0
PUROL
Dim- en Sch&akrubriek.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
Gesprongen
Handen
N G E
0 N D E N
KEDEDEE
In Rotterdam, de groote werkstad, weet ook de huisvrouw hoe
haar werk het best gedaan moet worden. Ai wordt het waschgoed ook nog
zoo gauw vuii, zij krijgt het schoon met Sunlight Zeep.
Z.EEP
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN.
Wit Zwart
B. Springer. W. C. J. Polman.
1. 3228 1923
Het theoretische antwoord is 1823. De
tekstzet wordt vaak door Weiss en Keller
toegepast en is zeer wel speelbaar, indien de
voortzetting goed is.
2.
28X19
14X23
3.
37—32
10—14
4.
34—30
14—19
5.
30—25
17—21
te beletten, dat wit na 25X14 en
voortzet met 3328. Er zou dan
19X10
21—27
de politie een Hongaar en zijn vriendin aan-
gehouden. De Hongaar bekende en zeide,
dat hij op een der pleinen een heler zou ont-
moeten. Onder politiegeleide werd hij naar
het plein gebracht, doch daar wist hij aan
zijn geleide te ontkomen en in de Seine te
springen. Men vond hem terug in een boot,
onder een hoop linnengoed. Alvorens naar
het Huis van Bewaring te worden overge-
bracht, deelde hij mee, dat de koopman, die
hem had aangegeven, zich schuldig maakte
aan handel in onzedelijke afbeeldingen. De
politie stelde een onderzoek in met het gevolg,
dat de aangever thans eveneens in het Huis
van Bewaring zit.
VERSTOORD LIEFDADIGHEIDSFEEST
TE ATHENE.
Trjdens' een liefdadigheidsfeest te Athene is
een podium ingezakt, waarop hooggeplaatste
persoonlijkheden gezeten waren. De burge-
meester van Athene, de metropoliet, de
aartsbisschop van Chalcis en drie vrouwen
werden licht gewond.
ZES MENSCHEN VERDRONKEN.
Op het meer van Zurich is tengevolge van
den storm een motorboot omgeslagen. Zes in-
zittenden zijn verdronken. Alleen de bestuur-
der kon zich redden.
FAMILIEDRAMA.
Men meldt uit Berlijn:
Te Hermdorf bij Berlijn heeft zich Zater-
dagnacht een vreeselijk familiedrama afge-
speeld. De 46jarige timmerman Hartmann,
die door zijn vrouw was verlaten en met 7
kinderen was achtergebleven, draaide uit-
wanhoop de gaskraan in zijn woning open.
Toen de buren Zondagochtend in zjjn woning
binnendrongen, was Hartmann reeds dood; de
kinderen konden alien worden gered.
De eerste vrouw van Hartmann was twee
jaar geleden gestorven en met elf kinderen
was hij aan de grootste zorg overgeleverd.
Verleden jaar was Hartmann, kort na den
dood van zijn eerste vrouw, voor de tweede
maal getrouwd, maar dit tweede huwelijk
was zeer ongelukikg. Ongeveer twee maan-
den geleden verliet de vrouw den man en liet
hem zeven kinderen achter; de drie overige
had Hartmann reeds vroeger uitbesteed. Sinds
Hartmann door zijn vrouw was verlaten
werkte hij niet meer maar kwam elken avond
dronken thuis.
Zaterdagnacht om half een hoorden de
buren hem nog, een paar uur later stond het
jongste kind op om water te gaan drinken en
vie! bewusteloos neder. Om zeven uur stond
een der andere kinderen op en begaf zich naar
de keuken waar het zijn vader vond. Hart
mann lag op den grond met de gasslang in
zijn mond. Het kind wekte terstond den
oudsten broeder die er nog met moeite in
slaagde het venster te openen en om hulp te
roepen. De buren alarmeerden toen de brand-
weer en de politie. In een brief dien Hart
mann had achtergelaten schreef de ongeluk-
kige te hebben besloten met zijn kinderen in
den dood te gaan daar zijn tweede vrouw hem
had verlaten en het huishouden had verwaar-
loosd en hem bovendien geheel had gerui-
neerd. Hartmann was volgens het algemeene
oordeel een goed vader, die hart voor zijn
kinderen had. De kinderen zullen thans in
een weeshuis worden opgenomen.
FILMNIEUWS.
Charlie Chaplin is bezig aan een nieuwe
film „City Lights", die begin 1929 haar pri-
miere zal beleven. Het is een klankfilm,
Charlie zelf, in de rol van een landlooper, zal
echter niet spreken. De vrouwelijke hoofdrol
is die van een blind meisje. Volgens Chaplin
weigerde Mema Kennedy de rol, die nu ge-
speeld wordt door een bekende figuur uit de
socity van Chicago, Virginia Cherril, het
dochtertje van een millionair. Chaplin zelf
voert de regie, hij schreef ook het scenario
en den dialoog. Voor den export wordt een
zwijgend exemplaar gemaakt.
WEER CHICAGO.
Chicago is vermaard om zijn beesten en
boeven. De beesten zijn dan de millioenen
stuks vee die er in de groote slachterijen
worden gedood en tot ingemaakte vleesch-
producten van allerlei aard worden verwerkt.
De boeven zijn zij, die, veelal in benden ver-
eenigd, met onwettige praktijken den kost
„verdienen" en daarbij in voortdurende
vijandschap leven met politie en justitie,
maar ook met elkaar. Dit laatste vooral
geeft aan Chicago zekere beruchtheid. De
veeten tusschen de benden boosdoeners hou-
den veeal verband met smokkel-rivaliteiten.
En dan gaan dikwijls de revolvers van zelf af.
En niet enkel de revolvers; ook de machine-
geweren. In den avond van Vrrjdag hebben
moordenaars zekeren heer G. Clay doodge-
schoten, toen deze nog laat alleen op zijn kan-
toor zat te werken. De man zat in het helle
schijnsel van de kantoorlamp boven hem. Hij
was van buiten goed te zien, en werd doodge-
schoten door lieden die buiten op de stoep
stonden. Het onderzoek leerde, dat de daders
zoowel een jachtgeweer als een machinege-
weer hebben gebruikt.
De daders ontkwamen in een auto. Men
heeft geen spoor van hen gevonden.
Welk een mooi begin-gegeven voor een
bloed-en-donder-f ilm
GEVANGENEN ONTSNAPT EN WEER
INGEREKEND.
Te Graudenz (Polen) zijn 16 misdadigers
uit het tuchthuis ontsnapt. Maandenlang zijn
zij voor hun bevrijding aan het werk ge-
weest en zij hebben daartoe met hun handen
een 18 meter langen onderaardschen gang
gegraven. Na hun ontsnapping hebben zij
twee overvallen met berooving gepleegd.
Eenige van hen zijn reeds weer in hechtenis
genomen.
DAMMEN.
C.
Na de fraaie partij van de vorige week
thans een vuurwerk-partijtje, dat voor de
studie van het damspel van groote beteeke-
nis is.
Om
19X10
21 26 volgen!
6. 25X14
7. 31—26!
Misschien is di^ wel het beste. Zwart
krijgt nu echter een moeilijk te behandelen
stelling, zooals dra blijken zal.
8. 32X21 16X27
9. 41—37 10—14
4641 14—19
40—34 5io
4540 1014
3530 1117
40—35 7—11
33—29! i_7
3731 1420
Vrijwel de eenige goede zet.
31X22 18X27
29X18 13X22
was gedwongen, daar na 12X23 wit
dam zou nemen door 3024, 3934, 3833
en 43X1. Waar evenwel door 1318, enz. de
dam wordt afgenomen, was na 12X23 nog
beter geweest 41—37 en Zwart staat heel
slecht!
41—37 8—13
37 31 19—23
38—33 9—14
4440 1110
was 2025 de aangewezen zet, om
direct verlies te ontgaan. Ook dan behoudt
wit groot voordeel door 30—24. Natuurlijk
kon 1218 niet wegens 3024 en 43X1.
Nu, na 1116, forceert wit schijfwinst
door een schitterende positie-combinatie, die
een treffend voorbeeld is van Springers door-
zicht in de partij.
23. 33—29! 13—18
Wel gedwongen, want op 4—9 of 3—9
neemt wit dam door 29X18, 3024, 3933
en 43X1. Evenmin kan 12—18 wegens 29—
10.
11.
12.
13.
14.
15.
16.
17.
18.
Dit
19.
20.
21.
22.
Hier
Om
noodig
ook in
gens 27
38.
39.
Dit verhaast het verlies.
schijf 28 te redden, was hier 1217
geweest. Wit komt dan niettemin
gewonnen stand door achtereenvol-
21, 41—37, 37—31 en- 38—32.
3833!
27X18
18—22
13X22
Zwart gaf hier meteen op.
Er dreigt n.l. 26—21, gevolgd door 2117.
Het was na afloop van deze wel buitenge-
woon fraaie en voor zwart zeer zware partij,
dat Polman de verzuchting slaakte: „Die
Springer vormt een klasse apart."
Inderdaad is dit niet ver bezijden de waar-
heid. Ieder van Springers partijen vertoont
in velerlei posities diep doordacht en brillant
spel, dat noodelooze risico vermijdt, maar het
geringste voordeeltje meesterlijk en genade-
loos uitbuit.
Oplosserswedstrijd.
Plaatsgebrek dwingt ons, de oplossingen
der eerste problemen te doen overstaan tot
de volgende week. We zullen dan tevens den
stand der oplossers geven met het behaalde
aantal punten. Inmiddels mochten we goede
oplossingen noteeren van: J. van Wijck, W.
Boogaard en G. de Blaeij, alien te Middel-
burg. L. Goedbloed Jr., A. A. Geensen en
Jac. Boogaard; alien te Vlissingen; D. Lu-
teijn te Oostburg; J. J. Almekinders te Sluis;
S. J. Boogaart te Zuidzande; J. Luteijn te
Groede; N. N. te Den Haag; J. Scheele te
Zaamslag; F. Haak en A. A. Riemens, bei-
den te Axel; D. Kaan, J. v. d. Heuvel, .Be
ginner J. Kaan Dz., A. -de Vriend A de
Zeeuw, P. v. d. Heuvel Jz„ F. Harms en J
P. Geensen, alien te Ter Neuzen.
Ter gelegenheid van onze lOOe rubriek twee
zeer mooie, maar moeiiijke problemen.
Wij zijn benieuwd, wie deze harde „noten"
kraken zal.
12, 13, 15, 16, 18, 19, 21,
Zwart: 9, 11,
23 en 26.
Wit: 20, 27, 28, 32, 33, 34, 37, 43 47
48 en 49.
Wit speelt en wint.
Wedstrgdprobleem no. 10.
Stand in cijfers:
Zwart: 7, 14, 17, 18, 19, 20, 24 en 30.
Wit: 15, 28, 29, 33, 35, 38, 40 en 47.
Wit speelt en wint.
Oplossingen v6or of op 10 December aan
J. J. Kaan te Sluiskil.
Correspondentie: J. Sch. te Zaamslag. Na
11 17 kan wit wel degelijk winnen!
L. G. Jr. te VI. U zult nog even geduld
moeten hebben. J J K
SCHAKEN.
Het probleem van den voorzet.
Dit is voor velen geen probleem. Zij spelen
even gaame met de zwarte als met de witte
stukken. Ook meesters. Doch deze om andere
redenen. Volgens Colle behoort het tot het
meesterschap dat men even sterk met Zwart
spele als met Wit. Bij goede spelers val-
len in dat opzicht zelfs verschillende ontwik-
kelingsperioden te constateeren. De eerste,
waarin zij uitsluitend met Wit den weg weten
en groote successen boeken; de tweede, waar
in zij ook de verdediging goed, soms met
voorliefde, leiden; de derde, waarin zij zich
omtrent den voorzet een eigen meening heb
ben gevormd en hem een positieve waarde
toekennen, deze niet meer overdrijvend, zoo
als in het eerste stadium, noch onderschat-
tend, zooals dikwijls in het tweede.
Dat de voorzet een bepaalde waarde bezit
is voor minder geoefenden aan de uitkomst
te zien, welke symetrisch spel oplevert
B.v. 1. e4, e5, 2. Pf3, Pc6, 3. Rc4, Rc5, 4.
Pc3, Pf6, 5. d3, d6, 6. 0-0, 0-0, 7. Rg5
Rg4? (noodig is Re6 of Pe7), 8. Pd5, Pd4'
Hierby twee getui
genissen van Rot-
terd. huisvrouwen
over Sunlight Zeep
5 415 -49
on of 3? "33' terwi-i1 °'P 23—28 eenvoudig
„13—19 en 12 X23 kan niet
33 en
wegens
43X1.
24.
Weer
25.
30—24 (19X30); 35X24, 39
Wedstrijdprobleem no. 9.
ZWART 12 3 4
39—33! 23—28
gedwongen, daar 3328 dreigde
29—23!
De ontknooping! Het is wel een verrassen-
de en meer dan geniale spelgang.
25.
26.
27.
28.
29.
43X21!
30—24
34X21
21—16
Stellig ware 12
nu krijgt zwart
stuk op 28.
30.
31.
32.
33.
34.
35.
36.
37.
31X22
42—38
50—44
44—39
36—31!
31—27!
47—41
40—34
18X38 meersl.
16X27
20X29
6—11
2227
18 en 712 beter, want
een moeilijk te verdedigen
17X28
2—8
8—13
3—8
14—19
4—9
19—24
12—12
WIT
De stand in cijfers is:
9. PXf6t, gXf6, 10. Rh4!, PXf3, 11.
gXf3, Rh5 (of anders), 12. Dd2! en wint.
Wanneer het spel niet symetrisch is, is dat
niet zoo duidelijk. In den warwinkel van
menige clubpartij, door den dichten sluier der
diepzinnige combinaties van talrijke meester-
partijen, bespeurt men van den voorzet weldra
niets meer. En toch is het steeds Wit, die
opgaat en op dat oogenblik het heft in han
den heeft!
De taxatie van dit voordeel is bg de diverse
meesters zeer genuanceerd. Zij heeft de
grootste uitwerking op hun stijl, hunne keuze
der opening e.d. Ja, niets anders dan het pro
bleem van den voorzet heeft de jongere gene-
ratie van meesters geinspireerd tot him
nieuwe openingen en hun „neo-romantischen"
st(jl! „Los van den dwang tot onmiddellijken
aanval, ons tot nu toe met Wit opgelegd!"
kon hun grondgedachte genoemd worden, toen
Julius Breyer op groote tomooien met 1. e3
begon en R. Rdti met 1. g3 een opening van
Zukertort heeft doen herleven. Vermijding
van direct contact met den vijand, opstape-
ling van krachten achter hun linies, uitbar-
sting van de actie op een door hen gekozen
oogenblik, veel gunstiger dan klassiek spel
meestal toelaat, was hun idee. Alle andere
verwikkelingen geen peulschil waren
voor hen slechts schermutselingen.
De oudere school, waartoe Lasker behoort,
ziet zulke nieuwigheden 3lechts als gevaarlijke
strategische valletjes aan, waar men door
„gezond" spel niet behoeft- in te loopen; al
wordt erkend, dat het gestelde probleem, om
tegen Nimzowitsj „gezond" te spelen en zijn
wonderlijke ,,ontplooilngen" te weerleggen,
buitengewoon moeilijk is.
Aljechin en Capablanca nemen het niet zoo
eenvoudig op met de waarde van den voorzet
als de oudere school en verschillen bovendien
van elkander in fundamenteel opzicht.
Eerstgenoemde staat op het standpunt, dat
alleen het aantal kansen om een winnend
voordeel te bemachtigen brj Wit grooter is
dan bij Zwart. Deze kansen waar te nemen,
zelfs te scheppen, is echter iets op zichzelf,
vrij onafhankelijk van het hebben van Wit of
Zwart. De kunst om te winnen heeft er
slechts een los verband mede, omdat eg
transcendent is, o.a. los van het schaken zelf
staat, en afhangt van psychologische en mo-
reele factoren van ongekend gewicht. Ook
deze hebben invloed op de keuze van het
oogenblik waarop tot een aanval, een terug-
tocht, als waarneming of schepping van een
winstkans, besloten wordt. Zij maken nu
eens het „bruskeeren" van een actie, dan weer
het vrijwillig afstand doen van terrein en
tijd (tempi) juist, tegen logische theorien in.
In dat opzicht is Aljechin geheel modern.
Hij verschilt echter van de neo-romantici
doordat hij in 't algemeen slechts binnen de
perken van klassiek spel... modern speelt.
Heeft hij eenmaal een voordeel bemachtigd,
dan werkt hij het technisch uit, zooals Capa
blanca. Om tot dat voordeel te komen, kiest
hij bij voorkeur varianten met een verhoogd
aantal kansen, onverschillig of hij Wit of
Zwart heeft. Vandaar zijn voorliefde tot de
Cambridge-Springs-variant, zijn vele tegen
vereenvoudiging gerichte zetten in het dame-
gambiet (o.m. a3 tegen Cambridge-Springs)
zijn nieuwe opening (1. e4, Pf6) zijn nieuwe
zet tegen het Fransch (na Pf6, Rg5, ReT, e5
Pd7, h4!) enz. enz. Men kan zeggen dat in
dien, van het cijfer 0 uit, +1 een in den kiem
gewonnen positie voorstelt, 1 een in den
kiem verloren stand, het gebied waarop een
partij remise blijft, tusschen 1 en +1 ligt
en (haast) 2 eenheden beslaat, waarbij in de
buurt van 1 de ongunstige, en dicht bg
1 de gunstige standen moeten worden ge-
dacht. Op dat gebied uitsluitend beweegt zich
Aljechin bij zijn pogingen om verwikkelingen
te scheppen, waaruit hij een winstvoordeel
tracht te bemachtigen. De voorzet ligt daar
bij boven 0, doch hij aarzelt niet schommelin-
gen over het geheele remise-gebied 1 tot
1) te bewerkstelligen, hij weze in de voor-
of nahand, hierbij geleid door de meest ult-
eenloopende motieven en waamemingen.
Geheel anders Capablanca.
Voor dezen is het schaakspel dood. Hjj
droomt van een technisch ideaal, dat zooals
alle idealen reeds een versteening is: Wit, in
het voordeel, begint, waagt niets omdat
hij dan slechter zou staan dan voorheen
en maakt geen fout. Zwart, in het nadeel,
pareert, maakt evenmin een fout, en houdt
remise! Dit zou „der Weisheit letzter Schluss"
zijn. Wij brachten reeds het bericht over, dat
Capablanca voomemens is om na zijn match
met Aljechin een boek te publiceeren, waar
in wordt aangetoond dat Zwart tegen alle
pogingen van Wit technisch remise kan hou-
den.
Men moge meer sympathie voor het stand
punt van Aljechin gevoelen en het betreuren,
dat een van de allergrootste talenten door zgn
ideologie gevaar loopt, zijn voile veerkracht
in te boeten; zeker is, dat wij aan deze
schaak-filosofie reeds vele mooie partgen
danken, die in hun eenvoud, him helderheid,
overzichtelijkheid en doorzichtigheid uniek
zijn.
Zoo ook de volgende partij, de eerste en
eenigste die Capablanca van Rubinstein won
en die beter dan welke redeneering de groote
waarde van den voorzet in het licht stelt.
Wit: Capablanca, Zwart: Rubinstein.
1. d4, d5, 2. Pf3, c5 (na de weerlegging,
die deze zet hier ondervindt, mag de toelaat-
baarheid er van worden betwgfeld), 3. dXc5,
e6, 4. e4, RXc5 (indien dXe4, dan DXd8,
KXd8, Pg5!), 5. eXd5, eXd5, 6. Rc5t (Wit
ontwikkelt zich van nu af gemakkelijk, Zwart
moeilijk. Zie Pge7 en Rg4. Bovendien is de
geisoleerde pion voor Zwart een bron van
zorg en tenslotte van verlies. Dat is een ge
isoleerde pion altijd, hij weze van de eigen
of van de tegenpartij, voor hem die niet
het initiatief heeft. Had Wit b.v. hier een ge-
isoleerden pion op d4, dan ware hij voor
Zwart gevaarlgk, het gevolg van Wit's voor
zet. Capablanca speelt dan ook de geheele
partij uitsluitend op verovering van dezen
pion, onderwijl enkele dreigingen uitvoerend.
Wanneer de d-pion valt is de partij uit), 6..
Pc6, 7. 0-0, Pge7 (er dreigde Tel), 8. F"bd2,
0-0 9. Pb3, Rb6, 10. Tel, Rg4, 11. Rd3
(dreigt RXh7f gevolgd door Pg5 en DXg4)
...Pg6, 12. h3, RXf3, 13. DXf3, Pcd5 (de
ressource van 10... Rg4), 14. Df5 (eenvou
dig en afdoende), PXd3, 15. DXd3, d4 (nu
oefent de pion een druk uit op de witte stel
ling. Bezat Zwart een klein tempo meer, dan
zou hij er wel voordeel uit halen. Doch hij
staat niet klaar, om den pion te helpen, ter-
wijl Wit voldoende tijd en nog juist genoeg
ruimte heeft om hem aan te vallen, resp. zijn
verdediging af te takelen.) 16. Rd2!, Df6, 17.
Te4, Tad8, 18. Tael, Dc6 (dreigt op tijd Ff4),
19. g3 (een zwakte, die er geen is, omdat de
strijd elders woedt), 19... Tfe8, 20. Ra5!
(de voor de verdediging waardevolle looper
op b6 wordt afgeruild), TXe4, 21. DXe4,
Pf8 (het paard komt de zwarte damevleugel-
pionnen steunen), 22. DXc6, bXc6, 23. Te7!,
Td5, 24. RXb6, aXb6, 25. Tb7, Pd7 (men
ziet dat 21... Pf8 juist berekend was), 26.
Tc7, Td6, 27. Tc8f!, Pf8 (het paard zit in de
knel, hetgeen een groote zwakte beteekent.
Zulke uitkomsten vormen de sterkte van zet
ten als 23. Te7), 28. Pd2, c5, 29. Pc4, Te6,
30. Tb8, Telt, 31. Kg2, g5 (er dreigde PXb6,
gevolgd door Pd7!) 32. a4! (Capablanca be-
heerscht dit soort eindspelen steeds volko-
men), Tal (indien Tel, dan Pa3!), 33. PXb6,
Kg7, 34. Tc8, Pe6, 35. Pd7, TXa4 (Rubin
stein weert zich zoo taai mogelijk), 86.
PXc5, Tb4, 37. Pd3, Tb5, 38. Kf3, h6, 89
b4 (het slot: de zwarte d-pion is tot het einde
toe zwak gebleven en wordt nu veroverd),
h5, 40. g4, hXg4, 41. hXg4, f6, 42. Tc4,
Kf7, 43. Pc5, Pd8, 44. Pb3! Zwart geeft op
Na Pe6 volgt Ke4...