ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANPEREN. No 8302 Vrijdag 23 November 1928. 68e Jaargang, Tweede Blad. "bTITn e n lTn d. Feuilleton-vertellingen. ABONNfMENTSPBIJS: Dit Wad verschijnt iederen Maanctaq-, Woensdag- en Vrijdaqavond. BRABANTSCHE BRIEVEN. GEMEENTERAAD VAN AXEL. INGEZONPEN MFDF.I JBKLINGFN „DRAGON" ..CLOCHE" N92 NEUZENSCHE CO U RANT Terwille van een soepele regeling bepaalt de wet zich tot het aangeven van enkele richtlij- nen. EEBSTE KAMER. Vergadering van Donderdag. Am de orde is het wetsontwerp houdende b«palin,gen inzake de belasting op nalaten- scoappen en schenkingen van Nederlanders in het buitenland. De heer l>e Vos van Steenwijk (c.h.l is voor- stander van dit ontwerp. Het is buitengewoon onrechtvaardig zich door vlucht naar het bui- tenland aan burgerplichten te onttrekken. De heer Van Lanschot (r.k.) gevoeit weimg q£ xiets voor het ontwerp* dat z.i. oiubiliijk is tegen hen, die am andere reden dan belasting- vrees naar het bui tenland gingen. Het ontwerp is te kort voor tafellaken en te lang voor servet. De heer Slingenberg (v.d.) sluit zich aan b(j den heer Van Lanschot. Het beginsel van dit ontwerp is bij amendement te Geneve ver- worpen. Het ontwerp is in strijd met een bil- lijke belastingheffing. Voor den heer Van Wassenaer van Catwijck (c.h.) zijn de bezwaren tegen het ontwerp grooter dan het geringe voordeel voor de schatkist. Het gaat in tegen de uitspraak van Geneve. De heer Gelderman (lib.) acht het onbillijk tegenover Nederlanders, die om andere dan fiscale redenen naar het fouitenland verhuisden. De heer Wibaut (s.d.) zal gaarne voorstem- men. Het ontwerp heft een bestaande onge- lijkheid in onze belastingwetgeving op. TWEEDE KAMER. Vergadering van Donderdag. Voortgezet wordt de behandeling van de be- grooting van arbeid, hand'el en nijverheid. De heer Van Voorst tot Voorst (r.k.) juicht geleidelijke bescherming van de landarbeiders toe. De heer Bakker (c.h.) meent, dat uitbreiding van de arbeidsinspectie de klachten over de alechte toepassing van de Arbeidswet niet kan voorkomen. Hij wenscht de uitvoering in han- den te leggen' van bedrijfsorganen en meent, dat de arbeidstijd' niet eenzijdig nationaal kan worden inigekrompen. De heer Van Rappard (lib.) vreest grootere tekorten van de ziekenfondsen bij invoering van het verplegingsbesluit. De heer Kersten (S.G.P.) bepleit meer Zon- dagsrust en voorzichtige uitvoering van de ar beidswet voor de landibouwbedrijven. De heer Kuiper (r.k.) dringt aan op spoedi- ge totstandkoming van een werktijderabesluit voor winkels en critiseert de stijging van het aantal overwerkvergunningen. De heer Smeenk (a.r.) spoort aan tot spoed met wijiziging van de stuwadoorswet. Minister Slotemaker de Bruine zegt, dat een wekelijksche rustdag voor chauffeurs en toon- kunstenaars binnen weinige maanden zijn be- siag zal krijgen. Inzake de overheidsvergunmngen merkt spreker op, dat 92 procent van alle inrichtm- gen geen overwerkvergunningen hebben ge kregen. WELDADIGHEIDSPOSTZEGELS. De z.g. kinderpostzegels en kinderbriefkaar- ten zijn, men mag zeggen gelukkig, ook in ons land een telkenjare terugkeerend verschijnsel geworden. In ons land zijn in 1923 de eerste twee wel- dadigheidspostzegels verschenen, waarvoor wij- len Jan Toorop de teekeningen maakte. Het daarop volgende jaar werden, de drie zegels met de kinderkopjes uitgegeven, welke men zich nog wel zal herinneren in de jaren 1925, 1926 en 1927 werden voor hetzelfde doel resp. drie, vier en vier zegels met de wapenis onzer provincies in omloop gebracht, en ditmaal zul- len er weer vier postzegels en twee series briefkaarten zijn. Zooals reeds eerder werd medegedeeld, zul- len de zegels de beeltenissen vertoonen van groote mannen: Boerhave, den beroemden Leidschen professor in de geneeskunst (1668 1738), Christiaan Huijgens, wis- en natuur- kundige, die o.m. het slingeruurwerk uitvond (1629—1695); den kort geleden ontslapen we- reldvermaarden professor Lorentz (1853 1928), en den Maastrichtsen. natuurkundige en hoogleeraar Minckelers, die het lichtgas uit vond (17481824). Op alle zegels zal de aan- wijzing „voor het kind" voorkomen. De waarden zijn ditmaal 1,5, 5, 7,5 en 12,5 cent, de verkoopprijzen 2,5, 8, 10 en 16 cent. Zooals men weet komt het verschil ten goede aan tal van vereenigingen werkzaam op het geJbied van de kinderbescherming. Nieuw is, dat deze zegels thans ook gebruikt mogen worden ter voldoening van de gelden, aan de posterijen verschuldigd voor frankeers- abonnementen. Zij die hiervan gebruik maken, zullen dus niet alleen het goede doel d'ienen, maar bovendien die gestempelde postzegels in heele vellen en gedeelten daarvan terugontvan- gen. Deze hebben natuurlijk philaletische waarde. De twee series briefkaarten, naar schilde- rjjen van Frans Hals en van Jan Veth, oude en nieuwe kunst dus, zijn mooi van uitvoering. Elke serie van 6 stuks kost 35 cent. Ook van de series van vorige jaren zullen nog brief kaarten verkrijgbaar zijn. De uitgifte geschiedt van 10 December tot 10 Januari. HERZIENING DER GEMEENTEWET. Met intrekking van het ontwerp-Ruijs heeft Minister Kan een nieuw ontwerp tot herziening van de gemeentewet ingediend. Er is echter uit dat oude ontwerp veel overgenomen, o.a. de benoembaarheid van vrouwen tot burgemees- ter en secretaris. Maar in een opizicht is het nieuwe voorstel geheel anders dan het oude, n.l. wat betreft de samenwerking van gemeenten, en de ver- eeniging en splitsing ervan. Wat die samenwerking betreft. is dwang uitgesloten en is de privaatrechtelijke vorm (stichting of vennootschap) alleen toegelater als die vorm zich daar in het bijzonder voor eiigent in verband met het te regelen. belang. Ulvenhout, 20 Nov. '28. Menier, Wa-d-'nen sturm is me da van deus week gewiest, he! Heel de me- deme arsjietec- tuur is omge- waaid! Want as ge de kraanten d'r goed op na- leest, dan zijn 't allemaal spik- splintemuuwe huizen en viela's die de stiirm uit mekaar ee gebla- zen. In Gouda zijn effetjes twalef van die bouw- sels tot „luchtkasteel" verheven. In Amster dam zweefden in ebn straat, n nuuwe straat, amico, alle veranda's gelijk weg. Een z6n dingeske piepte-n-'m van n derde etazie en kwam terecht bij d'n overbuurman in z'n bed. In Enkhuizen gong 'n viela tot poeier, ok 'n nuuwe, en de viela ,,Aakster- nest" in Den Haag, ok zoo goed as pas- gebakken, veranderde in 'nen eksternest! En as ik alle weggestoven modeme-arsjietekten- kuren moes opsommen, dan was jouw kraant te klein, amico. Ik zal 't dus bierbij maar laten, want jouw kraant is ok nie in de wereld geschupt om as prullenmand te dienen van de medhme kunst. Keb kennissen in de stad, die wonen ok in zo'n lief-medem-hartiestiek gedoeike en 't hiet: „viela teugeswoorig hiet alles viela", zooas elk getrouwd wefke: ,,mevrouw") Trenstop". Keb al geseet: „ge mot 't maar omkeeren! Dan bende dichter bij de waar- heid. As m'nen amico, die dan daar in die viela de „Potsnert" woont, 'n spijkerske in d'n muur slaat om 'n spiegeltje of 'n ander prul- leke d'r aan te hangen, dan spijkert ie z'n buurvrouw in d'r'k zal maar zeggen. rug. As 't 's nachts regent, lee-t-ie mee de pbrepluu-op in bed. As-t-ie niest, dan vallen bij de buurvrouw de poppekes van de schouw en as t'er 'n bietje wind staat buiten, dan i waait binnen brjna de illetrieke lamp uit. Z'n ramen staan dwars in den gevel en 't intee- rejeur is net geverfd as 'n bioscoop. 'n Gezel- lig huiske. As ge 'n bietje hard lacht, val 't behang, van d'n muur af en elke week mot ie 't gras knippen tusschen de spleten van d'n vloer. Zebben dan ok d'ren stofzuiger omgeruild veur 'n grasmaaimesjieneke. En as hier vandaag of mergen 'nen sturm komt spoken, zooas da-d-in-Holland langs de zee wel ge- beurt, nouw amico, dan waait de „Potsnert" zo6 zekers tot kruimeltjes, zoo zeker, as Trui d'r neus druppelt. Da's nouw 'n predukt (nie Trui d'r neus, horre!) .van de medeme kunst. As Piet d'n harsietekt 'n bouwvalleke ee neergekwakt, dan schrijft Jan: ,,Piet z'n leste kwakske is 'n openbaring." En as Jan d'n harsietekt zo'n kasteel ee gebrouwen, dan schrijft Piet: „Jan z'n brouwes! is 't leste wdreldwonder." En amico ze zijn op die manier beroemd nog veur d'r werk om- gewaaid is! Ze kunnen zeggen, wa ze willen; maar een zo'nen sturm doe meer veur de kunst as alle schoonheidskfmissies bij mekaren; wa gij? Maar laat ik er nouw maar over ophouwen, de arsjetektuur van de leste jaren is nouw brjmekare geveegd en "t wachten is nouw op 'nen muzekalen sturm die alle Jesbenden klst. Basta! Want anders zou m'n vel heelemaal vol zijn vodr ik oew nog wa verteld had van de rechtszaak waar 'k oew verleejen week over schreef. 't Liep dan hierover asda 'k 'nen haas z'n lichtje uit had geblazen op m'nen eigen grond, mee m'n eigen geweer en 'nen haas die gevoerd was mee mij eigen gruuntes. En toen 'k docht 'm nog eigener aan me te maken, deur 'm op 't vuur te zetten, toen gong ik op d'n bon veur strooperij. Affijn, om kort te zrjn, ik kreeg 'n uitnoo- diging ,uit naam van ons koningin zellevers, om ten 10 ure v.m. te verschijnen op 't trim- menaal. ,,Ik gaai mee", zee Trui. „Gij blijf thuis", zee ikke weer. „Ik heb nouw 'nen baas geschoten, grj hoeft er nog nie 'n paar bokken bij te schieten, want dan wor-et 'n schietpartij waar d'n wereldoorlog nog 'n klein beesje bij is en dan draai ik heelemaal de phrepluu in!" 'k Gong dus alleen. En ik was op tijd. 'k Docht as ze mij daar laten komen namens de koningin, dan mot ik op tijd zijn, want dan zullen daar ok wel medbl zijn. Maar jawel, da was al z66 mis. 'k Moest wachten in 'n kamer waar nog meer van die klaanten zaten, die d'r porsie kwamen halen. De masjesee, die mijn die loer gedraaid had, was er ok. „Zoo, Dre", zee-'t-ie, „gij kom zeker veur die strooperij?" „Bende nouw heelemaal besjokke", vroeg ik aan die beren- muts, „ik koom maar's kijken hoe gij 't zoo- al mokt teugeswoorig". ..Uitstekend", zeet-ie, i „uitstekend, dank je Dr<5". „Ge hoef me veur j m'n belangstelling nie te bedanken, beste i jongen", ging ik verder, „want da vin ik jammer genogt". En zoo, in aangenaam ge- sprek, was 't twalef uren veur ik 't wist, zoo gezellig was het en toen moes ik op de prop- pen komen. De deurwhbrder diende me-n- aan: 't gaat daar allemaal sjiek, amico. D'r waren 'nen president, 'n stuk of wa rechters, 'nen grifvier en 'nen officier. Maar zoo aan d'n buitenkant zien z'er allemaal net eender uit: 'nen zwarten soepjurk, 'n wit slabbeke en 'n zwart metrozenpetje op. „Ben je al eens meer vereurdeeld?" vroeg de president. „Nimme nie kwalek, menier de veurzitter", antwoordde-n-ik, da's gin vraag aan 'nen mensch die ge veur 't eerst von oew leven sprikt!" ,,Antwoordt", zee-t-ie. ,,Neee", zee ik. ,,Of, ja tdch, eenen keer pas en toen he'k levens- lang gekregen, meneer d'n Rechtbank. Ze begonnen allemaal te lacken. ,,De heeren zijn zekers ok allemaal getrouwd?" vroeg ik toen en de president z'n tarilleke viel toen van z n neus. Daar had ik op staan loeren, amico, want da ding stong n&t op t alleruiterste topke. ,,Mijnheer hihi de Griffier hiha leest u de hihahi de dagvaar- ding veur sielvoeplee zee-'t-ie toen. En die roefelde toen 'n stuk Nederlandsche taal af, amico, waar 'nen perfester in 't Neder- landsch gin touwke aan vast kos knoopen. „Is dat zoo?" vroeg toen Hi Ha weer. „As da-d-allemaal zeggen wil da 'k 'nen haas in z'nen raap heb geschoten, ja", zee ik: ,,Maar navenaant da jullie hier zoo kort en bondig aangeleed zijt as 'nen kurperaal van de infan- trie, konde da smoesje van d'n griffier ok wel 'n bietje vlugger en begrtjpelijker op pepier zetten, president." „Houdt je mond", vroeg-ie beleefd. „Ja Trui", zee ik. „Wat? Wa-a-at zeg je daer?" „Purdon president, maar as ik afgesnauwd wor, dan denk ik alt(j da m'n vrouw aan 't woord is!" De masjesee moest ok veurkomen. „Her- kent gij in dien verdachte, (da was ik) den- zelfde, dien gij hebt verballezeerd wegens stroooooperij, toenentoen?" vroegen ze aan 'em. En toen keek ie me aan van boven tot onderen of ie me nog nooit gezien had. „Jo, kek me nie zoo aan", zee ik, „ge wit best wie ge veur oew het, kemeediejant" ,,Zwijg, kerel!" riep Hiha weer en de grifvier z'n oogen zeeen: ,,ja Trui". Ik knipte n ogske naar 'm en hield m'nen mond dicht. Ik docht: as Hiha zbo gaat praten, ga-g-et mijn m'n centen kosten. D'n officier „vroeg" vijfentwintig gulden boete. „Wat heb je daarop te zeggen?" vroeg d'n baas toen. Ik zee: asda-et vijfen twintig pop teveul is! Dieen haas is van gin- mensch! En die frit mijn spullen op. As ik aan 'm vragen zou: menier de Haas zoude asteblieft bij d'n president van de Rechtbank de boel op willen gaan freten, dan zou ie da nie doen president, want 'nen haas wit ok wel waar ze 't beste opscheppen! Ik vraag dus vrijspraak." „Uitspraak heden over veertien daegen", zee-'t-ie toen en da wou zooveul zeggen as: huppel maar op. Keb tien gulden J'r uit overgehouwen, amico, en nouw schiet ik netuurlijk nooit nen haas meer. Nooit meer, kek maar naar m'n gezicht! Pst, stil zeg, wild-er eenen emmen veur de Kerssemus? Nie over zeeveren, amico, dan krijgd-er eenen. Of twee? Ok goed? Ik stuur er d'n president ok eenen, en diee masjesee krijgt „de vellen". Amico, ontvang, as altij, de beste groeten van Trui, en gin horke minder van oewen toe a voe DRA Vergadering van Dinsdag 6 November 1928, des namiddags 2 uur. (2. Vervolg.) Hoofdstuk in. Openbare veiligheid. 52. Belooning van de inspecteurs, dienaars en verdere beambten van politie, mitsgaders van de veldwachters. 3083,33. 53. Kleeding en uitrusting der politie- dienaars en veldwachters. f 250. 57. Reisgeld voor passanten en overige uitgaven der politie. f 100. 58. Belooning en premien aan brandmees- ters en brandspuitlieden. 720. 59. Onderhoud van brandbluschmiddelen en reddingsmiddelen. f 450. De heer 't GILDE had gaarne eenige toe- lichting op deze bedragen vernomen. De VOORZITTER kan die niet geven; htj kan alleen zeggen, dat de opperbrandmeester hem gevraagd heeft, die bedragen op de be- grooting te plaatsen. f 200 voor aanschaf- fing van slangen, 100 voor diverse aan- schaffingen en 150 voor onderhoud, samen 450. De heer 't GILDE wil het voorkomen, dat de kosten van jaar tot jaar hooger worden, en, als hij let op de uitgaaf in 1927, 1860,77, is het te voorzien, dat deze thans wel niet toereikend zal zijn. Er is destijds voorspeld, dat, als we een nieuwe spuit hadden aange- kocht, het goedkooper zou worden, maar als hij dan naar dat bedrag van f 1800 kijkt, ge- lijkt het er niet naar. De VOORZITTER merkt op, dat die hooge uitgaaf over 1927 in verband staat met de aanschaffing van de nieuwe auto-motorspuit. De heer 't GILDE meent dat daarvoor toch hier geen post op de begrooting kon staan. De heer OGGEL w(jst er op, dat toen grootere en sterke slangen moesten worden aangeschaft, voor de nieuwe spuit. De heer 't GILDE meent, dat dan den raad een rad voor de oogen is gedraaid. Er is toen toch een bedrag genoemd, dat voor de spuit moest worden uitgegeven. Hoe komt het dan dat er hier op „onderhoud" nog een post staat? De heer OGGEL wijst er op, dat dit was voor het aankoopen van de nieuwe slangen. Nu wordt toch op denzelfden post ook weer een bedrag voor aankoop van slangen uitge- trokken De heer 't GILDE: Er is indertijd meege- deeld, dat de kosten voor aanschaffing der auto-motorbrandspuit 6200 zouden bedragen, maar dat is dan naderhand 8000 ge worden. De VOORZITTER brengt ook onder 't oog dat die meerdere kosten waren voor aankoop van slangenmateriaal. De heer 't GILDE blijft vinden, dat dit dan hier niet op zijn plaats stond. De heer OGGEL voert daartegen aan, dat het er nu weer staat. De heer 't GTLDE heeft de opmerking ge- maakt in verband met 't in uitzicht gestelde goedkooper worden, waarvan hij niet veel ziet. De VOORZITTER merkt op, dat het ook moeilijk goedkooper kan worden dan vroe- ger, aangezien men nu over 2 motorspuiten beschikt en vroeger maar een. De heer 't GILDE vraagt, of in dezen post ook kan worden begrepen het aanschaffen van reddingsmateriaal bij brand enz. Hij wijst er op, dat op het terrein bij den heer Bakker de jeugd beschikt over een primi- tieve badgelegenheid. Hij zou er eigenlijk wel voor gevoelen om van gemeentewege ook in de badgelegenheid zelf te voorzien. Zou het echter niet mogelijk zijn om te zor- gen, dat er op dat terrein met het oog op een ongeval reddingmateriaal aanwezig was. Men zal dan op die wijze misschien den put dempen v66r het kalf verdronken is. Hij acht dit in het helang van de veiligheid en de volksgezondheid, en verzoekt Burgemees- ter en Wethouders daaraan hunne aandacht te willen schenken. De heer VAN DE BILT wijst er in dit verband op, dat ook des winters bij ijsgang op de kreek reddingsmiddelen aanwezig be- hooren te zijn. De VOORZITTER deelt mede, dat er in den winter voor gezorgd wordt, dat er een groote ladder en dreggen aanwezig zijn en ook touwen. Den gemeenteopzichter wordt op- gedragen daar met de gemeentewerklieden voor te zorgen. 60. Onderhoud van brandweerkazemen en brandspuithuizen. f 100. 61. Onderhoud der lantaarns en verdere kosten der verlichting. 4000. De heer 't GILDE acht het wel noodig, dat door den voorzitter hierop een nadere toelichting wordt gegeven, aangezien door een besluit der Gascommissie in zake de be- diening der lantaarns wel een belangrijke wijziging van den post noodig zal zijn. De VOORZITTER deelt mede, dat in de vergadering van de Gascommissie is beslo- ten, nagr aanleiding van de daaromtrent in- gekomen gewettigde klachten, in de buiten- wijken de automatische ontsteking af te schaffen en is den directeur opgedragen met spreker eens te komen overleggen en daar voor een andere regeling te treffen. Spreker heeft den directeur nog niet gesproken, maar hij gelooft niet, dat het bedrag der begroo ting hiervoor zoo'n ingrijpende wijziging zal behoeven te ondergaan, aangezien dat niet zooveel meer zal kosten, doch hij acht het met het oog op de te nemen maatregelen beter, dit bedrag thans niet in het openbaar te zeggen. De heer VAN DIXHOORN merkt op, dat hieruit dus blijkt, dat er aan gewerkt wordt om de lantaarns op tijd te doen branden. De heer P. DE FEIJTER herinnert, er reeds meer dan eens gesproken te hebben over de slechte verlichting in de buitenwij ken; daarin is nog geen verandering ge- komen. Het komt nog steeds voor, dat over dag lantaarns staan te branden, terwijl ze 's avonds als het donker is, uitgaan. Dit is aanstootelijk voor iedereen die dat over dag waameemt, bet is schadelijk en ten slotte ongerieflijk voor hen die in het donker blij- ven zitten. Hij zou dat zoo spoedig mogelijk verbeterd wenschen te zien. De VOORZITTER deelt mede, dat de Gas commissie den directeur heeft aangeschre- ven, dat zij de bestaande regeling voor het ontsteken en dooven der lantaarns in de bui- tenwijken met 1 November wenschte be- eindigd te zien. Die brief is geschreven 23 October 1.1. en er is ook mededeeling van ge- daan aan Burgemeester en Wethouders. Spreker heeft den directeur nog niet bij hem gehad. De heer P. DE FEIJTER zou wenschen, dat die zaak dan maar geregeld werd buiten den directeur der gasfabriek om. De heer DIELEMAN meent, dat er hier een heelen boom opgezet wordt, die best achterwege kan blijven. Al staan er over dag lampen te branden, dan is het nadeel daarvan toch niet z66 ingrijpend. Indien 5 iantanrns 10 uur voor niets branden komt dat op een nadeel van 27 cent per dag. Er is misschien geen gemeente, met gasverlkhting, waac men geen automatische ontsteking gebruikt, doch de lantaarns moeten worden nagezien. Het teveel branden kost echter zoo goed als niets. Het bevreemdt aan spreker, dat de directeur niet tegenwoordig is geweer,t in de vergade ring der Gascommissie en dat hem hierover geen advies is gevraagd. Het is een zeer be langrijke zaak, welke eerst met hem had die nen te worden besproken en het is ook geen manier om den directeur te gaan aanschrij- ven, dat hij er daarna met den voorzitter over moet komen spreken. Naar sprekers oordeel behooren Burgemeester en Wethouders en de Gascommissie hun besluit in te trekken en op- nieuw te vergaderen en daarin opnieuw het advies van den directeur te vragen. De heer P. DE FEIJTER kan zich daarmede niet vereenigen en kan niet toegeven, dat de Gascommissie in deze te hard van stapel ge- loopen is. Er is daarover al zoo dikwijls ge sproken, dat het nu tijd wordt, dat er eens een oplossing komt. Dat kan in geen geval zoo blijven. Het nadeel moge dan al een kleine post zijn, dahr gaat het niet over, maar de inrichting voldoet niet aan de eischen. De VOORZITTER geeft te kennen, dat er ten deze noch bij Burgemeester en Wethou ders, noch b(j de Gascommissie bijzondere be- doelingen voorzitten, een zoodanige ver- dachtmaking moet hij terugwijzen. Het eenige wat de Gascommissie wenscht is, dat de di recteur zal zorgen, dat de lampen branden op tijdstippen, dat zulks noodig is. Vroeger werd de controle op de straatlantaams uitgeoefend door de gemeentewerkmenschen. Het ging toen niet goed en als daarover met den direc teur der gasfabriek gesproken werd, gaf deze te kennen, dat die regeling niet deugde, dat de controle behoorde te geschieden door per- soneel waarover hij zelf zeggingschap had, dan zou het in orde komen. Burgemeester en Wethouders zijn hem daarin geheel tegemoet gpkomen, hij heeft alles gekregen zooals hij het wenschte, zoodat het nu ook in orde zou behooren te zijn. Dat blijkt evenwel, zooals iedereen herhaaldelijk kan opmerken, nog niet het geval. Spreker trekt zich daarvan nu echter niets meer aan; hij heeft het mogelijke detects ZwareShaqtabah detects ZwareShagtabah Eenfqsi fobrfkanie. M.V.J GRUNO GROHINGEN ieaK*iGSijewB»x] aangewend om verbetering te bewerken en dit is niet gelukt; de raad kent dezen toestand. Burgemeester en Wethouders zijn er van op> de hoogte, maar spreker weet niet meer wat er aan gedaan moet worden De heer DIELEMAN wijst er op, dat er geen automatische ontsteking is zonder ge- breken. Hij meent, dat men met het nemen van een besluit beter had kunnen wachten, tot men nader met den directeur had gesproken, en meent, dat het niet aangaat zoo'n ingrij pend besluit te nemen, zonder daarover eerst eens met het hoofd van den dienst te spreken. Hij dringt er b(j vemieuwing op aan nogmaals te vergaderen om deze kwestie te behandelen. De VOORZITTER gevoeit daar niets voor; er behoeft in deze geen advies meer aan den directeur gevraagd te worden; deze is van den toestand volkomen op de hoogte, er is her haaldelijk over gesproken, maar hij doet niets. De Gascommissie heeft het d&arom noodig geoordeeld nu zelf in te grijpen. De heer DIELEMANHij was toch van het nemen van dat besluit niet op de hoogte? De VOORZITTER: H\j was van de feiten op de hoogte, herhaaldelijk zijn de klachten ter zijner kennis gebracht, hij behoort dan de zaak te verbeteren, doch als de betrokken per- soon dan niets doet, dient ten slotte het col lege dat de verantwoording draagt in te grij pen. Het genomen besluit is ter kennis van den directeur gebracht. De heer DIELEMAN merkt op, dat het toch een zaak is waarvan noch aan Burge meester en Wethouders, noch de Gascommis sie iets weten. De VOORZITTER: De directeur is her haaldelijk uitgenoodigd om over die klachten overleg te plegen. De heer DIELEMAN: Maar de laatste maal was hij er toch niet bij. De heer VAN DIXHOORN: De directeur behoeft daar niet bij te zijn, hij behoeft ook niet te wachten tot hij brieven krijgt om iets te verbeteren, doch hij behoort, wetende dat een of ander niet goed functioneert, eigener beweging te zorgen, dat de zaak in orde komt of daartoe voorstellen te doen. De heer 't GILDE acht ook het verwyt van den heer Dieleman aan het adres der Gascom missie niet op zijn plaats is. Deze heeft ge- tracht vodr den winter de verlichting in orde te krijgen en heeft, aangezien dit op andere wijze niet voor elkaar bleek te komen. be- proefd dit te bereiken door zelf in te grijpen. De heer CLAESSENS wijst er op, dat de nieuwe ovens nu klaar zijn en deze van zelf in den aanvang ook bijzondere controle be hoeven. De directeur kan niet alles tegelijk nagaan. De heer J. DE FEIJTER betoogt, dat dooi verschillende personen getracht wordt, de zaak te bemantelen, doch men moet er maar open- lijk voor uitkomen: de automatische ontste king is eene mislukking. Branden de lantaarns over dag, dan gaan ze juist des avonds uit. Spreker zou aan Burgemeester en Wethouders juist den wenk willen geven, den directeur over zijn tekortkoming in deze eens emstig te onderhouden. Men moet dit niet steken op de nieuwe ovens, want die toestand is al lang bekend. De Gascommissie en Burge meester en Wethouders hebben niets tegen den directeur, doch hij moet doen wat hem is opgedragen en spreker zou het betreuren in dien hij ten deze ging zeggen niet mede te werken. De heer VAN DE BILT zou er voor zijn, de automatische ontsteking maar aan den kant te doen, ze hebben die nergens, of ze moeten een man uitsturen om de lantaarns te contro- leeren of ze al of niet branden. Maar dan is men er nog in, want men heeft geen waarborg dat, als de man een lantaarn die is blijven branden heeft gedoofd, die lantaarn, als iemand tegen den paal stoot, weer niet zal gaan branden en dan 's avonds op het tijdstip dat de lantaarns automatisch worden ontsto- ken juist uitgaat. De heer 't GILDE stemt toe, dat het een fiasco is en opruiming der automatische ont steking een radicale oplossing zou zijn. De VOORZITTER zou ten deze ontraden een onvoorzien besluit te nemen, maar voor de buitenwijken zal een andere regeling getrof- fen worden. De heer DIELEMAN brengt de verlichting op de Sassing ter sprake; daar begint de straatverlichting minstens een paar weken te laat te branden. Het moge dan nog op tijd zijn voor de andere buitenwijken, maar op de Sassing is het wel een paar weken eerder noodig in verband met het aldaar lossen en laden van schepen. De VOORZITTER zal deze opmerking ter sprake brengen bij Burgemeester en Wethou ders en de Gascommissie. De heer OGGEL merkt op, da.t, indien zoo iets door belanghebbenden ter kennis van Bur gemeester en Wethouders werd gebracht,

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1928 | | pagina 5