ALGEMEEN NIEUWS- en advertentieblad voor zeeuwsch-vlaanderen. No. 8315 Maandag 24 December 1928, 68e Jaargang. Eerste Blad. Ter Neuzensche Courant Derde Blad. ABONNEMENTSPRIJ S: RAADSVERGADERING. BIKNENLA K D. BUITENLAND Onze abonne's in het Buitenland worden dringend verzochthet verschuldigde abonnementsgeld voor 15 Januari in te zenden. Bij niet- ontvangst voor dien datum wordt Vrijdag 21 December. No. 8314. B. M. TER NEUZENSCHE CO U RANT Binnen Ter Neuzen f 1,40 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen lr. per post f 1,80 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post 6,60 per jaar Voor Belgie en Amerika f 2,25. overiqe landen f2,60 per 3 maanden fr. per post Abonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling. Dit blad verschijnt iederen Maandag- Woersdag- en Vrijdagavond. De Iiurgemeester van TER NEUZEN maakt bekend, dat eene Openbare Vergadering van tiem Gemeenteraad is belegd op Donderdag 21 December 1928, des namiddags 2 nur. t-ahnnnameol op aanschaffing van poenale sanctie. Spr. dient een motie van deze strekking in. De heer Kleerekooper (s.-d.) pleit voor af- schaffing van de doodstraf. NEDERLAND EN BELGIe. De correspondent van de N. R. Crt. te Brussel meldt: Bij de algemeene heschouwingen over de begrooting van buiten*.:idsche zaken Donder- Hao-ry.iriri.jrr in de Kaiint he&ben vorschillende weer een heel eind van het annexionisme en simili-annexionisme en Belgie heeft eindelijk begrepen, dat, wit- het iets bereiken, de poli- tiek uitgeschakeld moet worden en het vraag- stuk op zuiver verkeers-oeconomische gronden moet worden gesteld. De verbinding Antwerpen-zee en Antwer- pen-Rijn is ten slotte het eenige, dat van het oorspronkelijke verdrag is overgebleven. Het beste waren volgens spreker geweest, dat Bel- trjp yiin yprkpprs-npconnmiac.he eischen con- Wij hebben, aldus de minister, een technische nota gereedgemaakt, welke aan de Neder- landsche regeering zal worden overgemaakt. Ik vertrouw, dat de Nederlandsche opinie, beter voorgelicht en een meer objectief stand- punt huldigend, weldra een overeenkomst eai mogelijk maken, welke voor de samenwerking van beide voikeren ten zeerste wenschelijk Is. Meer kan ik daarover op het oogenblik niet zeggen. VAN TWEEDE KAMER. Vergadering van Donderdag. De beslissing over het verzoek van den heer Kortenhorst (r.-k.) om den Minister van Waterstaat te interpelleeren over de voorge- komen wijziging van de telefoontarieven is aangehouden, omdat het onderwerp bij de postbegrooting wordt behandeld. Bij het ontwerp-NederiandschTurksch handelsverdrag wijst de heer Kortenhorst op de zwakke positie van de Nederlandsche on- derhandelaars, die niet over een onderhande- lingstarief beschikten, zoodat Turkije kon krijgen wat het wilde. De Minister van Buitenlandsche Zaken antwoordt, dat Turkije meest-hegunstiging weigerde, en daarom het meest bereikbare door Nederland is aanvaard. De Minister maakt van de gelegenheid ge- bruik mee te deelen, dat van onzen gezant in China een telegram is ontvangen, inhoudende dat het verdrag is tot stand gekomen, waar- bij voor goederen van Nederlandschen en Nederlandsch-Indischen oorsprong volledige meestbegunstiging is vastgelegd. Het ontwerp wordt aangenomen. Bij het ontwerp-verlaging van den gedistil- leerd-accijns uit den heer Langman (c.h.) twijfel aan de noodzakelijkheid van het ont werp en hij vraagt, of de 18 millioen, die de schatkist zou derven, niet voor andere doel- einden kunnen worden besteed. Hij zal tegen het ontwerp stemmen. De heer Smeenk (a.-r.) vreest, dat de smokkeihandel niet zal verdwijnen. Omdat er gevaar bestaat, dat de prijsregeling ten gunste komt van den drankhandel, aarzelt spreker voor te stemmen. De heer J. ter Laan (s.-d.) wijst op het be- staan van een jenevertrust, die de verlaging door prijsregeling wil opvangen, ten gunste van den drankhandel. Hij vraagt, wat de re geering heeft gedaan ter bestrijding van den smokkeihandel. De heer Suring (r.-k.) is voor het ontwerp, dat den smokkeihandel zal bestrijden, terwijl het gebruik niet zal toenemen. Hij vraagt, wat de regeering wil doen tegen eventueel trustvorming van den drankhandel. MR. D. FOCK. Naar wij vememen heeft Mr. D. Fock, voorzitter van den Vrijheidsbond zich thans in beginsel bereid verklaard, een candidatuur te aanvaarden voor de Tweede Kamer in den Rijkskieskring 's Gravenhage en de daar- mede verbonden Rijkskieskringen. (Hbl.) DE KERST-POSTVLUCHT NAAR INDIe. Bij de Kon. Luchtvaartmaatschappij is be- richt ontvangen van het Nederlandsche ge- zantschap te Konstantinopel, dat het vlieg- tuig P.H.A.E.N. Donderdagochtend 8.43 plaatselijke tijd aldaar is opgestegen met be- stemming naar Aleppo. De toestand van het terrien liet het vertrek toe. NEDERLAND SPREEKT MUX AUSTRALIA. Het hoofdbestuur der posterijen en telegra- fie deelt het volgende mee: Donderdag is in de studio van de Rijks- telegraaf in het gebouw van het hoofdbestuur der P.T.T. te 's Gravenhage een geslaagd kruisgesprek gevoerd met Sydney. Ir. Volter van den Rijksradiodienst had een over het algemeen vlot onderhoud met een der Austra- liche technici. Een telefoongesprek derhalve over een afstand van 17.000 K.M. Naderhand zijn zender en ontvanger nog vereenigd in het telefoonkantoor te Amster dam, alwaar het gesprek via een gewone abonnelijn kon worden doorgegeven naar het kantoor van den Engelschen consul aldaar. Deze heeft op zijn gewone abonnetoestel een eveneens zeer geslaagd gesprek gevoerd. Overeengekomen werd voorts de proeven te herlialen, met doorverbinding naar andere plaatsen in of buiten Nederland, zulks met gebruikmaking van de gewone interlocale en internationale telefoongeleidingen. Sydney ontving rechtstreeks via den korte- golf-telefoniezender te Kootwijk; Australie werd hier ontvangen via de Nederlandsch- Indische radiostations. Australie werkte op een golflengte van 28.5 M. en met een energie van 14 kilowatt in de antenne. De uitzending te Kootwijk geschiedde op een golflengte van 18.4 M. Ban doeng heeft gerelayeerd via haar zenders met golflengten van respect. 15.5 en 17.2 M. DE SUIKERINDUSTRIE. Het Tweede Kamerlid Van den Heuvel heeft den Minister van Financien, voorzitter van den raad van Ministers, de volgende vragen gesteld 1. Heeft de regeering reeds kennis ge- nomen van het rapport der landbouwconsulen- tem betreffende verbetering van de suiker- bietenteelt en van de pessimistische verwach- tingen dezer deskundigen, voor wat de moge- lijkheden der verbetering betreft? 2. Heeft de regeering reeds kennis geno- men van de gronden, waarop de conclusie der interdepartementale commissie betreffen de steun aan de suikerindustrie rust, welke gronden den Minister van Financien bij de be- handeling van de interpellatie betreffende den noodtoestand in de suikerindustrie nog niet bekend waren? 3. Heeft de regeering kennis genomen van het veranderd inzicht in de provincien Gro- ningen en Friesland betreffende steun aan de suikerindustrie 4. Heeft de regeering kennis genomen van de niet onbelangrijke tariefverhoogingen, welke Duitschland en Amerika op den suiker- invoer zullen gaan toepassen? 5. Heeft de regeering kennis genomen van de vrijwel eenparige meening van alle be- langhebbenden bij de suikerindsutrie, voor zoover dit uitsluitend Nederlandsche belan- gen zijn, dat steun aun de suikerindustrie niet langer gemist kan worden, ondanks de kleine prijsverbetering die is ingetreden? 6. Is de regeering na kennisneming van al deze feiten en schrifturen niet tot de con clusie gekomen, dat, met het oog op den uit- zaai in 1929, onverwijld pogingen behooren gedaan te worden om door het in uitzicht stellen van steun belangrijke inkrimping van de teelt te voorkomen? NEDERLAND EN BELGIe. De correspondent van de N. R. Crt. te Brussel schrijft, dat hoewel de antwoord- nota van Belgie aan Nederland betreffende de verbinding AntwerpenRijn in den jong- sten ministerraad niet is voorgelezen, de leden der regeering toch, naar aamleiding van de gebruikelijke mededeeling van den minister van buitenlandsche zs.ken betreffende de internationale betrekkingen, over het Neder- landschBelgische vraagstuk van gedachten hebben gewisseld. Alleen de premier, Jaspar, en de ministers van buitenlandsche zaken en openbare werken bleken op de hoogte te zijn van het voorbereide antwoord der Belgische technici op de voorstellen der Nederlandsche deskundigen. Verscheidene ministers spoor- den Hymans en Jaspar aan niet al te veel belang te hechten aan vormen van procedure, die een spoediger behandeling van het vraag stuk in den weg blijken te staan; het minste practisehe re-iltaat is toeh altijd beter, meenden zij, dan dit eeuwige talmen, dat de belanghebbenden begint te verontrusten. De commi"3les voor buitenlandsche zaken uit Kamer en enaat zijn Woensdag voor de tweede maal in vergadering bijeen geweest met het doe!, het NederlandschBelgisch vraagstuk te bchandelen. De voorzitters van Kamer en Senaat en minister Hymans woon- den de vergadering bij. Deze werd bijna ge- heel in beslag genomen door een uiteenzet- ting van den minister van staat Segers, katholiek oonservatief Kamerlid voor Ant werpen, die de thesis inzake de kanaalver- binding AntwerpenRijn via Moerdijk en het directe kanaal AntwerpenLuik, door hem op het nationale congres voor binnenvaart te Brussel gehouden, ontwikkeld, nogmaals uit- eenzette. Zooals bekend is, kan naar het oordeel van den heer Segers alleen een groot kanaal AuitwerpenMoerdijk Belgie bevredi- gen. Spreker stelde voor een permanent raadgevend comitd samen te stellen, waar- van zoowel diplomaten eh juristen als tech nici deel zouden uitmaken. Dit comite zou alle documentatie, noodig voor voorlichting van parlement, van pers en van diplomatieke en consulaire ambtenaren in bet buitenland bij elkaar brengen en verspreiden. Minister Hymans verklaarde vrijwel geheel accoord te gaan met het betoog van den heer Segers en deeld tevens mee, dat de Belgische antwoordnota gereed is en onverwiild, moge lijk nog v66r Zaterdag, aan de Nederlandsche regeering zal worden gezonden. In den loop der bespreking gewaagde de socialistische senator Bamich van de bepa- ling, welke hij meent in het verworpen ver drag te hebben gelezen, volgens welke Neder land zich in staat van oorlog zou verklaren, met iedere mogendheid, die van Nederland sche wateren gebruik zou maken om Belgie aan te vallen. Barnich vestigde de aandacht op het belang van deze zijde van het Bel gische veiligheidsvraagstuk niet enkel voor wat de Schelde, maar ook voor wat Limburg betreft, en uitte den wensch, dat, zoo het nieuwe verdrag'van zuiver technischen aard mocht zijn, deze politieke bepaling toch ten minste in een afzonderlijk officieel document, door beide regeeringen onderteekend, zou worden geschreven en bekrachtigd. Over dezen wensch blijkt Minister Hymans zich niet te hebben uitgelaten. BEHOUD ONZER WELVAART. Het is gebeurd in het laatste reisseizoen, aldus vertelt de redactie van „Nederlandsch Fabrikaat", toen een Nederlandsche familie naar Karlsbad was getogen om te genleten van de grootsche natuur en Pa in een schoen- winkel een paar praoht laarzen met Engelsch merk had ontdekt. Thuis gekomen werd nog vol lof gewaagd van het Engelsche kunst- product, dat zoo uitstekend te pas gekomen was bij de klimpartijen, en werd met veel op- hef verteld, dat zulke schoenen toch maar niet in Holland te krijgen waren. Totdat een vriend, die blijkbaar meer ervaring op dit ge- bied had opgedaan, de binnenzijde van het lipje der schoenen aan de onzichtbaarheid onttrok en las: van Schijndel, Waalwijk! Dit vermakelijk voorval doet er ons weer eens aan denken, dat wij voor ons vader- landsch fabrikaat wel wat meer respect mo- gen toonen dan gewoonlijk geschiedt. En het doet ons tevens opnieuw beseffen, dat onze geldelijke verdiensten uit het buitenland komen en dat dus onze welvaart ten nauwste samenhangt met onze handelspolitiek. Want mede aan onze tegenwoordige politiek van vrijhandel, welke de grenzen niet tot kunst- matige slagboomen maakt, is het te danken dat ook 1928 weer een bevredigende toename van den uitvoer en een vermindering van den invoer doet zien. Een en ander wordt ver- oorzaakt door onzen handel met het buiten land, welke van kwartaal tot kwartaal stij- gend kan worden genoemd. In de laatste jaren neemt Nederland gelukkig weer gesta- dig in bloei toe en begint zich de vroegere welvaart wat meer te accentueeren; dit valt in onze groote steden en zelfs in vele kleinere gemeenten op te merken, waar verschillende ondememingen tot een uitbreiding durven over te gaan. De allergrootste uitbreiding hebben intus- schen wel ondergaan de ondememingen, die vrijwel uitsluitend voor de internationale markt werken. Een schoolkind weet U te vertellen van de Philips-fabrieken, de kunst- zijde-industrie, de margarine-fabricatie en de Calve-fabrieken, die bijna geheel op de ex- port-industrie zijn aangewezen. Wij mogen er niet aan denken welk een ramp het zou be- teekenen, wanneer deze industrieen onder den druk van tariefsbelemmeringen van het bui tenland, tot inkrimping van het bedrijf of tot gedeeltelijke stopzettirig zouden moeten over- gaan. Niet alleen bet lot van de vele duizen- den, rechtstreeksch bij deze export-industrieen betrokken, staat op het spel, doch de wel vaart van ons geheele land, want wij weten wat het beteekent, wanneer zooals vier jaren geleden onze handelsbalans een minus van bijna 50 millioen aanwijst. Wij hebben onze eigen welvaart dus voor een deel in eigen hand bij de te volgen han delspolitiek, en het herstel van Nederland dat thans gelukkig waameembaar is, bewijst dat wij onze oude beproefde handelspolitiek, die van den vrijhandel, onverzwakt moeten hand- haven BURGEROORLOG IN AFGHANISTAN. Het is nog niet zoovele maanden geleden, schrijft de N. R. Crt., dat in berichten uit Ka- boel, de hoofdstad van Afganistan, een luis- terrijk feest beschreven werd, dat koning Ama- noelah na den terugkeer van zijn groote reis door Europa had aangericht. De stamhoofden uit alle hoeken des lands waren ertoe uitge- noodigd en moesten aanschouwen hoe allerlei Westersche nieuwigheden een het oude hof hun intrede hadden gedaan. Koning en Koningin vertoonden zich in Enropeesche kleedij en de rechtzinnige Mohamedanen moesten koningin Soerija in het ongesluierde gezicht zien. De harde proef waarop de Afgaansch rechtzinnig- heid toen door 's Konings in Europa versterk- te hervormingszucht gesteld werd, is niet vreemd geweest aan den opstand die nu in het land onder leiding van de Moelah's (priesters) tegen den Koning is uitgebroken. Aan den Britsch-Indischen kant van de grens weet men te vertellen dat de wensch van de Koningin om de purdah (sluier) af te schaffen, een van de voornaamste aanleidingen tot de jongste uitbarsting is geweest. De laatste berichten laten geen twijfel dat de hoofdstad door de oproerige stammen ern- stig bedreigd wordt. Er was Dinsdag in be richten uit Engelsche bron sprake van ,,ge- raststelling" aangaande den toestand. Deze geruststellende opvatting geld intusschen al leen de positie van de Engelsche legatie en van de weinige blanke Engelsche onderdanen die er een toevlucht hebben gevonden. De En gelschen hebben nog geen overlast, maar voor koning Amanoelah zelf ziet het er leelijk nit. De rebellen zijn er blijkbaar in geslaagd, hrm in zijn hoofdstad in te sluiten en daarbuiten kan hij zich niet handhaven. Ondanks aan- vankelijke tegenspraak, wordt bevestigd, dat de opstandelingen twee forten die Kaboel be- heerschen, genomen hebben en daarbij veel wapens en schietvoorraad buitgemaakt heb ben. Nu wachten zij op versterkingen om den aanval door te zetten. Een ongelukk'ge omstandigheid voor Ama noelah is, dat de geregelde regeeringstroepen over het algemeen niet de beste strijders van het land zijn. De echte krijgshaftige elemen- ten zijn te vinden onder de stammen in de bergen die zich niet laten leenen voor mili- tairen d'enst in de steden, het zijn juist die primitieve stammen die opstaan tegen het ge- zag van den Koning en fel gebetan zijn op de geregelde troepen. Het hervormdo A.fgaansehe leger staat onder Turksche drilmeesters, en aan den Turkschen invloed wijten de recht zinnige stammen de invoering van de gshate Westersche nieuwigheden. Moskou heeft van ziin kant aan Amanoelah de viiegers ver- schaft, die de oproerige stammen met bom men uit de lucht hebben bestookt. Turken en Rus- sen wledijveren dus in onpopulariteit bij de ouderwetsche Afganen. Het gevaar dat er uit dezen burgeroorlog nog een beweging tegen de vreemdelingen voortkomt. is niet denk- beeldig. De opstand heeft op het oogenblik twee groote brandpunten: het eene voor Kaboel en het andere om Jelalabad heen. In vogelvlucht ligt de laatste plaats 120 K.M. ten O. van Ka boel en, naar verluidt, heeft de opstand om Jelalabad nog een plaatselijk karak, r. Of Amanoelah het houden kan, hangt in de eer ste plaats af van de betrouwbaarheid van de regeeringstroepen (er zijn al geruchten dat er muiterij onder hen uitgebroken is) en voorts van de vraag, of zij tegen de opstandelingen opgewassen zijn. E'en opstand in Afganistan is altijd een zaak van belang. Het land is de bufferstaat tus- schen Rusland en Britsch-Indie en Kaboel ligt dwars op den weg die van Az:at''=ch Rnslnud door den Khiber-pas naar Indie gaat. In het torisch opzicht is Kaboel de grendelstelling van Azie, welke al de groote veroveraars voor- bij moesten. Het Britsche R'ik heeft Afghani stan's onafhankelijkheid alleen erkend onder het stilzwijgend beding dat het sterk genoeg moet zijn om zichzelf te wezen. en de Brit sche diolomatie moet daar voortdurend waak- zaam blijven, opdat Afghanistan niet de in- valspoort voor bolsjewieksche besmetting van het Indische rijk wordt. Hier is de eenige plaats waar het Britsche en het Sowjet-rijk rechtstreeks met elkaar in botsing kunnen komen. door BOWER. Vervolg. 1») ,,Ik moet je nou al dadelijk een „ont- moedigend woord laten hooren onder- brak 6uddy ruw het gezang. En toen, met cen heel gewichtige stem en een heel ge- wichtig gebaar, ging hij voort Hinkebeen's stemming te bederven en diens afkeer van de Indianen zoo mogelijk nog te vergroo- ten. Hij had zoo dikwijls een zeer beden- kelijke soep gemaakt van 't vaatwater en de restjes van de borden en de in dekens gehulde wilden hun lippen zien smakken over het heerlijke maal, dat hij nu niet voor ze kon vluchten, zonder zijn lot ellen- dig te vinden. Hinkebeens scheldwoor- den, waren hoorbaar boven het gekletter uit van pannen en potten, die hij voor de reis inpakte. De tocht van dien nacht langs het smalle pad tusschen de steile heuvels naar de Tomahawks verste nederzetting bij de Big Creek was een heele beproeving voor Buddy. Een man was op een vluq paard vooruit gezonden naar den naasten buur- nan om hem te waarschuwen; die moest dan op zijn beurt aan den volgenden het bericht overbrengen, totdat niemand »eer in onwetendheid zou verkeeren over het dreigende gevaar. Ezra was al op weg naar Laramie, met en ricfr relt gmrst een held mocht noe- men, was geheel vervuld met moeders bloementuin, dien hij had helpen aanleg- gen en vrij trouw begoten had, met het water dat hij in emmers uit de beek had gehaald. Hij was bang dat de Indianen zijn klaprozen en floxen zouden vertrap- pen en over zijn ..nachtschoonen' zouden loopen, die juist goed aan 't groeien wa ren, die mooi begonnen te worden en vol knoppen zaten. De geur van de nachtschoonen was hem in den neus gedrongen toen hij in de schemering naar buiten stapte in zijn pels, die, volgens moeder, niet mocht achter- blijven. Buddy hield wel van bloemen, maar moeder kon tegen ze spreken en ze kussen en ze beklagen als Buddy ze had vergeten en ze dorst had laten lijden. Hij had wel achter willen blijven om voor moeders bloementuin te vechten, als hij daar iets mee had kunnen bereiken. Slaperig zat hij te denken hoe hij het volgend jaar de bloemen in kuipjes zou planten, die in de grot konden gedragen worden, als de Indianen weer zouden ko men, toen Tex Farley hem opeens een stoot in de zij gaf en hem zei, dat hij wak- ker moest worden, als hij niet van zijn paard wilde vallen. Het was een vermoeiend geklim, naar den top van de keten, die de Big Creek van de Noord-Platte scheidde. en nog vermoeiender was het dalen. Tot twee- maal toe betrapte Buddy er zich op, dat geheelen dag gereden en nog de helft van den voorafgaanden nacht, toen hij terug was komen Snellen om voor het dreigend gevaar te waarschuwen. Hij had slaap noodig en de natuur wenschte haar recht te doen gelden. HOOFDSTUK V. Buddy blijkt van de rechte soort. Men kon nooit met eenige zekerheid vooruit zeggen hoelang de Idianen zouden dansen, voordat zij aan het moorden en plunderen zouden gaan. Dat hing veel af van den Medicijnman en van verschil- lende voorteekens. Het was heel best j mogelijk, dat om de een of andere ge- heimzinnige reden, onibekend aan de blan- ken, zij op het laatste oogenblik nog zou- den besluiten hun tijd af te wachten. De j ,,Tomahawk"-bevolking werkte van den vroegen morgen totdat het donker werd en verzamelde in alle haast het gras aan den voet van de Snowies, terwijl zij van het eene groene dal, en van de eene kloof naar de andere reed, daar waar het gras sappig en malsch was en waar de berg- strooinen klaterend van de rotsen neer- stroomden. Zoodra men het vee bij el- kander had, werd het haastig in de rich- ,ng van de Platte gedreven. En alhoe- wel de mannen, op alles voorbereid rond- reden. evengoed klaar met hun geweren als met hun touwen, reden zij toch nog in vrede. jagen van de onwillige rijpaarden. Hij verjoeg ze uit het dichte kreupelhout, waarin best de Idianen op den loer kon den liggen, en een gelegenheid konden afwachten om hem te scalpeeren; en hij dreef ze als de avond inviel dicht bij de hutten, omdat er 's nachts geen enkele man kon gemist worden om ze te bewa- ken; intusschen sliep hij zoo licht als een kat die bij het hoi van een muis de wacht houdt. Hij zeide niet veel, misschien wel omdat iedereen het te druk had om te spreken, hij zelf incluis. Doodmoe kwamen de mannen s nachts terug stijf naar de hut van Hinke-been. waar deze zich een beste kok toonde, die den koffiepot kokend kon houden en toch gereed was om op te pakken en bij het eerste geweerschot te vertrekken. Zij ver- orberden groote hoeveelheden gerstekoe- ken en gekookt rundvleesch, slurpten hun koffie op, heet genoeg om er een varken mee te broeien, waarna zij zich op den grond uitstrekten om onmiddellijk in slaap te vallen. Buddy was reeds op en weer te paard in de heldere sterrenlucht, voor de zon op was, na haastig een kop koffie gedron- ken te hebben om hem kracht te geven voor zijn kouden tocht achter de,,remuda" aan. Niettegenstaande de warme koffie klapperden zijn tanden toch nog in het begin en hij reed met opgetrokken schou- ders en een hand in zijn zak. Hij kon niet zingen of fluiten om zichzelf gezel- ue ocuauuwen geieia naff en wist, troep voltallig was, om ze dan rustig te laten grazen. Op den vierden morgen reed hij vol onrust het dal in, vreezend, dat de paar- den des nachts gestolen zouden zijn, maar in stilte hopend. dat zij slechts naar het water afgedwaald waren om versche wei- den te vinden. Een lichte bries, die een scherpe vorst meevoerde, deed zijn neus tintelen. Zijn paard draafde rustig voort, even scherp het spoor volgend als Buddy zelf: ja, zelfs nog scherper want het zou zeker waarschuwen, wanneer er gevaar dreigde. Zoo reden zij een bocht om bij het water, en stieten op de verspreide paarden van de ,,remudadie daar rustig aan het grazen waren. Buddy reed om ze heen, nu en dan naar den heuvel kijkend aan de andere zijde van de vallei. Die heuvel kwam hem zoo vreemd voor zooveel lager, terwijl t was alsof de sterren in een rij langs de begroeide kruin stonden, alsot er geeri hoogten waren. Toen opeens merkte hij, dat het wel dezelfde heuvelkling was en dat de sterren, die hij zag, kleine ochtend- kampvuren waren. Zijn hart bonsde toen hij gewaar werd hoeveel van die kleine vuren daar wel waren en hij wist, dat de dans geeindigd was. De Indianen hadden hun kamp verlaten, waren gisteren over de heuvelrij getrokken en hadden daar ge- kampeerd om de morgenstond af te wach ten. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1928 | | pagina 9