PUROL
GEMENGDE BERICHTEH.
Bestrijding van de werkloosheid in
Zeeuwsch Vlaanderen.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
GEMEENTERAAD VAN
TER NEUZEN.
Z. Eerw. heer Doens, pastoor te Sas van Gent,
zette in eene rede de beteekenis van den tuin-
bouw uiteen en hoe deze een krachtige factor
kan worden voor beteugeling van de steeds
wederkeerende werkloosheid in dit gewest.
De kijk die de Edelachtb. heer J. Huizinga,
burgemeester van Ter Neuzen daarop
heeft.
Hi) schrijft daarover in het ,,Tijdschrift van
den Nederiandschen Werkloosheids-raad" het
volgende
De bevoLking van Zeeuwsch-Vlaanderen be-
hoeft thans niet te klagen over te weinig be-
langsteiling in haar lot. Br is een tijd geweest,
dat het scheen, alsof men dit deel van ons
land heel weinig kende, de nooden der bevol-
lf.ing hier niet begreep Thans staat dit deel in
het centrum der belangstelldng, zoowel in de
kringen der Regeering als in die der Neder-
landsche pers.
Jammer genoeg, dat vele bladen zich zoo
eenzijdig laten voorlichten. Hierdoor ontstaan
moeilijkheden, die nadeelig kunnen werken.
Overdrijving en verkeerde voorstellingen bren-
gen veelal schade, zooal geen nadeelige ge-
volgen.
Dit geeft mij aanleiding nogmaals de aan-
dacht te vragen, opdat men toch vooral in
Nederland kan weten, wie hier moet helpen,
en op welke wijze dit dient te geschieden.
Als velen zich geroepen voelen zich met
Zeeuwsch-Vlaanderen te bemoeien, is het ge-
vaar niet denkbeeldig, dat er allerlei tegen-
strrjdige beschouwingen worden geleverd,
welke het verleenen vain hulp in gevaar bren
gen, of wel verkeerde hulp wordt verleend.
Ook wordt weder een zgdelingsch verwijt
aan de Regeering gericht, dat deze niet, of
niet voldoende helpt. Dit verwijt is niet ver-
diend.
De Regeering heeft thans een open oog
voor de streekbelangen van dit gewest. Zeker,
er is e6ne zaak, die in het bijzonder Ter Neu
zen aangaat, waarvoor de Regeering tot heden
niets heeft gedaan. Voor het overige valt niet
bepaald te klagen. Het spreekt echter van-
zelve, dat de hulp, die geboden wordt, door
een ieder beoordeeld wordt naar het belang
dat men er bij heeft.
Wel komt hierin eenige kentering. Men be-
gint in Zeeuwsch-Vlaanderen te begrijpen, dat
men niet terstond moet roepen: ,,de Regee
ring moet het doen", doch dat men zelve ook
moet aanpakken, waar dit mogelijk is.
Zeker, de noodstand die hier heerscht be-
staat, even als vroeger, nog wel voor een
groot deel, doch er wordt gewerkt, om deze,
waar mogelijk, weg te werken. Men bedenke
echter, dat verschillende zaken die met de
noodstand hier verband houden, zich in den
loop der laatste 10 jaren hebben gewijzigd.
Dat blijkt al dadelijk, als wij ons bij Ter
Neuzen bepalen.
Ter Neuzen is de derde havenplaats van
Nederland; ieder hoopt hier in onze stad, dat
het deze plaats mag houden, d.w.z. blijvend
innemen.
Het is Belgie, dat dit thans tracht tegen te
houden, en oorzaak is, dat het zeevaartbedrijf
in Ter Neuzen belemmerd wordt door de bij-
zondere spoorweg-vrachttarieven, welke bij de
Relgische spoorwegen voor het goederenver-
voer bestaan en deze niet toepasselijk wil
verklaren voor de haven van Ter Neuzen.
Deze kwestie is in Regeeringskringen vol
doende bekend, dooh het is eene intemationale
kwestie waarvan de oplossing is tegengehou-
deo door de verwerping van het Belgisch
Verdrag.
Dit is evenwel niet de eenige oorzaak waar-
onder Ter Neuzen lijdt. Aan het begin van
mijn artikel schreef ik, dat er e6n zaak is,
waaraan de Regeering jammer genoeg
tot heden niets gedaan heeft.
De bloei van de haven van Ter Neuzen
wordt thans voornamelijk tegengehouden door
het verschil in loodsgeld, dat betaald moet
worden te Ter Neuzen, welk bedrag zeven
maal hooger is dan voor de havens van Bel
gie.
Het heeft tot heden niet ontbroken aan het
houden van vertogen bij de heeren Ministers.
Het Bureau van de Kamer van Koophandel
heeft op allerlei wijze getracht, de onredelijk-
heid van deze zaak aan te toonen.
Toch staat het met de oplossing van deze
kwestie niet geheei hopeloos, er is alle kans,
dat een weg zal worden gevonden hier eenige
nulp te verleenen.
Tot goed verstand moet ik evenwel opmer-
ken, dat de werkloosheid die heden voor de
havenarbeiders bestaat, zijn hoofdoorzaak niet
geheei meer vindt in wat wij gewoon zijn te
noemen de bijzondere spoorwegvrachttarieven
en het verschil in loodsgelden.
Wij naderen hier in 1928 heel dicht bij het
aantal schepen dat gelost en geladen wordt,
van dat hetwelk men v66r den oorlog heeft
verwerkt. Het groote aantal werkloozen in
de haven die van gemeentewege gesteund
wordt is een gevolg van de mechaniseering
en rationaliseering van het bedrijf.
Ik ben van oordeel, dat het gemeentebestuur
van Ter Neuzen hierin aanleiding moet vin
den, de werkloozenvoorziening op een andere
wijze te regelen, dan thans geschiedt. Doch
dat is zuiver een kwestie van inzicht, wijl naar
mijn oordeel het werkloozenvraagstuk voor de
haven geworden is het vraagstuk.
De oplossing echter van de werkloosheid is
te vinden in de vermeerdering van het aantal
te verwachten schepen. Gaarne wil ik hier
een woord van waardeering neerschijven ten
aanzien van de cargadoors in Ter Neuzen,
welke geen moeite ontzien hun werkgebied
uit te breiden, waardoor het enkelen hunner
geluikt is, him bedrijf tot grooter bloei te bren-
gen, dan in de dagen van voor den oorlog.
Deze rjveraars in het bedrijf worden echter
gehandicapt door te weinig ruimte van op-
slagplaats en te geringe aanlegplaats voor de
zeeschepen.
De havenkaden zijn te klein; de opslagruim-
te is verre van voldoende.
Gelukkig wordt er door Waterstaat hier en
in Den Haag met spoed gewerkt aan de uit-
breidingsplannen,
Als secondaire hulp zal er er een nieuwe
kaaiwal van ruim 200 Meter worden gemaakt,
waardoor meer opslagplaats wordt verkregen.
De finale oplossing van het tekort aan ruim
te, kan alleen verkregen worden door het
maken van een of meer nieuwe havens. De
plannen hiervoor zijn nagenoeg gereed en het
zal niet zoo lang meer duren, of zij worden
ter beoordeeling gezonden aan de colleges, die
hiervoor in aanmerking komen.
Men kan derhalve Waterstaat niet verwijten,
dat er niets voor Ter Neuzen wordt gedaan.
Een weinig meer waardeering zou beter op
haar plaats zijn.
Wel komt in engeren kring de angstige
vraag op: „hoe zal het gaan met de beoor
deeling dezer plannen wanneer deze wereld-
kundig worden?" Het verleden heeft hier ge-
leerd, voorzichtig te zijn met het doen van
voorspellingen.
Laten wtj hopen, dat 't goed zal gaan.
Vast staat, dat men bjj Waterstaat iets
goeds wil geven aan Ter Neuzen. Worden de
plannen met eenige bekwame spoed uitge-
voerd, dan wacht onze stad een goede toe-
kornst en zal de buitengewone werkloosheid
tot het verleden behooren.
Een weinig anders staat het buiten Ter
Neuzen in Zeeuwsch-Vlaanderen.
Het laat zich aanzien, dat de werkloosheid
in de maanden Januari, Februari en Maart
van 1929 grooter zal zijn dan over diezelfde
maanden in 1928.
De bedrijven waarvan de welvaart moet be-
komen, zijn: het Hoogovenbedrijf, de Suiker-
fabrieken, de Vlasbewerking en de Landbouw.
Het Hoogoven- of Cokesbedrijf kunnen wij
laten rusten, evenals nog enkele andere soort-
gelijke bedrijven in Sas van Gent.
Deze bedrijven gaan regelmatig door, en bij
het aannemen vein arbeidskrachten, neemt
men, voor wat de Cokesfabriek betreft, man-
nen uit Zeeuwsch-Vlaanderen.
De Suikerfabrieken werken in den regel een
periode van ongeveer 13 weken, terwijl de
noodige werkkrachten gevonden worden uit
arbeiders van Z.-Vl. Dit najaar zal de duur
van het bietenwerken kort zijn; wat de nood
der werkloosheid doet toenemen, niet enkel
voor diegene welke werkloos worden, maar
voor al de landarbeiders in Zeeuwsch-Vlaan
deren.
Het beteekent voor al de arbeiders een in-
komstenvermindering van 60.en dat in
een tijd van het jaar, dat de uitgaven zooveel
hooger zijn.
Hoe het dezen winter zal gaan met de vlas-
fabricage is moeilijk te zeggen. In Koewacht
en St. Jansteen zal men wel beproeven wat te
laten verwerken, doch allicht niet genoeg om
al de werkloozen in die gemeenten te werk
te kunnen stellen. De Permanente Vlas-
Commissie heeft met de vlasfabrikanten over-
legd, doch men is niet genoeg overtuigd van
de noodzakelijkheid, het bedrijf op meer mo-
demen voet in te richten, d.w.z. met de nieuw-
ste werktuigen in het bedrijf te werken. Blijft
dit zoo voortgaan, dan komen wij niet vooruit.
De Commissie voor Werkverruiming in
Zeeuwsch-Vlaanderen heeft in de maand April
van dit jaar aan een 10-tal gemeentebesturen
een adres gezonden, er op wijzende, dat voors-
hands door vlasbewerking het mogelijk is, de
werkloosheid te bestrijden.
Deze adressen waren tijdig verzonden, om-
dat men bij den vlasoogst er op kon rejtenen.
Een deskundige beweerde, dat door den oogst
met buitengewoon mood vlas, er geen enkele
cent aan verspeeld kon worden. Alles stond
goed. Zoo oordeelde ook onze Commissie er
over.
Helaas, sleohts een tweetal gemeenten zul-
len beproeven hier iets te doen.
Is dit niet teekenend?
Komt men eigenlijk niet tot de conclusie,
dat nog te weinig gemeentebesturen begrjjpen
wat er gedaan moet worden tot leniging van
de nood in de gezinnen van de werkloozen
Van alle zijden vraagt en roept men; „wjjs
ons een middel aan voor werkverruiming",
doch zoodra men een passend middel heeft
aangewezen, wordt het ongebruikt gelaten.
Wij lijden hier in Zeeuwsch-Vlaanderen aan
de kwaal, dat wij zooveel „stuurlieden aan
wal" hebben, die buiten den kring der arbei
ders staande, te weinig verantwoordeljjkheids-
gevoel hebben en niet beseffen, dat afbreken,
niet zoo moeilijk is als opbouwen. Wij zullen
gezien deze verschijnselen nog wel
eenige jaren in de moeilijkheid blijven zitten
met de Vlasindustrie, ondanks de moeite die
de „P.V.C." zich getroost hier iets te bereiken.
Blijf t ons over de Landbouw.
Bij vemieuwing doet zich hier de vraag
voor, wat is toch wel de oorzaak van deze
werkloosheid
Is dat een verschijnsel pas ontstaan in de
laatste jaren, of heeft men hier vroeger ook
werkloosheid gekend?
Eigenlijk beide. En vroeger 6n nu.
Vroeger was hier ook werkloosheid onder
de landarbeiders, doch toen vond men in de
slappe maanden elders werk, in binnen- en
buitenland.
Dat is nu niet het geval, wijl men overal
werkloosheid heeft, vooral in ons eigen land.
Wij hebben dus den altoos bestaan hebben-
den toestand, aangevuld met een grooter aan
tal werkloozen; een vermeerdering van werk
loosheid, waarvan de oorzaak tweeerlei is.
De eerste oorzaak is de mechaniseering van
het bedrijf, de tweede oorzaak is een gevolg
van de hoogere loonen. Deze hoogere loonen
vergeleken bij voor den oorlog, zijn oorzaak
dat de landbouwers hunne arbeiders spoediger
heenzenden.
Men kan dat pijnlijk vinden en er over spre-
ken als van liefdeloosheid, niemand is in staat
hierin verandering te brengen.
Het loon van de landarbeiders is bij voor den
oorlog, meer dan het dubbele geworden, en de
landbouwers zijn van oordeel, dat him bedrijf
niet toelaat hun daglooners langer in het werk
te houden, dan strikt noodig is.
De commissie LangenhorstKortenhorst
Hoeben wil beproeven de landbouwers van de
R. K. organisaties tot een beter inzicht te
brengen en hen te bewegen, de arbeiders niet
zoo schielijk te ontslaan.
Voorts beoordeel ik deze houding van de
landbouwers niet, wijl het de taak der onder-
scheiden organisaties is, hieraan hare aan-
dacht te wijden.
Ik erken, dat daarmede de werkloosheid niet
is opgeheven, zelfs niet verminderd, alleen de
tijd kan hierin verbetering brengen.
Daarbrj komt, dat door de mechaniseering
en rationaliseering een overcompleet van ar
beiders is ontstaat. Welnu de zorg der com
missie voor werkverruiming is naar middelen
te zoeken, om door werk, de gevolgen der
werkloosheid te bestrijden.
Het aantal echter, dat het vraagstuk z66
ziet, is zeer gering, vandaar de groote moei
lijkheid, belangrijke verbeteringen te bereiken.
De weinigen die dit zien, wijzen op eene
verandering van cultuur. Door meer „tuin-
bouw" toe te passen komt men er wel. En zij
laten het niet enkel bij besprekingen maar
doen moeite hier iets te bereiken. Dat is dus
in orde.
Doch nu de anderen?
Zij die niet in dat bedrijf kunnen komen,
wat moeten deze?
Bovendien spreekt het wel van zelf, dat een
overgangstoestand, overgangsmaatregelen
vorderen om hier te helpen.
Welnu dit is de taak van onze comm. van
werkverruiming, en deze commissie is steeds
bezig de aandacht te vestigen op allerlei
werk. En het resultaat?
Een paar gevallen.
De commissie wijst in eene gemeente er op,
dat bij landbouwer P. een werk is, waaraan
zeker 'n 20-tal werklieden gedurende ongeveer
drie maanden werk hebben. Natuurlijk als
dit werk wordt uitgevoerd, heeft P. daar
voordeel van.
Begint men daar nu aan?
Welneen, in den kring van het gemeente
bestuur wordt de opmerking gemaakt, aange-
zien landbouwer P. er wat voordeel bij heeft,
doen we het werk niet. Maar wat doet men
nu voor de werkloozen?
De commissie heeft in een andere ge
meente, werk aangewezen bjj landbouwer V.
Zelve gaat V. dit werk niet uitvoeren, want
hjj heeft er geen direct belang bjj.
Uit de gemeente ontvangt de commissie
bericht. dat wijl het mogelijk is, dat ge-
noernde V. er voordeel van zal hebben, men
er maar niet aan wil beginnen.
Ik stel andermaal de vraag: en de werkloo
zen dan?
Natuurlijk laat de commissie deze zaak en
deze gemeentebesturen niet los, wijl in die
gemeenten het vorige jaar ruim 100 werkloo
zen zijn geweest.
Doch men vraagt zich wel een weinig af,
waar is hier het plichtsbesef, om te helpen
in de bittere nood bij vele arbeiders.
Er is hier vaak weinig inzicht in het sociale
vraagstuk, en men tuurt zich dientengevolge
blind op het feit, dat er voor den een of ande
re ook iets goeds in is, en indien dit het geval
is gunt men het hem niet. Dan maar liever de
werkloozen werkloos laten.
Het ontbreekt velen aan behoorlijke objec-
tiviteit; men kan zich zoo moeilijk losmaken
van het persoonlijke. Men kan zich zoo moei
lijk stellen op het standpunt dat 't algemeen
moet voorgaan, boven het persoonlijke.
Daamaast is er een gemis aan inzicht om-
trent de werkloosheidszorg; dat deze verband
houdt met de welvaartspolitiek gelooft men
niet.
Wel is men van gevoelen, dat de zorg voor
de werkloozen zoo weinig mogelijk moeite
moet kosten; verzekering, steunuitkeering,
liefst naar armenzorg, het kost dan wel geld
maar geeft de minste moeite.
Bovendien, wij zien hier telkens moeilijk
heden in het leven roepen, die een twist doen
ontbranden, zooals we thans weer in dit deel
van Nederland kunnen opmerken.
E6n enkele „zin", in een ambtelijk rapport,
ontketent een strijd, die de menschen alle
objectiviteit doet verliezen, met de groote
kans, dat de hulp voor de zooveelste maal
weer voorbij gaat en 'n 150-tal werkloozen
in dezen winter, niet worden geholpen.
In een der grootste dagbladen van ons land,
kon men dezer dagen in een artikel lezen:
Zeeuwsch-Vlaanderen is op het oogenblik in
alles ten achter."
Doch ik vraag; aan wie de schuld.
Deze ligt naar mijn oordeel toch wel voor
80 aan de bevolking zelve.
Het ontbreekt in zeer vele opzichten aan
vaste leading, die onbevooroordeeld en geheei
belangeloos het goede voor Zeeuwsch-Vlaan
deren weet te bereiken.
We vermoeden, dat het ,,Tijdschrift" waarin
dit artikel is opgenomen een blad is met eenig
gezag, vooral in kringen die mede over het
wel en wee van ons gewest hebben te beschik-
ken. Het kwam ons daarom wel van belang
voor, meer algemeene bekendheid te geven
aan hetgeen daarin over ons gewest geschre-
ven wordt.
Of een dergelijke publicatie bevorderlijk is
aan de belangen van onze stad en gewest, valt
te betwijfelen. En het is daarom o.i. jammer,
dat zij is verschenen en sommige belangen in
gevaar brengt, waarvoor de schrijver zich toch
ook reeds een lOtal jaren heeft op de bres ge-
steld. Door den persoon van den schrijver,
moet op die plaats ook het artikel eenig „ge-
zag" krijgen en het is al thans op enkele
zeer belangrijke punten geheei in strijd met
de feiten. Nader komen we er op terug.
GEMEENTELIJKE- EN DISTRICTS-
ARBEIDSBEURS TE TER NEUZEN.
Op 1 December stonden als werkzoekenden
(hetgeen niet altijd beteekent dat zij werk
loos zijn) bij de arbeidsbeurs ingeschreven
Op 1 Nov.
Transport en losse arbeiders 132
Timmerlieden 4
Opperlieden
Schilders
Centrale-machinist
Magazij nknecht-timmerman
Metselaars
Zeelieden
Chauffeurs
Voermansknechts
7
1
1
1
4
86
3
1
2
1
1
2
3
1
1
Fabrieksarbeiders
4
1
Landarbeiders
3
Dienstbode
1
1
158
103
Bij de Correspondentschappen
Axel
15
2
Boschkapelle
6
Breskens
1
Graauw
1
Hulst,
53
6
St. Jansteen
4
Westdorpe
5
85
8
HET JASJE VAN DEN MARCONIST.
Op het Stille Strand te Scheveningen is een
grijs jasje aangespoeld. In een der zakken be-
vond zich een portefeuille, waarin een certifi-
caat ten name van Leonardi Luigi als radio-
telegrafist, geboren 19 Juni 1901 te Rimini
(Italie). Men vermoedt, dat dit het jasje is
van den omgekomen marconist van het bij
Zandvoort gestrande en gezonken Italiaansche
stoomschip Salento.
Even later werd op hetzelfde strand een
reddingsboei gevonden, gemerkt: Ostende
Simone. Aan den eenen kant stond verder 072,
aan den anderen 001722.
EEN AUTOMOBIEL GEeLECTRIFICEERD
De ajito-verhuurder J. Lenters te Ruiner-
wold had een zeer bang oogenblik, meldt het
„N. v. h. N.".
Zondagnaoht om 1 uur had hij met zijn auto
de vroedvrouw naar een kraamvrouw te Oost-
einde gebracht. Op den terugweg ontdekte
hij, dat ineens zijn wagen geelectrificeerd was.
was. Wat was er gebeurd? Een door den
storm afgeknapte draad van de bovengrond-
sche geleiding van het electrisch net was om
de toet van een der raderen gewonden, waar
door dus de heele auto onder electriciteit kwaim
te staan. Waar ook de heer L. zijn hand zette,
overal voelde hij electrische schokken. Ook
onder zijn voet, die natuurlijk op een der ijze-
ren pendalen rustte, kreeg hij een zeer raar
gevoel. Doordat het ijzer van de auto niet met
den grond in aanraking kon komen (door de
isoleerende autobanden), had er natuurlijk
geen snelle afvloeiing plaats, waardoor het
gevaar zou verminderen.
De heer Lenters durfde den wagen niet ver-
laten, want oogenblikkelijk zou de electrische
stroom zijn weg door L.'s lichaam zijn gegaan.
Gelukkig was het stuurrad met gummi om-
wonden, zoodat zijn- hand'en niet geelectrifi
ceerd werden. De heer Lenters heeft door een
plotselingen greep zijn altijd nog loopende auto
op de tweede versnelling kunnen krijgen. Met
een geweldigen ruk werd het gevaarlijke stuk
draad van het electrisch net afgetrokken. De
heer Lenters reed toen met een eind draad van
60 meter en een paal nog een heel eind verder.
Toen hij geen electriciteit meer ontdekte, is hij
uitgestegen. Zeer ontdaan kwam hij thuis.
DOOR DEN ELECTRISCHEN STROOM
GEDOOD.
De heer Parent van de Bataafsche in het
1 gebouw van het immigrantenkantoor „Borneo"
j te Soerabaja is door den electrischen stroom
gedood.
Het gebouw, lezen wij thans in het Soer. Hbl.
i was door de B. P. M. aangekocht teneinde te
worden ingericht als koelieverblijfvroeger
was hier gevestigd eene acyteleentoestellen-
fabriek, sedert dien veranderde het eenige
keeren van bestemming.
I De heer A. F. Parent was in het gebouw,
in gezelschap van twee andere geemployeerden
j van de B. P. M., de heeren Wamelink en
Schultz, teneinde de inriohting van het ge
bouw te onderzoeken. In een der vertrekken
was vroeger een soort transformatoren-inrich-
ting ondergeibracht. Men verkeerde blijkbaar
in de veronderstelling dat alle hoogspannings-
draden waren weggehaald en dat, wat er nog
aan d'raden was overgebleven, geen gevaar
kon opleveren. Volgens het politioneele on-
derzoek moet de deur, welke dit vertrek af-
j sloot, vroeger op slot zijn geweest, doch ge-
forceerd. Tijdens het onderzoek, dat de drie
heeren instelden, begaf men zich in het smalle
en nauwe vertrek. Men besprak nog het een
en ander, toen de twee andere heeren zagen,
hoe hun collega Parent met de hand een zich
in het vertrek aangebrachten draad aanvatte.
Tegelijkertijd zagen zij tot hun geweldige ont-
steltenis, hoe de heer Parent scheen te ver-
stijven. Zij hoorden hoe hij als het ware hevig
snikte of zuchtte en toen zagen zij hem ineen-
zakken; de draad liet hij echter nog niet los.
De heer Schultz wilde, door een impuls ge-
dreven, hem helpen, doch gelukkigerwijs waar-
schuwde de heer Wamelink, die het hoofd koel
hield, hem, den heer Parent niet aan te vat-
ten, daar de draad vermoedelijk onder hoog-
spanning stond. Dit bleek inderdaad het geval
te zijn. De draad was geladen met niet min
der dan 6900 volts, zoodat de heer Parent
zeker op hetzelfde oogenblik, dat hij in contact
kwam met den draad, dood moet zijn gjfj
weest. Ook het geneeskundig onderzoek
schijnt tot eenzelfde conclusie te hebben ge-
leid. De overledene laat een jonge vrouw
achter.
Dat de stroomspanning wel hoog moet zijn
geweest, werd ten duidelijkste aangetoond bij
het politioneel onderzoek. Het Ieder d'er schoe-
nen van het slachtoffer was nabij de spijker-
tjes in de zool geheei verbrand, terw(jl ook het
voonhoofd van het slachtoffer sporen toonde,
den invloed te hebben ondergaan van het con
tact met hoog voltage.
AVONTUURLIJKE JACHT.
Te New-York heeft men, na een avontuur-
lijke jacht, een einde gemaakt aan de carrjbre
vqn den 21jarigen bandiet Robert Preston,
mpldt „de Tel."
Deze Preston kwam een maand geleden in
die stad aan met niets dan een speelgoed-
pistooltje op zak. Met behulp daarvan, of
liever door het dingske dreigend aan de daar-
voor in aanmerking komende personen voor
te houden, wist hij een maand lang gratis te
wonen en gevoed te worden, en tal van koste-
looze autoritten te maken. Hij hield zijn kost-
baas zoowel als de diverse taxichauffeurs zon-
der veel moeite in bedwang.
Een week geleden haalde hij een stout
stukje uit op Broadway en vluchtte vervol-
gens een dancing binnen. Daar ontmoette hij
een mooi Poolsch meisje, bij wie hij alras zoo-
zeer in de gumst was, dat zij beloofde den vol-
genden dag zijn vrouw te worden. Het paar
trouwde inderdaad en bracht de eerste dagen
door met het bezichtigen van New-York,
waama het naar Atlantic City zou gaan. In
de autobus op weg naar het station, kregen
de jongelieden echter ruzie, en Preston sprong
in zijn boosheid uit den wagen. Onmiddelljjk
evenwel berouwde dit hem en hij praaide een
taxi, welks chauffeur hij wederom onder be-
dreiging dwong, de autobus achtema te rijden.
Toen de taxi een verkeersagent passeerde,
zette de chauffeur het echter op een gillen,
ten einde de aandacht op zijn netelige positie
te vestigen. In een ommezien was politie op
de been, die de taxi een regen van kogels na-
zond. De chauffeur, durfde nu evenwel, uit
vrees geraakt te worden, heelemaal niet meer
stoppen, en pas toen hij bemenkte, dat zijn
passagier door een der schoten onschadelijk
was gemaakt, hield hij stil. De jeugdige ban-
diet bleek bij fouilleering niets dan het kin-
derpistooltje bij zioh te hebben.
JOHN BUNYAN.
Het is 300 jaar geleden, dat John Bunyan,
als zoon van een ketellapper te Elstow in
Bedfordshire, werd geboren, In zijn jeugd het
vaderlijk bedrijf volgend, werd hij later sol-
daat, en muntte uit door verregaande losban-
digheid. Hij verbraste zijn geld en verslin-
gerde zijn leven op alle mogelijke manieren,
tot hij in kennis kwam met een godvreezend
meisje, dat hem geheei wist te veranderen en
met wie hij later huwde. Z'n hartstochtelijke
temperament verlangde echter uitdrukking, en
de 66ns zoo gewetenlooze spotter werd nu een
godsdienstigen dweper. In 1653 lid van de
gemeente der Baptisten geworden, trok hij
overal rond als reizend prediker, totdat hij
in 1659 in de gevangenis werd geworpen. Hem
werden echter vele vrijheden, gelaten, zoodat
hij dikwijls ongehinderd in Engeland's hoofd-
stad kon prediken. Daar in de gevangenis
is het geweest, dat hij zijn „The Pilgrim's
progress from this world to that which is to
come", schreef, waaraan hij zes jaar van zijn
twaalfjarige gevangenschap wijdde. Het be-
kende boek, dat in 80 talen is overgezet, en
bij talloozen een plaats naast den bijbel heeft
gekregen, geeft een allegorische voorstelling
van de beproevingen en wederwaardigheden
waarmee de Christen op zijn levensweg te
worsteler* heeft. Gedurende zijn gevangen
schap is Bunyan voor een tweeden maal ge-
trouwd, wel een bewijs dat de kerkerstraf nog-
al meeviel. Deze tweede vrouw, een nobele en
goed ontwikkelde echtgenoote, heeft er groo-
tendeels toe meegewerkt dat haar man, na 12
jaar officieel in vrijheid werd gesteld.
Behalve „Eens Christens reize naar de
Euwigheid", zooals de Nederlandsche vertaling
van Bunyan's levenswerk luidt, heeft hij nog
andere geschriften het licht doen zien, die
echter van weinig belang, en onder het stof
der eeuwen zijn vergeten.
De Engelsche godsdienstige schrijver over-
leed te Londen, den 31 Augustus 1688 op 60-
jarigen leeftijd, maar nog heden ten dage
wordt zijn Pilgrim progress" gelezen en over
het geheele wereldland in eere gehouden.
NOG EEN DOCHTER VAN DEN TSAAR!
Blijkbaar diep onder den indruk van den
roman van Mme Tschaikowsky, die immers
verzekert dat zij grootvorstin Anastasia, de
jongste dochter van den vermoorden Tsaar
Nicolaas is en daarvoor merkwaardige bewij-
zen kan aanvoeren, is te Parijs een vrouw
,,opgestaan", die zegt grootvorstin Olga te
wezen, de oudste dochter van den Keizer aller
Russen. Voorloopig zal zij echter haar rech-
ten nog slechts voor de Parijsche rechtbank te
verdedigen hebben.
In Juni 1925 ontmoette mr. Georges Darian,
een Fransch advocaat bij de balie te Cairo, een
mooi jong vrouwtje, dat zich uitgaf voor de
Poolsche gravin Alexandra Wyszoska. Toen
de advocaatlaten wij zeggen: haar wat
beter kende, vertrouwde zij hem toe dat ze
Dooa 30-60 ca 90 ct. Tube 80 ct. Bij Apoth. ca Drogistca
geen Poolsche gravin was, maar grootvorstin
Olga, door trouwe dienaren uit het bloedbad
van Jekaterienenburg gered. Zij verklaarde
geen centiem meer te bezitten; van haar on-
metelijk fortuin restte haar niets meer, en er
bleef haar niets anders over dan zich van het
leven te berooven, tenzij er iemand was, die
haar een goede honderdduizend francs wilde
leenen om haar in Londen beleende juweelbn
terug te koopen.
De advocaat kon het niet over zijn hart ver-
krijgen het vrouwtje moedwillig van de aarde
te zien verdwijnen eh gaf haar het geld
Kort daarop vertrok de grootvorstin" naar
Londen, schreef van daaruit om wat meer
geld en kreeg het. Nadat mr. Darian een jaar
niets meer van haar gehoord had, begaf h(j
zich naar Parijs, wist zijn vriendin op te spo
ren en vroeg haar om hem haar teruggekoch-
te juweelen te toonen. Dit deed zij, doch het
bleek dat het niets dan valsche waren.
De advocaat diende een klacht tegen haar
in wegens oplichting en de zaak zal dezer
dagen voorkomen.
EIGEN A ARDIGE ROOFOVERVAL.
Een eigenaardige roofoverval werd Zater-
dagmorgen bij het filiaal der Dresdener Bank
in de Frankfurter Allee te Berlrjn beproefd.
Kort na negen uur verscheen aan het kas-
sdersloket een man van middelbaren leeftjjd,
gekleed als arbeider, en eischte onmiddellijk
8000 Mark, onder bedreiging dat hij anders
het lokaal met handgranaten zou bewerken.
De kassier verklaarde den man, dat hfl de
brandkast eerst moest openmaken en moest
nazien, of hij zooveel geld beschikbaar had.
Oogenschijnlijk begaf hij zich naar de brand
kast, doch liep er om heen en dan naar bui
ten en zocht een politie-beambte. Toen h(j
met dezen terugkeerde, waren er reeds an
dere personen, nu werkelijke elienten gekomen.
Dit heeft den bedrgver van den aanslag, naar
het schijnt, op de vlucht doen slaan. Of hij
werkelijk handgranaten bij zioh gehad heeft,
is natuurlijk niet vastgesteld.
3500.000.000 KAARS.
De London Electric Firms Works te Croy
don, bij Londen, heeft een installatie voltooid,
waarop zij met recht trots mag zijn. Het is
een zoeklicht, waarvoor de eer wordt opge-
eischt, dat het het sterkste licht van dien
aard ter wereld is en een sterkte van
3500.000.000 kaars kan ontwikkelen. Een zeer
ingewikkeld instrumentarium was noodzake-
lijk om met deze reusachtige lichtbron gemak-
kelijk te kunnen werken. Dit kan zoowel ge
schieden met de hand als met electrische
sohakelingen. De groote afmetingen en de
zwaarte van het toestel, zoowel als zrjn tame-
l(jk ingewikkelde samenstelling, hebben de
constructeurs voor groote moeilijkheden ge
steld, wat betreft den eisch, het gemakkeljjk
vlug en vlot te kunnen manipuleeren.
In de vervulling van dien eisch zijn zij won-
derwel geslaagd.
UIT HET BAGNO ONTVLUCHT.
Een veroordeelde, die uit het bagno van
FranschGuyana was ontvlucht en die zeven
jaar lang ongehinderd in Normandie heeft ge-
leefd, is onder eigenaardige omstandigheden
wederom gearresteerd.
Henrie Clement Heleine was in 1914 tot 7
jaar dwangarbeid veroordeeld, hetgeen betee-
kende dat hij nu het uitzitten van dezen tijd
nog 7 jaar in een strafkolonie moest doorbren-
gen. In 1921 wist hij zijn vrijheid terug te
krijgen, te zamen met eenige andere ballingen.
Eenigen tijd werkte hij op suikerplantages,
later als scheepsstoker. Als zoodanig kwam
hij naar Havre, deserteerde naar en ging naar
Cherbourg, waar ieder zijn vergrijpen Week
vergeten te zijn en hij als havenarbeider werk
vond'. Op een dag ontmoette hij een collega, die
vroeger coipier in het bagno was geweest.
Daar deze man meende, dat Heleine in alien
vorm was ontslagen, liet hij hem ongemoeid.
Maar een paar dagen geleden geraakte hij
verwikkeld in een cafe-relletje, waarbij hij
slaag opliep. Vertrou/wend op zijn „immuni-
teit", diende hij een klacht in tegen zijn te-
genstander, doch dit werd hem fataal. Hij kon
de noodige identiteitspapieren niet toonen, en
werd ten slotte herkend en opgesloten. De
strafkolonie wacht hem thans opnieuw.
(Vervolg uit het Tweede Blad.)
13. Verhuren school lokaal te SluiskiL
De VOORZITTER deelt mede, dat na de
vorige vergadering bij burgemeester en wet-
houders naar aanleiding der afwijzende be-
schikking van den gemeenteraad een schrjj-
ven is ingekomen van den le luitenant van
den Vrijwilligen Landstorm, den heer Koole,
waarin deze op dat verzoek terugkomt en op
de motieven die den raad blijkbaar hebben ge-
leid tot afwijzing van het verzoek.
Die motieven waren drieerlei; er waren
leden die er tegen waren een lokaal der open-
bare school te verhuren in verband met het
gebruik van het lokaal zelf, anderen waren er
tegen op grond dat er andere lokaliteiten be
schikbaar zijn en ten laatste waren er ook
leden tegen, omdat door den raad besloten is
het aan geen enkele vereeniging meer te ver
huren.
Wat dit laatste betreft moet spreker op
merken, dat het instituut der voor-oefeningen
niet op 66n lijn kan gesteld worden met een
gewone vereeniging; zij worden gegeven van
wege den Staat, in het belang der militie-
plichtigen. Zij mogen voorts ook niet ge
geven worden in een lokaal dat rechtstreeksch
in verbinding staat met een vergunnings- of
een verlofslokaliteit, zoodat men in de keuze
van lokalen is beperkt en tevergeefs is be
proefd in de behoefte te voorzien door een
ander lokaal ter beschikking te krijgen.
In het gebouw der Herv. kerk kan het niet,
omdat daarin vaste getimmerde banken zijn;
het bestuur van het Zondagsschool lokaal had
geen bezwaar het af te staan voor het geven
van theoretisohe lessen, maar maakte bezwaar
tegen de practische excercities.
Ook is nader gebleken, dat het Patronaats-
gebouw niet is opgezegd omdat daar van geen
behoorlijk gebruik gemaakt werd, maar den
heer Koole is door den Pater-Directeur ver-
zocht naar een ander lokaal om te zien, om
dat men het zelf noodig had. Een desbetref-
fende verklaring is mede ingezonden.
Uit overweging van een en ander meenen
burgemeester en wethouders in het belang
van de militieplichtigen te Sluiskil alsnog te
moeten voorstellen een lokaal der openbare
school D voor die voor-oefeningen te verhu
ren, en het volgende besluit te nemen:
De gemeenteraad van Ter Neuzen,
gehoord de nadere mededeelingen van bur-