ALGEMEEN NSEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
T-M
No. 8317
Dinsdag 1 Januari 1929,
69e Jaargaag
Tweede Blad.
Nieuwjaar
s p o a t.
oemesode~bebichteh!
1
Laatste Berichten.
BPEOEBIUKEN ST
Ook mogen we met genoegen terugzien
op hetgeen ook ons land voor het vlieg-
wezen beteekent. De herhaalde tochten
naar Indie, welke een snellere verbinding
van het Moederland met die kolonie
daarstellen, zijn daarvan de bewijzen. Het
Kerstvliegtuig naar Indie, dat aanvankelijk
met tegenspoed had te kampen, heeft nog
in het oude jaar het doel van den tocht
bereikt.
S.d&tm
TER NEUZENSCHE COURANT
m no w—nnwn.»,i.
ABONNEMENTSPRIJS; v3enBdqie^rAmefrika0fP2e253 oveannpnkn7. BOfin Neuzi? P" P°St f U° aI" 3 maanden Bi> vooruitbetalinq fr. per post f 6,60 per jaar
voor Beiqie en Amenka f 2,25, overiqe landen /2,60 per 3 maanden fr. per post Abonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetalinq.
Rif blad verschijnt iederen Maandaq-, Woensdag- en Vrijdagavond.
m
Wie op den eersten dag des jaars tot
u hun wenschen richten van „veel heil
en zegen" en in die woorden iets leggen
van hetgeen niet vermindert, naarmate er
van gegeven wordt, zij wenden reeds de
blikken naar de toekomst, waarheen wij
gereed staan op te trek-ken. En in die
woorden, mits niet gezegd als een zin-
ledige formuie, ligt ook uitgedrukt het be-
ginsel der soiidariteit, dat alien maakt tot
e6n.
Heil en Zegen Vergissen wij ons in
den zin der woorden, als wij er in lezen
al het geluk dat wij voor ons zelf en voor
elkander kunnen bewerken, bekroond
door wat van Boven, van den Oorsprong
aller goede gaven over ons wordt uit-
jjestort
Er zijn redenen, om het banale van den
Nieuwjaarswensch niet te hoog te taxee-
ren, en wij willen aannemen, dat hij in een
aantal gevallen best ongezegd had kunnen
blijvenToch schijnen hun oudheid en
hun algemeenheid er op te wijzen, dat het
gebruik beantwoordt aan een behoefte en
dat de misschien afgesleten vorm niet
zonder inhoud is.
De onderscheiden wijzen, waarop de
aaenschen met elkander in min of meer
vaste aanraking kornen, doet tusschen hen
zekere geestelijke betrekking ontstaan,
die zich uitdrukt door belangstelling in
wederzijdsch lief en leed. Wanneer zij,
die de opdracht hebben, op gezette tijden
tot de lezers van een blad het woord te
richten, hun bij het eerste ochtendkrieken
van het jaar een weerklank toeroepen
van het „omnia fausta" der ouden, van
het „veel heil en zegen" der oud-vader-
landsche gemeenzaamheid gelijk wij
doen bij deze laat het dan ook zijn een
formuie maar een met inhoud.
•Het is waar, dezelfde raadselen, die ons
op een dag als deze overstelpen, wij staan
er dagelijksch voor. Maar opgaande naar
een onbekende toekomst, roepen wij
elkander nu en dan een woord van bemoe-
diging toe. De weg zelf verandert daar-
door niet van karakter, en geen van zijn
ruwheden zal er door worden weggeno-
men, geen van zijn sieraden verdwij.nen.
Maar de opgewektheid der wandelaars
verlevendigt door de betuiging van de
welgezindheid dergenen, die met hen
gaan. Zij, die zich voortbewegen in de
duisternis van het onbekende, doen af en
toe een „halkd* hooren, dat is als een
signaal van verkenning en van vereeni-
ging, een roep om niet van elkaar afge-
dwaald te raken. Er moet van tijd tot tijd
appel worden geblazen. De Nieuwjaars-
dag is daarvoor bestemd. Het duurt maar
kort, voor stilstaan is geen tijd; vervol-
gcns, vooruit maar weer
Vooruit, niet wetende waarheen, als
een kudde, opgestuwd door een onzicht-
baren drijver
Zoo, vrienden, is het niet. Veel is er,
dar ons verborgen blijft, en de lotswisse-
tngen aan welke wij onderworpen zullen
worden, misschien nog voor het thans in-
getreden jaar zijn loop zal hebben vol-
bracht, hebben misschien haar schaduwen
evenmin vooruitgeloopen, als haar grilli-
gen loop afgeteekend. Maar niet doelloos
Strompelen wij verder in doffe lijdzaam-
faeid. Uit het bewustzijn van en het ver-
trouwen in een Opperste Leiding, schep-
pen wij ons den moed om een toekomst
tegemoet te gaan, die slechts blad voor
'lad zich aan het oog ontrolt. En aan den
his meegegeven reiswijzer ontleenen wij
let inzicht van de richting, die wij te vol-
jen hebben.
Op geen anderen dag dan dezen wordt
tis zoo duidelijk toegeroepen Weest
llmaakt Nooit sterker dan bij der
jden wisseling klinkt het vermaan ons
tgemoetZoekt uw geluk niet in de din-
in der vergankelijkheid. Scherper dan
o eenigen anderen herinneringsdag
*rdt het door ons onder de aandacht ge-
bichtNiet voor zich zelf alleen leeft de
misch hier beneden. 't Is waar, niet aller
oc onderscheidt met genoegzame juist-
hd, en van alle opwekkingen, door de
tan der opvolgende geslachten in der
eaven loop ontvangen of verspreid. is
maar een zeer gering deel tot zijn
rat gekomen. Vandaar dat wij van die
voaaktheid zoo onmeetbaar ver nog
v&/ijderd zijn gebleven. Vandaar ook de
dnjende noodzakelijkheid, om diezelfde
aatporingen bij elke gelegenheid te her-
ba.i en steeds ter harte te nemen, al
■*ven wij ook, dat de opvolging voort-
duud veel te wenschen zal overlaten.
Hoe noodig dat is, wij voelen het aller-
meest aan ons eigen tekortkomingen. Al
zullen wij niet met overdreven nederig-
heidsbetoon rechtmatige aanspraken op
zelfachting afwijzen, toch is bij het op-
nieuw voorwaarts gaan een besluit om
meer en beter te beantwoorden aan de op
ons rustende humaniteitsplichten niet
overbodig. Zeker behooren deze dingen
tot het domein van het eigen geweten. De
hooge ethische beginselen kunnen wij met
elkaar tot een onderwerp van studie en
van overpeinzing maken, hun toepassing
in de levenspractijk is iets geheel indivi-
dueels.
Maar dat persoonlijke, het komt toch
wel degelijk de gemeenschap ten goede.
Men noemt deze wel eens de som der
individuen. Dat is niet juist. Zij is er de
verbinding van. De samenstellende deelen
ondergaan elkanders invloed en verande-
ren daardoor van wezen, en de plicht van
ieder, wiens verantwoordelijkheidsgevoel
richtsnoer is van zijn daden, is zorg te
dragen, dat die invloed van hfm uitgaan-
de, niets anders kan zijn dan een ver-
heffende.
Reisgenooten zijn wij van zelf, tot
goede gezellen moeten wij ons gestadig
hervormen. Een betamelijke bescheiden-
heid sluit geenszins het streven naar on-
misbaarmaking uit, en ofschoon ieder,
die heengaat omdat voor hem de weg een
eind heett genomen, weten kan, dat zijn
taak hervat, zijn arbeid voortgezet, op de
grondslagen door hem gelegd, verder ge-
bouwd zal worden, toch moeten wij
trachten het zoo te maken, dat het be-
treurd wordt, dat niet langer ons bijzijn
genoten wordt.
Voor wie in hetgeen hier gezgd is, een
opwekking tot verwaandheid meent te
lezen, moeten wij met leedwezen verkla-
ren, niet duidelijk genoeg te zijn geweest.
Vooruit maar weer De tijd snelt
voort, het leven is kortVooruit, on-
danks moeiten en bezwaren, niet afge-
schrikt door achterliggende teleursteilin-
gen. Het ziet er waarnjk niet naar uit, dat
ook de tranen er komen zullen. Wei mag
de fortuin soms begunstigen, „die wacht
en stille zit", doch zij laat dat wel eens na
ook.
Het is al meermalen gezegd, dat wij
moeilijke tijden beleven. Het is nog steeds
een tijdperk van herstel, van herstel van
veel dat zoo wreed werd verwoest, van
een zoeken naar andere, nieuwere banen.
Wij zijn deels toeschouwers, deels mede-
werkers aan dat groote werk.
Men vraagt regelingen, men zoekt op-
lossingen. Geijkte beschouwingen en
voorheen onbetwiste stellingen worden
op zijde geschoven, zelfs de grondslagen
van het gebouw der door traaitie en eer-
waardigtieid op den troon der onaantast-
baarheid geplaatste beginselen worden
tot een nader onderzoek ondergraven.
Onder deze omstandigheden moeten het
menschen van karakter zijn, die de leiding
hebben, en karakter mag ook den volge-
lingen niet ontbreken, opdat zij niet wor
den weggesleept in den maalstroom van
allerlei tegenstrijdige leering
Vooruit dus, met vasten tred, te mid
den van de buitengewoon belangrijke
omstandigheden, waarvan ten slotte de
wereldhistorie de oplossing zal neer-
schrijven.
Er bestaat nog steeds internationale
spanning. De vermetigende wereldoorlog
die Europa, die een zoo groot deel van de
wereld teisterde, schijnt nog niet genoeg
lessen te hebben gegeven. Het schijnt wel,
dat nog steeds kiemen voor een nieuwen
krijg worden gelegd, die, het kan niet
anders, dan ten slotte op algeheele zelf-
vernietiging zou moeten uitloopen.
Ook op maatschappelijk terrein is er
nog steeds strijd, strijd van levensopvat-
tingen, van levensbeschouwingen, maar
ook wegens levensomstandigheden. Wij
kunnen ons aan die stroomingen, al zou-
den we het willen, niet ontworstelen. We
worden er onwillekeurig in meegesleept.
Dat bij dit alles dan ieder onzer, hetzij
man of vrouw, toone den ernst der tijden
te begrijpen, en naar eigen, eerlijke over-
tuiging handele. Met een onverschillig
voorbijgaan wordt evenmin iets verwor-
ven als met een lijdzaam meegaan. Gij,
die ook vooruit moet, loop zelf
En waarheen des levens gang ook voe-
ren zal of wij, bij komenden strijd,
elkander als bondgenooten steunen of als
tegenstanders nooit als vijanden, niet-
waar bekampen zullen, laten wij op
dezen dag, die van den jaarsovergang,
elkaar ontmoeten in gemeenschappelijke
heilwenschen voor ons Vaderland voor
ons Gewest, voor onze Gemeente, voor
ons -Vorstelijk Huis en voor onze over-
heden, voor het welzijn van ons geheele
Nederlandsche Volk
Nog even een terugblik werpende treft
het ons, dat de pogingen om de volken
nader bijeen te brengen, nog zoo weinig
zichtbaar resultaat opleveren. Er komt
steeds naar voren strijd van belangen.
Herhaaldelijk blijkt van een vrees te wor
den overvleugeld, en dit heeft dan ook
tengevolge dat de pogingen om een eind
te maken aan het aanbouwen van oorlogs-
tuig evenmin resultaat opleveren. Zeker,
er zijn verschillende grootmachtigen die
zich bij monde hunner afgevaardigden
uitspreken voor beperking van ontwape-
ning, doch daar practisch alleen voor
blijken te zijn indien zij de supprematie op
anderen kunnen behouden ot verkrijgen.
En daarin schuilt ongetwijfeld een gevaar.
Indien men over dergelijke vermelings-
wefcktuigen beschikt is er ten slotte we
hebben dit ervaren niet zooveel voor
noodig om die ook te gebruiken.
Maar, laat dit nog niet ontmoedigen,
om met het streven naar vrede, naar be-
j slechting van geschillen op vreedzame
wijze voort te gaan. Geheel zonder resul
taat zijn die pogingen niet. Reeds meer-
dere malen kwamen deze beginselen tot
practische toepassing. En zelfs in deze
1 dagen mag naar we vermeenen geconsta-
I teerd worden dat tusschenkomst van an
dere staten heeft voorkomen dat de twee
Zuid-Amerikaansche staten Bolivia en
Paraguay formeel met elkaar een oorlog
zijn begonnen.
Voor vredesarbeid was het verloopen
jaar niet onbelangrijk. De techniek vierde
hoogtij. Voor het eerst werd door vliege-
niers een vliegtocht gemaakt van Europa
in Westelijke richting over den Atlanti-
schen Oceaan. Het waren de Duitsche
Oceaanvliegers Kohl en Von Hunefeld,
die met den Ierschen kolonel Fritz Mau
rice 12 April in Ierland opstegen en 13
April op het onherbergzame Greenly aan
de Canadeesche kust te landen.
De Franschen Costes en Le Brix maak-
ten via Zuid-Amerika een vlucht naar
New-York en den Engelschen Hinklei
vloog in 17 dagen naar Australie.
Hmchliffe en miss Elsie Mackay stegen
op voor een Oceaanvlucht en kwamen om
het leven.
De meest opzienwekkende gebeurte-
nis was wel de Noordpool-expeditie van
den Italiaanschen generaal Nobile, die
wegens de droevige uitkomst daarvan een
heel andere sensatie opleverde dan de
fascistische Italiaansche regeering er van
had gehoopt. Het Italiaansche luchtschip
Italia' landde 6 Mei op Spitsbergen,
vloog in den nacht van 23 Mei over de
Noordpool en wierp een kruis naar be
neden. Tegenwind belemmerde de terug-
keer naar Spitsbergen en men hoorde
niets meer van het luchtschip en zijn be-
manning, tot op 7 Juni, toen draadlooze
teekens van Nobile en een deel zijner ge
zellen werden opgevangen. Hoe de red
ding van een deel der expeditie plaats had.
dat men van een ander deel niets meer
hoorde, en evenmin van Amundsen en
Guilbaud, die met een vliegtuig ter red
ding waren opgestegen, ligt nog versch in
het geheugen. Met groote voldoening
vernam de bewoonde wereld de geslaag-
de reddingspogingen van den Zweed-
schen vlieger Lundborg, die Nobile redde
en van de bemanning van den Russischen
ijsbreker Krassin, die 2 deelen der expedi
tie redde, alsmede de expeditie waarbij
ook onze landgenoot Sjef van Dongen be-
hoorde, die ter redding was uitgetogen.
Herinnerd kan voorts worden aan den
geslaagden tocht met het Zeppelin-lucht-
schip naar de Vereenigde Staten, en hoe
de ,,Graf Zeppelin" het eerste luchtschip
was waarmede een tocht over den Atlan-
tischen Oceaan heen en weer werd ge
maakt. Het was een groot succes voor de
techniek der luchtvaart.
Voor ons Vaderland in het algemeen
was voor zoover wij meenen te kunnen
constateeren het afgeloopen jaar vrij be-
vredigend. Handel en nijverheid vertoon-
den in verschillende takken ontwikkeling
en bloei. Toch bleef de toestand nog zorg-
vol. De vooruitgang of uitbreiding van
bedrijven was niet van dien aard, dat er
voor alle nijvere handen werk in is te
vinden. Hieruit vloeit voort, dat hetbe-
staan voor vele kommervol is en steun
uit de openbare kassen in een of anderen
vorm niet gemist kan worden.
Schokkende gebeurtenissen kwamen in
ons land niet voor en voor omvangrijke
rampen bleven we bewaard, al dreigden
stormvloeden in de laatste weken van het
verloopen jaar weer groote streken onder
water te zetten, en werd dit ook het lot
van enkele polders.
In de laatste weken was onze Noord-
zeekust weer getuige van scheepsonge-
vallen, van het vergaan van schepen, doch
bleek ook weer bij vernieuwing dat ons
land flinke mannen telt, die in de red-
dingsbooten hun leven wagen voor het
redden van schepelingen, en daardoor
velen van een wissen dood redden, al kan
hun dat helaas niet in alle qevallen qe-
lukken.
Ook de resultaten die onze deskundigen
ten opzichte van de draadlooze telefonie
bereiken, ten opzichte van de verbinding
tusschen Nederland en Oost-Indie, trek
ken de aandacht der geheele wereld.
Omtrent ons gewest valt weinig naar
voren te brengen. Verschillende onder-
werpen in verband met haar economisch
welzijn, welke bij den aanvang van het
jaar aanhangig waren, zijn dit nog. Het
spook der werkloosheid dreigt hier nog
steeds. De vertogen die in den loop van
het jaar tot de landsregeering werden
gericht, de besprekingen door vertegen-
woordigers in de Staten-Generaal inge-
leid, hadden tot resultaat dat de bijzon-
dere aandacht op Zeeuwsch-Vlaanderen
werd gevestigd en het is te hopen dat ten
slotte resultaten ten goede niet zullen uit-
blijven.
Zoo is het evenzeer met verschillende
wenschen die voor het welzijn onzer stad
worden gekoesterd en die zich voorname-
lijk groepeeren rond de belangen onzer
haven, welke eenmaal de kurk was, waar
op de gemeente dreef. De verschillende
omstandigheden die hare opleving belem-
meren bleven nog steeds bestaan. Een
geluk is het daarom dat door onderne-
mende ingezetenen andere bronnen zijn
aangeboord, welke voor een deel tege-
moetkomen aan de werkeloosheid die an
ders hen die in het havenbedrijf werkzaam
zijn, een zeer groot deel van het jaar zou-
den treffen. Bijzondere omstandigheden
zijn voorts aanleiding geweest dat in
aanmerking genomen de bekende ongun-
stige omstandigheden de druk der
werkloosheid in het afgeloopen jaar min
der zwaar was*dan voorafgaande jaren.
De hoop mag uitgesproken worden dat
het door den Minister van Arbeid aange-
kondigde overleg er toe leiden zal dat al-
thans een der belemmeringen zal worden
opgegeven, en dat voorts de in ontwerp
zijnde plannen voor havenuitbreiding
spoedig tot uitvoering zullen kunnen ko
men, opdat zal kunnen voorzien worden
in de behoefte aan opslagplaatsen.
De gang van zaken heeft wel bewezen
dat men nog niet bij de pakken neerzit en
wel degelijk tracht zelf handen uit den
mouw te steken. Mogen nu de regee-
ringsorganen voor hun deel tegemoet-
komen op die punten waarin het particu-
lier initiatief machteloos staat.
Moge het ook onze stedelijke bestuur-
deren niet aan het noodige doorzicht ont
breken voor het bevorderen van het alge
meen welzijn der gemeente: omzichtigheid
en bedachtzaamheid kan daarbij niet wor
den gemist.
Wij. uitgeefster en redactie der Ter
Neuzensche Courant kunnen ook weer
met voldoening op de afgelegde baan
terugzien. Wij hopen onze taak op de
zelfde wijze te blijven voortzetten. Dank
uitsprekende aan onzen steeds toenemen-
den lezerskring, en aan hen die ons blad
kozen voor hunne publiciteit, spreken wij
ten slotte de hoop uit, dat 1929 voor alle
moge zijn
een gciukkig en voorspoedig jaar
TER NEUZEN, 1 JAN. 1929.
BEN TEGENSPRAAK.
Mej. J. van der Lubben verzoekt ons
tegen te spreken het dezer dagen in ons
blad gepubliceerde bericht dat zij als no. 2
voorkomt op de voordracht ter benoeming
eener onderwijzeres aan de openbare
school te Pijnacker.
IN EEN SEOOT GEREDEN.
Gisteravond omstreeks 9 uur hoorden enkele
personen die van den Baandijk kwamen,
langs het pad bij de tegelfabriek hulpgeroep.
Bij onderzoek bleek, dit te komen uit een
daarbij liggende sloot. Mej. de wed. Claes
Lauret was, door duisternis misleid, met haar
rjjwiel in de sloot gereden. Door W. Brugge-
man en P. Dieleman werd zij, zeer bemodderd
uit haar benarde positie gered.
IN HET I1ANAAE GEREDEN.
Door een defect aan de stuurinrichting van
zijn auto reed de heer Ir. Lindenberg gister
nabij Stroodorp in het kanaal. Hij wist zich
uit de auto te redden en den wal te bereiken
Later is de auto opgevischt.
VOETBAL.
3e klasse A. Afd. IV.
Vlissingen IIZeeiandia II
W alcherenGoes
HulstSinoto
TerneuzenZierikzee
4—2
1—2
4—0
10-O
Terneuzen IZierikzee I. 100.
Niettegenstaande het zeer slechte weer, had
gisteren alhier de wedstrijd Terneuzen IZie
rikzee I toch plaats, en wist de thuisclub te
winnen met dubbele cijfers, 100.
Axel ITerneuzen II. 21
Terneuzen II speelde gister een wedstrijd
voor den Z.V.B. te Axel, tegen Axel I en moest
daar het ond'erspit delven met 21, (Axel ver
kreeg het winnende punt door een toegeken-
den strafschop).
Het tweede elftal heeft zich zeer kranig ge-
houden, en men kan aannemen, dat hare tegen
standers rekening met haar hebben te houden
KIND DOOR ZIJN MOEDER GEDOOD.
Aan het onvermoeide werken van de mare-
chaussee te Nieuwer-Amstel is het te danken,
dat er licht is gekomen in de duistere zaak
van het vinden van het lijk van een ddnjarig
meisje in een tocht in den Bovenkerkerpolder
Een wachtmeester der marechaussde is op
aanwijzing van een chauffeur, met de kleer-
tjes en het portret van het kind naar het R.-K
Doorgangshuis gegaan. Daar zijn de kleertjes
herkend als die van het kind, dat Woensdag-
avond door de moeder was gehaald. Het por
tret werd echter niet herkend. Door deze
herkenning wist men zoo goed als zeker, dat
hier misdrijf in het spel was en wie de ver-
moedelijke daderes was. Het was een 20jarige
dienstbode, die een goed jaar geleden van een
onecht kind is bevallen. Het kind is een jaar
in het R. K. Doorgangshuis geweest.
Vrijdagavond is zij door de marechaussdt
bij de familie, waar zij als dienstbode in be
trekking was, in hechtenis genomen.
Nog's avonds heeft zij een volledige beken-
tenis afgelegd. Zij had haar daad begaan.
omdat zij niet van het meisje hield en zich er
van wenschle te ontdoen. Zij woonde vroeger
in Amstelveen en heeft de daad daar gepleegd
omdat zij er goed den weg wist.
De 20jarige vrouw is thans opgesloten in de
marechaussee-kazerne.
MOORD TE OQSTBURG.
Voor den Officier van Justitie te Mid-
delburg is voorgeleid R. B„ verdacht van
den moord op een meisje te Oostburg.
Verdachte bekende den moord te hebben
bedreven.
MIDDELBURG. Gisteravond onge-
veer 10 uur werd in de woning van V. W
in de Giststraat brand ontdekt. De be-
woners waren bij buren naar de radio
gaan luisteren, terwijl het eenig kindje
van vier maanden oud alleen was achter-
gebleven. Op een tweetal koffers was
nabij de wieg een brandend petroleum-
lampje gezet. De wieg schijnt vlam t«
hebben gevat, waardoor een brandje ont-
stond, hetwelk echter spoedig gebluscht
kon worden.
Het kindje had evenwel zul-ke ernstige
brandwonden opgeloopen, dat het na on-
geveer 2J^ uur in het gasthuis is over-
leden.
LOOP DER BEVOLKING VAN
TER NEUZEN.
In de afgeloopen week zijn uit deze ge
meente vertrokken:
J. P. Plansoen, zonder, L. Kerkstraat 44,
naar Woensel.
E. F. Schelstraete, landb.knecht, Veldstraat
16, naar Westdorpe.
G. C. Dane, fabrieksarbeider, Dekker. tra^
23, naar Eindhoven.
E. Serrarens, bakkersknecht, Dijkstraat 31
naar Stoppeldijk.
J. J. Bliek, matroos, Roeiersgang 4, naar
Amsterdam.
F. Clemminck, onderwijzer, Hoogsteeg
naar Eindhoven.
I. van Oppen, zonder, Noordstraat 101, naar
Eindhoven.
M. N. de Braal, huishoudster, Tholensstrdat
41, naar Groede.
(Nadruk verboden.)
TER NEUZEN,
Huweiy ks-aangiften. 27 Dec Abraham
oud 25 j., jm. en Adriana Cornelia Dieleman
oud 25 j., jd.
Geboorten. 20 Dec. Adriana Johanna, d. van
Jan Jacob Janse en van Pieternella Magrieth.-
Oppenneer. 22 Dec. Franz Cornelis. z. van Cor
nelis de Rubber en van Francina Johanna
Kusmann. 23 Dec. Caihalijntje, d. van Willem
Loof en van Johanna Elisabeth Mechielsen. 24
Dec. Pieternella Margrietha, d. van Gilles An-
thonie't Gilde en van Jozina Catharina Harte
25 Dec. Paulina Janna, d. van Jan Huijssen en
van Janna Adriana Paulina Dieleman. 27 Dec.
Catharina Josephina, d. van Petrus Henderi-
cus de Bruijn en van Martina Catharina Re-
merij.
Overlijden. 24 Dec. Apolonia van Overmeeren
(van Axel), oud 55 j., echtg. van Florimond
Seghers. 26 Dec. Neeltje Reijnhout, oud 62 j..
echtg. van Izaak Nonnekes.
.ar
AT