ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR 2EEUWSCH-VLAANDEREN. BONNEN No 8305, Vrijdag 30 November 1928. 68e Jaargang. Eerste Blad, Denkt er aan! BIN FYn YT STpT ABONNEMENTSPRIJ S: Natuurwetten in de pestelijke wereid. rSpringende Handen Kloosterbalsem FFTJIILXTO*, k:J m (ZWARE SHAG) HEBBEN PUBBELE WAARDE TOT 31 DECEMBER 1928 ,,Geen goud zoo goed" vmwn,-«g-mr mmummmmnww—*mmm em&L Binnen Ter Neuzen f 1,40 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen fr. per post f 1,80 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post 6,60 per jaar Voor Belgie en Amerika f 2,25, overiqe landen 2,60 per 3 maanden fr. per post Abonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling. Dit blad vcrscbijnt iederen Maandag>Wccnsdag- en Vrijdagavond. Zagen de ouden in de natuur meesten- tijds slechts verschijnselen zonder eenigen samenhang, en was net slechts aan enke- len hunner gegeven iets te bespeuren van samenhang, zoodat al hun voorstellingen uitermate tantastisch waren, lateren heb- ben in dit opzicht het evenwicht wel weer hersteld, door alleen op dien samenhang en de harde werking van natuurwetten alle opmerkzaamheid te vestigen en ge- richt te houden. Copernicus, Galilei en Kepler vooral zijn het geweest, die de wetten vormden, die den gang der he- mellichamen beheerschen. Newton s ont- dekfcing van de zwaartekracht reikte in haar beteekenis en consequenties veel ver- der dan enkele vermeerdering van onze kennis aangaande valverschijnselen. Voortaan ging men alom zoeken naar wetten, d.w.z. naar den samenhang der verschijnselen. Die wetten werden op haar beurt weer nieuwe instrumenten voor onderzoek. Zij bleken universeeler in haar toepassing dan men aanvankelijk had gedacht, en zij waren een rijke bron van kertnis en praktijk. Alleen mag er wel eerst even gevraagd worden: wat een wet is? Het woordje ,,wet" toch heeft meer dan eene betee kenis. Onder „wet" verstaan wij hier de erkenning van een standvastige orde in de verschijnselen der natuur. In dien zin zegt het woordje „wet" niets omtrent de oorzaak van het verschijnsel, ja het ge- heele wezen daarvan blijft zelfs onver- klaard. Die wet zelf is geen kraciht;die wet zelf brengt niets voort. Die wet heeft dus ook evenmin een zelfstandig of absoluut bestaan als lengte- en breedtegraden, die men trekt over een bol of landkaart; deze dienen slechts om ons gemakkelijker en v'lugger te kunnen orienfeeren. Het is Plato geweest, die begrepen heeft, dat de verschijnselen in de geeste- lijke wereid overeenkomst vertoonen met de verschijnselen in het rijk der natuur, Hij leerde dit reeds eeuwen voordat Christus Zijn gelijkenissen over het ko- ■imkrijik der hemelen uitsprak. Baco, Pas cal, Swedenborg en Carlyle, ziedaar na- metn van mannen, die als zoovele anderen v66r hen en na hen deze gedachten. elk op zijn wijze, hebben uitgewerkt. Doch niet alleen de verschijnselen toonen over eenkomst, ook de wetten zelf toonen die. Natuurlijk zal men dan met het woordje overeenkomst' wat voorzichtig moeten zij*. Wij zullen, dat spreekt van zelf, niet aan de natuurwetenschap gaan vragen, of zij godsdienstige waarheden wil bewij zen; evenmin als wij den godsdienst en allerlei godsdienstige begrippen en ver- halen willen gebruiken om vindingen der wetemschap te staven of... te ontkennen tegen-alle-ervaring-in. Wij gaan dus ook nfet uit de natuurwetten allerlei wetten op geestelijk gebied afleiden. Maar wel staat dit voor ons vast: de wetten der natuur- verschijnselen en de wetten der verschijn selen op geestelijk terrein zijn dezelfde. Het zijn ni.a.w. dezelfde wetten, die op beide gebieden heerschen. Het is de groote verdienste van Henrv Drummond, in leven Hoogleeraar en Lid van het Koninklijlk Genootschap te Edin burgh, dit op glasheldere wijze en haast over heel de linie te hebben aangetoond en bewezen. En zijn beweringen en uit- eenzettingen blijven ook nog hedeh ten dage van groot belang, omdat wij daar- door vooral het heelal gaan zien als een harmonie. De dingen staan niet los hoe- veel tweespalt er ook schijnt en dreigt, er is overeenstemming. Alle dingen worden gedragen. geleid, bestvurd, gericht door een groote, aiiesbeheerschende kracht. In elk van de onderdeelen is deze harmonie te bespeuren, doch niet alleen in elk der onderdeelen, ook in het geheel en het is juist aan dit laatste, dat de harmonie der onderdeelen haar groote beteekenis ont- leent. Een zelfde verschijnsel, als bijvoor- beeld de evolutie, openbaart zich en in de botamie en in de geologie en in de astro- nomie op verschillende wijze, en dit zou ,,aJ wat leeft uit het levende", heeft in onzen tijd een volkomen triomf behaald. En deze overwinnig is dus ook voor het Christendom van de allergrootste betee kenis. Nu een aruder voonbeeld. De bekende Darwin heeft er de at adacht op gevestigd, dat de tallooze var' «*jten, b.v. bij duiven, geheel aan zichzelf overgelaten, de nei- ging vertoonen weer terug te keeren tot het oorspronkelijke type de blauwe rots- duif. Zoo zien wij ook gebeuren bij ge- cultiveerde planten. Trekt de hand van den kweeker zich terug, dan zijn zij binnen afzienbaren tijd weer terug tot den oor spronkelijke vorm, waarin zij in het wild groeiden. Dit is dus de wet der ..terug- keer tot den oorspronkelijken vorm". Ook INQGZONDEIV /VIEOEDEELI1VGE1V. ZORQT, DAT GE UW NIKKELEN TABAK SDOOS EN HOUTEN PUP ONTVANGT er ons allicht toe kunnen brengen om voortdurend scheiding te maken en dan te gaan vergeten, dat de natuur toch een geheel is. Er moet daarom gezocht wor den naar universeele wetten. Er is een algemeene Wet, zoodat al de afzonder- lijke wetten tot die eene groote Wet zijn terug te brengen. Deze Wet der wetten is de Wet van den samenhang. 1 Laten we hier eenige voorbeelden noe- 1 men. Op natuurlijk terrein is men het vol komen eens over dit eene punt, dat leven slechts ontstaat uit leven. En zelfs zij, die eerst nog tegenstand boden, hebben zich op den duur volkomen gewonnen moeten geven. Een dergelijke strijd heeft echter ook langen tijd de godsdienstige wereid verdeeld gehouden. Ook hier stonden twee partijen tegenover elkander. Daar was de eene partij, die verdedigde en vasthield, dat het geestelijk leven zich vanzelf ontwikkelde uit de Godsdienstige natuur van den mensch. En daar stond dan tegenover de andere meening, dat slechts door een bovennatuurlijk proces (de Wedergeboorte) geestelijk leven kon ontstaan dat dit geestelijk leven dus niet ontstonjd door natuurlijke ontwikkeling maar door een nieuwe schepping. Wei- nig vermoedden Schriftgeloovigen en Schriftverklaarders, dat deze meening door de natuur werd gesteund. De stel- ling van Harvey: ..Omne vivum en vivo door B. M. BOWER. HOOFDSTUK 1. Het eerzuchtige manneke Buddy. Op het warmste uur van den warmen dag, toen een zware, grijze stofwolk, op- gejaagd door den loomen stap van acht- duizend gespleten hoeven, de eenige vlek was, die zich afteekende tegen het don- kere blauw boven de Staked Plains, strui- kelde een der trekossen, viel plomp neer onder het zware juk en weigerde een po- ging te doen om overeind te komen, niet- tegenstaande de neger-drijver hem toe- schreeuwde en hem met het eind van een wilgentak porde. ,,Roep den baas, Ezra!" beval ken kal- me vrouwenstem, vermoeid en toonloos geworden en door de hitte en door twee woelige kinderen. ,,Sla het arme dier niet. Het kan niet verder; het kan dat zware juk niet meer dragen, nog minder den waqen trekken." Ezra liet den stok vallen en stapte voor op den wagen, waar hij den stofwolk kon overzien en zou kunnen uitmaken welke van de grijze ruiters, die langzaam haast de kudde voortreden Robert Birnie was. Heel vooraan de golvende lijn van grau- we ruggen, zag hij een paard op een bij- zondere manier een zijdelingsche bewe- ging met zijn hoofd maken en Ezra her- kende het dadelijk. Dat was Rattler, het jonge paard van den baas, ongeduldig zich verzettend tegen den langzamen pas. waarin hij gedwongen was te gaan. Met zijn handen vormde Ezra een trompet rond zijn dikke, chocolaadkleurige lippen en groote geelachtig witte tanden en gaf het signaal, dat de dichtstbijzijnde ruiters naar den wagen. waarin de familie van den baas verblijf hield, terugriep. Bob Birnie en nog een ruiter wendden hun paarden om en kwamen op een draf aanrijden; ook kwam op het hooren van het geroep een klein jongetje naar voren gekropen en gluurde over zijn moeder's schouder door de opening van het prairie- schip. O, Dulcie! Ze gaan weer een wilde koe vangen!" Dulcie sliep en gaf geen antwoord en de vrouw met den zonnehoed op duwde met haar elleboog haar nieuwsgierigen zich verwerenden oudste terug. ..Blijf in den wagen, Buddy. Je mag niet bij de ossen komen; zij zouden je best kunnen schoppen. Ga weer liggen en doe een dutje naast zusje. Als je wakker wordt. dan is het weer lekker koel." „Heb niet slaap!" wierp Buddy hier wel voor den twintigsten keer in de laat ste twee uren, tegen in, maar toch kroop hij weer terug, en zijn moeder, blij van hem bevrijd te zijn, boog zich naar voren om de komst van haar man en den cow boy af te wachten. Het was nu reeds de tweede maal in de laatste twee daqen, dat er een os uitgeput was neergevallen en er was een spoor van onrust in haar oogen te bespeuren. Met het weinige voedsel dat ten opzichte van den mensch geldt deze wet. Wie zijn lichaam verwaanloost, ver- wildert. Wie zijn intellect verwaarloost, verstompt. Wie zijn zieleleven verwaar loost, daalt in geestelijk peil. De bewijzen en voorbeelden zijn aan alle kanten ron- dom ons te vinden. Er is oolk hier een volkomen overeemstemming, een volledige anologie tusschen natuurlijk en geestelijk leven. In de levende natuur geldt or vooruitgang, of degeneratie, ook voor den mensch. De mogelijkheid tot vooruitgang stond en staat open, al gaat het niet zon der zware inspanning. De weg tot dege neratie is veel gemakkelijker. Dat gaat vanzelf. Ja, hier geldt zelfs meer dan de wet der degeneratie, hier geldt de wet des doods. Of spreken wij over groei. ..Aanschouw de lelien des velds, hoe zij groeien.' Jezus richtte dit woord speciaal tot hen. die on der dreigden te gaan in de dagelijksche zorgen voor voedsel en kleeding. Maar het is evenzeer een woord tot en voor hen, die zich beangst maken over hun geeste- lijiken wasdom. Men kan niemand ver- manen om te groeien. Groe is altijd orga- nisch, nimmer mechanisch. Een leven- loos voorwerp groeit niet. Een kristal b.v. groeit niet; een kristal neemt slechts toe. Kan een mensch dan niets krijgen door arbeid en moeite Dat wel, maar hij kan op die wijze geen groei verkrij- er was en de schaarschte aan water sciheen het alsof de zware wagen, beladen met eenig huisraad, te dierbaar om achter te laten, een kamp-uitrusting en de noodige kleeren en bedden voor een vrouw en twee kinderen, bepaald een struikelblok zou warden op den tocht. Robert, als wij nog maar een wagen hadden, dan zou ik dien kunnen rijden en daardoor den last wat minder maken voor deze vier ossen", opperde zij, toen haar man bij haar was gekomen. ,,Een lichte- ren wagen, met een span sterke paarden of met een juk ossen. zou ik best aankun- nen en het zou deze arme dieren hun werk verlichten." Zij schoof haar grooten zon nehoed naar achteren en veegde zich het roodibruine haar, dat vochtig tegen haar voorhoofd krulde uit de oogen. Zij zeide het met een glimlach, waarmee zij trachtte hem te overtuigen en voegde er geksche- rend bij: Buddy zou het gelukkigste kind op de wereid zijn, als ik hem nu en dan eens zou laten mennen!" ,,Ik zie geen kans om hier uit deze cac- tussen een wagen met een extra span os sen te voorschijn te tooveren", zei Bob Birnie goedig lachend, „zelfs niet om Buddy te believen. Ik zal zien wat ik doen kan als wij in Olathe zijn aangekomen. Maar jij behoeft geen mannenwerk te doen en zelf de ossen te mennen, vrouw- tje." Hij nam den kroes met water aan, dat zij uit een vaatje tapte en hem ver- leidelijk voorhield water was dit jaar schaarsch in de Staked Plains en zijn oogen rustten (liefkoozend op haar, ter- wijl hij dronk;. daarna drukte hij even aanmoedigend haar hand, terwijl hij den baker teruggal, en reed weer terug om gen. Groei is geheimzinnig. Het staa; zoo schoon in een van Jezus gelijkenis van dat zaad, dat ontkiemde en uitsproot en lang werd en op zijn beurt zaad begon te dragen, ,.dat men zelf niet wist hoe." Nog noemen wij een heel ander voor- beeldhet parasitisme. Een volledig voorbeeld daarvan vinden wij in de na tuur binnen in het lichaam van de her- miet-krab, een heel klein organisme, ge- lijkend op een witte boon. Het staat bij de natuuronderzoekers bekend als de Saccu- lina, en ofschoon het een volwassen dier is, zou men dat niet zeggen. Deze sac- culina is het echte type van een parasiet. Door middel van haar ineengestrengelde en diefachtige vezels, zuigt zij werktuige- lijk haar reeds toebereid voedsel uit het lichaam van de krab. Zij leeft geheel ten koste van haar gastheer, die haar mild voorziet van voedsel, en haar bovendien ook een goede herberg bereidt. En nu is het merkwaardigste .dit, dat deze saccu- lina een ontaard type is, en dat zij, als zij niet ontaard was, tot een hooge mate van volkomendheid zich had kunnen ontwik- kelen, zooals wij die aantreffen bij gar- naal, kreeft, krab, of andere schaaldieren. Echter heeft zij zich op een bepaald oogenblik omgekeerd. Deze parasiet is teruggedeinsd, zouden wij kunnen zeggen, voor den strijd om het bestaan, en eerst alleen bescherming zoekend bij haar gast heer is hij er op den duur toe overgegaan nu ook voedsel bij hem te zoeken of te nemen, zoo vervallend van kwaad tot erger. Is dit niet de echte fysiologie van den achteruitgang Drummond, die niet banq was om de lijnen ver, ja tot vlak in eigen nabijheid en omgeving door te trekken, heeft het ge vraagd, of ons kerkgaand publiek (en hij had er ons krantenlezend publiek wel in een adem bij kunnen noemen), dat zijn voedsel neemt op een al te gemakkelijk? wijze, niet denzelfden weg dreigt op te gaan Ondeugend heeft deze schrijver opgemerkt, dat het maar goed is, dat er niet al te veel dominees zijn met buitenge- wone gaven, want dat een gemeente, die een voorganger met middelmatige talenten bezit, er eigenlij.k het beste aan toe is. Zij, die geestelijken honger hebben, zegt Drummond, zullen zich des te beter in- spannen om zich te verschaffen, wat zij noodig hebben. De Kerk heeft de gevaren van het para sitisme dus te vermijden, concludeerd Drummond. In de eerste plaats om de Christenen zelve, maar deze parasitische vroomheid geeft ook aan de wereid een totaal verbeeld beeld van het Christen dom. Kinderen, die b.v. in de huiselijlke godsdienstoefening holheid en formalis- me hebben ontdekt, zullen allicht er later geheel mede breken, en niet zelden het ge- loof geheel vaarwel zeggen. Veler twijfel- zucht op jonger of ouder leeftijd is te ver- klaren uit wat zij bij de Christenen heb ben opgemerkt. Geestelijk parasitisme kan ook een ge- volg zijn van een misbruik, dat men maakt van theologische stelsels. Niet, dat deze te missen zouden zijn. Maar zij kunnen een te voorname plaats verkrijgen, als hun bezit gelijk wordt gesteld met het bezit van de waarheid zelf. Een goed stelsel en een juiste formuleering hebben gewis groote voordeelen. Maar het gevaar is altijd weer, dat iemand op zoo'n stelsel gaat leven, dat een ander voor hem heeft uitgedacht. Dan vervalt zoo iemand in parasitisme. Hij heeft zijn geestelijk kapi- zijn kudde te overzien en er een dier uit te kiezen, dat groot en sterk genoeg zou zijn om de plaats van den uitgeputten os in te nemen. ,,Heb je geen dorst, Frank Davis? Ik denk, dat een beker water je wel goed zal doen," riep zij tot den cow-boy, die afgestegen was en nu met zijn paard aan de hand, met stijve beenen kwam aanloo- pen. Zijn door de con geblakcrd gezicht, zwart van het stof van de kudde, was gloeiend van de hitte en zijn oogen schit- terden van dankbaarheid. Een beker wa ter uit de hand van de vrouw van den baas was meer waard dan een heele maat vol uit het klotsende vat in den slingeren- den keukenwagen. ,,Hoe staat het met de kinderen, Mrs. Birnie?" vroeg Frank beleefd, nadat hij den laatsten drop verzwolgen en zijn mond met den achterkant van zijn hand afgeveegd had. ,.Het is leelijk warm van- daag en zoo stoffig." „Zij zijn Goddank, eindelijk in slaap" antwoordde zij, terwijl zij omkeek naar een hoopje roze katoen, dat nog net even te zien was, achter een hoop omgewoel- de dekens. Buddy heeft het hard te ver- antwoorden gehad. Hij is al een man in zijn doen en nog maar een kind in jaren. Hij heeft aldoor gezeund om met de jon- gens mee te mogen loopen en de kudde te helpen voortdrijven. Roept mijn man daar?" Inderdaad riep haar man en Frank reed op een kalm drafje verder. Bij het drijven van een kudde was er van haast maken geen sprake; als men acht mijlen had afgelegd werd het een qoede dag- reis genoemd en zes m'jlen was een be- taal op een veel te gemakkelijike wij'ze ver- kregen, hij heeft er zelf niets nan toe te voegen, het stelsel heet onfeilbaar. Doch het bezit van zoo'n stelsel is uitermate ge- vaarlijk; het verstijft en verstart; het brengt allicht tot stilsfcand, er is dan geen be'hoefte meer aan daden des geloofs. het eigen leven wordt onbeduidend. Wij hebben hier slechts enkele voor beelden genoemd, die gemakkelijk zijn te vermenigvuldigen. Drummond heeft het alles zoo prachtig doorzocht en overal de lijnen doorgetrokken. Wii mogen echter niet te veel aandacht van den lezer vra gen. Dit mag zeker wel worden gecon- cludeerd: een groote Wet beheerscht het gansche geheel; zoowel het natuurlijk als het geestelijk leven. TNGEZONDEN MEDEDEELINGEN. Doe het dit Jaar beter dan den vorigen winter. Zorg dat ge een pot Akker's Kloosterbalsem in huis hebt, en bescherm Uw huid tegen inwerking van koude en vocht, door haar iederen avond voor het naar bed gaan, in te smeren met Akker's TWEEDE KAMER. Verg-adering van Woensdag. Voortgezet wordt de behandeling van de begrooting van Justitie. De heer Knottenbelt (lib.) constateert, dat. de Minister niets gedaan heeft om het hu- welijksrecht, dat niet meer voldoet aan de eischen der tegenwoordige maatschappelijke ontwikkeling, te wtjzigen. Mej. Katz (c.-h.) is niet zoo pessimistisch ten aanzien van het huwelrjksrecht, al had zij liever gezien, dat de Minister de heele materie aanvatte, niet alleen het huwelijksgoederen- recht. Zij verwacht maatregelen tegen mis bruik van de maritale macht. Spr. steunt de gedachte, een commissie in te stellen inzake kosteloozen rechtsbijstand en dringt aan op reglementeering van het huurkoopsysteem. De heer Zandt (St. Geref. Staatsp.) vraagt meer tucht onder de advocaten, verbod van lijkverbranding, invoering van de doodstraf, krachtiger bestrijding van de pomografie, af- schaffing van den stemplicht, strenger hand- having van de Zondagswet en straffe maat regelen tegen woeker. De heer Marchant (v.-d.) gelooft dat de meerderheid der rechterzijde herziening van de huwei.jkswetgeving wel wil, doch zich door enkelen laat tegenhouden. Voorts herinnert hij aan de veelal verkeer- de toepassing van de preventieve hechtenis. Spr. wensclrte hetere aanpassing aan den geest van het nieuwe Wetboek van straf- vordering. De heer L. de Visser (C. P.bespreekt de Russische rechtsbedeeling, waarbij zelfs ge- vangenen een vacantieregeling hebben. De preventieve hechtenis moet zoo krachtig mo- gelijk worden bestreden en leekenrechtspraak worden ingevoerd. De heer Beumer (a.-r.) ontkent, dat de ge- huwde vrouw een groote plaats is gaan in- nemen in de samenleving. LOODSSCHEPEN IN DEN STORM Men 'chrjft aan de N. R. Crt. In een artikel aangaande de stranding van het Noorsche s.s. ..Christian Michelsen" las ik in den aanhef o.a. hoorlijk stuk werk. De gevallen os was door Ezra, die hem met zachte stem toe- sprak, maar inwendig van ongeduld kookte, van zijn juk ontdaan en daar hij niet wilde opstaan, trokken de drie over- gebleven ossen, aangevuund door den stok en Ezra's aanmoedigende woorden. den wagen wat op zijde en nog een eindje verder achter de zich langzaam voortbe- wegende kudde aan, zoodat het uitgeput- te dier kon ruSten en de nieuwe recruut onder het juk gebracht kon worden, daar, waar hij het minste kwaacf kon doen en het spoedlgst zijn onaangename nieuwe les zou kunnen leeren. Mrs. Birnie keek nog eens naar het roze hoopje in het nest van dekens naast een geliefde latafel ach ter in den wa'gen en zuchtte van verlich- ting omdat Buddy sliep. Buddy was, zoo klein als hij was, al heel eerzuchtig en van het oogenblik af, dat hij begon te loopen, was hij gewend aan zekere gezegden, die altijd op de maat van zijn wankelende schreden meeklon- ken. Heel lang had hij gedacht dat „Kijik- waar-je-loopt", zijn naam was onder de zwarte bevolking van zijn klein wereldje. De blanken hadden er enkele variaties op gemaaikt. Hij wist dat ,,ga-naar-je-moe- der" beteekende, dat er iets ging gebeu ren waarin hij veel pleizier zou hebben. maar dat hij toch niet mocht zien. Een klap met de vlakke hand hem nu en dan in ernst toegediend, ofschoon hij hem meestal geen pijn deed, beteekende. dat de volwassen menschen hem en zijn hau- delingen niet begrepen. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1928 | | pagina 1