Ter Neuzensche Courant Tweede Blad. Woensdag 5 December. No. 8307. GEMEENTERAAD VAN TER NEUZEN. VAN Vergadering van Donderdag 29 November 1928, des voormiddags 10 uur, Voorzitter de heer J. Huizinga, burge meester. Tegenwoordig de leden: J. J. de Jager, L. J. Geelhoedt, D. Scheele, P. van Cadsand, C. A. Verlinde, A. de Bruijne, P. P. de Bakker, H, J. Colsen, N. A. Hamelink, L. J. van Driel, C. van den Bulck, D. van Aken en W. Bedet. De VOORZITTER opent de vergadering en stelt aan de orde: 1. Notulen. Burgemeester en wethouders stellen voor de notulen der vergadering van 4 October 1.1. vast te stellen zooals die aan de leden in druk zijn toegezonden. De heer HAMELINK heeft geen bezwaar tegen deze notulen, doch merkt op, dat deze genummerd zijn no. 7. Is dat juist? Als dat julst is heeft de voorzitter hem, toen hij de vorige maal aanmerking maakte, dat er te weinig vergaderingen gehouden werden on- juist ingelicht, toen hij beweerde, dat dat de negende was. De VOORZITTER kan hierop niet met zekerheid antwoorden, doch zal het laten na- zien. Het is wel eens meer voorgekomen, dat de notulen niet juist genummerd waren. De notulen worden met algemeene stemmen vastgesteld. 2. Ingekomen stukken. a. Een adres van C. Barendtsen, districts- bouwkundige bij den rijksgebouwendienst, die daarin namens den Staat der Nederlanden verzoekt, vergunning te verleenen tot het weder opbouwen van een telegraafloods aan het oude kanaal (Westzijde) te Ter Neuzen, kadastraal bekend sectie K no. 89, aange- geven op de bij dit verzoek ingezonden tee- kening en volgens de overgelegde omschrij- ving van het werk. Krachtens de Bouwverordening wordt afge- weken van artikel 2, 3 en 19, zoodat ver- zocht wordt deze afwijkingen te sanctionnee- rea. Aangezien het advies van de Gezondheids- commissie nog niet is ontvangen stellen bur gemeester en wethouders voor, dit verzoek nog aan te houden. De heer COLSEN meent, dat ze toch al aan het bouwen zijn. De heer GEELHOEDT deelt mede, dat de heer Colsen dat goed voor heeft. De heer Barendtsen, is bij hem gekomen en deelde mede, dat men met het bouwen veel haast had. Het materiaal voor de loods moest worden overgebracht van Geertruidenberg, Men zette het liever terstond op, dan dat het eerst zou moeten worden geborgen en nader- hand opgezet. Spreker heeft toen te kennen gegeven, er geen bezwaar tegen te hebben, dat ze, in afwachting van het door den raad te nemen besluit, op eigen risico met bouwen aouden beginnen. De heer COLSEN heeft er geen bezwaar tegen, doch heeft er op willen wijzen, omdat het wel een vreemden indruk maakt. Zou dat echter ook aan een burger worden toe- gestaan De heer GEELHOEDT: Zooiets is in ver- sehillende gevallen ook aan particulieren toegestaan: De heer COLSENOok met voorkennis der Geaondheidscommissie De VOORZITTER: Zeker! Met algemeene stemmen wordt besloten de beslissing op het verzoek aan te houden. K Een schrijven van het gemeentebestuur van Axel, waarbij wordt medegedeeld, het volgende besluit van den raad dier gemeente: De raad der gemeente Axel; Gezien het voorstel van den heer Claessens om bij heeren gedeputeerde staten aan te dringen om het salaris van burgemeester, secretaris en ontvanger in deze gemeente te herzien in dalende lrjn; ©verwegende, dat de thans geldende rege- ling voor deze functionarissen voor een ge meente als Axel, met zijn landelijk karakter te hoog is te noemen, althans geen aanspraak kan maken te behooren tot de uitzonderings- gemeenten, genoemd in de regeling van 24 September/19 November 1926 (Prov. blad no. 62) wat betreft het salaris van den burge meester; dat deze gemeente in zgn tegenwoordige omstandigheden evenals vele andere gemeen- ten in deze provincie, niet kan ingedeeld worden bij de vooruitgaande gemeenten, daarbij lettende op de bedrijfsresultaten der bevolking; dat ook in andere gemeenteraden de mee- ning heerscht, dat de jaarwedden van die functionarissen te hoog zijn! besluit a. Heeren gedeputeerde staten van Zee- land te verzoeken, de jaarwedderegeling van burgemeester, secretaris en ontvanger, zoo- als genoemd in hun besluit van 24 September- 19 November 1926 (Prov. blad no. 62) zoo- danig te herzien, dat deze in overeenstem- ming komen met de draagkracht der ge meente; b. alle gemeenteraden van Zeeland uit e noodigen eenaelfden wensch kenbaar te maken bij meergenoemd college. Burgemeester en wethouders stellen voor, dit adres voor kennisgeving aan te nemen. De heer VAN CADSAND heeft, dit adres lezende, overwoge'n niet te kunnen meegaan met burgemeester en wethouders, die het voor kennisgeving willen aannemen; hij zou er adhaesie aan willen betuigen. Hij is er van overtuigd, dat velen het met hem zullen eens zijn, dat ons land gebukt gaat, niet alleen onder het leger ambtenaren, maar ook door de hooge salarissen. Het komt hem voor, dat hierin wel eens wijziging zou behooren te worden gebracht, en het verwondert hem dat, wanneer er aan de salarissen getomd wordt, dat regelmatig van onder geschiedt. De heer SCHEELE: In dit geval toch niet! De heer VAN CADSAND is van meening dat er van salarissen van 4000, f 5000, 6000 of meer wel af kan getrokken worden, maar als men dat doet is het altijd beneden de 2000. De heer COLSEN vindt ook, dat de tracte- menten voor de middelbare gemeenten wel wat hoog zijn; als men de gemeente Axel en Westdorpe eens vergelijkt met Ter Neuzen, dan is het toch in die kleinere plaatsen veel te veel, naar gelang van het werk, dat zoo'n burgemeester daar heeft. De tractementen zijn alle verhoogd in den tijd dat het noodig was, en sinds zoo gebleven, terwijl alle an dere menschen toch in hun inkomsten ver- minderd zijn. Hij kan er zijn stem wel aan geven om adhaesie te betuigen. De heer DE BAKKER wijst er op, dat in den laatsten tijd door H.M. de Koningin is medegedeeld, dat Zij en ook de Prinses 10 van hun inkomen zouden laten vallen De heer HAMELINK: Dat kan ook best, als je anderhalf millioen hebt! De heer DE BAKKER meent, dat de bur gemeester en de secretaris dat ook zouden kunnen doen, misschien heeft de Koningin dat gedaan om een voorbeeld te geven. De sala rissen z\jn hier 5200 en dan hebben ze bovendien nog wel bijverdiensten. Hij meent, dat dit toch nog al veel is voor onze ge meente. De heer VAN AKEN acht de jaarwedden ook te hoog, waarbij dan nog komt de belas- tingdruk op de ingezetenen. Deze hadden verwacht vermindering te zullen krijgen van de personeele belasting, maar ze hebben er ten slotte niets van gezien. Met de inkom- stenbelasting was het 't zelfde. Wel was het vermenigvuldigingscijfer naar beneden, doch de aanslagen hooger, omdat de heeren ambte naren hadden gezien, dat de betrokkenen nog wel wat hooger konden geplaatst worden. Men ziet dus niet, dat er vermindering komt. De heer HAMELINK wil hierover ook iets zeggen, al was het niet zijn voornemen ge- weest hierover het woord te voeren. Hij kan zich vereenigen met het voorstel van burge meester en wethouders Het verwondert hem wel, dat bij onze laatste raadsvergadering, toen de begrooting, en daarmede ook de jaarwedden van den burgemeester en den secretaris aan de orde kwamen, geen enkel raadslid daartegen zijn stem heeft doen hoo- ren, doch dat thans, nu er zoo'n schrijven van Axel gekomen is, er bij verschillende leden bezwaren blijken te bestaan. Hij meent, dat men die bezwaren, als ze bestonden, bij de behandeling der begrooting had moeten uitspreken, dat was daarvoor het juiste oogenblik geweest, maar dat men niet ter stond moet loopen achter hetgeen deswege in den raad van Axel is naar voren gebracht. Hij vraagt, of dit in de lijn ligt van een ge meente waar een behoorlijke salarisregeling bestaat, terwijl de raad van Ter Neuzen toch maar moeilijk over andere gemeenten kan gaan oordeelen. D&t is het standpunt van spreker. Nu gaat men er op in, omdat men meent, dat daarin een stuk propaganda zit, doordat men kan zeggen op alle mogelijke wijzen be- lastingvermindering te willen. lets anders zou het zijn, indien men de Stelling naar voren wil brengen dat men voor een behoorlijk salaris over den vollen mensch moet kunnen beschikken, D&ar zou hij accoord mee kunnen gaan. Maar deze functionarissen behooren voldoende gesala- rieerd te worden, opdat ze vrij en onafhanke- l\jk tegen ieder kunnen staan, en ze moeten ook bekwaam zijn voor hun ambt. Er wordt nu wel gezegd dat die salarissen hier hoog zijn, maar men ziet ook, dat in het particulier bedrijf goede krachten veel hooger betaald worden, hoe door het particulier bedrijf goede ambtenaren worden weggekocht. Men kan dus nog niet zeggen, dat die salarissen zoo abnormaal boven andere uitsteken. Hetgeen hier door Axel wordt naar voren gebracht, dat, waar vroeger een leidende kracht werd benoemd, die er dan echter wat moest bij verdienen om een bestaan te heb ben, zou indien op het verzoek van Axel werd ingegaan niet ondervangen worden. Het is wel juist, dat vooral op kleinere plaatsen een bur gemeester geen voile dagtaak heeft, en daar- om zal het in de toekomst een andere rich- ting moeten uitgaan, dat men, zjj het niet door samenvoeging van gemeenten, een func- tionaris voor verschillende gemeenten be- noemt, die daardoor een dagtaak krijgt. Da&r moet het toch naar toe. Ook met betrekking tot den gemeente- secretaris staat spreker op het standpunt, dat de gemeente over de voile persoonlijkheid moet kunnen beschikken en indien de raad er voor te vinden is zal hij er gaame aan medewerken om een eind te maken aan het geven van les sen elders en het te druk lesgeven ter secre taire. Hij zal in dien zin geen voorstel doen, omdat hij wel voorziet daarvoor geen meer- derheid te krijgen. Maar voor dit streven van Axel gevoelt hij niet veel. De heer COLSEN merkt op, dat hij zich volstrekt niet op het standpunt stelt, dat in Ter Neuzen te veel wordt gegeven, maar als hij Axel met Ter Neuzen vergelijkt, meent hij dat het voor Axel te hoog is. Misschien zou het voor Ter Neuzen hooger moeten zijn, maar dat bewijst niet, dat hij zijn stem niet kan geven aan het streven van Axel, dat in een uitzonderingspositie is geplaatst, welke de raad dier gemeente tracht weg te krijgen. De heer SCHEELE merkt op, dat het voor stel van Axel is uitgegaan van den heer Claessens die voor die functies vermindering wenscht, doch later ging keffen om het salaris van den directeur der gasfabriek te verhoogen. De heer DE BAKKER acht het duidelijk, dat ambtenaren elkaar steunen. De heer VAN CADSAND geeft te kennen een ander standpunt in te nemen dan de heer Hamelink, die meent, dat dit een slecht geko- zen oogenblik is om over die salarissen te spreken. Hij meent daartoe als raadslid het voile recht* te hebben, en het streven van Axel te moeten steunen. Dat daarover hier niet tijdens de begrooting gesproken is, vindt mis schien zijn oorzaak in de omstandigheid, dat een dergelijk besluit van Axel verwacht werd. De heer VAN DRIEL moet, aangezien tot zijn fractie een ambtenaar behoort, naar aan- leiding der opmerking van den heer De Bak ker mededeelen, dat de geheele fractie accoord gaat met hetgeen door den heer Hamelink is gezegd. Zij gaat uit van de wetenschap, dat, indien men gezinnen van 4 personen rekent, alle gezinnen zooveel zouden kunnen hebben als de hier genoemde salarissen, en dat dus alien die lager komen te weinig hebben. De heer SCHEELE: Maar d&t zou je nog wel eens nader mogen onderzoeken! De VOORZITTER geeft te kennen, dat bur gemeester en wethouders op drieerlei gronden hebben gemeend te moeten voorstellen aan het verzoek geen adhaesie te betuigen. In de eerste plaats betreft de regeling van Axel een uitzonderingsgeval, die het met nog een viertal gemeenten deelt. Nu komt het aan burgemeester en wethouders voor, dat het op den weg dier gemeenten zelf ligt om pogingen aan te wenden, daaraan een eind te maken, als men dat niet billijk oordeelt, aangezien andere gemeenten daarover moeilijk een oor- deel kunnen vellen. Zij achten het niet juist, dat te willen bereiken onder den schijn van het bevorderen eener algemeene salarisherziening. In de tweede plaats zijn in de voorlaatste jaren de salarissen reeds in bijna alle ge meenten een tikje naar beneden gegaan, zoo dat ze dus weinig grond vinden, voor een dergelijk verzoek aan gedeputeerde staten. Ten derde is het rijk voor het oogenblik bezig de salarissen weer wat naar boven te brengen en het komt aan burgemeester en wethouders weinig waarschijnlijk voor, dat on der deze omstandigheden gedeputeerde staten aanleiding zouden vinden om bij de Kroon aanhangig te maken voorstellen tot verlaging van de jaarwedden der hoofdambtenaren van de gemeenten. Ook burgemeester en wethouders gevoelen, dat er wel ongelijkheden zijn, die aanleiding kunnen geven tot gerechte opmerkingen van Jan Publiek, maar zij meenen, dat dit toch niet de weg is om die op te lossen, doch dat men dat eerder moet trachten te bereiken langs den weg door den heer Hamelink aan- gewezen. Het voorstel van burgemeester en wethou ders, om het verzoek van den gemeenteraad van Axel voor kennisgeving aan te nemen, wordt aangenomen met 9 tegen 4 stemmen. j Voor stemmen de heeren Hamelink, Van Driel, Van den Bulck, Bedet, De Jager, Geel- hoedt, Scheele, Verlinde en De Bruijne; tegen j stemmen de heeren Colsen, Van Aken, Van j Cadsand en De Bakker. c. Een schrijven van den Minister van Ar- beid, waarin deze, onder verwijzing naar zijn schrijven dd. 9 December 1927, no. 899 A. B., Afd. W. V. en A. B., in zake de landverhuizing naar Canada, mededeelt, dat deze regeling ook zal gelden voor het jaar 1929, met dien ver- stande, dat de geldelijke hulp aan de emigran- ten alleen zal worden verstrekt als renteloos voorschot. De emigratie Centrale-Holland, Maurits- kade 3, 's Gravenhage, blijft met de uitvoe- ring belast en is bereid met de invordering van de voorschotten in Canada te belasten. De organen der arbeidsbemiddeling zullen ter zake door den directeur van den Rijks- dienst der Werkloosheidsverzekering en Ar beidsbemiddeling worden ingelicht. Gaarne zal de Minister v6or 1 December a.s. bericht ontvangen zoo de gemeente be reid is, medewerking in voorkomende gevallen te verleenen. Burgemeester en wethouders stellen voor, de gevraagde medewerking weer te verleenen. De VOORZITTER geeft te kennen, dat er het vorig jaar nogal aanvragen waren, doch dat het aantal dit jaar niet groot is geweest. De heer VAN CADSAND vraagt, hoe het gaat met de terugbetaling der voorschotten. De VOORZITTER deelt mede, dat dezer dagen door een der emigranten het voorschot van f 300 is terugbetaald, en dat men op dat van de anderen wacht. Verschillende om standigheden hebben er echter ook toe geleid, dat meerdere emigranten ten slotte geheel voor eigen rekening zijn gegaan. De heer COLSEN vraagt, of het misschien niet voordeeliger voor de gemeente zou zijn om het bedrag dat zij ten koste legt aan emi granten naar Canada, b\j werkloosheid als ondersteuning uit te keeren. Er komt toch ook nog bij, dat men op die wijze een hoop jong volk kwijt geraakt. Kost die emigratie niet meer dan het geven van steun? De VOORZITTER: Vroeger wel, nu niet meer. De heer VAN DE BULCK meent, dat het wel te begrijpen is, dat, als men de ervarin- gen hoort van den man die dezer dagen uit Canada teruggekomen is, de animo om daar- heen te gaan niet groot zal zfln. Dat is ten minste geen propaganda geweest en als er nu weer eens een spreker in de cinema kwam om emigratie naar Canada aan te bevelen, zou er wel eens een nadere uiteenzetting ge- hoord worden. De man had er nog geen be hoorlijke woning of dekking. De VOORZITTER wijst er op, dat dit e6n geval is en men op grond daarvan de emigra tie niet kan beoordeelen. In elk geval heeft de man toch z66veel verdiend, dat hij zijn voorschot kon terugbetalen en zich zelf bo vendien heeft weten te redden voor de terug- komst. De heer VAN DEN BULCK: Maar dan moest er geld bij. De heer DE BAKKER merkt op, dat het dan toch anders uitkomt, dan toen door den spreker over die emigratie gezegd is. Er werd toen echter gevraagd, of iemand er ook nog wat over zeggen wilde. Waarom heeft die man dat dan toen niet gedaan? De VOORZITTER: Toen was hij nog niet terug. De heer VAN CADSAND zal niet beweren dat zulks regel is, maar kan toch wel mee- deelen, dat 2 jongens uit zijn buurt, arme jongens, naar Canada zijn gegaan, dat ze daar eerst ook wel wat hebben gesukkeld, maar nu voor zichzelf boeren. De heer VAN DEN BULCK: Maar die wer den dan zeker gesteund? De heer HAMELINK: Neen, niet gesteund. De heer VAN CADSAND bevestigt dit. 3. Verhuring van het voormalig politie- bureau. Burgemeester en wethouders stellen voor, het navolgende besluit te nemen: De gemeenteraad van Ter Neuzen, Gezien een op 10 November 1928 ingeko men adres van den heer M. L. Verbeek, fa- brikant te Veendam, houdende verzoek aan hem te verhuren voor eene op te richten melkinrichting dat gedeelte van het voormalig politiebureau, dat vroeger verhuurd werd aan de in deze gemeente gevestigde Afdeeling der Industrie- en Huishoudschool te Middelburg, overwegende dat genoemd gedeelte voor geen enkel doeleinde wordt gebruikt, dat een huurprijs van f 200 per jaar billijk is te noemen, gehoord een voorstel van burgemeester en wethouders; besluit: onderhands te verhuren aan M. L. Verbeek, fabrikant te Veendam, het Noordelijk gedeelte van het voormalig politiebureau, plaatselijk gemerkt vier en gelegen aan den Smidswal alhier, kadastraal bekend in sectie L, no. 1933, op bijbehoorende teekening nader aangegeven en zulks onder de navolgende voorwaarden: 1°. Verzoeker verkrijgt het recht om het Noordelijk gedeelte van het gemeente- gebouw aan den Smidswal te Ter Neuzen in te richten of te laten inrichten voor een melkinrichting; 2 Verzoeker mag zonder nadere schriftelijke vergunning van burgemeester en wethou ders geene veranderingen in den bestaan- den toestand van dit gedeelte aanbren- gen; 3 Alle veranderingen of vernieuwingen in of aan dit gebouw moeten door- en voor rekening van verzoeker worden uitge- voerd; 4 De verhuring heeft plaats voor een prys van twee honderd gulden 200,—) per jaar, in vier gelijke termijnen van f 50, te storten ten kantore van den gemeente- ontvanger, telkens voordat een nieuw kwartaal begint; voor het eerst moet een bedrag van 50,worden betaald voor dat het gebouw in gebruik wordt ge- nomen 5 De verhuring geschiedt tot wederopzeg- ging, doch voor geen langer tijdvak dan drie jaren; zij wordt geacht in te gaan op 1 Januari 1929 en zal alzoo eindigen op 31 December 1931; 6 Bij het eindigen van deze overeenkomst is de verzoeker verplicht om het verhuur- de gedeelte van het gebouw weer in den toestand te brengen zooals deze was bij de aanvaarding dezer overeenkomst. Blijft verzoeker in gebreke dan worden de door burgemeester en wethouders noodig geoordeelde werkzaamheden uitgevoerd door de gemeente Ter Neuzen, voor reke ning van verzoeker; 7 Beschadigingen aan het gebouw, moeten zoodra mogelijk door en op kosten van den verzoeker, ten genoegen van burge meester en wethouders worden hersteld; 8°. Alle kosten vallende op de akte van ver huring, komen voor rekening van den huurder. De VOORZITTER deelt mede, dat dit voor stel verschoven wordt tot na de commissoriale vergadering. 4. Jaarweddeverhooging bode belast met afhalen en bezorgen medicijnen te Sluiskil. Burgemeester en wethouders deelen aan den raad het volgende mede: Naar aanleiding van het op 24 October j.l. ingekomen adres van C. van Doeselaar te Sluiskil, belast met het afhalen en bezorgen van medicijnen, houdende verzoek om zijne jaarwedde thans bedragende 450 vast te stellen op 550, welk adres in Uwe vergade ring van den 25 October j.l. in onze handen werd gesteld om bericht en raad, wenschen wij er Uwe aandadht op te vestigen, dat de werkzaamheden van adressant zich over een groot gedeelte der gemeente uitstrekken. Na ingesteld onderzoek is ons bovendien gebleken, dat hij dagelrjks naar Ter Neuzen moet komen en dat hij meermalen 's avonds laat de polders nog in moet. Een en ander in aanmerking nemende ach ten wij termen aanwezig U voor te stellen, om zijne jaarwedde met ingang van den 1 Januari 1929 vast te stellen op vrjf honderd vijftig gulden (/550). De heer HAMELINK geeft te kennen, dat hij zich niet tegen dit voorstel zal verzetten, maar er bij deze gelegenheid toch wel eens de aandacht op te moeten vestigen, dat het stief- kind Sluiskil nog niet zoo slecht behandeld wordt. Het is aan spreker ook opgevallen, dat de heer Van Cadsand, die in den regel naar vermindering van uitgaven streeft, thans verdedigd heeft een verhooging van de jaar wedde. Hij vraagt hem, of er geen ander mid- del zou te vinden geweest zijn om een regeling te treffen dat Van Doeselaar niet onbillijk be handeld werd, zonder dat dit aanleiding be- hoefde te geven tot verhooging der uitgaaf, door n.l. af te schaffen de regeling dat hij de medicijnen ook thuis brengt, hetgeen onge- twijfeld zijn werk verzwaart. Men is door die regeling te Sluiskil nog voor op Ter Neuzen. De menschen die geneeskun- dige hulp krijgen van het ziekenfonds moeten zelf hun medicijnen afhalen, terwijl de ande ren, bij wie de medicijnen van wege de apo- theek worden thuisbezorgd, die kosten later wel onder het bedrag van zijn rekening zal terugvinden aangezien de apotheker die kosten wel verrekenen zal. Indien nu te Sluiskil de betrokkenen bij Van Doeselaar ook de medi cijnen moesten afhalen, zou zijn werk veel verminderen. Spreker herhaalt, zich niet tegen de ver hooging te zullen verzetten, maar heeft de aandacht eens willen vestigen op den toestand, tegenover de heeren die het wel eens doen uit- komen, alsof ze hier zitten voor e6n bepaalde groep der gemeente, welke stiefmoederlijk zou bedeeld worden. De heer VAN CADSAND geeft te kennen, dat de heer Hamelink juist heeft opgemerkt, dat spreker in den regel is v66r bezuiniging, maar in dit geval is dat nu eens anders, om dat hij er van overtuigd is, dat de man dat ruimschoots verdient. De heer HAMELINK: Ik maak ook geen aanmerking op het geld. De heer VAN CADSAND wil ook toestem- men, dat hij hier niet zit voor Sluiskil, maar voor geheel de gemeente, maar dat neemt niet weg, dat de leden die te Sluiskil wonen, toch beter met de toestanden aldaar dan de leden die er wel eens komen, al komen ze er zelfs zoo dikwijls als de heer Hamelink. De heer HAMELINK meent, dat de heer Van Cadsand hem niet goed heeft begrepen. Hij heeft volstrekt geen bezwaar om verhoo ging van jaarwedde toe te kennen volgens de tegenwoordige regeling, maar iiij heeft de vraag gesteld of de jaarwedde niet voldoende zou zijn indien Van Doeselaar de medicijnen niet overal moest bezorgen en men deze bij hem thuis kwam afhalen. Hier moet men de medicijnen ook zelf afhalen of er zooals hij aanstipte zelf de kosten van betalen. Er is dus hier een bevoorrechting van de menschen te Sluiskil. En er blijkt ook uit, dat de heer Van Cadsand niet vodr bezuiniging is, wan neer het zijn eigen belang betreft. De heer SCHEELE wijst er op, dat de man alle dag de reis naar Ter Neuzen moet maken en dan acht hij een vergoeding van pl.m. 1,50 niet te hoog. De kwestie die de heer Hame link aanroert met- betrekking tot de groep Sluiskil zou eensdeels kunnen worden toege- geven, maar daartegenover staat, dat het moeilijk uitvoerbaar zou zijn om de menschen de medicijnen te laten afhalen, aangezien niet bekend is wanneer Van Doeselaar daarmede uit Ter Neuzen terug is. Dat kan wel eens een paar uren uit elkaar loopen. Daarom moet z.i. de bestaande regeling van het thuis bezorgen gehandhaafd blijven. De heer DE BAKKER meent, dat er een apotheek te Sluiskil zou moeten zijn, want het is soms half 10 uur 's avonds eer de medicij nen er zijn. De heer HAMELINK: Waarom doet men het dan ook niet op Driewegen? De heer DE BAKKER meent, dat den man de gevraagde verhooging toekomt. In de kom is het geheel anders, daar kan de vrouw de medicijnen al eens afhalen of men kan het een buurvrouw vragen. De VOORZITTER merkt den heer De Bak ker op, dat de wet het hebben van een apo theek te Sluiskil nu eenmaal niet toelaat. De heer COLSEN geeft te kennen, dat de heer Scheele volkomen juist de noodzakelijk- heid van het thuisbezorgen der medicijnen te Sluiskil heeft aangetoond. De heer HAMELINK wil zich daarbij neer- leggen, doch heeft willen aantoonen, dat het stiefkind Sluiskil ten deze bevoorrecht wordt boven Driewegen en de kom. Het voorstel wordt aangenomen met alge meene stemmen. 5. Rooien van een rij boomen in de Nieuvv- straat. De VOORZITTER noodigt uit tot stemmen over het voorstel van den heer De Bruijne, tot het rooien van de rij boomen staande aan den huizenkant der Nieuwstraat, waarover in de vorige vergadering de stemmen staakten. De heer DE BAKKER: Mijnheer de Voor zitter De VOORZITTER: Hierover wordt niet meer gesproken, hierover wordt alleen ge- stemd. De heer DE BAKKER: Maar is het nog wel noodig, te stemmen, mijnheer de voor zitter De VOORZITTERIk acht de stemming noodig Het vooistel wordt aangenomen met 9 tegen 4 stemmen. Voor stemmen de heeren Colsen, Van Driel, Van den Bulck, De Jager, Scheele, Van Cad sand, Verlinde, De Bruijne en De Bakker; tegen stemmen de heeren Hamelink, Van Aken, Bedet en Geelhoedt. 6. Verhooging jaarwedde tijdelijk klerk der A rbeidsbeurs. Burgemeester en wethouders deelen aan den raad het volgende mede: De Minister van Arbeid, Handel en Nijver- heid deelt ons bij zijne missive dd. 29 Octo ber 1928, NR. 545 AB. Afd. WV en AB mede, dat hij bereid is om, indien het salaris van den klerk der arbeidsbeurs C. Jansen alhier wordt verhoogd van f 600 tot op f 700 per jaar, het bedrag dier verhooging ad f 100 ge heel ten laste der districtsbemiddeling te nemen. i Nu genoemde jaarwedde /600 bedraagt, komt f 360 ten laste der gemeente, terwijl het j Rijk 40 of 240 vergoedt. Wordt zij vastgesteld op f 700, dan zal het Rijk dus 340 bijdragen, zoodat de kosten der gemeente niet grooter zullen worden. Op dezen grond wenschen wij ons niet tegen de bedoelde salarisverhooging te verzetten, waarom wij U voorstellen de jaarwedde van den tijdelijken klerk der arbeidsbeurs met in gang van 1 Januari 1929 vast te stellen op zeven honderd gulden (/700). De heer COLSEN spreekt zijn verwondering over dit voorstel uit; de wethouders waren eigenlijk van meening, dat de klerk aan de arbeidsbeurs weg zou kunnen, en nu stellen zij voor zijn salaris met f 100 te verhoogen. Hij ziet hierin tegenstrijdigheid. Al is het nu dat de Minister die verhooging voor rijks- rekening neemt, dat moest bij hen toch geen verschil maken, want dat wordt toch ook be taald door het Nederlandsche volk. Misschien doet de Minister dat, omdat hij overtuigd is, dat daar veel werk gedaan wordt. Spreker zou dat wel willen accepteeren, maar dan voorstellen om er van gemeentewege ook 100 bij te doen. De heer GEELHOEDT begrijpt deze rede- neering van den heer Colsen niet. Hij maakt ook een verkeerde conclusie, als zou het een gevolg zijn geweest van de meening der wet houders, dat aanvankelijk op de begrooting geen jaarwedde voor den klerk was uitgetrok- ken. Dit was ingevolge het besluit, het vorig jaar door den taad genomen. Nu de raad prijs bleek te stellen op het behoud van den tijdelijken klerk hebben ze er dien post weer opgebracht. En wanneer nu het rijk zegt, wij zouden dien klerk f 100 meer willen geven, dan willen burgemeester en wethouders dat dien jongen, die dat wel verdient, niet onthou- den. De conclusie is dus fout. De VOORZITTER geeft te kennen, dat de Minister zich bereid verklaart die 100 meer te geven uit overweging van de waarde die de gemeentelijke Arbeidsbeurs ook als districts- beurs heeft en zou in overweging geven om nu de zaak te laten rusten. Het voorstel wordt met algemeene stem- men aangenomen. 7. Benoemen lid der Commissie van Toe- zicht op het L. O. te SIuiskil-Driewegen. Ter voorziening in de vacature ontstaan door periodieke aftreding van den heer J. J. Kaan als lid der commissie van toezicht op het lager onderwijs te Sluiskil wordt met den af- tredende ter benoeming voorgedragen mej. S. M. Bijleveld. Op uitnoodiging van den voorzitter vormen de heeren Scheele en Van Cadsand met hem het stembureau. De heer Kaan wordt met algemeene stem- men herbenoemd. De heer DE BRUIJNE verlaat de vergade ring. 8. Begrooting Burgeriijk Armbestuur voor 1929. Door het Burgeriijk Armbestuur is opnieuw I ingezonden zijne begrooting voor het dienst- jaar 1929. Het uitgetrokken bedrag voor jaarwedde van den secretaris penningmeester is terug- gebracht tot f 500 overeenkomstig het raads- besluit van 25 October jl. Afzonderlijk is ech ter een post geraamd van 100 als gratifica- tie voor genoemden functionaris. Met deze wijziging gaan wij zeggen bur gemeester en wethouders volkomen accoord, waarom zij voorstellen genoemde begrooting goed te keuren. De heer HAMELINK zal hierover geen uit- voerig betoog meer opzetten, maar wil toch opnieuw vaststellen, dat het onjuist is op een begrooting bij voorbaat een bedrag uit te trek- ken dat als gratificatie toegekend zal worden, aangezien een gratificatie toch pas toegekend wordt na bewezen diensten. In de tweede plaats wil hij er op wijzen, dat uit de aanbieding dezer begrooting volgt. dat de uitkeeringen aan de werkloozen, welke nu bij het armbestuur geschiedt f 350 aan admi- nistratiekosten vordert, aangezien men het noodig acht 250 te geven aan den voorzitter en f 100 aan den secretaris-penningmeester, voor meerdere werkzaamheden, die daarvan het gevolg zijn. Spreker acht dat geenszins noodig, want hij heeft op die zaak toch ook eenigen kiik Er is op gewezen, dat de secreta ris elken dag een uur beschikbaar moet zijn. Op het uur dat hij beschikbaar moet zijn. en afwacht of er iemand komt, kan hij toch ook ander werk doen Hij behoeft toch niets an ders te doen dan uit te voeren de hem ge geven opdrachten, want zelfstandig naar bui- ten optreden kan hij niet. Spreker oordeelt, dat de secretaris-penningmeester indien hij er 10 uur per week aan besteedt zijn werk best af kan. Dat komt dan tegen een jaarwedde van f 500 op 1 per uur en da.t acht hij een voldoende salarieering. Hij zal zich dan ook tegen dit voorstel verzetten. De heer COLSEN had verwacht, dat de raad nu naar aanleiding van dit voorstel wel uitvoerig advies zou gekregen hebben, over dat vele werk, dat die gratificatie noodig maakt. Hij vraagt of daarover nadere inlich- tingen kunnen gegeven worden, want hij ver- meent, dat er in dit jaar althans in de laat ste 6 maanden voor uitkeering aan werkloozen al zeer weinig te doen is geweest, terwijl de controle en het gereedmaken der lijst op de Arbeidsbeurs geschiedt. Hij had liever gezien. dat op een of andere wijze hetzij door het armbestuur, hetzij door burgemeester en wet houders de noodzakelijkheid van die extra- betaling zou zijn aangetoond. Als spreker" daarvan niet nader overtuigd wordt, zal hij er zijn stem niet aan kunnen geven. Volgens het advies dat spreker heeft ingewonnen, heeft het burgeriijk armbestuur die uitkee ring voor werkloozen zeer weinig te doen en hij is het ook eens met den heer Hamelink, dat men eerst na verloop van eenig jaar kan oordeelen of er veel werk aan geweest is en dan eventueel pas zou kunnen nagaan of er aanleiding is voor het toekennen eener grati ficatie over het afgeloopen jaar. De heer BEDET geeft te kennen, dat deze besprekingen hem bekend zijn. Hij heeft die in ongeveer gelijken vorm op een andere plaats ook gehoord, en had niet verwacht, die nogmaals te zullen moeten weerleggen. In de eerste plaats is door den heer Hamelink te kennen gegeven, dat heit niet in orde zou zijn met de thans voorgestelde gratificatie. De heer HAMELINK: Omdat dit een ver- kapte jaarweddeverhooging wordt. De heer BEDET geeft te kennen, dat het werk van den secretaris-penningmeester zoo- danig is toegenomen, niet alleen met de uit keering aan werkloozen, maar ook wegens de andere bemoeiingen, dat deze lang niet toe komt met 10 uren per week. Er komen nog heel wat andere dingen bij, die spreker hier niet kan noemen. Het burgeriijk armbestuur, in zijn groote meerderheid, is overtuigd, dat meer vergoe-

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1928 | | pagina 5