ALGEMEEN N1EUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
m
BAAI
No 834!
Maandaa *25 Februari 1929
69e JaarganR
AB0NNEMEMTSP8I1 S:
Ses, Qow-bojr.
BINNENLAND.
FBTTIttlTOB,
BUITENLAND.
tyuap cfatigt,
door
B. M. BOWER
Bud was nu wel tien minuten bezig, en
niet voordat zij beiden te paard zaten en
op weg naar Little Lost" waren de
gevangene met de armen op zijn rug en
de voeten samengebonden onder het
paard, dat door Bud meegevoerd werd
had Bud den tijd om over het voorgeval-
lene na te denken.
GEEN PLATTELANDERS MEER NAAR
DE STEDEN.
INGEZONDEN MEDEDEELTNGEN,
TER NEUZEN, 25 FEBRUARI 1929.
VOOP
f v/eimq
50-35 40-50ch
IN GEZONDEN MEDEDEELIN GEN.
v t doo*t*.954*.65c6
- £CS5fc_ MMM
Binnen Ter Neuzen f 1.40 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen fr. per post 1,80 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post 6.60 per iaar
Voor Belgie en Amerika f 2.25. overige landen 2.60 per 3 maanden fr. per post Abonnementen voor het buitenland alleen bii vooruitbetalmq.
Dit blad verschjjnt iederen Maandaq-, Woensdag- en Vrijdagavond.
DIENSTPLICHT
De Burgemeester van TER NEUZEN
brengt ter algemeene kennis, dat de opkomst
van dienstplichtigen der landmacht op 1
Maart a.s. zoowel voor eerste oefening als ter
lnlijvmg, voorloopig veertien dag en wordt uit-
gesteld wegens griep-gevallen onder mili-
tairen.
De betrokken dienstplicbtigen kunnen ech-
ter aan den Minister verzoeken, zoodra moge-
ltfk op te komen. In die verzoeken moeten
vermeld worden: naam, lichting, korps, gar-
nizoen, volledig adres, gemeente van inschrij-
ving, alsmede de redenen, welke tot het ver-
xoek aanleiding geven.
Ter Neuzen, 25 Februari 1929.
De Burgemeester voomoemd,
J. HUIZINGA.
TWEEDE KAMER.
Vergadering van Vrijdag.
De heer Hiemstra (s.d.) licht vijf vragen
toe naar aaniemmg van de voorstellen der
commissie inzake opheffing van de mannewerf
te Heilevoetsiu.s en ae reoigamsatce van die
werf te Wiliemsoord. Spr. btioogt o.a., dat de
part culiere industrie duurder zai zijn dan de
rjjkswerf, en dat er alle reden is, om de voor
stellen af te wijzen.
iMinister Lambooij betoogt, dat de rijkswerf
den part-culieren scheapsbouw geen concurren-
tie mag aandoen, en dat het ve.i.ger is, dat in
oorlogstjjd verschillende part.cul.ere werven
reparaties aan oorlogsschepen kunnen ver-
richten dan aan luchtaanvalien blootgestelde
rjjkswerven. De werf te Hellevoetsluis is over-
bodig, die te Wiliemsoord zal na de reorgani-
satie volbelast zijn, wat van beteekenis is op
de arbe.dsprestatie per man.
De minister zet uitvoerig uiteen, dat er geen
enkele reden voor hem is om het rapport der
commissie te desavoueeren.
De heer Hiemstra repliceert.
Hij dient een motie in om een onderzoek in
te stellen naar de mogelijkheid de bestaande
werven meer rendabel te maken.
De heer Van der Bilt (r.k.) wijst er op, dat
ook particuliere werven en die te Wiliemsoord
aan luchtaanvalien bloot staan.
REGEERING EN AMBTENAREN.
Volgens de Limb. Koer. heeft de Minister
van Buitenlandsche zaken aan zijne ambtge-
nooten den volgenden brief gericht:
Het is mij gebleken, dat het Dietsche Stu-
dentenverbond een aantal vooraanstaande
Nederlanders heeft uitgenoodigd om lid te
worden van het Comity van Aanbeveling van
het binnenkort te houden 14e Groot-Neder-
landsche Studentencongres.
Bij gelegenheid van vorige Groot-Neder-
landsche Studentencongressen is gebleken,
dat een aanmerkelijk aantal der deelnemers
er niet afkeerig van is, de grenzen eener zui-
ver cultureele belangstelling voor het Vlaam-
sche deel van Belgie te buiten te gaan en
rich te bemoeien met de inwendige organisa-
tie van dat land. Dat van overheidswege
daaraan in Nederland geenerlei steun of aan-
moediging kan worden gegeven, zal Uwe Ex-
cellentie met mij eens zijn. Ik moge dan ook
uiting geven aan de verwachting, dat het
Uwe Excellentie mogelijk zal zijn te bereiken,
dat onder Haar ressorteerende ambtenaren
geen uitnoodiging aannemen om het in aan-
hef dezes bedoelde Comite zitting te nemen."
Verschillende Ministers zouden aan deze
uitnoodiging van Mr. Beelaerts van Blokland
gevolg hebben gegeven en aanschrijvingen in
dien zin tot het personeel hunner onderschei-
den ressorten gericht hebben.
NEDERLAND EN BELGIe.
De Brusselsche correspondent van „De
Maasbode" meldt:
In zijn reeds in zijn groote trekken geresu-
meerd senaatsverslag op de begrooting van
buitenlandsche zaken, zegt de rapporteur,
staatsminister Mr. P. Segers in verband met
de Nederlandsch-Belgische kwestie o.m. nog
het volgende: Nederland heeft de verplich-
tingen van het traktaat van 1839 inzake het
onderhoud van de Schelde niet nageleefd.
Korten tijd na den oorlog hebben beide lan
den getracht hier verbetering in te brengen,
met te onderhandelen over een traktaat van
1919 en daarna over het traktaat van 1925
Wat Nederland in deze beide traktaten had
toegegeven, heeft het geheel terug genomen.
Tegenover dit in gebrek blijven, moeten
wij of wei den grooten mogendheden verzoe
ken gevolg te geven aan hun intentie, toen zij
de commissie van veertien stichten, om tus-
schen beide te komen, ofwel moet, als men
niet met tweeen kan overeenkomen, een in-
ternationaal statuut worden uitgewerkt.
Ook de stipulaties betreffende de verbin-
dingen met den Rijn werden niet door Neder
land nageleefd. Nederland heeft Belgie den
toegang afgesneden in de pas van Bath en in
Zuid-Beveland en heeft Belgie veel slechter
passen gegeven dan die welke het door het
tractaat toekwamen. Dit hebben de Hollan
ders trouwens zelf bekend, door in 1919 en in
1925 Belgie een kanaal naar den Moerdijk te
willen geven.
Belgie moet thans een kanaal hebben, dat
het kanaal AntwerpenMoerdijk nabij komt.
Ook op de Maas wordt, volgens Segers, de
Belgische scheepvaart door Nederland belem-
mert.
HET ZEVENDE LEERJAAR.
Nu tengevolge van de wet van 23 Juni 1927
sedert 1 September 1927 aan alle openbare
en bijzondere scholen het gewoon lager on-
derwijs in het algemeen wordt gegeven in
ten minste zeven achtereenvolgende leer-
jaren en ingevolge de wet van 24 Med 1928
sedert 1 Juli 1928 de zevenjarige leerplicht
is hersteld, heeft de inspecteur van het lager
onderwijs in de inspectie Amhem zich ge
richt tot de besturen der openbare en bijzon
dere lagere scholen in zijn inspectie om er de
aandacht op te vestigen, dat het wenschelijk
is, het zevende leerjaar der lagere scholen
zoo practisch mogelijk in te richten.
Het onderwijs in het zevende leerjaar moet
er niet uitsluitend op gericht zijn om de
leerstof, die in het zesde leerjaar is behan-
deld, nog eens te herhalen en evenmin mag
men er zich toe bepalen in het zevende leer-
1 jaar de leerstof van het vorige leerjaar uit.
te breiden; in het zevende leerjaar moet
meer dan in de andere rekening worden ge-
houden met de practijk des levens. Voorzoo-
ver het onderwijs in 't zevende leerjaar eind-
onderwijs is, moet het zich aanpassen aan de
behoeften der streek waarin het kind woont
en aan zijn vermoedelijke toekomst. Op scho-
len, waarvan alle leerlingen, of bijna alle leer-
lingen naar andere scholen overgaan, kan
i daarop het onderwijs geheel zijn ingericht. In
I het algemeen is het niet gewenscht, voor het
zevende leerjaar aan het leerplan andere vak-
i ken toe te voegen dan die, welke in de eerste
I zes leerjaren worden onderwezen.
De hoofden der scholen dienen te worden
uitgenoodigd om het leerplan zoodanig te her-
zien, dat op voldoende wijze met het boven-
staande rekening wordt gehouden.
WATERSTAATSBEGROOTING VOOR
1929.
Blijkens het voorloopig verslag der Eerste
Kamer over de Waterstaatsbegrooting voor
1929 hadden verscheidene leden met belang
stelling vernomen, dat de Minister zal over
gaan tot benoeming van een directeur-gene-
raal van Waterstaat.
Enkele leden spraken hun teleurstelling
erover uit, dat niet een wegenraad, als be-
doeld in de motie-Van der Waerden, werd in-
gesteld, en dat in de rijkscommissie, die daar-
voor als het ware een surrogaat is, geen ver-
tegenwoordigers werden benoemd van de ver-
eenigingen, die zich ten doel stellen het be-
schermen van landschapsschoonheid.
Vele leden bepleitten 't groote belang van
36) (Vervolg.)
,,Zoo, hoe bevalt het je, tot nu toe
vroeg Bud belangstellend. ,,Dacht je, dat
je den een of anderen reiziqer te pakken
hadt
Op datzelfde oogenblik floot er een ge-
weerkogel van af de hoogte boven de grot
over hem heen. Bud keek in die richting
en zag daar een man staan, nog half
zichtbaar tegen de roze wolkjes, die al
donkerder werden naarmate de duister-
nis van omlaag kwam opzetten. Het was
een ver schot voor een revolver, maar
Buddy placht wel antilopen op ongeveer
zoo'n afstand te schieten, daarom lichtte
Bud zijn arm op en legde aan, net alsof
hij met zijn vinger naar den man wees en
vuurde. Hij had de voldoening de gestal-
te achteruit te zien, deinzen en in een ge-
bukte houding over de hoogte te zien
wegsnellen.
..Hij mag wel gauw terugkeeren, als
hij nog een schot op mii wil lossen," grin-
nikte Bud: ,,het zal nier over een paar
minuten zoo donker zijn, dat hij mij niet
meer zou kunnen zien, al was ik zoo'n
reuzen-stommerik als jij hier. Hoe
denk je er over Ik denk, dat ik je maar
mee naar de hoeve zal nemen maar
waarachtig, zij kunnen jou niet opdragen
een lantarenpaal te lasso-en, te oordeelen
naar het staaltje van behendigheid dat je
hier gegeven hebt."
Hij ging naar Stopper toe maakte zijn
eigen touw los, terwijl hij het paard voor
zijn werkzaam aandeel een goedkeurend
tikje gaf. ..Ik hoop, dat je geen been of iets
anders gebroken hebt", zeide hij tot den
man, toen hij terugkwam hij wierp de lus
over het hoofd en de schouders van den
roover, trok het stevig aan om zijn mid-
del en bond de armen bij de ellebogen er
in. „Het zou niet aangenaam voor je zijn,
als zij eens het plan mochten hebben, je
den geheelen weg naar de gevangenis te
voet te laten afleggen."
Hij wenkte Stopper, die dadelijk naar
hem toekwam en daardoor de spanning
van het touw wat verminderde. Het om-
vergeworpen paard ging op de knieen
liggen, deed een poging om op te staan
en krabbelde eindelijk overeind, terwijl
Bud er voor zorgde, dat de man bij het
opstaan van het dier geen gevaar liep.
De kerel stond op met een nijdigen, uit-
dagenden blik, terwijl hij niet al te goed
op zijn linkerbeen scheen te kunnen staan.
Toen dacht hij opeens aan Honey, die
verdwenen was. Hij zag echter bij het
zwakke licht van de opkomende maan en
bij den laatsten gloed der ondergaande
zon, de diepe sporen van de hoeven van
haar paard, dat naar huis was terug-ge-
galloppeerd. Bud geloofde niet, dat zij
goede rivierovergangen. Aangedrongen werd
bij den bouw der bruggen, die reeds onder-
nomen is, den grootst mogelijken spoed te
betrachten.
DE WETTELIJKE REGELING VAN DE
WINKELSLUITING.
Blijkens het voorloopig verslag der Tweede
Kamer over het wetsontwerp tot regeling van
de winkelsluiting waren verscheidene leden
van de noodzakelijkheid en zelfs van de wen-
schelijkheid van de totstandkoming van een
regeling als deze allerminst overtuigd. De
Regeering is er niet in geslaagd aan te too-
nen, dat deze wettelijke regeling urgent is.
En als zij dat niet is aldus deze leden
waarom dan de vrijheid aan banden gelegd?
Verscheidene andere leden hadden in het
algemeen tegen het wetsontwerp geen be-
zwaar.
Sommige van deze leden vroegen zich af,
of de gedragslijn van den Minister, die nu
de totstandkoming van het werktijdenbesluit
voor winkelpersoneel aan 'n wettelijke rege
ling der winkelsluiting heeft vastgekoppeld
geen gevaar oplevert.
Ten slote zouden eenige leden het op prijs
stellen indien de Minister het ontwerp-Werk-
tijdenbesluit zou willen overleggen, opdat nog
v6or de beslissing over dit wetsontwerp deze
beide samenhangende regelingen in verband
met elkaar kunnen worden bezien.
Sommige der tegenstanders gaven nog als
hun meening te kennen, dat het niet geoor-
loofd is om, zooals hij de totstandkoming van
de voorgestelde regeling zou geschieden, bur
gers, die voor hun brood willen werken, zulks
te beletten.
Ook waren er leden, die er op wezen, dat
men de zaak verkeerd stelt, indien men een
verbod voor den winkelier om te verkoopen
als een verbod tot het verrichten van arbeid
beschouwt.
Enkele leden zagen nog een argument van
het ontwerp in de opvoedende kracht, die er-
van zal uitgaan op vele huismoeders, die den
winkel als haar provisiekast beschouwen.
Vele leden hadden, zij het op verschillende
gronden bezwaren tegen de in het ontwerp
opgenomen Zondagssluiting.
In de eerste plaats achtten eenige leden de
desbetreffende bepaling van het ontwerp on-
gewenscht, wijl er eenige groepen in ons land
zijn, waaronder de zeer groote groep der
Joden, wier wekelijksche rustdag een andere
is dan de Zondag.
In de tweede plaats was voor sommige
leden een belangrijk bezwaar tegen de Zon
dagssluiting de omstandigheid, dat de Zon
dag meer en meer de uitgaansdag is gewor-
den door zeer velen.
Deze leden drongen er met klem op aan,
dat de Zondagssluiting uit het ontwerp zal
worden teruggenomen.
Enkele leden achtten het voorstel inzake
de Zondagssluiting volstrekt in strijd met den
opzet van het Kabinet, dat zich immers van
het ter hand nemen van alle vraagstukken
van principieelen aard zou onthouden.
Eenige leden hadden niet zoozeer bezwaar
tegen de Zondagssluiting op zichzelf als wel
tegen de wijze, waarop die in het ontiwerp
is geregeld.
Vele andere leden daarentegen juichten het
toe, dat de Zondagssluiting in het ontwerp
is opgenomen.
Verscheidene leden betreurden het, dat een
belangrijke uitzondering op de Zondagsslui
ting is toegelaten. Andere leden waren van
oordeel, dat nog verder moet worden gegaan
en dat moet worden bepaald, dat in deze ge-
heele materie voor de Joden de Sabbath in de
plaats treedt van den Zondag.
DE NOOD VAN DEN DUITSCHEN
LANDBOUW.
Naar de Vossische Ztg. meldt, is op de
Duitsche rijksbegrooting, ter ieniging van den
gevlucht was, omdat zij bang was, daar-
voor scheen zij te zeker van zichzelf te
zijn. Zij was zeker hulp gaan halen.
Een plotselinge verdenking, dat de
aanval misschien jaloerschheid tot grond-
slag had, verdween dadelijk weer bij Bud,
toen hij nog eens naar zijn gevangene
keek. De man was donker, met een iaag
voorhoofd hij leek wel een halfbloed
Indigan te zijn. Honey zou dien man
nooit een blik waardig gekeurd hebben.
Dat bracht hem tot de veronderstelling,
dat er enkel roof in het spel was en de.ze
gevolgtrekking kwam hem nog waar-
schijniijtker voor, toen hij zich herinnerde,
dat Marianne hem voor iets dergelijks ge-
waarschuwd had. Heel waarschijnlijk
waren Honey en hij gevolgd geworden in
de Sinks en wel had Bud dezen man niet
bij de wedrennen gezien, maar zijn kame-
raad, daarboven op de hoogte was er wel-
iicht wel geweest. Het was alles zoo
eenvoudig mogelijk en toen Bud tot deze
vanzelf sprekende oplossing was geko-
men, zette hij Stopper in drat en kwam
juist op Little Lost" aan, toen David
Truman en drie van zijn jongens door de
Sunk Creek reden op weg naar de Sinks.
Zij hielden stil en keken heel verbaasd
naar Bud en zijn gevangene. David was
de eerste, die sprak.
Honey vertelde ons, dat je aangevallen
en beroofd of vermoord was of wel
allebei, zooveel als wij tenminste uit haar
verhaal konden opmaken. Hoe ben je die
vent zoo gauw de baas geworden?"
„Ach, zijn paard raakte in het touv£
verward en viel neer en ik viel boven op
hem", verklaarde Bud opgewekt. ,,Ik
breng hem nu maar mee. Het schijnt niet
veel zaaks te zijn, maar achteraf heeft hij
noodtoestand bij den landbouw, voor de eerst-
volgende 5 jaren een bedrag van 20.20 mil-
lioen mark per jaar geplaatst, in hoofdzaak
bestemd voor de bevordering van den afzet.
In het rijksdepartement van landbouw is
volgens het blad een agrarisch program uit
gewerkt, dat gedetailleerde voorstellen bevat,
in het bijzonder ter verbetering van den toe-
stand in het zuivelbedrijf en den veehandel,
alsmede ten opzichte der regeling van den
tarweprijs. O.a. worden verschillende douane-
maatregelen voorgesteld, mitsgaders de af-
schaffinig van het vrij van rechten invoeren
eener hoeveelheid bevroren vleesch.
CHINA.
Nabij het station Keifin is Donderdag een
aanslag op den trein van maarschalk Feng
gepleegd. Het spoor waarop deze trein het
station moest passeeren, was ondermijnd.
Bovendien is de trein door een bende met
machinegeweren beschoten, welk vuur uit den
trein werd beantwoord. Het gevecht duurde
2V2 uur, in welk tijdsverloop 2 generaals en
een zoon van Feng werden gedood. Maar
schalk Feng zelf bleef ongedeerd. De chef
van de intemationale politie in het vreemde-
lingenkwartier te Peking heeft de stakende
politie-beambten ontslagen.
De consul der Vereenigde Staten in Tsjefoe
te Sjantoeng heeft er het departement van
buitenlandsche zaken der Vereenigde Staten
van in kennis gesteld, dat de toestand ter
plaatse zoodanig is, dat bescherming door
Amerikaansche oorlogsschepen noodzakelijk
is. In officieele kringen te Washington wordt
echter verklaard, dat Amerikaansche burgers
te Tsjefoe geen onmiddellijk gevaar loopen
wegens de aanwezigheid van Britsche en Ja-
pansche oorlogsschepen. De Vereenigde Sta
ten hebben op het oogenblik geen matrozen
of mariniers te Tsjefoe, doch zooals gemeld,
is reeds de Amerikaansche kruiser Trenton"
uit Manilla naar Tsjefoe vertrokken.
Naar uit Moskou wordt gemeld, is in de
provincie Kiangsoe een opstand uitgebroken,
die onder leiding staat van generaal Ma. De
gevechten tusschen de regeeringstroepen en
generaal Ma zijn nog niet beeindigd. De op-
standelingen hebben 4 bruggen in de lucht
doen vliegen, waarbij een voile militaire trein
in de rivier stortte.
NIKKELEN VIJF FRANC-MUNTEN IN
FRANKRIJK.
De minister van Financien heeft president
Doumergue een wetsontwerp ter teekening
voorgelegd, waarbij de minister wordt ge-
machtigd nikkelen munten van vijf francs te
laten slaan van hetzelfde model als de oude
zilveren vijf francstukken. De nieuwe mun
ten zullen dienen ter vervanging van de thans
in omloop zijnde coupures van vijf franc.
Uit Rome wordt gemeld, dat, tengevolge
van het decreet tegen het trekken van platte-
landers naar de steden, de prefecten thans
bekend maken, dat zij onverwijld iederen
werklooze, die van buiten naar de stad is ge-
komen, naar zijn geboorteplaats moeten
terugzenden; dat niemand meer naar de stad
mag trekken indien hij daar geen betrekking
heeft, terwrjl tenslotte niemand zonder verlof
van de overheid van de eene gemeente naar
de andere mag verhuizen.
BEGROOTING VAN HET BURGERLIJK
ARMBESTUUR.
Door Gedeputeerde Staten van Zeeland is de
begrooting voor het jaar 1929 van het Burger-
lijk Armbestuur alhier, goedgekeurd.
•t IS UIT
met het ijsvermaak, op den middenkanaalarm
alhier, meenen we nu wel te mogen schrijven,
al bleek ons van morgen aan de bevroren
straten, dat de vorst, die ons sinds een paar
mij geen kwaad gedaan, ik weet daarom
niet goed, wat ik met hem beginnen moet.
Ik denk, dat ik hem maar aan jou zal over-
geven."
,,Alle duivelsIk wil hem niet heb
ben", wierp (David hier tegen in. ,,Ik zal
hem in handen van den schout geven -
misschien kent die hem wel. Hier, Nelse
en Charlie, jullie neemt hem mee en
brengt hem naar Crater en geeft hem over
aan (Kline. Jullie vertelt Kline wat hij ge
daan heeft of heeft pogen te doen
Was hij alleen, Bud
,,Hij had nog een kameraad boven op
de hoogte, maar die was zoo ver af, dat
ik hem niet zou herkennen, al stond hij
hier voor mij. Ik heb op hem gevuurd en
ik geloof, dat ik hem geraakt heb. Hij
dook weg en er is geen kogel meer van,
dien kant op mij afgeschoten.
,,Je hebt hem geraakt met je browning?
En was hij zoover van je af, dat je hem
niet weer herkennen kon? David nam
Bud scherp op: ,,dat noem ik bliksems
goed schieten".
,,Ja maar. ik zag hem tegen de lucht
afgeteekend en hij was niet meer dan een
zeventig meter van mij af", legde Bud
hem uit. ,,Ik heb wel antilopen op dien
afstand geschoten, meer dan eens. Het
was vanavond slecht licht."
..Antilopen", herhaalde David naden-
kend terwijl hij de mannen een knipoogje
gaf. ,,Nu het is goed. Bud wij zullen
het maar op antilopen houden! Jongens
jullie gaat dus dadelijk met dezen kerej
naar Crater. Als je nu gaat, kan je mor-
genociitend tegen twaalf uur weer terug
zijn."
Nelse nam het touw van Bud over en
de twee vertrokken door de Creek om
per Vh pond
dagen verlaten had, weer is teruggekeerd.
Nu, de liefhebbers hebben daar hun hart
wel kunnen ophalen. Het was ook een mooie
gelegenheid voor het voorloopig bestuur der
opgerichte ijsclub, om aan het onderhoud van
die baan zijn zorgen te wijden, en het wa3
vooral een fortuintje, dat men, dank zij de
welwillendheid van den administrateur der
electrische centrale, heeft kunnen beschikken
over een des avonds electrisch verlichte baan.
Voor de velen, die overdag door him werk-
zaamheden zijn verhinderd, was er nu toch
ook gelegenheid om van het ijsvermaak te
genieten. En als men des avonds een kijkje
op de baan nam, bleek, dat daarvan ook
door zeer velen een dankbaar gebruik werd
gemaakt.
Maar, er zijn omstandigheden, dat men
zelfs van 't goede te veel kan krijgen. Dat
ondervond j.l. Vrijdagavond ook de wed-
strijden-commissie uit het IJsbaanbestuur, die
'n gecostumeerd ijsfeest had uiitgesehreven en
daardoor voor een hoogst moeilijke beslissing
kwam te staan. Reeds door het dooiweer van
Donderdag was de kwaliteit van het ijs ach-
teruitgegaan, en dit werd er, met het zonnige
weer van Vrijdag en den sterkeren dooi, niet
beter op. Reeds des namiddags begon de
vraag te rijzen: zal het ijs 't houden. Metin-
gen der dikte gaven toen nog een bevredigend
antwoord. Men verwachte bovendien, dat met
zonsondergang de thermometer weer beneden
het vriespunc zou dalen en een en an der daar
door een steviger aanzien zou krijgen. Die
verwachting bleef echter uit. Des avonds 7
uur was de temperatuur nog boven het vries-
punt en was het ijs steeds slechter gewor
den. Daartegenover waren reeds talrijke
rijders op de baan, terwijl uit alle deelen der
stad talrijke kijkers naar de baan en de om-
geving stroomden, om te genieten van het
schouwspel, dat de gecostumeerden, en dat
waren er, naar waargenomen is, zeer velen,
te zien zouden geven.
Op dat tijdstip was de commissie brjeen-
geroepen, naar aanleiding ook van waarschu-
wende stemmen, om te beslissen of, in ver
band met de kwaliteit van ijs en de dram be-
zoodoende op den postweg van Little
Lost naar Crater, de hoofdstad, aan de
andere zijde van het Gold Gap gebergte
gelegen, te komen.
Jbud reed met zijn baas naar de hoeve
terug en deed zijn best David's vragen
naar diens genoegen te beantwoorden.
zonder zijn eigen tlinkheid te veel te doen
uitkomen of te veel uit te weiden over
Stopper's bedrevenheid: en dit was een
hee:e oefening voor zijn hersens.
Honey kwam naar buiten en snelde hem
tegemoet en telkens en telkens moest hij
haar weer verzekeren, dat hij niet gewond
was en dat hij er niets anders bij had in-
geschoten, dan zijn goed humeur en het
ritje met haar naar huis in den maneschijn.
Men kon zien, dat zij geheel overstuur
was en dat zij hem wilde overtuigen, dat
het geen lafheid was geweest, dat zij hem
daar alleen had achtergelaten.
,,Ik keek om en zag toen, dat een man
zijn lasso uitwierp en dat jij het leeJc
alsof hij jou van je paard trok. Ik was er
zeker van, dat ik je zag vallen. Daarom
ben ik met mijn paard in een draf naar
huis gerend om Oom David en de jon
gens te halen. En ik geloof voegde zij
er met haar vriendelijksten glimlaoh bij,
,,ik geloof, dat dat paard van mij het zelfs
van Smoky of Skeeter zou kunnen win-
nen, indien mij bij het begin van een wed-
ren zoo'n angst werd aangejaagd."
Bud streelde, uit louter dankbaarheid
voor den angst, dien zij voor hem had uit-
gestaan, Honey's hand en zeide haar, dat
zij met haar paard het record geslagen
lad en dat zij juist gedaan had, wat zij
,iad moeten doen. En Honey ging dien
iacht heel gelukkig naar bed.
(Wordt vervolgd.)