OKMEHQDE BEBICHIEH.
VAEIA.
smal geworden is; de weg ligt bovendien in
slechten toestand. Er zijn plaatsen waar
wagens, als ze elkaar moeten passeeren, ge-
vaar loopen in de sloot te geraken. Hij kwam
aan een plaats waar hij uit den toestand der
zijkanten kon waamemen, dat er een wagen
in de sloot had gezeten. Zouden Burgemees-
ter en Wethouders er geen kans voor zien,
den weg verbreed te krijgen?
De VOORZITTER deelt mede, dat Burge-
meester en Wethouders thans nog alleen op
't oog hebben het verbeteren van de slechte
plaatsen van den weg; verbreeden hebben ze
thans niet op 't oog, want dan zouden ze
met dit bedrag niet toekomen.
De heer DE REGT oppert het denkbeeld
langs den weg een paar rustplaatsen te
maken, dan zou het op die punten toch mo-
gelijk zijn met twee wagens elkaar te pas
seeren en het aanbrengen van een paar rust
plaatsen zou toch misschien zooveel niet
kosten. Het is toch gewenscht, dat er iets
gedaan wordt, want als er ongelukken
zouden gebeuren is het te laat. De autobus
met schoolkinderen passeert nu ook op dien
weg.
De heer DE KOEIJER vraagt, of het
straatje met de zijkanten zoo breed is als de
ligger der wegen en voetpaden aangeeft.
De VOORZITTER kan dat niet zeggen; hij
weet niet hoe breed de weg staat aangegeven.
De heer DE KOEIJER weet het ook niet,
maar indien de weg smaller zou zijn dan de
ligger aangeeft, zou er uit blijken, dat er
grond van den weg is afgenomen en zou hij
willen vragen of Burgemeester en Wethou
ders geen kans zien die grond weer terug te
krijgen. Bij het kuisschen van de slooten kan
het voorkomen dat de grens gewijzigd wordt.
Er zijn er die van den zijkant niets afnemen,
maar die de sloot zoo steil graven, dat de
grond him toevalt. Als zich hier zoo'n toe
stand heeft voorgedaan, is het dan niet mo-
gelijk dien grond weer terug te nemen? An
ders springen zulke lieden er altijd uit.
De VOORZITTER gelooft wel, dat de weg
er in den loop der jaren niet op verbreed is,
maar zegt, dat het altijd een smalie weg is
geweest; dat viel hem reeds op, toen hij als
jongen daar met paard en wagen rijden
moest.
De heer DE KOEIJER acht dat wel moge-
lflk, want, zoo iets komt niet op enkele jaren.
De VOORZITTER: Hetgeen gebeurd is, zal
moeilijk zijn terug te nemen.
De heer BARKER geeft te kennen, dat hij
het door den heer De Regt opgeworpen denk
beeld wel mooi lrjkt, dat was een verbetering.
Men kan de toestand van tegenwoordig ook
niet meer met die van vroeger vergelijken.
Er is tegenwoordig veel meer zwaar vervoer
dan vroeger, er komen daar ook auto's en
autobussen. Het zou wel goed zijn, als Bur
gemeester en Wethouders dat eens in over-
weging nam en.
De VOORZITTER acht dat ook wel een
verbetering, maar toch geen afdoende. Als
men twee rustplaatsen zou maken, blijft de
weg op de andere plaatsen toch nog smal.
Om die rustplaatsen te maken moet je ook
inbreken in het land en de betrokken eige-
naars zullen ndet gaame die hoeken in hun
land krijgen. Hij zou dan wel eens willen on-
derzoeken wat verbreeden van den weg over
de geheele lengte zou moeten kosten. Hij zou
het dan radicaal willen oplossen. Kan de raad
goedvinden dat Burgemeester en Wethouders
zoo'n onderzoek doen?
De heer DE REGT meent, dat hetgeen hij
heeft voorgesteld voor de eigenaars van aan-
grenzende landen toch ook van belang is. Hij
meent, dat het weinig bezwaar zou ondervin-
den als die rustplaatsen gemaakt werden in
de etreek van dat putje en tegen het erf van
den heer Scheele. Hij beveelt dit ter over-
weging aan.
De heer VAN HOEVE meent ook, dat
zoo'n paar wisselplaatsen wel bevorderlijk
zouden zijn voor het verkeer. Hij meent, dat
het ook zoo geen bezwaar zou zijn die aan te
brengen als men met eigenaars van aangren-
zend land kon overeenkomen die te maken bij
den dam van him land naar den weg. Dan
hadden ze er voor gaande en keerende voer-
tuigen ook gemak van. Men zou er een kun-
nen maken in de buurt van de kreek en ven
der nog een. Dan behoeft men niet in het
land te komen en het kost geen duizenden,
waarop de geheele wegsverbreeding zou ko
men te staan. Overigens zal het verkeer er
mee gebaat zijn, dat de zijkanten worden ver-
sterkt.
De heer BARKER acht dat ook een goed
idee; als de dammen worden verbreed en de
sloot wordt gerioleerd, behoeft men niet op
het land te komen.
De heer VAN HOEVE zegt, dat rioleeren
van zelf spreekt; waar door een sloot een
dam gelegd wordt, moet rioleerimg worden
gemaakt.
De heer DEKKER wijst er op, dat men bij
de kreek een groot rietgat heeft, daar zou
het ook kunnen gemaakt worden.
De VOORZITTER merkt op, dat men dan
beginnen moet om het gat aan te vullen; dat
brengt ook bezwaren met zich.
De heer HAAK zou thans alleen over het
voorstel willen beslissen en Burgemeester en
Wethouders verzoeken een en ander eens te
onderzoeken; misschien kunnen ze dan in de
volgende vergadering met een voorstel
komen.
Met algemeene stemmen wordt het voor
stel van Burgemeester en Wethouders aange-
nomen, terwijl zjj met in aanmerking nemen
der beschouwingen een onderzoek zullen in-
stellen.
De VOORZITTER deelt thans mede, dat
Burgemeester en Wethouders met het oog op
de voorgenomen wegsverbetering, waartoe
thans besloten is, den gemeente-architect een
onderzoek hebben laten instellen naar het
aantal voorhanden bruikbare oude keien.
Deze heeft gerapporteerd dat er op de berg-
plaats nog 3000 liggen. Dat komt aan Bur
gemeester en Wethouders wel wat weinig
voor, indien zij nagaan dat er het vorig jaar
op 6en week voor verbetering van den weg
te Reuzenhoek 1500 noodig waren. Vermoe-
delijk izullen ze dus geen genoeg oude keien
hebben. Nu hebben Burgemeester en Wet
houders tegelijk den architect gevraagd eens
een begrooting te maken van het vervangen
der bestaande keibestrating door klinkerbe-
strating in de Polderstraat van af den tuin
van Ds. Van Dis, tot de aansluiting aan de
klinkerbestrating. Dat zou kosten 1500 h
1600. Nu hadden Burgemeester en Wethou
ders gedacht, dat het raadzaam was, om, als
ze keien tekort kwamen, ook dat bestratings-
werk uit te voeren. Er waren het vorig jaar
veel keien noodig, omdat op Reuzenhoek ook
nog een vleugel aan den weg werd gemaakt,
en dat zal ook moeten geschieden bij den nu
te verbeteren duiker. Met de f 3500 en het
bedrag dat op de begrooting staat denken
Burgemeester en Wethouders de kosten ook
van die klinkerbestrating te kunnen dekken,
terwijl de uitkomende keien dan in den
Groote en Kleine Huissenspolder voor de ver
betering der bestrating kunnen worden aan-
gewend. Dan is bovendien op het dorp de
klinkerbestrating compleet; nu ligt er nog
juist dat eindje keiweg.
De heer D. DEES wijst er op, dat de ge-
meente, voor wat betreft de bestratingswer-
ken een buitenkansje heeft gehad, hij kan
zich met dat voorstel wel vereenigen; hij
vindt het goed, dat op dat eindje straat ook
klinker gebracht wordt.
De heer BARKER is er ook voor, het zal
schoon staan.
De heer DE KOEIJER: Het kost in elk
geval weer 1500.
De VOORZITTER: Ja, maar anders zullen
we keien moeten koopen en die zijn voor het
oogenblik niet goedkoop, ik geloof f 80.
De heer DE KOEIJER stemt toe, dat dit
een motief kan zijn, om het voorstel aan te
nemen, hij staat anders niet sympathiek
tegenover klinkerbestrating, daar deze geen
langen levensduur hebben. Maar, hij kan er
zich wel bij neerleggen.
De heer HAAK is er ook niet tegen, maar
merkt op, dat de praktijk heeft geleerd, dat
er, als een weg opgebroken wordt, veel ka-
potte keien uitkomen. Zal men er dus, met
het opbreken van de bestrating wel mee
vooruit zijn, om voor de andere bestratings-
werken goede keien te krijgen.
De VOORZITTER verwacht dit wel, omdat
juist in dat wegsgedeelte veel goede keien
zitten. Deze weg ligt nog goed, maar het is
er om te doen om op het geheele dorp een-
heid in de bestrating te krijgen.
Het nader voorstel van den Voorzitter
wordt met algemeene stemmen aangenomen.
8. Voorstel van Burgemeester en Wethou
ders tot wijziging van het raadsbe-
sluit, d.d 31 Augustus 1928, tot ophef-
fing der Openbare Lagere School in
den Grooten-Huijssenspolder.
Het ->pgemelde raadsbesluit bepaalt, dat de
openbare lagere school in den Grooten-
Huijssenspolder met ingang van 1 Januari
1929 zal worden opgeheven.
Bij het doen van voorstellen, die aanleiding
gavem tot het nemen van dit besluit, werd
verondersteld dat in het tijdvak van 1 Sep
tember tot 1 Januari wel eene beslissing zou
zijn genomen.
Tot op heden is daaromtrent nog geen be
slissing genomen en is dit ook niet wel moge-
lijk, vermits de datum 1 Januari 1929 reeds
geruimen tijd achter ons ligt.
In verband met een onderhoud, dat Burge
meester en Wethouders hadden met een depu-
tatie uit Ged. Staten ter zake deze aange-
legenheid, komt het ons daarom gewenscht
voor in gemeld besluit te laten vervallen ,,van
1 Januari 1929" en daarvoor in de plaats te
stellen „van den datum waarop dit besluit
in kracht van gewijsde zal zijn gegaan".
De VOORZITTER merkt op, dat het
nemen van dit voorstel noodzakelijk is, om
dat over het raadsbesluit nog geen beslissing
is gevallen.
De heer HAAK stemt er mede in, dat er
niets anders opzit, dan dit voorstel aan te
nemen.
Het voorstel wordt aangenomen met alge
meene stemmen.
9. Benoeming van een lid van de Plaat-
selijke Schoolcommissie, vacature Jacs.
de Regt.
Door Burgemeester en Wethouders wordt,
na daaromtrent de Plaatselijke Schoolcom
missie te hebben gehoord, overgelegd de vol
gende aanbeveling: A. Koster, landbouwer,
Willem III polder; H. K. Markusse, smid,
Zaamslag.
De VOORZITTER verzoekt de heeren
Bakker en Jansen met hem het stembureau te
vormen.
Bij eerste stemming worden uitgebracht
op de heeren Koster en Markusse ieder 5
stemmen; 1 brief je is uitgebracht op den heer
De Regt, die niet herkiesbaar is.
Bij tweede vrije stemming wordt met 6
stemmen gekozen de heer Markusse; 5 stem-
men zijn uitgebracht op den heer Koster.
10. Benoeming leden van het Algemeen
Burgerlijk Armbestuur.
Aan de beurt van aftreding zijn de heeren
S. Scheele; C. A. Wisse en C. H. H. Wisse.
De door ons overeenkomstig artikel 1 van
het Reglement voor het Burgerlijk Armbe
stuur opgemaakte voordracht, mede in ver
band met bericht van den heer C. A. Wisse
dat hij niet meer voor eene herbenoeming
in aanmerking wenschte te komen luidt:
1. S. Scheele (aftredend), H. L. de Regt;
2. C H. H. Wisse (aftredend), J. Risseeuw;
3. J. van de Wege, H. M. de Regt.
Herbenoemd worden de heeren Scheele met
11, Wisse met 10 en benoemd de heer Van
de Wege met 7 stemmen. Op den heer H. M.
de Regt zijn uitgebracht 3 stemmen, terwijl
1 briefje waarop een candidaat buiten de
voordracht voorkwam van onwaarde was.
11. Benoeming van een lid van de Com-
missie tot het nazien der gemeente-
rekening en -begrooting.
De Commissie bestaat uit de heeren: A.
Haak, A. de Koeijer en C. H. H. Wisse.
Aan de beurt van aftreding is de heer
A. de Koeijer.
Burgemeester en Wethouders noodigen den
raad uit in de plants van den heer A. de
Koeijer een ander lid te benoemen.
Benoemd wordt de heer Bakker, met 6
stemmen. Op den heer Dekker zijn 3 stem-
men uitgebracht en 1 op de heeren De Koeijer
en De Regt.
De heer BAKKER had liever gezien, dat de
keuze op een der andere leden was gevallen,
doch zal zich thans de keuze laten welge-
vallen.
12. Voorstel van Burgemeester en Wet
houders benoeming onderwijzeres aan
de openbare lagere school te Othene.
Bij besluit van 15 Februari 1929 werd door
Uwe vergadering aan mej. M. F. Wieland op
haar verzoek eervol ontslag verleend als on
derwijzeres aan de openbare lagere school te
Othene.
Waar de lijst van op wachtgeld gestelde
onderwijzers slechts enkele namen van on-
derwijzeressen bevatte, die voor eene benoe
ming aan bovengemelde school in aanmer
king zouden kunnen komen, is door ons aan
Zijne Excellentie den heer Minister van On-
derwijs, Kunsten en Wetenschappen vrrjstel-
ling gevraagd en bij beschikking van 9 April
1.1., nummer 15308, afd. L. O. F., ook verkre-
gen van het bepaalde bij de wet van 23 Juli
1927, S 269.
Uit de 12 sollicitanten die zich aanmeldden
is overeenkomstig het bepaalde bij sub 8 van
art. 35 der Lager Onderwijswet opgemaakt
de navolgende voordracht:
1. M. P. Nijssen te Sluiskil; 2. A. G. N. J.
Kaan te Ter Neuzen; 3. M. W. Mol te's Heer-
Arendskerke; 4. A. Jansen van Rosendaal te
Nieuwvliet.
Onder overlegging van het bericht van het
hoofd der school, alsmede het advies van den
Inspecteur, noodigen we Uw college uit eene
benoeming te doen met voorstel deze benoe
ming te doen ingaan 1 Mei a.s.
De VOORZITTER deelt mede, dat no. 2
der voordracht, mej. Kaan, zich heeft terug-
getrokken, zoodat de keuze zich beperkt tot
3 candidaten.
De heer JANSEN verzoekt, alvorens tot
stemming over te gaan, de voordracht in
besloten vergadering te bespreken.
De VOORZITTER wil aan dat verzoek vol-
doen en schorst de openbare vergadering, die
overgaat in een zitting met gesloten deuren.
Na het weder openbaar worden der verga
dering wordt overgegaan tot stemming.
Bij eerste stemming worden uitgebracht op
de dames Mol 5, Nijssen 4 en Jansen van
Roosendaal 2 stemmen.
Bij de tweede vrije stemming worden uit
gebracht op de dames Nijssen 5, Mol 4 en
Jansen van Roosendaal 2 stemmen.
De nu volgende herstemming heeft tot uit-
slag, dat mej. Nijssen wordt benoemd met 7
stemmen; op mej. Mol zijn 4 stemmen uitge
bracht.
13. Benoeming van leden der stembureaux
voor de de verkiezing van leden der
Tweede Kamer der Staten-Generaal.
In verband met de dit jaar te houden ver-
kiezingen voor leden der Tweede Kamer der
Staten-Generaal en op grond van de bepalin-
gen der Kieswet, noodigen Burgemeester en
Wethouders den raad uit, over te gaan tot
benoeming van leden van stembureaux.
Er wordt aan herinnerd, dat de benoeming
geschiedt voor vier jaren, elk stembureau
bestaat uit drie leden, waarvan een voorzitter
is, terwijl bovendien daarin tenminste twee
plaatsvervangende leden worden benoemd.
Artikel 60 der Kieswet bepaalt bovendien,
dat de Burgemeester is voorzitter van het
eerste stembureau.
Burgemeester en Wethouders leggen ter
benoeming over de navolgende aanbevelingen:
Stembureau I: Ambtshalve Voorzitter Joh.
de Feijter, Burgemeester; leden Jac. de Regt
en C. H. H. Wisse; plaatsvervangende leden:
D. Dees en J. Stolk Lzn.
Stembureau H: Voorzitter A. de Feijter;
leden: H. Bakker en A. Dees; plaatsvervan
gende leden: M. Dekker en J. C. Eijike.
Stembureau III: Voorzitter S. van Hoeve;
leden: A. Haak, A. Jansen; plaatsvervan
gende leden: A. de Koeijer en C. M. West-
strate.
De stembureaux worden met algemeene
stemmen gekozen overeenkomstig de aan
bevelingen.
Aangezien op de vraag van den VOOR
ZITTER of iemand iets voor de omvraag
heeft ontkennend wordt geantwoord, sluit
deze, door het uitspreken van het dankgebed
de vergadering.
VLAMMENDE JEUGD.
Chicago, in zielental de tweede stad van
Noord- en Zuid-Amerika, kan op het gebied
van ongewenschte toestanden meedoen. Daar
is bij een atuo-ongeluk een schooljongen van
zestien jaar omgekomen, van wien bleek, dat
hij den naoht met dansen en drinken had
doorgebracht.
Als resultaat van het voorloopig onderzoek
zijn 56 vaders en moeders in hechtenis ge
nomen op de aanklacht, hun ouderlyke op-
voedingsplichten te hebben verzuimd. Drie
en dertig kregen een boete en twee ontvingen
gevangenisstraf.
Jonge meisjes die aan het partijtje hadden
deelgenomen bekenden, dat zij gewoon waren
alcoholica te drinken op al haar partijtjes tot
twee uur in den ochtend. Een kind van veer-
tien verklaarde: „Iedereen neemt tegen
woordig een flesch met drank mee voor elk
partijtje; en een meisje dat niet drinkt, wordt
niet voor den tweeden keer gevraagd."
Het bleek verder, dat er clandestiene
drankwinkels waren in de buurt van de
scholen.
De voorzitter van de jury, prof. Sherman
Steele, verklaarde, dat de ouders waren te
laken voor de huidige gevaarlijke vermaken
van de jeugd.
EEN NIEUW PREPARAAT.
Celluloid is een van de voortbrengselen der
modern© chemische industrie, waarvan de on-
mislbaarheid niet in overeenstemming is met de
voortreffelijkheid.
De voomaamste fouten van celluloid zijn wel
zijn lichte ontvlambaarheid en zijn gevoelig-
heid voor water. Er is dan ook lang gezocht
naar een praeparaat dat celluloid bijvoorbeeld
voor de filmindustrie kan vervangen. Inder-
daad sohijnt men iets dergelijks te hebben
gevonden en wel in verbinding van azijnzuur
met celluloid. Langen tijd vemam men ech-
ter niets meer van deze vinding; waarschijnlijk
voldeed zij in de praiktijk niet.
Onlangs is het praeparaat onder den naam
cellon weer aan de markt gebracht. Het is
een doorzichtige stof, die in zich vereenigt alle
goede eigenschappen van glas, celluloid, gela
tine en gummi, zonder de gebreken van al
deze stoffen. Het is bijtvoorbeeld doorzichtig
als glas, doch zoo goed als orabreekbaar. Het
is buigzuim als celluloid, doch is onlbrandbaar
en bovendien niet, zooals gelatine, oplosbaar
in water. Wel is het taai als gummi, doch men
kan het niet oplossen in terpentijn, benzol of
petroleum.
Het nieuwe praeparaat zal wel spoedig zijn
weg vinden naar de filmfabrieken, waarna een
opheffing der strenge brandweervoorschriften
is te verwachten; voorts zal de fotograaf er
zijn voordeel mee doen; en last not least zal
het het glas in de ramen van fabrieken en voer-
tuigen vervangen.
„LIEFDE IS EEN ZIEKTE".
Parijs is, naar de Tel. schrijft, eenigszins
ohthutst door de bewering van professor
Pierre VaChet, hoogleeraar aan de universiteit
voor sociale wetenschappen, dat liefde slechts
een ziekte is. Zeer zeker, aldus de geleerde
heer, een ziekte als kinkhoest, mazelen of pok-
ken, die wij alien moeten doorstaan. Deze
ziekte kan door geen enikel serum worden be-
streden, er is geen kruid tegen gewassen en
de symptomen veranderen, al naar gelang de
ziekte zich ontwikkelt.
De rol, die de liefde in kunst en wetenschap
speelt, is volgens professor Vachet slechts het
gevolg van een verkeerde orienteering onzer
verbeeldingskracht. Liefde is een werkelijke
besmettelijke ziekte en zoolang d'e geneesheer
geen quarantaine-station voor verliefden te
zijner beschikking heeft, zoolang moet men,
volgens den professor, de herders en de herde-
rinnetjes in streng afgezonderde vertrekken
onder dak brengen en moet men ze, als alle
lijders aan besmettelijke ziekten, mijden.
Wij weten, dat elk levend wezen voortdurend
alle mogelijke ziektekiemen met zich mede-
draagt, die als zoodanig onschadeliik zijn, tot-
dat onder zekere omstandigheden een acute
ziekte uitbreekt.
En aldus geschiedt het, volgens Vachet, bij
de liefde. Allen dragen wij de kiem der liefde
in ons mee. Doch deze kiem begint pas ge-
vaarlijk te worden, als de liefdeskoorts ons be-
vangt en ons in wartaal doet vervallen. Dat
is het kritieke oogenblik, meent professor Va
chet, en dan moeten wij ons haasten om ons
te onderwerpen aan een kuur, die heel lang-
zaam de rust in ons weer herstelt en ons weer
tot normale menschen doet worden.
Prof. Vachet spreekt ten slotte als zijn oor-
deel uit, dat de vrouwen voorheen nog erger
huichelaarstens waren, dan ze heden ten dage
zijn en hij is van meening, dat deze verande-
ring een gevolg is van de fundamenteele wij-
zigingen die zich in den loop der tijden in ons
bestaan hebben voltrokken.
SUIKERWATER TEGEN MAAG- EN
DAKMZWEKEN.
In de derde geneeskundige afdeeling van
prof. dr. Julius Bauer van de Weensche kli-
niek heeft Dr. Georg Recht, naar de Neune
Freie Presse mededeelt, een nieuwe behande-
ling van maagzweren en zweren van den
twaalfvingerigen darm gevonden, die ver-
bijsterend eenvoudig is en toch treffende en
duurzame gunstige uitkomsten oplevert. Zij
bestaat in niets anders dan in toediening van
gewoon suikerwater. Twee tot driemaal
daags moeten de patienten een kwart Liter
water, thee of melk drinken, waarin 50 tot
80 gram suiker is opgelost. De suikeroplos-
sing moet zoo snel mogelijk ,ongeveer binnen
een kwartier, opgedronken worden, en wel
een half tot een heel uur vo6r de gewone
aanvallen van pjjn. Meestal dus v66r den
maaltijd; wanneer de pijn 'sn achts opkomt
v66r het naar bed gaan; bij zweren van den
twaalfvingerigen darm na den maaltijd.
Bij de patienten van de polikliniek werd
tijdens de suikerwaterkuur elke andere be-
handeling nagelaten. De patienten kunnen
gewoon voedsel gabruiken, him beroep uit-
oefenen en hun gewone levenswijze voort-
zetten. Zeer snel blijft de pijn al weg. Men
moet de kuur liefst volhouden tot de pijnen
geheel verdwenen zijn. In de meeste geval
len blijkt het succes reeds na twee tot drie
dagen, dikwijls echter reeds na de derde
dosis. Habben de patienten een afkeer van
suiker, dan worden eerst kleine en daaraa
steeds stijgende hoeveelheden suikerwater
toegediend. De gunstige uitwerking blijkt
niet alleen uit het wegblrjven van ondrage-
lijke pijnen, maar ook uit het chemische pro-
ces en de Rontgen-foto van de maag.
Dr. Recht verklaart de goede uitkomsten
uit een insuline-werking. Reeds vroeger was
de gunstige invloed van insuline op maag- en
darmzweren bekend. Het werkt de factoren
die zulke zweren doen ontstaan, tegen. Het
gebruik van groote hoeveelheden suiker zet
de alvleeschklier tot sterker werkzaamheid
aan en er komt daardoor insuline vrjj. De
ruime toediening van suiker dwingt het
lichaam, in zekeren zin zijn eigen genees-
middel tegen maagzweren in voldoende hoe-
veelheid te bereiden.
Een analogie hiervoor is te vinden in de
door prof. Falta aangegeven mestkuur met
insuline en het tegelijkertijd toegediende sui-
kerontbijt. Natuurlijk is ook bij deze een-
voudiige kuur de controle van den dokter
noodig.
WETTEN VOOR ALLES.
In South Carolina is een wet, die kleer-
makers verbiedt, achterzakken in den pan-
talon van een heerencostuum te maken.
Want men zou daar zoo gemakkelijk niet
een revolver, doch een platte flesch met al
cohol in kunnen verbergen. Georgie verbiedt
zijn staatsburgers elkaar op de schouders te
kloppen, want de wet beschouwt dit als toe-
voegen van lichamelijk letsel. Kansas schrjjft
de maximum-lengte van hemden voor. Dit
Is een spaarzaamheidsmaatregel, daar korte
hemden goedkooper zijn dan lange. Kansas
heeft ndg een mooie wet. Namelrjk een, die
het in het openbaar nuttigen van slangen
verbiedt. En tenslotte is in Kansas het uit-
spuwen van tabakssap ten strengste ver-
boden.
Van de komieke wetten, die in een reeks
van staten bestaan, is wel een der vermake-
lijkste het verbod in Louisiana, Virginie,
Ohio, Utah en andere staten aan schouw-
burgbezoekers om hooge hoeden te dragen.
Nog sterker verspreid is een wet, die in twee
dozijn staten de lengte en breedte der bedde-
lakens in de hotels tot op de duim nauw-
keurig voorschrijft en in enkele staten wordt
dit zelfs met de handdoeken gedaan.
VAN BOEKENWORMEN.
Het geluik dat ons de boeken bereiden, is
reeds in de oudheid geprezen. Maar gespro-
ken wordt niet over het ongeluk, dat de boe
ken ons toebrengen. En toch is het aantal van
hen, die door hun hartstocht voor boeken heb
ben geleden en daardoor ten onder zijn ge
gaan, buitengewoon groot.
Dit is vooral de groep van hen, die zich niet
de minste genoegens hebben gegund, die zelfs
d'e eischen van het lichaam verwaarloosden om
hun bibliotheek te kunnen behouden of te ver-
grooten.
De beroemde Orientalist Anquetil-Duperron
(17311805), de vertaler van de Zend-Avesta
en de schepper van het Europeesche onderzoek
in Azie, stookte niet in den winter, leefde van
brood en melk en had niet eens ondergoed om
het huis te kunnen verlaten.
Zoo leefde ook de Iersche geleerde Sir Wal-
ther Furgon, die in eeq verlaten buurt woonde
om de >huur te kunnen uitsparen. Zomer en
winter droeg hij dezelfde dunne kleedij
blauwe jas, korte broek en witte kousen. Elken
dag kwam hij beladen met boeken thuis, die
hjj ergens had gekocht. Toen op een dag zijn
leerlingen bij hem kwamen om, als gewoonlijk,
les te nemen, vonden ze den geleerde tusschen
stapels boeken dood op den vloer. De genees
heer constateerde dat de dood door ondervoe-
ding was veroorzaakt. Om te zorgen dat hun
meester behoorlijk werd begraven, moesten de
leerlingen een collecte houden.
In deze rjj van boekenwornien behoort ook
de wijsgeer Bordoas-DemouRn. Hij lag vaak
den ganschen dag in bed, omdat hij, tenge-
volge van het geringe voedsel dat hij nam,
niet meer op zijn beenen kon staan. Op ze
keren dag ging hij van zijn zolderkamer op
straat om voor een paar centen wat eten te
koopen. Maar tot zijn ongeluk zag hij in de
etalage van een boekenverkooper een boek, dat
hem bij zonder interesseerde, Hjj draalde geen
oogeriblik om het te koopen, ging daarmede
naar huis terug, ging weer in bed met zijn
nieuwe schat en werd den volgende morgen
stervende naar het ziekenhuis gebracht.
Het is bekend, dat Petrarca zij het dan
niet van honger te midden van zijn boeken
stierf. Zijn bedienden waren niet weinig ver-
wonderd toen hij langen tijd in de bibliotheek
bleef. Toen ze eindelijk de bibliotheek be-
traden, vond'en ze hem daar dood, met een
deel van Vergilius in de hand.
Bij vele geleerden ging de liefde voor de
boeken zoo ver, dat zij, als zij van hun boeken
werden, beroofd, den wil tot het leven verlo-
ren.
De Grieksche wijsgeer Erathosthenes pleeg-
de zelfmooid, toen hij blind werd en niet meer
lezen kon. De Orientalist Guyard deed het-
zelfde, toen hij niet meer in staat was te wer-
ken.
HET EERSTE RESTAURANT.
Naar de uiteenzettingen van den beroem-
den lekkerbek Brillat Savarin werd het eerste
restaurant in Frankrijk in het jaar 1770 opge-
richt. In dien tijd waren er heel weinig ge-
legenheden, waar de talrijke vreemdelingen
wat te eten konden krijgen. Deze vreemde
lingen waren op de keukens van de hotels
aangewezen en die keukens waren van dien
aard ,dat Brillat Savarin verklaarde, dat het
beter was er geen gebruik van te maken. Dit
gebrek aan goede eetgelegenheden bracht een
kok, wiens naam onbekend is gebleven, op
het denkbeeld een restaurant in te richten,
waar iedere vreemdeling naar keuze een
goede maaltijd kan krijgen. Dit restaurant
had spoedig veel klanten en rendeerde dade-
lijk, wat tot gevolg had, dat meerdere restau
rants, zoowel in Parijs als in de provincie
werden opgericht. De prijzen waren nogal
gepeperd. Voor een middagmaal moest men
15 tot 20 francs betalen, wat heel veel geld
was in die dagen. Overigens waren de scho-
tels uitstekend en werden de gasten behan-
deld alsof ze bij een vorst aan tafel zaten.
Men kreeg dus waar voor zrjn geld.
MONSTERPROCES IN SLOVAKIJE.
Na een voor-onderzoek, dat twee jaar heeft
geduurd, zal eindelijk te Kaschau (Slovakjje)
het proces beginnen tegen negentien zigeu-
ners, die van 25 moorden en tal van roove-
rijen worden beschuldigd. De vrouwen wor
den er bovendien van beticht, dat zij de
slachtoffers hebben toebereid voor kanni-
baalsche orgieen. De acte van beschuldiging
telt 100.000 woorden. Het voomaamste be-
wijsstuk is een hoeveelheid gekookte men-
schelijke beenderen.
In de rijschool van Kaschau, het eenige ge-
bouw, dat groot genoeg is, zal het proces
worden gevoerd; honderd gendarmes zullen
aanwezig zijn om te verhinderen, dat de be-
schuldigde Zigeuners gelyncht worden door
de bloedverwanten van hun vermoedelijke
slachtoffers.
VEELZIJDIG GEBRUIK VAN DE KKANT.
Er is misschien geen stuk papier, waarvan
een zoo veelzijdig gebruik gemaakt wordt als
van de krant en de krantenschrijver, die
dreigt hoogmoedig te worden en prat te gaan
op zijn arbeid behoeft, schrijft de VI. Crt.,
maar eens dit onderwerp te overwegen om
tot nederigheid gestemd te worden. Hier ziet
hij zijn geestesproduct als grondpapier voor
behang gebruikt, elders vervangt het een
gebroken vensterruit, weer op een andere
plaats vinidt hjj er een schoorsteengat mee
dicht geplakt. Soms gebeurt het dat een
schaatsenrijder of fietser niet uit waardee-
ring voor zijn geschrijf, maar om de be-
proefde ondoordringbaarheid van zijn papier
benut. Andermaal vindt hij het om dezelfde
reden in de schoenen zijner abonng's en zoo
dienen zrjn producten, die hun hoofden en
harten koud lieten om hun voeten te ver-
warmen. Nog tot meer en erger veroederen-
de doeleinden wordt dikwijls de krant ge
bruikt. We noemen slechts scheerpapier om
aan het andere alleen maar even te denken.
Dit alles raakt alleen maar den kranten
schrijver of liever als een echt krantenmensch
is raakt het hem niet. Er is echter aan het
alzijdig gebruik van krantenpapier een em-
stige zijde en wel het gebruik als pakpapier.
Sommige winkeliers koopen massa's oude
kranten op voor verpakking van levensmid-
delen en dat vinden wij in hooge mate af te
keuren. In welke huizen zijn die kranten ge-
geweest, door welke handen zijn zij gegaan.
Lezers met besmette handen en besmetten
adem hebben ze onder de oogen gehad en zoo
licht plant zich die besmetting door de krant
naar andere huizen over. Maar ook al ge
bruikt ge uw eigen krant rechtstreeks van
de drukkerij voor verpakkingsdoeleinden,
wees dan nog zeer voorzichtig. We zagen
diwijls kimderen hun boterhammen eten uit
een kranit, soms zelfs aten ze pannekoek uit
een stuk krant en waren de sporen van de
drukinkt duidelijk op het baksel zichtbaar.
Wie nu maar even bedenkt wat drukinkt is j
moet begrijpen hoe verkeerd die verpakking 1
is. Ge behoeft maar even een versch ge-
drukte krant onder den neus te nemen om
te vermoeden dat drukinkt nu juist niet uit
voor de consumptie geschikte bestanddeelen
is samengesteld, en wanneer we eens de re-
sultaten van een chemisch onderzoek zouden
mededeelen zou menig lezeres en lezer een
gevoel van walging niet kunnen onderdruk-
ken. Ng eens, men zij voor een al te alzjjdig
gebruik van krantpapier op zijn hoede.
EEN KLEERMAKER MET OOGEN-
MAAT.
Een ltaiiaansch kleermaker heeft onlangss
een recordprestatie volbracht. Hij behoeft, als
uien hem gelooven mag, zijn klanten niet de
maat te nemen. Het is voor hem voldoende,
een portret van den klant te zien om hem een
voortreffelijk zittend pak te leveren. Kort ge
leden zat de kleermaker in een bioscoop, waar
hij de verrichtingen van Douglas Fairbanks op
het witte doek bewonderde. Hjj keek den film-
held eens goed aan en vervaardigde daarop 'n
costuum dat hjj naar Hollywood stuurde.
Fairbanks paste het pak en constateerde, dat
het hem „als gegoten" zat. En zoo enthou-
siast was hij over de knapheid van zijn bewon-
deraar, dat hij direct twaalf costuums bjj hem
bestelde. Dat beweert althans de kleermaker.
KONINGIN MODE.
Strenger dan in andere landen oefent ko-
ningin mode haar heerschappij uit over de
vrouwen van Siam. Een Siameesche dame
uit de hoogere kringen, die zich iets aan haar
toilet laat gelegen liggen, mag nooit tweemaal
per week in hetzelfde kleed verschijnen. Zon-
dags schrijft de mode haar 'n rood kleed voor
met robijnen versierd. Maandags kan ze zich
slechts laten zien in een met zilverdraad door-
weven kleed, Dinsdag moet een elegante Sia
meesche een vuurrood kleed aantrekken met
passende koralen-versdering, Woensdag mag j
een voorname dame alleen een groen kleed dra
gen; smaragden zijn daarbij de voorgeschreven
juweelen. Donderdags mag zij een bont kleed
uitkiezen. Vrydags is het hemelsch-blauwe
kleed aan de beurt met brillanten; Zaterdags
is 't mode-voorschrift donkerblauw met sa-
phieren.
Men ziet, d'at de mode in Siam nogal duur
uitgevallen is; doch hier staat tegenover dit
iedere deftige Siamees aanstonds weet, als
zijn vrouw beneden komt, welken dag de ka-
lender aanwijst.
EXPRESHUWELIJKEN IN AMERIKA.
Onlangs werd ergens in den Amerikaanschen
staat Indianapolis het huwelijk voltrokken
van twee jongelui, die elkander binnen een half
uur tijds leerden kennen, verliefd werden, zich
verloofden en trouwden. Een soortgelijk geval
van een expres-huwelijk heeft zich te Brook
lyn voorgedaan.
Aan een jong architect, die 32 jaar gewor- I
den was, en die zoozeer al zijn minuten met
het denken aan geldverdienen vulde, dat hjj
voor andere gedachten heusch geen tijd had,
werd op een goeden dag door zijn vader de
vraag gesteld of hij er niet aan dacht, te trou-
wen; het werd nu toch langzamerhand tijd. De
zoon greep zijn hoed en liep regelrecht naar
een hem bekende jongedame, die hij door de
zonder omwegen gestelde vraag, of zij met
hem in het huwelijk wilde treden, danig deed
schrikken. Daar de „bruigom" aandrong op een
snel antwoord, had de jongedame zelfs geen
tijd om te blozen. Zonder bedenken zeide zij:
ja. De nieuwbakken bruigom liep naar de
telefoon, en in minder dan een half uur waren
een geesteljjke benevens de noodige getuigen
in de kamer bijeen. Fluks werd het huwelijk
voltrokken en toen de zoon 's avonds thuis-
kwam, kon hij zijn vader verrassen met de ter-
loops gedane mededeeling, dat hij d'en raad van
dien middags reeds had opgewolgd.