vereenigen; hij meent, dat we voor de school- kinderen wel wat over mogen hebben. Wat wenschen Burgemeester en Wethouders ech- ter te organiseeren Zullen de binders niets te zien krijgen dan een poppenkast? Men zal iets moeten zien te geven waaraan alle schoolkinderen zullen kunnen deelnemen. Dan heeft spreker er niets tegen, al was het be- drag hooger. 176 Tegemoetkoming in of vergoeding van de kosten van onderwijs, als bedoeld in art. 13, eerste lid, der lager-onderwijswe+ 1920. f 1350. 177. Kosten van openbaar onderwijs, in de plaats tredend van het in de lager-onderwijs- wet 1920 geregelde vervolgonderwijs. 125. 178. Subsidie voor bijzonder onderwijs, in de plaats tredend van het in de lager-onder- wijswet 1920 geregelde vervolgonderwijs. S 375. 13. Middelbaar onderwijs. 179. Bijdrage in de kosten van rijks hoo- gere burgerscholen als bedoeld in art. 36quater sub 4 der wet op het middelbaar onderwijs. f 5500. 180. Kosten van handelsonderwijs. 300. De VOORZITTER wijst op het verzoek- schrift van de R. K. Middelbare schoolveree- niging te Hulst, om de subsidie te bepalen op j 150 per leerling en ook in de jaren dat geen leerling uit de gemeente bezoekt, toch f 150 subsidie te geven. Er is een subsidie toege- kend van 75 per leerling uit deze gemeente, tot een maximum van f 300. Burgemeester en Wethouders stellen voor, op het verzoek afwijzend te beschikken. De heer CLAESSENS zou het bedrag op f 150 per leerling willen gesteld zien. Hij wijst op het bedrag voor de hoogere burgerschool en vraagt hoeveel leerlingen daar wel van hier gaan. De VOORZITTER: Vijftien of zestien. De heer CLAESSENS: Maar daarvoor wordt ook f 5500 geraamd. De heer OGGEL: Dat is geen vrijwillige daad. De VOORZITTER: Konden we daar maar van af! De heer CLAESSENS: Dat is een schan- daal! De heer VAN DIXHOORN: Maar u wilt daaraan een vrijwillig schandaal toevoegen! De heer VAN DE BILT noemt dat geen uitdrukking. De heer VAN DIXHOORN beschouwt het als een vervolg op de woorden van den heer Claessens. De heer CLAESSENS wenscht, waar er zooveel wordt betaald voor de leerlingen van de H. B. S. het bedrag voor de leerlingen der R. K. Handelsschool te stellen op 150. Dit voorstel blijkt niet te worden onder- steund en kan mitsdien geen punt van beraad- slaging uitmaken. De heer VAN DE BILT vraagt, of er wel voldoende aan gewerkt wordt om de bedragen die de gemeente moet betalen als bijdrage in de kosten van de hoogere burgerscholen enz. verminderd te krijgen. Er zijn to :h wel meer gemeenten die daaraan een hekel hebben. De VOORZITTER: Bijna iedere gemeente heeft er een hekel aan. De Nederlandsche vereeniging van gemeenten is er voortdurend mee bezig. De heer VAN DE BILT gelooft niet, dat ze er veel aan doen. De VOORZITTER ziet ook niet in, dat we er veel aan kunnen doen, het berust op een algemeene wet. 181. Kosten van landbouwonderwijs. 200. 15. Nijverheidsonderwijs. 182. Subsidie voor scholen voor het lager nijverheidsonderwijs. 500. 183. Bijdragen aan gemeenten in de kosten van scholen voor het lager nijverheidsonder wijs. 1500. S 16. Onderwijs, kunsten en wetenschappen. (niet vallende onder de 1 t/m 15.) 184. Subsidien aan schouwburgen of mu- ziekkorpsen. f 300. De heer DIELEMANIn verband met volgnummer 184 subsidie aan schouwburgen of muziekkorpsen wil ik het volgende op- merken. Gezien het feit dat opnieuw een post van i 300 is uitgetrokken voor het muziekgezel- schap Concordia' wil ik nogmaals onze be- zwaren tegen subsidies in het algemeen naar voren brengen. Hebben wij reeds vroeger dezen post bestreden en ook wel hem stil- zwijgend laten passeeren, thans kan dat niet, omdat nu ten duidelijkste gebleken is dat een ander muziekgezelschap hier ter plaatse („Hosanna") wel degelijk de bewijzen levert dat een muziekgezelschap alhier, als men er maar wat voor over heeft, kan bestaan, zon- der subsidie van de gemeente. Het karakter van subsidieeren en de overheidsbemoeiing in het algemeen gaat zulke afmetingen nemen, dat het meer dan tijd wordt, dat daar paal en perk aan gesteld wordt. Naar anti-revolutionnaire belijdenis toch is het terrein van de Overheid beperkt en heeft zij te eerbiedigen de organen die uit het maatschappelijk leven zelf opkomen. Heeft ze zelf de roeping om ruimte te geven aan het particuliere initiatief en niet zooals thans ge- schiedt met het geld van de belastingbetalen- de burgers deze vereeniging te steunen. Im- mers zoo wordt het volk in verkeerde banen opgevoed en leert zij steunen op de over- heidskas. In plaats dat er ruimte komt voor alles wat er aan geestelijke energie in het volk wel leeft. Belachelijk is het daarom, mijnheer de Voorzitter, dat een zekere groep menschen die iets verlangen op het gebied van de kunst en toch zelf finantieel krachtig genoeg zijn, nu ook anderen laten betalen ten hunnen behoeve in den vorm van belasting. Wij anti-revolutionnairen, mijnheer de Voor zitter, stellen er dan ook een eer in om het- geen wij zelf wenschen zelf te betalen en zul len al het mogelijke doen om het Christelijke muziekgezelschap ,,Hosanna" alhier zonder subsidie van de gemeente een bestaan te ver- zekeren. Want als de Overheid (ook die der ge meente) zich gaat bemoeien met dingen die tot haar terrein niet behooren maar veel meer tot de kringen van het maatschappelijk leven zelf, dan wordt ik als Christen gedwongen om in den vorm van belastingen die dingen in stand te houden die ik krachtens mijn overtuiging niet steunen mag en niet steunen kan en dit nu zullen we trachten te weer- staan met al de macht die in ons is en wij zullen er voor waken dat onze muziek- en zangvereenigingen alleen gesteund worden door het christelijk volksdeel der gemeente Axel. Hier komt bovendien nog bij, en dit is geen denkbeeldig gevaar, dat als de overheid steeds meer naar zich toetrekt en onder haar zorgen neemt, de belastingsschroef zoo wordt aangedraaid, dat er geen gelegenheid meer overblijft om aan het particulier initiatief een kans te geven. En dit nu mijnheer de Voorzitter is niet zoo erg voor de menschen van de linkerzijde, aangezien dezen er geen kwaad in zien om de hulp van vadertje Staat in te roepen, omdat voor hen de Overheid het wonderlichaam is, dat alles kan en op welker kas hun vertrouwen is gesteld. En dit nu mijnheer de Voorzitter, kan een anti- revolutionnair niet, want krachtens zgn be- ginsel van souvereiniteit in eigen kring zal j hij zich steeds verantwoordelijk gesteld weten om er voor te waken, dat door opvoering van belastingen onder welke de burgerij gebukt j zou kunnen gaan en dies ook het christelijk volksdeel zou treffen, zij niet meer in staat zouden zijn hun eigen organen te onderhouden en mitsdien zouden moeten vallen in de han- den van de Overheid en daarom mijnheer de j Voorzitter wil ik het volgende voorstel in het midden der vergadering neerleggen om n.l. dit j jaar 1929 de subsidie geheel te handhaven om in 1930 nog 200 te voteeren en in 1931 nog 100, terwijl dan op de volgende begrooting de subsidie niet meer zal voorkomen. Ik wil dit voorstel in dezen vorm indienen mijnheer de Voorzitter, omdat het muziek- Igezelschap Concordia" voldoende tijd zou hebben om zich ruimschoots te voorzien van Icontribuanten en de muziekliefhebbers een schoone gelegenheid aanbieden om van hun kunstzin blijk te geven. i De heer VAN DIXHOORN merkt op, dat de heer Dieleman nogal hoog van den toren blaast, over het ontvangen van steun uit de openbare kas. Indien men tegenwoordig zoo eens rohd ziet, dan bemerkt men dat de partij- genooten van den heer Dieleman toch ook al- lerminst versmaden om voor hun bijzonder onderwijs geld uit de staatsruif te ontvangen. Het is nu met het muziekgezelschap Con cordia" eenmaal z66, dat vele burgers van de gemeente Axel van hare concerten genieten, zonder daarvoor ooit een cent te betalen, hoe- wel ze dat best kunnen. Spreker zou het heelemaal niet erg vinden als ook „Hosanna" en een zangvereeniging, om subsidie aanklop- ten. Hij acht het zeer aan te bevelen, dat de jongelui bezig gehouden worden met het be- oefenen der muziek. Men moest dat alge meen toejuichen en meer steunen. Ze zijn daar beter op zijn plaats dan op de hoeken van straten, waar ze ten slotte handelingen verrichten, dat er in de courant over ge- schreven moet worden, zooals we dezer dagen hebben kunnen bemerken, over hetgeen onze jeugd op de trottoirs presteert. Hij meent, dat de overheid een goede daad doet, door zulk werk te steunen en acht de subsidie al- lerminst misplaatst. De heer 't GILDE merkt op, dat de heer Dieleman bij deze gelegenheid de politiek in het geding heeft gebracht. Spreker bevindt zich reeds op gevaarlijk terrein, ofschoon hij voor zich maling aan de politiek heeft. Hij moet ten deze onderschrijven hetgeen de heer Van Dixhoorn gezegd heeft, dat de christe lijke partijen ten opzichte van het onderwijs de oude pad en hebben verlaten en thans, nu ze rijkelijk subsidie voor hun scholen ontvan gen, het een en ander niet meer voor de voe- ten behoeven te gooien, dat op de openbare kas gesteund wordt. Spreker heeft respect voor hetgeen de voorstanders van het bijzon der onderwijs vroeger presteerden, toen ze hun eigen strijd hebben gestreden. Dat was een titanenstrijd, maar ze hebben het oude pad verlaten. Wat nu betreft deze kleine post wegens subsidie aan de harmonie „Concordia", de eenige die voor kunsten en wetenschappen wordt uitgegeven, die /300 kunnen toch geen bezwaar zijn. De post Volksgezondheid staat geheel bianco. Het geven van goede muziek- uitvoeringen strekt tot verhooging van het volkspeil. Hij zou het betreuren, als een ver eeniging als „Concordia", die steeds optreedt bij volksfeesten, deze subsidie. zou moeten ontberen. Het bevreemdt hem, dat niettegen- staande de geringe instemming die de aan- val op deze subsidie telken jare ondervindt, dit nu weer naar voren zou gebracht zijn. De heer DIELEMAN had niet verwacht, een klein stukje onderwijsdebat te zullen hooren. Wel had hij er zich aan verwacht, dat de heer Van Dixhoorn, voorzitter van het muziekgezelschap „Concordia" hem zou tegenspreken. Ook de heer 't Gilde heeft de subsidies voor het onderwijs aangeroerd. Zij vergeten evenwel uit het oog, dat de strijd die het christelijk volksdeel voor zijn scholen ge streden heeft, iets geheel anders was. Maar spreker wil wel te kennen geven, dat, wan- neer de heer Van Dixhoorn en zijn mede- standers aan den dag van morgen kunnen be- werken, dat de voorstanders van het open baar onderwijs die scholen voor hunne reke- ning nemen, ook het christelijk deel weer wel zelf voor zijn scholen zal zorgen. Deze zou den dit nog tegenover het liberalisme durven aanvaarden. Spreker betoogt voorts, geen woord ten na- deele van Concordia" te hebben gezegd, doch hij heeft alleen gemeend te moeten uitspre- ken, dat, nu een ander gezelschap zonder sub sidie blijkt te kunnen bestaan, ..Concordia" dit ook moet kunnen. De heer 't GILDE: Dan moet het christelijk zijn! De heer DIELEMANDat strekt hen dan tot eer! Hij zou graag zien, dat ook „Con- cordia" zoo ver kwam, dat het de subsidie kon ontberen. De heer KRUIJSSE wil nog even te ken nen geven, dat hij overtuigd is, dat Concor dia" de subsidie niet missen kan. De heer Dieleman heeft nu wel hoog van den toren geblazen en gewezen op de nieuwe muziek- vereeniging, dat deze zich zelf in stand kon houden, maar dan wil spreker hem onder de aandacht brengen, dat „Concordia" reeds 40 jaar bestaat en dat het nog maar sinds hoog- stens een jaar of 15 subsidie krijgt. Het geeft het dan toch ook een tijdsverloop van 25 jaar zonder subsidie gedaan. Hetgeen de heer Dieleman gezegd heeft, bewijst voor zijn stelling dus nog niets. Het bewijst alleen, dat er voor een vereeniging, als deze wordt op- gericht, meer animo is dan later het geval is. De menschen blijven een, twee, drie, vier jaar lid, doch als regelmatig de kwitantie komt voor de contributie, beginnen er van liever- »lede te bedanken, waarvoor men niet regel matig andere begunstigers in de plaats krijgt. Spreker durft wel voorspellen dat ook „Ho- sanna" daaraan niet zal ontkomen. De ver- gelijking tusschen het oude muziekgezelschap en de nieuwe muziekvereeniging gaat daarom niet op. Dan komt er nog bij, dat „Concor- dia" een algemeene muziekvereeniging is, die zich verplicht verschillende feesten op te luis- teren. Als .Concordia" moest opdoeken, zou men het dikwijls met een vreemd muziek moe ten doen, want hij kan zich niet veronderstel- len, dat men bij ,,Hosanna" zou moeten zijn voor opluistering van de gewone festiviteiten, die hier plaats hebben. De VOORZITTER geeft te kennen, het ver- leenen der subsidie niet anders dan te kunnen verdedigen. Het bezit van een gezelschap als Concordia" moet worden op prijs gesteld, en het zou ons spijten, als het moest worden opgedoekt. ,,Hosanna" wenscht voor het oogenblik nog geen subsidie, maar wanneer het zich met een verzoek daartoe tot den raad wendde, zou daaraan ook zeker een behoor- lijke subsidie worden verleend. Hij merkt op, dat het voorstel van den heer Dieleman fei- telijk van geen invloed is op de begrooting voor '29, aangezien hij in dat jaar nog de voile subsidie wil geven, in '30 100 minder, in '31 nog 100 minder en pas in '32 niets meer. Maar, de gemeenteraad kan daaromtrent met .Concordia" toch geen contract gaan sluiten. We hebben nu van 't jaar deze raad en die kan zich wel uitspreken, maar toch den raad niet binden die er in '32 zijn zal Spreker zou het meer in de lijn vinden, als de raad zich van jaar tot jaar uitsprak. De heer DIELEMAN noemt het gevaar van den voorzitter denkbeeldig, aangezien de raad wel van personen wisselt, doch niet van partuen. Bovendien zou dat pas in het laatst- genoemde jaar van invloed zijn. De VOORZITTER gcht dit toch geen zui- ver politieke stemming. De heer DIELEMAN wil zijn voorstel alleen aldus doen, om .Concordia" niet ineens den weg af te snijden, doch de vereeniging ge legenheid te geven zich op te werken. In dat tijdsverloop van 3 jaar kan zij dan haar maatregelen nemen. De heer KOSTER merkt op, dat de heer Dieleman een heel betoog heeft gehouden, over de oprichting en instandhouding van het christelijk muziekgezelschap, dat zichzelf be- druipt. Hij brengt evenwel in herinnering, dat dit het tweede gezelschap reeds is van dien aard. Het is nu nog maar een jaar aan den gang en werkt zeer goed, maar dat mag nu toch geen motief zijn om de andere muziek vereeniging langzaam te gaan vermoorden. Daarom zal spreker aan het voorstel zijn stem niet geven. De heer VAN DIXHOORN stemt er mede in, dat het besproken christelijk muziek reeds een tweede ,,Hosanna" is ennieuwe bezems vegen schoon. „Concordia" heeft het ook tientallen jaren zonder subsidie gedaan. De bevolking heeft behoefte aan een muziek gezelschap, maar dat drukt zich niet altijd uit in het aantal contribuanten. Men is er met het tweede ,,Hosanna" ook nog niet; spreker wil niet zeggen dat dit den weg op zal gaan van het eerste, maar de kans bestaat toch ook, dat het niet op zichzelf zal kunnen blij ven staan. Hij wenscht de subsidie te hand- haven. De heer DIELEMAN wijst er op, dat het eerste „Hosanna" niet door financieele reden, maar wegens de mobilisatie is ten onder ge- gaan. De heer VAN DIXHOORN: Voor „Concor- dia" waren de omstandigheden toch ook zoo? De heer DIELEMANDaarom wordt er getracht het muziekgezelschap weer op te werken en men heeft nu al aardig wat voor eikaar gebracht. Wat het in de toekomst worden zal, weet ik natuurlijk niet. De heer VAN DE BILT betoogt, dat men nu hier eigenlijk zit te praten voor niets, want er is geen bezwaar tegen het bedrag op de begrooting voor 1929; het gaat eigen lijk over bedragen voor de volgende jaren en dat beteekent toch ook niets, want een vol- gend jaar kan men toch weer een ander be- sluit nemen. De VOORZITTER: Dat heb ik ook gezegd, maar wat voorgesteld wordt, moet worden besproken. De heer VAN DE BILT is van oordeel, dat de vereeniging, als ze het niet noodig had, niet om subsidie zou komen. Wat het later wordt, kunnen we later zien. De heer 't GILDE kan het standpunt van den heer Dieleman niet deelen. Dit zou een filantropie worden, die de begunstigde ver eeniging een langzamen dood zou doen ster- ven. En dat zal vermoedelijk de heer Diele man toch ook niet wenschen. Het betreft hier een vereeniging van algemeen nut en spreker veronderstelt, dat het voorstel geen enkel lid van den raad kan bekoren De heer P. DE FEIJTER gelooft ook, dat die f 300 gemakkelijk uit particuliere beur- zen zijn bijeen te krijgen. Het is eigenlijk beschamend, dat de een het kan en de ander niet. Waar is het, dat men aan „Concordia" een muziek heeft met verschillende prestaties op openbaar terrein en spreker heeft ook wel eens bemerkt, dat men gezelschappen van elders duur moet betalen. Hij kan dus zijn stem aan het voorstel niet geven, maar zou toch aan bestuur en leden van „Concordia" den wenk willen geven, om er werk van te maken en te trachten het zddver te sturen, dat ook zij zichzelf kunnen bedruipen. De VOORZITTER: Misschien zal de ken- nisneming van deze discussie wel een spoor- slag zijn om te trachten meer leden te krij gen. De heer OGGEL betoogt, dat er een ver keerde gedachte heerscht, er is een voorstel van den heer Dieleman om met betrekking tot die subsidie ieder jaar een stap verder te gaan om te geraken tot intrekking der sub sidie. Het andere muziekgezelschap staat toch ook op zichzelf. Er zijn toch velen die voorstanders zijn van een muziekgezelschap als .Concordia" die daaraan steun kunnen verleenen. Spreker zelf steunt dit gezelschap ook. Waarom onthouden anderen zich? Door aanneming van het voorstel van den heer Dieleman ontstaat een prikkel voor de ver eeniging om de menschen te bewerken om toe te treden als donateur. Het moet voor de vereeniging een eer zijn om het zoo ver te brengen dat ze geen subsidie noodig hebben, dan staan ze geheel vrjj om te doen en laten wat ze willen. Dit moet niet besehouwd wor den als een aanval op Concordia", maar op deze wijze wordt de vereeniging in de ge legenheid gesteld zich in die richting te onit- wikkelen. De heer KRUIJSSE herinnert, dat van af het oogenblik dat de subsidie voor „Concor- dia" op de begrooting stond, deze ieder jaar door den heer Dieleman is aangevochten. Alleen in de laatste jaren kwam er verande- ring, het was nu niet meer elk jaar, doch om de 2 jaar, werd teruggekomen op dien post van f 300. Tegen den tijd dat de gemeente- begrooting moest worden behandeld, stond men in den boezem der vereeniging elk jaar voor de vraag: zouden we onze subsidie niet verspelen? Die directe aanvallen hadden tot nog toe geen succes en nu wordt het op een andere manier geprobeerd. Nu wordt niet de subsidie voor 1929 aangevochten, maar voor gesteld om die na dat jaar ieder jaar met 100 afloopend te verminderen en in '32 te doen ophouden. Het is nu een verzacbt voor stel geworden, want vroeger was de strekking om ineens de f 300 te schrappen, en nu zou er 3 jaar overheen gaan. Daaraan zit ook dit vast, dat de raad later tot andere gedachten kan komen en toch de 300 vasthouden. De heer OGGEL merkt op, dat het voor stel van den heer Dieleman beoogt, de sub sidie afloopend te verleenen. De. VOORZITTER wijst er op, dat, wan neer dit wordt aangenomen, dat toch niet bindend kan zijn voor de toekomst. De here DIELEMAN veronderstelt, dat hij dan toch de zekerheid heeft, dat Burgemees ter en Wethouders er het volgend jaar geen 300 voor op de begrooting zullen brengen. De heer KRUIJSSE meent, dat dit nog niet zoo vaststaat; Burgemeester en Wethou ders kunnen toch telken jare voorstellen doen, die zij noodzakelijk achten De VOORZITTER stemt hiermede in; de raad kan niet besluiten wat Burgemeester en Wethouders niet mogen voorstellen; met dat besluit schiet de raad dus niets op. De heer J. DE FEIJTER geeft te kennen, dat de schijn moet vermeden worden, als zou het er om te doen zijn .Concordia" den hals af te snijden. De heer KRUIJSSE: Het is een verzachte manier om een subsidie in te trekken. Het voorstel van den heer Dieleman wordt gesteund door de heeren Oggel en J. de Feijter. Het wordt verworpen met 8 tegen 3 stem- men. Voor stemmen de heeren Dieleman, Oggel en J. de Feijter; tegen stemmen de heeren P. de Feijter, 't Gilde, Kruijsse, Van de Bilt, Claessens, Wolfert, Koster en Van Dixhoorn. De heer 't GILDE weet niet of dit nu op zijn plaats is, maar herinnert, dat is toege- zegd, dat in de politieverordening maatrege len zouden worden voorgeschreven voor het handhaven der orde en weren van rumoer tijdens muziek- en zanguitvoeringen op de markt. Dat is echter tot nu toe achterwege gebleven. De VOORZITTER deelt mede, dat het in de bedoeling ligt een geheel nieuwe politie verordening in behandeling te brengen. Daar wordt aangewerkt. In een van de eerstvol- gende raadszittingen zal die worden aange- boden. Ook ten opzichte van het schoolgeld kan hij mededeelen, dat een nieuwe verorde- ning zal worden ingediend. Hoofdstuk IX. Ondersteuning aan behoeftigen en werkloozen. 1. Ondersteuning aan behoeftigen. 186. Belooning van doctoren, heelmeesters, vroedmeesters, vroedvrouwen enz. 1550. 187. Kosten van overbrenging, plaatsing en verpleging van arme krankzinnigen. 3280. 188. Subsidien aan armbesturen. f 8175. 189. Kqsten ter zake van verzekering, pensionneering enz. van ambtenaren en be- ambten. f 249,68. 2. Ondersteuning aan werkloozen. 192. Steun aan uitgetrokken werkloozen. f 4000. De heer 't GILDE deelt mede, dat in de plaatselijke commissie voor werkverruiming meermalen is besproken het invoeren van een anderen vorm van steunverleening, om nl. het bedrag, beschikbaar voor uitkeering aan werkloozen, te verdeelen naar het aantal leden van iedere vereeniging. Hij zou Burge meester en Wethouders sterk in overweging willen geven, dat eens te overwegen. Zooals het nu gaat, krijgt het meer het aanzien van een verkapt armbestuur en hij staat daar niet sympathiek tegenover. Hij acht het van weinig nut, dat de commissie werkt als een verkapt armbestuur. De heer VAN DE BILT acht aan dat denk- beeld groote bezwaren verbonden. De com missie is nog geen verkapt armbestuur. Er dient toch controle te worden gehouden en nagegaan te worden hoe de omstandigheden der menschen zijn. De heer 't GILDE zou willen dat er normen voor de uitkeeringen wefden vastgesteld. overigens kan men loonboekjes aanhouden en uitwassen trachten te vermijden. De heer VAN DE BILT wijst er op, dat de commissie goed dient op te letten. Er zijn menschen die altijd liegen, en die zijn het ook, die altijd reclameeren. Er zijn ook menschen die het goed kunnen gebruiken, welke men geen armoe moet laten lijden, en die nog wel eens iets over weten te houden. De VOORZITTER stelt in het licht, dat van gemeentewege gratis loonboekjes wor den beschikbaar gesteld. Daaraan is dus uit- voering gegeven. - Straks komt de commissie weer bijeen. Deze heeft de bestaande regeling in overleg met Burgemeester en Wethouders ontworpen en deze is vastgesteld door den raad. De heer 't GILDE meent, dat het ook wel gewenscht was, in die commissie eens nieuwe gezichten te brengen. De sterkste werkloo- zenkassen zijn er niet in vertegenwoordigd. De VOORZITTER merkt op, dat er in be- noemd zijn 4 leden van den raad en 4 werk- menschen, zulks overeenkomstig het destijds genomen besluit. De heer 't GILDE meent, dat dan de sterk ste vereeniging er toch ook zou moeten ver tegenwoordigd zijn. Hij wijst op de vereeni ging der Chr. Bouwvakarbeiders. De heer OGGEL meent, dat de uitkeeringen beter geregeld zullen worden door een onzij- dige commissie, dan indien de gelden ponds- ponds gewijze over de verschillende vereeni- gingen werden verdeeld. Hij meent dat de commissie tot nu toe, tot tevredenheid heeft gewerkt. De VOORZITTER zegt toe, dat de regeling nog eens onder de loupe zal worden genomen en hij het resultaat daarvan dan in den raad zal meedeelen. De heer VAN DIXHOORN meent, dat hier- over nog heel wat gezegd zal kunnen worden. Dat de commissie tot aller tevredenheid werkt, zou hij niet kunnen onderschrijven. Er zijn wel menschen die 12 maanden in het jaar werken, welke niet tevreden zijn over de manier waarop aan anderen steun wordt verleend. Er is dus goede controle noodig, hetgeen niet noodig zou zijn, als alle men schen een eerlijke opgaaf deden. De heer DIELEMAN vermeent, dat de heer Van Dixhoorn aanvankelijk ook in de com missie zat; het is jammer dat hjj er uit is gegaan. Hoofdstuk X. Landbouw. 193. Subsidien ten behoeve van de veeteelt. f 37,50. Hoofdstuk XI. Handel en nijverheid. 196. Subsidien voor openbare middelen van vervoer. 940. 197. Subsidie aan werkloozenkassen. 500. 198. Kosten van de districtsarbeidsbeurs en van de intercommunale arbeidsbemidde- ling. 250. 199. Kosten ter zake van verzekering, pensionneering enz. van ambtenaren en be- ambten. f 45. 200. Premien en andere kosten van mark- ten. f 200. Hoofdstuk XII. Belastingen. 208. Kosten van toezicht op en invorde- ring van plaatselijke belastingen. f 50. 209. Teruggave van belasting. f 25. 210. Uitkeering aan het rijk van het aan- deel in de kwade posten, wegens de directe belastingen. 5000. 211. Belooning der schatters en herschat- ters van de huurwaarden der -localiteiten, waarvoor vergunning voor den verkoop van sterken drank in het klein is verleend. f 10. 2. Grondbedrijf. 215. Rente van geldleeningen ten laste van hoofdstuk XIII 2 komende. f 460,42. 216. Aflossing van geldleeningen ten laste van hoofdstuk Xin 2 komende. f 1500. 3. Gasbedrijf. 218. Kosten ter zake van verzekering. pensionneering enz. van ambtenaren en be- ambten. 2672,57. De heer CLAESSENS stelt voor de jaar- wedde van den directeur te bepalen op 3650, vrij vuur en licht. De VOORZITTER merkt op, dat dit te pas komt bij de begrooting van het gasbedrijf. 219. Rente van geldleeningen ten laste van hoofdstuk XIII 3 komende. 20.306,56. 220. Aflossing van geldleeningen ten laste van hoofdstuk XIII 3 komende. f 13.725. 4. Vleeschkeuringsbedrijf. 222. Kosten ter zake van verzekering, pensionneering enz. van ambtenaren en be- ambten. f 545. Hoofdstuk XIV. Kasvoorzieningen 225. Voorschotten aan ambtenaren der gemeente, ten einde daaruit voorloopig kleine betalingen ten behoeve der gemeente te doen, 505. 226. Rente te voldoen aan de bank voor Nederlandsche gemeenten. 100. Hoofdstuk XV. Overige inkomsten en uitgaven. 228. Onvoorziene uitgaven niet nader te specificeeren. f 50. Hoofdstuk XVI. Onvoorziene uitgaven. 229. Onvoorziene uitgaven. 3855,81. KAPITAALDIENST. Uitgaven Hoofdstuk III. Openbare veiligheid. 232. Batig slot overgebracht naar hoofdstuk I van den gewonen dienst. f 100. Hoofdstuk IV. Volksgezondheid. 234. Batig saldo overgebracht naar hoofd stuk I van den gewonen dienst. 174,83. Hoofdstuk VI. Openbare werken. 236. Batig slot overgebracht naar hoofd stuk I van den gewonen dienst. 17,09%. 7. Bijzonder gewoon lager onderwijs. 238. Batig slot overgebracht naar hoofd stuk I van den gewonen dienst. /101.69. Hoofdstuk XIII. Diensten als afzonderlijk bedrijf ingericht. 3. Gasbedrijf. 240. Batig slot overgebracht stuk I van den gewonen dienst. Hoofdstuk XVI. Geldleening. 242. Batig slot overgebracht stuk I van den gewonen dienst. INKOMSTEN. Hoofdstuk I. Vroegere diensten. 1. Batig slot van den gewonen dienst vol- gens de laatst-vastgestelde rekening, voor zoover daaraan niet reeds eene bestemming is gegeven. f 19.901,87%. 2. Achterstallige inkomsten van vorige dienstaren. Memorie. 3. Batige sloten vaq_ den kapitaaldienst overgebracht van die hoofdstukken. 894,42«. Hoofdstuk II. Algemeen beheer. 5. Uitkeering van het rqk, overeenkomstig de artt. 1 tot en met 9 der wet van 24 Mei 1897. 7544. 6. Uitkeering van het rijk, overeenkomstig art. 10 der wet van 24 Mei 1897. 600. 7. Secretarie-leges en rechten van den burgerlijken stand. 350. 8. Rechten ingevolge het vuurwapen- reglement. Memorie. 29. Verhaal van bijdragen voor eigen en weduwen- en weezenpensioen ingevolge art. 36 der pensioenwet. f 870. 37. Vergoeding van de bedrijven in de kos ten van verzekering, pensionneering enz. van ambtenaren en beambten. Memorie. 39. Restitutie van te veel betaalde kosten van verzekering tegen ongevallen. Memorie. Hoofdstuk III. Openbare veiligheid. 51. Verhaal van pensioensbijdragen. 216,05. 54. Opbrengst grasland der schietbaan. 5. 55. Opbrengst gebruik der schietbaan. Memorie. 56. Terugbetaling van het Centraal Be heer wegens te veel betaalde premien. Memorie. Hoofdstuk IV. Volksgezondheid. 74. Teruggave van kosten van ontsmetting voor zoover niet onder andere artikelen val lende. Memorie. 75. Aandeel in het batig slot van den keu- ringsdienst ingevolge de vleeschkeuringswet der gemeente. Memorie. 76. Verhaal van pensioensbijdragen. /0,70. 77. Opbrengst van den verkoop van drink- water. 25. Hoofdstuk V. Volkahuisvesting. 88. Renten en aflossing van voorschotten, verleend in het belang van de verbetering der volkshuisvesting. 12.765, 89. Bijdragen van het rijk, krachtens art. 38, derde lid der woningwet. f 4200. Hoofdstuk VI. Openbare werken. 95. Marktgelden, wik-, weeg- en meetgel- den. 60. 100. Heffing voor het gebruik van het slaohtlokaal. 25. 101. Opbrengst van tollen op wegen, vaar- ten, sluizen, veren en andere werken of in- richtingen. Memorie. 102 Begrafenisreehten. Memorie. 103. Rechten wegens door den gemeente- lijken reinigingsdienst verstrekte diensten. Memorie. 104. Terugontvangst van kosten van ver- stratingen ten behoeve van de bedrijven en van derden. f 1000. 105. Opbrengst van boomen, staande aan openbare wegen. Memorie. 106. Opbrengst van den verkoop van oude materialen enz. Memorie. 107. Verhaal van pensioensbijdragen. f 262,38. 108. Ontvangsten ter zake van de beer- ruiming. f 750. Hoofdstuk VII. Eigendommen, niet voor den openbaren dienst bestemd. 125. Huur van huizen en andere gebou- wen. f 175. 126. Huur of pacht van landerijen. 150. 127. Cijnzen en erfpachten. f 165,05. 128. Recognition ter zake van vergunnin- gen. f 21. 129. Renten van kapitalen. 100. 130. Opbrengst van den verkoop van oude materialen. Memorie. Hoofdstuk VIII. Onderwijs, kunsten en wetenschappen. 2. Openbaar gewoon lager onderwijs. 136. Schoolgelden. 800. De heer VAN DE BILT herinnert, dat er vroeger een schoolgeldregeling was, volgens welke, indien er meer kinderen uit hetzelfde gezin gingen, het bedrag voor die verdere kin deren minder werd. Het zal misschien moei- lrjk zijn, om dit nog dezen keer veranderd te krijgen, maar spreker zou toch gaame zien, dat door Burgemeester en Wethouders een voorstel w werd ingediend om weer tot die oude regeling, die men nooit aan den kant had moeten zetteil, weer in te voeren. De VOORZITTER merkt op, dat hierover het vorig jaar reeds is gesproken door den heer Dieleman. Spreker heeft toen gezegd: wacht nog een beetje, met het oog op de verwacht wordende wetswijziging. Deze is naar hoofd- 437,50. naar hoofd- f 62,50.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1928 | | pagina 6