V A RI A.
GEMEENTERAAD VAN AXEL.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN,
Ziet gij ouder uit dan gij zijt?
GEMEENTERAAD VAN
IJZENDIJKE.
:gd was voortgezet, werd eindelijk de rotan
bij heftig weerstreven van het dier ingehaald
totdat het monster boven kwam. Een an
dere inlander stond gereed met een harpoen,
am deze den krokodil op dat moment in het
ichaam te drijven. Het beestje had echter
anders beslist, want juist bij zijn verschijnen
san het wateroppervlak begon het zoo hevig
met den staart te slaan, dat de harpoenist
kwam te vallen en degene die de rotan hield,
tilings moest gaan vieren.
Het vallen van den man was een aanwij-
aing voor de Inlanders, dat het zoo ging en
dat de doekoen er bij moest komen. Deze is
in dit geval een speciale, heilige man, die zijn
werk maakt van de boeaja-jacht.
Met de motorboot was spoedig deze oude
Inlander opgehaald. Hjj nam nu de leiding,
m.a.w. de rotan, in handen. Daarna nam hij
net afgekapte uiteinde van de bamboe in den
mond en blies er op. Dit is wat de Inlanders
djampi-djampi (betoovereni noemen.
En werkelijk, hij had succes want de kro
kodil liet zich zonder veel moeite aan de op
pervlakte brengen. De harpoen in den rug
van het dier te planten, was toen het werk
van een oogenblik, waarna een angstwekken-
de vechtpartij volgde.
De doekoen beheerschte echter den toe-
stand volkomen, hield de rotan vast, er met
alle macht aan trekkende, waardoor het dier
aan de oppervlakte moest blijven, echter ge-
•reldig met den staart slaande, steeds
draaiende en nu en dan met geopende muil
uit het water opduikend, bijtende naar zijne
belagers. De doekoen wist gedurende deze
wilde bewegingen het beest toch eenige kal-
uneerende klappen op den kop te geven, doch
de nogmaals ingeplante harpoen deed den
strjjd opnieuw beginnen. Bij het nu weder
aan de oppervlakte verschijnen van het dier,
was dit z6<5 woest, dat hij in het voorste deel
der prauw beet, waardoor er een stuk van 1
M. lang en 10 c.M. breed afknapte. Nogmaals
te vooj-schijn komende, deed de doekoen een
gelukkigen greep en drukte met de hand de
beide oogen van het monster dicht. Het dier
liet zich, zonder verdere moeite te geven, den
■auil en de pooten op den rug binden; het
was gevangen.
De manier, waarop de doekoen verder met
»et dier omsprong, was werkelijk bewonde-
renswaardig en het door hem verdiende loon
werd hem dan ook van harte gegund. Usance
het namelijk, dat van de betrokken kam-
pong per heerendienstplichtige aan hem
j 0,25 wordt betaald, waardoor de man in dit
geval f 75 krijgt.
Na op den wal gesleept te zijn, werd de
buik van het monster geopend en de maag
aagezien. Het aapje, eenige beenderen van
geiten, kippen, vischgraten en een groote
ijzeren 'ring, de einden raw in elkaar ge-
draaid, zooals -gebraikelijk bij den halsband
voor geiten, werden gevonden. Van men-
scheljjke overblijfselen geen spoor. Dit ge
vangen dier was dus de menschen-eter niet,
waaruit volgt, dat het uitleggen van nieuw
etas geboden is.
HET DOODENSTROO.
In de oude tijden werden de dooden be-
graven, verbrand of in zee geworpen, Het
laatste was wel het eenvoudigste voor de be-
woners onzer zeekusten.
In Zeeland treft men geen grafheuvels
aan uit den v66r-Christelijken tijd, zoodat
bet voor de hand ligt, te veronderstellen, dat
daar de lijken eenvoudig in zee geworpen
of in booten op zee verbrand werden.
Aanleiding tot die veronderstelling geeft
een schrijver uit de zesde eeuw, die gewaagt
van een volk van visschers en akkerlieden,
die op de zeekust, tegenover Engeland woon-
de. Dat volk bracht de zielen der afgestor-
venen naar Brittannie over. En de booten,
die anders een etmaal noodig hadden voor
de heen- en teragreis, waren dan binnen het
uur terag.
De ljjken werden dus op zee over boord
gezet, maar soms ook in de boot verbrand
waarschijnlijk. Een overblijfsel van dat ver-
branden vindt men terag in het lijkstroo of
het doodenstroo, dat nog hier en daar gelegd
wordt. Het gebeurt maar zeer sporadisch
meer, maar er zijn menschen, die zoo gehecht
zjjn aan oude gebruiken, dat zij er geen af-
stand van willen doen. Het oude gebruik
bracht mede, dat bij een sterfgeval de spie-
geds en de schilderijen omgekeerd werden
aan den wand, alle sieraden opgeborgen, de
luiken gesloten en een bos stroo aan den
deurpost werd neergelegd.
Of eigenlijk is dat enkel leggen van het
doodenstroo aan den deurpost reeds het
tweede stadium van het oude gebruik, want
oorspronkelijk moest het ook verbrand wor-
den.
Toen het Christendom algemeen werd,
mochten de heidensche gebruiken niet lan-
ger in eere blijven. Daaronder behoorde ook
bet verbranden der dooden, waarop straf
werd gesteld. Het volk paste zich aan en be-
groef voortaan zijn dooden. Maar het bleef
toch zoo aan het oude gehecht, dat het er
aooveel mogelijk van trachtte te bewaren.
De dooden werden niet meer op stroo ge
legd en daarna verbrand. Maar het dooden
stroo kwam voor het sterfhuis te liggen.
En na afloop van de begrafenis werd het
plechtig in brand gestoken.
VEROUDERDE WETTEN.
Eenigen tijd geleden verscheen in een der
eerste restaurants in de Dondensche city een
ieftig heer van middelbaren leeftijd, die een
ongebraden, maar gepaneerde cotelette mee-
bracht. Hij ging naar de keuken, vroeg den
•hef-kok om een pan en om een plaatse bij
bet vuur. Vet voor het braden had hij zelf
meegebracht. In de keuken wist men niet
boe men met dien zonderlingen mijnheer
aan moest en men haalde er dus den g6rant
*tj. Er volgden lange toespraken, zonder
dat men er echter in slaagde den vreemden
gast aan het verstand te brengen, dat hij of
•en gebraden cotelette van het restaurant
moest bestellen, of zijn eigen cotelette thuis
moest gaan braden.
Met geweld zette men den heer, die men
voor niet recht snik versleet, eerst buiten de
keuken en vervolgens op straat. Een half
uurtje later echter keerde de mijnheer terag,
vergezeld van twee politieagenten en een
advocaat, die den verbaasden g£rant een wets-
artikel voorlas, volgens welk „elke Engelsche
burger het recht heeft de keuken van dit
restaurant om niet te gebruiken", mits hij zijn
grondstoffen zelf medebrengt. Deze wet, die
mog altijd van kracht is, al is zij ook sinds
lang in het vergeetboek geraakt, dateert van
1473. De mijnheer met de cotelette wilde de
regeering nog eens voor oogen stellen, dat
dergelijke verouderde wetten ten slotte toch
•ens uitdrukkelijK dienen te worden inge-
trokken. Of hij succes zal hebben? Het
rraagstuk is niet zoo eenvoudig als de mijn
heer zich schijnt voor te stellen. Een wet,
die eenmaal op het Statutebook is ingeschre-
yen, kan alleen bij een andere wet worden
afgeschaft. Men stelle zich eens voor, dat
zoo'n afschaffingswet eens werd verworpen
en dat dientengevolge aan een in onbraik
geraakt en vergeten privilegie, gelijk dat van
het keukengebruik om niet nieuw leven werd
ingeblazen. Het zouden middeleeuwsche
toestanden worden. Laat dan maar liever
eens in de honderd jaar zoo'n zonderlinge
mijnheer met zijn stokpaardjescotelette de
een of andere vrije keuken binnenstappen.
Dat kan minder kwaad. (N. R. Crt).
ONDERVVIJZERSEOONEN.
De schoolmeester was in vroegere eeuwen
tevens koster en had gewoonlijk nog een half
dozijn andere baantjes. Zoo was het eenige
eeuwen geleden, en zelfs nog in de vorige
eeuw.
Den 13den Mei 1625 werd te Bennekom tot
koster-schoolmeester benoemd Wouter Augus-
tijn en wel op de volgende voorwaarden:
Hij zou als inkomen van alle ingezetenen, die
een stuk land bebouwden, genieten een sche-
pel, drie spint of 6<§n spint rogge per jaar,
naargelang de landbouwer meer of minder
land in gebruik had. En wie geen land be-
bouwde, betaalde vier stuivers per jaar. Maar
dan moest hij ook elken middag de klok
luiden.
Uit een eigenaardig geschreven stuk van
een koster-schoolmeester te Ede van het jaar
1705 blijkt, dat hij jaarlijks raim 29 mud
rogge en aan geld 28 gulden en 14 stuivers
ontving, verder nog 15% pond boter en een
dagwerk turf, terwijl hij tegen Paschen een
aantal eieren bij de boeren mocht halen. Voor
het overluiden en het maken van een graf
ontving hij in de kerk twee schepels rogge en
op het kerkhof een schepel, als de doode op
de baar werd gedragen. Was dat niet het ge
val, bij kinderen bijv., dan ontving hij slechts
de helft van de genoemde hoeveelheden.
Van ieder schoolgaand kind kwam hem
maandelijk 4 stuivers toe, als het nog niet
kon schrijven, en 5 stuivers, indien het dat
wel reeds kon. Maar dan moest hij den ar-
men, die van de diaconie leefden voor nie-
mendal leeren.
Op vele plaatsen was van eenig vast salaris
geen sprake. En toen er voor het eerst een
vast inkomen aan de betrekking werd ver-
bonden, bedroeg het niet meer dan 30 gulden
per jaar. Zelfs in het begin der 19de eeuw
waren er heel wat dorpen, die nooit meer dan
100 gulden per jaar aan een schoolmeester
betaalden. De rest moest hij er maar bij ver-
dienen, waarvoor hij allerlei karweitjes op-
knapte. Gewoonlijk was hij tevens boer, kos
ter, klokluider, doodgraver, enz.
Hij was meestal de vraagbaak voor de
dorpelingen. Met allerlei kwesties, waarbij
schrijven of lezen te pas kwam, moest hij een
behulpzame hand bieden. Was de schoolmees
ter wat handig en had hij de sympathie van
de bevolking, dan werd hem nogal eens wat
toegestopt Geen boer slachtte een varken of
een koe, of de meester kreeg er zijn deel van.
En met Paschen had hij overvloed van eieren.
Er zijn in Twente en in den Gelderschen Ach-
terhoek nog plaatsen, waar de kinderen den
meester op school eieren meebrengen tegen
Paschen.
Vergadering van Donderdag 20 December
1928, des voormiddags 10 uur.
Voorzitter de heer F. Blok, Burgemeester.
Tegenwoordig de leden: J. M. Oggel, A. E.
C. Kruijsse, M. W. Koster, C. Th. van de Bilt,
H. Wolfert, Ch. Claessens, A. Th. 't Gilde, F.
Dieleman, J. de Feijter en P. de Feijter, be-
nevens de Secretaris J. L. J. Maris.
Afwezig de heer Ph. J. van Dixhoorn.
De VOORZITTER opent de vergadering
door het uitspreken van het gebedsformulier.
Hij deelt mede, dat de heer Van Dixhoorn
bericht heeft gezonden wegens ongesteldheid
verhinderd te zijn de vergadering bij te wonen.
Aan de orde komt:
1. Notulen.
Het vaststellen van de notulen der verga
dering van 6 November 1.1., wordt aangehou-
den, aangezien deze nog niet in druk zijn
verschenen.
2. Ingekomen stukken.
a. Een schrijven van den Minister van Ar-
beid, waarin deze, onder verwijzing naar zijn
schrijven d.d. 9 December 1927, no. 899 A. B.,
Afd. W. V. en A. B., in zake de landverhuizing
naar Canada, mededeelt, dat deze regeling ook
zal gelden voor het jaar 1929, met dien ver-
stande, dat de geldelijke hulp aan de emigran-
ten alleen zal worden verstrekt als renteloos
voorschot.
De emigratie Centrale-Holland, Maurits-
kade 3, 's Gravenhage, blijft met de uitvoe-
ring belast en is bereid met de invordering
van de voorschotten in Canada te belasten.
De organen der arbeidsbemiddeling zullen
ter zake door den directeur van den Rijks-
dienst der Werkloosheidsverzekering en Ar
beidsbemiddeling worden ingelicht.
Gaame zal de Minister v66r 1 December
a.s. bericht ontvangen zoo de gemeente be
reid is, medewerking in voorkomende gevallen
te verleenen.
Burgemeester en Wethouders hebben, aan
gezien de Minister v66r 1 December antwoord
wenschte, de gestelde vraag in bevestigenden
zin beantwoord, omdat zij meenden te mogen
aannemen, dat de meening van den raad om-
trent dit punt niet gewijzigd is.
De heer P. DE FEIJTER vraagt, of er al
van die voorschotten terugbetaald zijn.
De VOORZITTER antwoord bevestigend en
herinnert, dat dit reeds in de raadszittingen
is meegedeeld. Gister is juist bericht ontvan
gen van de Emigratiecentrale, dat door De
Koeijer het voile bedrag van het hem van
wege het rijk en de gemeente verstrekt voor
schot Is terugbetaald.
De heer OGGEL herinnert, dat vroeger ook
door Wieland en Scheele het voorschot is
terugbetaald, dat is telkens aan den raad
meegedeeld.
De heer P. DE FEIJTER vraagt, of er in
Canada ook iemand is, die op de emigranten
het oog houdt, anders zou het kunnen zijn
dat de gewilligen het voorschot terugbetaal-
den, doch anderen er zich niets van zouden
aantrekken.
De VOORZITTER deelt mede, dat er van
wege, de Emigratie centrale iemand is die
met de emigranten in contact blijft en zoo
noodig ook hunne belangen behartigt. Wat
de teragbetalingen betreft moet men er ook
rekening mee houden dat de eene het kan en
de andere niet.
De heer OGGEL voegt hieraan toe, dat de
vertegenwoordiger van de Emigratie centrale
met de menschen in contact blijft, ook werk
voor hen zoekt en dat er dan een deel van
het loon voor de terugbetaling gereserveerd
wordt. Maar als er zijn die niet willen dan is
daaraan niet veel te doen.
De heer DIELEMAN heeft dezer dagen
ook nog in de ,,Standaard" gelezen, met be
trekking tot de terugbetaling van voorschot
ten, dat ieder daar niet even gelukkig is, en
dat er meerderen zijn, wien het niet meeloopt,
die niet kunnen. Uit de omstandigheid dat er
zyn die teragbetalen, biykt toch dat er een
goeden wil bestaat.
De VOORZITTER wjjst nu weer op De
Koeijer die het bedrag, met inbegrip van
rente, geheel heeft terugbetaald.
De heer 't GILDE meent het schrijven van
Burgemeester en Wethouders aldus te moe-
ten opvatten, dat de bijdrage in de reiskosten
van gemeentewege aan eventueele emigran
ten stilzwijgend dezelfde zullen beschouwd
blijven worden.
De VOORZITTER antwoordt bevestigend.
De heer 't GILDE vraagt, of het toch niet
onvoorzichtig was, antwoord te geven vodr de
raad zich had uitgesproken. De raad zou ook
van meening kunen veranderd zijn.
De VOORZITTER meent, dat dan daarvan
te voren wel iets zou gebleken zijn en dan
hadden Burgemeester en Wethouders een an-
der antwoord gegeven.
De mededeeling wordt met algemeene stem-
men voor kennisgeving aangenomen.
b. De door den raad bij besluit van 20
September 11. vastgestelde wijziging der be-
grooting van het gemeentelijk gasbedrijf voor
den dienst 1928, voorzien van het bewijs der
goedkeuring door Gedeputeerde Staten.
Aangenomen voor kennisgeving.
c. Een verzoek van het gemeentebestuur
van IJsselmonde om adhaesie te betuigen aan
het door den raad dier gemeente tot den Mi
nister van Binnenlandsche Zaken en Land-
bouw gericht adres in zake toepassing van
art. 122a der Gemeentewet, welk schrijven
luidt als volgt:
Door den Raad dezer gemeente werd heden
een adres gericht aan den Minister van Bin
nenlandsche Zaken en Landbopw, luidende als
volgt
„Geeft eerbiedig te kennen de raad der ge
meente IJsselmonde:
dat ter uitvoering van zijn besluit dd. 22
December 1927 door Burgemeester en Wet
houders aan het college van Gedeputeerde
Staten dezer provincie, overeenkomstig het
bepaalde in artikel 122a der gemeentewet,
een tegemoetkorning is gevraagd van de ge-
meenten Rotterdam en Ridderkerk, in de kos-
ten, in dat artikel vermeld;
dat uit de in afschrift hierbij overgelegde
correspondentie blijkt, dat naar aanleiding
hiervan door Gedeputeerde Staten o.m. over-
legging wordt geeischt van nominatieve op-
gaven van arbeiders, die gedurende het jaar
in de gemeenten, waarvan de tegemoetkomin-
gen gevraagd worden, zijn werkzaam geweest
en in deze gemeente hoofdverblijf hadden, met
vermelding voorts ten aanzien van elk hun-
ner, van het tijdvak hunner werkzaamheid in
de andere gemeenten, van het bij de verschil-
lende werkgevers in dat jaar genoten loon
en van de in deze gemeente over genoemd
jaar van hen geheven belastingen, onder af-
trek van hetgeen wegens kwade posten daar
van in mindering is gekomen;
dat echter deze gegevens gedeeltelijk niet
en gedeeltelijk zeer bezwaarlijk kunnen wor
den verkregen;
dat voorts de door Gedeputeerde Staten
verlangde gegevens van zoodanigen aard en
omvang zijn, dat het jaarlijksch verzamelen
hiervan een schier onmogelijk werk mag hee-
ten, waarvan de kosten geenszins in de juiste
verhouding staan met het bedrag der even-
tueel toe te kennen uitkeering;
dat het hierdoor aan vele gemeenten on
mogelijk wordt gemaakt de tegemoetkorning
te krijgen, waarop zij ingevolge de wet recht
hebben
redenen, waarom adressant Uwer Excellen-
tie eerbiedig verzoekt, die maatregelen te wil
len treffen, welke een onbelemmerde toepas
sing van vorengenoemde wetsbepaling ver-
zekeren.
Wij hebben de eer U beleefd te verzoeken,
aan dit adres adhaesie te betuigen.
Met de door U hieromtrent te nemen be-
slissing zullen wij gaarne in kennis worden
gesteld.
Overeenkomstig het voorstel van Burge
meester en Wethouders wordt dit voorstel met
algemeene stemmen aangenomen voor ken
nisgeving.
d. Bericht van D. A. van Houte, dat hij de
benoeming tot lid der commissie van toezicht
op het lager onderwijs aanneemt.
Aangenomen voor kennisgeving.
e. Bericht van H. E. M. van Acker, J. de
Regt en M. van Fraaijenhove, dat zij de be
noeming resp. tot arbiter en keurmeester ter
gelegenheid van de jaarmarkt aannemen.
Aangenomen voor kennisgeving.
f. Proces-verbaal van de op 12 December
1928 ten kantore van den gemeente-ontvanger
gehouden opneming der boeken en kas, waar
bij is gebleken, dat het batig slot over den
dienst 1927 bedraagt van den gewonen dienst
f 19.901,87% en van den kapitaaldienst
894,42% en dat de inkomsten van den dienst
1928 tot dien datum hebben bedragen
167.294,08%, benevens 23,50 van de hulp-
journalen in zake beerruiming en schoolgeld,
te zamen 188.113,88%, en dat de uitgaven
voor den dienst 1928 tot dien datum hebben
bedragen f 154.312,82%, zoodat in kas moest
zijn 33.801,06, hetgeen overeenkwam met de
in kas bevonden en in het proces-verbaal om-
schreven waarden.
Aangenomen voor kennisgeving.
g. Naar aanleiding van het door den raad
tot hen gerichte adres verwijzen Gedeputeerde
Staten van Zeeland bij schrijven d.d. 23 No
vember 1928, naar him schrijven d.d. 17
December 1926, no. 167, 3e afdeeling, en dee-
len mede, dat er voor hen geene termen be-
staan om te bevorderen, dat aan het verzoek
van den raad tot herziening der salarisregeling
voor burgemeester, secretaris en ontvanger
zal worden voldaan.
Aangenomen voor kennisgeving.
h. De VOORZITTER deelt mede, dat by
het vaststellen der agenda van wege 21
Zeeuwsche gemeenten bericht is ingekomen
dat zij het verzoek van den gemeenteraad van
Axel, om steun te verleenen aan het adres
gericht aan Gedeputeerde Staten in zake de
salarissen van burgemeesters, secretarissen en
ontvangers, voor kennisgeving hebben aan
genomen.
Aangenomen voor kennisgeving.
De heer 't GILDE: Ik wensch, mijnheer de
Voorzitter, over de onder g en h vermelde
stukken .toch wat te zeggen.
Het is van nu af aan gezien de missive van
Gedeputeerde Staten en de afwijzende stuk
ken die van verscheidene gemeentebesturen
binnenkwamen, niet twijfelachtig meer hoe
deze actie van Axel uitgaande zal afloopen.
Deze aangelegenheid zou dan ook mijnentwege
geen enkel woord meer waard zijn, indien de
eer van het vaderschap ervan in zeker blad
niet aan mij, in plaats van aan den heer Claes
sens was toegekend geworden. Niet de heer
Claessens is het voorwerp en het mikpunt van
den toorn en de gramschap van het door mij
bedoelde ambtenarenorgaan geworden, doch
de heer 't Gilde. Het is waarlijk te veel eer
en het strookt zoo weinig met mijn bekende
bescheidenheid, dat wij aan dit feit eenige
meerdere ruchtbaarheid niet meenden te mo
gen onthouden.
Onder het motto: „Het Licht uit Axel",
wordt melding gemaakt van de z.g. „mobilisa-
tiegroep" aan de Zeeuwsche Gemeentebesturen
om het pad der bezuiniging te betreden.
Volgens een afdrak van het rondschrijven
waarvan de redactie voldoende bekepd zal
zijn, en luidende als volgt:
,,De raad der gemeente Axel".
Gezien het voorstel van den heer Claessens
om bij heeren Gedeputeerde Staten van Zee-
land aan te dringen om het salaris van bur
gemeester, secretaris en ontvanger in deze
gemeente te herzien in dalende lijn;
overwegende, dat de thans geldende regeling
voor deze functionarissen voor een gemeente
als Axel met zijn landelijk karakter te hoog
is te noemen, althans geen aanspraak kan
maken te behooren tot de uitzonderings-
gemeenten genoemd in regeling van 24 Sep
tember/19 November 1926 (prov. blad no. 62),
wat betreft het salaris van den burgemeester;
dat deze gemeente in zijn tegenwoordige
omstandigheden, evenals vele andere gemeen
ten in deze provincie, niet kan ingedeeld wor
den bij de vooruitgaande gemeenten, daarbij
lettende op de bedrijfsresultaten van de be
volking;
dat ook in andere gemeenten de meening
heerscht, dat de jaarwedden van die function-
narissen te hoog zijn;
besluiten:
a. heeren Gedeputeerde Staten "van Zee-
land te verzoeken de jaarwedderegeling van
burgemeester, secretaris en ontvanger, zooals
genoemd in hun besluit van 24 September/
19 November 1926 (prov. blad no. 62) zoodanig
te herzien, dat deze in overeenstemming
komen met de draagkracht en aard der ge
meente;
b. alle gemeenteraden van Zeeland uit te
noodigen eenzelfden wensch kenbaar te maken
bij meergenoemd college.
Er wordt voorts op zeer smalenden toon
gesproken over „het spelletje", van den raad,
die in 1927 van de Kroon reeds de kous op den
kop kreeg, terwijl verder wordt verwezen
naar de algemeene beschouwingen,. welke door
mij bij de behandeling der gemeentelijke be-
grooting in de vorige vergadering zijn ge
houden.
In het adres aan de Zeeuwsche gemeente
besturen worden cursief gedrukt de woorden
,,de bedrijfsresultaten van de bevolking". Als-
of men daarmee zijn spot en sarcasme wil te
kennen geven over de onoprechtheid van de
klachten der bevolking omtrent de bedrijfs-
uitkomsten en slechte tijden. Als het den
heeren lust zullen wij hier tegenover eenige
citaten plaatsen, uit meer gezaghebbende bla-
den, dan dit ambtenarenorgaan om daarmede
aan te toonen, dat de klachten uit Zeeuwseh-
Vlaanderen niet ongegrond zijn, maar vooral,
omdat men in dat kleine kringetje, dat nu ver
stand van gemeente-administratie mag heb
ben zooveel het wil, toch van Zeeuwsch-
Vlaamsche toestanden voor geen twee cent
begrip heeft.
Kijk, mijnheer de Voorzitter, de „ambte-
narij" in den meest ongunstigen zin van het
woord komt hiermede om den hoek kijken!
En wel met de navolgende woorden:
,,In gedachte had de geachte inleider zeker
de prestaties van Robaver, Hanzebank en der
gelijke instellingen om van de Veendammer
nog maar te zwijgen op het oog. Ja, als we
zien wat particulieren presteeren, hoe er ge
vonden worden, die middels een interessante
boekhouding kans zien om van het verlies te
leven, slaan wij ambtenaren onverplicht de
handen vaak van bewondering ineen, zoo kun
nen wij het niet".
„We kennen Axel ook een beetje als een
gemeente, die er lang niet slecht voor staat.
Dit jaar heeft de bevolking, die hoofdzakelijk
uit landbouwers bestaat, buitengewoon beste
inkomsten. Maar dit belet den bedoelden
spreker niet om het volgende op te merken".
,,Dit goede jaar voor den landbouw is gelijk
aan den eenen zwaluw, die geen zomer maakt.
De toekomst is donker".
,,Vandaar dat hij zijn licht laat schijnen".
Zoo luidt hun liefelijke conclusie.
Tot slot wordt het vertrouwen in Gedepu
teerde Staten uitgesproken, die evenals de
overige Zeeuwsche raadsleden wel zooveel
gezond verstand zal hebben het ongesmoorde
duiveltje in den donker te laten zitten, waar
het ook behoort, en niet mee zullen doen op
den goeden naam en waardeering der „Axel-
sche ambtenaren" ongemotiveerde aanvallen te
doen.
Wie na deze tirades nog mocht twijfelen
aan de mentaliteit die unaniem heerscht onder
de heeren welke in de ambtenarenwereld de
lakens uitdeelen zou blijk geven van gemis aan
oordeel des onderscheids. Hier wordt op zeer
geniepige wijze den landbouwers, maar ook
anderen onbetrouwbaarheid inzake boekhou
ding aangewreven. Alles wat geen ambtenaar
is, wordt misschien wel aangezien voor be-
lastingontduiker.
Mijnheer de Voorzitter. Wij zullen dus aan
dit epistel de waarde toekennen die het toe-
komt. Zooals gezegd, heb ik in dezen geen
voorstel gedaan.
Ware dit het geval geweest, zoo had ik mij
geprepareerd en nog even herinnerd aan het
besluit van Gedeputeerde Staten van Zeeland,
d.d. 19 November 1926, waarbij deze inzake de
jaarwedden van burgemeester, secretaris en
ontvanger ten opzichte van Axel zijn afge-
weken van den grondslag waarop zij zich
hadden geplaatst, n.l. het bevolkingscijfer
volgens hetwelk Axel als gemeente van 5- tot
6000 zielen (en dus in de 8ste klasse vallen de)
de aanvangsjaarwedde van den Burgemeester
op 3060 bepaald zag.
Met 5 tweejaarlijksche verhoogingen van
f 1010 werd dit ,f 3960.
Toen is hierop een afwijkende beslissing
genomen en de aanvangsjaarwedde op 3600
bepaald met 5 2-jaarlijksche verhoogingen van
200.
Daar zit hem de kneep en dit is juist het
geen den raad altijd heeft gegriefd. Ware
deze afwijkende beslissing niet genomen door
Gedeputeerde Staten er zou door mij nooit
van zijn gekikt. Ook ik gun den burgemees
ter een salaris, dat hem vrijwaart voor af-
hankelijkheid en naar de oogen zien van be
paalde menschen. En op dit is m.i. te wei
nig den nadruk gelegd, en het spijt mij wel,
dat hierop te weinig den nadruk is gelegd
De redactie van dit rondschrijven zou m.i.
duidelijker moeten zijn geweest. Door ons
wordt niet zoozeer beoogd de noodzakelijkheid
eener nieuwe algemeene regeling als wel die
van een terugbrengen van Axel tot het vroe
gere salaris-niveau, met afwijking dan natuur-
lijk ook van den secretaris die ook bij de voor
de inwerkingtreding der regeling van 1926 een
salaris had van f 3600 aanvangsjaarwedde met
de bekende verhoogingen.
En waar dit leidende orgaan een week nadat
dit artikel geplaatst is (nr. van 6 Dec. j.l.) in
een bericht in het nr. van 13 Dec. met „on-
gesmoorde blijdschap" te kennen wist te
geven, dat Gedeputeerde Staten geen aanlei
ding hadden kunnen vinden voor Axel een af-
zonderlijke regeling te treffen, zoo moet mij
hier toch van het hart, dat men hierdoor de
zaken anders voorstelt dan zij zijn.
In de eerste plaats luidt het schrijven van
Gedeputeerde Staten niet zoo en voorts is
juist het feit, dat Gedeputeerde Staten voor
Axel een uitzonderingsbepaling hebben ge
maakt de aanleidende oorzaak van ons verzet
geworden. Zoo is de zaak en daar juist wou
ik den nadruk op leggen.
Slechte spijsverte-
ring, verotcpping,
maagkwalen enz.,
werken nadeelig op
uw humeur en ge-
stel. Foster's Msag-
pillen zijn een zacht-
werkend laxeermid-
del, dat uw kwaal
doet verdwijnen.
SVIaagpMIen
Foster's
Alom verkrijgbaar a f 0.65 per flacon.
Te Ter Neuzen bij Firma A. van Overbeeke
Leunis, Axelschestraat en Westkolkstraat. It
Voor de redactie draag ik voorts geen ver-
antwoordelijkheid en het vaderschap van deze
actie is voor mij, noch voor de overgroote
meerderheid van dezen raad geen oneer. Geen
enkel lid van den raad heeft de door ons ge-
poneerde stellingen, in de vorige raadszitting
ook aangevochten.
Er zal voor ons niets anders opzitten, dan
het volgende jaar de autoriteiten in Den Haag
mondeling omtrent een wantoestand die hier
met tegenzin van den raad is geschapen in te
lichten en op verandering aan te dringen.
Mogelijk, dat na de verkiezingen van het
volgende jaar ook een bewind komt dat voor
gewenschte en daardoor gerechtvaardigde be
zuiniging op dit terrein wat meer voelt.
Wij zullen ons „licht" ten spijt van de ver-
bolgenheid van een paar bureaucraten laten
schijnen ook in de toekomst. En dit zal niet
beperkt blijven tot de spreekwoordelijke
„korenmaat".
De VOORZITTER wil alleen opmerken, dat
hij in de vorige raadszitting reeds zijn spijt
heeft uitgedrukt, dat de voorsteller geen
schriftelijk voorstel had ingediend, waarin hjj
zijn bedoeling juist had omschreven. Door
Burgemeester en Wethouders is het besluit
uitgevoerd, zoo nauwkeurig mogelijk rekening
houdend met de besprekingen, en is het cen-
cept van het besluit, alvorens het uit te voe-
ren, ter lezing gegeven aan den voorsteller,
den heer Claessens, die zich met den inhoud
heeft vereenigd.
i. In de vorige vergadering werd in handen
van Burgemeester en Wethouders gesteld om
bericht en raad een adres van de afdeeling
Axel van den Nederl. Christelijken Bond van
Personeel in Publieken Dienst om aan de vaste
werklieden der gemeentelijke gasfabriek in
eene bepaalde mate vrij vuur en licht te ver-
strekken.
De Gascommissie adviseert de gevraagde
emoulumenten niet toe te staan en het ver
zoek af te wijzen. Behalve dat de commissie
meent, dat het loon der betrokken personen
behoorlijk is, zoodat door deze verstrekking
het loon aanmerkelijk boven dat in het vrije
bedrijf zou komen, heeft zij zich vooral laten
leiden door de overweging, dat hierdoor een
onbillrjke toestand zou ontstaan. Immers,
krijgen de werklieden der gasfabriek in be
paalde mate vrij vuur en licht, welke reden
zou dan bestaan, dat de overige in gemeente-
dienst werkzame personen dit niet zouden
krijgen en waar zou dan de grens zijn. De
commissie is eenparig van oordeel, dat dit
verzoek niet kan worden ingewilligd.
Burgemeester en Wethouders adviseeren
het adres ter afdoening te renvoyeeren naar
hun college, zulks op grond van art. 5 der
Verordening op het beheer der gasfabriek,
waarbij is bepaald dat Burgemeester en Wet
houders de bezoldiging van dat personeel re-
gelen.
Zij voegen hieraan toe, overeenkomstig het
advies der Gascommissie op het verzoek reeds
afwijzend te hebben beschikt.
Het voorstel wordt met algemeene stem-
men aangenomen.
(Wordt vervolgd.)
Vorige week vergaderde de raad dezer
gemeente in voltallige zitting. De notulen
der vorige vergadering werden voorgelezen
en onveranderd goedgekeurd.
De Voorzitter deelt mede, dat het schilde-
ren van de gemeentewoning bewoond door
de wed. Lievens is uitgesteld tot het komende
voorjaar. Verschillende goedkeuringen zijn
door Ged. Staten verleend. Een verzoek om
subsidie van anderhalven cent per inwoner
van het bestuur van de vereeniging van
Nederlandsche Gemeenten, wordt voor ken
nisgeving aangenomen.
Gezien het laatste ongeval, door den tram
veroorzaakt, stellen Burg, en Weth. voor,
besprekingen te openen met het bestuur der
Z. V. T. M., om de lijn te doen verleggen
buiten de gemeente. Daar de subsidie aan de
Z. V. T, M. in 1929 vervalt is dit juisft jeen
mooie gelegenheid om condities te stellen. De
subsidie bedraagt thans acht honderd gulden.
Aldus wordt besloten.
De heer Haverbeke dringt nog aan op het
stellen van goede voorwaarden op het con
tract. Na de bespreklng met het bestuur
der Z. V. T. M. zal een en ander in den raad
worden behandeld.
De Voorzitter stelt voor een subsidie vast
te stellen voor elke verpleegde blinde van
welke gezindte ook. Reeds meer dan 40 jaar
is de blinde Bogaert verpleegd in het
St. Henricusgesticht te Grave met een sub
sidie van dertig gulden per jaar Spreker
noemt dit een groote onbillijkheid, waar toch
voor krankzinnigen 650 wordt betaald.
Besloten wordt met algemeene stemmen, om
jaarlijksch 200 subsidie te geven.
Voorts wordt door spreker voorgesteld,
de behandeling der nieuwe bouwverordening
uit te stellen, totdat deze in behandeling is
geweest bij de gezondheidsraad. Spreker
kan zich wel vereenigen met hetgeen voor
nieuwe bouw betreft, maar met het verbou-
wen aan bestaande woningen kan hij niet
accoord gaan. Zijns inziens heeft hiermede
de gezondheidscommissie niets te maken en
moet dit worden overgelaten aan Burg, en
Weth. met beroep op den raad.
De heer Van Baal is als deskundig adviseur
aanwezig. Allen kunnen zich met de ziens-
wijze van den Voorzitter goed vereenigen.
De heer Schijve vraagt, om een verorde
ning te stellen, waarbij wordt verboden, in
den kom der gemeente schuren te doen bou-
wen.
De Voorzitter zegt, dat dit onmogelijk ie,
gezien de landelijkheid der gemeente.
Bij de omvraag verzoekt de heer Haver
beke bij de school van Klakbaan de sloot
voor de school af te maken met harmonica-
gaas, gezien de sloot door de jongens telkens
wordt ingeloopen, en ook om te zorgen, dat
er 's Zondags tot aan de vroegmis licht brand
in de plaats. Voor beiden zal worden ge-
zorgd.
Op een vraag van den heer Schyve omtrent
kolenleverantie aan de gemeente, antwoordt
de Voorzitter, dat dit bij inschrijving gebeurt,
dat dat bij de laatste aanbesteding van de
vijf aangeschrevenen, er slechts 66n zijn prjjs
heeft ingediend.