Ter Neuzensche Courant Tweede Blad. Woensdag 9 ianuarl. No. 8321. GEMEENTERAAD VAN TER NEUZEN. VAN Vergadering van Donderdag 27 December 1928, des namiddags 2 uur. Voorzitter de heer J. Huizinga, burge- meester. Tegenwoordig de leden: J. J. de Jager, L. J. Geelhoedt, D. Scheele, P. van Cadsand, C. A. Verlinde, A. de Bruijne, P. P. de Bakker, H. J. Colsen, N. A. Hamelink, L. J. van Driel, C. van den Bulck, D. van Aken en W. Bedet. De VOORZITTER opent de vergadering en stelt aan de orde: 1. Notulen. De notulen der vergadering van 25 October I.1. worden met algemeene stemmen vastge- steld, zooals die aan de leden in druk zijn toegezonden. Het vaststellen der notulen van 29 Novem ber 1.1., welke nog niet in druk zijn versche- nen, wordt aangehouden. 2. Ingekomen stukken. a. Proces-verbaal van de op 21 November 1928 ten kantore van den gemeente-ontvanger gehouden opneming der boeken en kas, waar bij is gebleken, dat in kas moest zijn: het batig slot van den gewonen dienst over het dienstjaar 1927, bedragende blijkens de inge- leverde rekening f 69.360,25, van den kapitaal- dienst 1686,14, dat de inkomsten van den dienst 1928 tot op datum hebben bedragen f 315.808,50, samen 386.854,89, en dat de uit- gaven over den dienst 1928 tot op datum hebben beloopen 317.468,10%, zoo'dat in kas moest zijn 69.386,78%, hetgeen overeenkomt met het totaal der in kas bevonden en in het proces-verbaal omschreven waarden. Aangenomen voor kennisgeving. b. Een schrijven van Ir. G. de Regt, waar- in deze verzoekt hem, wegens vertrek uit de gemeente ontslag te willen verleenen als lid der commissie van toezicht op het middelbaar onderwijs. Dit ontslag wordt met algemeene stemmen eervol verleend. c. Bericht van J. J. Kaan te Sluiskil, dat hjj aanneemt zijn herbenoeming tot lid der commissie van toezicht op het lager onderwijs voor SluiskilDriewegen. Aangenomen voor kennisgeving. d. Het raadsbesluit van 29 November 1928, tot wijziging der gemeentebegrooting voor den dienst 1928, voorzien van het bewijs der goed- keuring door gedeputeerde staten. Aangenomen voor kennisgeving. e. Een adres van Gebroeders A. J. Gue- quierre te Ter Neuzen, die daarin te kennen geven, dat zij hun winkel, gelegen aan de Vlooswijkstraat no. 9, wenschen te vergrooten; dat daardoor het onmiddellijk achter him woon- en winkelhuis gelegen erf, hetwelk niet voldoet aan artikel 10 der Bouwverordening, daardoor nog wordt verminderd; dat evenwel achter hun keuken een erf gelegen is hetgeen niet zal worden afgesloten of bebouwd, waardoor steeds voldoende licht en lucht zal kunnen toetreden; reden waarom adressanten den raad verzoe- ken aan hen afwijking van art. 10 der Bouw verordening te willen verleenen en toe te •taan te bouwen volgens het ingezonden plan. Met algemeene stemmen wordt besloten dit adres te stellen in handen van burgemeester en wethouders om bericht en raad. f. Een verzoek van het lid van den raad den heer W. Bedet om hem in de eerstvolgen- de raadszitting in de gelegenheid te stellen eenige vragen te mogen stellen aan den bur gemeester, in verband met zijn schrijven in het ,,Tijdschrift van den Nederlandschen Werk- loosheidsraad" overgenomen in de Ter Neu zensche Courant van 5 December j.l. De VOORZITTER wenscht deze vraag in stemming te brengen. De heer HAMELINK zou daar toch eerst iets over willen zeggen, om zijn stem te moti- veeren. Hij meent, dat deze vraag hier niet op zijn plaats is. lets anders zou het zijn, indien het betrof een handeling van den bur gemeester. Hij gelooft echter, dat de raad niet de bevoegdheid heeft om den burgemees ter ter verantwoording te roepen voor het geen deze als particulier doet. Indien spre- ker dus tegen inwilliging van het verzoek zal stemmen, doet hij dat niet omdat hij met den inhoud van het schrijven accoord gaat, doch omdat hij gelooft, dat het niet op den weg van den raad ligt die verantwoording te vragen. Liever zou spreker zien, dat de voor zitter te kennen gaf, geen bezwaar te hebben tegen beantwoording van de gestelde vragen. Hij is wel belangstellend naar een eventueele bespreking daarover, maar als de voorzitter het van de beslissing van den raad laat af- hangen, zal spreker tegen moeten stemmen, omdat de raad, de vraag bevestigend beant- woordende iets zou doen dat buiten zijn be voegdheid ligt. De heer DE BRUIJNE meent, dat de ge meenteraad geen recht heeft zich hierin te mengen. Waar zou het heen, indien de ge- meenteraad hier ging becritiseeren alles wat door particulieren geschreven wordt; dan was er geen eind aan. De heer COLSEN verklaart ook voor- nemens te zijn tegen te stemmen. Het gaat daarbij niet voor of tegen den heer Huizinga of den heer Bedet, want als de heer Bedet als particulier iets geschreven had zou hij er evenzoo over denken. Hij sluit zich geheel aan bij de meening van den heer Hamelink. De raad kan particulieren hier niet ter ver antwoording roepen. Het behoort in deze te worden overgelaten aan den persoon in kwes- tie, aan den burgemeester, of deze er prijs op stelt de gestelde vragen te beantwoorden, de raad zou daar buiten moeten blijven en er niet over stemmen. De heer SCHEELE begrijpt de critiek op de handelwijze van den heer Bedet niet. Mis- echien zou deze verstandiger hebben gedaan, indien hij behoefte gevoelde om den voorzitter eenige vragen te stellen, een anderen weg te bewandelen, door in plaats van verlof te vra gen om te interpelleeren, dit aan het eind der vergadering bij de omvraag te doen, waartoe hij dan het voile recht heeft. Overigens is hij van oordeel, dat, indien een overheidspersoon een stuk plaatst, dat op een afbrekende wijze een en ander over stad en omgeving open- baart, het wel degelijk op den weg van den gemeenteraad ligt om zich daarin te mengen, teneinde een goede lijn te krijgen. De heer HAMELINiv kan dit laatste alleen toegeven, als zao'n stuk door den burgemees ter in die kwaliteit wordt onderteekend. Men zou den burgemeester anders met evenveel recht omtrent andere daden die hij als parti culier verricht, b.v. hoe hij zijn Zondag door- brengt, ter verantwoording kunnen roepen. Het gaat niet aan hier te gaan zwammen over hetgeen deze als particulier doet. De heer SCHEELE acht die stelling met betrekking tot de onderhavige kwestie niet juist. De heer HAMELINK handhaaft zijn mee ning, maar herhaalt er geen bezwaar tegen te hebben, dat de voorzitter, indien hij dat per- soonlijk meent te moeten doen, tot het beant woorden der vragen overgaat. De heer GEELHOEDT merkt op, dat de kwestie of over deze al of niet moet gestemd worden, een open vraag is, doch aan den anderen kant is hij van oordeel, dat de per soon van den heer Huizinga moeilijk is te scheiden van den burgemeester van Ter Neu zen. Hoe de beslissing van den raad bij een stemming uitvalt doet weinig ter zake, want indien het verlof geweigerd wordt, kan de heer Bedet zijn vragen toch bij de omvraag stellen. De heer DE BRUIJNE: Daar ben ik 66k tegen De heer HAMELINK: Ik niet, ik wil de bespreking wel eens hooren. De heer BEDET is van meening, dat de opmerking van den heer Hamelink over het verschil tusschen den burgemeester en den heer Huizinga, kant noch wal raken. Indien men onder zoo'n stuk in het „Tijdschrift" ziet den naam Huizinga", dan weet men wel, dat deze is burgemeester van Ter Neuzen. En in dien dan zoo'n stuk de belangen raakt van Zeeuwsch-Vlaanderen in het algemeen en van Ter Neuzen in het bijzonder, indien die be- schreven worden op eene wijze, dat ze nadeel kunnen berokkenen, acht spreker termen aanwezig om daarover hier te spreken, ten einde die feiten in het juiste licht te brengen. Dat spreker heeft verzocht die vragen te stellen, in plaats van dit te doen bij de rond- vraag, sproot voort uit de overweging, dat de bespreking beter tot zijn recht zou komen als dit een punt der agenda vormde, dan wanneer zulks aan het eind der vergadering plaats had. Dan kan het ook voorkomen, dat meer- dere leden voomemens zijn over hetzelfde onderwerp te interpelleeren, en op de thans door spreker gevolgde wijze kon men er zich op voorbereiden. De VOORZITTER verklaart bereid te zijn de vragen van den heer Bedet te beantwoor den, maar moet toch ontraden op het verzoek van den heer Bedet in te gaan. Er zijn vol gens hem grenzen van welvoeglijkheid en die zouden z.i. worden overschreden, indien op het verzoek werd ingegaan. Deze zaak is in een zekere sfeer geplaatst, men wil nu de kans eens hebben om den heer Huizinga aan te vallen, en dit in strijd met de regelen der welvoeglijkheid. Ofschoon hij er zich aan zou kunnen onttrekken, verklaart hij zich ten voile bereid van antwoord te dienen, maar acht toch de wijze waarop zij aanhangig is gemaakt onjuist, er is een zekere spanning verwekt en dit heeft haar gemaakt tot een zeer pikante geschiedenis. De heer SCHEELE moet er tegen op komen, dat de voorzitter aanneming van het verzoek ontraadt, op grond, dat dit zou strij- den met de welvoeglijkheid, en waaraan hij dus de conclusie vastknoopt, dat zij die er zul- len voorstemmen onwelvoeg.lijk zouden hande- len. Hij wil dit daarvan dus even los maken. Men moet niet trachten de zaak te ontzeilen. Hij acht het noodig, dat de kaarten eens wor den opengelegd en meent, dat men zich moet onthouden van alle vleierij. Dkkr is hij voor. De VOORZITTER meent, dat de heeren het dan anders hadden moeten aanleggen. Hij herhaalt, dat de sfeer waarin deze zaak staat niet geheel helder is. De heer DE JAGER is ook van oordeel, dat hier geen sprake kan zijn van onwelvoeglijk- heid. Juist als de heer Bedet zijn vragen niet vooraf had gesteld, zoodat men zich niet op de beantwoording had kunnen prepareeren, en er mede had gewacht tot de rondvraag had men kunnen spreken van onwelvoeglijkheid en kon men het beschouwen als sluipmoord. De VOORZITTER verklaart de zaak niet te willen ontzeilen en zal eventueel niet in beantwoording te kort schieten. De heer HAMELINK merkt op, dat het een andere kwestie zou geweest zijn, indien de vraag gericht was aan den voorzitter in plaats van aan den raad. Hij zal er zich niet in mengen. De heer GEELHOEDT is van oordeel, dat, als de raad hierover moet stemmen en de voorzitter het onwelvoeglijk noemt, indien het verzoek zou worden ingewilligd, het dan toch ook mag afgekeurd worden, dat als de heer Huizinga zoo iets geschreven heeft de voor zitter zich achter hem dekt door de bewering dat hij dit niet als burgemeester heeft ge schreven. De VOORZITTER geeft te kennen, dat het niet gaat over de welvoeglijkheid tegenover den voorzitter, maar dat het niet de gewoonte is dat men op deze wijze iemand aanvalt. Hij wil zich aan de beantwoording van de vragen niet onttrekken, daarvoor heeft hij geen enkele reden. DaArover behoeft niet gestemd te worden, het is echter een kwestie van vorm en dharom ontraadt hij op het verzoek in te gaan. Het verzoek van den heer Bedet wordt af- gewezen met 8 tegen 5 stemmen. Voor stemmen de heeren De Jager, Geel hoedt, Scheele, Van Cadsand en Bedet; tegen stemmen de heeren Verlinde, De Bruijne, De Bakker, Colsen, Hamelink, Van Driel, Van den Bulck en Van Aken. De heer BEDET verklaart alsnu bij de rondvraag op deze kwestie te zullen terug- komen. De heer COLSENDat ligt geheel aan u. Misschien wil de voorzitter u nu het woord wel geven. De heer HAMELINK wil het ook graag eens hooren; hij heeft alleen tegen gestemd omdat hij zich niet wil mengen in de parti cu- liere zaken van den voorzitter. g. Mededeelingen van burgemeester en wethouders betreffende vrjje artsenkeuze, luidende als volgt: Nadat gedeputeerde staten van Zeeland by hun schrijven van 13/20 Januari 1928, no. 16, 3e Afd., hadden bericht, dat ontslag van den gemeentegeneesheer niet zou worden goedge- keurd dan nadat was voorgesteld eene wijzi ging der verordening, regelende de genees- heel- en verloskundige dienst, werd in de raadsvergadering van 2 Februari 1928 een besluit genomen, waarbij ons college werd uit- genoodigd eene verordening te ontwerpen, uit- gaande van het beginsel der vrije artsenkeuze. Deze kwestie is daarop in de vergadering van ons college besproken en daarbij kwamen wij tot de overtuiging, dat in de eerste plaats noo dig was het ontwerpen van voorwaarden, waarop de geneesheeren bereid zouden gevon- den worden zich te belasten met de genees- Kundige behandeling van hen, die daarvoor in aanmerking kwamen en in de tweede plaats dat de keuze beperkt moet blijven tot de ge neesheeren, die in de gemeente wonen. Reeds bij schrijven van 9 Februari j.l. heb ben wij toen terzake inlichtingen gevraagd bij de vereeniging van Nederlandsche Gemeenten, die ons enkele verordeningen deed toekomen van gemeenten waar eene dergelijke regeling bestond. Uit die regelingen bleek, dat eene enkele gemeente, o.a. Oisterwijk eene regeling heeft, waarbij de beide aldaar wonende doktoren zijn aangesteld als gemeente-geneesheer en de ge- zamenlijke vergoeding wordt bepaald op een maximum van f 1200. Hiervan is 200 voor den geneesheer belast met doodschouw en met het verstrekken van adviezen voor besmette- lijke ziekten, terwijl de rest gelijkelijk wordt verdeeld. Daamaast ontvingen wij de regeling van Hilversum, waar in de verordening regelende den geneeskundigen dienst, de mogelijkheid wordt geopend zich te wenden tot die genees heeren, die met het burgerlijk armbestuur eene overeenkomst hebben gesloten, om zich te belasten met de behandeling van armlastige patienten. Deze geneeskundigen staan dan onder toezicht van den directeur van den ge neeskundigen dienst. Wij hebben terzake mede het oordeel ge vraagd van de Afdeeling Zeeuwsch-Vlaanderen Oostelijk Deel der Nederlandsche Maatschappij van Geneeskunst. Deze afdeeling bericht ons bij schrijven van 13 Maart 1928, dat vrije artsenkeuze gewenscht is en geeft daarbij een drietal regelingen in overweging en wel: 1. De medici ontvangen ieder jaarlijks een bepaalde som en de patienten kunnen dan uit de medici eene keuze doen. Deze regeling is zeer onpractisch, daar dan de eene medicus alles moet doen en de ander niets te doen heeft. 2. Abonnementstarief, Per hoofd ontvangt de medicus per jaar een bepaald bedrag. Deze regeling is voor de armenpractijk onuitvoerbaar daar vele armen patienten dit slechts gedurende eenigen tijd van het jaar zijn en de administratie dan te inge- wikkeld zou worden. 3. Betaling per verrichting. Deze regeling is voor de armenpractijk met vrije artsen keuze de best uitvoerbare. De armen- patient wordt als particulier patient be- handeld en na afloop van de behandeling zendt de medicus de nota aan het Burger lijk Armbestuur. Op 3 April 1928 is toen eene bespreking gehouden met een tweetal doktoren (Dr. Van Bockstaele had bericht gezonden dat hij buiten de vrije artsenkeuze viel, daar zijn hoofdwerk is chirurgie en dokter Doussy was verhinderd). Bij die bespreking werd speciaal naar voren gebracht betaling per verrichting of betaling per abonnement. Daarna heeft ons college een ontwerp-over- eenkomst vastgesteld, waarbij wij het plan Oisterwijk voorloopig uitschakelden, aange- zien ook wij wel voelen, dat dit onpractisch kan zijn. De eene geneesheer kan vrijwel alles moeten doen en niets meer krijgen dan de andere geneesheeren, die heel weinig te doen hebben. Dit concept werd bij schrijven van 18 April 1928 om advies gezonden aan het Burgerlijk Armbestuur, welk college ons bij missive van 12 Mei 1928 berichtte, dat het zich met de overeenkomst kan vereenigen, behoudens enkele kleine opmerkingen, Hiema werd bij schrijven van 16/18 Mei het advies nog ge vraagd van de verschillende geneesheeren. Bij schrijven van 21 Mei ontvingen wij van de doktoren Spruitenburg, Pienbroek en Dous sy bericht, dat zij zich met het on twerp niet kunnen vereenigen en zelf met een voorstel zouden komen. Dit voorstel heeft ons bereikt in de eerste helft van November. Wij hebben gemeend uw college met boven- staande een overzicht te moeten geven van de werkzaamheden tot op hedfen door ons ver richt. Waar de overeenkomst welke de doktoren ons toezonden belangrijk afwijkt van ons voor stel, deelen wij U hierbij beide ontwerpen mede. 1. Voorstel van burgemeester en wethou ders inzake overeenkomst tusschen het Bur gerlijk Armbestuur en de geneesheeren, die belast zijn met de behandeling van armlastige patienten. De ondergeteekendearts gevestigd alhier, verbindt zich tot wederopzeggens toe, doch uiterlijk tot 1 Januari 1930 zich te be lasten met de behandeling van armlastige per- sonen en hunne gezinnen, die hem door het Burgerlijk Armbestuur zullen worden aange- wezen. De geneeskundige hulp wordt slechts ver leend aan die personen, wier namen voorkomen op een lijst door den voorzitter van het Bur gerlijk Armbestuur aan den geneesheer te verstrekken of op een door dien voorzitter gewaarmerkt bewijs van het Burgerlijk Arm bestuur. In spoedeischende gevallen is de geneesheer verplicht, ook al is de patient niet ten zijnen name ingeschreven, de eerste hulp te verleenen zoo althans blijkt, dat werkelijk spoed ver- eisoht is en de eigen geneesheer niet spoedig genoeg aanwezig kan zijn. De patienten, die het huis moeten houden, worden in hunne woning bezocht terwijl voor de overigen eens per dag zitting zal gehouden worden, op een in overleg met den voorzitter te bepalen uur. Indien naar zijne meening specialistische hulp gewenscht is, of opname in een zieken- huis noodig geacht wordt, geeft hij hiervan zoo spoedig mogelijk kennis aan den voorzit ter. Het Burgerlijk Armbestuur beslist over de opname. In spoedeischende gevallen beslist de voorzitter. Het Burgerlijk Armbestuur verbindt zich aan de geneesheeren te vergoeden een bedrag van 4 per persoon en per jaar voor ieder gezinslid, voorzoover ze wonen binnen den kring omvattende het gedeelte van Ter Neu zen, dat gelegen is ten westen van den binnen- dijk, loopende tusschen den Sluispolder en den Kleinen Zevenaarpolder, tot de Oud-Zevenaar- polderstraat I, volgende deze straat langs de Oud Zevenaarpolderstraat II tot den Hoogen Dijk, volgende dezen dijk in Noord-Oostelijke richting tot den dijk van den Sparkspolder, volgende dezen dijk tot de grens der gemeente en buiten dien kring f 5 per jaar per gezinslid. Ingeval van afwezigheid langer dan 24 uren alsmede bij ziekte of andere verhindering geeft hij hiervan schriftelijk kennis aan den voor zitter van het Burgerlijk Armbestuur en zorgt voor een plaatsvervanger. Indien hij deze overeenkomst wenscht te beeindigen, geeft hij hiervan twee maanden voor den datum, waarop hij van zijne ver- plichtingen wenscht te worden ontslagen, schriftelijk kennis aan den voorzitter van het Burgerlijk Armbestuur. 2. Concept-overeenkomst tusschen het Bur gerlijk Armbestuur en de geneesheeren, die belast zijn met de behandeling van armlastige patienten. 1. De ondergeteekendenverbinden zich voor een jaar ingaandezich te belasten met de behandeling van armlastige personen en hunne gezinnen, welke door het Burgerlijk Armbestuur aangewezen zullen worden, op de volgende voorwaarden: 2. De gemeente wordt gesplitst in twee gedeelten: a. een vastgestelde kom. b. het overige deel der gemeente. Tot het overige deel behoort alles wat ligt over het kanaal en de Hoeksche brug en verder den Koedijk, Provinciale weg en voorbij de Moffeschans, de Baandijk en al wat verder gelegen is. Tot de kom behoort het overige deel. 3. Voor algemeene geneeskundige behan deling wordt voor gewoon spreekuur en huis- bezoek de volgende belooning*'verleend: Van acht uur voormiddags tot acht uur 's namid dags in de kom 1, buiten de kom f 1,50, na 8 uur 's namiddags tot acht uur voormiddags in de kom f 2, buiten de kom minstens 3, bij een afstand van meer dan 4 K.M. f 4, meer dan 5 K.M. 5. 4. Speciale consulten, verlos- en heelkun- dige hulp van ongevallen of anderen aard lig- gen buiten de gewone behandeling en gewone honoreering; deze zijn als extra verrichtingen te beschouwen en worden ook als zoodanig vergoed. Bij verschil van meening hierover beslist een scheidsraad. 5. Voor extra verrichtingen wordt het tarief gevolgd der Rijksverzekeringsbank en wordt tevens eene speciale regeling getroffen voor gevallen die in bedoeld tarief niet ge- noemd zijn. 6. Voor deze extra verrichtingen heeft de gewoon behandelende geneesheer (huisarts) de voorrang en de voorkeur, indien hij zulks ver- langt. 7. Voor elke verrichting krijgt de genees kundige een bewijs, dat hij later ter controle bij het Burgerlijk Armbestuur moet over- leggen. 8. Consulten kunnen door den voorzitter van het Burgerlijk Armbestuur op aanvraag van den patient of den arts worden toegestaan. Voor een dergelijk consult wordt de behande lende geneesheer vergoed tweemaal het hono rarium van het gewone bezoek, de mede-con- sulteerende geneesheer, als hij aan den dienst is verbonden driemaal het honorarium. Bij gezamenlijk consult, 's nachts (na acht uur 's avonds), buiten de kom als de afstand meer is dan 5 K.M.: behandelend geneesheer /10; consulteerend geneesheer 15. 9. Voor niet armlastige patienten, die in den loop eener behandeling armlastig worden, kan tariefbetaling met terugwerkende kracht aangenomen worden. Wordt hierover met het Burgerlijk Armbestuur geen overeenstemming verkregen, dan kan de beslissing van den scheidsraad worden ingeroepen. 10. Voor het eerste jaar zal voor den dienst sub 3 en 8 genoemd niet meer in rekening ge bracht worden dan veertien honderd gulden (/1400). Bij overschrijding dezer som, wor den de honoraria ponpondsgewijze verminderd. 11. Over opneming in een ziekenhuis, het toestaan van consulten en andere extra ver richtingen beslist behalve in spoedeischende gevallen, waarin de behandelende geneesheer de beslissing neemt het Burgerlijk Armbestuur met inachtneming van het bepaalde sub 6. 12. Bij afwezigheid zal de geneesheer hier van mededeeling doen aan den voorzitter van het Burgerlijk Armbestuur. 13. Partijen hebben het recht deze overeen komst met een termijn van een maand op te zeggen. 14. Het Burgerlijk Armbestuur heeft het recht, om zeer gewichtige dienstberoeps- redenen, de overeenkomst onmiddellijk te schorsen. Binnen acht dagen moet alsdan de scheidsraad over die schorsing uitspraak kun nen doen. 15. De in deze overeenkomst bedoelde scheidsraad bestaat uit den burgemeester van Ter Neuzen, een lid van het Burgerlijk Arm bestuur, benevens een lid der Afdeeling Z.- Vlaanderen Oostelijk Deel van de Nederland sche Maatschappij van Geneeskunst. 16. Patienten kiezen hun huisarts voor minstens een maand. 17. Bij afwezigheid van den huisarts kan in spoedgevallen een ander ontboden worden. Wij kunnen nu formeel toegeven, dat niet burgemeester en wethouders of de raad die overeenkomst met de geneesheeren afsluit, zoodat men zich daarover niet moet uitspre- ken, doch o.i. ligt het toch wel op den weg van den raad zich uit te spreken over de vraag of de verordening op den geneeskundigen dienst zoodanig zal gewijzigd worden, dat daaruit zou kunnen voortvloeien overeenkom- sten, die niet in het belang der gemeente ge acht zouden worden. Hierbij komt nog, dat wanneer het Burger lijk Armbestuur weigert eene andere overeen komst aan te gaan, dan wij hen hebben voor gesteld en de doktoren daamaast weigeren, die overeenkomst te accepteeren, dat alsdan de geheele geneeskundige armenverzorging in de war zou loopen. Voor wij dus bij den raad kunnen komen met een voorstel tot wijziging van de genees- heel- en verloskundige armenverzorging zal het noodig zijn, dat inzake de bovengenoemde regeling door den raad een uitspraak wordt gedaan. Terzake van de overeenkomst der genees heeren enkele opmerkingen: In de eerste plaats kan nooit geaccepteerd worden, dat een geneesheer de overeenkomst met een termijn van een maand zou kunnen. opzeggen, daardoor wordt de geheele genees kundige armenverzorging op losse schroeven gezet en zou men afhankelijk zijn van de wille- keur der geneesheeren. Het zich maar verbinden voor een jaar lijkt ons met het oog op de stabiliteit van den dienst al zeer bedenkelijk, omdat toch over weinig doktoren te beschikken valt en daar door weer al gauw van de vrije artsenkeuze niets overblijft. De verschillende tarieven door de genees heeren genoemd zijn door ons moeilijk te be- oordeelen, doch wanneer daarbij niet steeds een vast bedrag als uitkeering wordt genoemd (Artikel 10 spreekt alleen over het le jaar. waaruit dus volgt, dat ze het tweede jaar ge heel vrij zullen zijn) dan is absoluut niet na te gaan wat dat de gemeente zal kunnen kosten. Hierbij komt nog, dat het een belang is voor de doktoren, zooveel mogelijk de slechte risico's onder te brengen bij het Burgerlijk Armbestuur, daar ze dan in elk geval betaling zullen krijgen. Dit zal natuurlijk aanleiding geven tot wrijving met dat college, met de da.araan verbonden gevolgen van opzegging der overeenkomst. Deze motieven zijn al voor ons redenen ge noeg, om uw college te adviseeren op de rege ling zooals ze bestaat in Hilversum niet in te gaan. Blijft dus alleen over de regeling zooals die ook in Oisterwijk bestaat. Wordt straks aangenomen het voorstel om personen boven 65 jaar ontslag te verleenen en vinden gedeputeerde staten dit een motief om een dergelijk niet gevraagd ontslag goed te keuren (zie artikel 37 der armenwet) dan kan voor de vrije artsenkeuze Dr. Spruiten burg spoedig afvallen en blijven alleen over Dr. Doussy en Dr. Van Pienbroek. Wanneer die heeren dan eene regeling wenschen, waar bij ieder zal krijgen een vast bedrag, dan be staat daartegen bij ons geen overwegend be zwaar. De opmerking of een dergelijke rege ling praktisch is, speciaal voor de geneeshee ren, werd reeds beantwoord. Willen die hee ren evenwel alsdan ook vasthouden aan tarie ven in bovengenoemde overeenkomst neerge- legd, zonder een maximumbedrag vast te stel len, dan komt men ook daarbij weer voor de moeilijkheid, dat wij niet kunnen nagaan wat de regeling zal kosten. Hierbij komt nog, dat Dr. Van Pienbroek bezwaar heeft zich naar Sluiskil en omgeving te begeven. Voor een groot deel der gemeen te zou van eene vrije artsenkeuze dus al direct niets komen. Daar de vorige vergadering verzocht werd om nadere gegevens betreffende deze kwestie brengen wij bovenstaand ter uwer kennis, met ae mededeeling, dat wij alsnog zullen trachten eene regeling te treffen voor het vaststellen van eene billijke vergoeding aan de genees heeren. Komen wij terzake tot overeenstemming, dan wordt de zaak definitief aan de orde ge steld in een der eerstvolgende raadsvergade- ringen. De VOORZITTER deelt mede, dat met be trekking tot deze kwestie een voorstel is in gekomen van den heer Colsen. Burgemeester en wethouders wenschen dit aan de leden toe te zenden, om het later, tegelijk met andere voorstellen, te behandelen. De leden behoo- ren er in elk geval toch eerst kennis van te nemen. De heer HAMELINK kan zich daarmede vereenigen, doch verzoekt dit zoo vlug moge lijk aan de leden toe te zenden en niet te wachten tot de verzending der stukken voor de eerstvolgende zitting, daar er dan gewoon- lijk te weinig tijd is voor het desgewenscht instellen van een onderzoek. De VOORZITTER zegt spoedige toezending toe. Het voorstel luidt als volgt: De ondergeteekende verbindt zich voor den tijd van twee jaar ingaande heden om zich te belasten met de behandeling van alle personen en hunne gezinnen welke door het Burgerlijk Armbestuur aangewezen zullen worden op de volgende voorwaarden: voor geneeskundige behandeling wordt voor gewoon bezoek de volgende belooning ver leend Van acht uur voormiddags tot acht uur namiddags voor geheel de gemeente Ter Neu zen f 2, bezoek op spreekuren f 1, Van acht uur 's avonds tot acht uur voor middags f 4, Hier wordt alleen onder verstaan behande ling, behalve operatieve behandeling en ver- lossing op een ander tarief. Bij elk bezoek zal de geneesheer een briefje afgeven, aan het hoofd van het gezin, die tevens aan het Burgerlijk Armbestuur zal te betalen hebben 10 cent per bezoek van den geneesheer, wat na gezien te hebben de om- stanaigheden waarin de armlastige verkeert kan teruggegeven worden. Elke geneesheer zal moeten hebben van het Burgerlijk Armbestuur 'n zoogenaamd boekje waarbij hij elk bezoek van den patient een zal afgeven. Consulten kunnen door den voorzitter van het Burgerlijk Armbestuur op verzoek van den patient of geneesheer toegestaan worden. Tarief voor den geneesheer 4, Consulteerende geneesheer als hq ook aan het Burgerlijk Armbestuur is verbonden 4,—. Andere geneesheeren 10, Voor niet armlastige patienten die in den loop der behandeling armlastig worden kan na overeenkomst met het Burgerlijk Armbe stuur in dezelfde ziekte van den patient ook het vorig vergoed worden. Bij afwezigheid van den geneesheer zal hij den voorzitter van het Burgerlijk Armbestuur tijdig verwittigen, en zal hij een plaatsver vanger aanwijzen, waar de patient zich bij moet neerleggen. De patient zal een geneesheer moeten aan wijzen voor 1 jaar. Partijen hebben het recht deze overeen komst per drie maanden op te zeggen. De overeenkomst kan gesloten worden met alle geneesheeren hier in Nederland, maar zijn ook verplicht waar de zieke zich bevindt (ge meente Ter Neuzen) hulp te verleenen. De heer COLSEN moet zijn verwondering uitspreken, dat burgemeester en wethouders alleen mededeelingen doen, doch niet met een oplossing komen. Hij had verwacht, dat ze met een oplossing zouden zijn gekomen. Zoo als het nu staat voorziet hij tegen de volgende vergadering nog geen voorstel. De heer SCHEELE: Maar nu is er toch een voorstel van den heer Colsen? De VOORZITTER verzoekt, in verband met den loop dezer besprekingen, indien er nog raadsleden zijn die in deze een voorstel zou den willen doen, dit dan ook schriftelijk aan burgemeester en wethouders te willen Inzen- den, welke dan ook aan de leden kunnen wor den toegezonden. Het is een kwestie die onder deze omstan- digheden niet gemakkelijk blijkt op te lossen; de raad heeft door zijn besluit om over te gaan tot invoering van vrije artsenkeuze voor de armen burgemeester en wethouders ge plaatst voor een zeer moeilijke kwestie. De heer COLSEN herhaalt, dat burgemees ter en wethouders nog slechts mededeelingen doen, doch geen voorstel. Als hij het goed begrijpt, zal het doen van een voorstel nu worden overgelaten aan den gemeenteraad. De heer DE JAGER geeft te kennen, dat burgemeester en wethouders zich terstond na het nemen van het besluit door den gemeente raad met de oplossing onledig hebben gehou den. Het is echter een lastig vraagstuk, Wat er gebeurd is en het verloop der onderhande- lingen hebben de leden uit de mededeelingen kunnen vememen. Daaruit blijkt ook wel waarom er nog geen voorstel gedaan is. Bur gemeester en wethouders moesten toch ook rekening houden met den wensch van den raad. Komt er nu een lichtpunt van de zijde der raadsleden, dan zullen burgemeester en wethouders dat zeker gaarne aanvaarden. De heer HAMELINK: De heeren zitten vast in het slop. De VOORZITTER merkt op, dat de zaak voor elkaar zou geweest zijn, als de doktoren het voorstel van burgemeester en wethouders hadden aangenomen. Zij waren daartoe ech ter niet bereid en gaven te kennen zelf met een voorstel te zullen komen, waarop burge meester en wethouders gezegd heben: dan kunnen we rustig afwachten. De heer COLSEN vindt het wonderlijk, dat de geneesheeren zoo moeilijk willen mee- werken. De VOORZITTER: Ze zijn wel bereid, als wij maar willen betalen. De heer COLSEN becritiseert de regeling waarbij gesproken wordt van betaling volgens den afstand, van 3, 4 of 5 K.M. Dht moet er volgens hem uit. Hij kan er niet overheen, dat het maken van zoo'n regeling hier zooveel voeten in de aarde moet hebben. In Koewacht. hebben ze op e6n dag z66'n regeling behandeld en vastgesteld. De VOORZITTER merkt op, dat men dat hier best op een kwartier zou kunnen, als de partijen het maar eens waren, doch den lan- gen duur dezer kwestie schuilt in gemis aan overeenstemming. De heer COLSEN wil er op wijzen, dat men volgens de onderhandelingen met de in deze gemeente gevestigde geneesheeren er slechts twee zou krijgen, terwijl de zieken van het ziekenfonds te Sluiskil voor 81 door een geneesheer uit een andere gemeente wordt waargenomen. Daarom heeft spreker voor gesteld ook geneesheeren van elders in aan merking te doen komen. De VOORZITTER: Dat is uw zaak. De heer COLSENHetgeen ik hier heb meegedeeld kunnen de heeren navragen en ik stel dat voor omdat we te Sluiskil juist aan de ?rens wonen en die regeling dus gemakke lijk is.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1929 | | pagina 5