ALGEMEEN NIEUWS- EH ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. N.V. Stoomwasscherij TRIO No. 8334 Vrijdag 8 Februari 1929 69e Jaargang Eerste Blad. Voorwaardolijke VeroortJeeling. I A8J*M£*ENTSPR!JS: f XUILLXTOI. is toch goedkooper. BINNENLAND. BUITENLAND. VLISSSNGEN Cf>uap dti&itfb TER NEUZENSCHE COURANT Binnen Ter Neuzen f 1,40 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen fr. per post 1,80 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post jf 6,60 per jaar Voor Belgie en Amerika f 2,25, overige landen 2,60 per 3 maanden fr. per post Abonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetalinq. Dit blad verschijnt iederen Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond. I. Niemand mag beweren, dat de wetge- v.er, die den 12den Juni 1915 heeft vast- gesteid ,,nadere strafrechterlijke voorzie- ningen betreffende veroordeelingen, waarbij de straf, tenzij de rechter later anders beveelt, niet wordt ondergaan enz., over sen nacht ijs is gegaan. Sedert in 1890 door de juristenvereeniging dit vraagstuk aan de orde was gesteld, was het niet meer van de lucht. Aanvankelijk giag de strijd over het zooqenaamde Bel- gisch-Fransche stelsel, terwijl pas in latere jaren het Engelsch-Amerikaansche sy steem daarnaast werd gesteld. In de Tweede Kamer is herhaaldelijk betuigd, en niemand heeft dit tot heden toe tegen- gesproken, dat de Wet door de vrij lang- durige bewerking gewonnen heeft, en er een is geworden van beter gehalte dan de wetten* die in het buitenland deze zaak regelen. Natuurlijk is de arbeid der Reclassee ring op het tot stand komen van de wet op de voorwaardelijke veroordeeling van grooten invloed geweest. Een man als professor Van Hamel heeft gezegd, dat daarom deze instelling (der voorwaar delijke veroordeeling) voor hem altijd zooveel sympathieks had gehad, omdat zij zoo anti-dogmatisch, zoo anti-conven- tioneel, en zoo zuiver reeel was. Met dit instituut, zoo beweerde Van Hamel, was de realiteit in het strafrecht nu eens echt naur voren gebracht, en zoo kon dit alles onttrokken blijven aan theoretische be- schouwingen, althans aan een grooteren tbeoretischen opzet. En zelfs een man, die een dogmatisch tegenstander van deze wet moet worden genoemd, heeft ver- klaard, dat wanneer hij voor dit instituut we! iets gevoelde, dit dan in de aller- voornaamste plaats was, omdat hij van deze zaak heil verwachtte uit een reclas- seeringsoogpunt, en omdat hem zeer sym pathies was die in de laatste jaren hoe langer hoe meer optredende beweging, die zich de bestrijding der criminaliteit »en doel stelde, en die steeds systemati- •cher te werk ging. Zoo ook werd er van katholieke zijde verklaard, dat de eenige grond voor de voorwaardelijke veroordeeling, waarmede men daar bijna zander reserve kon meegaan, was de frond van mogelijke verbetering van den veroordeelde. Ook deze partij meende, dat het strenge standpunt der vergelding gerust gedeeltelijk mocht worden verlaten mits het maatschappelijk belang bij de verbetering van den beklaagde daartegen voldoende opwoog. Door beide Kamers onzer Staten Gene- Baal werd het ontwerp dan ook met over- weldigende meerderheid aangenomen, en aoodoende bleek, dat minister Regont dus geen ongelijk had gehad, toen hij in zijn osemorie van toelichting gewag maakte van een vrijwel algemeene rechtsovertui- ging in den lande van dezen inhoud: dat de invoering van het instituut der voor- waardelijk niet-ten-uitvoer-legging van •traf met de beginselen van het bestaande strafrecht op zich zelf niet in strijd was »e achten. Op niet onaardige wijze*heeft een spe- daliteit op dit gebied, Mr. G. T. J. de Jongh, rechter en tevens voorzitter der Afd. Amsterdam van het Genootschap tot Zedelijke Verbetering der gevangenen, de twee, reeds genoemde systemen: het Bel- gisch-Fransche en het Engelsch-Ameri kaansche stelsel, aldus naast en tegenover elkander geplaatst: het Belgisch-Fransche stelsel was een negatie en ook uit een ne- gatie geboren; het was slechts de ontken- ning van de heilzame werking der korte vrijheidstraffen; terwijl het ♦Engelsch- Amerikaansche systeem een erkenning was van de gunstige resultaten der re- classeering. Was het eerste stelsel gespro- ten uit ongeloof, het tweede mocht een gevolg heeten van geloof. En zoo door- redeneerend zou men dus het Nederland- sche stelsel kunnen noemen een spruit, geboren uit het huwelijk van het ongeloof in de eel en het geloof in reclasseering. Nu is er een moeilijk punt bij deze zaak der voorwaardelijke veroordeeling en dat is de verhouding tot de vergeldingsleer. Bij het mondeling debat in de Kamer, heeft de heer De Wijkerslooth de Weer- desteijn te kennen gegeven, dat de voor waardelijke veroordeeling zijns inziens volkomen pastte bij de klassieke leer der vergelding. Maar dan viel toch zeker niet te ontkennen, dat het zwaartepunt lang- zamerhand aanmerkelijk was verplaatst, omdat in deze nieuwe periode het groot- ste gewicht wordt gelegd op den persoon van den dader, terwijl dit vroeger berustte op de misdaad. En een heel zuivere toepassing vond dit laatste systeem zeker wel bij een rechtbank ergens aan de gren- zen, waar een rechtscollege een smokke- laar trachtte te corrigeeren door hem zoo veel weken gevangenisstraf op te leggen, als hij liters gedistilleerd van een bepaald gehalte over de grens had vervoerd. De nieuwe methode, waarbij de individu van den dader en diens karakter zeer sterk op den voorgrond treedt, terwijl het ge- pleegde misdrijf betrekkelijk weinig ge wicht in de schaal schijnt te leggen, is toch wel iets heel anders. En of men dan toch nog met vol recht van vergelding spreken kan, blijft een open vraag. Tenzij men er deze mouw aan zou willen passen: Men redeneert dan op de navolgende wijze: vergelding zal dan beteekenen, dat de straf aequivalent is aan de schuld. Nu komt het er dus maar op aan, wat men onder schuld belieft te verstaan. Zal men iemand, die uit een heel verkeerd millieu komt, er biizonder zwart op aankijken, als men zijn afkomst kent en weet? Is er niet een groot onderscheid in de zwaarte van de schuld? Rest nog de behandeling van de vraag, of voorwaardelijke veroordeeling een straf genoemd mag worden. Wat is straf? Straf is nooit geheel los te maken van de ze twee factoren: straf moet zijn een leed, dat opzettelijk als straf wordt toegebracht en straf moet zijn een daad van gerech- tigheid, zoodat er evenwicht moet bestaan tusschen het toegebrachte leed en de zwaarte van het misdrijf, waarvoor de straf wordt toegediend. Verder moet men niet gaan. Men moet INGEZONDEN MEDEDEEI.INGEN Regelniatige en franco afhaling en bezorglng. Nette bediening. door B, M. BOWER 29) Vervolg. Een man, dien zij Jeff noemden, pro- beer de de mannen in zijn nabijheid over »e halen om te wedden tegen een zeker paard, Skeeter genaamd, maar zij waren *aar zijn smaak wat al te voorzichtig. Hij lachte en toen hij Buds oogen op zich ge- wcht zag, kwam hij met een leegen tin- oen beker in de hand op hem af en tikte Bud vriendelijk op zijn schouder. ,,Wel, ik verwed er wat onder, dat deze zingersbaas hier, niet zoo bang zal zijn •m een kans te wagen, is het wel, jong? Wat zeg je nu wel van deze jantjes-secuur die Skeeter meer als tweede of derde heb- ben zien aankomen, dan dat zij hem heb ben zien winnen en toch nog te bang zijn om een kans te wagen door twee dub- beltjes op te zetten? Wat zeg je wel van ze? Zijn het geen troep flauwe kerels ,,Ik denk, dat zij er een hekel aan heb- ben om te verliezen", zei Bud lachend. ,,Dat is 't 'em geld is hun meer waard dan deze koninklijke sport, dan de wedrennen. Deze mannen, mijn jongen, bad den krampen van angst, totdat David zijn paard Boise niet meer mee liet rennen en nu, bij alle duivels, willen zij op mijn Skeeter wedden, die heel wat meer kee- ren verloren dan gewonnen heeft." „Omdat jij hem inhield, Jeff!" teemde een spottende stem: ,,en toen wedde jij- zelf niet mee.' Jeff keerde zich verongelijkt tot Bud. ,,Nu, is dat niet de praat van een flauwen kerel?" zeide hij klagend. „Hij heeft het recht niet om te zeggen, dat ik mijn eigen paard inhield. Is dat geen gemeene ma- nier om een liefhebber, zooals ik ben, zoo te bekladden?" Bud zette een hooge borst en legde zijn hand op Jeffs schouder. ,.Nu. om je te toonen, dat ik niet bang ben," riep hij roekeloos uit: „wed ik vijf en twintig dol lars, dat mijn paard Smoky, dat ik hier meegebracht heb, jouw Skeeter zal ver- slaan. Neem je het aan?" Jeff schrikte een weinig: ,,Wat is dat voor een paard, die Smoky van jou? Dat zou ik eerst wel eens willen weten. ■Bud knipoogde tegen de anderen, die groote pret hadden. „Ik houd ook van deze koninklijke sport" zeide hij. ,,Ik ben er zoo verzot op, dat ik je Skeeter niet hoef te zien voor Zondag. Te oordeelen naar de manier waarop deze jongens over hem spreken, vermoed ik, dat het een best ren- paard zal zijn. Mijn Smoky is ook een goed, best paardje, maar hij heeft de men- schen nog nooit zoo afgeschrikt, dat zij er kramp van in hun beurs kregen. Maar toch". voegde hij er met een glimlach bij: ,.wil ik het voor dezen keer probeeren. Ik wed met je om vijf-en-twintig dollars, dat mijn Smoky het van jouw Skeeter kan winnen." ,,Zeg eens. jong, ik moet je eerlijk be- kennen. dat ik er een hekel aan heb rm jou geld af te nemen. Heusch. dat ineen ik. Van pianospelen, daar heb je ver- de dingen niet verwarren, en dan bijvoor- beeld aanvoeren, dat ook de terechtzitting voor den veroordeelde geen pretje is, of dat de uitspraak hem onaangenaam in de ooren kiinkt, of dat het gedwongen toe- zicht hem niet welgevallig kan zijn. Dit kunnen wel alles onaangename dingen zijn, maar zij zijn niet als straf te beschou- wen. Het opzetteiijke is hierbij niet aan- wezig, dit alles is om het nu maar heel kort en duidelijk te zeggen: niet als straf bedoeld. En dus gelooven wij, dat, ook al heeft het dan misschien indertijd veel tot aan- neming dezer wet bijgedragen, dat velen de voorwaardelijke veroordeeling toch wel degelijk als straf beschouwen, hier in waarheid niet meer van straf gesproken mag worden, doch men beter zal doen om te spreken van een poging tot reclas seering. Wij zijn nu geheel en ten voile gewend aan dien naam .voorwaardelijke veroor deeling", maar ook al zal deze naam wel blijven bestaan dan heeft Minister Ort toch volkomen gelijk gehad met zijn op- j merking, dat deze naam niet geheel juist is. Bij de voorwaardelijke veroordeeling wordt een gewoon volledig vonms geveld, met ais aanhangsel, indien daarice ter- men aanwezig zijn, een bepaling, dat de s'craf niet zal worden geexecuteerd voor de rechter opnieuw heett gesproicen en de executie opzettelijk zal hebben bevolen. Voor deze herhaaide behandeling en uit spraak zal siechts aanieidmg bestaan, in- geval ae veroordeelde gedurende den vastgestelden proettijd opnieuw een stral- baar teit heett gepieegd, ot een opgelegde voorwaarde met door hem is nageKomen. lot tenuitvoerlegging benoett de rechter ecnter nog geen last te geven, de rechter blijtt vrij, en de beoordeeiing van deze zaak is hem volkomen overgeiaten. Wordt nu de strat met uitgevoeru, ook dit is een punt waarop men goed zal heoben te letten en dat de volste aan- dacht verdient, dan telt de veroordee ling voor eventueeie .recidive niet mee. Vvel wenschte de Minister, dat e'en von- nis met voorwaardelijke veroordeeling in het stratregister zou worden vermeld. Want aat stratregister is ingesteld om van het leven van den beklaagde een vol ledig beeld te geven, althans voor zoover hij met den stratrechter in aanraking kwam. En dus zou het beeld niet correct zijn, indien deze voorwaardelijke veroor deeling daarop niet voorkwam. Uit alles wat wij tot nu toe over de voorwaardelijke veroordeeling hebben verteld, blijkt genoegzaam, dat het eenig beginsel dezer wet de reclasseering is. Met een paar woorden en alierminst met behulp van een ot ander woordenboek kan niet worden uitgemaakt, wat eigen- lijk reclasseering is. Menschen weer te- rugbrengen in hun klasse, in hun vroegere omgeving. in hun vroegere maatschappe- lijk'e positie, bedoelt de reclasseering niet. Integendeel heett Mr. De Jongh volkomen gelijk, als hij zegt, dat er bij deze lieden met de meest krachtige middelen naar ge- streetd moet worden om ze uit hun oude positie weg te halen en ze te brengen tus schen fatsoenlijke menschen, waar zij misschien, althans den laatsten tijd, niet tusschen verkeerd hebben. Een Neder- landsch woord is er voor .reclasseering niet. Men heeft gesproken van „ophef- fen", maar 't zal wel beter zijn het oude, vreemde woord te blijven gebruiken. Re classeering is trouwens veel meer dan op heffen, maar juist omdat nu de misdaad standi van, ik ben verbaasd, wat je daar uit kunt halen en ik zou wel den heelcn nacht naar je kunnen luisteren. Maar a's het op renpaarden aankomt... „Ben je bang voor je geld?' vroeg Bud hem uitdagend. „Je noemde dezen hier, ,,een troep flauwe kerels ,JNou, ik heb je gewaarschuwd, jong. Als ik je je geld afneem, dan behoef je je niet te gaan beklagen en de rchuld op mi) te gooien. Misschien hebben de jongens hier nog niet zoo n ongelijk om zoo over mijn oaard te spreken. ..Goedi, ik ga de weddenschap aan en ik zal het niet op jou verhalen als ik ver- lies. Smoky is een best paardje Ver- beeldt je maar niet, dat ik jou mijn zuur- verdiend-geld zoo maar zal geven, je zult er nog wel wat stof voor moeten opgooien als je het wilt krijgen, oude heer. Ik heb nog vergeten te zeggen, dat de baan een kwart mijl moet zijn. Aangenomen, een kwart mijl", stemde Jeff spo'ttend toe, toen Bud zich omkeerde om weer naar de zaal terug te gaan, waar de dansmuziek weer begcfnnen was. iDe wedren-enthousiasten bleven nog buiten en Bud moest in zichzelf lachen, terwijl hij tweemaal met Honey de zaal ronddanste op de muziek van een ouder- wetsche wals. Hij had ze over hem aan het spreken gebracht en hun nieuwsqieriq- heid aangaande zijn paard qeprikkeld. Als zij Smoky zagen, zouden zij hem misschien een waaghals noemen. Hij had plan om Pap naar Skeeter te vragen. ofschoon Pap er van overtuigd scheen, dat Smoky het van elk ander paard in de vallei zou wi"nen. Maar aan den anderen kant. had hij in den korten tijd, dat hij op .Little Lost niet meer wordt beschouwd als een acuut vergrijp of booze daad, doch als een toe- stand en als gevolg van een losbandig en onordelijk bestaan, is reclasseering zoo'n moeilifke taak, die veel inspanning en haast een oneindig geduld vergt. Daarom mag, ja moet, de rechter, als de misdadi- ger (voorwaardelijk veroordeelde) op nieuw voor hem wordt geleid, ook zeer ernstig overwegen, of er nog eenige kans bestaat tot opheffing, zoodat bijvoorbeeld nog weer nieuwe voorwaarden kunnen worden gesteld, waarmee het nog eens kan worden beproefd. Brave menschen bedoelt ook deze wet niet te maken, maar toch wel schappelijke werklieden, fatsoen lijke kerels. Daarom is reclasseeren opheffen, op- voeden, omhoog brengen en trachten om- hoog te houden, desinfecteeren, enz. enz. Over het stelsel zelf iets in een volgend artikel. wel bij ons als op de Wester-Schelde op Bel- gisch gebied. Men zal zich nog wel herinneren, dat enkete jaren geleden de Wester-Schelde op Belgisch gebied tijdelijk zoo slecht was, dat de ze»- schepen aan den grond voeren, en enkele zelfs totaal verloren gingen. Nabij het Helle- gat kan men nu waamemen, dat ongeveer om de 5 jaar de zandbanken zich verplaatsen. waardoor enkele maanden het vaarwater tijdelijk wat smaller is en men wat voorzich- tiger moet varen. Dit is alles. Vergelijken wij nu eens de vaarwatere op 1 MGF.ZONDRN MRDEDREUNGP M HET HELLEGAT. Men schrijft aan de N. R. Crt. uit scheep- vaartkringen Eenige te Antwerpen verschijnende Fran- sche bladen schijnen het weder eens noodig te oordeelen sensationeele berichten te publi- ceeren over den vaarweg DordrechtAnt werpen, in het bijzonder over het Hellegat. Door deze berichten geven zij het Belgische publiek een voorstelling van zaken, die niet geheel juist is. Dit op zichzelf deert ons niet, maar de zaak wordt anders, als men hier- mede wil aantoonen, dat de vaarweg Dor drechtAntwerpen in slechten toestand ver- keert en een andere vaarweg dringend nood- zakelijk is. Men schrijft, dat het Hellegat met den dag moeilijker wordt, steeds maar verzandt en vele schepen aan den grond varen. Het is juist, dat den laatsten trjd eenige schepen in de nabijheid van het Hellegat aan den grond zijn gevaren. Als een schip aan den grond, vaart, kan dit komen door ver- schillende oorzaken: Men kan buiten het vaarwater aan den grond varen, doordat men den goeden koers niet volgt; of in het vaarwater, doordat er een tijdelijke droogte ontstaat, of door weers- omstandigheden en getij een abnormaal lage waterstand ontstaat. Eenige schepen zijn nu aan den grond gevaren buiten het vaarwater, tengevolge van de langdurige mistperiode, en andere, doordat men roekeloos heeft gevaren. Ook in het vaarwater is men aan den grond geraakt, maar dan bij een abnormaal getij. Als men bij abnormaal laag water in het vaarwater aan den grond vaart, is dit eigen schuld, omdat men, ziende dat het water ab normaal laag is, maar doorvaart zonder er rekening mede te houden, of het vaarwater ter plaatse voldoende diep is. Men kan toch niet spreken van een slecht vaarwater, als een vaarwater 180 M. breed en bij normaal laag water 2,40 M. diep is? Door de vele Oostelijke winden werden den laatsten tijd waterstanden geconstateerd van 0.80 M. tot 1.10 M. beneden gewoon laag water. Dat er ook roekeloos wordt gevaren, blijkt wel uit het feit, dat dezer dagen geconsta- teerd werd, dat 10 sleepen achter elkaar bin nen de roode tonnen doorvoeren, dus voeren buiten het afgetonde vaarwater. Het aan den grond varen moet dus niet geweten wor den aan den toestand van het vaarwater, maar in hoofdzaak aan het roekeloos varen. Het Hellegat is op het oogenblik wat smal ler dan gewoonlijk, hoewel het vaarwater, zooals ik reeds zei, nog 180 M. breed is. Dit tijdelijk smaller zijn van het vaarwater vindt zijn oorzaak in het zich verplaatsen van de zandbanken. Dit is een proces, dat zich in j Zeeuwsche Stroomen steeds ontwikkelt, zoo- was, gemerkt, dat men Pappie als kindsch beschouwde die alles omvattende be- schuldiging om de wiisheid van den ouder- dom te verkleinen. De jongens waren ge woon hem alles toe te geven, ofschoon zij 't nooit in ernst opnamen wat hij zeide, Honoy vertroetelde hem en noemde hem Pappie, terwijl Bud aan de koude be- leefdheid en de afkeerige blikken van Marianne kon merken, dat zij een afkeer van hem had. Hij had gezien hoe haar hand terugdeinsde, toen zij met zijn hand in aanraking kwam terwijl zij zijn koffie naast zijn bord neerzette. Maar Bud had anderen ook met lof over Boise hooren spreken en dat het hun speet, dat hij te snel was om zich met de anderen te meten. Pap mocht dan op sommige punten wat kindsch zijn, op het punt van paarden stelde Bud toch veel vertrouwen in zijn oordeel bovendien was Pap gierig en begeerig om geld te winnen. ,,Waar denk je over?" vroeg Honoy, toen de muziek stil hield: ..zeker over iets heel belangrijks, zoodat je maar altijd door zoudt willen blijven dansen:" „Ik dacht over de wedrennen", beken- de Bud. blij, dat hij haar de waarheid kon zeggen. ,,Zoo, Nu laten zij je niet beetnemen. Er zijn er die het hemd van hun lijf zou den verwedden bij een wedren! Neem je in acht voor ze. Bud!" ,.Ik wil net zooveel tegen houden. als zij willen wedden", verklaarde Bud bru- taal weg. „Ik heb gewed teqen een paard. dat ik noq nooit gezien heb. Wat zeg je daarvan?" ,,Dat is krankzinnin, Je zult verliezen en dat is je verdiende loon." den Rijn met het Hellegat. De waterstand aan de peilschaal geeft ongeveer 1 M. aan, d.w.z., dat tot Keulen met een diepgang van pl.m. 2.30 M. kan worden gevaren en boven Keulen met een diepgang van pl.m. 2 M. De vaarwaters zijn dan lang geen 180 M. breed. Waar Belgie hier toch alleen maar belang heeft bij een goede verbinding met den Rijn, zal men toch zeker geen ruimer vaarwater verlangen dan de Rijn zelf biedt. DE VAARGEULEN IN DE WESTER-SCHELDE. Het Antwerpsche blad ,,La M6tropole" had een onderhoud met den directeur der diensten van de Zeeschelde, ingenieur Tobie Claes, die o.m. mededeelde, dat de baggerwerken in de pas bij Valkenisse thans voltooid zijn, De heele vaargeul, tusschen de Kruisschans te Antwerpen en de Noordzee, is aldus 50 c.M. dieper gemaakt en ook in de passen van Sant- vliet en Bath bedraagt de diepte nu 8% M. bij laag water. Op de vraag of het mogelijk is de Schelde op een nog grootere diepte te brengen ant- woordde de heer Claes bevestigend. Een andere vraag was nog of de Schelde alsdan bevaarbaar zou worden voor schepen van grootere afmetingen nog dan de „Bel- genland", waarop het antwoord luidde; „Dit is een andere kwestie want er dient ook reke ning te worden gehouden met de lengte der schepen. Vaststaat evenwel, dat, van heden af aan, de grootste modeme schepen, die op negen na, te Antwerpen kunnen binnenloo- pen, met meer gemak nog dan vroeger do Schelde zullen bevaren. DE ENGELSCHE AARDEWERKFABRIKANTEN EN DE S AFE-GU ARDIN G-WET Het Tweede Kamerlid, de heer Kortenhorst heeft aan den Minister van Arbeid, Handel en Nijverheid gevraagd: I. Heeft de Minister kennis genomen van het feit, dat door de aardewerkfabrikanten in Engeland een verzoek tot de regeering is gericht om de safe-guarding-wet op dezen tak van nijverheid toe te passen? II. Is de Minister niet van oordeel, dat b{j inwilliging van dit verzoek de Nederlandsche export naar Engeland zoowel van huishoude- lijk als van sanitair aardewerk zwaar zal worden getroffen? III. Is de Minister bereid, tijdig maat- regelen te nemen om de Nederlandsche be- langen te kunnen behartigen? DE ZIEKTE VAN DEN ENGELSCHEFf KONING. Aan verschillende deskundigen heeft tuen inlichtingen gevraagd over de nieuwe behan deling met „lichtgevende" stralen die nu bjj den Koning toegepast zal worden. Zij ging weg om met een ander te dan- sen en Bud keerde zich lachend om, om onder de andere vrouwen een eenigszins geschikte partner te zoeken want hij was wat voorzichtig in zijn keuze als het vreemde meisjes betrof. Een vreemdeling kon licht in moeilijkheid geraken, als hij met een meisje danste, dat toevallig een jaloerschen minnaar had, en Bud wilde liever geen twist uitlokken. AI9 hij al vooht, dan was het liever om wat anders. Bovendien verlangde hij ook niet om Ho ney tegen zich te hebben. Maar de dans, dien hij met een niet zeer jonge. niet zeer elegante vrouw wou gaan doen, zou niet plaats vinden. Voor de tweede maal wenkte Jerry hem en trok hem mee naar buiten voor een geheim onderhoud. Jerry was niet op zijn gemak en scheen hem niet slechts verwijten te willen doen, maar hem zelfs te willen ver- oordeelen. Ten eerste wilde hij weten waarom Bud zoo'n drie dubbele gek was geweest om met Jeff Hall te wedden. Al de mannen hadden het er over. „Zij vroegen mij wat voor een paard of je hadt en ik zou niet willen. dat Jeff en zijn aanfiangers ie de een of andere poets baktenzeide hij klagend. ..Bud, ik moet je eerlijk beken- nen, dat ik je heel graag mag lijden. Je lijkt mij een beetje onschuldig, in sommige dingen en in andere weer niet. Ik wou dat je mij een ding zeide. zoodat ik ten- minste rustig kan slapen. Heb je het een of ander plan van je eigen? Of, bij alle duivels, wat bezielt je?" (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1929 | | pagina 1