ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
No 8337
Vrij la 15 Februari 1929
69e Jaargang
Eerste Blad.
Voorwaardelijke Veiooideelinu.
©aw"
ABONNEMENTSPRIJS;
Aanbesteding.
FiTTILLITOH
BINNENL&ND,
BUITENLAND.
Donderdag 28 Februari 1929,
AANBESTEDEN
Het onderhouden van de
werken der Genrteentehaven
gedurende 1929.
tAid tyu&p duiAgt,
GRAVEN DELVEN MET EXPLOSIEVEN.
TER NEUZEN. 15 FEBRUARI 1929.
NEUZENSCHE COURANT
-tv^ppcjN.Ljuiw ii iww.> "wmw 'i i innm—w "w—
Binnen Ter Neuzen f 1,40 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen fr. per post 1,80 per 3 maanden Bij vooruitbetahnq fr. per post 6,60 per jaar
Vooi Belpie en Amerika f 2.25, overige landen /2.60 per 3 maanden fr. per post - Abonnementen voor het buitenland alleen bi, vooruitbetaling.
Dit blad verschijnt iederen Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond.
Burgeineester en Wethouders van PHILIP-
FINE, zullen op
4es middags 12 uur,
Aanwijzing op den dag der aanbesteding
voormiddags 10 uur.
Bestekken verkrijgbaar ten Gemeentehuize
♦egen betaling van 1,25, alsmede bij den
Architect L. DE BRUIJNE te Ter Neuzen,
4oot wien nadere inlichtingen worden ver-
etrekt. a raMMELOO, Burgemeester.
P. J. L. VAN HOEK, Secretaris.
Philippine, 6 Februari 1929.
II.
Wij beloofden in een tweede artikel nog
lets te zullen vertellen over het stelsel,
zooals het dan nu in ons land doo: ch
Wet is geregeld. Dit Nederlandsche
systeem is als t ware een mengsel van het i
Belgisch-Fransche en het Engelsch-Ame- j
rikaansche stelsel. Was er bij de eerste
ontwerpen van Ministers Cort van der
Linden en Loeff nog slechts sprake ge-
weest van het Belgisch-Fransche systeem,
tan Minister Regout komt de eer toe, het
andere stelsel te hebben geintroduceerd
en met het eerste te hebben gecombineerd.
Duidelijk wordt dit vooral uit de Memo-
»ie van Toelichting, die Mr. Regout aan
jjjn wetsvoorstel toevoegde. Daarin heet
fcet: „Twee groote voordeelen voor het
rechtsleven schijnt de invoering (dezer
voorwaardelijke veroordeelinq) te kun
nen opleveren. Een negatief voordeel, ge-
legen in de beperking van het aantal kort-
dtirende vrijheidstraffen, een positief, qe-
legen in de mogelijkheid om het vooruit-
zicht der e.g. te boeten straf, wat voor
vek personen een krachtiger prikkel kan
aijn tot goed gedrag dan de herinnering
aan een ondergane (straf) en kan
worden benut als dringend motief tot zelf-
verbetering en zelfs tot een ricidive-afwe-
rend ingrijpen van derden. En dit posi-
tieve voordeel zal met name daar worden
verkregen, waar, in navolging van het
Amerikaansche „probation-svsteem", voor
het stellen van aan de bijzondere om-
standigheden van elk geval aangepaste
voorwaarden, waaraan gedurende den
proeftijd zal moeten worden voldaan, als
mede voor een bijzonder toezicht op
en krachtige zedelijke beinvloeding tot
de nakoming dier voorwaarden zorg
wordt gedragen."
Later heeft Minister Ort ditzelfde weer
op andere wijze in de Kamer beweerd,
toen hij er op wees, dat het instituut der
voorwaardelijke veroordeelinq den delin
quent, op wien het zou worden toege
past, de toepassinq van scherpere vormen
zou besparen. Het zou dan met andere
woorden de toepassinq van de scherpere
vormen beperken tot die gevallen, waar-
"iimam i n—hit rammr—n^nm
in de omstandigheden van daad en dader
het noodzakeJijk maakten den misdadiger
daaraan te onderwerpen. En zoo zou dan
de hoeveelheid „gewild en niet gewild
leed", door den Staat aangewend, tot het
streng noodzakelijke worden terugge-
bracht.
Natuurlijk waren er gevallen waarin,
naar het der Regeering voorkwam, het
Belgisch-Fransche stelsel volkomen vol-
doe'nde zou zijn. De Minister wees bijv.
op het geval van een jongen man, die
overigens onbesproken was van levens-
wandel, en die in dronkenschap zich ver-
zette tegen de politie. Men zou ook kun-
nen denken aan tallooze gevallen van
overtreding, waar bij den misdadiger aan
onzedelijke neigingen nog niet behoefde
te wordien gedacht, aan gevallen van ver-
grijp, in drift of onder sterke uitdaging
als 't ware gepleegd. Maar overigens
noemde de Minister ook andere gevallen.
Hij spoorde zijn hoorders (in en buiten de
Kamer) aan om zich in te denken in de
positie van den rechter, die een misdadi
ger, bijvoorbeeld een oplichter te berech-
ten kreeg, een man, die naast eenige aan-
vankelijk misschien gunstige anteceden-
ten als t ware bleek tot misdaad te zijn
afgezakt, een man dus, wiens moreel peil
onder den invloed van verkregen slechte
levensgewoonten allengs was gedaald,
maar die intusschen tot inkeer was geko-
men of althans berouw toonde, weer goe-
de voornemens verkondigde, enz. Kon
men zoo vroeg de Minister zich dan
niet voorstellen, dat de rechter in derge-
lijke gevallen vaak den indruk niet van
zich kon afzetten, dat, ook zonder de vrij
zware gevangenisstraf, die hij dezen man
moest opleggen, de dader toch nog we
weer op het rechte pad zou kunnen wor
den teruggebracht door het ondergaan
eener voorwaardelijke veroordeelinq,
mits hij en nu schiet dus het Belgisch-
dransche systeem te kort, en moet het En-
gelsch-Amerikaansch te hulp komen
mits hij) door bepaalde gedragkvoor-
schriften en met behoorlijken steun en
hulp gedurende een voldoend langen tijd
werd genoopt om bij zijn goede, reeds op-
gevatte, voornemens te blijven volharden
en zich goede levensgewoonten eigen te
maken. Liet men in zoo'n geval de gele-
genheid onbenut om onder den indruk
van een dreigende straf invloed uit te
oefenen op het wilsleven van zoo n
mensch, dan zou en het maatschappelijk
belang en de man zelf in gevaar kunnen
worden gebracht.
Dus krijgen wij nu de mogelijkheid, dat
de- rechter den veroordeelde de noodige
gedragsvoorschriften kan geven, welke
deze voor een voldoend geacht gedeelte
van den proeftijd moet nakomen, en dat
de rechter bovendien nog de nakoming
dier voorschriften kan bevorderen door
het verschaffen van bijstand van geschik-
te personen, reclasseerings-inrichtingen
en dergelijke, of ook van daartoe aange-
stelde ambtenaren.
Mr. Limburg heeft dit ook zeer duide
lijk doen uitkomen, toen hij zeide te mee-
nen, dat de voorwaardelijke veroordeelinq
in ons land behoorde te worden inge-
voerd in de eerste plaats, omdat er van
tijd tot tijd zoo onnoodig werd gestraft.
Nu zijn er dus eigeniijk twee stelsels,
die nog steeds goed uit elkaar moeten en
kunnen worden gehouden:
Bij lichtere gevallen, zooals bij veroor
deelinq tot een geldboete, bij hechtenis,
door
B. M. BOWER
32) (Vervolg.)
Hij zette zijn paard aan om den vol-
genden ren gade te slaan vier spier-
krachtige cow-boy-paardjes van het ech-
te prairie-ras, liepen naar den beginpaal.
,,Zij zullen nog wel een paar keer over
moeten starten," zeide Bud na den eer-
sten terugroep: „en dan komen Jeff en
ik. Ik zal eerst Smoky nog eens even
onder handen nemen." Hij steeg af, keek
weifelend naar Jerry en klopte hem op de
knie. „Ik ben blij, een vriend te hebben
zooals jij bent," zeide hij opeens bij in-
geving: ,,het is hier een troep menschen
waar je niet van op aan kan en die een
mensch arm zouden stelen. Denk maar
niet, dat ik heelemaal gek ben."
Jerry keek hem verwonderd aan, open
de zijn mond, maar sloot hem dadelijk
daarop weer zoo stijf dicht, dat ziin kaak-
beenderen er van uitstonden. Hij keek
hoe Bud den enkel van Smoky wreef.
Toen Bud klaar was en Jerry het fleschje
gaf om voor hem te bewaren, hield Jerry
een oogenblik zijn hand vast:
,,Om Godswil, Bud, zeg toch nooit
meer zoo iets," vroeg hij: „je zoudt den
spijker maar al te
„Hoor eens, Jerry! Heb je dat Arme-
nische spreekwoord wel eens gehoord:
en bij gevangenisstraf van korter dan
twee maanden, mag alleen de algemeene
voorwaarde worden opgelegd, dat de ver
oordeelde zich gedurende den proeftijd
niet weer aan een strafbaar feit schuldig
maakt, en
bij ernstiger gevallen, b.v. gevangenis
straf tusschen twee maanden en hoogstens
een jaar, enz. is de rechter bevoegd ook
andere voorwaarden te stellen, waaraan
de veroordeelde gedurende den proeftijd
of een bij het vonnis te bepalen gedeelte
daarvan," heeft te voldoen. En dan kan de
rechter tevens, indien hij daartoe termen
vond, bij zijn bevel aan een in het rijk ge-
vestigde, rechtspersoonlijkheid bezittende
insteiling, aan den houder van een in ons
land gevestigde inrichting, of ook aan een
bijzonderen ambtenaar opdragen aan den
veroordeelde terzake van de naleving der
bijzondere voorwaarden hulp en steun te
verleenen.
Nu hebben wij in het begin van ons
eerste artikel de vorige week den naam
dezer wet eerlijk gezegd iets te veel be-
kort. Wij noemden haar toen de Wet van
den 12den )uni 1915, houdende vaststel-
ling van nadere strafrechtelijke voorzie-
ningen betreffende veroordeelingen, waar- j
bij de straf, tenzij de rechter later
anders beveelt, niet wordt ondergaan,
maar dan volgt er nog iets, namelijk: „de
betaling van geldboeten en de voorwaar-
delijke invrijheidsteliing Bij geldboete is
de toepasselijkheid der wet op de voor- j
waardeiijke veroordeelinq beperkt tot die
gevallen, waarin de betaling of de ver-
peurdverklaring voor den veroordeelde
overwegende bezwaren zou opleveren. J
Dus zou, dit spreekt \ian zelf, deze toe- j
passing wel een zeldzaamheid zijn, zooals j
bijvoorbeeld ook Mr. De Savornin Loh-
man reeds opmerkte, die beweerde, dat
iedere rechter steeds een sterke neiging
zou hebben om een dusdanige boete op
te leggen, dat daarbij zoo veel mogelijk
rekening werd gehouden met het draag-
vermogen van den veroordeelde. Gege-
vens ontbreken ons om te kunnen beoor-
deelen, of deze maatregelen werkelijk
schaarsch zijn toegepast.
Onnoodig lijkt het ons in dit artikel nog
breed uit te wijden over den proeftijd en
over de schade-actie, die tot nu toe in het
strafrecht een zeer bescheiden plaatsje
had ingenomen, doch die nu van veel
meer beteekenis werd.
Wel dient nog iets te worden gezegd
over de ..bijzondere voorwaarden waar-
bij de rechtbank sterk de vrije hand be-
hield. Het beginsel, dat bij het opleggen
daarvan heerschte, was vooral dit, ,,dat
die voorwaarden gericht moeten zijn op
de oorzaken van het kwaad, en dat dus
daarmede gestreeld werd de karakter-
touten van den veroordeelde te onder-
drukken en aan zijn zwakheden tegemoet
te komen. Wel is er in de Kamer qespro-
ken over een verbod van herbergbezoek,
maar men heeft terecht begrepen, dat ook
op dit punt de vrije hand moest worden
gelaten.
En dan is een van de schoonste onder-
deelen der wet wel zeker het verleenen
van hulp en steun, waarom bepaald is, dat
de rechter tevens een of ander reclassee-
rings-lichaam of -beambte zal aanwijzen,
die den veroordeelde zal ter zijde staan.
Dat daarbij ook al is er in de Wet
zelve geen woord over gesproken aan
het vooronderzoek een groote plaats en
beteekenis moet worden toegekend,
spreekt van zelf.
Tenslotte is deze heele zaak nieuw, en
is er dan ook al vaak terecht opgemerkt,
dat reclasseering in hoofdzaak een erva- j
ringswetenschap is. Aan publiceering van
opgedane ervaringen moet dus bijzonder
veel gewicht worden gehecht.
Zoo komen wij tot een zelfde verlan-
gen, als Prof. Van Hamel in de Kamer
reeds tot den Minister had gericht, toen
deze den Minister van Justitie verzocht
om niet alleen de toepassinq en daarme-
de de werking der wet in bijzonderheden
na te gaan, maar ook jaarlijks een gere- j
geld beredeneerd verslag te doen samen- j
stellen en de belangrijke gegevens over
deze zaak niet te laten verdrinken in en-
kele kolommen van de crimineele stati-
stiek.
De voorwaardelijke veroordeelinq",
om haar nu maar kort te noemen bij dezen
naam, die allengs burgerrecht heeft ver
kregen, is een zeer belangrijk instituut, en
beteekent voorzeker een eerste, maar
groote schrede op een weg, die leiden kan
tot een nieuw soort bestrijding van het
kwaad, waarop nog jarenlang met moed
en met vertrouwen moge worden voort-
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
gegaan
--Hij, die de waarheid spreekt, moet een
voet in den stijgbeugel hebben?' Ik heb
dat op school geleerd.'
Jerry liet Cuds hand los en nam het
fleschje aan en ook zijn horloge, waarin
zijn moeders portret was geplakt en zijn
vest met het aanteekenlijstje van de wea-
denschappen in een der zakken.
Bud gat hem alles aan, keek op en glim-
lachte: „Houd maar goeden moed, Jerry.
Binnen een paar minuten zal je lachen".
i'oen Jerry nog nadenkend bleef kijken,
voegde Bud er bij: ,,ik stel het erg op
prijs, dat jij en de oude Pap mij bestaan.
ik weet nog wel niet wat het is, waar je
op doelt, maar dat er iets is, is al waar-
schuwing genoeg voor mij". Waarop
Jerry's oogen een weinig ophelderden.
De vier paarden kwamen donderend de
baan afrennen, waarbij zij in het voorbij-
gaan kiezelsteentjes hoog in de lucht wier-
pen. Een kieine, goedverzorgde vos won
het en er volgde het gewone geroep en
geschreeuw om zich verstaanbaar te ma
ken. Toen dat weer bedaard was, werd
de aandacht weer gevestigd op Skeeter en
Smoky, die wel wat minder kreupel leek.
Niemand, behalve Pap en Bud, hadden
wat op Smoky gezet, maar toch scheen
iedereen evenveel belang te stellen in den
wedren. Zij hoonden Bud, die er om lach-
te en het alles goed opnam en nog eens
vijf dollars verwedde en dat nog wel te
gen Pap, die hem al maar strak en naar
net Bud voorkwam, ook waarschuwend
bleef aankijken.
Maar Bud wilde dezen keer zijn eigen
zin eens volgen en hij ontweek Pap's blik.
De twee mannen reden over het omge-
woelde zand naar den beginpaal. Skeeter
scheef op zij dansend bij het vooruitzicht
van een ren, terwijl Smoky zich nu en dan
AANVANG EN EINDE VAN DEN
ZOMERTIJD.
Bij K. B. van 29 Jan. jl. is bepaald, dat de
zomertijd dit jaar zal aanvangen op vijftien
Mei a.s. en eindigen op zes October.
KLEINE HANDELDRIJVENDE MIDDEN-
STANDSPARTIJ.
In een Maandag te Rotterdam gehouden
vergadering is gesticht de kieine handeldrij-
vende middenstandspartij. Het doel is, aanslui-
ting van andere middenstands- en winkeliers-
vereenigingen te zoeken, om deel te nemen aan
de verkiezmgen. Het bestuur is samengesteld
als volgt: voorzitter: M. Bouterse; secretaris:
M. van der Linden en penningmeester: M. van
der Horst.
DR. BORMS TE AMSTERDAM.
Dinsdag is dr. Borms te Amsterdam ontvan-
gen door een comite. De zaal van Bellevue was
stampvol.
Prof. H. Burger begroette dr. Borms, waar
op daverend applaus en het zingen van de
Vlaamsche Leeuw volgde. Daarna sprak Rene
de Clercq, toen dr. Borms, telkens onderbroken
door luid applaus. Ten opzichte van N. Neder-
land sprak hij de meening uit dat de activisten
de voorposten zijn. Als die vallen komt N. Ne-
derland aan de beurt. Want het annexionisme
is niet dood.
trachtte te verzetten tegen Buds voortdu-
rend strak houden van de teugels.
„Hij loopt nu niet meer kreupel", zei
Bud onder het rijden, niet zonder een ge-
voel van leedvermaak.
Maar Jeft lachte alleen maar bescher-
mend en oaf geen antwoord.
David Truman gaf met een pistool-
schot het sein en de twee paarden schoten
als een pijl uit den boog weg. Smoky nam
met een halve paardlengte de leiding. Zijn
kreupelheid was vergeten en gedurende
den halven afstand bleef hij prachtig ge-
lijk met Skeeter. Toen zakte hij af tot
Skeeters middel, tot zijn flank en liep
eindelijk met zijn zwarten neus gelijk met
Skeeters staart. Zelfs zoo was het nog
een spannender wedren dan men ver-
wacht had en al de cow-boys schreeuw-
den totdat zij er paars van zagen.
Toen zij echter nog maar een paar
sprongwij aten van het staaldraad, dat
heel in de hoogte van paal tot paal ge-
spannen was, verwijderd waren, boog Bud
zich zoo naar voren, dat hij plat Iangs
Smoky's nek lag en slaakte toen een ech-
ten Idianenkreet. Smoky zette zich nog
meer aan en verlengde zijn sprongen,
kwam weer bij Skeeters middel, bij zijn
schoft, bij zijn ooren en in den laat-
sten sprong schoof zijn neus juist voor
dien van Skeeter.
Toen was er natuurlijk het gewone
lawaai, ieder trachtte nog harder te
schreeuwen dan de ander. Bud reed op
Pap toe, die een eind van de anderen,
op een kalm grijs paard zat, dat hij altijd
oereed en hield stil om hem toe te fluis-
eren: „ik heb hem ingehouden, Pap. maar
Je heb toch gewonnen, dus als ik ze er toe
ean krijgen om hem nog eens te laten
loopen, dan kan je opzetten zooveel als
DE KOUDE IN BELGIe.
Ook Dinsdag bleef de felle koude den hee-
len dag door aanhouden. Nagenoeg alle be-
vaarbare waterwegen liggen thans dicht en
behalve op de Schelde tusschen Gent en de
zee is de scheepvaart vrijwel overal gestremd.
Ook in de Antwerpsche havens ligt veel ijs.
Tusschen Namen en Dinant loopt men nu
overal over de Maas en wordt, op de rivier,
druk geschaatst.
In de Ardennen heeft de koude vele vossen
en everzwijnen uit de bosschen gejaagd. Dicht
bij Saint Hubert waagden zij zich tot in de
dorpen. Bij een klopjacht, door boschwach-
ters en boeren op touw gezet, werden niet
minder dan 30 everzwijnen opgejaagd en ge-
dood.
Volgens het ..Berliner Tageblatt" is de
strenge vorst in de omgeving van Berlfjn
oorzaak, dat de directies der begraafplaatsen
slechts onder de ineest bezwaarlijke omstan
digheden hun somberen plicht kunnen ver-
vullen.
Het delven van een graf met de spade ts
niet meer mogelijk, men is aangewezen op
grondboringen waarin kieine springstofladin-
gen tot ontploffing worden gebracht, om de
aardkorst, welke tot 65 c.M. diepte zoo hard
als graniet is, te vernielen.
Op de begraafplaatsen te Schoneberg en
Friedrichsfelde laat men den bevroren grond
met buskruit springen. In Friedrichsfelde
wordt nog een tweede methode toegepast,
waarbij men een soort reusachtige soldeer-
lamp gebruikt, welke onder twee atmos-
pheren druk den bevroren grond „open-
lascht". Om een enkel graf te delven, moet
men een uur lang op deze wijze den bodem
ontdooien. Daarna pas kan men de aarde
met zware houten wiggen zoodanig splijten,
dat houweel en spade verder kunnen arbeiden.
Ds. G. A. VAN DER HOOFT.
Gisteren vierde ds. G. A. van der Hooft, pre-
dikant bij de Ned. Herv. gemeente te Over-
sch.e, zijn zilveren ambtsjubileum. Ruim 7 jaar
heeft de jubilaris te Domburg gestaan; sedert
27 Augustus 1911 staat hij in zijn tegenwoor-
dige gemeente.
ONTEIGENING IN GROEDE.
Ingediend is een onteigeningsontwerp voor
den aanleg van een wegvak in de gemeente
Groede tusschen de provincialen weg Buiten-
lustGroede, en den provincialen. weg Groed*
Nieuwvliet, ter vervanging van een gedeelte
der bestaande traverse.
DE KWESTIE TE SCHOONDIJKE.
De em. Ned. Herv. predikant ds. J. N. Drost
sehrijft aan de N. R. Crt.:
Naar aanleiding van een stukje in uw dag-
blad van 8 dezer, (Avondblad A), betreffende
„een middel tegen den aanslag van den Raad
van Beheer" deel ik u beleefa mede:
1. dat de inzender van het stukje moest
weten, dat ik nooit „hulpprediker" te Schoon-
dijke zou kunnen worden, als hij met de kerke-
lijke wetten der Ned. Herv. kerk op de hoogte
was, omdat het classicaal bestuur (orthodox)
nooit dit hulppredikerschap zou goedkeuren,
noch de ring (orthodox 1); 2. dat het plan
wel bestond, dat ik als vrijzmnig predikant de
gemeente Schoondijke (vnjz.) een tijd zou hel-
pen, vooral omdat de consulent, de eenige
vrijzinnige predikant in den ring, vooiioopig
door ziekte zijn werk in de gemeente niet zou
kunnen verrichten en ik als gepen. O.-I. predi-
kant op dit oogenblik toch geen werk nog heb;
3. dat door mij wel degelijk alle mij ten dienste
j staande middelen zijn aangewend, dat wel aan
den aanslag van den raad van beheer zou vvor-
i den voldaan. En eindelijk dat ik mij wel heb
teruggetrokken om over te komen naar
i Schoondijke als tijdelijke hulp dat is heel wat
anders dan „hulpprediker"), omdat ik niet
wensch dat de kerkeraad van Schoondijke (die
een beter lot verdient) als een hond zal be-
handeld worden. Nietwaar, waar een hond ge-
I slagen moet worden zijn wel stokken te vinden.
HOOFDPLAAT.
Aan de Chr. school te Hoofdplaat is als
hoofd benoemd de heer J. Vmcke te Willero-
j stad.
je wilt. Maar nu ben je mij vijf dollars
schulidig," voegde hij er Jachend bij.
„Zoo, zoo! Christenzieien sputter-
de Fap, met tegenzin in zijn zak tastend
naar het geld. „Jett heeft zeit ook wat
ingehouden maar ik won, dat ik wist,-'
voegde hij er gemelijk bij: „wat ik eigeniijk
aan je had."
,,fiee, kom eens hier riep Jeff: „wat
sta je daar toch te leuteren met den ouden^
Pap?"
,,Pap heeft vijf dollars aan mij verlo-
ren", riep Bud terug, terwijl hij op een
sukkeldrafje naar de anderen terugreed;
..Maar hij is de eenige niet. Ik geloof,
dat ik een hoop geld verdiend heb van
juilie allemaal
,,)eff zou hem wel een mijl voor ge-
weest zijn, als hij de teugels gevierd had
schreeuwde een aanmatigende stem. ,,|eff,
jou oude vos, je weet bliksems goed dat
je Skeeter ingehouden hebt. Je schi;nt
het prettig te vinden om te verliezen, jij
oude schurk."
„Als juilie denken, dat het geen eerliik
spel is geweest,antwoordde Jeff, alsof
hij hierover beleedigd was, ,,laat r.an
iemand anders het paard rijden; tenminste
als dat jong hier niet afgeschrikt is door
juilie geklets. Hoe denk jij er over, Bud?
Geioot je, dat je eerlijk gewonnen hebt
Bud zamelde zijn geld in en ging niet
dadelijk op de uitdaging in. Toen hij het
deed, was het om ze voor te stellen om
nog eens te rijden. Hij wilde zich niet
gewonnen geven, zeide hij. Hij zou zijn
.aatste cent verwedden op Smoky. Hq
werd hoe langer hoe luidruchtiger en zelfs
wat heel overmoedig, en binnen een half
uur had hij opnieuw al het geld opqe-
zet, dat hij op de wereld bezat. Het aan
tal menschen, dat met hem wilde wedden,
verbaasde hem wel een weinig; ook het
teit, aat zeits de ..Little Lost -mannen
op bmoky beflonnen te wedden.
Honey riep hem bij zich waar zi\ zat en
gat hem een standje in bewoordingen, die
goed met haar naam overeenkwamen en
gat nem ten laatste tien dollars, die zij op
i zijn paard wilde zetten. 1 oen hij daarop
wilde wegrijden, wenkte Marianne hem
plotseling," boog zich naar voren, en
strekte naar gesioten hand naar hem uit.
„Van mij ook tien", zeide zij lachend:
„aileen maar om te laten zien, dat de
„Littie Lost menschen voor eikaar opko-
men en voor hun paarden. Zet dit
op Smoky, als het u biiett. i oen Bud
bijna buiten het gehoor was, riep zij hem
toe: „Zeg eens was het een vijf of een
tien doliarbiilet, dat ik gegeven heb
Bud keerde terug en vouwde het bank-
biljet open. Een heel stijt opgerold stukje
papier gieed in zijn hand.
het is al in orde ik heb dat van
I vijt hier in mijn zak," riep Mariane nu
weer en lachte overtuigend. ,,Kijd maar
door en begin maar gauw W e zitten
hier allemaal in spanning totdat dit num-
mer algeloopen is."
Bud keerde weer om, nieuwsgierig,
maar met vreugde in t hart. Om de een
j ot andere reden had Marianne tot dit mid-
del haar toevlucht genomen om hem iets
mede te deelen. VVat het kon zijn, kon
hij niet gissen; maar hij had een tlauwe,
dwaze hoop, dat zij vertrouwen in hem
stelde en vroeg om haar bij het een of
ander te helpen. Hij dacht wel niet, dat
het iets met den wedren te maken zou
hebben en wilde het daarom maar niet
openen, met al die menschen om zich
I heen.
(Wordt vervolgd.)