V A RI A. GEMEENTERAAD VAN AXEL. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN, Ziet gij ouder uit dan gij zijt? GEMEENTERAAD VAN IJZENDIJKE. :gd was voortgezet, werd eindelijk de rotan bij heftig weerstreven van het dier ingehaald totdat het monster boven kwam. Een an dere inlander stond gereed met een harpoen, am deze den krokodil op dat moment in het ichaam te drijven. Het beestje had echter anders beslist, want juist bij zijn verschijnen san het wateroppervlak begon het zoo hevig met den staart te slaan, dat de harpoenist kwam te vallen en degene die de rotan hield, tilings moest gaan vieren. Het vallen van den man was een aanwij- aing voor de Inlanders, dat het zoo ging en dat de doekoen er bij moest komen. Deze is in dit geval een speciale, heilige man, die zijn werk maakt van de boeaja-jacht. Met de motorboot was spoedig deze oude Inlander opgehaald. Hjj nam nu de leiding, m.a.w. de rotan, in handen. Daarna nam hij net afgekapte uiteinde van de bamboe in den mond en blies er op. Dit is wat de Inlanders djampi-djampi (betoovereni noemen. En werkelijk, hij had succes want de kro kodil liet zich zonder veel moeite aan de op pervlakte brengen. De harpoen in den rug van het dier te planten, was toen het werk van een oogenblik, waarna een angstwekken- de vechtpartij volgde. De doekoen beheerschte echter den toe- stand volkomen, hield de rotan vast, er met alle macht aan trekkende, waardoor het dier aan de oppervlakte moest blijven, echter ge- •reldig met den staart slaande, steeds draaiende en nu en dan met geopende muil uit het water opduikend, bijtende naar zijne belagers. De doekoen wist gedurende deze wilde bewegingen het beest toch eenige kal- uneerende klappen op den kop te geven, doch de nogmaals ingeplante harpoen deed den strjjd opnieuw beginnen. Bij het nu weder aan de oppervlakte verschijnen van het dier, was dit z6<5 woest, dat hij in het voorste deel der prauw beet, waardoor er een stuk van 1 M. lang en 10 c.M. breed afknapte. Nogmaals te vooj-schijn komende, deed de doekoen een gelukkigen greep en drukte met de hand de beide oogen van het monster dicht. Het dier liet zich, zonder verdere moeite te geven, den ■auil en de pooten op den rug binden; het was gevangen. De manier, waarop de doekoen verder met »et dier omsprong, was werkelijk bewonde- renswaardig en het door hem verdiende loon werd hem dan ook van harte gegund. Usance het namelijk, dat van de betrokken kam- pong per heerendienstplichtige aan hem j 0,25 wordt betaald, waardoor de man in dit geval f 75 krijgt. Na op den wal gesleept te zijn, werd de buik van het monster geopend en de maag aagezien. Het aapje, eenige beenderen van geiten, kippen, vischgraten en een groote ijzeren 'ring, de einden raw in elkaar ge- draaid, zooals -gebraikelijk bij den halsband voor geiten, werden gevonden. Van men- scheljjke overblijfselen geen spoor. Dit ge vangen dier was dus de menschen-eter niet, waaruit volgt, dat het uitleggen van nieuw etas geboden is. HET DOODENSTROO. In de oude tijden werden de dooden be- graven, verbrand of in zee geworpen, Het laatste was wel het eenvoudigste voor de be- woners onzer zeekusten. In Zeeland treft men geen grafheuvels aan uit den v66r-Christelijken tijd, zoodat bet voor de hand ligt, te veronderstellen, dat daar de lijken eenvoudig in zee geworpen of in booten op zee verbrand werden. Aanleiding tot die veronderstelling geeft een schrijver uit de zesde eeuw, die gewaagt van een volk van visschers en akkerlieden, die op de zeekust, tegenover Engeland woon- de. Dat volk bracht de zielen der afgestor- venen naar Brittannie over. En de booten, die anders een etmaal noodig hadden voor de heen- en teragreis, waren dan binnen het uur terag. De ljjken werden dus op zee over boord gezet, maar soms ook in de boot verbrand waarschijnlijk. Een overblijfsel van dat ver- branden vindt men terag in het lijkstroo of het doodenstroo, dat nog hier en daar gelegd wordt. Het gebeurt maar zeer sporadisch meer, maar er zijn menschen, die zoo gehecht zjjn aan oude gebruiken, dat zij er geen af- stand van willen doen. Het oude gebruik bracht mede, dat bij een sterfgeval de spie- geds en de schilderijen omgekeerd werden aan den wand, alle sieraden opgeborgen, de luiken gesloten en een bos stroo aan den deurpost werd neergelegd. Of eigenlijk is dat enkel leggen van het doodenstroo aan den deurpost reeds het tweede stadium van het oude gebruik, want oorspronkelijk moest het ook verbrand wor- den. Toen het Christendom algemeen werd, mochten de heidensche gebruiken niet lan- ger in eere blijven. Daaronder behoorde ook bet verbranden der dooden, waarop straf werd gesteld. Het volk paste zich aan en be- groef voortaan zijn dooden. Maar het bleef toch zoo aan het oude gehecht, dat het er aooveel mogelijk van trachtte te bewaren. De dooden werden niet meer op stroo ge legd en daarna verbrand. Maar het dooden stroo kwam voor het sterfhuis te liggen. En na afloop van de begrafenis werd het plechtig in brand gestoken. VEROUDERDE WETTEN. Eenigen tijd geleden verscheen in een der eerste restaurants in de Dondensche city een ieftig heer van middelbaren leeftijd, die een ongebraden, maar gepaneerde cotelette mee- bracht. Hij ging naar de keuken, vroeg den •hef-kok om een pan en om een plaatse bij bet vuur. Vet voor het braden had hij zelf meegebracht. In de keuken wist men niet boe men met dien zonderlingen mijnheer aan moest en men haalde er dus den g6rant *tj. Er volgden lange toespraken, zonder dat men er echter in slaagde den vreemden gast aan het verstand te brengen, dat hij of •en gebraden cotelette van het restaurant moest bestellen, of zijn eigen cotelette thuis moest gaan braden. Met geweld zette men den heer, die men voor niet recht snik versleet, eerst buiten de keuken en vervolgens op straat. Een half uurtje later echter keerde de mijnheer terag, vergezeld van twee politieagenten en een advocaat, die den verbaasden g£rant een wets- artikel voorlas, volgens welk „elke Engelsche burger het recht heeft de keuken van dit restaurant om niet te gebruiken", mits hij zijn grondstoffen zelf medebrengt. Deze wet, die mog altijd van kracht is, al is zij ook sinds lang in het vergeetboek geraakt, dateert van 1473. De mijnheer met de cotelette wilde de regeering nog eens voor oogen stellen, dat dergelijke verouderde wetten ten slotte toch •ens uitdrukkelijK dienen te worden inge- trokken. Of hij succes zal hebben? Het rraagstuk is niet zoo eenvoudig als de mijn heer zich schijnt voor te stellen. Een wet, die eenmaal op het Statutebook is ingeschre- yen, kan alleen bij een andere wet worden afgeschaft. Men stelle zich eens voor, dat zoo'n afschaffingswet eens werd verworpen en dat dientengevolge aan een in onbraik geraakt en vergeten privilegie, gelijk dat van het keukengebruik om niet nieuw leven werd ingeblazen. Het zouden middeleeuwsche toestanden worden. Laat dan maar liever eens in de honderd jaar zoo'n zonderlinge mijnheer met zijn stokpaardjescotelette de een of andere vrije keuken binnenstappen. Dat kan minder kwaad. (N. R. Crt). ONDERVVIJZERSEOONEN. De schoolmeester was in vroegere eeuwen tevens koster en had gewoonlijk nog een half dozijn andere baantjes. Zoo was het eenige eeuwen geleden, en zelfs nog in de vorige eeuw. Den 13den Mei 1625 werd te Bennekom tot koster-schoolmeester benoemd Wouter Augus- tijn en wel op de volgende voorwaarden: Hij zou als inkomen van alle ingezetenen, die een stuk land bebouwden, genieten een sche- pel, drie spint of 6<§n spint rogge per jaar, naargelang de landbouwer meer of minder land in gebruik had. En wie geen land be- bouwde, betaalde vier stuivers per jaar. Maar dan moest hij ook elken middag de klok luiden. Uit een eigenaardig geschreven stuk van een koster-schoolmeester te Ede van het jaar 1705 blijkt, dat hij jaarlijks raim 29 mud rogge en aan geld 28 gulden en 14 stuivers ontving, verder nog 15% pond boter en een dagwerk turf, terwijl hij tegen Paschen een aantal eieren bij de boeren mocht halen. Voor het overluiden en het maken van een graf ontving hij in de kerk twee schepels rogge en op het kerkhof een schepel, als de doode op de baar werd gedragen. Was dat niet het ge val, bij kinderen bijv., dan ontving hij slechts de helft van de genoemde hoeveelheden. Van ieder schoolgaand kind kwam hem maandelijk 4 stuivers toe, als het nog niet kon schrijven, en 5 stuivers, indien het dat wel reeds kon. Maar dan moest hij den ar- men, die van de diaconie leefden voor nie- mendal leeren. Op vele plaatsen was van eenig vast salaris geen sprake. En toen er voor het eerst een vast inkomen aan de betrekking werd ver- bonden, bedroeg het niet meer dan 30 gulden per jaar. Zelfs in het begin der 19de eeuw waren er heel wat dorpen, die nooit meer dan 100 gulden per jaar aan een schoolmeester betaalden. De rest moest hij er maar bij ver- dienen, waarvoor hij allerlei karweitjes op- knapte. Gewoonlijk was hij tevens boer, kos ter, klokluider, doodgraver, enz. Hij was meestal de vraagbaak voor de dorpelingen. Met allerlei kwesties, waarbij schrijven of lezen te pas kwam, moest hij een behulpzame hand bieden. Was de schoolmees ter wat handig en had hij de sympathie van de bevolking, dan werd hem nogal eens wat toegestopt Geen boer slachtte een varken of een koe, of de meester kreeg er zijn deel van. En met Paschen had hij overvloed van eieren. Er zijn in Twente en in den Gelderschen Ach- terhoek nog plaatsen, waar de kinderen den meester op school eieren meebrengen tegen Paschen. Vergadering van Donderdag 20 December 1928, des voormiddags 10 uur. Voorzitter de heer F. Blok, Burgemeester. Tegenwoordig de leden: J. M. Oggel, A. E. C. Kruijsse, M. W. Koster, C. Th. van de Bilt, H. Wolfert, Ch. Claessens, A. Th. 't Gilde, F. Dieleman, J. de Feijter en P. de Feijter, be- nevens de Secretaris J. L. J. Maris. Afwezig de heer Ph. J. van Dixhoorn. De VOORZITTER opent de vergadering door het uitspreken van het gebedsformulier. Hij deelt mede, dat de heer Van Dixhoorn bericht heeft gezonden wegens ongesteldheid verhinderd te zijn de vergadering bij te wonen. Aan de orde komt: 1. Notulen. Het vaststellen van de notulen der verga dering van 6 November 1.1., wordt aangehou- den, aangezien deze nog niet in druk zijn verschenen. 2. Ingekomen stukken. a. Een schrijven van den Minister van Ar- beid, waarin deze, onder verwijzing naar zijn schrijven d.d. 9 December 1927, no. 899 A. B., Afd. W. V. en A. B., in zake de landverhuizing naar Canada, mededeelt, dat deze regeling ook zal gelden voor het jaar 1929, met dien ver- stande, dat de geldelijke hulp aan de emigran- ten alleen zal worden verstrekt als renteloos voorschot. De emigratie Centrale-Holland, Maurits- kade 3, 's Gravenhage, blijft met de uitvoe- ring belast en is bereid met de invordering van de voorschotten in Canada te belasten. De organen der arbeidsbemiddeling zullen ter zake door den directeur van den Rijks- dienst der Werkloosheidsverzekering en Ar beidsbemiddeling worden ingelicht. Gaame zal de Minister v66r 1 December a.s. bericht ontvangen zoo de gemeente be reid is, medewerking in voorkomende gevallen te verleenen. Burgemeester en Wethouders hebben, aan gezien de Minister v66r 1 December antwoord wenschte, de gestelde vraag in bevestigenden zin beantwoord, omdat zij meenden te mogen aannemen, dat de meening van den raad om- trent dit punt niet gewijzigd is. De heer P. DE FEIJTER vraagt, of er al van die voorschotten terugbetaald zijn. De VOORZITTER antwoord bevestigend en herinnert, dat dit reeds in de raadszittingen is meegedeeld. Gister is juist bericht ontvan gen van de Emigratiecentrale, dat door De Koeijer het voile bedrag van het hem van wege het rijk en de gemeente verstrekt voor schot Is terugbetaald. De heer OGGEL herinnert, dat vroeger ook door Wieland en Scheele het voorschot is terugbetaald, dat is telkens aan den raad meegedeeld. De heer P. DE FEIJTER vraagt, of er in Canada ook iemand is, die op de emigranten het oog houdt, anders zou het kunnen zijn dat de gewilligen het voorschot terugbetaal- den, doch anderen er zich niets van zouden aantrekken. De VOORZITTER deelt mede, dat er van wege, de Emigratie centrale iemand is die met de emigranten in contact blijft en zoo noodig ook hunne belangen behartigt. Wat de teragbetalingen betreft moet men er ook rekening mee houden dat de eene het kan en de andere niet. De heer OGGEL voegt hieraan toe, dat de vertegenwoordiger van de Emigratie centrale met de menschen in contact blijft, ook werk voor hen zoekt en dat er dan een deel van het loon voor de terugbetaling gereserveerd wordt. Maar als er zijn die niet willen dan is daaraan niet veel te doen. De heer DIELEMAN heeft dezer dagen ook nog in de ,,Standaard" gelezen, met be trekking tot de terugbetaling van voorschot ten, dat ieder daar niet even gelukkig is, en dat er meerderen zijn, wien het niet meeloopt, die niet kunnen. Uit de omstandigheid dat er zyn die teragbetalen, biykt toch dat er een goeden wil bestaat. De VOORZITTER wjjst nu weer op De Koeijer die het bedrag, met inbegrip van rente, geheel heeft terugbetaald. De heer 't GILDE meent het schrijven van Burgemeester en Wethouders aldus te moe- ten opvatten, dat de bijdrage in de reiskosten van gemeentewege aan eventueele emigran ten stilzwijgend dezelfde zullen beschouwd blijven worden. De VOORZITTER antwoordt bevestigend. De heer 't GILDE vraagt, of het toch niet onvoorzichtig was, antwoord te geven vodr de raad zich had uitgesproken. De raad zou ook van meening kunen veranderd zijn. De VOORZITTER meent, dat dan daarvan te voren wel iets zou gebleken zijn en dan hadden Burgemeester en Wethouders een an- der antwoord gegeven. De mededeeling wordt met algemeene stem- men voor kennisgeving aangenomen. b. De door den raad bij besluit van 20 September 11. vastgestelde wijziging der be- grooting van het gemeentelijk gasbedrijf voor den dienst 1928, voorzien van het bewijs der goedkeuring door Gedeputeerde Staten. Aangenomen voor kennisgeving. c. Een verzoek van het gemeentebestuur van IJsselmonde om adhaesie te betuigen aan het door den raad dier gemeente tot den Mi nister van Binnenlandsche Zaken en Land- bouw gericht adres in zake toepassing van art. 122a der Gemeentewet, welk schrijven luidt als volgt: Door den Raad dezer gemeente werd heden een adres gericht aan den Minister van Bin nenlandsche Zaken en Landbopw, luidende als volgt „Geeft eerbiedig te kennen de raad der ge meente IJsselmonde: dat ter uitvoering van zijn besluit dd. 22 December 1927 door Burgemeester en Wet houders aan het college van Gedeputeerde Staten dezer provincie, overeenkomstig het bepaalde in artikel 122a der gemeentewet, een tegemoetkorning is gevraagd van de ge- meenten Rotterdam en Ridderkerk, in de kos- ten, in dat artikel vermeld; dat uit de in afschrift hierbij overgelegde correspondentie blijkt, dat naar aanleiding hiervan door Gedeputeerde Staten o.m. over- legging wordt geeischt van nominatieve op- gaven van arbeiders, die gedurende het jaar in de gemeenten, waarvan de tegemoetkomin- gen gevraagd worden, zijn werkzaam geweest en in deze gemeente hoofdverblijf hadden, met vermelding voorts ten aanzien van elk hun- ner, van het tijdvak hunner werkzaamheid in de andere gemeenten, van het bij de verschil- lende werkgevers in dat jaar genoten loon en van de in deze gemeente over genoemd jaar van hen geheven belastingen, onder af- trek van hetgeen wegens kwade posten daar van in mindering is gekomen; dat echter deze gegevens gedeeltelijk niet en gedeeltelijk zeer bezwaarlijk kunnen wor den verkregen; dat voorts de door Gedeputeerde Staten verlangde gegevens van zoodanigen aard en omvang zijn, dat het jaarlijksch verzamelen hiervan een schier onmogelijk werk mag hee- ten, waarvan de kosten geenszins in de juiste verhouding staan met het bedrag der even- tueel toe te kennen uitkeering; dat het hierdoor aan vele gemeenten on mogelijk wordt gemaakt de tegemoetkorning te krijgen, waarop zij ingevolge de wet recht hebben redenen, waarom adressant Uwer Excellen- tie eerbiedig verzoekt, die maatregelen te wil len treffen, welke een onbelemmerde toepas sing van vorengenoemde wetsbepaling ver- zekeren. Wij hebben de eer U beleefd te verzoeken, aan dit adres adhaesie te betuigen. Met de door U hieromtrent te nemen be- slissing zullen wij gaarne in kennis worden gesteld. Overeenkomstig het voorstel van Burge meester en Wethouders wordt dit voorstel met algemeene stemmen aangenomen voor ken nisgeving. d. Bericht van D. A. van Houte, dat hij de benoeming tot lid der commissie van toezicht op het lager onderwijs aanneemt. Aangenomen voor kennisgeving. e. Bericht van H. E. M. van Acker, J. de Regt en M. van Fraaijenhove, dat zij de be noeming resp. tot arbiter en keurmeester ter gelegenheid van de jaarmarkt aannemen. Aangenomen voor kennisgeving. f. Proces-verbaal van de op 12 December 1928 ten kantore van den gemeente-ontvanger gehouden opneming der boeken en kas, waar bij is gebleken, dat het batig slot over den dienst 1927 bedraagt van den gewonen dienst f 19.901,87% en van den kapitaaldienst 894,42% en dat de inkomsten van den dienst 1928 tot dien datum hebben bedragen 167.294,08%, benevens 23,50 van de hulp- journalen in zake beerruiming en schoolgeld, te zamen 188.113,88%, en dat de uitgaven voor den dienst 1928 tot dien datum hebben bedragen f 154.312,82%, zoodat in kas moest zijn 33.801,06, hetgeen overeenkwam met de in kas bevonden en in het proces-verbaal om- schreven waarden. Aangenomen voor kennisgeving. g. Naar aanleiding van het door den raad tot hen gerichte adres verwijzen Gedeputeerde Staten van Zeeland bij schrijven d.d. 23 No vember 1928, naar him schrijven d.d. 17 December 1926, no. 167, 3e afdeeling, en dee- len mede, dat er voor hen geene termen be- staan om te bevorderen, dat aan het verzoek van den raad tot herziening der salarisregeling voor burgemeester, secretaris en ontvanger zal worden voldaan. Aangenomen voor kennisgeving. h. De VOORZITTER deelt mede, dat by het vaststellen der agenda van wege 21 Zeeuwsche gemeenten bericht is ingekomen dat zij het verzoek van den gemeenteraad van Axel, om steun te verleenen aan het adres gericht aan Gedeputeerde Staten in zake de salarissen van burgemeesters, secretarissen en ontvangers, voor kennisgeving hebben aan genomen. Aangenomen voor kennisgeving. De heer 't GILDE: Ik wensch, mijnheer de Voorzitter, over de onder g en h vermelde stukken .toch wat te zeggen. Het is van nu af aan gezien de missive van Gedeputeerde Staten en de afwijzende stuk ken die van verscheidene gemeentebesturen binnenkwamen, niet twijfelachtig meer hoe deze actie van Axel uitgaande zal afloopen. Deze aangelegenheid zou dan ook mijnentwege geen enkel woord meer waard zijn, indien de eer van het vaderschap ervan in zeker blad niet aan mij, in plaats van aan den heer Claes sens was toegekend geworden. Niet de heer Claessens is het voorwerp en het mikpunt van den toorn en de gramschap van het door mij bedoelde ambtenarenorgaan geworden, doch de heer 't Gilde. Het is waarlijk te veel eer en het strookt zoo weinig met mijn bekende bescheidenheid, dat wij aan dit feit eenige meerdere ruchtbaarheid niet meenden te mo gen onthouden. Onder het motto: „Het Licht uit Axel", wordt melding gemaakt van de z.g. „mobilisa- tiegroep" aan de Zeeuwsche Gemeentebesturen om het pad der bezuiniging te betreden. Volgens een afdrak van het rondschrijven waarvan de redactie voldoende bekepd zal zijn, en luidende als volgt: ,,De raad der gemeente Axel". Gezien het voorstel van den heer Claessens om bij heeren Gedeputeerde Staten van Zee- land aan te dringen om het salaris van bur gemeester, secretaris en ontvanger in deze gemeente te herzien in dalende lijn; overwegende, dat de thans geldende regeling voor deze functionarissen voor een gemeente als Axel met zijn landelijk karakter te hoog is te noemen, althans geen aanspraak kan maken te behooren tot de uitzonderings- gemeenten genoemd in regeling van 24 Sep tember/19 November 1926 (prov. blad no. 62), wat betreft het salaris van den burgemeester; dat deze gemeente in zijn tegenwoordige omstandigheden, evenals vele andere gemeen ten in deze provincie, niet kan ingedeeld wor den bij de vooruitgaande gemeenten, daarbij lettende op de bedrijfsresultaten van de be volking; dat ook in andere gemeenten de meening heerscht, dat de jaarwedden van die function- narissen te hoog zijn; besluiten: a. heeren Gedeputeerde Staten "van Zee- land te verzoeken de jaarwedderegeling van burgemeester, secretaris en ontvanger, zooals genoemd in hun besluit van 24 September/ 19 November 1926 (prov. blad no. 62) zoodanig te herzien, dat deze in overeenstemming komen met de draagkracht en aard der ge meente; b. alle gemeenteraden van Zeeland uit te noodigen eenzelfden wensch kenbaar te maken bij meergenoemd college. Er wordt voorts op zeer smalenden toon gesproken over „het spelletje", van den raad, die in 1927 van de Kroon reeds de kous op den kop kreeg, terwijl verder wordt verwezen naar de algemeene beschouwingen,. welke door mij bij de behandeling der gemeentelijke be- grooting in de vorige vergadering zijn ge houden. In het adres aan de Zeeuwsche gemeente besturen worden cursief gedrukt de woorden ,,de bedrijfsresultaten van de bevolking". Als- of men daarmee zijn spot en sarcasme wil te kennen geven over de onoprechtheid van de klachten der bevolking omtrent de bedrijfs- uitkomsten en slechte tijden. Als het den heeren lust zullen wij hier tegenover eenige citaten plaatsen, uit meer gezaghebbende bla- den, dan dit ambtenarenorgaan om daarmede aan te toonen, dat de klachten uit Zeeuwseh- Vlaanderen niet ongegrond zijn, maar vooral, omdat men in dat kleine kringetje, dat nu ver stand van gemeente-administratie mag heb ben zooveel het wil, toch van Zeeuwsch- Vlaamsche toestanden voor geen twee cent begrip heeft. Kijk, mijnheer de Voorzitter, de „ambte- narij" in den meest ongunstigen zin van het woord komt hiermede om den hoek kijken! En wel met de navolgende woorden: ,,In gedachte had de geachte inleider zeker de prestaties van Robaver, Hanzebank en der gelijke instellingen om van de Veendammer nog maar te zwijgen op het oog. Ja, als we zien wat particulieren presteeren, hoe er ge vonden worden, die middels een interessante boekhouding kans zien om van het verlies te leven, slaan wij ambtenaren onverplicht de handen vaak van bewondering ineen, zoo kun nen wij het niet". „We kennen Axel ook een beetje als een gemeente, die er lang niet slecht voor staat. Dit jaar heeft de bevolking, die hoofdzakelijk uit landbouwers bestaat, buitengewoon beste inkomsten. Maar dit belet den bedoelden spreker niet om het volgende op te merken". ,,Dit goede jaar voor den landbouw is gelijk aan den eenen zwaluw, die geen zomer maakt. De toekomst is donker". ,,Vandaar dat hij zijn licht laat schijnen". Zoo luidt hun liefelijke conclusie. Tot slot wordt het vertrouwen in Gedepu teerde Staten uitgesproken, die evenals de overige Zeeuwsche raadsleden wel zooveel gezond verstand zal hebben het ongesmoorde duiveltje in den donker te laten zitten, waar het ook behoort, en niet mee zullen doen op den goeden naam en waardeering der „Axel- sche ambtenaren" ongemotiveerde aanvallen te doen. Wie na deze tirades nog mocht twijfelen aan de mentaliteit die unaniem heerscht onder de heeren welke in de ambtenarenwereld de lakens uitdeelen zou blijk geven van gemis aan oordeel des onderscheids. Hier wordt op zeer geniepige wijze den landbouwers, maar ook anderen onbetrouwbaarheid inzake boekhou ding aangewreven. Alles wat geen ambtenaar is, wordt misschien wel aangezien voor be- lastingontduiker. Mijnheer de Voorzitter. Wij zullen dus aan dit epistel de waarde toekennen die het toe- komt. Zooals gezegd, heb ik in dezen geen voorstel gedaan. Ware dit het geval geweest, zoo had ik mij geprepareerd en nog even herinnerd aan het besluit van Gedeputeerde Staten van Zeeland, d.d. 19 November 1926, waarbij deze inzake de jaarwedden van burgemeester, secretaris en ontvanger ten opzichte van Axel zijn afge- weken van den grondslag waarop zij zich hadden geplaatst, n.l. het bevolkingscijfer volgens hetwelk Axel als gemeente van 5- tot 6000 zielen (en dus in de 8ste klasse vallen de) de aanvangsjaarwedde van den Burgemeester op 3060 bepaald zag. Met 5 tweejaarlijksche verhoogingen van f 1010 werd dit ,f 3960. Toen is hierop een afwijkende beslissing genomen en de aanvangsjaarwedde op 3600 bepaald met 5 2-jaarlijksche verhoogingen van 200. Daar zit hem de kneep en dit is juist het geen den raad altijd heeft gegriefd. Ware deze afwijkende beslissing niet genomen door Gedeputeerde Staten er zou door mij nooit van zijn gekikt. Ook ik gun den burgemees ter een salaris, dat hem vrijwaart voor af- hankelijkheid en naar de oogen zien van be paalde menschen. En op dit is m.i. te wei nig den nadruk gelegd, en het spijt mij wel, dat hierop te weinig den nadruk is gelegd De redactie van dit rondschrijven zou m.i. duidelijker moeten zijn geweest. Door ons wordt niet zoozeer beoogd de noodzakelijkheid eener nieuwe algemeene regeling als wel die van een terugbrengen van Axel tot het vroe gere salaris-niveau, met afwijking dan natuur- lijk ook van den secretaris die ook bij de voor de inwerkingtreding der regeling van 1926 een salaris had van f 3600 aanvangsjaarwedde met de bekende verhoogingen. En waar dit leidende orgaan een week nadat dit artikel geplaatst is (nr. van 6 Dec. j.l.) in een bericht in het nr. van 13 Dec. met „on- gesmoorde blijdschap" te kennen wist te geven, dat Gedeputeerde Staten geen aanlei ding hadden kunnen vinden voor Axel een af- zonderlijke regeling te treffen, zoo moet mij hier toch van het hart, dat men hierdoor de zaken anders voorstelt dan zij zijn. In de eerste plaats luidt het schrijven van Gedeputeerde Staten niet zoo en voorts is juist het feit, dat Gedeputeerde Staten voor Axel een uitzonderingsbepaling hebben ge maakt de aanleidende oorzaak van ons verzet geworden. Zoo is de zaak en daar juist wou ik den nadruk op leggen. Slechte spijsverte- ring, verotcpping, maagkwalen enz., werken nadeelig op uw humeur en ge- stel. Foster's Msag- pillen zijn een zacht- werkend laxeermid- del, dat uw kwaal doet verdwijnen. SVIaagpMIen Foster's Alom verkrijgbaar a f 0.65 per flacon. Te Ter Neuzen bij Firma A. van Overbeeke Leunis, Axelschestraat en Westkolkstraat. It Voor de redactie draag ik voorts geen ver- antwoordelijkheid en het vaderschap van deze actie is voor mij, noch voor de overgroote meerderheid van dezen raad geen oneer. Geen enkel lid van den raad heeft de door ons ge- poneerde stellingen, in de vorige raadszitting ook aangevochten. Er zal voor ons niets anders opzitten, dan het volgende jaar de autoriteiten in Den Haag mondeling omtrent een wantoestand die hier met tegenzin van den raad is geschapen in te lichten en op verandering aan te dringen. Mogelijk, dat na de verkiezingen van het volgende jaar ook een bewind komt dat voor gewenschte en daardoor gerechtvaardigde be zuiniging op dit terrein wat meer voelt. Wij zullen ons „licht" ten spijt van de ver- bolgenheid van een paar bureaucraten laten schijnen ook in de toekomst. En dit zal niet beperkt blijven tot de spreekwoordelijke „korenmaat". De VOORZITTER wil alleen opmerken, dat hij in de vorige raadszitting reeds zijn spijt heeft uitgedrukt, dat de voorsteller geen schriftelijk voorstel had ingediend, waarin hjj zijn bedoeling juist had omschreven. Door Burgemeester en Wethouders is het besluit uitgevoerd, zoo nauwkeurig mogelijk rekening houdend met de besprekingen, en is het cen- cept van het besluit, alvorens het uit te voe- ren, ter lezing gegeven aan den voorsteller, den heer Claessens, die zich met den inhoud heeft vereenigd. i. In de vorige vergadering werd in handen van Burgemeester en Wethouders gesteld om bericht en raad een adres van de afdeeling Axel van den Nederl. Christelijken Bond van Personeel in Publieken Dienst om aan de vaste werklieden der gemeentelijke gasfabriek in eene bepaalde mate vrij vuur en licht te ver- strekken. De Gascommissie adviseert de gevraagde emoulumenten niet toe te staan en het ver zoek af te wijzen. Behalve dat de commissie meent, dat het loon der betrokken personen behoorlijk is, zoodat door deze verstrekking het loon aanmerkelijk boven dat in het vrije bedrijf zou komen, heeft zij zich vooral laten leiden door de overweging, dat hierdoor een onbillrjke toestand zou ontstaan. Immers, krijgen de werklieden der gasfabriek in be paalde mate vrij vuur en licht, welke reden zou dan bestaan, dat de overige in gemeente- dienst werkzame personen dit niet zouden krijgen en waar zou dan de grens zijn. De commissie is eenparig van oordeel, dat dit verzoek niet kan worden ingewilligd. Burgemeester en Wethouders adviseeren het adres ter afdoening te renvoyeeren naar hun college, zulks op grond van art. 5 der Verordening op het beheer der gasfabriek, waarbij is bepaald dat Burgemeester en Wet houders de bezoldiging van dat personeel re- gelen. Zij voegen hieraan toe, overeenkomstig het advies der Gascommissie op het verzoek reeds afwijzend te hebben beschikt. Het voorstel wordt met algemeene stem- men aangenomen. (Wordt vervolgd.) Vorige week vergaderde de raad dezer gemeente in voltallige zitting. De notulen der vorige vergadering werden voorgelezen en onveranderd goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede, dat het schilde- ren van de gemeentewoning bewoond door de wed. Lievens is uitgesteld tot het komende voorjaar. Verschillende goedkeuringen zijn door Ged. Staten verleend. Een verzoek om subsidie van anderhalven cent per inwoner van het bestuur van de vereeniging van Nederlandsche Gemeenten, wordt voor ken nisgeving aangenomen. Gezien het laatste ongeval, door den tram veroorzaakt, stellen Burg, en Weth. voor, besprekingen te openen met het bestuur der Z. V. T. M., om de lijn te doen verleggen buiten de gemeente. Daar de subsidie aan de Z. V. T, M. in 1929 vervalt is dit juisft jeen mooie gelegenheid om condities te stellen. De subsidie bedraagt thans acht honderd gulden. Aldus wordt besloten. De heer Haverbeke dringt nog aan op het stellen van goede voorwaarden op het con tract. Na de bespreklng met het bestuur der Z. V. T. M. zal een en ander in den raad worden behandeld. De Voorzitter stelt voor een subsidie vast te stellen voor elke verpleegde blinde van welke gezindte ook. Reeds meer dan 40 jaar is de blinde Bogaert verpleegd in het St. Henricusgesticht te Grave met een sub sidie van dertig gulden per jaar Spreker noemt dit een groote onbillijkheid, waar toch voor krankzinnigen 650 wordt betaald. Besloten wordt met algemeene stemmen, om jaarlijksch 200 subsidie te geven. Voorts wordt door spreker voorgesteld, de behandeling der nieuwe bouwverordening uit te stellen, totdat deze in behandeling is geweest bij de gezondheidsraad. Spreker kan zich wel vereenigen met hetgeen voor nieuwe bouw betreft, maar met het verbou- wen aan bestaande woningen kan hij niet accoord gaan. Zijns inziens heeft hiermede de gezondheidscommissie niets te maken en moet dit worden overgelaten aan Burg, en Weth. met beroep op den raad. De heer Van Baal is als deskundig adviseur aanwezig. Allen kunnen zich met de ziens- wijze van den Voorzitter goed vereenigen. De heer Schijve vraagt, om een verorde ning te stellen, waarbij wordt verboden, in den kom der gemeente schuren te doen bou- wen. De Voorzitter zegt, dat dit onmogelijk ie, gezien de landelijkheid der gemeente. Bij de omvraag verzoekt de heer Haver beke bij de school van Klakbaan de sloot voor de school af te maken met harmonica- gaas, gezien de sloot door de jongens telkens wordt ingeloopen, en ook om te zorgen, dat er 's Zondags tot aan de vroegmis licht brand in de plaats. Voor beiden zal worden ge- zorgd. Op een vraag van den heer Schyve omtrent kolenleverantie aan de gemeente, antwoordt de Voorzitter, dat dit bij inschrijving gebeurt, dat dat bij de laatste aanbesteding van de vijf aangeschrevenen, er slechts 66n zijn prjjs heeft ingediend.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1928 | | pagina 3