ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. Maandag 21 Januari 1929 69' Jaargaug1 No 832-1 A3 04 lEiENTSPRIJS: RAADSVERGADERIMG. BINNENLAND. FBUILLCTOV. BUITEN LAN D. door B. M. BOWER Birnen Ter Neuzen f 1 40 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen fr. per post f 1,80 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post f 6,60 per jaar Voor Belgie en Amerik.a f 2,25, overiqe landen /2,60 per 3 maanden fr. per post Abonnementen voor het buitenland alleen bii vooruitbetalinp. Dit blad verschijnt iederen Maandag-, Woensdap- en Vrijdapavond. De Burgemeester van TER NEUZEN maakt bekend, dat eene Openbare Vergadering van den Gemeenteraad is belegd op Donderdag 24 Januari 1929, des namiddags 2 uur. Ter Neuzen, den 21 Januari 1929. De Burgemeester voomoemd, J. HUIZINGA. DE HERDENKING VAN DE tJNIE VAN UTRECHT. De Koninklijke familie, waarbij ook de Ko- ningin-Moeder, zal a.s. Woensdagmorgen om 10.53 aan het centraal station te Utrecht aan- komen. Van het station zal zij zich per auto begeven naar het Domplein. Aan den hoofdingang van het Universiteits- gefcouw zal het college van curatoren ter ont- vangst aanwezig zijn. De hooge gasten zul- len zich dan begeven naar de kapittelzaal in dat gebouw, waar Prof. Dr. C. W. Kem- kamp en Dr. J. Th. de Visser redevoeringen aullen houden, met onderscheidelijk als onder- werp: „De wording en De beteekenis van de Unie van Utrecht." Zang van een dubbel kwartet uit Coors' liederkoor (koor van de Koninklijke Vereeniging „Het Nederlandsche lied"). Het dubbel kwartet zal onder leiding staan van den heer J. H. P. Wimubst en het Wil- helmus en twee liederen van Valerius ten ge- hoore brengen. De redevoeringen en de zang zullen per radio worden uitgezonden. Na afloop, onge- veer twaalf uur des middags, zullen de genoo- digden door de Kloostergang naar het Dom plein gaan. De Koninklijke Familie zal hier een oogen- blik vertoeven in de senaatszaal en zich ver- volgens door den hoofdingang van het Univer siteitsgebouw in de nabijheid er van zal een eerewacht van de Utrechtsche Studentenweer- baarheid opgesteld zijn naar het plein be geven waar, aan den voet van het standbeeld van graaf Jan van Nassau, kransen zullen worden gelegd. Op dat oogenblik zal de klok- kenist van den toren het Wilhelmus spelen. Onmiddellijk daama zal, evenals 350 jaar geleden geschied is, na het teekenen van de Unie van Utrecht, gedurende eenige minuten de groote Domklokken luiden, wat tevens be- doeld is als inleiding van de des namiddags plaats vindende plechtigheden in de Michaels- kapel. in verband met het herstel van den toren. Inmiddels zal de Koninklijke Familie zich naar het Universiteitsgebouw begeven en plaats nemen achter een venster van de bo- venverdieping ten einde het daarop volgende voorlbijtrekken van een groot aantal vereeni- gingen met vaandels en muziekkorpsen gade te kunnen slaan. Na afloop van dit d6fil6 zal de Koningin vergezeld van den Prins en de Prinses zich door den Trans naar Paushuize begeven, ter- wijl de Koningin-Moeder door de Servetstraat, Zadelstraat, Moreelsche park, Moreelsche laan naar het station zal rijden en om half twee naar Den Haag zal vertrekken. Om ongeveer 2.30 zullen de Koningin, de Prins en de Prinses naar den Domtoren rijden. Na een kort oponthoud in het gebouw van ontvangst zal men zich langs de Bisschops- trap naar de Heilige Michaelskapel begeven, waar drie heeren van het U. S. O. (de heeren Oellers, van Leeuwen en Kwant) bij haar bin- nentreden eenige gedeelten uit een trio voor viool, alt en fluit van L. van Beethoven ten gehoore zullen brengen. 21 Vervolp. ,,Meen je den Dond'er-pas? Die loopt daar overheen en kcrnt uit in het Black Rim land. Ja, daar zijn uitgestrekte prasvelden, maar wij laten onze beesten naar niet weiden. De Burroback Vallei is penoeq voor ons vee." Bud rolde een siparet. ,,Ik bedoel dat hoofdspoor niet; dat is een wapenspoor en de Donder-pas loopt tusschen de Shee- peater piek en deze hier voor ons Gos pel heet hij, meen ik. Wat ik bedoelde is dat blinde spoor daar. dat beqint bij die berpkloof achter de omheininpen en dat daar dwars door de berpen snijdt aan den anderen kant van den Gospel." Dirk staarde hem aan. ,,Ik moet je rondtiit zepqen, dat ik zoo krek niet weet, wat voor spoor je toch bedoelt", zeide hij ontwijkend. ,,1-edere berpkloof heeft een spoor, dat erpens naar toe loopt en het wemelt van kloven in de berpen; zij voe- ren alien naar water of naar prasland of iets derpelijks en dan loopen zij pewoon- lijk dood; ze hebben dan uitgediend"; en voepde hij er spottend bij: ,,een kerel, die in de berpen qewoond heeft moest toch weten, waar de sporen voor dienden en hoe zij ontstaan waren. Jonpe stieren zijn nieuwsqieriq net als menschen." Hier paf Bud geen antwoord op. Hij bleef rooken en tuurde naar d; bepro?' ~e lapere hellinpen van de bergketen voor hem. Hij had heel duidelijk beduid welk spoor hij bedoelde. Als de Koninklijke Familie heeft. plaats ge- nomen zal de burgemeester een korte rede uit- spreken betreffende het herstel van den toren. Hiema volgt de uitvoering van een menuet door genoemd trio. Na afloop van deze plechtigheid zullen om ongeveer half vier de Koningin, de Prinses en de Prins van het Domplein naar Centraal sta tion rijden. Des avonds zal de Domtoren zoowel inwen- dig als uitwendig schitterend verlicht zijn. Gedurende ongeveer een uur, zal een caril- lonconcert worden gegeven door Dr. »A. H. Wagenaar. Deze zal zijn programma aanvangen met werken van Valerius om daama over te gaan tot werken van Utrechtsche kunstenaars van vroeger en later tijd. Na de plechtigheid in de kapittelzaal in het universiteitsgebouw zal de Koningin zich naar buiten, op het Domplein begeven. H. M. zal dan een krans aan den voet van het standbeeld van graaf Jan van Nassau neerleggen. Dr. H. Th. 's Jacob, commissaris der Ko- nin, zal daarbij namens het provinciaal be- stuur van Utrecht een krans voegen. Dr. J. P. Fockema Andreae, burgemeester zal uit naam van het gemeentebestuur van Utrecht, eveneens een krans bij het standbeeld leggen. Namens het Herdenkingscomitd (Prov. Utrechtsch Genootschap van kunsten en wetenschappen, Historisch Genootschap en de afdeeling Utrecht van het Algemeen Neder- landsch Verbond) zullen de heeren Prof. Dr. G. W. Kemkamp en F. H. Kroon door neer- legging van een krans de nagedachtenls van den stichter der Unie en den eersten onder- teekenaar van het Unie-verdrag huldigen. NEDERLAND EN BELGIe. De correspondent van d'e „N. It. Crt." te Brussel schrijft: Verschillende Belgische bladen deelen eenige bijzonderheden mee betreffende de Belgische tech wise he antwoord-nota welke een paar da- gen geleden aan de Nederlandsche regeering is overhand!gd. A1 deze bijzonderheden: geen besliste vasthouding aan het eerste Moerdijk- kanaaltrace, eventueele aanvaarding door Bel- g'e van 'n meer ten westen gelegen verbinding Antwerpen—Rijn enz. komen overeen met wat ik reed's ongeveer een maand geleden heb ge- seind. Aan de redactie van het antwoord, dat zooals bekend is, al verscheidene weken klaar was, blijkt de Belgische regeering dan ook na- derhand nagenoeg niets te hebben gewijzigd. De antwoord-nota maakt ook gewag van den toestand op de Schelde voor wat betreft het onderhoud van d'e vaargeulen, het loodswezen, enz., alsmede van de verbinding te water tus schen Luik en Rotterdam. Ook de Brusselsche correspondent van de Antwerpsche Metropole maakt geiwag van het strenge stilzwijgen, dat men in Brusselsche officieele kringen in acht neemt met betrek- king tot de nota die de Belgische gezant te 's Gravenhage aan den Nederlandschen minis ter van Buitenlandische Zaken heeft overhan- digd. Hij voegt er echter aan toe. „Niettemin geloof ik te kunnen verzekeren, dat de Belgische nota, die in de meest verzoe- nende termen vervat is, de technische en eco- nomische redenen uiteenzet, welke de Belgische regeering ervan weerhouden in te stemmen met de Nederlandsche oplossing betreffende de verbinding van Antwerpen met d'en Rijn door het kanaal naar het Hellegat. De Belgische regeering besehouwt overigens de aanvaarding van het trace naar den Moer- dijk niet als een conditio sine qua nan voor haar instemminig en geeft te verstaan, dat zij erventueel geneigd zou zijn zich te vereenigen met een eenigszins meer Westelijk van die lijn gelegen beloop. I I l II«I«»IIII I'lli ill II mrr ~l" - Misschien had Dirk hem niet qoed ver- staan. Hij zou anders zeker dadelijk het spoor herkend hebben, dat Bud bedoel de, want er liep qeen andere berpkloof achter de kralen en deze was zelfs niet i eens zichtbaar voor iemand, die recht naar de steile hellinq keek. En vee was er pe- paan lanps dat spoor, het kon niet lanper dan een maand peleden zijn; en Buds qe volptrekkinp, dat de Hoefijzer-hoeve ook i nop prasland had aan de andere zijde van de berpen was dus heel natuurlijk; de eeniqe verklarinp van het bcstaan van dat spoor. ..Hoe ben je er eipenlijk toe pekomen om hier den wep te paan verkennen rond I den Gospel?" vroep Dirk eindelijk nieuws qieriq. ,,Men zou zoo zepqen, dat wij op i de ,,Hoefijzer"-hoeve dit voorjaar toch al handen te kort komen en d'at je al qe-, noep te doen zoudt hebben, zonder nop hier doelloos rond te zwalken." j Nu was Bud volstrekt niet achterdoch- tig van aard en hij had heel onbevangen gevraagd naar dat spoor; maar hij was ook niet gek; hij hoorde heel qoed den ndruk, dien Dirk op het woord doelloos legde en hij dacht eens na en kreeg een anderen kijk op het geheele gesprek met Dirk. Er was iets vreemds in, iets dat Bud van zijn gewonen stelregel afbracht, om te denken, dat de dingen nu eenmaal waren zooals zij leken. Dadelijk daarop echter lachte hij om zichzelf, zoowel als om Dirk. „Wij zijn op dieet qehouden met zuur brood en opgewarmde koffie sinds de kok verdwenen is en Bart Hen in de keuken gezet heeft", zeide hij. ,,Als ik jou was, Dirk, zou ik mij niet van streek maken door dat goedje in mijn maag te stoppen, Je hebt last van je gal, kerel. Niemnnd ter wereld zou zoo spreken, zooals jij van- daap gesproken hebt, als zijn spijsverte- ringsorganen niet in de war waren." De nota, die zich inlaat met een geheel com plex van vraagstukken betreffende de verbe- tering van het Schelderegime, houdt zich ook bezig met de organisatie van het loodswezen." De rede van een berouwhebbend annexionist. De correspondent van de N. R. Crt. te Brussel schrijft: In het auditorium van de Fondation Uni- versitaire heeft de secretaris van de annexio- nistische Ligue Maritime Beige, Hervy-Cousin een rede gehouden over het onderwerp: De huidige stand van het Schelde-vraagstuk. Na te hebben betoogd dat bet Schelde-vraag stuk eerst en vooral een Belgisch probleem is, ging de heer Hervy-Cousin bekennen, dat bij, en anderen, tot dusver dit vraagstuk verkeerd hebben gesteld. Hij toch die, samen met mr. Rotsaert en mr. Henebicq, v66r een paar jaren, in de Magdalenazaal alhier, en vervolgens ook te Luik, te Mons en elders in bet Walenland de openbare opinie tegen Nederland en de Nederlanders „die de Schelde gesloten houden". trachtte op te zetten, blijkt nu plots tot de overtuiging te zijn gekomen, dat de Schelde wel degelijk vrij is. „Men spreekt, aldus Hervy-Cousin in zijn jongste metamorfose, van de vrijheid der Schelde. Maar dit staat. gelijk met het openstompen van een open deur. De Schelde is vrij sedert 1839 en het is dus alleen van de administrate en het be- heer (,,la gestion") dat men dient te spreken. Het verdrag van 1839 bepaalt dat Nederland en Belgie meester zijn in eigen huis maar beide landen gingen daarbij de verbintenis aan de Schelde te onderhouden en te verbeteren, zoo- danig dat zij steeds beantwoorden kan aan de vereischten gesteld door de scheepvaart. Het is Belgie dat thans, volgens den Hervy- Cousin van heden, voor het onderhoud der Schelde zorgt maar nu, zegt bij, kan wel dege lijk de vraag worden gesteld of de maatrege- len, door dit land getroffen en uitgevoerd, niet nutteloos zullen worden. De Schelde is feite- lijk een zeearm die, bij hooge tij, misschien wel een verkeerd beeld te zien geeft van wat hij werkelijk is; deze werkelijkheid constateert men dan bij lage tij, van Vlissingen tot Bath, waar de vaargeul voor groote schepen, niet breeder is dan 200 meter. Tusschen Bath en Antwerpen is deze breedte trouwens nog ge- ringer. Nu is het een feit dat, door het spel van ebbe en vloed, de Schelde, gedeeltelijk al- thans, zich zelf uitbaggert, doch dit natuur lijk voordeel kan door indijkingen en andere waterwerken te niet worden gedaan. Wat ziet Nederland in de Zeeschelde? Een groote watermassa welke, voor dit land, van weinig nut is en een deel van zijn grondgebied van de rest van het rijk afsnijdt. Steeds heeft het Nederlandsche volk getracht op de zee te herwinnen wat de zee op zijn land veroverde. De Zuiderzee wordt weldra in een polder her- schapen en dit stemt, met het oog op de Schelde, tot nadenken. Reeds zijn twee belang- rijke Scheldearmen zoo goed als verdwenen: het Zwin is een lijk: Braekman is stervend. Binnen 10 jaar spreekt men er niet meer van. Hoe nu Antwerpen gered? vraagt Hervy- Cousin zich af, want hij meent te mogen ver- onderstellen, dat de Zeeschelde ook eens ver- zanden zal indien niet krachtig wordt inge- grepen. De intemationalisatie van de rivier zou slechts een middelmatige oplossing geven en spreker, die vroeger met de intemationa lisatie schermde als met een musschenver- schrikker, vindt het nu ineens bespottelijk, dat de Ver. Staten of Japan b.v. zich met het beheer van de Schelde zouden mogen inlaten. Ook het kanaal AntwerpenNoordzee, over Belgisch grondgebied, zou de gewenschte op lossing niet brengen. Technisch is het wel te verwezenlijken maar de practische exploitatie zou groote moeilijkheden opleveren. Het beste ware dan nog, aldus zijn besluit, in Belgie het nationale gevoel op te wekken en de bevolking aan te sporen zich eensgezind achter de regeering te scharen teneinde haar gezag en haar invloed, bij de behandeling van dit levensvraagstuk voor het heele koninkrijk te staven en te versterken en het haar aldus mogelijk te maken, een toch nog bevredigend resultaat te bereiken. VRAGEN VAN DEN HEER KRIJGER OVER DE AANNEMERSSTAKING. Het Kamerlid de heer Krijger heeft den Mi nister van Waterstaat de vraag gesteld of het juist is, dat een klein aantal uitgezon- derd, de Nederlandsche aannemers zich na 1 Januari j.l. hebben onthouden van inschrijving naar de uitvoering van Rijkswerken, ingevolge een voor hen onbevredigende regeling betref fende arbitrage in geschillen. Is de Minister bereid mede te deelen welke gevoigen deze houding reeds heeft gehad op de aanbesteding van Rijkswerken? Acht de Minister het niet hoogst waarschijn- lijk, dat, indien niet zeer spoedig voor de ge- rezen moeilijkheden een oplossing wordt ge- vonden, de uitvoering van Rijkswerken voor een groot deel, zoo niet stopgezet, in elk geval zeer vertraagd zal worden en dat dientenge- volge de Staat groot finantieel nadeel zal Indien Is de Minister bereid de door de directie van de Nederlandsche Spoorwegen vastgestelde arbitragebepalingen althans voorloopig voor de Rijkswerken geklend te verklaren? Indien de vorige vraag in ontkennenden zin mocht worden beantwoord, zou de Minister dan bereid zijn, de tot zijn departement behoorende Rijkswerken aan te besteden, zoowel met toe- passing van de geldende als met toepassing van de in de vorige vraag bedoelde arbitrage bepalingen Is de Minister bereid om zijn houding in deze aangelegenheid te bepalen, onafhankelijk van de houding van derden, en, zoo neen, om welke redenen niet? DE GEREFORMEERDE KERKEN. De statistieken over 1928, thans in de ker- kelijke pers der Geref. Kerken gepubliceerd, wijzen uit, dat deze kerken uiterlijk een pe- riode van groei en bloei doormaken. Er wa ren op 1 Januari 1929 754 gemeenten met 644 predikanten; het ledental was ongeveer 570 duizend. Gemeenten werden gelnstitueerd te Wolfhese, te Siegerwoude, te Marienberg, te Aardenburg en te Ameid'e (alsmede te Pani- nan op Java) en institueering is in overweging te Oosterwolde, te IJselmuiden-Grafhorst, te Dinxperloo, te Emmer-Erfscheidenveen, te Roozendaal (N.-Br.), te Oldenzaal en te Borne. Dit wijst op sterke uitbreiding, aldus wordt aan het Hibld. geschreven. Voorts vermeerde het aantal predikanten sterk, steeg n.l. in 1928 van 599 op 644. Er zijn niet minder dan 400 theologische studen- ten. Het aantal predikantsvacaturen is 177, in 80 daarvan werden de beroepen uitgebracht. Het zal nog jaren duren voor dit tekort geheel is voorzien. Jaarlijks imimers vallen er onge veer 20 predikanten door emiritaat en over- lijden weg, terwijl verder vele Kerken nieuwe predikantsplaatsen stichten en het instituut van hulppredikers zich sterk begint uit te brei- den. De oude kerkgeibouwen, na 1834 en 1886 uit minder ruime middelen geibouwd en veelzins onsierlijk en ondoelmatig, worden in deze jaren schier over het gansche land door mooie en sieriijke doelmatige kerkgebouwen vervangen. Bijna elke week komen aanbestedingen voor. Op het gebied van modernen kerkbouw valt in de Geref. kerken waarlijk veel te bewonderen. Overal komt he,t ook met de pastorieen in orde, alsook met de orgels enz. Ook wat de tracte- menten betreft staan de Geref. Kerken in Ne derland aan de spits. Er is dus voor deze kerken ongewijfeld van Dirk spooq nijdig naar een doode struik. ..Niemand ter wereld zou zoo pesprokc' hebben, als jij gesproken hebt, als hij geen geboren gek was of standjes wou zoeker antwoordde hij giftiq. ,,Een dokter heeft al voorspeld, dat ik zoo zijn zou als ik bleef leven". zeide Bud vriendelijk lachend. alhoewel zijn wanpen zich kleurden bij den toon, dien Dirk aan- sloep. ,,Hij heeft ook qezeqd, dat het mij bij mijn werk niet zou hinderen." ,.Zoo, en bij wat voor soort van werk?' Dirk kwam zoo dicht bij hem, dat zijn paard onaaliqenaam dicht teqen Buds been aanschuurde. ,,Ik heb je overal be- spied' om te zien van wat voor merk je bent; en nu heb ik je in de paten, jou ver- vloekte rondsnuffelende prairiehond. Bart heeft je pehuurd om te werken en niet om rond te sluipen en te loeren naar sporen. -die er niet zijn .,Maar van merken weet je niets af. hoor! Jou Men moet niet veroeten dat Bud, de thans tot een jonpmensch opqeqroeide Buddy was en dat het hem nooit aan lust outbroken had om uit zijn eiqen ooqen te kijken. Verpeet ook niet, dat hij in den loop van die een en twintip jaren er een soort woordenboek op na was paan hou den, waarin alles oppeschreven stond, wat hij zijn aandacht waardip keurde. Dirk greep naar zijn revolver, maar Bud had dat voorzien. Dirk was niet vlug genoeg en zijn hand kwam met een ruk weer naar voren, toen hij Buds revol ver op zich gericht zag. Bud helde over, trok Dirks revolver uit zijn holster en wierp haar met een zwaai midden in het struikgewas. Hij trok een gevaarlijk uit- ziend mes uit Dirks laars, waar hij het Dirk eens in de scheede had zien weg- stoppen, toen zij zich beiden in de slaap- zaal aan het kleeden waren en zond het de revolver achterna. bloe'en groei te spreken. Zeer zeker zullein bij dozen uitwend'gen bloei d'e schaduwzijden niet ontbreken; wie de kerkelijke pers volgt, venbaast zich sorns over den inhoud en bernezkt dat in een snelgroaiend lichaam ook onerven- wichtigheden zich openbaren. Doch ook dit is geen wond? volmaakt is op deze wereld niets; en al wat leeft, kent bij rust ook on rust; leven is strijd, ook naar binnen. ,,Nu, walrus met je lange snorren, nu kun je een eerlijk spel spelen. Wat ben je van plan te doen Hij reed een eindje weg, uit Dirks bereik, nam zijn zakdoek en bond hem stevig om zijn eigen revol ver om te maken, dat er geen zand in kwam en liet het denzelfden weg volgen als Dirks pistool en mes. „Ben ik een vervloekte, rondsnuffelende prairiehond?' vroeg hij, Dirk opnemend. ,,Dat ben je; en nog meer dan dat, je bent een vervloekte spion En ik zal je afranselen en je vastbinden en je als een schaap meenemen naar Bart Zij stegen af, lieten de paarden staan met hangende teugels, trokken hun jassen uit en vochten totdat ze allebei te moe waren om elkaar nog een slag toe te die- nen. Er gebeurden geen ongelukken. Bud kwam niet ongedeerd uit den strijd en had geen reden trotsch te zijn op zijn kracht en zijn behendigheid, noch op zijn onweerlegbaar goed recht. Integendeel, hij had drie gekneusde knokkels en een oor, dat hoe langer hoe meer opzwol. Toen zijn woede een weinig bedaard was, kwam hij zichzelf eigenlijk al heel dwaas voor en vroeg zich af wat hen eigenlijk bezield had. Zij waren heel welgemoed van de hoeve weggereden en hij koester- de in 't geheel geen haat tegen Dirk Tracy, die eigenlijk een cow-boy was, van t zelfde soort als hij zijn leven lang gekend had en waar hij verder nooit over had nagedacht. Dirk van zijn kant, had wat moeite om het bloeden van zijn neus te stelpen en tegen dat hij bij de hoeve aankwam was zijn linkeroog geheel dicht. Hij was groo- ter en zwaarder dan Bud en hij had niet verwacht dat er zooveel kracht zat in Buds slagen. Hij voelde zich niets lekker en toen Bud de twee revolvers en het mes weer opzocht en hem zijn wapens teruggaf, De Dr. BORMS IN VRIJHEID. invrijheidstellmg van dr. Borms gaf, volgens de corr. van de N. R. Crt., te Leuven geen aanleiding tot incidenten. Het was half vijf in den ochtend, toen d'e directeur van de gevangenis den Vlaamschen politieken veroor- deelde kwam wekken en hem mededeeld'e, dat hij de gevangenis kon verlaten. Borms, die geenszins verwonderd bleek, kleedde zich kalm aan en begaf zich vervolgens naar het kan- toor van den gevangenisdirecteur, waar de ge- wone formaliteiten in het bijzijn van den pro- cureur-generaal, Henry, werd'en vervuld en de directeur, Bertrand, hem d'en raad gaf, niet lang in Belgie te blijven en in het belang van zijn eigen veiligheid gauw naar het buitenland te vertrekken. De noodige faciliteiten zouden hem daaroe worden verleend. Borms ant woordde echter: Vluchten doe ik niet. Ik ga eerst mijn vrouw en kinderen opzoeken en zal daama overwegen, wat mij te doen staat. Borms was van plan, alvorens Leuven te ver laten, de Vlaamsohe studenten te bed'anken voor de vel blijken van sympathie hem tijdens zijn tienjarige gevangenschap betoond, maar er werd hem niet toegestaan aan dit plan ge- volg te geven. Wel mocht hij een kort bezoek brengen aan zijn zoon Wilfried, die te Leuven studeert. Twee auto's stonden voor de gevan- genispoort in de sneeuw, toen Borms naar bui ten kwam. De Waalsche gevangeniisdirecteur zeide in het Fransch tot Borms: „Que Dieu vous garde", waarop de Vlaamsche voorman in het Nederlandsch antwoordde: „En u insge- lijks". Een der auto's bracht Borms naar het verblijf van zijn zoon, die door zijn vader werd gwekt. Dit terugzien gaf aanleiding tot een roe- rend tooneel. Na een half uur vertrokken zij samen per auto naar Anwerpen. Te Mechelen stuurde dr. Borms een telegram aan zijn gezin, dat te Schaarbeek woont, met de woorden: Vrij, leve Vlaanderen. Gevolgd door een auto van de recherche reed hij vervolgens alleen verdar naar Antwerpen, waar hij zijn intrek nam bij zijn zwager in de voorstad Merxem. Tegen den middag arriveerden mevrouw Borms en drie hunner zes kinderen. Ontelbaar waren de bloemstukken, expressebrieven en telegram- men, welke dr. Borms en zijn gezin in den loop van den dag mochten ontvangen. Uit alle hoeken van Vlaanderen en later ook uit Neder land. Vele vrienden kwamen hem persoonlijk geluk wenschen. Trots het gure weder verdro'ng zich spoedig een vrij groote menigte voor het huis, welke Borms, met vrouw en kinderen toe- juichte. Ln de gemeente zelf werden enkele Vlaamsche leeuwenvlaggen uitgehangen. Tot joumalisten, die hem kwamen opzoeken zede Borms wel degelijk van plan te zijn den strijd voor het Vlaamsche recht en de zelf- standigheid voort te zetten, tot d'e zegepraal toe, maar toch in verband met zijn gezond- heidstoestand eerst wat rust te willen nemen, alvorens zijn propagandawerk te hervatten. „De Schelde" bevat de volgende boorVeh..)i die dr. Borms Donderdag van zijn verblijf c Merxem uit tot de „Vlaamsche broedei - en zusters" heeft gericht: „De Belgische verdrukkers hebben eindelijk de gevangenispoort moeten openen, waar gij jarenlang op gebeukt hebt en die de 83 dui zend Antwerpsche kiezcrs ten laatste zoo duch- tig rameiden. was Dirk half geneigd om te schieten Hij deed het echter niet misschien om- dat Bud zijn eigen revolver weer losge- wikkeld had en hem nakeek met den loop in de richting van Dirk. Laat in den middag, terwijl de jongens wat rondboemelden voor het huis, wach- tend op hun vroeg avondeten, pakte Bud zijn hebben en houden op Sunfish en vertrok van het „Hoefijzer" op spe- ciaal verzoek, moest hij tot zijn spijt be kennen met zijn loon in goud en zilver in den zak en met geen flauw begrip van wat hij nu zou gaan doen. Hij had wel graag eens precies willen weten, waarom Bart hem zijn ontslag had gegeven. Hij geloofde niet, dat het was omdat hij gevochten had, zooals Bart be- weerde. Hij dacht, dat Dirk Tracy mis schien een stil aandeel in de Hoefijzer- hoeve" had en dat hij Bart nu misschien iets voorgelogen had om zich op Bud te wreken, omdat hij er zoo van langs ge- kregen had. Maar deze uitlegging vol- deed het toch niet. Gedurende de maand, die hij op de Hoefijzer-hoeve" had doorgebracht, had hij een vrij goed overzicht gekregen van de uitgestrektheid van de Burroback Val ley, maar hij had met niemand kennis ge- maakt en hij wist op 't oogenblik niet aoed waarheen hij zou gaan voor werk. Uit gebrek dus aan iets beters, reed hij naar het riviertje, dat hij nu kende als de ,,One Creek" en besloot daar den nacht te gaan doorbrengen. Den volgenden morgen zou hij dan frisch beginnen en omdat hij van aard koppig was, was hij van plan in de Burroback Valley werk te gaan zoeken, vlak onder den neus van den eigenaar van de Hoefijzer-hoeve (Wordt vervolgd. vdtv.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1929 | | pagina 1