Huis en Hot
Pluimvee-rubriek.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
5. Toeslag voor vlasbewerkiiig.
De vraag naar de mogelykheid om een toe-
slag van gemeentewege te geven aan de vlas-
hewerkers op electriciteit, teneinde het vlas-
awingelen alzoo werkgelegenheid in de ge
meente te bevorderen, heeft ons een onderzoek
hloen instellen.
Het resultaat is, dat het ons voorkomt, dat
ooor het geven van een toeslag (van b.v. 5
cent per K.W.) op de verbruikte electriciteit
rts de vlasserijen, de werkgelegenheid daar-
door niets zal bevorderd worden, omdat deze
toeslag een bedrag van 40 a 50 cent per baal
atal vertegenwoordigen, daar men voor een
baal 6 a 8 K.W. electriciteit noodig heeft.
De heer 't GILDE zou een stapje verder
willen gaan. Naar hij vemeemt, wordt te
Ht. Jansteen 25 toeslag op het loon ge-
geven. Indien dit ook hier gedaan werd, zou
er naar hij verwacht iets meer gedaan kunnen
worden en zouden de werkloozen daarmede
aeker gebaat zijn.
De VOORZITTER acht dat ook niet onmo-
gelijk, maarmen moet dan niet vergeten
wat dit zal kosten.
De heer't GILDE vraagt of er door de com-
mlssie in die richting al eens een onderzoek
is ingesteld.
De VOORZITTER merkt op, dat de heeren
Van de Bilt en Dielemajn, trouwens de heer
't Gilde zelf ook, deel maken van die commis-
sle en dus weten kunnen welke moeilijkheden
er aan verbonden zyn, om in die richting te
werken.
De heer DIELEMAN gelooft, dat het prae-
advies van Burgemeester en Wethouders er
aardig uitziet. Gevraagd is om by de 5 cent
van het ryk nog 5 cent van de gemeente te
geven. Hij vraagt in verband hiermede of het
die toeslag ook zal geven bij gebruik van
gas
De VOORZITTER: Daarvan is mij niets
brikend.
De heer DIELEMANHet is volgens des-
kandige voorlichting bekend, dat een K.W.U.
electriciteit gelyk staat met 1 M3. gas. Indien
nt» die reductie van 5 cent ook werd toege-
staan voor gas, en de gemeente gaf er ook nog
wat bij, zouden ze voor niets kunnen draaien.
Als ze het dan nog niet doen, zou blyken, dat
er een ander bezwaar is, dat er geen energie
voor is, en het niet in de duurte van de drijf-
kracht zit.
De VOORZITTER gelooft, dat men by ge
bruik van gas voor drrjfkracht ook wel toeslag
mal krijgen.
De heer VAN DE BILT merkt op, dat Bur
gemeester en Wethouders in hun antwoord
■eggen, dat het weinig beteekent, maar als de
gemeente ook 5 cent gaf, zou de stroomprijs
toch dalen van 25 tot 15 cent per K.W.U. en
is het verschil met Belgie niet zoo groot meer.
Bt wordt altyd gezegd, dat de stroomprys van
grooten invloed is en dat, indien ze voor het
■elfde bedrag terecht konden, dat ze in
Stekene moeten betalen, ze hier evengoed kun
nen vlassen als daar. Tweemaal 5 cent per
K.W.U. wordt dan f 1 per baal. Bij een der-
gulyke regeling vervalt dan toch het motief
dat de krachtstroom zoo duur is, en als het
dan nog niet kan, blykt, dat er andere kwes-
tiee tusschen zitten. Ze zeggen dat ze het
ale de stroom goedkoop was evengoed kun
nen als in Belgie. Spreker is daarvan niet
overtuigd, maar h(j zou er dan toch de proef
van willen genomen zien.
De heer OGGEL geeft te kennen, dat Bur
gemeester en Wethouders tot hun voorstel ge-
komen zyn, omdat ze tot de wetenschap zijn
gekomen dat die 5 cent toeslag per K.W.U.
electrische stroom niets te beteekenen heeft.
Bet maakt volgens de berekening van deskun-
digen een verschil van 40 tot 50 cent per baal
en dat is op een verkoopsprijs per baal van
f 80 tot 100 niet van invloed. Voor die 50 cent
meer of minder laat men een bedrijf niet stil
etaan of zet het er niet voor in exploitatie.
De heer J. DE FEIJTER: Dat doen ze ook
niet voor 10 cent toeslag.
De heer DIELEMAN: Nog niet als ze het
voor niets krijgen.
De heer VAN DE BILT: Dan komen ze van
bet ryk, met hun 5 cent toeslag ook in een
iMwpottelijk licht!
Bestrating Julianastraat.
De verwijzing naar den slechten toestand,
waarin de Julianastraat verkeert, doet ons
■aededeelen, dat dit gedeelte straat, waarvan
reeds een gedeelte vemieuwd is, het volgend
jaar weer zoover mogelijk zal worden ver-
nleuwd, als er geld op de betrokken post be-
eehikbaar is, daar deze vemieuwing uit de
gewone middelen bestreden moeten worden.
De heer DIELEMAN zou met het voortzet-
ven van de verbetering der straat niet te lang
w&chten.
De VOORZITTER geeft te kennen, dat dit
ook niet de bedoeling is.
T. Verbetering berm van den Nieuwendijk.
De naar voren gebrachte wensch tot ver
betering van den berm van den Nieuwendijk,
<joet ons mededeelen, dat wy de gemaakte
plannen van beklinkeren (met oud materiaal)
van dien berm hebben prijs gegeven, in ver
band met het ter bevoegde plaatse medege-
deelde plan tot herziening van de bestrating
van dit gedeelte, zonder de ontstane berm, ten-
gevolge van de demping der sloot, waardoor
tHe verharding, tengevolge van die vemieu
wing vein den weg, voorloopig voorbarig werk
•al worden. Intusschen is van onzentwege
gezorgd, dat op dat gedeelte sintels zyn ge-
Strooid, voor voorloopige verharding van het
pad.
De heer DIELEMAN zou die verbetering
willen doorgetrokken zien tot aan het eind van
lit huizenrij.
De VOORZITTER deelt mede, dat dit ook
de bedoeling is; er is echter voor het oogen-
bBk moeilijk aan de noodige sintels te komen.
De heer OGGEL: Het is de bedoeling langs
de geheele huizenrij een voorloopige voorzie-
aing te treffen. Later, als de bestrating van
den weg gemaakt is, kan dan gezien worden
hoe de gemeente het best met de verbetering
van den zijkant bij den weg kan aansluiten.
8. Steunregeling.
Als antwoord op de vraag over de steun
regeling, welke dezen winter zal gelden, wordt
door Burgemeester en Wethouders medege-
deeld, dat aan de loonboekjes streng de hand
•al worden gehouden, evenals in het begin van
het jaar is gepubliceerd.
Er zal in overleg met de betrokken commis-
eOe van advies een behoorlijk verschil worden
gemaakt, tusschen een uitkeering aan een ge-
organiseerde en een ongeorganiseerde.
Overigens zal dezelfde gedragslijn worden
gevolgd, die vorig jaar golden.
De heer 't GILDE vraagt, of niet kan ge-
aegd worden welke normen by de steimregeling
■ullen gelden.
De VOORZITTER deelt mede, dat dit vooraf
niet kan gezegd worden, dit moet door de com-
uaissie nader worden vastgesteld. Vermoede-
l^jk zal dit zijn zooals het vorig jaar, n.l. 45
ban het grondloon voor de niet georganiseer-
den en 60 voor de georganiseerden.
De heer't GILDE zou het verschil tusschen
georganiseerden en niet-georganiseerden nog
lets grooter willen zien, aangezien er naar ge-
etreefd behoort te worden de arbeiders den
plicht om zich te organiseeren nog meer onder
het oog te brengen. Er bestaan nu verschil
lende organisaties, zoodat ze zich niet van aan-
eluiting behoeven terug te houden. Het is
ook een voordeel voor de gemeente, dat de
menschen in dit opzicht wat meer tot hun
plicht worden gebracht. Hij zou dus de onge-
organiseerden nog minder willen geven.
De heer VAN DE BILT komt daartegen op,
want die menschen moeten ten slotte toch ook
kunnen leven en als ze nog minder krijgen
komen ze dan toch bij het armbestuur om het
tekortkomende aankloppen.
De heer 't GILDE meent, dat de gemeente
in deze opvoedend werk moet doen. Het
plichtsgevoel om zich te organiseeren moet bij
de menschen wakker gemaakt worden. Dan
dragen ze zelf voor hun werklooze dagen by.
Als men niet laat gevoelen, dat het een tekort-
koming is, als iemand zich niet organiseert en
ze toch een voldoende uitkeering krijgen,
kweekt dat onverschilligheid.
De heer VAN DE BILT is er ook voor, dat
de menschen zich bij een of andere vereeniging
organiseeren, maar is er toch tegen hen te
dwingen.
De heer 't GILDE beschouwt het niet als
dwang, maar als ze georganiseerd zijn betaalt
de arbeider, het rijk en de gemeente ieder edn
derde.
De heer VAN DE BILT zegt, dat dit niet
zooveel verschil maakt, de heer't Gilde rekene
het maar eens na.
De VOORZITTER geeft te kennen, dat by
de besprekingen in de commissie met de ge
maakt e opmerkingen rekening zal worden ge
houden.
9. Uitbreiding gasleiding naar den Armen-
dyk.
Voorstel van Burgemeester en Wethouders
zulks naar aanleiding van de vraag in de vo-
rige zitting, om de gasleiding van den Armen-
dyk in Oostelyke richting uit te breiden, ten
einde de daar aanwezige woningen van gas te
voorzien.
Overeenkomstig het advies van de Gascom-
missie stellen wy den raad voor, niet tot uit
breiding in dien weg over te gaan, op grond
van het ingesteld onderzoek van den Directeur
der Gasfabriek, dat slechts enkele bewoners
daar gasaansluitingen wenschen en de kosten
van die uitbreiding daarvoor te belangrijk zijn.
De VOORZITTER deelt nog mede, dat er
maar 2 gegadigden voor aansluiting waren.
Burgemeester en Wethouders stellen daarom
voor, niet tot de uitbreiding over te gaan.
Met algemeene stemmen wordt aldus be-
sloten.
10. Gaslevering naar Zaamslag.
Voorstel van Burgemeester en Wethouders
zulks naar aanleiding van een vraag van den
heer Koster in een der vorige vergaderingen
van Uwen raad, naar de mogelijkheid van gas-
levering in de gemeente Zaamslag.
Ons college heeft de gascommissie deze
vraag voorgelegd, welk antwoord u vindt in
bygaand rapport.
Wy stellen uwen raad voor, dit plan voor
loopig niet nader uit te werken en uit te stel
len tot wy over meer bedrijfsresultaten van
onze exploitatie in Ter Neuzen beschikken en
dit nader emstig te overwegen, wanneer de
tyd daarvoor het meest geschikt is.
De heer KOSTER is door dit antwoord te-
leurgesteld. Het was niet zijn bedoeling om
terstond tot die uitbreiding over te gaan, doch
hij had gaarne nadere gegevens over derge-
lyke uitbreiding ontvangen, b.v. een kosten-
berekening. De gemeente heeft nu een groot
gasbedryf en moet daarom trachten meer af-
zetgebied te krijgen. Bij dergelijke uitbreiding
zou het bovendien ook mogelijk worden om
nog 2 buitenbuurten der gemeente aan gas te
helpen.
De VOORZITTER deelt mede, dat Burge
meester en Wethouders hebben gemeend niet
in dien geest te moeten werkzaam zijn, aan
gezien zy, mdt de gascommissie van oordeel
zijn, dat het nog niet de geschikte tijd is om
Zaamslag te voorzien van gas.
De heer KOSTER: Dat was toch geen be
zwaar om eens een kostenberekening te
maken.
De VOORZITTER ziet daarvan het nut niet
in, als men het toch nog niet de geschikte tijd
acht om het te doen. De fabriek is nog niet
eens gereed.
De heer KOSTER blijft er by, dat dit geen
bezwaar behoefde te zijn om een kostenbere
kening te maken.
De heer J. DE FEIJTER geeft te kennen,
dat, afgezien van de kostenberekening, de gas
commissie van oordeel is, dat het thans niet
het geschikte oogenblik is om daarover te be-
ginnen. Zij meent, dat dit iets anders zou zyn
als de gemeente Zaamslag biijk gaf naar gas
te verlangen. Er is nu ook nog in 't verschiet
de uitbreiding naar Sluiskil en weet niet hoe
deze zich zal ontwikkelen.
De heer KOSTER zou toch graag een bere
kening van de kosten hebben gezien; het ma
ken daarvan behoefde toch niets te kosten.
De heer OGGEL wijst er op, dat men daar
mede toch nog niets zou vooruit zijn. Wat is
men vooruit met de wetenschap dat b.v. die
uitbreiding 150.000 zal kosten. Dan is men
nog niets verder. Om de rentabiliteit te kun
nen nagaan moet men iets weten omtrent de
vermoedelijke afname. De winst moet komen
uit de afgeleverde hoeveelheid. Om een en an
der nauwkeurig te berekenen zou men noodig
hebben een kaart van de gemeente en de ver-
langens moeten kennen die het gemeente-
bestuur deswege zou hebben. Wat het zou kos
ten om het gas van hier naar Zaamslag te
brengen zonder meer is gemakkelijk ge-
noeg uit te rekenen. Men heeft dan maar te
weten wat de buizen per meter lengte ge-
legd kosten. Dat de afstand 5% K.M. is,
weet men, zoodat het dan vlug genoeg te be
rekenen is. Maar daar schiet men niets
mee op.
De heer KOSTER: Het is toch met het oog
op eventueele levering naar Ter Neuzen ook
zoo gegaan.
De heer OGGEL: Zeker, maar het gemeen-
tebestuur van Ter Neuzen had gevraagd of we
tot gaslevering bereid waren. Die hadden twee
plannen levering door de „Mabeg" of door
Axel tegenover elkaar.
De heer KOSTER verklaart niet met het
antwoord te kunnen instemmen; hij zal er
thans niet verder op ingaan, doch misschien
later hieromtrent een voorstel doen.
De heer 't GILDE uit zijn verwondering,
dat de heer Koster nu zoo voortvarend is om
tot uitbreiding over te gaan, terwijl hij er
vroeger zooveel bezwaren tegen had. Hij
meent dat het een geheel verkeerde politiek
zou zyn om thans van hieruit te gaan onder-
handelen met Zaamslag; die gemeente moet
zelf eerst haar wensch om aan te sluiten ken-
baar maken.
De heer KOSTER geeft te kennen, dat het
nu wel eenig verschil maakt met vroeger; de
gemeente zit thans met een groot bedrijf, te
groot voor de bestaande behoeften en daar
om behoort gezocht te worden naar een ge-
legenheid om een grooter afzetgebied te krij
gen.
De heer OGGEL merkt op, dat het bedryf
niet te groot is voor Axel en Ter Neuzen
samen.
De heer KRUIJSSE acht het beter dat men
de ontwikkeling van het tegenwoordig be
drijf eens afziet. Indien men tot de door den
heer Koster beoogde uitbreiding overging zou
er weer een paar ton kapitaal ook in gesto-
ken moeten worden. Zoodoende komt men
nooit aan het eind.
11. Herziening verordening schoolgeldbe-
lasting.
De naar voren gebrachte wensch om eene
herziening van de verordening voor de school-
geldbelasting, waarin vermindering van belas-
ting voor meer dan een kind uit een gezin toe-
passing vindt, heeft ons, schrijven Burge
meester en Wethouders, in verband met de in
uitzicht gestelde wet inlichtingen doen in-
winnen of een dergelijke herziening nu reeds
koninklijke goedkeuring zal erlangen.
Hierop is tot op heden nog geen antwoord
ingekomen.
De heer 't GILDE is van meening, dat nie-
mand ter wereld daar op dit oogenblik ant
woord op kan geven. Weliswaar gold vroeger
de regeling van 20 aftrek voor het 2de
kind; 40 aftrek voor het 3de kind; 60
aftrek voor het 4de kind; 80 aftrek voor
het 5de kind, terwijl meerdere kinderen vrij-
gesteld werden van schoolgeldbetaling, doch
bij wet van 16 Februari 1923 is deze regeling
wegens administratieven aanslag ingetrokken.
Indien er dus antwoord op de door Burge
meester en Wethouders gevraagde inlichtin
gen komt zal dit naar zijn meening niet twy-
felachtig zijn.
De VOORZITTER deelt mede, dat er ten
deze verschillende beschikkingen zijn genomen.
Er zijn colleges die zich van dat besluit niets
hebben aangetrokken en een regeling hebben
gehouden in den vorm zooals men die ook hier
wenscht. Er bestaan ook in enkele gemeenten
in Zeeuwsch-Vlaanderen dergeiyke regelingen.
Daarom is er over geschreven en verwachten
Burgemeester en Wethouders bericht.
De heer OGGEL merkt op, dat het toch
niet meer mag.
De VOORZITTER: Naai ons ter oore is
gekomen hebben anderen het toch gedaan. Er
zyn dus verschillende beschikkingen genomen.
Daarom zijn inlichtingen gevraagd.
De heer 't GILDE: Dan zullen wij maar
op moed leven.
De heer CLAESSENS weet wel dat dit hier
precies niet bij te pas komt, doch vraagt of
de voorzitter hem nu ook kan zeggen hoe het
staat met het conflict betreffende de aanslag
wegens schoolgeld.
De VOORZITTER wil wel in 't kort ant-
woorden, ofschoon deze vraag meer zou thuis
hooren bij de rondvraag. Er bestaat, voor
zoover hem bekend is, geen conflict. Hy weet
niet beter of het schoolgeld wordt normaal
ontvangen volgens het tweede kohier, en dat
het eerste buiten toepassing blijft.
4. Benoeming lid Burgerlijk Armbestuur.
Wegens periodieke aftreding van den heer
J. de Kraker Rz., met wie, overeenkomstig
artikel 1 van het Reglement van het Burger
lijk Armbestuur ter benoeming wordt voor-
gedragen M. van Fraaijenhove.
De VOORZITTER noodigt de heeren J. en
P. de Feijter uit met hem het stembureau te
vorm en.
Benoemd wordt de heer De Kraker met 9
stemmen. Op den heer Van Fraayenhove is
1 stem uitgebracht.
5. Vacature Burgerlijk Armbestuur.
De VOORZITTER deelt mede, dat is inge
komen een schrijven van den heer J. de Ferj-
ter Lz., waarin deze mededeelt te bedanken
voor het lidmaatschap van het Burgerlgk
Armbestuur.
Burgemeester en Wethouders stellen voor,
dit ontslag op de meest eervolle wijze te ver-
leenen. Spreker voegt hieraan toe, dat, waar
de heer De Feyter gedurende 18 jaar de func
tie van lid en voorzitter van dat college heeft
bekleed, zijn besluit gebillijkt moet worden en
meent hy uit aller naam te spreken, indien
hy den heer De Feijter dank zegt voor de
diensten die hij in die functie aan de gemeente
heeft bewezen.
De heer J. DE FEIJTER wil zijn dank uit-
spreken voor deze sympathieke woorden en
voor het vertrouwen dat de raad, blijkens de
telkens herhaalde benoemingen, in hem heeft
gesteld. Hij is voor wat betreft het vervullen
der functie met aangename herinneringen ver-
vuld, aangezien de onderlinge samenwerking
steeds van aangenamen aard was.
De heer VAN DE BILT kan ook namens
alle leden van het Burgerlijk Armbestuur
dank zeggen voor de hartelijke wijze waarop
de heer J. de Feijter met alien in het college
heeft samengewerkt en men zal hem zeker
dikwijls herdenken. Het zal moeilijk zijn een
plaatsvervanger voor hem te vinden aange
zien hij zoo eerlyk en aardig zijn taak als lid
en voorzitter van het college heeft volbracht.
De VOORZITTER deelt mede, dat het hen
wenschelijk voorkomt dat het te benoemen lid
in de buitenwijken woont. Zij hebben voor het
vervullen dezer vacature een voordracht opge-
maakt, waarop in alfabetische orde zijn ge-
plaatst R. C. Boeije Rz. en Lev. de Putter Jz.
De benoemde zal 31 December 1930 aftreden.
De heer 't GILDE vraagt naar de redenen
van dien wenk.
De VOORZITTER geeft te kennen, dat in
het Burgerlyk Armbestuur de rollen worden
verdeeld, dat verschillende leden in de kom
wonen, doch dat het, aangezien de aftredende
buiten de kom woonde, wenschelijk is, dat hij
door iemand van buiten wordt opgevolgd.
De heer 't GILDE merkt op, dat de voor
zitter toch ook aan den heer Van Luik heeft
gevraagd of hij een benoeming zou aanvaar-
den. Dat was toch niet iemand uit de buiten
wijken
De VOORZITTER erkent den heer Van
Luik gepolst te hebben, doch hij deed dit in
opdracht van Burgemeester en Wethouders.
Er wordt tijdens de voorbereiding van een
voorstel wel eens meer iets gedaan, dat ten
slotte niet tot een definitief voorstel of tot
uiting komt.
De heer OGGEL voegt hieraan toe, dat er
voor zulke vacatures gezocht wordt naar
candidaten, hetgeen in den regel moeilijk is.
Aangezien men te voren niet verzekerd was
dat men van buiten over candidaten zou kun
nen beschikken zijn er ook uit de kom gepolst,
maar zoodra er van buiten beschikbaar ble-
lten te zyn, bleven die uit de kom buiten be-
spreking. Er is ook aan den heer J. de Fey
ter gevraagd of hij er geen wist uit zyn om-
geving. Hij antwoordde ontkennend en toen is
er gezocht. Bij zulke gelegenheden volgt na-
tuurlijk de eene stap op de andere en deze
voordracht is er het resultaat van.
Alsnu wordt overgegaan tot stemming, met
het resultaat dat de heer De Putter benoemd
wordt met 4 stemmen; op den heer Boeye zyn
3 stemmen uitgebracht en 3 briefjes welke
den heer't Gilde aanwijzen zyn van onwaarde.
Omtrent dit resultaat der stemming blykt
eenige verwondering, aangezien enkele leden
eene nieuwe vrije stemming hadden verwacht,
op grond dat geen volstrekte meerderheid
(die voor het totaal der ingeleverde briefjes
6 zou bedragen) is behaald.
De heer OGGEL merkt op, dat men niet uit
het oog moet verliezen dat het „een voor
dracht" betreft en geen aanbeveling is.
De heer DIELEMAN erkent dat verschil,
maar meent, dat daarmede by het uitbrengen
der stemmen toch wel geen rekening zal ge
houden zijn.
De VOORZITTER wijst er op, dat dit uit
het prae-advies toch duidelijK blykt. Aange
zien de briefjes welke een naam bevatten bui
ten de voordracht van onwaarde moeten ver-
klaard worden zyn er slechts 7 briefjes geldig
en de volstrekte meerderheid bedraagt 4, welk
aantal stemmen door den heer De Putter is
verkregen. Indien men zich met de voordracht
niet kon vereenigen had de raad die aan Bur
gemeester en Wethouders kunnen terugzen-
den, maar stemmen buiten de voordracht kan
tegen de voordracht geen effect ressorteeren.
6. Benoeming gemeente-opzichter.
Burgemeester en Wethouders herinneren,
dat in de vergadering op 8 December 1927 de
heer D. van den Berg met ingang van 1 Ja-
nuari 1928 is benoemd tot gemeente-opzichter,
voorloopig voor e6n jaar. Aangezien dit jaar
bijna ten einde is en de prestaties van ge-
noemden heer aan Burgemeester en Wethou
ders voldoende reden geven voor een vaste
aanstelling stellen zij voor, dezen functionaris
definitief te benoemen met ingang van 1 Ja-
nuari a.s.
De heer Van den Berg wordt met algemeene
stemmen definitief benoemd.
(Wordt vervolgdj
KAMERPLANTEN EN WARMTE EN
DIERLIJKE PARASIETEN.
Voor vele kamerplanten is het weer de kwa-
de tyd, waarin vele planten, dank zij een on-
oordeelkundige behandeling, een ontijdig einde
vinden. Voor alles hebben de kamerplanten
licht, versche lucht en ook warmte noodig, doch
dit laatste punt levert altyd de grootste moei-
lykheden op. Licht en versche lucht is er in den
regel wel voldoende aanwezig, doch praat lie-
ver niet over een juiste en d'oelmatige warmte.
Voor eenige dagen moesten we dit nog eens
aanschouwelijk ondervinden. We genoten gast-
vrijheid by vriendelyke menschen en zaten in
een kamertje, waar de kachel stond te bran-
den dat het een lust was. Resultaat een veel
te warme atmosfeer en waar het nuttige ke-
teltje op den kachel ontbrak, was deze warmte
eenvoudig ondraaglijk. De gastvrouw beklaag-
de zich in het gesprek over het feit, dat haar
bloemetjes het zoo miserabel deden en kon zich
maar niet begrijpen waarin dit nu lag. Wy
van onzen kant waren meer verwonderd over
het feit, dat er nog eenig leven te ontdekken
viel in de geslachtofferde plantjes, welke in
deze atmosfeer groote kans hadden in den
winter te worden gehooid.
Gelnkkig zyn tal van planten niet zoo heel
kieskeurig en juist zulke zijn geschikt voor ka-
merchltuur. De schommelingen tusschen de
dag- en nachttemperatuur is voor heel wat
planten fataal. Zooveel mogelyk moet de tem-
peratuur constant zijn en blijven en sterke
schommelingen moeten vermed'en worden.
En vooral de warmte ook weer niet overdrij-
ven. Dit is niet alleen voor de planten, doch
ook voor onszelf totaal verkeerd.
De hooge temperaturen zijn in den zomer
veel gemakkelijker te verdragen dan in den
winter. Het verschil ligt in de vochtigheidstoe-
stand van buiten- en kamerlucht. In een ka-
mer en vooral daar, waar geen keteltje water
staat te stoomen, drogen we letterlijk uit. En
voor de dunne, sappige organen der bladeren,
is zoo'n d'rogerij in het klein nog heel wat on-
aangenamer en gevaarlijker.
In het algemeen de planten zoo ver mogelijk
van de kachel af. Staan ze te warm dan zijn
we gedwongen weer meer te gieten en dat
moet juist voorkomen worden.
Een ander gevaar in den winter voor kamer
planten is de tocht. Hierop wordt veel te wei
nig gelet en niets is verraderlijker dan dit.
Hoe vaak treffen we geen planten in de ka-
mer aan, die op hun natuurlijke standplaats
nooit aan eenzijdige afkoelingen als tocht bloot
staan.
Ook met het oog op parasieten moet tocht
vermeden worden. Gevleugelde vrouwelijke luf-
zen, die te zwak zijn om anders dan in een
volkomen rustige lucht in een willekeurige
richting te vliegen, worden door de luchtstroom
gedragen in de richting waarin deze waait.
Met tocht komen ze dus van buiten en een
neerstrijkend exemplaar verwekt in een mi
nimum van tijd een heele schare van nakome-
lingen. Hoe talrijk ze zich zullen ontwikkelen,
hang-t geheel af van de min of meer gunstige
omstandigh ed'en
Bij onze gastvrouw troffen we bij een Aspi-
listra een heele kolonie van Aphorua ambu-
lans aan. Dit zijn kleine diertjes, wit van kleur
met zes pooten en tamelijk lange voelsprieten.
Vooral bij het gieten komen ze duidelijk voor
den dag, aangezien ze bij rijkelijk gieten naar
boven komen drijven. Komen ze in een groot
aantal voor, dan kunnen ze wel degelijk scha-
delijk zijn. Hun aanwezigheid is vaak het ge-
volg van een al te natten toestand, waardoor
de grond min of meer verzuurd. Verpotten in
een goede frissche aarde is dan een uitste-
kend middel. Ze kunnen echter eveneens on
der normale omstandigheden voorkomen. Waar
ze bij rijkelijk gieten boven komen drijven, is
dit ook een gemakkelijk middel om ze op te
ruimen. We plaatsen de aangetaste planten
eenvoudig in een emmer water (eerst dit wa
ter op temperatuur brengen in den winter) en
de kleine rakkers spooler, over den rand' der
pot heen. Herhalen we dit eenige malen, dan
zijn de meesten wel verdwenen. Letten we de
volgende dagen wat scherp op, dan laten de
overgeblevenen zich eveneens gemakkelyk ver-
wyderen en is het euvel verholpen.
Vragen, deze rubriek betreffende,
kunnen door de abonne's worden ge-
zonden aan Dr. te Hennepe, Dier-
gaardesingel 96, Rotterdam. Post-
zegel van 7% cent voor antwoord in-
sluiten en blad vermelden.
VAN EEN VOGEL, DIE ALS EEN
ZEPPELIN IN DE LUCHT DRIJFT, VAN
DE EEND DIE ONDER WATER DUIKT EN
VAN DE KIP DIE GEEN PLEURUS
KRIJGT.
Hebt gij er wel eens verbaasd over gestaan
dat een eend zoo geweldig lang onder water
kan blyven? Hebt ge wel eens een kip open-
gemaakt die van binnen er net uitzag of ze
met groen fluweel bekleed was? Niet? Ook al
niet erg, dan zal ik u er toch wat van ver-
tellen.
Op school leeren we by de ontleedkunde der
zoogdieren dat de longen in de borstholte lig-
gen, die begrensd wordt door de borstwanden
en het middenrif, dat de borstholte van de
buikholte scheidt. De oppervlakte der longen
is evenals de binnenvlakte der ribben en van
het middenrif bekleed met een glad vliesje, het
borstvlies, of met een geleerd woord, de pleu
ra. Als de ribben opgeheven worden zuigt de
borstholte zich als het ware vol lucht, d.w.z.
de longen worden met lucht gevuld. Deze lucht
stroomt door den neus naar binnen, passeert
vervolgens de keelholte en de luchtpijp en komt
dan in de longbuisjes. De luchtpijp vertakt
zich namelyk net als een boom in de longen,
steeds worden de takjes fijner en nauwer en
tenslotte eindigen deze fijne takjes in kleine
blaasjes, de longblaasjes. Hier is de wand zoo
dun, dat het bloed' dat de wand der blaasjes
omspoelt, de zuurstof uit de lucht opneemt en
zich daarmee verzadigt, terwijl het tevens zijn
koolzuur afgeeft. Zoolang nu het borstvlies
maar goed glad blijft gaat alles gesmeerd en
NIERKWALEN MAKEN U SPOEDIG OUD!
Het komt in den middelbaren leeftyd en
daarna maar al te vaak voor, dat men last
krijgt van rugpyn, duizeligheid, zenuwpijneoi
en urinekwalen. Dit is gewoonlyk een gevolg
van overspan.ndng der nieren het zyn
waarsChuwingen van de nieren, dat zij skids
iang hulp behoeven. Want gedurende uw heele
leven, dag en nacht, werken de nieren om de
vergiften uit uw bloed te filtreeren. Als zy
hierin, falen, kunnen ernstige en diepgaande
kwalen zich ontwiikikelen.
Urinezuur-zouten ihoopen zidh dan in het
bloed op, en vormen de kristallen, die zenuw-
pynen en rheumatiek veroorzaken; of wel
wordt een onvoldoende hoeveelheid water aan
het bloed onttrokkem, waardoor zieh water-
zuchtige zwellimgen kunnen vormen. Ook kun
nen ontstaan blaasstoornissen, ndersteen, nier-
gruis, blaasontsteking, ischias, spit, vermage-
ring, zenuwachtigheid en gebrek aan energie.
Vermjjd de ontwikkeling dezer verschya-
selen. Wek de nieren op en versterk ze met
Foster's Rugpyn Nieren Pillen. Dit specifieke
ndermiddel werkt rechtstreeks op de oorzaak
van uw kwaad, reinigt en versterkt de nieren,
lenigt de urine-kanalen en regelt de werking
der blaas.
Zoowel mannen als vrouwen kunnen baat
vinden bij het gebruik van Foster's Rugpijn
Nieren Pillen.
Verkrygbaar (in glasverpakking met geel
etiket let hier vooral op) bij apotheken en
drogisten a 1,75 per flacon. 39
Te Ter Neuzen by Firma A. van Overbeeke-
Leunis, Axelschestraat en Westkolkstraat.
glyden de longen als langs een geolied opper-
vlak binnen de borstwand. Komt er nu een
borstvliesoiitsteking z.g. pleurus zeggen de
menschen dan komt er een kink in de kabel,
dan wordt het vlies stroef, ja zelfs groeit de
long aan de borstwand vast, wat veel pyn doet.
Zoo leerden we het op school doch by onze
vogels is van dat alles geen spoor. Om te b«-
ginnen geen afgesloten borstholte, want er Is
geen middenrif, geen scheiding tusschen borst
en buikholte. Nog sterker, in plaats van een
buikholte, zooals elk fatsoenlijk zoogdier er op
nahoudt, veroorlooft de kip zich de weelde er
wel vier buikholten op na te houden, die alien
met een apart buikvlies bekleed zijn. Bij de
kip liggen namelijk de darmen, de beide helf-
ten der lever en de pootader ieder in eea
aparte buikholte maar kan men van de ander
kant uit van een gesloten buikholte spreken.
Maar het wordt nog veel gekker als we de
luchtpypvertakkingen eens vervolgen in de
longen. Deze loopen namelijk niet zooals bfc
zoogdieren als het ware dood in de longen in
de longblaasjes doch loopen gewoon nog dwars
door de longen heen en komen er aan de ach-
terkant weer uit. Net als drainagebuisjes in
het land.
Waar komen nu die longbuizen op uit? Wel,
in plaats dat de kip haar longblaasjes in de
longen heeft, microscopisch klein, heeft zij
deze achter de longen liggen en geweldig
groot, De luchtbuizen bij de vogels loopen
namelyk uit in groote zakken die achter de
longen liggen en ook voor de longen en onder
de oksels. Men noemt dit de luchtzakken en
de vogel heeft een negental van zulke zakken.
Twee liggen er aan de hals, een ligt er bij de
borstingang onder het sleutelbeen, vier liggen
,er aan weerszijden van de borstkas en twee
liggen er tusschen de darmen in de buik.
Vooral deze buikluchtzakken zyn zeer groot
en liggen tusschen de darmen en zelfs onder
de nieren. Het is nog veel interessanter. Niet
alleen dat de eene luchtzak van het sleutelbeen
zich uitstrekt onder de oksels, neen, zij zendt
zelfs vertakkingen door een gat in het opper-
armbeen en ziedaar is nu de verklaring van
het verhaal dat de vogel lucht in zijn beenen
heeft en dat men een haan na zyn dood kan
laten kraaien als men hem in zijn pooten
blaast.
Van al dat interessante gedoe der luchtzak
ken zien we in gewone gevallen niets. Ze
liggen als we een kip openen geheel als dunne
vliesjes in het lichaam ineengeschrompeld net
als het armzalig overschotje dat de kinderen
van de kermis thuis brengen als hun blaasje
door te sterk opblazen gebarsten zijn. Zoo'n
heele worst knapt dan en er blyft niets van
over. Zoo zyn nu ook de luchtzakken der vo
gels. Als we ze op een bepaalde manier op
blazen of opspuiten van uit de luchtpijp en dan
de vogel openmaken staan we gewoon ver-
stomd, maar als we ze niet opblazen zien we
niets. Voor mijn lezingen spuit ik ze vaak
op met een gekleurde stof en als men dan
later de opperarmbeenen doorknipt ziet men
duidelijk hoe de luchtzakken in deze beende-
ren verloopen. Bij een gewone kip kan in on-
geveer 300 a 400 gram inspuiten om de lucht
zakken te vullen en bij een vogel die gewend' is
te vliegen nog meer. Daarmee hebben we nn
een der eigenaardigheden der vogels verklaard.
Ze kunnen de luchtzakken net als een Zeppelin
met lucht opvullen en worden daardoor in ver-
houding veel lichter en drijven in de lucht.
Nu kan in donkere, vochtige, muffe hokken
het slijmvlies der luchtzakken gaan beschim-
melen en dan krijgt men deze luchtzakschim-
melziekte het merkwaardige geval dat men bjf
opening de vogel van binnen met een dik groen,
fluweelachtig vlies bekleed ziet.
Tevens heeft de vogel in de luchtzakken een
massa reserve lucht en kan dus onder water
bijv. het veel langer uithouden dan een zoog
dier. Onder water worden namelijk de lon
gen voorzien van de lucht uit de luchtzakken
en wordt het koolzuur naar buiten geduwd en
zien we dat als kleine blaasjes naar boven
borrelen. Daarmee hebben we dus meteen be-
grepen waarom d'e eend zoo lang onder water
kan blyven, hoewel hierbij nog een ander, zeer
bijzonder verschijnsel optreedt, n.l. dat zoodra
de kop onderduikt, het hart zeer langzaam gaat
kloppen en dus de vogel veel minder zuurstof
noodig heeft. Tevens begrijpen we nu ook
dat een kip onder water ook zoo gauw niet
stikt en we dus rustig by onze snotkippen een
kopbad kunnen toepassen
In den beginne sprak ik over het borstvlies
der zoogdieren. De vogels hebben geen borst
vlies, d:e longen zitten direct aan de borst
wand, zelfs zeer vast er mee vergroeid en
vandaar dat er bij een kip van geen pleurus
sprake kan zijn. Een aardig voordeeltje dus
voor zoo'n beest van zoo'n nare ziekte geen
last te kunnen hebben. Alles heeft echter zijn
fatum aan zich en zoo sukkelt de kip dan ook
vaak met Iuchtzakontsteking waarvan de
zoogdieren geen last hebben. Zoo kan men
rare dingen beleven als men niet oppast.
Laatst verklaarde een scheikundige voor de
rechtbank dat hij gestorven eenden had afge-
keurd, waarbij de krop groen zag. Nu is het
keuren van kippen en eenden alles behalve het
werk van een scheikundige, wat ook gauw
bleek toen ik op de vraag van den rechter-
president of ik zoo'n groene krop bij eenden
wel eens gezien had, rustig verklaarde dat ik
het nog nooit gezien had, omdat een eend nu
eenmaal dood eenvoudig geen krop heeft
Tableau. Een volgende keer over knikkers
onder de oogen der snotkippen.
Dr. TE HENNEPE.