ALGEMEEN NSEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. T-M No. 8317 Dinsdag 1 Januari 1929, 69e Jaargaag Tweede Blad. Nieuwjaar s p o a t. oemesode~bebichteh! 1 Laatste Berichten. BPEOEBIUKEN ST Ook mogen we met genoegen terugzien op hetgeen ook ons land voor het vlieg- wezen beteekent. De herhaalde tochten naar Indie, welke een snellere verbinding van het Moederland met die kolonie daarstellen, zijn daarvan de bewijzen. Het Kerstvliegtuig naar Indie, dat aanvankelijk met tegenspoed had te kampen, heeft nog in het oude jaar het doel van den tocht bereikt. S.d&tm TER NEUZENSCHE COURANT m no w—nnwn.»,i. ABONNEMENTSPRIJS; v3enBdqie^rAmefrika0fP2e253 oveannpnkn7. BOfin Neuzi? P" P°St f U° aI" 3 maanden Bi> vooruitbetalinq fr. per post f 6,60 per jaar voor Beiqie en Amenka f 2,25, overiqe landen /2,60 per 3 maanden fr. per post Abonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetalinq. Rif blad verschijnt iederen Maandaq-, Woensdag- en Vrijdagavond. m Wie op den eersten dag des jaars tot u hun wenschen richten van „veel heil en zegen" en in die woorden iets leggen van hetgeen niet vermindert, naarmate er van gegeven wordt, zij wenden reeds de blikken naar de toekomst, waarheen wij gereed staan op te trek-ken. En in die woorden, mits niet gezegd als een zin- ledige formuie, ligt ook uitgedrukt het be- ginsel der soiidariteit, dat alien maakt tot e6n. Heil en Zegen Vergissen wij ons in den zin der woorden, als wij er in lezen al het geluk dat wij voor ons zelf en voor elkander kunnen bewerken, bekroond door wat van Boven, van den Oorsprong aller goede gaven over ons wordt uit- jjestort Er zijn redenen, om het banale van den Nieuwjaarswensch niet te hoog te taxee- ren, en wij willen aannemen, dat hij in een aantal gevallen best ongezegd had kunnen blijvenToch schijnen hun oudheid en hun algemeenheid er op te wijzen, dat het gebruik beantwoordt aan een behoefte en dat de misschien afgesleten vorm niet zonder inhoud is. De onderscheiden wijzen, waarop de aaenschen met elkander in min of meer vaste aanraking kornen, doet tusschen hen zekere geestelijke betrekking ontstaan, die zich uitdrukt door belangstelling in wederzijdsch lief en leed. Wanneer zij, die de opdracht hebben, op gezette tijden tot de lezers van een blad het woord te richten, hun bij het eerste ochtendkrieken van het jaar een weerklank toeroepen van het „omnia fausta" der ouden, van het „veel heil en zegen" der oud-vader- landsche gemeenzaamheid gelijk wij doen bij deze laat het dan ook zijn een formuie maar een met inhoud. •Het is waar, dezelfde raadselen, die ons op een dag als deze overstelpen, wij staan er dagelijksch voor. Maar opgaande naar een onbekende toekomst, roepen wij elkander nu en dan een woord van bemoe- diging toe. De weg zelf verandert daar- door niet van karakter, en geen van zijn ruwheden zal er door worden weggeno- men, geen van zijn sieraden verdwij.nen. Maar de opgewektheid der wandelaars verlevendigt door de betuiging van de welgezindheid dergenen, die met hen gaan. Zij, die zich voortbewegen in de duisternis van het onbekende, doen af en toe een „halkd* hooren, dat is als een signaal van verkenning en van vereeni- ging, een roep om niet van elkaar afge- dwaald te raken. Er moet van tijd tot tijd appel worden geblazen. De Nieuwjaars- dag is daarvoor bestemd. Het duurt maar kort, voor stilstaan is geen tijd; vervol- gcns, vooruit maar weer Vooruit, niet wetende waarheen, als een kudde, opgestuwd door een onzicht- baren drijver Zoo, vrienden, is het niet. Veel is er, dar ons verborgen blijft, en de lotswisse- tngen aan welke wij onderworpen zullen worden, misschien nog voor het thans in- getreden jaar zijn loop zal hebben vol- bracht, hebben misschien haar schaduwen evenmin vooruitgeloopen, als haar grilli- gen loop afgeteekend. Maar niet doelloos Strompelen wij verder in doffe lijdzaam- faeid. Uit het bewustzijn van en het ver- trouwen in een Opperste Leiding, schep- pen wij ons den moed om een toekomst tegemoet te gaan, die slechts blad voor 'lad zich aan het oog ontrolt. En aan den his meegegeven reiswijzer ontleenen wij let inzicht van de richting, die wij te vol- jen hebben. Op geen anderen dag dan dezen wordt tis zoo duidelijk toegeroepen Weest llmaakt Nooit sterker dan bij der jden wisseling klinkt het vermaan ons tgemoetZoekt uw geluk niet in de din- in der vergankelijkheid. Scherper dan o eenigen anderen herinneringsdag *rdt het door ons onder de aandacht ge- bichtNiet voor zich zelf alleen leeft de misch hier beneden. 't Is waar, niet aller oc onderscheidt met genoegzame juist- hd, en van alle opwekkingen, door de tan der opvolgende geslachten in der eaven loop ontvangen of verspreid. is maar een zeer gering deel tot zijn rat gekomen. Vandaar dat wij van die voaaktheid zoo onmeetbaar ver nog v&/ijderd zijn gebleven. Vandaar ook de dnjende noodzakelijkheid, om diezelfde aatporingen bij elke gelegenheid te her- ba.i en steeds ter harte te nemen, al ■*ven wij ook, dat de opvolging voort- duud veel te wenschen zal overlaten. Hoe noodig dat is, wij voelen het aller- meest aan ons eigen tekortkomingen. Al zullen wij niet met overdreven nederig- heidsbetoon rechtmatige aanspraken op zelfachting afwijzen, toch is bij het op- nieuw voorwaarts gaan een besluit om meer en beter te beantwoorden aan de op ons rustende humaniteitsplichten niet overbodig. Zeker behooren deze dingen tot het domein van het eigen geweten. De hooge ethische beginselen kunnen wij met elkaar tot een onderwerp van studie en van overpeinzing maken, hun toepassing in de levenspractijk is iets geheel indivi- dueels. Maar dat persoonlijke, het komt toch wel degelijk de gemeenschap ten goede. Men noemt deze wel eens de som der individuen. Dat is niet juist. Zij is er de verbinding van. De samenstellende deelen ondergaan elkanders invloed en verande- ren daardoor van wezen, en de plicht van ieder, wiens verantwoordelijkheidsgevoel richtsnoer is van zijn daden, is zorg te dragen, dat die invloed van hfm uitgaan- de, niets anders kan zijn dan een ver- heffende. Reisgenooten zijn wij van zelf, tot goede gezellen moeten wij ons gestadig hervormen. Een betamelijke bescheiden- heid sluit geenszins het streven naar on- misbaarmaking uit, en ofschoon ieder, die heengaat omdat voor hem de weg een eind heett genomen, weten kan, dat zijn taak hervat, zijn arbeid voortgezet, op de grondslagen door hem gelegd, verder ge- bouwd zal worden, toch moeten wij trachten het zoo te maken, dat het be- treurd wordt, dat niet langer ons bijzijn genoten wordt. Voor wie in hetgeen hier gezgd is, een opwekking tot verwaandheid meent te lezen, moeten wij met leedwezen verkla- ren, niet duidelijk genoeg te zijn geweest. Vooruit maar weer De tijd snelt voort, het leven is kortVooruit, on- danks moeiten en bezwaren, niet afge- schrikt door achterliggende teleursteilin- gen. Het ziet er waarnjk niet naar uit, dat ook de tranen er komen zullen. Wei mag de fortuin soms begunstigen, „die wacht en stille zit", doch zij laat dat wel eens na ook. Het is al meermalen gezegd, dat wij moeilijke tijden beleven. Het is nog steeds een tijdperk van herstel, van herstel van veel dat zoo wreed werd verwoest, van een zoeken naar andere, nieuwere banen. Wij zijn deels toeschouwers, deels mede- werkers aan dat groote werk. Men vraagt regelingen, men zoekt op- lossingen. Geijkte beschouwingen en voorheen onbetwiste stellingen worden op zijde geschoven, zelfs de grondslagen van het gebouw der door traaitie en eer- waardigtieid op den troon der onaantast- baarheid geplaatste beginselen worden tot een nader onderzoek ondergraven. Onder deze omstandigheden moeten het menschen van karakter zijn, die de leiding hebben, en karakter mag ook den volge- lingen niet ontbreken, opdat zij niet wor den weggesleept in den maalstroom van allerlei tegenstrijdige leering Vooruit dus, met vasten tred, te mid den van de buitengewoon belangrijke omstandigheden, waarvan ten slotte de wereldhistorie de oplossing zal neer- schrijven. Er bestaat nog steeds internationale spanning. De vermetigende wereldoorlog die Europa, die een zoo groot deel van de wereld teisterde, schijnt nog niet genoeg lessen te hebben gegeven. Het schijnt wel, dat nog steeds kiemen voor een nieuwen krijg worden gelegd, die, het kan niet anders, dan ten slotte op algeheele zelf- vernietiging zou moeten uitloopen. Ook op maatschappelijk terrein is er nog steeds strijd, strijd van levensopvat- tingen, van levensbeschouwingen, maar ook wegens levensomstandigheden. Wij kunnen ons aan die stroomingen, al zou- den we het willen, niet ontworstelen. We worden er onwillekeurig in meegesleept. Dat bij dit alles dan ieder onzer, hetzij man of vrouw, toone den ernst der tijden te begrijpen, en naar eigen, eerlijke over- tuiging handele. Met een onverschillig voorbijgaan wordt evenmin iets verwor- ven als met een lijdzaam meegaan. Gij, die ook vooruit moet, loop zelf En waarheen des levens gang ook voe- ren zal of wij, bij komenden strijd, elkander als bondgenooten steunen of als tegenstanders nooit als vijanden, niet- waar bekampen zullen, laten wij op dezen dag, die van den jaarsovergang, elkaar ontmoeten in gemeenschappelijke heilwenschen voor ons Vaderland voor ons Gewest, voor onze Gemeente, voor ons -Vorstelijk Huis en voor onze over- heden, voor het welzijn van ons geheele Nederlandsche Volk Nog even een terugblik werpende treft het ons, dat de pogingen om de volken nader bijeen te brengen, nog zoo weinig zichtbaar resultaat opleveren. Er komt steeds naar voren strijd van belangen. Herhaaldelijk blijkt van een vrees te wor den overvleugeld, en dit heeft dan ook tengevolge dat de pogingen om een eind te maken aan het aanbouwen van oorlogs- tuig evenmin resultaat opleveren. Zeker, er zijn verschillende grootmachtigen die zich bij monde hunner afgevaardigden uitspreken voor beperking van ontwape- ning, doch daar practisch alleen voor blijken te zijn indien zij de supprematie op anderen kunnen behouden ot verkrijgen. En daarin schuilt ongetwijfeld een gevaar. Indien men over dergelijke vermelings- wefcktuigen beschikt is er ten slotte we hebben dit ervaren niet zooveel voor noodig om die ook te gebruiken. Maar, laat dit nog niet ontmoedigen, om met het streven naar vrede, naar be- j slechting van geschillen op vreedzame wijze voort te gaan. Geheel zonder resul taat zijn die pogingen niet. Reeds meer- dere malen kwamen deze beginselen tot practische toepassing. En zelfs in deze 1 dagen mag naar we vermeenen geconsta- I teerd worden dat tusschenkomst van an dere staten heeft voorkomen dat de twee Zuid-Amerikaansche staten Bolivia en Paraguay formeel met elkaar een oorlog zijn begonnen. Voor vredesarbeid was het verloopen jaar niet onbelangrijk. De techniek vierde hoogtij. Voor het eerst werd door vliege- niers een vliegtocht gemaakt van Europa in Westelijke richting over den Atlanti- schen Oceaan. Het waren de Duitsche Oceaanvliegers Kohl en Von Hunefeld, die met den Ierschen kolonel Fritz Mau rice 12 April in Ierland opstegen en 13 April op het onherbergzame Greenly aan de Canadeesche kust te landen. De Franschen Costes en Le Brix maak- ten via Zuid-Amerika een vlucht naar New-York en den Engelschen Hinklei vloog in 17 dagen naar Australie. Hmchliffe en miss Elsie Mackay stegen op voor een Oceaanvlucht en kwamen om het leven. De meest opzienwekkende gebeurte- nis was wel de Noordpool-expeditie van den Italiaanschen generaal Nobile, die wegens de droevige uitkomst daarvan een heel andere sensatie opleverde dan de fascistische Italiaansche regeering er van had gehoopt. Het Italiaansche luchtschip Italia' landde 6 Mei op Spitsbergen, vloog in den nacht van 23 Mei over de Noordpool en wierp een kruis naar be neden. Tegenwind belemmerde de terug- keer naar Spitsbergen en men hoorde niets meer van het luchtschip en zijn be- manning, tot op 7 Juni, toen draadlooze teekens van Nobile en een deel zijner ge zellen werden opgevangen. Hoe de red ding van een deel der expeditie plaats had. dat men van een ander deel niets meer hoorde, en evenmin van Amundsen en Guilbaud, die met een vliegtuig ter red ding waren opgestegen, ligt nog versch in het geheugen. Met groote voldoening vernam de bewoonde wereld de geslaag- de reddingspogingen van den Zweed- schen vlieger Lundborg, die Nobile redde en van de bemanning van den Russischen ijsbreker Krassin, die 2 deelen der expedi tie redde, alsmede de expeditie waarbij ook onze landgenoot Sjef van Dongen be- hoorde, die ter redding was uitgetogen. Herinnerd kan voorts worden aan den geslaagden tocht met het Zeppelin-lucht- schip naar de Vereenigde Staten, en hoe de ,,Graf Zeppelin" het eerste luchtschip was waarmede een tocht over den Atlan- tischen Oceaan heen en weer werd ge maakt. Het was een groot succes voor de techniek der luchtvaart. Voor ons Vaderland in het algemeen was voor zoover wij meenen te kunnen constateeren het afgeloopen jaar vrij be- vredigend. Handel en nijverheid vertoon- den in verschillende takken ontwikkeling en bloei. Toch bleef de toestand nog zorg- vol. De vooruitgang of uitbreiding van bedrijven was niet van dien aard, dat er voor alle nijvere handen werk in is te vinden. Hieruit vloeit voort, dat hetbe- staan voor vele kommervol is en steun uit de openbare kassen in een of anderen vorm niet gemist kan worden. Schokkende gebeurtenissen kwamen in ons land niet voor en voor omvangrijke rampen bleven we bewaard, al dreigden stormvloeden in de laatste weken van het verloopen jaar weer groote streken onder water te zetten, en werd dit ook het lot van enkele polders. In de laatste weken was onze Noord- zeekust weer getuige van scheepsonge- vallen, van het vergaan van schepen, doch bleek ook weer bij vernieuwing dat ons land flinke mannen telt, die in de red- dingsbooten hun leven wagen voor het redden van schepelingen, en daardoor velen van een wissen dood redden, al kan hun dat helaas niet in alle qevallen qe- lukken. Ook de resultaten die onze deskundigen ten opzichte van de draadlooze telefonie bereiken, ten opzichte van de verbinding tusschen Nederland en Oost-Indie, trek ken de aandacht der geheele wereld. Omtrent ons gewest valt weinig naar voren te brengen. Verschillende onder- werpen in verband met haar economisch welzijn, welke bij den aanvang van het jaar aanhangig waren, zijn dit nog. Het spook der werkloosheid dreigt hier nog steeds. De vertogen die in den loop van het jaar tot de landsregeering werden gericht, de besprekingen door vertegen- woordigers in de Staten-Generaal inge- leid, hadden tot resultaat dat de bijzon- dere aandacht op Zeeuwsch-Vlaanderen werd gevestigd en het is te hopen dat ten slotte resultaten ten goede niet zullen uit- blijven. Zoo is het evenzeer met verschillende wenschen die voor het welzijn onzer stad worden gekoesterd en die zich voorname- lijk groepeeren rond de belangen onzer haven, welke eenmaal de kurk was, waar op de gemeente dreef. De verschillende omstandigheden die hare opleving belem- meren bleven nog steeds bestaan. Een geluk is het daarom dat door onderne- mende ingezetenen andere bronnen zijn aangeboord, welke voor een deel tege- moetkomen aan de werkeloosheid die an ders hen die in het havenbedrijf werkzaam zijn, een zeer groot deel van het jaar zou- den treffen. Bijzondere omstandigheden zijn voorts aanleiding geweest dat in aanmerking genomen de bekende ongun- stige omstandigheden de druk der werkloosheid in het afgeloopen jaar min der zwaar was*dan voorafgaande jaren. De hoop mag uitgesproken worden dat het door den Minister van Arbeid aange- kondigde overleg er toe leiden zal dat al- thans een der belemmeringen zal worden opgegeven, en dat voorts de in ontwerp zijnde plannen voor havenuitbreiding spoedig tot uitvoering zullen kunnen ko men, opdat zal kunnen voorzien worden in de behoefte aan opslagplaatsen. De gang van zaken heeft wel bewezen dat men nog niet bij de pakken neerzit en wel degelijk tracht zelf handen uit den mouw te steken. Mogen nu de regee- ringsorganen voor hun deel tegemoet- komen op die punten waarin het particu- lier initiatief machteloos staat. Moge het ook onze stedelijke bestuur- deren niet aan het noodige doorzicht ont breken voor het bevorderen van het alge meen welzijn der gemeente: omzichtigheid en bedachtzaamheid kan daarbij niet wor den gemist. Wij. uitgeefster en redactie der Ter Neuzensche Courant kunnen ook weer met voldoening op de afgelegde baan terugzien. Wij hopen onze taak op de zelfde wijze te blijven voortzetten. Dank uitsprekende aan onzen steeds toenemen- den lezerskring, en aan hen die ons blad kozen voor hunne publiciteit, spreken wij ten slotte de hoop uit, dat 1929 voor alle moge zijn een gciukkig en voorspoedig jaar TER NEUZEN, 1 JAN. 1929. BEN TEGENSPRAAK. Mej. J. van der Lubben verzoekt ons tegen te spreken het dezer dagen in ons blad gepubliceerde bericht dat zij als no. 2 voorkomt op de voordracht ter benoeming eener onderwijzeres aan de openbare school te Pijnacker. IN EEN SEOOT GEREDEN. Gisteravond omstreeks 9 uur hoorden enkele personen die van den Baandijk kwamen, langs het pad bij de tegelfabriek hulpgeroep. Bij onderzoek bleek, dit te komen uit een daarbij liggende sloot. Mej. de wed. Claes Lauret was, door duisternis misleid, met haar rjjwiel in de sloot gereden. Door W. Brugge- man en P. Dieleman werd zij, zeer bemodderd uit haar benarde positie gered. IN HET I1ANAAE GEREDEN. Door een defect aan de stuurinrichting van zijn auto reed de heer Ir. Lindenberg gister nabij Stroodorp in het kanaal. Hij wist zich uit de auto te redden en den wal te bereiken Later is de auto opgevischt. VOETBAL. 3e klasse A. Afd. IV. Vlissingen IIZeeiandia II W alcherenGoes HulstSinoto TerneuzenZierikzee 4—2 1—2 4—0 10-O Terneuzen IZierikzee I. 100. Niettegenstaande het zeer slechte weer, had gisteren alhier de wedstrijd Terneuzen IZie rikzee I toch plaats, en wist de thuisclub te winnen met dubbele cijfers, 100. Axel ITerneuzen II. 21 Terneuzen II speelde gister een wedstrijd voor den Z.V.B. te Axel, tegen Axel I en moest daar het ond'erspit delven met 21, (Axel ver kreeg het winnende punt door een toegeken- den strafschop). Het tweede elftal heeft zich zeer kranig ge- houden, en men kan aannemen, dat hare tegen standers rekening met haar hebben te houden KIND DOOR ZIJN MOEDER GEDOOD. Aan het onvermoeide werken van de mare- chaussee te Nieuwer-Amstel is het te danken, dat er licht is gekomen in de duistere zaak van het vinden van het lijk van een ddnjarig meisje in een tocht in den Bovenkerkerpolder Een wachtmeester der marechaussde is op aanwijzing van een chauffeur, met de kleer- tjes en het portret van het kind naar het R.-K Doorgangshuis gegaan. Daar zijn de kleertjes herkend als die van het kind, dat Woensdag- avond door de moeder was gehaald. Het por tret werd echter niet herkend. Door deze herkenning wist men zoo goed als zeker, dat hier misdrijf in het spel was en wie de ver- moedelijke daderes was. Het was een 20jarige dienstbode, die een goed jaar geleden van een onecht kind is bevallen. Het kind is een jaar in het R. K. Doorgangshuis geweest. Vrijdagavond is zij door de marechaussdt bij de familie, waar zij als dienstbode in be trekking was, in hechtenis genomen. Nog's avonds heeft zij een volledige beken- tenis afgelegd. Zij had haar daad begaan. omdat zij niet van het meisje hield en zich er van wenschle te ontdoen. Zij woonde vroeger in Amstelveen en heeft de daad daar gepleegd omdat zij er goed den weg wist. De 20jarige vrouw is thans opgesloten in de marechaussee-kazerne. MOORD TE OQSTBURG. Voor den Officier van Justitie te Mid- delburg is voorgeleid R. B„ verdacht van den moord op een meisje te Oostburg. Verdachte bekende den moord te hebben bedreven. MIDDELBURG. Gisteravond onge- veer 10 uur werd in de woning van V. W in de Giststraat brand ontdekt. De be- woners waren bij buren naar de radio gaan luisteren, terwijl het eenig kindje van vier maanden oud alleen was achter- gebleven. Op een tweetal koffers was nabij de wieg een brandend petroleum- lampje gezet. De wieg schijnt vlam t« hebben gevat, waardoor een brandje ont- stond, hetwelk echter spoedig gebluscht kon worden. Het kindje had evenwel zul-ke ernstige brandwonden opgeloopen, dat het na on- geveer 2J^ uur in het gasthuis is over- leden. LOOP DER BEVOLKING VAN TER NEUZEN. In de afgeloopen week zijn uit deze ge meente vertrokken: J. P. Plansoen, zonder, L. Kerkstraat 44, naar Woensel. E. F. Schelstraete, landb.knecht, Veldstraat 16, naar Westdorpe. G. C. Dane, fabrieksarbeider, Dekker. tra^ 23, naar Eindhoven. E. Serrarens, bakkersknecht, Dijkstraat 31 naar Stoppeldijk. J. J. Bliek, matroos, Roeiersgang 4, naar Amsterdam. F. Clemminck, onderwijzer, Hoogsteeg naar Eindhoven. I. van Oppen, zonder, Noordstraat 101, naar Eindhoven. M. N. de Braal, huishoudster, Tholensstrdat 41, naar Groede. (Nadruk verboden.) TER NEUZEN, Huweiy ks-aangiften. 27 Dec Abraham oud 25 j., jm. en Adriana Cornelia Dieleman oud 25 j., jd. Geboorten. 20 Dec. Adriana Johanna, d. van Jan Jacob Janse en van Pieternella Magrieth.- Oppenneer. 22 Dec. Franz Cornelis. z. van Cor nelis de Rubber en van Francina Johanna Kusmann. 23 Dec. Caihalijntje, d. van Willem Loof en van Johanna Elisabeth Mechielsen. 24 Dec. Pieternella Margrietha, d. van Gilles An- thonie't Gilde en van Jozina Catharina Harte 25 Dec. Paulina Janna, d. van Jan Huijssen en van Janna Adriana Paulina Dieleman. 27 Dec. Catharina Josephina, d. van Petrus Henderi- cus de Bruijn en van Martina Catharina Re- merij. Overlijden. 24 Dec. Apolonia van Overmeeren (van Axel), oud 55 j., echtg. van Florimond Seghers. 26 Dec. Neeltje Reijnhout, oud 62 j.. echtg. van Izaak Nonnekes. .ar AT

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1929 | | pagina 5