PUROL GEMENGDE BERICHTEH. Bestrijding van de werkloosheid in Zeeuwsch Vlaanderen. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN GEMEENTERAAD VAN TER NEUZEN. Z. Eerw. heer Doens, pastoor te Sas van Gent, zette in eene rede de beteekenis van den tuin- bouw uiteen en hoe deze een krachtige factor kan worden voor beteugeling van de steeds wederkeerende werkloosheid in dit gewest. De kijk die de Edelachtb. heer J. Huizinga, burgemeester van Ter Neuzen daarop heeft. Hi) schrijft daarover in het ,,Tijdschrift van den Nederiandschen Werkloosheids-raad" het volgende De bevoLking van Zeeuwsch-Vlaanderen be- hoeft thans niet te klagen over te weinig be- langsteiling in haar lot. Br is een tijd geweest, dat het scheen, alsof men dit deel van ons land heel weinig kende, de nooden der bevol- lf.ing hier niet begreep Thans staat dit deel in het centrum der belangstelldng, zoowel in de kringen der Regeering als in die der Neder- landsche pers. Jammer genoeg, dat vele bladen zich zoo eenzijdig laten voorlichten. Hierdoor ontstaan moeilijkheden, die nadeelig kunnen werken. Overdrijving en verkeerde voorstellingen bren- gen veelal schade, zooal geen nadeelige ge- volgen. Dit geeft mij aanleiding nogmaals de aan- dacht te vragen, opdat men toch vooral in Nederland kan weten, wie hier moet helpen, en op welke wijze dit dient te geschieden. Als velen zich geroepen voelen zich met Zeeuwsch-Vlaanderen te bemoeien, is het ge- vaar niet denkbeeldig, dat er allerlei tegen- strrjdige beschouwingen worden geleverd, welke het verleenen vain hulp in gevaar bren gen, of wel verkeerde hulp wordt verleend. Ook wordt weder een zgdelingsch verwijt aan de Regeering gericht, dat deze niet, of niet voldoende helpt. Dit verwijt is niet ver- diend. De Regeering heeft thans een open oog voor de streekbelangen van dit gewest. Zeker, er is e6ne zaak, die in het bijzonder Ter Neu zen aangaat, waarvoor de Regeering tot heden niets heeft gedaan. Voor het overige valt niet bepaald te klagen. Het spreekt echter van- zelve, dat de hulp, die geboden wordt, door een ieder beoordeeld wordt naar het belang dat men er bij heeft. Wel komt hierin eenige kentering. Men be- gint in Zeeuwsch-Vlaanderen te begrijpen, dat men niet terstond moet roepen: ,,de Regee ring moet het doen", doch dat men zelve ook moet aanpakken, waar dit mogelijk is. Zeker, de noodstand die hier heerscht be- staat, even als vroeger, nog wel voor een groot deel, doch er wordt gewerkt, om deze, waar mogelijk, weg te werken. Men bedenke echter, dat verschillende zaken die met de noodstand hier verband houden, zich in den loop der laatste 10 jaren hebben gewijzigd. Dat blijkt al dadelijk, als wij ons bij Ter Neuzen bepalen. Ter Neuzen is de derde havenplaats van Nederland; ieder hoopt hier in onze stad, dat het deze plaats mag houden, d.w.z. blijvend innemen. Het is Belgie, dat dit thans tracht tegen te houden, en oorzaak is, dat het zeevaartbedrijf in Ter Neuzen belemmerd wordt door de bij- zondere spoorweg-vrachttarieven, welke bij de Relgische spoorwegen voor het goederenver- voer bestaan en deze niet toepasselijk wil verklaren voor de haven van Ter Neuzen. Deze kwestie is in Regeeringskringen vol doende bekend, dooh het is eene intemationale kwestie waarvan de oplossing is tegengehou- deo door de verwerping van het Belgisch Verdrag. Dit is evenwel niet de eenige oorzaak waar- onder Ter Neuzen lijdt. Aan het begin van mijn artikel schreef ik, dat er e6n zaak is, waaraan de Regeering jammer genoeg tot heden niets gedaan heeft. De bloei van de haven van Ter Neuzen wordt thans voornamelijk tegengehouden door het verschil in loodsgeld, dat betaald moet worden te Ter Neuzen, welk bedrag zeven maal hooger is dan voor de havens van Bel gie. Het heeft tot heden niet ontbroken aan het houden van vertogen bij de heeren Ministers. Het Bureau van de Kamer van Koophandel heeft op allerlei wijze getracht, de onredelijk- heid van deze zaak aan te toonen. Toch staat het met de oplossing van deze kwestie niet geheei hopeloos, er is alle kans, dat een weg zal worden gevonden hier eenige nulp te verleenen. Tot goed verstand moet ik evenwel opmer- ken, dat de werkloosheid die heden voor de havenarbeiders bestaat, zijn hoofdoorzaak niet geheei meer vindt in wat wij gewoon zijn te noemen de bijzondere spoorwegvrachttarieven en het verschil in loodsgelden. Wij naderen hier in 1928 heel dicht bij het aantal schepen dat gelost en geladen wordt, van dat hetwelk men v66r den oorlog heeft verwerkt. Het groote aantal werkloozen in de haven die van gemeentewege gesteund wordt is een gevolg van de mechaniseering en rationaliseering van het bedrijf. Ik ben van oordeel, dat het gemeentebestuur van Ter Neuzen hierin aanleiding moet vin den, de werkloozenvoorziening op een andere wijze te regelen, dan thans geschiedt. Doch dat is zuiver een kwestie van inzicht, wijl naar mijn oordeel het werkloozenvraagstuk voor de haven geworden is het vraagstuk. De oplossing echter van de werkloosheid is te vinden in de vermeerdering van het aantal te verwachten schepen. Gaarne wil ik hier een woord van waardeering neerschijven ten aanzien van de cargadoors in Ter Neuzen, welke geen moeite ontzien hun werkgebied uit te breiden, waardoor het enkelen hunner geluikt is, him bedrijf tot grooter bloei te bren- gen, dan in de dagen van voor den oorlog. Deze rjveraars in het bedrijf worden echter gehandicapt door te weinig ruimte van op- slagplaats en te geringe aanlegplaats voor de zeeschepen. De havenkaden zijn te klein; de opslagruim- te is verre van voldoende. Gelukkig wordt er door Waterstaat hier en in Den Haag met spoed gewerkt aan de uit- breidingsplannen, Als secondaire hulp zal er er een nieuwe kaaiwal van ruim 200 Meter worden gemaakt, waardoor meer opslagplaats wordt verkregen. De finale oplossing van het tekort aan ruim te, kan alleen verkregen worden door het maken van een of meer nieuwe havens. De plannen hiervoor zijn nagenoeg gereed en het zal niet zoo lang meer duren, of zij worden ter beoordeeling gezonden aan de colleges, die hiervoor in aanmerking komen. Men kan derhalve Waterstaat niet verwijten, dat er niets voor Ter Neuzen wordt gedaan. Een weinig meer waardeering zou beter op haar plaats zijn. Wel komt in engeren kring de angstige vraag op: „hoe zal het gaan met de beoor deeling dezer plannen wanneer deze wereld- kundig worden?" Het verleden heeft hier ge- leerd, voorzichtig te zijn met het doen van voorspellingen. Laten wtj hopen, dat 't goed zal gaan. Vast staat, dat men bjj Waterstaat iets goeds wil geven aan Ter Neuzen. Worden de plannen met eenige bekwame spoed uitge- voerd, dan wacht onze stad een goede toe- kornst en zal de buitengewone werkloosheid tot het verleden behooren. Een weinig anders staat het buiten Ter Neuzen in Zeeuwsch-Vlaanderen. Het laat zich aanzien, dat de werkloosheid in de maanden Januari, Februari en Maart van 1929 grooter zal zijn dan over diezelfde maanden in 1928. De bedrijven waarvan de welvaart moet be- komen, zijn: het Hoogovenbedrijf, de Suiker- fabrieken, de Vlasbewerking en de Landbouw. Het Hoogoven- of Cokesbedrijf kunnen wij laten rusten, evenals nog enkele andere soort- gelijke bedrijven in Sas van Gent. Deze bedrijven gaan regelmatig door, en bij het aannemen vein arbeidskrachten, neemt men, voor wat de Cokesfabriek betreft, man- nen uit Zeeuwsch-Vlaanderen. De Suikerfabrieken werken in den regel een periode van ongeveer 13 weken, terwijl de noodige werkkrachten gevonden worden uit arbeiders van Z.-Vl. Dit najaar zal de duur van het bietenwerken kort zijn; wat de nood der werkloosheid doet toenemen, niet enkel voor diegene welke werkloos worden, maar voor al de landarbeiders in Zeeuwsch-Vlaan deren. Het beteekent voor al de arbeiders een in- komstenvermindering van 60.en dat in een tijd van het jaar, dat de uitgaven zooveel hooger zijn. Hoe het dezen winter zal gaan met de vlas- fabricage is moeilijk te zeggen. In Koewacht en St. Jansteen zal men wel beproeven wat te laten verwerken, doch allicht niet genoeg om al de werkloozen in die gemeenten te werk te kunnen stellen. De Permanente Vlas- Commissie heeft met de vlasfabrikanten over- legd, doch men is niet genoeg overtuigd van de noodzakelijkheid, het bedrijf op meer mo- demen voet in te richten, d.w.z. met de nieuw- ste werktuigen in het bedrijf te werken. Blijft dit zoo voortgaan, dan komen wij niet vooruit. De Commissie voor Werkverruiming in Zeeuwsch-Vlaanderen heeft in de maand April van dit jaar aan een 10-tal gemeentebesturen een adres gezonden, er op wijzende, dat voors- hands door vlasbewerking het mogelijk is, de werkloosheid te bestrijden. Deze adressen waren tijdig verzonden, om- dat men bij den vlasoogst er op kon rejtenen. Een deskundige beweerde, dat door den oogst met buitengewoon mood vlas, er geen enkele cent aan verspeeld kon worden. Alles stond goed. Zoo oordeelde ook onze Commissie er over. Helaas, sleohts een tweetal gemeenten zul- len beproeven hier iets te doen. Is dit niet teekenend? Komt men eigenlijk niet tot de conclusie, dat nog te weinig gemeentebesturen begrjjpen wat er gedaan moet worden tot leniging van de nood in de gezinnen van de werkloozen Van alle zijden vraagt en roept men; „wjjs ons een middel aan voor werkverruiming", doch zoodra men een passend middel heeft aangewezen, wordt het ongebruikt gelaten. Wij lijden hier in Zeeuwsch-Vlaanderen aan de kwaal, dat wij zooveel „stuurlieden aan wal" hebben, die buiten den kring der arbei ders staande, te weinig verantwoordeljjkheids- gevoel hebben en niet beseffen, dat afbreken, niet zoo moeilijk is als opbouwen. Wij zullen gezien deze verschijnselen nog wel eenige jaren in de moeilijkheid blijven zitten met de Vlasindustrie, ondanks de moeite die de „P.V.C." zich getroost hier iets te bereiken. Blijf t ons over de Landbouw. Bij vemieuwing doet zich hier de vraag voor, wat is toch wel de oorzaak van deze werkloosheid Is dat een verschijnsel pas ontstaan in de laatste jaren, of heeft men hier vroeger ook werkloosheid gekend? Eigenlijk beide. En vroeger 6n nu. Vroeger was hier ook werkloosheid onder de landarbeiders, doch toen vond men in de slappe maanden elders werk, in binnen- en buitenland. Dat is nu niet het geval, wijl men overal werkloosheid heeft, vooral in ons eigen land. Wij hebben dus den altoos bestaan hebben- den toestand, aangevuld met een grooter aan tal werkloozen; een vermeerdering van werk loosheid, waarvan de oorzaak tweeerlei is. De eerste oorzaak is de mechaniseering van het bedrijf, de tweede oorzaak is een gevolg van de hoogere loonen. Deze hoogere loonen vergeleken bij voor den oorlog, zijn oorzaak dat de landbouwers hunne arbeiders spoediger heenzenden. Men kan dat pijnlijk vinden en er over spre- ken als van liefdeloosheid, niemand is in staat hierin verandering te brengen. Het loon van de landarbeiders is bij voor den oorlog, meer dan het dubbele geworden, en de landbouwers zijn van oordeel, dat him bedrijf niet toelaat hun daglooners langer in het werk te houden, dan strikt noodig is. De commissie LangenhorstKortenhorst Hoeben wil beproeven de landbouwers van de R. K. organisaties tot een beter inzicht te brengen en hen te bewegen, de arbeiders niet zoo schielijk te ontslaan. Voorts beoordeel ik deze houding van de landbouwers niet, wijl het de taak der onder- scheiden organisaties is, hieraan hare aan- dacht te wijden. Ik erken, dat daarmede de werkloosheid niet is opgeheven, zelfs niet verminderd, alleen de tijd kan hierin verbetering brengen. Daarbrj komt, dat door de mechaniseering en rationaliseering een overcompleet van ar beiders is ontstaat. Welnu de zorg der com missie voor werkverruiming is naar middelen te zoeken, om door werk, de gevolgen der werkloosheid te bestrijden. Het aantal echter, dat het vraagstuk z66 ziet, is zeer gering, vandaar de groote moei lijkheid, belangrijke verbeteringen te bereiken. De weinigen die dit zien, wijzen op eene verandering van cultuur. Door meer „tuin- bouw" toe te passen komt men er wel. En zij laten het niet enkel bij besprekingen maar doen moeite hier iets te bereiken. Dat is dus in orde. Doch nu de anderen? Zij die niet in dat bedrijf kunnen komen, wat moeten deze? Bovendien spreekt het wel van zelf, dat een overgangstoestand, overgangsmaatregelen vorderen om hier te helpen. Welnu dit is de taak van onze comm. van werkverruiming, en deze commissie is steeds bezig de aandacht te vestigen op allerlei werk. En het resultaat? Een paar gevallen. De commissie wijst in eene gemeente er op, dat bij landbouwer P. een werk is, waaraan zeker 'n 20-tal werklieden gedurende ongeveer drie maanden werk hebben. Natuurlijk als dit werk wordt uitgevoerd, heeft P. daar voordeel van. Begint men daar nu aan? Welneen, in den kring van het gemeente bestuur wordt de opmerking gemaakt, aange- zien landbouwer P. er wat voordeel bij heeft, doen we het werk niet. Maar wat doet men nu voor de werkloozen? De commissie heeft in een andere ge meente, werk aangewezen bjj landbouwer V. Zelve gaat V. dit werk niet uitvoeren, want hjj heeft er geen direct belang bjj. Uit de gemeente ontvangt de commissie bericht. dat wijl het mogelijk is, dat ge- noernde V. er voordeel van zal hebben, men er maar niet aan wil beginnen. Ik stel andermaal de vraag: en de werkloo zen dan? Natuurlijk laat de commissie deze zaak en deze gemeentebesturen niet los, wijl in die gemeenten het vorige jaar ruim 100 werkloo zen zijn geweest. Doch men vraagt zich wel een weinig af, waar is hier het plichtsbesef, om te helpen in de bittere nood bij vele arbeiders. Er is hier vaak weinig inzicht in het sociale vraagstuk, en men tuurt zich dientengevolge blind op het feit, dat er voor den een of ande re ook iets goeds in is, en indien dit het geval is gunt men het hem niet. Dan maar liever de werkloozen werkloos laten. Het ontbreekt velen aan behoorlijke objec- tiviteit; men kan zich zoo moeilijk losmaken van het persoonlijke. Men kan zich zoo moei lijk stellen op het standpunt dat 't algemeen moet voorgaan, boven het persoonlijke. Daamaast is er een gemis aan inzicht om- trent de werkloosheidszorg; dat deze verband houdt met de welvaartspolitiek gelooft men niet. Wel is men van gevoelen, dat de zorg voor de werkloozen zoo weinig mogelijk moeite moet kosten; verzekering, steunuitkeering, liefst naar armenzorg, het kost dan wel geld maar geeft de minste moeite. Bovendien, wij zien hier telkens moeilijk heden in het leven roepen, die een twist doen ontbranden, zooals we thans weer in dit deel van Nederland kunnen opmerken. E6n enkele „zin", in een ambtelijk rapport, ontketent een strijd, die de menschen alle objectiviteit doet verliezen, met de groote kans, dat de hulp voor de zooveelste maal weer voorbij gaat en 'n 150-tal werkloozen in dezen winter, niet worden geholpen. In een der grootste dagbladen van ons land, kon men dezer dagen in een artikel lezen: Zeeuwsch-Vlaanderen is op het oogenblik in alles ten achter." Doch ik vraag; aan wie de schuld. Deze ligt naar mijn oordeel toch wel voor 80 aan de bevolking zelve. Het ontbreekt in zeer vele opzichten aan vaste leading, die onbevooroordeeld en geheei belangeloos het goede voor Zeeuwsch-Vlaan deren weet te bereiken. We vermoeden, dat het ,,Tijdschrift" waarin dit artikel is opgenomen een blad is met eenig gezag, vooral in kringen die mede over het wel en wee van ons gewest hebben te beschik- ken. Het kwam ons daarom wel van belang voor, meer algemeene bekendheid te geven aan hetgeen daarin over ons gewest geschre- ven wordt. Of een dergelijke publicatie bevorderlijk is aan de belangen van onze stad en gewest, valt te betwijfelen. En het is daarom o.i. jammer, dat zij is verschenen en sommige belangen in gevaar brengt, waarvoor de schrijver zich toch ook reeds een lOtal jaren heeft op de bres ge- steld. Door den persoon van den schrijver, moet op die plaats ook het artikel eenig „ge- zag" krijgen en het is al thans op enkele zeer belangrijke punten geheei in strijd met de feiten. Nader komen we er op terug. GEMEENTELIJKE- EN DISTRICTS- ARBEIDSBEURS TE TER NEUZEN. Op 1 December stonden als werkzoekenden (hetgeen niet altijd beteekent dat zij werk loos zijn) bij de arbeidsbeurs ingeschreven Op 1 Nov. Transport en losse arbeiders 132 Timmerlieden 4 Opperlieden Schilders Centrale-machinist Magazij nknecht-timmerman Metselaars Zeelieden Chauffeurs Voermansknechts 7 1 1 1 4 86 3 1 2 1 1 2 3 1 1 Fabrieksarbeiders 4 1 Landarbeiders 3 Dienstbode 1 1 158 103 Bij de Correspondentschappen Axel 15 2 Boschkapelle 6 Breskens 1 Graauw 1 Hulst, 53 6 St. Jansteen 4 Westdorpe 5 85 8 HET JASJE VAN DEN MARCONIST. Op het Stille Strand te Scheveningen is een grijs jasje aangespoeld. In een der zakken be- vond zich een portefeuille, waarin een certifi- caat ten name van Leonardi Luigi als radio- telegrafist, geboren 19 Juni 1901 te Rimini (Italie). Men vermoedt, dat dit het jasje is van den omgekomen marconist van het bij Zandvoort gestrande en gezonken Italiaansche stoomschip Salento. Even later werd op hetzelfde strand een reddingsboei gevonden, gemerkt: Ostende Simone. Aan den eenen kant stond verder 072, aan den anderen 001722. EEN AUTOMOBIEL GEeLECTRIFICEERD De ajito-verhuurder J. Lenters te Ruiner- wold had een zeer bang oogenblik, meldt het „N. v. h. N.". Zondagnaoht om 1 uur had hij met zijn auto de vroedvrouw naar een kraamvrouw te Oost- einde gebracht. Op den terugweg ontdekte hij, dat ineens zijn wagen geelectrificeerd was. was. Wat was er gebeurd? Een door den storm afgeknapte draad van de bovengrond- sche geleiding van het electrisch net was om de toet van een der raderen gewonden, waar door dus de heele auto onder electriciteit kwaim te staan. Waar ook de heer L. zijn hand zette, overal voelde hij electrische schokken. Ook onder zijn voet, die natuurlijk op een der ijze- ren pendalen rustte, kreeg hij een zeer raar gevoel. Doordat het ijzer van de auto niet met den grond in aanraking kon komen (door de isoleerende autobanden), had er natuurlijk geen snelle afvloeiing plaats, waardoor het gevaar zou verminderen. De heer Lenters durfde den wagen niet ver- laten, want oogenblikkelijk zou de electrische stroom zijn weg door L.'s lichaam zijn gegaan. Gelukkig was het stuurrad met gummi om- wonden, zoodat zijn- hand'en niet geelectrifi ceerd werden. De heer Lenters heeft door een plotselingen greep zijn altijd nog loopende auto op de tweede versnelling kunnen krijgen. Met een geweldigen ruk werd het gevaarlijke stuk draad van het electrisch net afgetrokken. De heer Lenters reed toen met een eind draad van 60 meter en een paal nog een heel eind verder. Toen hij geen electriciteit meer ontdekte, is hij uitgestegen. Zeer ontdaan kwam hij thuis. DOOR DEN ELECTRISCHEN STROOM GEDOOD. De heer Parent van de Bataafsche in het 1 gebouw van het immigrantenkantoor „Borneo" j te Soerabaja is door den electrischen stroom gedood. Het gebouw, lezen wij thans in het Soer. Hbl. i was door de B. P. M. aangekocht teneinde te worden ingericht als koelieverblijfvroeger was hier gevestigd eene acyteleentoestellen- fabriek, sedert dien veranderde het eenige keeren van bestemming. I De heer A. F. Parent was in het gebouw, in gezelschap van twee andere geemployeerden j van de B. P. M., de heeren Wamelink en Schultz, teneinde de inriohting van het ge bouw te onderzoeken. In een der vertrekken was vroeger een soort transformatoren-inrich- ting ondergeibracht. Men verkeerde blijkbaar in de veronderstelling dat alle hoogspannings- draden waren weggehaald en dat, wat er nog aan d'raden was overgebleven, geen gevaar kon opleveren. Volgens het politioneele on- derzoek moet de deur, welke dit vertrek af- j sloot, vroeger op slot zijn geweest, doch ge- forceerd. Tijdens het onderzoek, dat de drie heeren instelden, begaf men zich in het smalle en nauwe vertrek. Men besprak nog het een en ander, toen de twee andere heeren zagen, hoe hun collega Parent met de hand een zich in het vertrek aangebrachten draad aanvatte. Tegelijkertijd zagen zij tot hun geweldige ont- steltenis, hoe de heer Parent scheen te ver- stijven. Zij hoorden hoe hij als het ware hevig snikte of zuchtte en toen zagen zij hem ineen- zakken; de draad liet hij echter nog niet los. De heer Schultz wilde, door een impuls ge- dreven, hem helpen, doch gelukkigerwijs waar- schuwde de heer Wamelink, die het hoofd koel hield, hem, den heer Parent niet aan te vat- ten, daar de draad vermoedelijk onder hoog- spanning stond. Dit bleek inderdaad het geval te zijn. De draad was geladen met niet min der dan 6900 volts, zoodat de heer Parent zeker op hetzelfde oogenblik, dat hij in contact kwam met den draad, dood moet zijn gjfj weest. Ook het geneeskundig onderzoek schijnt tot eenzelfde conclusie te hebben ge- leid. De overledene laat een jonge vrouw achter. Dat de stroomspanning wel hoog moet zijn geweest, werd ten duidelijkste aangetoond bij het politioneel onderzoek. Het Ieder d'er schoe- nen van het slachtoffer was nabij de spijker- tjes in de zool geheei verbrand, terw(jl ook het voonhoofd van het slachtoffer sporen toonde, den invloed te hebben ondergaan van het con tact met hoog voltage. AVONTUURLIJKE JACHT. Te New-York heeft men, na een avontuur- lijke jacht, een einde gemaakt aan de carrjbre vqn den 21jarigen bandiet Robert Preston, mpldt „de Tel." Deze Preston kwam een maand geleden in die stad aan met niets dan een speelgoed- pistooltje op zak. Met behulp daarvan, of liever door het dingske dreigend aan de daar- voor in aanmerking komende personen voor te houden, wist hij een maand lang gratis te wonen en gevoed te worden, en tal van koste- looze autoritten te maken. Hij hield zijn kost- baas zoowel als de diverse taxichauffeurs zon- der veel moeite in bedwang. Een week geleden haalde hij een stout stukje uit op Broadway en vluchtte vervol- gens een dancing binnen. Daar ontmoette hij een mooi Poolsch meisje, bij wie hij alras zoo- zeer in de gumst was, dat zij beloofde den vol- genden dag zijn vrouw te worden. Het paar trouwde inderdaad en bracht de eerste dagen door met het bezichtigen van New-York, waama het naar Atlantic City zou gaan. In de autobus op weg naar het station, kregen de jongelieden echter ruzie, en Preston sprong in zijn boosheid uit den wagen. Onmiddelljjk evenwel berouwde dit hem en hij praaide een taxi, welks chauffeur hij wederom onder be- dreiging dwong, de autobus achtema te rijden. Toen de taxi een verkeersagent passeerde, zette de chauffeur het echter op een gillen, ten einde de aandacht op zijn netelige positie te vestigen. In een ommezien was politie op de been, die de taxi een regen van kogels na- zond. De chauffeur, durfde nu evenwel, uit vrees geraakt te worden, heelemaal niet meer stoppen, en pas toen hij bemenkte, dat zijn passagier door een der schoten onschadelijk was gemaakt, hield hij stil. De jeugdige ban- diet bleek bij fouilleering niets dan het kin- derpistooltje bij zioh te hebben. JOHN BUNYAN. Het is 300 jaar geleden, dat John Bunyan, als zoon van een ketellapper te Elstow in Bedfordshire, werd geboren, In zijn jeugd het vaderlijk bedrijf volgend, werd hij later sol- daat, en muntte uit door verregaande losban- digheid. Hij verbraste zijn geld en verslin- gerde zijn leven op alle mogelijke manieren, tot hij in kennis kwam met een godvreezend meisje, dat hem geheei wist te veranderen en met wie hij later huwde. Z'n hartstochtelijke temperament verlangde echter uitdrukking, en de 66ns zoo gewetenlooze spotter werd nu een godsdienstigen dweper. In 1653 lid van de gemeente der Baptisten geworden, trok hij overal rond als reizend prediker, totdat hij in 1659 in de gevangenis werd geworpen. Hem werden echter vele vrijheden, gelaten, zoodat hij dikwijls ongehinderd in Engeland's hoofd- stad kon prediken. Daar in de gevangenis is het geweest, dat hij zijn „The Pilgrim's progress from this world to that which is to come", schreef, waaraan hij zes jaar van zijn twaalfjarige gevangenschap wijdde. Het be- kende boek, dat in 80 talen is overgezet, en bij talloozen een plaats naast den bijbel heeft gekregen, geeft een allegorische voorstelling van de beproevingen en wederwaardigheden waarmee de Christen op zijn levensweg te worsteler* heeft. Gedurende zijn gevangen schap is Bunyan voor een tweeden maal ge- trouwd, wel een bewijs dat de kerkerstraf nog- al meeviel. Deze tweede vrouw, een nobele en goed ontwikkelde echtgenoote, heeft er groo- tendeels toe meegewerkt dat haar man, na 12 jaar officieel in vrijheid werd gesteld. Behalve „Eens Christens reize naar de Euwigheid", zooals de Nederlandsche vertaling van Bunyan's levenswerk luidt, heeft hij nog andere geschriften het licht doen zien, die echter van weinig belang, en onder het stof der eeuwen zijn vergeten. De Engelsche godsdienstige schrijver over- leed te Londen, den 31 Augustus 1688 op 60- jarigen leeftijd, maar nog heden ten dage wordt zijn Pilgrim progress" gelezen en over het geheele wereldland in eere gehouden. NOG EEN DOCHTER VAN DEN TSAAR! Blijkbaar diep onder den indruk van den roman van Mme Tschaikowsky, die immers verzekert dat zij grootvorstin Anastasia, de jongste dochter van den vermoorden Tsaar Nicolaas is en daarvoor merkwaardige bewij- zen kan aanvoeren, is te Parijs een vrouw ,,opgestaan", die zegt grootvorstin Olga te wezen, de oudste dochter van den Keizer aller Russen. Voorloopig zal zij echter haar rech- ten nog slechts voor de Parijsche rechtbank te verdedigen hebben. In Juni 1925 ontmoette mr. Georges Darian, een Fransch advocaat bij de balie te Cairo, een mooi jong vrouwtje, dat zich uitgaf voor de Poolsche gravin Alexandra Wyszoska. Toen de advocaatlaten wij zeggen: haar wat beter kende, vertrouwde zij hem toe dat ze Dooa 30-60 ca 90 ct. Tube 80 ct. Bij Apoth. ca Drogistca geen Poolsche gravin was, maar grootvorstin Olga, door trouwe dienaren uit het bloedbad van Jekaterienenburg gered. Zij verklaarde geen centiem meer te bezitten; van haar on- metelijk fortuin restte haar niets meer, en er bleef haar niets anders over dan zich van het leven te berooven, tenzij er iemand was, die haar een goede honderdduizend francs wilde leenen om haar in Londen beleende juweelbn terug te koopen. De advocaat kon het niet over zijn hart ver- krijgen het vrouwtje moedwillig van de aarde te zien verdwijnen eh gaf haar het geld Kort daarop vertrok de grootvorstin" naar Londen, schreef van daaruit om wat meer geld en kreeg het. Nadat mr. Darian een jaar niets meer van haar gehoord had, begaf h(j zich naar Parijs, wist zijn vriendin op te spo ren en vroeg haar om hem haar teruggekoch- te juweelen te toonen. Dit deed zij, doch het bleek dat het niets dan valsche waren. De advocaat diende een klacht tegen haar in wegens oplichting en de zaak zal dezer dagen voorkomen. EIGEN A ARDIGE ROOFOVERVAL. Een eigenaardige roofoverval werd Zater- dagmorgen bij het filiaal der Dresdener Bank in de Frankfurter Allee te Berlrjn beproefd. Kort na negen uur verscheen aan het kas- sdersloket een man van middelbaren leeftjjd, gekleed als arbeider, en eischte onmiddellijk 8000 Mark, onder bedreiging dat hij anders het lokaal met handgranaten zou bewerken. De kassier verklaarde den man, dat hfl de brandkast eerst moest openmaken en moest nazien, of hij zooveel geld beschikbaar had. Oogenschijnlijk begaf hij zich naar de brand kast, doch liep er om heen en dan naar bui ten en zocht een politie-beambte. Toen h(j met dezen terugkeerde, waren er reeds an dere personen, nu werkelijke elienten gekomen. Dit heeft den bedrgver van den aanslag, naar het schijnt, op de vlucht doen slaan. Of hij werkelijk handgranaten bij zioh gehad heeft, is natuurlijk niet vastgesteld. 3500.000.000 KAARS. De London Electric Firms Works te Croy don, bij Londen, heeft een installatie voltooid, waarop zij met recht trots mag zijn. Het is een zoeklicht, waarvoor de eer wordt opge- eischt, dat het het sterkste licht van dien aard ter wereld is en een sterkte van 3500.000.000 kaars kan ontwikkelen. Een zeer ingewikkeld instrumentarium was noodzake- lijk om met deze reusachtige lichtbron gemak- kelijk te kunnen werken. Dit kan zoowel ge schieden met de hand als met electrische sohakelingen. De groote afmetingen en de zwaarte van het toestel, zoowel als zrjn tame- l(jk ingewikkelde samenstelling, hebben de constructeurs voor groote moeilijkheden ge steld, wat betreft den eisch, het gemakkeljjk vlug en vlot te kunnen manipuleeren. In de vervulling van dien eisch zijn zij won- derwel geslaagd. UIT HET BAGNO ONTVLUCHT. Een veroordeelde, die uit het bagno van FranschGuyana was ontvlucht en die zeven jaar lang ongehinderd in Normandie heeft ge- leefd, is onder eigenaardige omstandigheden wederom gearresteerd. Henrie Clement Heleine was in 1914 tot 7 jaar dwangarbeid veroordeeld, hetgeen betee- kende dat hij nu het uitzitten van dezen tijd nog 7 jaar in een strafkolonie moest doorbren- gen. In 1921 wist hij zijn vrijheid terug te krijgen, te zamen met eenige andere ballingen. Eenigen tijd werkte hij op suikerplantages, later als scheepsstoker. Als zoodanig kwam hij naar Havre, deserteerde naar en ging naar Cherbourg, waar ieder zijn vergrijpen Week vergeten te zijn en hij als havenarbeider werk vond'. Op een dag ontmoette hij een collega, die vroeger coipier in het bagno was geweest. Daar deze man meende, dat Heleine in alien vorm was ontslagen, liet hij hem ongemoeid. Maar een paar dagen geleden geraakte hij verwikkeld in een cafe-relletje, waarbij hij slaag opliep. Vertrou/wend op zijn „immuni- teit", diende hij een klacht in tegen zijn te- genstander, doch dit werd hem fataal. Hij kon de noodige identiteitspapieren niet toonen, en werd ten slotte herkend en opgesloten. De strafkolonie wacht hem thans opnieuw. (Vervolg uit het Tweede Blad.) 13. Verhuren school lokaal te SluiskiL De VOORZITTER deelt mede, dat na de vorige vergadering bij burgemeester en wet- houders naar aanleiding der afwijzende be- schikking van den gemeenteraad een schrjj- ven is ingekomen van den le luitenant van den Vrijwilligen Landstorm, den heer Koole, waarin deze op dat verzoek terugkomt en op de motieven die den raad blijkbaar hebben ge- leid tot afwijzing van het verzoek. Die motieven waren drieerlei; er waren leden die er tegen waren een lokaal der open- bare school te verhuren in verband met het gebruik van het lokaal zelf, anderen waren er tegen op grond dat er andere lokaliteiten be schikbaar zijn en ten laatste waren er ook leden tegen, omdat door den raad besloten is het aan geen enkele vereeniging meer te ver huren. Wat dit laatste betreft moet spreker op merken, dat het instituut der voor-oefeningen niet op 66n lijn kan gesteld worden met een gewone vereeniging; zij worden gegeven van wege den Staat, in het belang der militie- plichtigen. Zij mogen voorts ook niet ge geven worden in een lokaal dat rechtstreeksch in verbinding staat met een vergunnings- of een verlofslokaliteit, zoodat men in de keuze van lokalen is beperkt en tevergeefs is be proefd in de behoefte te voorzien door een ander lokaal ter beschikking te krijgen. In het gebouw der Herv. kerk kan het niet, omdat daarin vaste getimmerde banken zijn; het bestuur van het Zondagsschool lokaal had geen bezwaar het af te staan voor het geven van theoretisohe lessen, maar maakte bezwaar tegen de practische excercities. Ook is nader gebleken, dat het Patronaats- gebouw niet is opgezegd omdat daar van geen behoorlijk gebruik gemaakt werd, maar den heer Koole is door den Pater-Directeur ver- zocht naar een ander lokaal om te zien, om dat men het zelf noodig had. Een desbetref- fende verklaring is mede ingezonden. Uit overweging van een en ander meenen burgemeester en wethouders in het belang van de militieplichtigen te Sluiskil alsnog te moeten voorstellen een lokaal der openbare school D voor die voor-oefeningen te verhu ren, en het volgende besluit te nemen: De gemeenteraad van Ter Neuzen, gehoord de nadere mededeelingen van bur-

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1928 | | pagina 2