Ter Neuzensche Courant
Tweede Blad.
flUILLlTOI.
Maandag 29 April. No. 8367.
GEMEENTERAAD VAN
ZAAMSLAG.
door
B. M. BOWER.
o
61Slot.
▼AN
Vergadering van Vrijdag 26 April 1929,
des namiddags 1,30 uur.
Voorzitter de heer A. de Feijter, wethouder.
Verder tegenwoordig de leden: A. de Feij
ter, S. van Hoeve, A. de Koeijer, D. Dees, C.
H. H. Wisse, ,M. Dekker, A. Haak, A. Dees,
H. Bakk«r, J. de Regt en A. Jansen, benevens
de Secretaris J. Stolk.
1. Opening.
De VOORZITTER opent de vergadering
door het uitspreken van het gebedsformulier.
Hrj deelt mede, dat de burgemeester hem
heeft bericht, dat hij er, wegens zijn droevige
omstandigheden, tegen op zag om in de ver
gadering te verschijnen en hij hem verzocht,
deze vergadering te will en leiden.
Spreker aan dat verzoek voldoende, doet
een beroep op de medewerking der leden voor
de behandeling der agenda, aangezien dit een
voor hem nieuwe taak is, en hij dus aan dit
werk niet gewoon is.
2. Notulen.
De notulen der vergadering van 15 Febru-
ari 1.1. worden met algemeene stemmen vast-
gesteld zooals die in druk zijn verschenen.
3. Mededeelingen.
a. Dat op 11 Maart 1929 zijn opgenomen
boeken en kas van den gemeente-ontvanger.
De ontvangsten bedroegen tot op dat tijdstip
119.462,87 en de uitgaven 105.785,80, zoo-
dat het kassaldo bedroeg f 13.677,07, welk
bedrag in kas is bevonden.
Aangenomen voor kennisgeving.
4. Ingekomen stukken
a. een schrijven van den Commissaris der
Kandngin houdende bericht van herbenoeming
van den heer J. de Feijter tot burgemeester
dezer gemeente;
De VOORZITTER is overtuigd de tolk te
zijn van den gemeenteraad, indien hij, of-
schoon de burgemeester niet in de vergade
ring aanwezig is, hem van deze plaats met
deze herbenoeming gelukwenscht, en we Gods
zegen over hem afbidden, vooral thans, nu hij
door droeve gezinsomstandigheden dien zegen
van boven voor het vervullen zijner taak wel
dubbel noodig heeft.
De leden geven blijk van instemming met
deze woorden.
b. ihet besluit van den Raad van 15 Fe
bruary 1.1. tot wijziging der gemeente-begroo-
ting, dienst 1929, voorzien van het bewijs
van goedkeuring;
Aangenomen voor kennisgeving.
c. de begrooting, dienst 1929, voorzien van
het bewijs van goedkeuring;
Aangenomen voor kennisgeving.
d. het besluit. van den Raad van 22 Fe-
bruari 1.1. tot wijziging der gemeente-begroo-
ting, dienst 1929, voorzien van het bewijs van
goedkeuring;
Aangenomen voor kennisgeving.
e. het besluit van den Raad van 15 Febr.
1.1. tot wijziging der gemeente-begrooting,
dienst 1928, voorzien van het bewijs van goed
keuring.
Aangenomen voor kennisgeving.
f. het besluit van den Raad van 15 Fe-
bruari 1.1. tot wijziging der begrooting van
het gemeentelijk electrisch bedrijf, dienst
1928, voorzien van het bewijs van goedkeu
ring.
Aangenomen voor kennisgeving.
g. het verslag, ingevolge art. 58 der
Woningwet, over het jaar 1928;
Voor de leden ter secretarie ter inzage
gelegd.
h. het verslag van de Commissie van
Toezicht op het Lager Onderwijs over het
jaar 1928.
Voor de leden ter secretarie ter inzage
gelegd.
i. Het verslag van den toestand der ge
meente over het jaar 1928.
Wordt voor de leden ter secretarie ter in
zage gelegd.
j. eene mededeeling van den heer C.
Missu, houdende bericht van aanneming zijner
herbenoeming tot lid der plaatselijke Com
missie van Toezicht op het Lager Onderwijs.
Aangenomen voor kennisgeving.
Marianne legde haar arm am de schou-
ders van de ,,oude dame met den afqe-
dragen zonnehoed op", en liefkoosde haar
arm, terwijl zij sprak.
,,Nu, hij sloeq alle paarden in onze
buurt, zoodat niemand meer tegen hem
rijden wou, totdat Bud met zijn paarden
kwaim," antwoordde zij. ,,Sunfish heeft
het toen van hem qewonnen, maar heusch,
mr. Rirnie, hij loopt verschrikkelijk hard.
Ik ik geloof heusch, dat hij het wereld-
record zou kunnen slaan als Bod hem
reed!"
Stel u hierbij Eddie en Jerry voor met
hun handen voor bun mond en Bud, die
zijn gezicht met zijn hoed trachtte te ver-
bergen.
Bob Birnie's baard maakte een tijdlang
zeer vreemde bewegingen, terwijl hij zich
vooraverboog en over Boise's dunne voor-
beenen streak, die van snielheid qetuig-
den. ,,Ja-a", hij aarzelde even; zijn goed-
hartigheid was in tweestrijd met de slim-
heid van den paardenkooper.
„Ja, ziet u, maar nu Bud niet hier is om
hem te rijden, zou het wel een goed
paard zijn voor het .bijeendrijven van het
vee. Ik bied u er' weer tweestrijd
..honderd vij.ftig dollars voor, als u hem
tenminste wilt verkoopen
k. Een schrijven van de Kamer van Koop-
handel en Fabrieken voor Zeeuwsch-Vlaan-
deren, luidende als volgt:
Aangezien het haar bekend was, dat ten be-
hoeve van bestaande industrieen reikhalzend
werd uitgezien naar het tot stand komen der
waterleiding in Zeeuwsch-Vlaanderen en dat
naar haar ter oore kwam meerdere plannen
tot vestiging van eene industrie in dit gewest
moesten afstuiten op het gemis eener water
leiding, heeft de Kamer zich bij schrijven van
6 Maart 1926 reeds gewend tot het Zeeuwsch-
Vlaamsche Waterleiding-comite met het drin-
gend verzoek een spoedigen aanleg der water
leiding te bevorderen.
Met voldoening nam de Kamer in den loop
van het jaar 1927 waar, dat een aanvang
was gemaakt met de voorbereiding om tot
den aanleg over te gaan, en deze in een nabij
verschiet was te verwachten.
Het was daarom een teleurstelling te ver-
nemen, dat zich verschillende bezwaren tegen
de uitvoering van het plan openbaarden en
deze zoodanigen omvang namen, dat in het
najaar werd beslotefi de werkzaamheden te
schorsen en de zaak der waterleiding te on-
derwerpen aan het oordeel eener commissie.
De Kamer spreekt zich niet uit over den
aard der bezwaren, zij betreurt alleen de
stagnatie die daardoor in de werkzaamheden
is ontstaan, terwijl de algemeene belangen
van ons gewest eene spoedige tot stand
koming der waterleiding eischen.
De Kamer hoopt dat, na het uitbrengen van
het Rapport door de Commissie van Onder-
zoek ingesteld krachtens besluit der vergade
ring van Aandeelhouders op 30 Augustus
1927, en de besluiten der Vergadering van
Aandeelhouders welke daarvan het gevolg
zullen zijn, de gerezen bezwaren zullen wor
den ondervangen en met kracht aan de uit
voering van het plan zal kunnen worden
voortgeiwerkt.
Herhaaldelijk blijkt het noodig, dat voor be-
vordering van de welvaart van Zeeuwsch-
Vlaanderen een beroep moet worden gedaan
op medewerking of op steun van den Staat.
Die steun zal des te gemakkelijker worden
verleend, indien blijkt, dat ook de bevolkmg
zelf, en de besturen der verschillende gemeen-
ten zelf niet achter blijven in het nemen van
maatregelen die den bloei van het gewest en
de bevolking kunnen verhoogen.
Een der middelen die daartoe krachtig kan
mede werken is ongetwijfeld een waterleiding.
Indien men een streek en zijne welvaarts-
bronnen op peil wil houden, moet men gelijken
tred houden met andere strekeo, moet men
deze inrichten volgens de moderae eischen. En
een waterleiding kan zeker niet gezegd wor
den iets nieuws te zijn, aangezien tal van
steden en vele gebieden reeds beschikken over
een streekwaterleiding.
Wij stippen slechts ter loops aan de betee-
kennis eener waterleiding uit het oogpunt
van hygiene en zindelijkheid, dat zij gemak
oplevert en het levensgenot verhoogt, doch
wijzen vooral op de beteekenis daarvan voor
de industrie en voor den landbouw, en daar
door voor de welvaart van onze streek.
Het is voldoende bekend, dat we hier slechts
beschikking hebben over zout of hoogstens
brak water, en het gebruik daarvan voor de
enkele industrieele inrichtingen die dit doen,
groote nadeelen oplevert. Het gemis aan goed
water is oorzaak dat verschillende industrieen
die dit beslist noodig hebben er van af moe-
ten zien zich hier te vestigen. Dit is te meer
te bejammeren aangezien deze streek uit
andere hoofde voor industrie zoo gunstig
gelegen is, hetgeen uit aanvragen en onder-
zoekingen waarvan bij herhaling gehoord
wordt, voldoende blijkt. Het stichten der
waterleiding zal hier mogelijkheden scheppen
die zullen leiden niet alleen tot opheffing der
werkloosheid, doch dat Zeeuwsch-Vlaanderen
wordt een streek die aan vele handen werk en
brood zal verschaffen, en dat zich aldaar
werkzoekenden van elders kunnen vestigen,
in plaats van men, zooals thans, de bevolking
gestaag moet zien verminderen en zijn bests
zonen en dochteren, noodgedrongen naar
elders ziet verhuizen. En het verhuizen van
de plattelandsbewoners naar de groote
fabriekscentra brengt al moge men het
toejuichen, dat daar werkgelegenheid gevon-
den wordt ook zijn bezwaren mede, be
zwaren die in verschillende kringen sterk ge-
voeld worden.
Ook voor den landbuw is een waterleiding
van groote beteekenis. De landbouwers, voor
al de veehouders in andere streken, die daar
van gebruik kunnen maken, staan daarin voor
bij die in ons gewest. Van verschillende zijden
is genoegzaam betoogd de beteekenis die het
heeft, indien ook het vee van goed en zuiver
water gebruik kan maken, welke beteekenis
dit heeft voor de melkerij en de zuivelberei-
ding.
Een waterleiding is dus van groote econo
mische waarde. Zal de geheele streek daarvan
de voordeelen kunnen genieten, dan is alge
meene samenwerking noodig.
De Kamer heeft het gewenscht geacht op
dit tijdstip, dat voor de Waterleidingmaat-
schappij als een mijlpaal kan worden be-
schouwd, nogmaals de economische beteeke
nis onder de aandacht van de besturen van
alle gemeenten in ons gewest te moeten bren-
gen en de gemeenteraden te wijzen op de
groote verantwoording die te dezen opzichte
,,Hola, wacht een oogenblik voor dat
je hem verkoopt aan dien ouden afzetter",
schreeuwde Bud luidruchtig, die met een
sprong van zijn paard was. Die sprong
bracht hem, mag ik wel zeqqen, in de on-
middellijke nabijheid van de oude dame
met den afgedragen zonnehoed en van
dat andere vrouwtje, dat hem met wijd-
open, schitterende aogen aanstaarde. Bud
sloeg zijn armen om zijn moeder heen;
missdhien, dat hij met ongeluk Marianne
er bij insloot zij stonden erg dic'ht bij
elkaar en zijn armen waren heel lang
maar het duurde geruimen tijd eer hij zijn
vergissing bemerkte.
,,Ik geef je tweehonderd voor Boise en
ik geef je bovendien nog een broer op den
koop toe en een langbeenigen, niietswaar-
digen koehoeder
,,Bedoel je daar je zelf mee, Buddy?"
kwam er plagend van onder den afgedra
gen zonnehoed, wienis draagster nog niet
van alles op de hoogte was. ,,Het zal mij
benieuwen of zij je hebben wil, met dat
zwarte gezicht, dat minstens in geen week
gesclhoren is. Maar als zij je wil hebben,
dan ben je gelukkiger dan je verdient, om
ons zoo te komen overvallen! Wij hebben
alles van je gehoord, Buddy ofsdhoon
je er verstandig aan hebt gedaan om dit
vrouwtje te sturen om je fouten te ver-
goeilijken en een, held van je te maken!..."
Nu wilt ge zeker wel weten hoe Ma
rianne zich onder dit alles hield. Ik wil
wel zeggen, dat zij ontdekte, hoe stevig
de armen van een jongen man kunnen om-
sluiten, als hij denkt, dat hij slechts
zijn moeder ombelst; maar zij maakte zich
los en snelde naar Eddie, trok hem bijna
met betrekking tot de welvaart van
Zeeuwsch-Vlaanderen op hen rust.
Dit schrijven wordt gericht zoowel tot de I
gemeenten die reeds toetraden als tot die
welke hebben gemeend daartoe nog niet te
moeten overgaan.
Voor zoover de gemeenteraad die dit schrij
ven ontvangt reeds toegetreden is verzoekt de
Kamer dezen zijn invloed te willen aanwenden
voor een spoedige tot stand koming der water
leiding en voorzoover dit den Raad bereikt
eener gemeente die nog niet is toegetreden,
verzoekt de Kamer dringend die toetreding
alsnog te willen overwegen, opdat ook die ge
meente van de economische voordeelen zai
kunnen genieten.
Burgemeester en Wethouders stellen voor,
in aanmerking genomen het stadium waarin
thans de tot standkominig der waterleiding
verkeert, dit adres voorloopig ter zijde te
leggen.
De heer D. DEES vermeent, gezien de
houding der gemeenten die reeds bij de wa
terleiding zijn aangesloten, dat er wel niet
veel ammo tot aansluiting zal bestaan bij de
gemeenten die nog vrij zijn. Bovendien ge-
gezien het feit, dat deze raad zich indertijd
met groote meerderheid tegen aansluiting
heeft verklaard, had dit stuk best achterwege
kunnen blijven. Burgemeester en Wethou
ders stellen voor dit „voorloopig" ter zijde te
leggen. Hij kan daaraan zijn stem wel geven
maar had het toch beter geacht, dat zij dat
woord voorloopig maar hadden weggelaten.
De heer BAKKER sluit zich hierbij aan, hij
had zelfs liever gezien, dat Burgemeester en
Wethouders hadden voorgesteld dat schrijven
voor kennisgeving aan te nemen.
De heer DE REGT is ook van dat gedacht.
De VOORZITTER geeft te kennen, dat
Burgemeester en Wethouders him voorstel
aldus doen, omdat het voor het oogenblik
moeilijk valt er over te praten; mogelijk komt
er wijziging en doet zich dan de gelegehheid
voor er eens over te praten.
Het voorstel wordt met algemeene stem-
men aangenomen.
1. Een schrijven van den Zeeuwsch-
Vlaamsohe Slagersbond luidende:
m
Ondergeteekende neemt beleefd de vrijheid
zich tot Uw geacht college te wenden met
het verzoek het daanheen te willen leiden,
dat het overschot, dat in deze der jaren op
keuringsdienst van slachtvee enz. in Uwe ge
meente is verkregen, aan de betrokken sla-
gers, door wien het geld eigenlijk te veel is
betaald, zal worden uitgekeerd.
Aangezien toch het niet in de bedoeling
der wet ligt op boven vermelden dienst winst
te maken durft ondergeteekende hopen, dat
aan zijn verzoek gevolg wordt gegeven.
Hierop vertrouwende verblijft in afwaoh-
ting enz.,
H. J. COLSEN, Voorzitter.
Naar aanleiddng van dit adres merken
Burgemeester en Wethouders op het na-
volgende:
Artikel 5 der verordening, als bedoeld in
artikel 114 der gemeentewet, bepaalt o.a.,
dat het batig slot der rekening (Vleesch-
keurings dienst) procentsgewijze gestort
wordt in de verschillende gemeentekassen en
komt ten bate van de gemeentebegrootingen
voor het volgend dienstjaar.
Blijkens mededeeling van- Burgemeester en
Wethouders der gemeente Axel bedraagt het
aandeel, dat deze gemeente toekomt in de
batige saldi's van de jaren 1923, 1924, 1925,
1926 en 1927 578,86; terwijl zjj schrijven,
dat eene splitsing van de betaalde keurloonen
ondoenlijk is, daar in de ontvangen keurloo
nen o.a. ook begrepen is hetgeen door anderen
dan de slagers ter keuring is aangeboden,
benevens de keurloonen voor de noodslach-
tingen.
Het gemiddeld batig saldo per jaar be
draagt dus slechts plus minus f 115.
Mooht tot eene verdeeling van dit saldo
onder de slagers worden overgegaan, dan zou
daaruit eigenlijk volgen, dat, wanneer de keu
ringsdienst met een nadeelig saldo sloot, ook
zij dit nadeelig saldo zouden moeten dekken.
We betwijfelen of zij daartoe zouden zijn te
vinden. Bovendien zijn toch de vleeschprijzen
in bovengemelde jaren zeer zeker mede geba-
seerd op de verschuldigde keurloonen.
De verdeeling zou dan ook eigenlijk moe
ten plaats hebben onder de consumenten,
wat ook weer niet uitvoerbaar is, terwijl
wanneer de saldi's worden gestort in de ge-
meentekas, deze indirect ten goede komen
van de consumenten.
Het is naar aanleiding daarvan, dat we
uwen raad voorstellen niet op het verzoek
van gemelden slagersbond in te gaan, maar
te zijner tijd, indien de batige saldo's moch-
ten aanhouden, te overwegen of het niet ge
wenscht is de keurloonen te herzien.
De heer HAAK zou het onbillijk vinden,
indien aan het verzoek der slagersvereeniging
werd voldaan; dat keurloon is al lang verre-
kend in de prijzen van het vleesch en ze zul
len daarop nog wel winst hebben gemaakt,
hetgeen billijk is, als het redelijk blijft. Als
het hun werd uitbetaald, zou dit voor hen
niets anders zijn dan een extratje. Hij kan
zich met het voorstel van Burgemeester en
Wethouders goed vereeiiigen.
De heer A. DEES stemt daarmede in.
vain zijn paard en sprak heel haastiq en
heel onsamenhangend met hem en Jerry,
en deed hun de eene vraag na de andere,
zonder een antwoord van een van beiden
af te waehten. Alles in de hoop, geloof ik
dat zij niet zouden hooren, of als zij het
hoorden, niet zouden begrijpen, wat dat
vreeselijke, lieve dametje daar in haar
onschuld zeide.
Maar men kan geen staat maken op de
jeugd.
Eddie had belangrijk nieuws voor zijn
zuster en hij meend'e, dat nu de tijd daar
was om het haar te vertellen, voordat
Marianne nog heviger kon blozen, daar
om trok hij haar gezicht dic'ht bij het zijne,
kwam zoo dicht met zijn lippen bij haar
oor, dat zijn adem haar kietelde en fluis-
terde zonder een enkel woord tot in-
leiding dat zij Bud kon trouwen, wan
neer zij maar wilde, daar zij weduwe was.
,,Kom hier! Iemand', gauw Bud
gauw! Zus is flauw gevallen! Zoo maar
opeens en ik vertelde haar alleen maar,
dat Lewis dood was en dat zij met jou
kon trouwen! Heb ik ooit, ik dacht
nogal, dat zij zoo blij zou zijn!"
Daar ginds op de Staked Plains, op een
avond, die veel geleek op dien, waarop
Bud thuisikwam met zijn winst, zijn ver-
wacihting en zijn twee zwarte schapen, die
intussdhen even wit waren geworden als
de mees ten van ons, be g on een kampvuur
te knetteren en naar alle kanten rookko-
lommen te verspreiden, voordat het flink
brandde onder de pan met het avonid-
eten van een zeker hongerig, qelukkig
troepje, dat wij kennen.
De heer BAKKER gelooft ook, dat het z66
de beste weg is.
De heer D. DEES wijst er op, dat de slagers
beweren, dat ze te veel betaald hebben, maar
dat is volgens hem onjuist, zij betalen geen
rooien cent. Het is mogelijk, dat ze er ook
rekening mee houden voor him verkoopsprijs,
maar volgens spreker wordt het keurloon
betaald door dengene die het vee aan den sla-
ger verkoopt. Als ze naar een stuk vee
komen kijken om te koopen gaan ze rekenen:
zdbveel voor accijns, zddveel voor keurloon,
ik kan er z66veel van maken: ,,baas, je beest
is z66veel waard!" De slager zelf blijft voor
het betalen voor keurloon geheel buiten schot.
Het voorstel wordt met algemeene stem-
men aangenomen.
m. De rekening van het gemeentelijk
electrisch bedrijf dienst 1928, sluitende ge-
wone dienst in ontvang en uitgaaf op
19689,41; en kapitaalsdienst in ontvang en
uitgaaf op f 6092,82.
n. De rekening van de vrijwillige brand-
weer dienst 192§, sluitende in ontvang en
uitgaaf op f 798,30.
Burgemeester en Wethouders stellen voor
de rekenimgen onder m en n vermeld te stel
len in handen van de commissie van onder-
zoek.
Met algemeene stemmen wordt aldus be-
sloten.
5. Voorstel van Burgemeester en Wethou
ders tot wijziging der begrooting,
dienst 1928.
Burgemeester en Wethouders stellen voor
de begrooting als volgt te wijzigen:
onder de ontvangsten te vermeerderen de
volgende posten:
GEWONE DIENST.
begrafenisreohten 65,55; bijdragen van
particulieren in de kosten van verpleging van
anme krankzinnigen f 89,20; terugontvangst
van de door de gemeente verleende voorschot-
ten aan emigranten 234,86; 80 opcenten op
de hoofdsom der belasting op de gebouwde
eigendommen f 109,33; bijdrage aan Hoofd-
stuk XII van den gewonen dienst 88,78%;
totale vermeerdering 587,72%
onder de uitgaven te vermeerderen de vol
gende posten:
achterstallige uitgaven van vorige dienst-
jaren /500; druk- en bindwerk f 142,21;
abonnement op het Staatsblad, Provinciaal
Blad enz. 0,50; kosten van arrestanten-
lokaal 75,50; kosten van overbrenging,
plaatsing en verpleging van arme krankzin
nigen 146,29; subsidie aan werkloozenkas-
sen f 200; bijdrage aan hoofdstuk XIII par. 1
van den kapitaaldienst 891,74; bijdrage aan
hoofdstuk XIII par. 1 van den gewonen
dienst 88,78%uitkeering aan het bedrijf
wegens verlies 88,78%; totale vermeerde
ring 2133,81;
onder de uitgaven te verminderen de vol
gende posten:
presentiegelden der leden van den raad
92; sohrijf- en bureaubehoeften, briefporten,
vrachtloonen en andere kledne uitgaven
126,44%uitkeering aan het Rijk van het
aandeel in de kwade posten wegens de di-
recte belastingen 1327,64; totale verminde-
ring 1546,08%;
blijft een totale vermeerdering der uitgaven
van 587,72%.
KAPITAALDIENST.
onder de ontvangsten te vermeerderen:
bijdrage van hoofdstuk XII van den gewo
nen dienst 891,74;
onder de uitgaven te vermeerderen: kapi-
taalsverstrekking aan het bedrijf f 891,74.
Met algemeene stemmen wordt aldus be-
sloten.
6. Voorstel van Burgemeester en Wethou
ders tot intrekking van het raadsbe-
sluit, d.d. 3 October 1927, inzake af-
scheiding van den Vleeschkeurings-
dienst Axel.
Wordt overgelegd het navolgende concept-
besluit:
de raad der gemeente Zaamslag;
gelet op een schrijven van Gedeputeerde
Staten van Zeeland, d.d. 15 Februari 1929,
nummer 91, 3de afcleeling, houdende bericht,
dat, ofschoon kan worden aangenomen dat de
afscheiding van de gemeente Zaamslag van
den kring Axel fchians definitief te niet is ge
daan, het hen uit een formeel oogpunt ge
wenscht voorkomt het raadsbesluit van 3
October 1927, goedgekeurd 13 Januari 1928,
nummer 133, 3de afdeeling, hetwelk leidde
tot de afscheiding, weder wordt ingetrokken;
besluit
Het raadsbesluit van 3 October 1927, goed
gekeurd 13 Januari 1928, ffllmmer 133, 3de
afdeeling, tot afscheiding van de gemeente
Zaamslag van den vleesohkeuringskring
,,Axel" in te trekken.
De VOORZITTER merkt op, dat dit be
sluit niets meer dan een formaliteit is. De
leden weten alle hoe het met den keurings
dienst geloopen is en de gemeente bij het
centrum Axel aangesloten blijft.
Het voorstel wordt met algemeene stem-
men aangenomen.
,,Het was angeveer hier, dat ik van
het kamp atged;waald was als klein jon-
getje", merkte Bud op, terwijl hij zijn
hoed naar achter school en zijn knie op-
troik om er een drogen tak op door te
breken. Moeder zou het zich nog wel
herinineren, wed ik. Ik wou, dat wij haar
en vader met ons mee hadden genomen.
Het is ongeveer adhttien jaar geleden, dat
zij met de kudde naar het noorden trok-
ken en nu zijn wij hier, en voeren
lanigs hetzelfde spoor onze kudde naar
het noorden! Het spijt mij, dat ik geen
troep eenjarige vaarzen heb opgedaan,
gelijk met onze tweejarige. Wij hadden
evenigoed er nog een honderd meer mee
kunnen nemen. Het gaat alles zoo gelei-
delijk; moeder zou pleizier in dezen tocht
gehad hebben."
JDiat denk je maar!" Marianne gaf hem
een genadig lachje terwijl zij hem den
ketel met koffie overreikte. ,,A8s je haar
had hooren spreken over dien tocht naar
het Noorden, toen er niemand bij was,
die het hooren kon. zou je er wel anders
over oordeelen. Bud Birnie, je bent toch
wel heel onnoozel. Jij denkt, dat als een
vrouw geen drukte over iets rnaakt, dkt
het haar niet schelen kan. Je moeder heeft
mij verteld, dat die tocht een ware nacht-
merrie voor haar was. Zij heeft je muziek
geleerd in de hoop, dat je weer naar de
besc'having zoudt teruqgaan en daar zou
gaan wonen, waar er wat meer moderne
gemakken waren en dat zij je daar zou
kunnen opzoeken! En nu zit je hier en
gaat geheel op in een jongen veestapel,
zoo vuil als een schoorsteenveger en dan
je snor Au! Bud! Laat mij dadelijk los,
7. Voorstel van Burgemeester en Wethou
ders tot het doen van wegherstellingen.
In aansluiting aan de mededeelingen, vet-
vat bij punt 8 der agenda van de notulen
van 15 Februari 1929, bladzijde 7, deelen wij
U mede, dat ons bij onderzoek blijkt, dat het
noodzakelijk is:
a. uit te breken het wegsgedeelte van den
Grooten- en Kleinen Huijssenspolderstraat
vanaf opril aan de Griethe tot plus minus
100 M. in het z.g.n. straatje, en dit wegvak
opnieuw te bekeien met goede uitkomende en
nog beschikbare goede oude keien;
b. met het Bestuur van den Kleinen-
Huijssenspolder traehten overeenstemming te
verkrijgen tot het met een meter verbreeden
van den duiker, liggende onder den weg aan
den zeedijk, teneinde de wegomdraai te ver-
beteren;
c. het uitbreken en opnieuw bekeien van
het wegvakje gelegen tusschen den opril bij
J. Michielsen en den afrit naar de Griethe.
d. het aanbrengen van een vleugel aan
den weg ,,Reuzenhoekschen dijk" op het ge-
hudht Reuzenhoek aan de Oostzijde en het
aansluitend maken aan de daar aanwezige
oprillen;
e. voorts het restant van den Grooten- en
Kleinen Huijssenspolderstraat daar waar noo
dig te lichten.
Wij vertrouwen, dat Uwe vergadering aan
bovengemelde werken de goedkeuring zai
hechten.
De kosten daarvan kunnen dan worden be-
streden uit de in de vorige vergadering ge-
noemde f 3500.
De heer HAAK merkt op, dat deze werken
zullen worden gemaakt voor de f 3500 die in
de vorige vergadering op aandrang van Ge
deputeerde Staten daarvoor zrjn bestemd. Hij
was tegen dat voorstel en dien uitgeoefenden
drang. Nu evenwel dat besluit eenmaal ge
vallen is, kan hij zich met dit voorstel wel
vereenigen; het betreft alle goede verbete-
ringen.
De heer DEES vraagt inlichtingen omtrent
de plaats waar het onder a bedoelde wegs
gedeelte gelegen is.
De VOORZITTER deelt mede, dat daar
mede bedoeld wordt het wegsgedeelte van den
april bij de haven en den weg onder den zee
dijk tot een 100 M. in het straatje bij de hof-
stede van den heer Scheele.
De heer DEES vraagt voor het onder b be
doelde werk of een verbreeding met 1 M. wel
voldoende zal zijn. Als Met werk toch nog
gebeurd, was het beter het afdoende te
maken, het is daar een nogal aardig puntje.
De VOORZITTER: Als de duiker 1 M.
breeder wordt, verbetert het toch al iets.
De heer VAN HOEVE deelt mede, dat ook
nog een en ander afhangt van het onderhoud
dat Burgemeester en Wethouders met het
bestuur van den Kleinen Huissenspolder heb
ben aangevraagd. Het onderzoek is nog niet
geheel afgeloopen. Toen Burgemeester en
Wethouders ter plaatse een en ander heibben
bekeken, kregen zij den indruk, dat die dui
ker dringend herstelling noodig heeft en rees
bij hen de gedachte, dat het, als de duiker
toch herstelt moet worden, misschien ook mo
gelijk zou zijn dezen een meter breeder te
krijgen. De toestand van den duiker moet
nog onderzocht worden. Natuurlijk, 1 meter
breeder brengt verbetering, maar 3 meter
meer, al was misschien 2 meter ook voldoen
de. De zaak moet in elk geval nog onder de
oogen worden gezien.
De heer D. DEES acht dat gewenscht en
meent, dat het toch zeker 2 meter breeder
zou behooren te zijn, wil men een goede toe
stand krijgen.
De VOORZITTER geeft nog naar aanlei
ding eener vraag van den heer D. Dees be-
treffende het onder c beoogde werk te ken
nen, dat dit betreft den weg bovendijks, tus
schen de 2 aprillende aprillen zelf zijn goed
verhard.
De heer D. DEES vestigt nog de aandacht
op den weg van af de weegbrug op de haven
naar de losplaats. Er is daar een eindje weg
van naar hij meent 60 M. lang, dat er ver-
bazend slecht bij ligt. Daar komt bij het af-
en aanrijden op de haven alles te hoop. Er
liggen groote putten in den weg; dit zou
noodzakelijk moeten gerepareerd worden.
De VOORZITTER brengt in herinnering
dat Burgemeester en Wethouders ieder jaar
wegsgedeelten laten repareeren; er zal naar
worden gezien en als het noodig blijkt, zal
het verbeterd worden. Alle jaren wordt de
keilichter naar de wegen gestuurd, om de
noodige reparaties te doen. Spreker gelooft.
dat Burgemeester en Wethouders het vorig
jaar dat bedoeld eindje weg ook reeds onder
hun aandacht hadden, maar dat er niets meer
van gekomen is om het te maken, omdat de
straatmaker het zoo druk had. Hij zat toen
op den weg te Reuzenhoek en daardoor is er
aan andere wegen niet te veel gedaan. maar
dit jaar zal er aandacht aan geschonken
worden.
De heer D. DEES wijst op de onder e be
doelde straat. Zou er toch werkelijk niets aan
te doen zijn om die te verbreeden? Als twee
geladen voertuigen daar elkaar moeten pas-
seeren, wordt het beslist moeilijk.
De heer BAKKER geeft te kennen, dat die
weg langzamerhand over de geheele lengte te
ik stop nog liever mij'n gezicht irr een cac
tus!"
„Het is best mogelijk, dat jij niets op
hebt met mijin veefetapel en dat jij niet
verrukt bent over het stuk land, dat ik ge-
kocht heb en meer plannen op een dag
hebt gemaakt, dan vier mannen in een
heel jaar zouden kunnen uitvoeren. Het
is best mogelijk, dat je wou, dat je man
iemand was, die ermee tevreden rou zijn
om zijn leven lang op de piano te trom-
melen en zijn haar lang te laten groeien
inplaats van zijn baard. Als je hier een
Ihekel aan hebt, waarom heb je het dan
niet dadelijk gezegd, mevrouw?"
,,Ik sprak over je moeder", zeide Ma
rianne, zoo waardig als het haar maar
mogelijk was. ,,Zij is in de beschaafde
wereld groot gebracht en zij heeft zoo-
laing als zij getrouwd is, van haar leven
als piiomersvrouw gemaakt, wat zij er
maar van maken kon. Ik ben geboren en
groot gebracht in het veeland en ik houd
er van. Zooals ik je straks al gezegd heb,
je bent toch wel heel onnoozel! Hadt je
nu heusch je vader en moeder mee willen
nemen op je huwelijksreis - en nog wel
als de bruid hen niet noodiq had en zij
zelven liever thuds bleven?"
,,He daar!" riep Eddie, die met een em
met water en wat droog bout kwam aan-
sjouwen, minachtend uit: ,,de koffiekan is
omgevallen en heeft het vuur bijna uit-
gedoofd! Goede hemel! Kunnen jullie
die zoenpartij dan niet een oogeniblikje
staken en even jullie aandacht bij de ko-
kerij houldetn?"
EINDE.