PUROL er op
BJUUCHIEJI.
INGEZONPEN MEDEDEETJNGF>
Het verzacht en geneest
GEMEENTERAAD VAN AXEL.
Als Uw Handen ruw zijn of gesprongen
en Uw Lippen schraal en pijnlijk; maar
vooral ook bij brand- en snijwonden
ontvellingen en ailerlei huidverwondingen
te komen. Toen de bus van Domburg terug
kwam, kon de wielrijder mederijden naar Mid-
delburg, waar hij met de bus werd' thuisge-
bracht.
ONZE NIEUWE CONSUL TE GENT.
Te Gent zijn de nieuwe consul der Neder-
landen en mevrouw Schoenmakers gehuldigd
door de vobrnaamste leden der Nederlandsche
kolonie van de stad en de provincie en een aan-
tal Gentenaren. De gewezen consul, Coemans,
was voor deze gelegenheid uit Den Haag ge-
komen en heette zijn opvolger in hartelijke
bewoordingen welkom. Consul Schoenmakers,
die reeds sedert een kwart eeuw te Gent woont,
dankte in even gelukkig gekozen termen en
verzekerde, niet te zullen nalaten om de com-
mercieele en andere betrekkingen tusschen dit
land en Nederland in de ruimste mate te be-
vorderen tot heil en welvaart van beide vol-
keren.
KONIJNEN- EN PLUIMVEE-
TENTOONSTELLING TE AXEL.
De ter gelegenheid van de Kerstdagen te
Axel gehouden tentoonstelling mag, zoowel wat
bet reft de inzendingen, als voor de belangstel-
ling, een succes genoemd worden. De lyst der
bekroningen vermeldt volgens het D. v. N. en
Z. den volgenden uitslag:
Konpen
Keurmeester de heer Van Olst.
a. Rammen, oud: le pr. Abr. Loof; 2e pr.
B. Schoof; 3e pr. C. G. van Sluis.
b. Rammen, 1928: 2e pr. C. G. van Sluis.
c. Voedster, oud: le pr. Abr. Loof; 2e pr.
M, Jonkman; 3e pr. C. J. Schieman.
d. Voedsters, 1928: le pr. Abr. Naeye; 2e
pr, Gebr. De Kraker; 3e pr. E. H. Schoof.
Vlaamsche reuzen, wit:
e. Rammen, oud': le pr. Gebr. de Putter;
2e pr. Abr. Loof; 3e pr. A. Vermaas.
f. Rammen, 1928: le pr. Gebr. Ollebek; 2e
pr. P. Jansen; 3e pr. Abr. Loof.
g. Voedster, oud: le pr. Gebr. de Putter; 2e
pr. Ph. Knieriem; 3e pr. Ph. Knieriem.
b. Voedster, 1928: le pr. A. Loof; 2e pr. A.
Arenthals; 3e pr. P. A. Loof.
Vlaamsche reuzen, geel:
i Voedster, oud: 2e pr. P. van Fraajjen-
hove.
j. Voedster, 1928: le pr. J. Bareman.
Vlaamsche reuzen: le pr. D. W. F. Kaijser,
Hoek.
Fransche hangoor: le pr. S. van Hoeve.
Lotharinger, zwart: le pr. E. Verhelst; 2e
pr. Jac. Lensen; 3e pr. E. Schoof.
Rammen, 1928: 2e pr. Gebr. Dekker.
Voedster, oud: le pr. Jac. Cove; 2e pr. C. J.
Schieman; 3e pr. A. J. Ingels, Sas van Gent.
Voedster, 1928: le pr. C. van Es, Hoek; 3e
pr. P. J. Vasseur.
Lotharingers, blauw: Voedster, 1928: le pr.
C. van Es, Hoek.
Middenrassen. Groot zilvers: rammen, 1928:
le pr. Gebr. Dekker.
Voedsters, oud: 2e pr. W. de Feijter.
Voedsters, 1928: le pr. J. Smies.
Groot Chinchilla's. Rammen, oud: le pr. Abr.
Loof.
Voedsters, oud: le pr. Abr. Loof.
Voedsters, 3928: le pr. C. Smies; 2e pr. Abr.
Loof; 3e pr. Abr. Loof.
Blauwe Weeners. Rammen, oud: le pr. E.
van Rijn.
Rammen, 1928: le pr. P. van Bendegem; 2e
pr. C. H. Jansen; 3e pr. C. Hamerlinck.
Voedsters, oud: le pr. Gebr. Dekker; 2e pr.
Gebrs. Dekker; 3e pr. E. van Rijn.
Witte Weeners. Rammen, oud: le pr. E. van
Rijn; 3e pr. Gebr. Dekker.
Rammen, 1928: le pr. Gebr. de Kraker; 2e
pr. Gebr. de Kraker.
Voedsters, oud: le pr. E. van Rijn; 2e pr. E.
van Rijn; 3e pr. Gebr. de Kraker.
Belgiscbe haaskonijnen. Rammen, 1928: le
pr. Jac. Lensen; 2e pr. Jac. Lensen.
Havana's. 2e pr. S. van Hoeve. Voedsters,
1928: le pr. S. van Hoeve.
Blauwe van Beveren. 3e pr. H. W. Schoof.
Kleine rassen. Kleine Chichilla's. Rammen,
1028: le pr. Abr. Loof; 2e pr. Abr. Loof; 3e pr.
W. Westerweele, Zaamslag.
Voedsters, 1928: le pr. D. Dees, Zaamslag;
2e pr. D. Dees, Zaamslag.
Tans Blac. Rammen, oud: le pr. W. Ver
helst.
Rammen, 1928: 2e pr. E. van Rijn.
Voedsters, oud: le pr. C. van Tatenhove, 3e pr.
Gebr. van Cadsand.
Voedsters, 1928: le pr. C. M. van Tatenho
ve; 2e pr. Gebr. van Cadsand.
Tans Bleu. Rammen, oud: 2e pr. P. de Poo-
ter.
Rammen, 1928: le pr. P. de Pooter; 2e pr. P.
de Pooter.
Blauwe Hollanders. Rammen, oud: le pr.
Adr. van Rijn; 2e pr. Adr. van Ryn.
Voedsters, 1928: 2e pr. Adr. van Rijn.
Blauwgryze. Voedsters, oud': le pr. Adr.
van Ryn.
Zwarle. Voedster, oud: le pr. Adr. v. Rijn;
2* pr. Gebr. Dekker.
Voedsters, 1928: le pr. Adr. van Rijn.
Japanner-Hollanders. le pr. S. van Hoeve.
Voedsters, 1928. le pr. S. van Hoeve.
Polen. Rammen, 1928: le pr. Ph. A. Knie
riem.
Voedsters, 1928 2e pr. Ph. A. Knieriem.
Langharige rassen. Angora's. Rammen,
1928: le pr. H. van Rompu, Ter Neuzen; 2e
pr. S. Laurens; 3e pr. S. Laurens.
Voedsters, 1928: le pr. S. Laurens; 2e pr. S.
Laurens; 3e pr. H. van Rompu, Ter Neuzen.
Voedsters met jongen.
Groote rassen. Witte Reuzen. le pr. C. de
Feyter.
Midden-rassen. Witte Weeners. le pr. Adr.
Loof; 2e pr. Joh. de Visser.
Kleine rassen. Hollanders zwart-bont. le pr.
Adr. van Rijn.
Kleine Chinchilla's, le pr. Abr. Loof; 2e pr.
Abr. Loof.
Nesten jongen.
Groote rassen. Witte Vlaamsche reuzen. le
pr. Abr. Loof.
P1 u i m v e e
Keurmeester de heer J. Mantel, van Soester-
berg.
a. Witte Leghorns. Hanen, oud: 2e pr. Adr.
Loof. Hanen, 1928: 2e pr. J. A. Breepoel; 3e
pr. M. Haak. Hennen, oud: 2e pr. E. Mis-
seghers. Hennen, 1928: A. Vermaas; 3e pr. E.
Misseghers.
b. Ancona's. Hanen, oud: 3e pr. F. Jansen
van Roosendaal. Hennen, oud: 2e pr. F. Jansen
van Roosendaal.
c. Hermelijn Luxen. 2e pr. F. Jansen van
Roosendaal.
Toomen (13), 1928.
a. Witte leghorns. 2e pr. C. den Toom; 3e
pr. E. Misseghers.
b. Zwarte leghorns. 3e pr. H. Verstraeten.
c. Minorca's. 3e pr. Adr. van Hoeve.
d. Ancona's. 3e pr. F. Jansen v. Roosendaal.
e. Exequers Leghorns. 3e pr. F. de Jonge,
Hoek.
Bergeenden. le pr. J. de Feijter.
Wit-lnd. Loopeenden. 2e pr. J. de Feijter.
Kwaker-eenden. 2e pr. J. d'e Feijter.
Kalkoenen, hanen. le pr. J. de Fester.
Kalkoenen, hennen. le pr. J. de Feijter.
De prijswinners, bij wie geen woonplaats is
vermeid, wonen alle te Axel.
GRIEZELIGE VONDST TE BOLNES.
Maandagmorgen bemerkte de vrouw van A.
v. d. W aai te Louies, dat in de sloot tegenover
haar womng een lioofd boven water uitstak.
Zij waarscnuwde de politie, die het lijk van
een man opviscnte, aismede een rywiel. ha
onderzoek oieek de persoon te zijn J. van P.,
wonenae te nenarik ido Ambacnt. Daar het
honoge van den verdronkene op tien uur was
blijven smsiaan, wcu-ut vermoed uat hy Zon-
dagavond te water ereden en zich met heeft
kunnen redden.
DOOR EE>
GETROFFEN.
Zondagavond
Dev enter gj,
iemand meeuza*.
n de Stroomarkt te
kw rnatie, doordat er
uen uitroep, uat hij
aoor een kogei was^Troflen. net Dieek, dat
een scnoonzoon van een aaar wonende iaimne,
die daar logeerde, naar een als garage in ge-
brurk zynd pand was geloopen om zyn zoontje
te roepen. ioen hy de garageueur opende, werd
hy getroiien door een kogei uit een fiobert-
buks, waarmee, naar gezegd werd, een jong-
mensch bezig was scmetoeieningen te houden.
De getroixene, zeif medicus, net zich direct
opnemen in net Bint Josepn-gesticht, waar
zyn toestand ernstig werd geacnt; er werd
onmiddeiiyk operatief ingegrepen.
ZIJN LEVEN GERED.
Zondagavond wilde de ongeveer 60-jarige
Waiet met zyn vrouw per train uit Zeist naar
zyn woonpiaats Utrecnt terugkeeren, waarby
de man, toen hy de tram reeds by de halte
zag, den weg overstak en daaroy parobes
tegen een auto opuep. Zyn leven werd ge-
red, doordat hy op de motorkap van den kiei-
nen wagen kwam te iiggen. V oorloopig heeft
een geneesheer een gebroken henpoeen ge-
constateerd. De man is naar de rykskiiniek
te Utrecnt overgebracht.
HIJ WAS BANG VOOR INBREKERS!
Een Hagenaar kocht voor eenigen tijd een
radio-mstanatie, of beter gezegd de radio-in-
stanatie werd hem geleverd, maar het geld
werd met betaald. Hierover werd herhaaide-
lyk gecorrespondeerd, dan weer de kwitantie
aangeboden, maar alle pogingen waren vruch-
teioos. Eindeiyk was het geduld van den
leverancier op, en hy besloot den sterken man
dit zaakje te laten opknappen. De kanton-
rechter gaf opdracht, dat bij het in gebreke
blyven van verdere betaling, (er was wel een
klein bedrag afgedaan), executoriale verkoo-
ping zou volgen. En dit geschiedde. Even-
wei niet zonder de noodige emoties.
De deurwaarder met twee getuigen belden
aan de bovenwoning aan, maar de bewoner zag
door een raampje welk ongewenscht bezoek
hem wachtte en deed de voordeur niet open.
De deurwaarder sommeerde daarop den be-
wonex in naam der Koningin de deur open te
doen, doch de deur bleef dicht.
Toen de bewoner onwillig bleef, werd ge-
weld gebruikt en de deur met een breekijzer
geforceerd.
De deurwaarder stapte daarop met zijn ge
tuigen gevolgd, door 'n aantal koop- of kyk-
lustigen, naar boven. De bewoner, die een
dergelyk optreden niet verwacht had, zeide
eerst, dat hy ,,lak" had aan het Koninkljjk en
openbaar gezag, maar gaf als excuus voor
zyn weigering de deur te openen op, dat je in
dezen tyd van moord en inbraak niet voor-
zichtig genoeg kunt zyn. Je kunt nooit weten,
wie je belaagt.
De verkooping had verder zonder stoomis
plaats.
TWEE BROEDERS STERVEN OM
EEN MEISJE.
Een eigenaardige liefdesveete heeft te New
York een tragisch einde gevonden. Dertien
jaar gelden werd William Ricker op een meisje
verliefd, dat ook van hem ging houden, waar-
op het paar zich verloofde. Toen Amerika aan
den oorlog ging deelnemen trok William naar
Frankryk en van zyn afwezigheid maakte zyn
broer Robert gebruik, om den afwezige de
liefde van het meisje te ontstelen. Ten slotte
kwam de soldaat terug, en toen begon een
reeks van vyandigheden waarbjj de politie
meer dan eens tusschenbeide moest komen.
Twee ongetrouwde tantes, by wie de gebroe-
ders inwoonden, leefden in voortdurenden
angst, waartoe die nooit-aflatende woede zou
leid'en.
Dezer dagen riepen de tantes opeens de po
litic te hulp, die William met een schotwond
dood ter aarde vond liggen. Zij trachtte nu
Robert te arresteeren, die stamelend een be-
kentenis van schuld uitbracht, maar hy stortte
even later dood neer hij had vergif geno-
men.
De vrouw, die door beide broeders zoozeer
werd liefgehad, dat zij er elkaars leven om
verwoestten... is reeds jaren geleden met een
anderen man getrouwd.
UIT VREES VOOR HUN VADER.
Te Jumet zyn, naar „De Standaard" meldt,
door de gendarmerie feiten aan 't licht ge-
bracht welker echtheid schier niet te geloo-
ven is. Aldaar wonen de voerman Alfred
Frbre, weduwnaar en zijn vier kinderen, drie
zonen van onderscheidenlijk 21, 19 en 18 jaar,
en een dochter van 17 jaar. De armoe
heerschte in het huis.
Den 1 November rees een twist in het ge-
zin, en de vader bedreigde zijn kinderen met
een revolver. Laatstgenoemden vluchtten uit
schrik naar hun kamer en sloten er zich op.
De vader spijkerde de deur vast en sedert
dien leefden de jongelieden in die kamer in
de uiterste elleade. Zij hadden slechts wat
bovenkleederen; geen linn en, noch kousen,
noch schoenen. 's Nachts verlieten de jonge
lieden het huis. Zij kropen door het venster
en lieten zich door middel van een touw ge-
maakt van oude vodden, langs den gevel af-
glijden. Zij gingen alsdan groenten rooven
in de naburige moestuinen, alsook kolen uit
een loods, en keerden, vervolgens naar hun
kamer terug waar zij verbleven tot den vol
genden avond.
Op zeker tijdstip nam het meisje de vlucht,
daar zij dit ellendig leven moe was, en tot
nogtoe weet men niet wat er van haar is ge-
worden.
Toen de gendarmen in het huis kwamen
vonden zij de jongens opgesloten in hun
kamer en 't kostte hen veel moeite om dezen,
die vreesden dat hun vader voor de deur
stond te doen openen. Eindelijk schoven ze
een kleerkast van voor de deur weg en de
oudste zoon deed open. Een akelig schouw-
spel, dat men zich niet kan inbeelden, ver-
toonde zich voor de politie-dienaren. De drie
opgeslotenen zagen er uit als wilden, geheel
uitgemergeld, hun kleeren aan flarden ge-
scheurd. Ondanks de aanmaningen der gen
darmen bleven ze liever in hun kamer huizen
dan het gemeenschappelijk leven met him
vader te hervatten. Na het heengaan der
gendarmen sloten zij zich weer in hun kamer
op.
De gendarmerie heeft het parket van
Charleroi met dezen pijnlijken toestand in
kennis gebracht.
Vergadering van Donderdag 20 December
1928, des voormiddags 10 uur.
Voorzitter de heer F. Blok, Burgemeester.
Tegenwoordig de leden: J. M. Oggel, A. E.
C. Kruijsse, M. W. Koster, C. Th. van de Bilt,
H. Wolfert, Ch. Claessens, A. Th. 't Gilde, F.
Dieleman, J. de Feyter en P. de Feijter, be-
nevens de Secretaris J. L. J. Maris.
Afwezig de heer Ph. J. van Dixhoom.
(2. Vervolg.)
j. Naar aanleiding van het in hunne han-
den om bericht en raad gestelde adres van
bewoners van den Singelweg, om verbetering
van dien weg en het aanbrengen van een be-
hoorlijke verlichting des avonds, deelen Burg,
en Weth. mede, dat reeds v66r dit adres in
kwam, door de Gascommissie aan den Direc-
teur der gasfabriek opdracht was verstrekt
om nabij het Diaconiehuis ,,Zorgvliet" een
straatlantaam te plaatsen, zoodat die vraag
als vervallen kan worden beschouwd.
Wat betreft het andere' deel van het ver-
zoek, stellen Burg, en Weth. voor, daarop
afwijzend te beschikken, en adressanten
daarvoor naar het bestuur van den Noord-
polder te verwijzen.
De VOORZITTER merkt op, dat, toen de
menschen aan dien weg gingen bouwen, ze
wisten aan welken weg ze dat deden, aange-
zien er hun op gewezen is, Dat bouwen ge
schiedde op grond die verkocht werd in con-
currentie met de gemeente. Deze had nog
ruime bouwterreinen beschikbaar, doch
maakte die terreinen door het aanleggen van
bestrating en rioleering geheel bouwrijp, met
het gevolg dat de gemeente haren beschik-
baren bouwgrond ook duurder moest verkoo-
pen. Belanghebbenden zijn geheel zelf de
schuld van den toestand waarin ze verkee-
ren. Misschien wil de polder den weg wel ver-
beteren, wellicht met een bescheiden hulp van
de gemeente, maar deze toch eerst in de aller-
laatste plaats daar tusschenbeide te komen.
De heer 't GILDE vindt de afwijzing van
dit verzoek met de verwijzing naar het Be
stuur van den Noordpolder zonder meer, wel
wat plomp en bruut. Als de heeren zich op
de hoogte hebben gesteld omtrent den toestand
daar ter plaatse zullen zy toch tot de er-
kenning moeten komen, dat het daar niet in
orde is. Het is er een ware slijkboel en bij
langdurig nat weer zal het niet doenlijk zijn
zonder natte voeten bij de menschen binnen
te komen. Deze menschen worden m.i. niet op
voet van gelijkgerechtigheid met de overige
kombewoners behandeld. Het College mag
niet vergeten, dat zij daarenboven behalve
kombewoners ook belastingbetalers zijn en
spreker vindt het uitermate onbillijk hen op
deze manier van het kastje naar den muur te
sturen. Het gemeentebestuur zende hen im-
mers naar den polder en zoo vice-versa. Dat
berust tenslotte op starre weigerachtigheid!
Wij hebben daar ten slotte ook nog de ouden
van dagen in „Zorgvliet" en ook dit is voor
hem een reden te meer den toestand daar
te brengen in overeenstemming met het ove
rige stratenplan. Hij staat daarom ten
eenenmale vierkant tegenover het voorstel
van Burg, en Weth.
De VOORZITTER merkt op, er op gewezen
te hebben, dat de gemeente in haar grond-
bedrijf eerst de straten met rioleering en be-
hoorlijke verharding in orde brengt, eer ze
den grond verkoopt en ze daardoor duurder
in prijs moet verkoopen dan particulieren die
dat niet doen. Men doet op die wijze de ge
meente concurrentie aan. Wat de rioleering
van de onderhavige straat betreft, die is door
de menschen zelf in orde gebracht. Het was
een overeenkomst dat dit eerst moest ge-
schieden alvorens ze daar mochten bouwen.
De heer 't GILDE: Naar aanleiding van
het betoog van den Voorzitter zou ik de
vraag willen stellen, of het feitelijk toelaat-
baar is een straat te rioleeren zonder het
daarin aanleggen van zinkputten, waardoor
de afwatering ten eenemale onvoldoende is,
zooals hier het geval is. Want de situatie is
werkelijk aldfls. Er is hier geen behoorlijke
afwatering en het is de vraag of een even-
tueele klacht van de bewoners niet meer ef
fect zou sorteeren dan de adressen aan Raad
of polderbestuur, die toch weigerachtig zijn.
Daarbij komt dat deze menschen de riolee
ring daar zelf hebben bekostigd. Ik weet
menschen die daarvoor ruim f 40 hebben be
taald en deze worden thans aan hun lot over-
gelaten. Z.i. kan een voortduren van dien
toestand niet worden gedoogd en moet de
Raad wat doen. Met een flink trottoir waren
de menschen reeds geholpen. Het is hem be-
kend dat men daarmede tenminste genoegen
zou nemen.
De VOORZITTER begrijpt dat niet, want
ze zijn toch allemaal met hun perceelen op
de rioleering aangesloten?
De heer KRUIJSSE bevestigt de mededee-
ling van den Voorzitter; de prijs van den
bouwgrond die de gemeente beschikbaar
heeft is duurder, omdat zij daaruit de kosten
van bestrating en rioleering bestrijden moet.
Op het oogenblik is er ook aanzoek om te
bouwen op de strook grond van den heer
Dekker, gelegen aan een door de gemeente
aan te leggen straat. Er is nu overeengeko-
men dat de heer Dekker zijn aandeel in de
kosten van het maken der straat en riolee
ring betalen zal, doch daardoor moet hij zijn
grond ook duurder verkoopen.
In de betrokken straat hebben de bewo
ners het riool bekostigd en aangezien het
terrein gelegen was aan een verharden weg,
zij het dan ook een onvoldoende verharding,
konden Burg, en Weth. de bouwvergunning
niet weigeren. De menschen hebben het ge-
weten waar ze bouwden.
De heer OGGEL sluit zich hierbij aan; het
was een grintweg en dat is natuurlijk voor
een straat om aan te wonen niet in orde,
maar iemand die daar bouwt weet dat toch
vooruit en als hij daar ondanks die weten-
schap toch bouwt, voor zijn voordeel, gaat
het niet aan om er later de gemeente voor
te spannen en te zeggen maakt dat nu maar
eens in orde.
De heer 't GILDE: Maar de rioleering heb
ben ze toch zelf gemaakt?
De heer OGGEL: Zeker, de verharding was
er, maar de rioleering moesten ze maken,
omdat ze er anders niet mochten bouwen. Ze
nainen met het bestaande genoegen. Het gaat
niet aan om daarvoor nu de gemeente te la-
ten opdraaien.
De heer 't GILDE meent, dat men hen
toch wat zou kimnen ten goede komen; ze
stellen zulke hooge eischen niet. Met een
verhoogd trottoir waren ze al geholpen.
De heer OGGEL: Laat hen dat dan zelf
betalen, dat kunnen ze doen van den min-
deren prijs dien ^e voor hun bouwgrond be
taald hebben. Ze zijn er uit eigen beweging
ingekropen en vragen nu aan een ander om
hen uit dien toestand te helpen. Dat gaat
niet. Ze hebben zelf dien slechteren toestand
gekozen en moeten er nu de gevolgen maar
van dragen. De verlichting in die straat,
daarvoor is van gemeentewege, zooals over-
al, gezorgd, maar het andere hebben ze zelf
aanvaard, dat moeten ze maar dragen of wel
de noodige verbetering zelf tot stand bren
gen.
Door den heer Dekker, die daar een aarde-
weg had, wordt nu ook voor het maken van
bestrating en rioleering betaald, aangezien
er anders niet had gebouwd mogen worden.
Om voor het eene de ingezetenen zelf te la-
ten betalen en hetzelfde werk ten voordeele
van andere ingezetenen van gemeentewege
te doen, gaat niet.
De heer J. DE FEIJTER deelt mede, dat
hem versehillende bewoners dier straat heb
ben aangesproken en dat hem gebleken is,
dat de toestand van de straat slecht is. Hij
gelooft evenwel, dat het heel wat zou ver-
beteren, als er hier en daar in de straat zink-
putjes waren, waar het water zich by re-
gen in kon verzamelen. De bewoners zou-
den dit best kunnen bekostigen, maar de
een wil niet voor de ander. Misschien zou
dit wel te bewerken zijn als de gemeente-op-
zichter er eens heen ging en eens met de
menschen sprak.
De VOORZITTER merkt op, dat dit een
straat is van den Noordpolder en de gemeen
te daar niets heeft te zeggen.
De heer J. DE FEIJTER weet dit, maar
bedoelt ook niet, dat de gemeente dat werk
zou moeten doen. Doch door diens tusschen-
komst zou het misschien mogelijk zijn te be
werken, dat de bewoners overeenkwamen en
dan aan den polder kan gevraagd worden om
het te laten maken.
De VOORZITTER heeft er niets op tegen
om den gemeenteopzichter daar eens een on
derzoek te laten instellen, om na te gaan of
er iets te bereiken is.
De heer 't GILDE is van oordeel dat er
indertijd een fout gemaakt is door Burge
meester en Wethouders, door het rioolplan
goed te keuren zonder zinkputten.
De VOORZITTER en de heer OGGEL kun
nen dit niet toegeven.
De heer J. DE FEIJTER wijst er op, dat
de hoofdbuis wel in die straat ligt, doch z<56
diep, dat het water dat in de straat valt er
niet in komt en op straat blijft staan. In-
dien er zinkputjes in de straat waren kon het
zich daarin verzamelen.
De VOORZITTER merkt op, dat men zou
kunnen spreken van een fout in de rioleering.
De heer DIELEMAN vraagt, of niet eens
een conferentie zou kunneri worden gehou
den met de bewoners en het bestuur van den
Noordpolder.
De heer OGGEL wijst er op, dat het ge
meentebestuur er eigenlijk niets mee heeft
te maken. De bewoners hebben gebouwd langs
een weg van den Noordpolder; indien er dus
klachten over dien weg, behooren deze thuis
bij het bestuur van dien polder.
De VOORZITTER zal den gemeente-opzich-
ter opdragen er heen te gaan en er verslag
over uit te brengen.
Het voorstel van Burgemeester en Wethou
ders wordt aangenomen met algemeene stem-
men.
k. Een schrijven van het bestuur der chris-
telijke school te Spui, dat daarin te kennen
geeft, dat met ingang van 1 Januari 1928 de
onderwijzeres dier school mej. N. H. van der
Welle voor vast is benoemd, en zij als zoo-
danig voor rekening van de rijksvergoeding
in aanmerking zal komen. In verband daar
mede is door het bestuur met ingang van 1
Januari a.s. benoemd als boventallig onder-
wijzer de heer C. L. Kolijn, Het bestuur
vraagt gelden uit de gemeentekas te willen
beschikbaar stellen, teneinde daaruit diens
salaris te betalen.
Burgemeester en Wethouders stellen voor
dit schrijven voor kennisgeving aan te nemen,
aangezien bij de vaststelling der begrooting
rekening is gehouden met de betaling der
jaarwedde van een boventallige leerkracht
aan die school.
Met algemeene stemmen wordt aldus be-
sloten.
3. Mededeelingen.
Voorstel Burgemeester en Wethouders naar
aanleiding vein den wensch door den heer
't Gilde, in de vorige vergadering geuit, om de
Secretarie den geheelen dag voor het publiek
geopend te houden.
Burgemeester en Wethouders stellen den
raad voor, om geen wijziging te brengen in de
uren, waarop de Secretarie voor het publiek
geopend is.
De reden, die zy daartoe hebben zijn, dat op
deze secretarie, evenals in zeer veel grootere
en ook in kleinere gemeenten, een bepaalden
tijd moet zijn, dat rustig kan worden gewerkt
en versehillende onderwerpen onder het oog
kunnen worden gezien.
De bestaande toestand bestaat niet in een
absoluut verbod; integendeel, deze wordt zoo
soepel mogelijk toegepast en dengene, die zich
aanmeldt, wordt geholpen, met de mededee-
ling, dat in het vervolg met de openstelling
van het kantoor rekening moet worden ge
houden.
Deze regeling schaadt den handel niet,
integendeel, daarvoor zijn buitengewone voor-
zieningen getroffen, zelfs v6<5r en nil de kan-
tooruren.
Dat menschen voor eene gesloten deur zijn
gekomen, is mogelijk, doch wanneer dit van
de zijde van het secretariepersoneel wordt ge-
merkt, wordt bevorderd, dat die personen niet
teleurgesteld moeten terugkeeren, om nog niet
eens te spreken van de medewerking van de
zijde van het publiek, die ingezetenen en
vreemdelingen den weg aangeven langs den
zij-ingang van het stadhuis, om tot hun doel
te geraken.
De heer 't GILDE: Mijnheer de Voorzitter.
Al heb ik zooeven gememoreerd, dat men in
zekeren kring geneigd blijkt mij ambtenaren-
haat toe te dichten, en zoo men dat bij deze
gelegenheid zou willen aandikken, de ambte-
naren weten wel beter. Heusch ik draag alle
ambtenaren een goed hart toe mits zij geen
overdreven dienstijver aan den dag leggen of
menschen zoeken en plagen. En vooral van
onzen staf secretarie-personeel mag men het
laatste zeker niet verwachten.
Toch is mijn meening te dezen opzichte niet
gewijzigd en zou ik er sterk voor zijn dezen
uitheemschen maatregel die er toch niet in-
gaat en die ontstemmend werkt voor het pu
bliek op te heffen.
Immers het is maar een papieren maatregel.
Men past ze zoo soepel mogelijk toe en zelfs
wordt ons medegedeeld, dat de handel zelfs
voor en na de kantooruren wordt geholpen.
Daaruit blijkt, dat deze bepaling er niet in
wil. Voor en na de kantooruren helpen mag
voorkomen, de heeren zullen er wel voor pas-
sen dit regel te doen worden. Dat zou ook te
veel van hen gevergd zijn. Voor en na de
kantooruren helpen is absoluut onnoodig als
de secretarie de uren dat er gewerkt wordt
open is.
De rustige rust die noodzakelyk geackt
wordt is een atmosfeer die mij heelemaal niet
bevalt. Laat elk zijn persoon maar ten voile
geven aan de hem opgelegde taak en roe-
ping. In dit geval dus de ambtenaren ook
voor de ingezetenen. Dat is in den geest van
de Axelsche bevolking, die voor al deze uiit-
heemsche maatregelen niets voelt.
De heer VAN DE BILT merkt op, dat deee
regeling nog maar een paar jaren bestaat. Hij
heeft er geen klachten over gehoord. De men
schen worden, als ze komen, geholpen en hq
zou er nu niet reeds weer toe willen overgann
om het te veranderen. Zelf heeft hy onder-
vonden, dat hij des avonds om 8 uur nog ge
holpen werd. Hij ziet niet in waarom het
weer veranderd moet worden.
De VOORZITTER merkt op, dat er natuur
lijk gewaarschuwd wordt, dat er geen nUs-
bruik van mag gemaakt worden, maar indien
het werkmenschen betrof, die zouden moeten
verletten, indien ze niet werden geholpen, is er
geen sprake van, dat men die zou wegsturen.
De heer DIELEMAN krygt zoo den indrak,
dat die sluiting van de secretarie in den na-
middag eigenlijk een papieren maatregel is
en meent, dat men ze dan evengoed officiftel
open kan stellen, in plaats van ze gesloten te
houden.
De VOORZITTER geeft te kennen, dat het
geen papieren maatregel is; als iemand v»or
de eerste maal in sluitingstijd komt, wordt hjj
gewaarschuwd, dat hy zich een volgende maal
aan de vastgestelde uren moet houden.
De heer DIELEMAN noemt dat moeiljjk,
vooral voor de buitenmenschen. Er wordt nu
wel op gewezen dat iemand, als hy komt, ge
holpen wordt, maar hy krygt toch te hooreu,
dat hij een volgende maal in de uren moet
komen, dat de secretarie open is. Hy meent,
dat het toch geen bezwaar kan zijn om de
menschen te helpen, als het personeel op Oe
secretarie is. Het kan toch voor iemand moel-
lijk zijn om in den voormiddag te komen en
als het dan de tweede maal is, wordt hjj niet
meer geholpen.
De VOORZITTER wyst er op, dat men in de
practijk zijn menschen leert kennen, of het er
zijn die niet anders kunnen, dan wel of ze nit
nonchalance buiten de kantooruren komen.
De heer DIELEMAN merkt op, dat de gne-
den het dan met de kwaden moeten bekoopen.
De VOORZITTER stelt in het licht, dat de
secretarie open is van des voormiddags 911
en des namiddags van 12 uur. Hij acht dit
voldoende; klachten worden niet gehoord.
De heer DIELEMAN: Het personeel op de
secretarie is er voor het publiek, maar ket
moet niet omgekeerd zijn.
De VOORZITTER: Er moet toch op de
secretarie gelegenheid zijn om rustig te kun
nen werken; indien men elk oogenblik in
werk gestoord wordt, kan men niet rustig
voortwerken.
De heer DIELEMANEr is toch niet altjjd
publiek aan het loket?
De VOORZITTER: Indien de gemeenteraad
zou besluiten om de secretarie tot 4 uur voor
het publiek open te stellen, zouden w(j ge-
noodzaakt zijn andere maatregelen voor te
stellen, om de afwerking van het gewone werk
te verzekeren. De ambtenaren hebben thans
voor het hun opgedragen werk den beschlk-
baren tijd hard noodig.
De heer OGGEL: Als een ambtenaar met
eenig werk bezig is dat studie vereischt, en h(j
moet publiek helpen is hy veel achteruit, daar
hy dan den draad van zyn werk ook weer
kwijt is.
De heer DIELEMAN deelt de meening, dat
die storing door het publiek zoo hinderlyk is
niet en acht de tegenwoordige regeling wel
hinderlijk voor de buitenmenschen, waarom ht|
de vroegere wenscht hersteld te zien.
De heer OGGEL: Maar wat kan er hinder
lijk zijn, aangezien de menschen die zich aan-
melden toch worden geholpen? Het is maar
om tegen misbruik te waken.
De heer KRUIJSSE wijst er op, dat het ook
maar een kwestie van 2 uur betreft, n.l. van
2 tot 4 uur.
De heer DIELEMAN blijft het toch een be
zwaar achten en vindt de regeling bovendien
ook niet in overeenstemming met den aard der
Axelsche bevolking.
De heer't GILDE betoogt, dat voor hem niet
blijft vaststaan, dat het publiek op dese
manier niet het slachtoffer van willekeur kan
worden. Hij wil dit niet veronderstellen van
het huidige secretarie-personeel, dit is wel-
willend genoeg, maar het is toch niet uitgeaio-
ten, dat er in de toekomst weggestuurd zullen
worden. Welke soortgelijke gemeenten pas sen
zoo'n maatregel toe? Er wordt nu door hot
secretarie-personeel 6 6% uur daags ge
werkt, in totaal 34 uren per week. We ztyn
dus, zegt hij, toch wel zeer ver vooruit en ap
to date vooruitstrevend hier. Er kan niets
tegen zijn, om den vroegeren toestand te her-
stellen.
Het voorstel van Burgemeester en Wethou
ders om de tegenwoordige regeling te hand-
haven wordt aangenomen met 7 tegen S
stemmen.
Voor stemmen de heeren P. de Feyter, Og
gel, Kruijsse, Van de Bilt, Wolfert, J. de Fes
ter en Koster; tegen stemmen de heeren
't Gilde, Claessens en Dieleman.
2. In de vorige vergadering werd ge
vraagd naar het van gemeentewege brengen
van reddingsmiddelen, daar waar des zomen
het meest gezwommen wordt. Van wege Bur
gemeester en Wethouders is een onderzoek
ingesteld naar de kosten van het aanschaffen
van reddingsmiddelen in den vorm van zwem-
gordels met lijnen. De kosten zyn van dien
aard, dat van hunnentwege, nabij de plaats
waar gezwommen wordt op het Plaatje red
dingsmiddelen zullen worden gestationneerd.
Aangenomen voor kennisgeving.
3. Afgraving van den Zaamslagschen d(Jk,
Hierop kan worden medegedeeld: 1°. dat de
mogelijkheid tot afgraving bij de bevoegde
autoriteiten is onderzocht; 2°. onderhandelin-
gen zijn gevoerd met de betrokken eigenaars;
3°. de kostenberekening in bewerking is. Wan
neer deze cijfers vaststaan en de daarvoor
noodige conferenties met de autoriteiten heb
ben plaats gehad, zal dit plan den raad wor
den voorgelegd, en een voorstel worden ge-
daan voor dit belangrijk en kostbaar werk.
De VOORZITTER geeft te kennen, dat ver
der nog niets kan worden meegedeeld.
De heer KOSTER vraagt, of, als de dflk
kan afgegraven worden, de bestrating ook niet
zou kunnen worden verbreed, die is nu abso
luut te smal. Men zou er wel een paar meter
breed moeten kunnen byleggen.
De VOORZITTER deelt mede, dat over-
wogen wordt den keiweg iUJ 4,50 breed te
maken. In ieder geval krygt de raad, indien
blijkt, dat het werk zal kunnen worden uit-
gevoerd, over een ultgewerkt plan te beslissen.
De heer VAN DE BILT: Mag de dijk afge
graven worden?
De VOORZITTER: Dat is in onderzoek.
Dat kan echter eerst definitief blijken uit het
antwoord dat zal worden ontvangen op een
officieel verzoek aan Gedeputeerde Staten.
Er wordt echter een onderzoek ingesteld.
4. De vraag naar de uitbreiding van stra
ten in het Grondbedryf vindt zijn antwoord
in punt 8 der agenda.