Ter Neuzensche Courant
Tweede Blad.
Woensdag 9 ianuarl. No. 8321.
GEMEENTERAAD VAN
TER NEUZEN.
VAN
Vergadering van Donderdag 27 December
1928, des namiddags 2 uur.
Voorzitter de heer J. Huizinga, burge-
meester.
Tegenwoordig de leden: J. J. de Jager, L.
J. Geelhoedt, D. Scheele, P. van Cadsand, C.
A. Verlinde, A. de Bruijne, P. P. de Bakker,
H. J. Colsen, N. A. Hamelink, L. J. van Driel,
C. van den Bulck, D. van Aken en W. Bedet.
De VOORZITTER opent de vergadering
en stelt aan de orde:
1. Notulen.
De notulen der vergadering van 25 October
I.1. worden met algemeene stemmen vastge-
steld, zooals die aan de leden in druk zijn
toegezonden.
Het vaststellen der notulen van 29 Novem
ber 1.1., welke nog niet in druk zijn versche-
nen, wordt aangehouden.
2. Ingekomen stukken.
a. Proces-verbaal van de op 21 November
1928 ten kantore van den gemeente-ontvanger
gehouden opneming der boeken en kas, waar
bij is gebleken, dat in kas moest zijn: het
batig slot van den gewonen dienst over het
dienstjaar 1927, bedragende blijkens de inge-
leverde rekening f 69.360,25, van den kapitaal-
dienst 1686,14, dat de inkomsten van den
dienst 1928 tot op datum hebben bedragen
f 315.808,50, samen 386.854,89, en dat de uit-
gaven over den dienst 1928 tot op datum
hebben beloopen 317.468,10%, zoo'dat in kas
moest zijn 69.386,78%, hetgeen overeenkomt
met het totaal der in kas bevonden en in het
proces-verbaal omschreven waarden.
Aangenomen voor kennisgeving.
b. Een schrijven van Ir. G. de Regt, waar-
in deze verzoekt hem, wegens vertrek uit de
gemeente ontslag te willen verleenen als lid
der commissie van toezicht op het middelbaar
onderwijs.
Dit ontslag wordt met algemeene stemmen
eervol verleend.
c. Bericht van J. J. Kaan te Sluiskil, dat
hjj aanneemt zijn herbenoeming tot lid der
commissie van toezicht op het lager onderwijs
voor SluiskilDriewegen.
Aangenomen voor kennisgeving.
d. Het raadsbesluit van 29 November 1928,
tot wijziging der gemeentebegrooting voor den
dienst 1928, voorzien van het bewijs der goed-
keuring door gedeputeerde staten.
Aangenomen voor kennisgeving.
e. Een adres van Gebroeders A. J. Gue-
quierre te Ter Neuzen, die daarin te kennen
geven, dat zij hun winkel, gelegen aan de
Vlooswijkstraat no. 9, wenschen te vergrooten;
dat daardoor het onmiddellijk achter him
woon- en winkelhuis gelegen erf, hetwelk niet
voldoet aan artikel 10 der Bouwverordening,
daardoor nog wordt verminderd;
dat evenwel achter hun keuken een erf
gelegen is hetgeen niet zal worden afgesloten
of bebouwd, waardoor steeds voldoende licht
en lucht zal kunnen toetreden;
reden waarom adressanten den raad verzoe-
ken aan hen afwijking van art. 10 der Bouw
verordening te willen verleenen en toe te
•taan te bouwen volgens het ingezonden plan.
Met algemeene stemmen wordt besloten dit
adres te stellen in handen van burgemeester
en wethouders om bericht en raad.
f. Een verzoek van het lid van den raad
den heer W. Bedet om hem in de eerstvolgen-
de raadszitting in de gelegenheid te stellen
eenige vragen te mogen stellen aan den bur
gemeester, in verband met zijn schrijven in het
,,Tijdschrift van den Nederlandschen Werk-
loosheidsraad" overgenomen in de Ter Neu
zensche Courant van 5 December j.l.
De VOORZITTER wenscht deze vraag in
stemming te brengen.
De heer HAMELINK zou daar toch eerst
iets over willen zeggen, om zijn stem te moti-
veeren. Hij meent, dat deze vraag hier niet
op zijn plaats is. lets anders zou het zijn,
indien het betrof een handeling van den bur
gemeester. Hij gelooft echter, dat de raad
niet de bevoegdheid heeft om den burgemees
ter ter verantwoording te roepen voor het
geen deze als particulier doet. Indien spre-
ker dus tegen inwilliging van het verzoek
zal stemmen, doet hij dat niet omdat hij met
den inhoud van het schrijven accoord gaat,
doch omdat hij gelooft, dat het niet op den
weg van den raad ligt die verantwoording te
vragen. Liever zou spreker zien, dat de voor
zitter te kennen gaf, geen bezwaar te hebben
tegen beantwoording van de gestelde vragen.
Hij is wel belangstellend naar een eventueele
bespreking daarover, maar als de voorzitter
het van de beslissing van den raad laat af-
hangen, zal spreker tegen moeten stemmen,
omdat de raad, de vraag bevestigend beant-
woordende iets zou doen dat buiten zijn be
voegdheid ligt.
De heer DE BRUIJNE meent, dat de ge
meenteraad geen recht heeft zich hierin te
mengen. Waar zou het heen, indien de ge-
meenteraad hier ging becritiseeren alles wat
door particulieren geschreven wordt; dan was
er geen eind aan.
De heer COLSEN verklaart ook voor-
nemens te zijn tegen te stemmen. Het gaat
daarbij niet voor of tegen den heer Huizinga
of den heer Bedet, want als de heer Bedet als
particulier iets geschreven had zou hij er
evenzoo over denken. Hij sluit zich geheel
aan bij de meening van den heer Hamelink.
De raad kan particulieren hier niet ter ver
antwoording roepen. Het behoort in deze te
worden overgelaten aan den persoon in kwes-
tie, aan den burgemeester, of deze er prijs op
stelt de gestelde vragen te beantwoorden, de
raad zou daar buiten moeten blijven en er
niet over stemmen.
De heer SCHEELE begrijpt de critiek op de
handelwijze van den heer Bedet niet. Mis-
echien zou deze verstandiger hebben gedaan,
indien hij behoefte gevoelde om den voorzitter
eenige vragen te stellen, een anderen weg te
bewandelen, door in plaats van verlof te vra
gen om te interpelleeren, dit aan het eind der
vergadering bij de omvraag te doen, waartoe
hij dan het voile recht heeft. Overigens is hij
van oordeel, dat, indien een overheidspersoon
een stuk plaatst, dat op een afbrekende wijze
een en ander over stad en omgeving open-
baart, het wel degelijk op den weg van den
gemeenteraad ligt om zich daarin te mengen,
teneinde een goede lijn te krijgen.
De heer HAMELINiv kan dit laatste alleen
toegeven, als zao'n stuk door den burgemees
ter in die kwaliteit wordt onderteekend. Men
zou den burgemeester anders met evenveel
recht omtrent andere daden die hij als parti
culier verricht, b.v. hoe hij zijn Zondag door-
brengt, ter verantwoording kunnen roepen.
Het gaat niet aan hier te gaan zwammen
over hetgeen deze als particulier doet.
De heer SCHEELE acht die stelling met
betrekking tot de onderhavige kwestie niet
juist.
De heer HAMELINK handhaaft zijn mee
ning, maar herhaalt er geen bezwaar tegen te
hebben, dat de voorzitter, indien hij dat per-
soonlijk meent te moeten doen, tot het beant
woorden der vragen overgaat.
De heer GEELHOEDT merkt op, dat de
kwestie of over deze al of niet moet gestemd
worden, een open vraag is, doch aan den
anderen kant is hij van oordeel, dat de per
soon van den heer Huizinga moeilijk is te
scheiden van den burgemeester van Ter Neu
zen. Hoe de beslissing van den raad bij een
stemming uitvalt doet weinig ter zake, want
indien het verlof geweigerd wordt, kan de
heer Bedet zijn vragen toch bij de omvraag
stellen.
De heer DE BRUIJNE: Daar ben ik 66k
tegen
De heer HAMELINK: Ik niet, ik wil de
bespreking wel eens hooren.
De heer BEDET is van meening, dat de
opmerking van den heer Hamelink over het
verschil tusschen den burgemeester en den
heer Huizinga, kant noch wal raken. Indien
men onder zoo'n stuk in het „Tijdschrift" ziet
den naam Huizinga", dan weet men wel, dat
deze is burgemeester van Ter Neuzen. En in
dien dan zoo'n stuk de belangen raakt van
Zeeuwsch-Vlaanderen in het algemeen en van
Ter Neuzen in het bijzonder, indien die be-
schreven worden op eene wijze, dat ze nadeel
kunnen berokkenen, acht spreker termen
aanwezig om daarover hier te spreken, ten
einde die feiten in het juiste licht te brengen.
Dat spreker heeft verzocht die vragen te
stellen, in plaats van dit te doen bij de rond-
vraag, sproot voort uit de overweging, dat de
bespreking beter tot zijn recht zou komen als
dit een punt der agenda vormde, dan wanneer
zulks aan het eind der vergadering plaats
had. Dan kan het ook voorkomen, dat meer-
dere leden voomemens zijn over hetzelfde
onderwerp te interpelleeren, en op de thans
door spreker gevolgde wijze kon men er zich
op voorbereiden.
De VOORZITTER verklaart bereid te zijn
de vragen van den heer Bedet te beantwoor
den, maar moet toch ontraden op het verzoek
van den heer Bedet in te gaan. Er zijn vol
gens hem grenzen van welvoeglijkheid en die
zouden z.i. worden overschreden, indien op
het verzoek werd ingegaan. Deze zaak is in
een zekere sfeer geplaatst, men wil nu de
kans eens hebben om den heer Huizinga aan
te vallen, en dit in strijd met de regelen der
welvoeglijkheid. Ofschoon hij er zich aan zou
kunnen onttrekken, verklaart hij zich ten
voile bereid van antwoord te dienen, maar
acht toch de wijze waarop zij aanhangig is
gemaakt onjuist, er is een zekere spanning
verwekt en dit heeft haar gemaakt tot een
zeer pikante geschiedenis.
De heer SCHEELE moet er tegen op
komen, dat de voorzitter aanneming van het
verzoek ontraadt, op grond, dat dit zou strij-
den met de welvoeglijkheid, en waaraan hij
dus de conclusie vastknoopt, dat zij die er zul-
len voorstemmen onwelvoeg.lijk zouden hande-
len. Hij wil dit daarvan dus even los maken.
Men moet niet trachten de zaak te ontzeilen.
Hij acht het noodig, dat de kaarten eens wor
den opengelegd en meent, dat men zich moet
onthouden van alle vleierij. Dkkr is hij voor.
De VOORZITTER meent, dat de heeren het
dan anders hadden moeten aanleggen. Hij
herhaalt, dat de sfeer waarin deze zaak staat
niet geheel helder is.
De heer DE JAGER is ook van oordeel, dat
hier geen sprake kan zijn van onwelvoeglijk-
heid. Juist als de heer Bedet zijn vragen niet
vooraf had gesteld, zoodat men zich niet op
de beantwoording had kunnen prepareeren,
en er mede had gewacht tot de rondvraag had
men kunnen spreken van onwelvoeglijkheid
en kon men het beschouwen als sluipmoord.
De VOORZITTER verklaart de zaak niet
te willen ontzeilen en zal eventueel niet in
beantwoording te kort schieten.
De heer HAMELINK merkt op, dat het
een andere kwestie zou geweest zijn, indien de
vraag gericht was aan den voorzitter in
plaats van aan den raad. Hij zal er zich niet
in mengen.
De heer GEELHOEDT is van oordeel, dat,
als de raad hierover moet stemmen en de
voorzitter het onwelvoeglijk noemt, indien het
verzoek zou worden ingewilligd, het dan toch
ook mag afgekeurd worden, dat als de heer
Huizinga zoo iets geschreven heeft de voor
zitter zich achter hem dekt door de bewering
dat hij dit niet als burgemeester heeft ge
schreven.
De VOORZITTER geeft te kennen, dat het
niet gaat over de welvoeglijkheid tegenover
den voorzitter, maar dat het niet de gewoonte
is dat men op deze wijze iemand aanvalt. Hij
wil zich aan de beantwoording van de vragen
niet onttrekken, daarvoor heeft hij geen
enkele reden. DaArover behoeft niet gestemd
te worden, het is echter een kwestie van vorm
en dharom ontraadt hij op het verzoek in te
gaan.
Het verzoek van den heer Bedet wordt af-
gewezen met 8 tegen 5 stemmen.
Voor stemmen de heeren De Jager, Geel
hoedt, Scheele, Van Cadsand en Bedet; tegen
stemmen de heeren Verlinde, De Bruijne, De
Bakker, Colsen, Hamelink, Van Driel, Van
den Bulck en Van Aken.
De heer BEDET verklaart alsnu bij de
rondvraag op deze kwestie te zullen terug-
komen.
De heer COLSENDat ligt geheel aan u.
Misschien wil de voorzitter u nu het woord
wel geven.
De heer HAMELINK wil het ook graag
eens hooren; hij heeft alleen tegen gestemd
omdat hij zich niet wil mengen in de parti cu-
liere zaken van den voorzitter.
g. Mededeelingen van burgemeester en
wethouders betreffende vrjje artsenkeuze,
luidende als volgt:
Nadat gedeputeerde staten van Zeeland by
hun schrijven van 13/20 Januari 1928, no. 16,
3e Afd., hadden bericht, dat ontslag van den
gemeentegeneesheer niet zou worden goedge-
keurd dan nadat was voorgesteld eene wijzi
ging der verordening, regelende de genees-
heel- en verloskundige dienst, werd in de
raadsvergadering van 2 Februari 1928 een
besluit genomen, waarbij ons college werd uit-
genoodigd eene verordening te ontwerpen, uit-
gaande van het beginsel der vrije artsenkeuze.
Deze kwestie is daarop in de vergadering van
ons college besproken en daarbij kwamen wij
tot de overtuiging, dat in de eerste plaats noo
dig was het ontwerpen van voorwaarden,
waarop de geneesheeren bereid zouden gevon-
den worden zich te belasten met de genees-
Kundige behandeling van hen, die daarvoor in
aanmerking kwamen en in de tweede plaats
dat de keuze beperkt moet blijven tot de ge
neesheeren, die in de gemeente wonen.
Reeds bij schrijven van 9 Februari j.l. heb
ben wij toen terzake inlichtingen gevraagd bij
de vereeniging van Nederlandsche Gemeenten,
die ons enkele verordeningen deed toekomen
van gemeenten waar eene dergelijke regeling
bestond.
Uit die regelingen bleek, dat eene enkele
gemeente, o.a. Oisterwijk eene regeling heeft,
waarbij de beide aldaar wonende doktoren zijn
aangesteld als gemeente-geneesheer en de ge-
zamenlijke vergoeding wordt bepaald op een
maximum van f 1200. Hiervan is 200 voor
den geneesheer belast met doodschouw en met
het verstrekken van adviezen voor besmette-
lijke ziekten, terwijl de rest gelijkelijk wordt
verdeeld.
Daamaast ontvingen wij de regeling van
Hilversum, waar in de verordening regelende
den geneeskundigen dienst, de mogelijkheid
wordt geopend zich te wenden tot die genees
heeren, die met het burgerlijk armbestuur
eene overeenkomst hebben gesloten, om zich te
belasten met de behandeling van armlastige
patienten. Deze geneeskundigen staan dan
onder toezicht van den directeur van den ge
neeskundigen dienst.
Wij hebben terzake mede het oordeel ge
vraagd van de Afdeeling Zeeuwsch-Vlaanderen
Oostelijk Deel der Nederlandsche Maatschappij
van Geneeskunst. Deze afdeeling bericht ons
bij schrijven van 13 Maart 1928, dat vrije
artsenkeuze gewenscht is en geeft daarbij een
drietal regelingen in overweging en wel:
1. De medici ontvangen ieder jaarlijks een
bepaalde som en de patienten kunnen dan
uit de medici eene keuze doen.
Deze regeling is zeer onpractisch, daar
dan de eene medicus alles moet doen en
de ander niets te doen heeft.
2. Abonnementstarief, Per hoofd ontvangt de
medicus per jaar een bepaald bedrag.
Deze regeling is voor de armenpractijk
onuitvoerbaar daar vele armen patienten
dit slechts gedurende eenigen tijd van het
jaar zijn en de administratie dan te inge-
wikkeld zou worden.
3. Betaling per verrichting. Deze regeling
is voor de armenpractijk met vrije artsen
keuze de best uitvoerbare. De armen-
patient wordt als particulier patient be-
handeld en na afloop van de behandeling
zendt de medicus de nota aan het Burger
lijk Armbestuur.
Op 3 April 1928 is toen eene bespreking
gehouden met een tweetal doktoren (Dr. Van
Bockstaele had bericht gezonden dat hij buiten
de vrije artsenkeuze viel, daar zijn hoofdwerk
is chirurgie en dokter Doussy was verhinderd).
Bij die bespreking werd speciaal naar voren
gebracht betaling per verrichting of betaling
per abonnement.
Daarna heeft ons college een ontwerp-over-
eenkomst vastgesteld, waarbij wij het plan
Oisterwijk voorloopig uitschakelden, aange-
zien ook wij wel voelen, dat dit onpractisch
kan zijn. De eene geneesheer kan vrijwel
alles moeten doen en niets meer krijgen dan de
andere geneesheeren, die heel weinig te doen
hebben.
Dit concept werd bij schrijven van 18 April
1928 om advies gezonden aan het Burgerlijk
Armbestuur, welk college ons bij missive van
12 Mei 1928 berichtte, dat het zich met de
overeenkomst kan vereenigen, behoudens
enkele kleine opmerkingen, Hiema werd bij
schrijven van 16/18 Mei het advies nog ge
vraagd van de verschillende geneesheeren.
Bij schrijven van 21 Mei ontvingen wij van
de doktoren Spruitenburg, Pienbroek en Dous
sy bericht, dat zij zich met het on twerp niet
kunnen vereenigen en zelf met een voorstel
zouden komen. Dit voorstel heeft ons bereikt
in de eerste helft van November.
Wij hebben gemeend uw college met boven-
staande een overzicht te moeten geven van de
werkzaamheden tot op hedfen door ons ver
richt.
Waar de overeenkomst welke de doktoren
ons toezonden belangrijk afwijkt van ons voor
stel, deelen wij U hierbij beide ontwerpen
mede.
1. Voorstel van burgemeester en wethou
ders inzake overeenkomst tusschen het Bur
gerlijk Armbestuur en de geneesheeren, die
belast zijn met de behandeling van armlastige
patienten.
De ondergeteekendearts gevestigd
alhier, verbindt zich tot wederopzeggens toe,
doch uiterlijk tot 1 Januari 1930 zich te be
lasten met de behandeling van armlastige per-
sonen en hunne gezinnen, die hem door het
Burgerlijk Armbestuur zullen worden aange-
wezen.
De geneeskundige hulp wordt slechts ver
leend aan die personen, wier namen voorkomen
op een lijst door den voorzitter van het Bur
gerlijk Armbestuur aan den geneesheer te
verstrekken of op een door dien voorzitter
gewaarmerkt bewijs van het Burgerlijk Arm
bestuur.
In spoedeischende gevallen is de geneesheer
verplicht, ook al is de patient niet ten zijnen
name ingeschreven, de eerste hulp te verleenen
zoo althans blijkt, dat werkelijk spoed ver-
eisoht is en de eigen geneesheer niet spoedig
genoeg aanwezig kan zijn.
De patienten, die het huis moeten houden,
worden in hunne woning bezocht terwijl voor
de overigen eens per dag zitting zal gehouden
worden, op een in overleg met den voorzitter
te bepalen uur.
Indien naar zijne meening specialistische
hulp gewenscht is, of opname in een zieken-
huis noodig geacht wordt, geeft hij hiervan
zoo spoedig mogelijk kennis aan den voorzit
ter. Het Burgerlijk Armbestuur beslist over
de opname. In spoedeischende gevallen beslist
de voorzitter.
Het Burgerlijk Armbestuur verbindt zich
aan de geneesheeren te vergoeden een bedrag
van 4 per persoon en per jaar voor ieder
gezinslid, voorzoover ze wonen binnen den
kring omvattende het gedeelte van Ter Neu
zen, dat gelegen is ten westen van den binnen-
dijk, loopende tusschen den Sluispolder en den
Kleinen Zevenaarpolder, tot de Oud-Zevenaar-
polderstraat I, volgende deze straat langs de
Oud Zevenaarpolderstraat II tot den Hoogen
Dijk, volgende dezen dijk in Noord-Oostelijke
richting tot den dijk van den Sparkspolder,
volgende dezen dijk tot de grens der gemeente
en buiten dien kring f 5 per jaar per gezinslid.
Ingeval van afwezigheid langer dan 24 uren
alsmede bij ziekte of andere verhindering geeft
hij hiervan schriftelijk kennis aan den voor
zitter van het Burgerlijk Armbestuur en zorgt
voor een plaatsvervanger.
Indien hij deze overeenkomst wenscht te
beeindigen, geeft hij hiervan twee maanden
voor den datum, waarop hij van zijne ver-
plichtingen wenscht te worden ontslagen,
schriftelijk kennis aan den voorzitter van het
Burgerlijk Armbestuur.
2. Concept-overeenkomst tusschen het Bur
gerlijk Armbestuur en de geneesheeren, die
belast zijn met de behandeling van armlastige
patienten.
1. De ondergeteekendenverbinden
zich voor een jaar ingaandezich te
belasten met de behandeling van armlastige
personen en hunne gezinnen, welke door het
Burgerlijk Armbestuur aangewezen zullen
worden, op de volgende voorwaarden:
2. De gemeente wordt gesplitst in twee
gedeelten:
a. een vastgestelde kom.
b. het overige deel der gemeente.
Tot het overige deel behoort alles wat
ligt over het kanaal en de Hoeksche brug
en verder den Koedijk, Provinciale weg
en voorbij de Moffeschans, de Baandijk en
al wat verder gelegen is.
Tot de kom behoort het overige deel.
3. Voor algemeene geneeskundige behan
deling wordt voor gewoon spreekuur en huis-
bezoek de volgende belooning*'verleend: Van
acht uur voormiddags tot acht uur 's namid
dags in de kom 1, buiten de kom f 1,50, na
8 uur 's namiddags tot acht uur voormiddags
in de kom f 2, buiten de kom minstens 3, bij
een afstand van meer dan 4 K.M. f 4, meer
dan 5 K.M. 5.
4. Speciale consulten, verlos- en heelkun-
dige hulp van ongevallen of anderen aard lig-
gen buiten de gewone behandeling en gewone
honoreering; deze zijn als extra verrichtingen
te beschouwen en worden ook als zoodanig
vergoed.
Bij verschil van meening hierover beslist een
scheidsraad.
5. Voor extra verrichtingen wordt het
tarief gevolgd der Rijksverzekeringsbank en
wordt tevens eene speciale regeling getroffen
voor gevallen die in bedoeld tarief niet ge-
noemd zijn.
6. Voor deze extra verrichtingen heeft de
gewoon behandelende geneesheer (huisarts) de
voorrang en de voorkeur, indien hij zulks ver-
langt.
7. Voor elke verrichting krijgt de genees
kundige een bewijs, dat hij later ter controle
bij het Burgerlijk Armbestuur moet over-
leggen.
8. Consulten kunnen door den voorzitter
van het Burgerlijk Armbestuur op aanvraag
van den patient of den arts worden toegestaan.
Voor een dergelijk consult wordt de behande
lende geneesheer vergoed tweemaal het hono
rarium van het gewone bezoek, de mede-con-
sulteerende geneesheer, als hij aan den dienst
is verbonden driemaal het honorarium.
Bij gezamenlijk consult, 's nachts (na acht
uur 's avonds), buiten de kom als de afstand
meer is dan 5 K.M.: behandelend geneesheer
/10; consulteerend geneesheer 15.
9. Voor niet armlastige patienten, die in
den loop eener behandeling armlastig worden,
kan tariefbetaling met terugwerkende kracht
aangenomen worden. Wordt hierover met het
Burgerlijk Armbestuur geen overeenstemming
verkregen, dan kan de beslissing van den
scheidsraad worden ingeroepen.
10. Voor het eerste jaar zal voor den dienst
sub 3 en 8 genoemd niet meer in rekening ge
bracht worden dan veertien honderd gulden
(/1400). Bij overschrijding dezer som, wor
den de honoraria ponpondsgewijze verminderd.
11. Over opneming in een ziekenhuis, het
toestaan van consulten en andere extra ver
richtingen beslist behalve in spoedeischende
gevallen, waarin de behandelende geneesheer
de beslissing neemt het Burgerlijk Armbestuur
met inachtneming van het bepaalde sub 6.
12. Bij afwezigheid zal de geneesheer hier
van mededeeling doen aan den voorzitter van
het Burgerlijk Armbestuur.
13. Partijen hebben het recht deze overeen
komst met een termijn van een maand op te
zeggen.
14. Het Burgerlijk Armbestuur heeft het
recht, om zeer gewichtige dienstberoeps-
redenen, de overeenkomst onmiddellijk te
schorsen. Binnen acht dagen moet alsdan de
scheidsraad over die schorsing uitspraak kun
nen doen.
15. De in deze overeenkomst bedoelde
scheidsraad bestaat uit den burgemeester van
Ter Neuzen, een lid van het Burgerlijk Arm
bestuur, benevens een lid der Afdeeling Z.-
Vlaanderen Oostelijk Deel van de Nederland
sche Maatschappij van Geneeskunst.
16. Patienten kiezen hun huisarts voor
minstens een maand.
17. Bij afwezigheid van den huisarts kan in
spoedgevallen een ander ontboden worden.
Wij kunnen nu formeel toegeven, dat niet
burgemeester en wethouders of de raad die
overeenkomst met de geneesheeren afsluit,
zoodat men zich daarover niet moet uitspre-
ken, doch o.i. ligt het toch wel op den weg
van den raad zich uit te spreken over de vraag
of de verordening op den geneeskundigen
dienst zoodanig zal gewijzigd worden, dat
daaruit zou kunnen voortvloeien overeenkom-
sten, die niet in het belang der gemeente ge
acht zouden worden.
Hierbij komt nog, dat wanneer het Burger
lijk Armbestuur weigert eene andere overeen
komst aan te gaan, dan wij hen hebben voor
gesteld en de doktoren daamaast weigeren,
die overeenkomst te accepteeren, dat alsdan
de geheele geneeskundige armenverzorging
in de war zou loopen.
Voor wij dus bij den raad kunnen komen
met een voorstel tot wijziging van de genees-
heel- en verloskundige armenverzorging zal
het noodig zijn, dat inzake de bovengenoemde
regeling door den raad een uitspraak wordt
gedaan.
Terzake van de overeenkomst der genees
heeren enkele opmerkingen:
In de eerste plaats kan nooit geaccepteerd
worden, dat een geneesheer de overeenkomst
met een termijn van een maand zou kunnen.
opzeggen, daardoor wordt de geheele genees
kundige armenverzorging op losse schroeven
gezet en zou men afhankelijk zijn van de wille-
keur der geneesheeren.
Het zich maar verbinden voor een jaar lijkt
ons met het oog op de stabiliteit van den
dienst al zeer bedenkelijk, omdat toch over
weinig doktoren te beschikken valt en daar
door weer al gauw van de vrije artsenkeuze
niets overblijft.
De verschillende tarieven door de genees
heeren genoemd zijn door ons moeilijk te be-
oordeelen, doch wanneer daarbij niet steeds
een vast bedrag als uitkeering wordt genoemd
(Artikel 10 spreekt alleen over het le jaar.
waaruit dus volgt, dat ze het tweede jaar ge
heel vrij zullen zijn) dan is absoluut niet na
te gaan wat dat de gemeente zal kunnen
kosten.
Hierbij komt nog, dat het een belang is
voor de doktoren, zooveel mogelijk de slechte
risico's onder te brengen bij het Burgerlijk
Armbestuur, daar ze dan in elk geval betaling
zullen krijgen. Dit zal natuurlijk aanleiding
geven tot wrijving met dat college, met de
da.araan verbonden gevolgen van opzegging
der overeenkomst.
Deze motieven zijn al voor ons redenen ge
noeg, om uw college te adviseeren op de rege
ling zooals ze bestaat in Hilversum niet in
te gaan.
Blijft dus alleen over de regeling zooals die
ook in Oisterwijk bestaat.
Wordt straks aangenomen het voorstel om
personen boven 65 jaar ontslag te verleenen
en vinden gedeputeerde staten dit een motief
om een dergelijk niet gevraagd ontslag goed
te keuren (zie artikel 37 der armenwet) dan
kan voor de vrije artsenkeuze Dr. Spruiten
burg spoedig afvallen en blijven alleen over
Dr. Doussy en Dr. Van Pienbroek. Wanneer
die heeren dan eene regeling wenschen, waar
bij ieder zal krijgen een vast bedrag, dan be
staat daartegen bij ons geen overwegend be
zwaar. De opmerking of een dergelijke rege
ling praktisch is, speciaal voor de geneeshee
ren, werd reeds beantwoord. Willen die hee
ren evenwel alsdan ook vasthouden aan tarie
ven in bovengenoemde overeenkomst neerge-
legd, zonder een maximumbedrag vast te stel
len, dan komt men ook daarbij weer voor de
moeilijkheid, dat wij niet kunnen nagaan wat
de regeling zal kosten.
Hierbij komt nog, dat Dr. Van Pienbroek
bezwaar heeft zich naar Sluiskil en omgeving
te begeven. Voor een groot deel der gemeen
te zou van eene vrije artsenkeuze dus al direct
niets komen.
Daar de vorige vergadering verzocht werd
om nadere gegevens betreffende deze kwestie
brengen wij bovenstaand ter uwer kennis, met
ae mededeeling, dat wij alsnog zullen trachten
eene regeling te treffen voor het vaststellen
van eene billijke vergoeding aan de genees
heeren.
Komen wij terzake tot overeenstemming,
dan wordt de zaak definitief aan de orde ge
steld in een der eerstvolgende raadsvergade-
ringen.
De VOORZITTER deelt mede, dat met be
trekking tot deze kwestie een voorstel is in
gekomen van den heer Colsen. Burgemeester
en wethouders wenschen dit aan de leden toe
te zenden, om het later, tegelijk met andere
voorstellen, te behandelen. De leden behoo-
ren er in elk geval toch eerst kennis van te
nemen.
De heer HAMELINK kan zich daarmede
vereenigen, doch verzoekt dit zoo vlug moge
lijk aan de leden toe te zenden en niet te
wachten tot de verzending der stukken voor
de eerstvolgende zitting, daar er dan gewoon-
lijk te weinig tijd is voor het desgewenscht
instellen van een onderzoek.
De VOORZITTER zegt spoedige toezending
toe.
Het voorstel luidt als volgt:
De ondergeteekende verbindt zich voor den
tijd van twee jaar ingaande heden om zich te
belasten met de behandeling van alle personen
en hunne gezinnen welke door het Burgerlijk
Armbestuur aangewezen zullen worden op de
volgende voorwaarden:
voor geneeskundige behandeling wordt voor
gewoon bezoek de volgende belooning ver
leend
Van acht uur voormiddags tot acht uur
namiddags voor geheel de gemeente Ter Neu
zen f 2,
bezoek op spreekuren f 1,
Van acht uur 's avonds tot acht uur voor
middags f 4,
Hier wordt alleen onder verstaan behande
ling, behalve operatieve behandeling en ver-
lossing op een ander tarief.
Bij elk bezoek zal de geneesheer een briefje
afgeven, aan het hoofd van het gezin, die
tevens aan het Burgerlijk Armbestuur zal te
betalen hebben 10 cent per bezoek van den
geneesheer, wat na gezien te hebben de om-
stanaigheden waarin de armlastige verkeert
kan teruggegeven worden.
Elke geneesheer zal moeten hebben van het
Burgerlijk Armbestuur 'n zoogenaamd boekje
waarbij hij elk bezoek van den patient een zal
afgeven.
Consulten kunnen door den voorzitter van
het Burgerlijk Armbestuur op verzoek van
den patient of geneesheer toegestaan worden.
Tarief voor den geneesheer 4,
Consulteerende geneesheer als hq ook aan
het Burgerlijk Armbestuur is verbonden 4,—.
Andere geneesheeren 10,
Voor niet armlastige patienten die in den
loop der behandeling armlastig worden kan
na overeenkomst met het Burgerlijk Armbe
stuur in dezelfde ziekte van den patient ook
het vorig vergoed worden.
Bij afwezigheid van den geneesheer zal hij
den voorzitter van het Burgerlijk Armbestuur
tijdig verwittigen, en zal hij een plaatsver
vanger aanwijzen, waar de patient zich bij
moet neerleggen.
De patient zal een geneesheer moeten aan
wijzen voor 1 jaar.
Partijen hebben het recht deze overeen
komst per drie maanden op te zeggen.
De overeenkomst kan gesloten worden met
alle geneesheeren hier in Nederland, maar zijn
ook verplicht waar de zieke zich bevindt (ge
meente Ter Neuzen) hulp te verleenen.
De heer COLSEN moet zijn verwondering
uitspreken, dat burgemeester en wethouders
alleen mededeelingen doen, doch niet met een
oplossing komen. Hij had verwacht, dat ze
met een oplossing zouden zijn gekomen. Zoo
als het nu staat voorziet hij tegen de volgende
vergadering nog geen voorstel.
De heer SCHEELE: Maar nu is er toch
een voorstel van den heer Colsen?
De VOORZITTER verzoekt, in verband met
den loop dezer besprekingen, indien er nog
raadsleden zijn die in deze een voorstel zou
den willen doen, dit dan ook schriftelijk aan
burgemeester en wethouders te willen Inzen-
den, welke dan ook aan de leden kunnen wor
den toegezonden.
Het is een kwestie die onder deze omstan-
digheden niet gemakkelijk blijkt op te lossen;
de raad heeft door zijn besluit om over te
gaan tot invoering van vrije artsenkeuze voor
de armen burgemeester en wethouders ge
plaatst voor een zeer moeilijke kwestie.
De heer COLSEN herhaalt, dat burgemees
ter en wethouders nog slechts mededeelingen
doen, doch geen voorstel. Als hij het goed
begrijpt, zal het doen van een voorstel nu
worden overgelaten aan den gemeenteraad.
De heer DE JAGER geeft te kennen, dat
burgemeester en wethouders zich terstond na
het nemen van het besluit door den gemeente
raad met de oplossing onledig hebben gehou
den. Het is echter een lastig vraagstuk, Wat
er gebeurd is en het verloop der onderhande-
lingen hebben de leden uit de mededeelingen
kunnen vememen. Daaruit blijkt ook wel
waarom er nog geen voorstel gedaan is. Bur
gemeester en wethouders moesten toch ook
rekening houden met den wensch van den
raad. Komt er nu een lichtpunt van de zijde
der raadsleden, dan zullen burgemeester en
wethouders dat zeker gaarne aanvaarden.
De heer HAMELINK: De heeren zitten
vast in het slop.
De VOORZITTER merkt op, dat de zaak
voor elkaar zou geweest zijn, als de doktoren
het voorstel van burgemeester en wethouders
hadden aangenomen. Zij waren daartoe ech
ter niet bereid en gaven te kennen zelf met
een voorstel te zullen komen, waarop burge
meester en wethouders gezegd heben: dan
kunnen we rustig afwachten.
De heer COLSEN vindt het wonderlijk, dat
de geneesheeren zoo moeilijk willen mee-
werken.
De VOORZITTER: Ze zijn wel bereid, als
wij maar willen betalen.
De heer COLSEN becritiseert de regeling
waarbij gesproken wordt van betaling volgens
den afstand, van 3, 4 of 5 K.M. Dht moet er
volgens hem uit. Hij kan er niet overheen,
dat het maken van zoo'n regeling hier zooveel
voeten in de aarde moet hebben. In Koewacht.
hebben ze op e6n dag z66'n regeling behandeld
en vastgesteld.
De VOORZITTER merkt op, dat men dat
hier best op een kwartier zou kunnen, als de
partijen het maar eens waren, doch den lan-
gen duur dezer kwestie schuilt in gemis aan
overeenstemming.
De heer COLSEN wil er op wijzen, dat men
volgens de onderhandelingen met de in deze
gemeente gevestigde geneesheeren er slechts
twee zou krijgen, terwijl de zieken van het
ziekenfonds te Sluiskil voor 81 door een
geneesheer uit een andere gemeente wordt
waargenomen. Daarom heeft spreker voor
gesteld ook geneesheeren van elders in aan
merking te doen komen.
De VOORZITTER: Dat is uw zaak.
De heer COLSENHetgeen ik hier heb
meegedeeld kunnen de heeren navragen en ik
stel dat voor omdat we te Sluiskil juist aan de
?rens wonen en die regeling dus gemakke
lijk is.