervoegd heeft teneinde hem te be- wegen deel te nemen aan het petitionnement tegen de waterleiding. Hij deelt voorts mede, dat H. Kotvis daarbij het argument gebruik te, dat voor zijn woning, Molenstraat B 28 (2 kamers) de waterleiding 25 's jaars zou kosten. Hij heeft er niet op geteekend, daar hij meende dat Kotvis zijn cijfers niet juist waren. Het prae-advies van Burgemeester en Wet- houders luidt als volgt: A. Burgemeester en Wethouders achten, gezien het verlangen van eenige leden van uwen raad, het wenschelijk, om het rapport der Commissie van onderzoek, inzake de N.V. Zeeuwsch-Vlaamsche Waterleiding Maat schappij te Ter Neuzen in behandeling te nemen. De vertegenwoordiger zal zooveel mo gelijk van een en ander op verzoek iniichtin gen verstrekken. Wij stellen U voor dit rapport zoodanig te aanvaarden, met de restrictie van wethouder Oggel, die een 10 hooger tarief zonder ver plichte aansluiting wenscht, wat volgens mededeeling van den Beer Dir. van het Rijks- bureau van Drinkwatervoorziening in de ver gadering van aandeelhouders op 14 Februari j.l. mogelijk is. Wellicht is dit een aansporing voor het bestuur van de waterleiding om in dezen tijd van schaarschte aan drinkwater hunne werkzaamheden vlugger te doen loo- pen, waardoor de welvaart van deze streek die door een waterleiding kan ontstaan, spoe- diger verwezenlijkt worden. Voorts stellen wij U voor het raadsbesluit van 25 Augustus 1927, waarbij besloten is mede te werken tot ontbinding van de N. V. Zeeuwsch-Vlaamsche Waterleiding overeen- komstig het verzoek van C. A. Verlinde e. a. leden van den gemeenteraad van Ter Neuzen in te trekken en den vertegenwoordiger van deze gemeente maohtiging te verleenen om tegen liquidatie te stemmen. B. het U reeds bekende adres van de ver schillende raadsleden uit diverse gemeenten voor kennisgeving aan te nemen, evenals het adres van het plaatselijk Comity van actie in afschrift hierbij gevoegd C. het in afschrift gevoegde adres van de Afdeeling Axel van de S. D. A. P. om niet in gaan op het verzoek als bedoeld in het inge zonden petitionnement van het Plaatselijk Comite van Aotie, maar krachtig te gaan ijveren voor doorvoering van deze voor de bevolking zoo belangrijke waterleiding ook voor kennisgeving aan te nemen. De heer 't GILDE begint met er op te wijzen, dat het wel aan zeer bijzondere om- standigheden moet toegeschreven worden in een tijdperk van zoo ongekende en langdurige droogte een actie op touw gezet te zien die men den wijdschen naam van „petitionne- ment" heeft gegeven en waarop zoo spontaan door zoovele honderden die watergebrek heb ben Is geteekend. In het stadium waarin de veelbesproken Zeeuwsch-Vlaamsche Water- leidingkwestie zich thans bevindt voelt hij zioh dan ook gedrongen nog eens nader zoo beknopt het kan zijn standpoint te ontvouwen. De meest gereede aanleiding daartoe is het pre-advies van B. en W. Verder gelden nog steeds de verschillende bezwaren van moree- len aard omtrent geste's van enkele bestuurs- leden, den nog steeds bestaanden twijfel om trent de toereikendheid van de waterwin- plaats en niet in het minst de moeilijkheden van financieel economischen aard. Deze alle nader toe te Iichten ligt op zijn weg. In de allereerste plaats wenscht hij te be- spreken de waterwinplaats, zulks aan de hand van vroegere gegevens o.a. van den heer direeteur van het Rijksbureau in hoogsteigen persoon en van het Rapport der Commissie van Onderzoek. Zeer eigenaardig, doch ook weinig ver- trouwen wekkend moet het wel aandoen den heeren met groote stelligheid en zonder blik- ken of blozen theorieen te hooren verkondi- gen, die gisteren niet werden geaccepteerd of die morgen weer worden overboord ge- worpen. Wanneer men b.v. rapporten in af schrift ziet aan den Minister gericht (over een tiental jaren) waarin emstigen twijfel wordt geopperd omtrent de toereikendheid, als men ziet de pogingen daarbij aangewend elders tot een oplossing te komen, b.v. door betrekking van water uit Belgie of Ossen- drecht; pogingen die deels zijn afgestuit op intemationale, deels op financieel-technisehe bezwaren, wanneer men rekening houdt met het op meerdere plaatsen tot uiting gekomen blijk van ongerustheid met het oog op de waterwinplaats, waaronder het noodig uit- zien in het 13e bedrijfsjaar doch waar- sohijnlijk vroeger naar nieuw terrein voor waterwinning, de herhaalde onderzoekingen in het andere district ook gedaan; wanneer men dit alles gadeslaat, dan moet de be- staande twijfel wel rijzen. De maat loopt eohter geheel en al over, in- dien daarenboven de heeren in hun eigen geschriften in tegenspraak met zich zelve komen. In den meest uitgebreiden zin van het woord toch is dit het geval. Slechts een enkel voorbeeld uit de velerlei die voor het grijpen zijn uit de „Geo- en Hydrologische beschouwingen betreffende de provincie Zee- land" van de hand van de heeren J. F. Steen- huis en den tegenwoordigen direeteur van het RijkSbureau (gedateerd Februari 1925). On der het hoofd: „Het bovengrondwater" leest men hier: ,,De waterneerslag vloeit grootendeels ,,over de oppervlakte naar de open wate- ,,ren af, verdampt voor een ander deel en ,,dringt slechts voor een zeer klein ge- „deelte in den weinig doorlaatbaren „bodem". Zeer duidelijke en positieve taal zou men zeggen! Wanneer men evenwel zich als leek aan cijfers gaat wagen en de gegevens op- vraagt van het Kon. Met. Instituut te De Bildt omtrent den neerslag in Zeeuwsch- Vlaanderen, met als gevolg de vriendelijke invitatie op het Rijksbureau te komen en men krijgt dan plotseling te hooren, dat 50 tot 60 van den regenval benut kan worden dan staat men toch wel eenigszins paf. Om nog een enkel voorbeeld te noemen ver- wijst hij verder naar de gegevens van de heer Versluijs, verwerkt in een Rapport omtrent een grondiwateronderzoek in Zeeuwsoh-Vlaan- deren. Daarin wordt gememoreerd een soort van verdringingsproces dat gaande is, waarbij het zoete water bezig is het zoute uit onzen bodem te verdringen. De ongerustheid stijgt in ernstige mate als men op biz. 31 van ge noemd rapport-Versluijs leest: „dat met zekerheid mag worden ver- „wacht, dat belangrijke wateronttrekking ,,het toestroomen van water van ongun- ,,stige samenstelling een verzouting van ,,de putten tengevolge zal hebben." Dergelijke en soortgelijke tegenstrijdig- heden zijn oorzaak, dat wantrouwen en ach- terdocht ontstaat. Zeer veel zou te zeggen zijn over andere ernstige bezwaren, het bestuur betreffende. Dit bestuur is door de Commissie van Onder zoek en laatst door den raad van Ter Neuzen te verstaan gegeven, dat het zijn mandaten ter beschikking moet stellen. In een open- bare vergadering voegt bet echter slecht aan verschillende citaten uit de volledige in af schrift b(j hem berustende correspondent voor te lezen. Verschillende medeleden kun nen dan ook de meest ernstige aangelegen- heden die het bestuur aangaan. Op biz. 21 van het Rapport der Commissie van Onder zoek leest hij in hoofdletters gedrukt: „dat haar (de Commissie n.l.) in geen enkel op- zicht gebleken is, dat, hetzij door het Dag. Bestuur, hetzij door den Raad van Commis- sarissen handelingen gepleegd zijn, die het benadeelen der vennootschap beoogden." Maar daarop volgt dan direct: „Zij kan zich echter niet ontveinzen, dat ,,de verkiezing van den Raad van Com- „missarissen geschiedt is op een wijze „die tot gerechtvaardigde critiek aanlei- „ding gegeven heeft, terwijl ook door „leden van het bestuur individueel woor- ,,den gesproken en daden verricht zijn, „die minstens als onvoorzichtig geken- „merkt moeten worden." Het lust hem niet de uitgebreide correspon dence, de verschillende commissieleden trou- weijs reeds bekend, hier de revue nog te laten passeeren, maar „van zekere zijde" doet men het voorkomen alsof het onderzoek totaal op niets is uitgeloopen en niets aan den dag heeft gebracht. Maar het doet toch zeer weinig vertrouwen wekkend aan als men de leiding hoort adviseeren een 4tal Duitsche wereldfirma's die als hard concurreerend golden met opzet van de inschrijvingen uit te sluiten, alles met het later uit diezelfde cor respondence blijkende doel Pont a Mousson de levering der buizen in handen te spelen. Nooit hebben wij hier een duidelijk inzicht van kunnen verkrijgen hoe dergelijke handels- usance's konden worden gesanctionneerd. Evenmin, wat het doel is geweest van het eigenhandig door den voorzitter openen der inschrijvingsbiljetten, zulks in strijd met zijn eerst schriftelijk te kennen gegeven voor- nemen dit gezamenlijk en in voile vergade ring te doen, waarbij dan het advies werd ge voegd met zekere fabriek tot een accoord te komen. Dit kan niet door den beugel! Evenmin, als het feit, dat een commissie bestaande uit volslagen ondeskundigen, een reis naar een Fransche fabriek maakt, zulks tegen den zin van het Rijksbureau, om daar n.b. (zonder deskundige leiding) een systeem buizen te gaan bestudeeren, dat hier te lande nog nimmer is toegepast. Dat alles moest in de gaten loopen! De commissarissen werden onderling na- ijverig, een exemplaar van een brief gericht aan een buizenagent toonde maar al te dui delijk waar hem den schoen wrong! Derge lijke, met gezag nog wel bekleede personen, hebben de zaak der waterleiding in miskrediet gebracht en wel in zoodanige mate, dat zij onmogelijk zijn geworden en, wat het ergste is, door hen de waterleiding. Voor er nog ooit over iets anders gespro ken wordt, moeten deze heeren opstappen van de plaats die zij reeds veel te lang innemen. Dat is een eerste eisch! Nooit of nimmer zal spreker aan het bestuur zooals dit daar zit, zijn vertrouwen geven. Hun prestige is voor- goed weg en indien zij werkelijk doordrongen zijn van de noodzakelijkheid van deze hooge en heilige zaak, van dit streekbelang bij uit- nemendheid, dan moeten zij morgen aan den dag voor andere menschen plaats maken. Het uitgebreide dossier aan brieven, dat in zijn bezit is bevat teveel aanklachten tegen ver schillende elementen dan dat hij dit nog ooit vertrouwen zal schenken. Tot slot komt hij tot het preadvies van B. en W., dat past aan de bij hem nog blijvende finantieele bezwaren. In niet geringe mate worden deze finantieele bezwaren door dit standpunt van het college gesterkt. Het voor- behoud toch, dat de heer Oggel maakt, geldt een mededeeling door den direeteur van het Rijksbureau op 14 Febr. in de door ons bijge- woonde vergadering gedaan, n.l. dat bij ver- hooging der tarieven met 10 de verplich- ting zou kunnen vervallen. De verplichting is eohter voor het verkrij gen van de noodige rentabiliteit van meet af als een ijzeren noodzakelijkheid vooropgesteld. Zonder deze was rentabiliteit ondenkbaar en niet bestaanbaar. En thans zou die plotseling kunnen vervallen. Geloove wie het wil, maar het rapport 1923 laat zich op biz. 12 onder het hoofd: „Veel aansluitingen van den aan- vang af noodig" uit als volgt: „Zooals reeds in het vorige Hoofdstuk „is vermeld, is voor Zeeuwsch-Vlaanderen „alleen een op den duur rendabel bedrijf ,,te verwachten, indien reeds in de eerste jaren een belangrijk aantal aansluitin- ,,gen gewaarborgd is. Dit is alleen mo- „gelijk door de vrijheid der aan de buis- „leidingen wonenden om niet aan te slui- „ten te beperken. Het behoeft geen be- ,,toog, dat tevens hierdoor en hierdoor alleen het hygienisch doel eener wa terleiding volkomen wordt bereikt." Ziedaar de verplichte aansluiting als ge- biedende noodzakelijkheid gesteld. Als men nu verder weet, dat de Rijksverzekeringsbank alleen op deze voorwaarde tot die conditie's kwam welke gemaakt zijn, dan kan men wel nagaan wat hierdoor in de praktijk bestaan baar zou zijn. Toen zijn collega Dieleman dan ook in de door hen bijigewoonde straks ge- noemde aamdeelhoudersvergadering zijn hou- ding ten opzichte van de verplichte aanslui ting had uiteengezet was het de op dat mo ment presideerende burgemeester van Hulst, de heer Truffino, de heeren van het Rijks bureau bleken later niet met hem van meening te verschillen die kwam verklaren, dat hij zonder verplichte aansluiting van ©en voor- stander in een tegenstander zou veranderen, dat dit practisch en financieel een utopie was. Daar viel niet over te praten. Deze allemieuwste vinding is dan ook wel het minst van al geschikt mijn standpunt te veranderen. In hoofdstuk III van het Rap port onzer Commissie van Onderzoek leest hij: „De Commissie is, na grondig onder- „zoek, tot de conclusie gekomen, dat een „waterleidingbedrijf in Zeeuwsch-Vlaan- ,,deren zonder deze verplichting practisch ,,ontoestaanbaar is." Dit prae-advies is voor den raad dan ook niet aannemelijk. Neen, het volkomen hy- gienisch nut vordert verplichting, maar bovenal de geheele finan tie el-economisch© opzet der zaak. Het zou de meest onverantwoordelijke en roekelooze politiek zijn, de verplichting bij een ondememing met zoo fictieve rentabili teit te doen vervallen. Reeds het eerste jaar, zou dit de meest ernstige gevolgen hebben. Het is hem een raadsel hoe men hier met zulke voorstellen komen kan brj de toch reeds vreemde soort van afschrijvingspolitiek, wel ke gevolgd wordt, maar die nooit 66n parC- culier in zijn zaak of ondememing zal toe- passen! Door deze afschrijvingspolitiek, welke eerst in het 13e jaar een aanvang maakt met afschrijven, stijgen in dat jaar de tarieven belangrijk! .Burgemeester en Wet houders leggen er, v66r er ooit <5<5n spade in den grond gestoken is, al 10 maar ver- moedelijk wel meer, op! Wie waarborgt ons, dat dit geen 20 of 25 meer zal zijn! Er zou nog heel wat meer over te zeggen zijn. Ook b.v. over de tarieven! Wij gaan slechts naar Zuid-Beveland en laten daar de praktijk spreken. Daar is een waterleidlngbedryf in werking, gebouwd in een voor-oorlogsche periode, dus in veel gun- stiger omstandigheden dan hier het geval is. De tarieven zijn er gestegen en zelfs hooger dan hier wordt voorgespiegeld. Laat dus de klare en naakte werkeiijkheid, de pure reali- teit tot ons spreken! Er zou nog het een en ander geregeld kun nen worden over de lekverliezen die hier op TVz dus abnormaal laag worden gesteld. In Zuid-Beveland bedraagt dit 30 Wan neer hier zulke eischen aan een beperkte prise d'eau gesteld worden, hoe zal het dan uitloopen? Dat is mij tot dusver niet duidelijk gedefinieerd, ook niet op het Rijksbureau. Deze waterleiding beteekent waarlijk een ramp, voor 90 wordt zij niet door de be- volking gewenscht. Hoe is het mogelijk ren tabiliteit te verwachten waar zich onverplicht slechts 10 of zeg nog 25 der bevolking zal aansluiten Door het vervallen der verplich ting zullen de gemeentefinancien overal in het gedrang komen. Eigenaardig, tot slot dat men, in strijd met het perscommunique, ons niet meer in de aandeelhoudersvergadering heeft toegelaten. Vreest men nu zoozeer onze argumenten? Krachtig en met klem waarschuwen wij tegen deze dreigende ramp. De Raad neme een besluit in den geest van dit zoo spontaan door de gansche bevolking geteekende adres. Geen verder voorbehoud of lapmiddeltjes, geen rekken van het droevig bestaan, doch een ra- dikaal besluit. De kosten stijgen steeds hoo ger, ontbinding kan ons slechts uit de malaise helpen. Men spreke niet van de industrie, daar deze nog nergens zoo weinig behoefte aan leiding- water heeft betoond dan in Zeeuwsch-Vlaan deren. Onze naaste omgeving leert, dat die er ook niet voor achterwege blijft. In de sectie der commissie van onderzoek waarvan ook spreker deelmaakte zaten in- dustrieelen. Een hunner, de heer Verschaffel, uit Sas van Gent, gaf te kennen voor zijn bedrijf geen behoefte aan de waterleiding te hebben, en de heer Van Bel, mede te Sas van Gent, sprak zich in gelijken zin uit. Z66 is het in doorsnee. Hij vertrouwt op het helder inzicht van den raad en heeft daarmede zijn standpunt be- licht. De heer KRUIJSSE geeft te kennen, dat hq met het denkbeeld van 10 verhooging der tarieven, en dat daardoor de verplichte aan sluiting zou kunnen vervallen niet accoord gaat. Dat is geen voorstel van de meerder- heid van burgemeester en wethouders, dooh alleen van den heer Oggel. Indien de ver plichte aansluiting werkelijk te vervangen was door 10 verhooging van de voorge- stelde tarieven, zou het in hooge mate ver- wondering moeten baren, dat niet reeds veel eerder was ingegrepen. Spreker is overtuigd, dat verplichte aansluiting niet kan worden gemist en zonder dat van geen rendabele exploitatie sprake kan zijn. Hij zou den tegen de waterleiding moeten gaan stemmen. De VOORZITTER bevestigt, dat de in het prae-advies vermelde rectrictie op de conclu- sies van het rapport der commissie van on derzoek, een denkbeeld is van den heer Oggel, dooh dat de meerderheid van Burgemeester en wethouders voorstelt het rapport der com missie te aanvaarden. Spreker kan hieraan nog toevoegen, dat de Direeteur van het Rijksdrinkwaterleiding- bureau destijds in de vergadering van 14 Fe bruari zich ook niet zoo positief heeft uitge- sproken, als uit de mededeeling in het prae- advies zou zijn af te leiden, doch dat deze te kennen gaf, dat dan de zaak nader onder de oogen zou behooren te worden gezien en een andere rentabilit*itsberekening noodig zou worden. Hij noemde twee gevallen, waarin van de verplichte aansluiting was afgeweken, o.m. op Tholen, waar van de verplichting voor de eerste 5 jaar kon worden afgeweken en dan ook op Schouwen en Duiveland, waar Bruinisse van de verplichting werd vrijge- steld, onder voorwaarde, dat de gemeente een garantie'zou geven. De gemeenten op Tholen hebben tijdens den bouw alle 7 de verplichting ingevoerd, terwijl ook Bruinisse tijdens den bouw van zijn eerste besluit is teruggekomen. Het komt ook aan spreker voor, dat, indien het z66 hoogst eenvoudig was, dat verplichte aansluiting met 10 verhooging der tarie ven kon vervallen, men deze al lang over boord had kunnen gooien, want dat iemand die nu 7 zal moeten betalen dan zou worden verhoogd tot f 7,70 is iets, waar men naar hij meent niet verder over spreken zou. Maar... spreker acht het niet zoo eenvoudig en meent ook, dat dan geen rendabel bedrijf mogelijk is, terwijl steeds de bedoeling is geweest, de gemeentefinancien er buiten te houden, en die zouden dan in het gedrang komen. Er zou dan bovendien ook nog noodig zijn een alge- heele wijziging van den opzet, van de risico- garantie van rijk en provincie, die overeen- komstig een wet zijn geregeld, van de voor- waarden van geldleening bij de Rijksverzeke ringsbank enz. Indien de verplichting tot aansluiting zou vervallen komt de zaak naar sprekers oordeel in een zoodanige positie, dat hij in plaats van voorstander tegenstander zou moeten worden. Hoe gaame hij ook zou wenschen, dat het anders kon, moet men, wil men een waterleiding, de verplichting nood- gedrongen aanvaarden. De heer OGGEL heeft wel met eenige ver- wondering de bespreking over het door hem geopperde denkbeeld aangehoord, aangezien het toch niet de eerste maal is, dat daarover werd gesproken. In de vergadering van aan deelhouders op 14 Februari 1.1., waarbjj ook de heeren Dieleman en andere leden van deze raad tegenwoordig waren, werden in de voor- middag de bezwaren van den heer Dieleman tegen verplichte aansluiting besproken. Des namiddags is daarop voortgegaan en kwam ook Zuid-Beveland ter sprake waar de ver plichting tot aansluiting niet gesteld is en is de vraag gesteld of dat hier ook niet moge lijk zou zijn. De direeteur van het Rijks- drinkwaterleidingbureau, de heer Krul heeft toen te kennen gegeven, dat dit bij een ver hooging der tarieven met 10 ook wel mo gelijk zou kunnen zijn. Persoonlijk is spreker voor verplichte aan sluiting, doch omdat hij daarin een gevaar zag voor de vraag of het waterleidingplan er hier al of niet zou doorgaan, heeft hij zijn denkbeeld naar voren gebracht. Nu de diree teur gezegd-heeft, dat 't met een wat hooger tarief en zonder verplichting tot aansluiting ook zou zijn tot. stand te brengen meende spreker, dat het beter was in die richting te sturen, daar hij anders de waterleiding zag verworpen, en hij deze een voor onze streek belangrijke zaak acht, die hij graag voort- gang zou doen hebben. Hij meende de zaak hiermede te kunnen dienen, door in verband met de vele en velerlei bezwaren die van ver schillende zijden worden naar voren gebracht, althans dit bezwaar, dat zooals in de verga dering van April bleek, bij verschillende ge meenten bestaat, o.m. ook bij Biervliet, welks afgevaardigde te kennen gaf, dat ook zijn ge meente zou aansluiten als de verplichting ver- viel, weg te nemen. Hij doet dit voorstel op grond der mededeeling van den direeteur den heer Krul, dat zulks mogelijk is, en meent,

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1929 | | pagina 2