ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANPEREN. No 8298. Woensdag 14 November 1928. 68e Jaargang. Tweede Blad. ABOHNIMIhlSFFUS: BINNENL AND. BUITENLAND. OEUENODE BESICHTEH. COURANT Binnen Ter Neuzen f 1,40 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen fr. per post f 1,80 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per postf 6,60 per jaar Voor Belgie en Amerika f 2,25, overipe landen /2,60 per 3 maanden fr. per post Abonnementen voor het buitenland alleen bi] vooruitbetaling. Dit blad verschijnt iederen Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond. •ajaf BEGROOTING VAN FINANCIEN VOOR 1929. Blijkens het voorloopig verslag der Tweede Kamer over de begrootinp van het departement van Financien vooi 1929 klaagden eenige leden erover, dat de be- handeling van bezwaarschriften tegen aanslagen in de inkomstenbelasting me- nigmaal op voor de betrokkenen weinig aangename wijze plaats heeft, welke voor- al grievend is voor hen, die naar beste weten en met zorg hebben boek gehou den. In dit verband werd tevens gewe- zen op het feit, dat dikwijls lange tijd ver- loopt eer op reclames tegen aanslagen in de inkomstenbelasting wordt beslist. Vele leden drongen bij herhaling aan op een spoedige herziening van de indee- ]ing der g6m66nten in klasssn. Zij zoud6n aan de herziening een dusdanig karakter willen g eg even zien, dat de laagste klas- 9en worden geschrapt en dat de bedragen beneden welke geen belasting naar de huurwaarde wordt geheven en waarmede de huurwaarde wordt verminderd, wor den verhoogd. Eenige leden bepleitten een wijziging van de wet op de personeele belasting in dien zin, dat koffiehuizen en restaurants niet langer voor de voile waarde worden aangeslagen. waardoor voor deze instel- lingen de personeele belasting een ver- kapte bedrijfsbelasting wordt. Eenige leden bepleitten afschaffing van de grondbelasting, welke zij onbillijk aciht- ten. Vele andere leden zouden daaren- tegen afschaffing ongewenscht achtten. vVel meenden verscheidene dezer leden een wijziging der wet op de grondbelas ting te moeten bepleiten in dien zin, dat die belasting zal worden geheven naar de werkelijke waarde. Eenige leden achtten het tarief der be lasting te hoog. Aangedrongen werd op verlaging van den gedistilleerdaccijns en op afschaffing van den accijns op geslacht. Vrij algemeen werd de wensch uitge- sproken, dat zal worden overgegaan tot een nieuwe partieele herziening van de Pensioenwet 1922. Wachtgeldregeling. Sommige leden wezen op den onvol- doenden steun, welke aan wachtgelders, in het bijzonder aan militaire wachtgel ders, wordt verleend bij hun streven naar het verkrijgen van een behoorlijke bron van inkomsten bij het verstrijken van den wachtgeldtermijn. Papieren geld. Verscheidene leden waren van mee ning, dat het papieren geld te lang in om loop blijft. Naar hun meening zou het aan beveling verdienen in dit opzicht het voorbeeld van Engeland na te volgen. Zoowel uit hygienisch oogpunt als in het belang der bestrijding van de fabricage en de uitgifte van valsch geld zou er alles voor te zeggen zijn, dat de Nederlandsche Bank alle bij haar inkomende biljetten zou vernietigen en dus uitsluitend nieuw pa- pier zou uitgeven, VERLAGING GEDISTILLEERDACCIJNS. Ingediend is een wetsontwerp tot verlaging van den accijns op gedistilleerd en van dat op Momtgeest, alsmede van het psecifieke recht, dat in verband met die accijn-zijn, volgens de Tariefwet 1924 (Stjbl. 568) geheven wordt vatt sommige producten. In dte memorie van toelichting wordt ge- aegd dat de wet van 31 December 1920 tSLbl. no. 928) met ingang van, 6 Januari 1921 eene verdutobeling van den accijns op gedis tilleerd bracht, die daardoor lcwam op f 300 per H.L. gedistilleerd van vijftig percent sterkte bij een warmte van 16 graden van den Jtomterddeeligen thermometer, onverminderd de tien opcenten die op diien accijns worden geheven tot en met 1935 ingevolge art. der gewijzigde Leeningswet 1914. Steeg de opbrenigst die ove% 1920 f 62,426.295,4012 had' bedragen, in 1921 dien- tengevolge tot 6.100.129,07 reeds in 1921 trad eene daling in, welke sedertdien aanhield en belangrijke afmetingen aannam. Die daling heeft tot oorzaken behalve de trouwens reeds voor 1920 werkende oorzaak aan veran derde drinkgewoonten voornamelijk deze bedde: de vervanging van het gebruik van ge distilleerd, wegens de prijsstijging dien dit on- dergaan heeft door andere dranken en de smmakkelarij. Over den invloed van elke dier oorzaken heerseht verschil van meening, doch wel vast staat, dat de smokkelarij, ook in de oogen van hen, die haar liefst niet als de hoofdoorzaak van den achteruitgang in. de op- brengst zouden willen beschouwen zulk een omvang heeft aangenomen, dat zij als een groot kwaad moet worden beschouwd en als een oorzaak van demoralisatie voor breed© liringen der bevolking. Door den bonafide handel en industrie is over dezen stand van zaken meermalen in adressen geklaagd. Pogingen aangewend om de smokkelarij krachtiger dan te voren te ibestrijden, hebben het vereischte resultaat niet opgeleverd. Wat niettemin van een voorstel tot verla ging een tijdlang terughield, was het gevaar, dat bij verlaging van den accijns niet uitslui tend de smokkelarij zou ophouden (of althans tot geringer properties zou worden terugge- bracht), maar evenzeer zou ophouden de an dere oorzaak van de accijnsdaling: n.l. de ver- anging van gedistilleerd door meer onschul- d'ige dranken. Bij resolutie van 24 Feibruari 1928 no. 95 heeft de Minister van Financien ten slotte eene commissie ingesteld ter overweging van de vraag of verlaging van den accijns op ge distilleerd uit een oogpunt van d'rankbestrij- ding ook thans nog moest worden ontraden en zoo neen hoever in deze behoort te worden gegaan. Onder dagteekening van 28 Juni 1928 heeft deze commissie haar rapport uitgebracht waarvan een afschrift is nedergelegd ter grif- fie ter inzage van de leden; het bijgaande wetsontwerp stemt met den eenparige conclu- sie van dat rapport overeen. Met de commissie neemt de Minister aar., dat bij eene verlaging van den gedistilleerd accijns met 40 pet., de winstmarge zoodanig zal verminderen, dat een redelijke kans be- staat, dat de risico van het smokkelen in ver- houding tot de te behalen winst te groot zal worden, zoodat na een korteren overgangstijd de smokkelarij op den huidigen voet zal zijn verdwenen. Het eerste lid van art. 1 brengt in verband met art. 8 de verlaging (tot f 180) teweeg; hierbij moet in het oog worden gehouden, dat ook na de verlaging van den accijns de tien opcenten, die daarop thans geheven worden krachtens de gewijzigde Leeningswet 1914 be- houden blijven. De accijns die gelegd is op houtgeest van binnenlandsche herkomst, heeft, evenals het invoerrecht op houtgeest, ten doel te voorko- men dat methyalcohol ter vervanging van ge distilleerd wordt gebruikt. Hij is daarom gelijk aan de accijns van zuiveren onversneden alco hol. Als de accijns op gedistilleerd wordt ver- laagd, dient dit alzoo in gelijke verhouding met dien van houtgeest te geschieden. Art. 2 jucto art. 8 van het ontwerp brengt die verla ging tot stand. Het spreekt van zelf, dat de verlaging van den accijns, eenmaal wet geworden, reeds aan- stonds op een herstel in gedistilleerd invloed zal oefenen. Wie weet dat hij binnenkort ge distilleerd tegen lageren prijs zal kunnen koo- pen, zal zijn aankoopen uitstellen, met als ge- volg dat den handel nadeel te wachten staat. De Minister heeft aanvankelijk overwogen, of hieraan niet zou kunnen worden tegemoet ge- komen door het stellen van een eenigs-zins langen termijn tusschen het tot stand komen in het in werking treden van de wet. Van be- langhebbende zijde is echter d'it denkbeeld ont raden, aangezien men het niet voldoende deug- delijk achtte tot voorkoming dat handel en in dustrie schade zouden lijden, een sohade die dan hovendien geruimen tijd zou duren. Ook van een snel invoeren van de verlaging zondermeer zou door belanghebbende groot nadeel zijn te wachten; zij zouden dan zitten met aanzienlijke hoeveelheden hoog ver- accijnst gedistilleerd dat niet dan met verlies verkoopbaar zou blijken. Het schijnt daarom den Minister beter, over te gaan tot den in art. 4 voorgestelde maat.re- gel van teruggaaf aan accijns wegens het nog niet verbruikte gedistilleerd betaald, in gelijken geest als destijds, bij de verhooging van 150 tot f 300, in omgekeerde richtdng gedaan is door navordering wegens te weinig betaalde accijns. De teruggaaf, waarover het gaat in de artt. 47, eischt een nauwkeurige controle van de zijde van den fiscus. Teneinde die controle naar behooren te kunnen vernichten, is het ge- wenscht, die te doen plaats hebben overeen- komsbig voorschriften, waarmede de ambte- naren en ook de belanghebbenden vertrouwd zijn. Zulke voorschriften zijn te vinden in het K. B. van 15 Maart 1910, laatstelijk gewijzigd bij dat van 10 Juli 1926. Aangezien die voorschriften echter berekend zijn op invoer der goederen, en die hier niet behoort plaats te hebben, zullen zij nog eenigs- zins moeten worden aangevuld. Nadat de wet is aangenomen, zal er nog eenigen tijd moeten verloopen v66r zij kan worden ingevoerd, daar gezorgd moet worden, dat er alsdan voldoende opslagruimte besehik baar is voor d'e berging van gedistilleerd, waarvoor gedeeltelijke teruggaaf van accijns wordt verlangd. ganiseeren (Belgian Relief Commission). Toen Amerika zelf aan den oorlog deel nam, werd hij aan het hoofd van den Amerikaanschen levensmiddelendienst. geroepen en met de leiding van de Ameri- kaansche en geallieercje levensmiddelen- commissie belast. Hij vervulde deze taak tot het sluiten der onderhandelingen ;n Sept. 1919. Hij was het ook, die in de maanden na den oorlog het hulpwerk der Amerikaan- sche Quakers voor de ondervoede kinde- ren van Europa organiseerde. Na het aan het bewind komen van pre sident Harding in Maart 1920 werd Hoo ver minister van handel in diens kabinet. Hij werd als zoodanig in zijn functies be- vestigt door president Coolidge en ook in November 1924 in diens eigen kabinet op- genomen. In den herfst 1927 werd hij bij de voor- bereidingen voor de presidentsverkiezing als candidaat der repu'blikeinsche partij genoemd en door haar op 15 Juni 1928 met 837 stemmen tot candidaat gekozen. De universiteit te Kiel benoemde hem in 1925 tot eere-doctor wegens zijn humani- taire verdiensten. STRENGE VORST IN NOORWEGEN. - In Noorwegen is het de laatste dagen echt winterweer geworden. Te Sokna wijst de thermometer 24 graden vorst aan. Te Numedal en Diesberg vriest het 22 graden. Elders zijn temperaturen van 15 en 13 graden onder 0 g%fegistreerd. DE LEVENSLOOP VAN HOOVER. Herbert Clark Hoover, de nieuwe pre sident der V. S., werd den lOden Aug. 1874 te West Branch in den Staat Iowa geboren. In 1891 ging hij studeeren op de Stan- ford-universiteit in California, waar hij na 4 jaren het diploma mijningenieur be- haalde. De middelen voor zijn studie had hij zich in zijn vrijen tijd als chef in een waschinrichting verdiend. Twee jaren lang was hij als mijninge nieur in de Westelifke Staten werkzaam. In 1897 ging hij naar Australie en in 1899 kreeg hij de leiding van een groote onder- neming, die, behalve mijnbouwwerken, ook den aanleg van kanalen, spoorwegen en havens voor haar rekening nam. Gedurende den Boxer-opstand in China in 1900 nam Hoover aan de verdediging van Tientsin deel. Na zich een fortuin verworven te heb- ben, keerde hij in 1901 naar zijn vader- land terug en richtte met succes in- dustrieele ondernemingen in San Fran cisco, New York en Londen op; later ook in Mexico, Rusland, Indie en China. Hoover behoort tot een Quakerfamitie en de Quakerliefdadigheidszin deed hem in September 1914 naar Belgie gaan om daar in buitengewoon korten tijd met groote bekwaamheid de levensmiddelen- voorziening der Belgische bevolking te or- WAGEN OVER EEN MAN. Toen een landboiiwer uit Steenbergen met zijn wagen, beladen met suikerbieten, naar de suikersfabriek reed, kwam hrj door glad- heid van den weg plotseling -te vallen. Het gevolg hiervan was, dat de zwaar beladen wagen over den man heen ging. In zorgwek- kenden toestand werd bij naar het Gasthuis te Steenbergen vervoerd. De ongelukkige is aan de bekomen verwondingen overleden. EEN VROUW MET DE REVOLVER BEDREIGD EN BEWUSTELOOS GEMAART, Tegenkwart vSk twaalf Vrijdagmiddag kwam een der zoonk van dep. heer Giebels, hoofdopzichter op de mijn .Laura" te Eygels- hoven thuis. Hij vpnd zijn- moeder in de keu- ken bewusteloos op' den grond liggen. Zij kwam door zijn pogingen spoedig weer bij en, alhoewel overspainnen,, kc>n zij het volgen- de verhaal doen. Ongeveer kwart over elf had iemand met een actetasch onder den arm aangebeld en gevraagd of de heer Giebels thuis was. Me- vrouw G. antwoordde hierop ontkennend; de bezoeker wilde toen zijn boodschap wel op een papiertje schrijven, maar kon dat in de tasch niet vinden. Mevr. G. noodigde hierop den man in de gang, dan zou ze wel even papier halen. Nauwelijks was de deur dicht, of de man greep de ontstelde dame bij de keel en er ontstond een worsteling. De kerel wierp de vrouw op den grond en trok een revolver. Daarop begon de worsteling opnieuw en samen kwamen aanrander en me- vrouw G. in de keuken terecht. Daar dwong de man onder bedreiging met de revolver haar aan een fleschje te ruiken; z(j werd daarop bewusteloos. Mevr. Giebels herinnert zich nog flauw op een vraag in Zuid-Lim- burgsch dialect van den inbreker, waar zich het geld bevond, met den vinger naar boven gewezen te hebben. De indringer is blijkbaar onmiddellijk daarheen gegaan en heeft twee slaapkamers van boven tot onder doorzocht. Uit de lade van een der kasten heeft de man twintig biljetten van honderd gulden, waar van de nummers niet bekend zijn, meegeno- men. Daarmee blijkbaar tevreden, heeft hij een verder onderzoek opgegeven en is zonder spoor na te laten ontkomen. Mevrouw Gie bels herinnert zich nog, dat de man ongeveer 1 M. 70 lang was, een tenger uiterlijk, bleek gezicht en knevel had en gekleed was in een manchester broek, een overjas en een slappen hoed droeg. EEN EZEL DIE NIET NAAR DE MARKT WILDE. 't Gebeurde, aldus de „Zw. Crt.'" op den weg van Kampen naar Zwolle. Reeds lang voor het aanbreken van den dageraad was het knechtje den tocht begonnen naar het Kampereiland, om vandaar een exemplaar van het diersoort, welker domheid spreek- woordelijk is geworden, naar de markt te Zwolle te geleiden. Zoolang nog het aardrijk in duisternis was gehuld, ging de tocht voor- spoedig en scheen grauwtje zich wel met het hem toebedeelde lot te kunnen vereenigen. Niet zoodra echter was de nieuwe dag ver- rezen, of langoor toonde daadwerkelijk niet naar de paardenmarkt die toch eigenlijk ook geen ezelmarkt is, te willen. En waar het van algemeene bekendheid mag worden ge- acht, dat met ezels geen overleg is te ple- gen, werd kort en bondig voor ons grauwtje een paard gespannen en alzoo de onwillige markter langs 's Heeren wegen voortgetrok- ken. Dat deze expeditie veel bekijks trok laat zich denken. Bij „De Kroon" te s Hee- renbroek werd even halt gehouden en daar was het dat een edelachtbare bakker en krui- denier op het denkbeeld >kwam den weerspan- nige in een aldaar gestalionneerden veewa- gen te plaatsen en het paard er voor te span- nen. Aizoo gesohiedde, meft het voor grauw tje zoodanig gunstig resultaat, dat het al rijdende aan ide paardenmarkt te Zwolle kwam. EEN OLIFANT LOSGEBROKEN. Zondagavond heeft het publiek dat te Bor deaux in het circus was, tot tweemaal toe de sensatie genoten van een dolgeworden olifant, die zijn cornac afwierp, welke door zijn behendigheid ontsnappen kon aan de woede van 't dier dat zich vervolgens wierp op de lieden, die hem den weg wilden versperren, en die hem stoelen en voorwerpen, die zich in hun bereik bevonden voor de pooten wierpen. De panisch gesehrokken toeschouwers renden elkandar verdringend naar den uitgang. Het gelukte agenten en personeel tenslotte het razende dier te grijpen en weg te voeren. In- tusschen waren de bezoekers weer terugge- keerd, doch hoewel de onrustverstoorder weg- gevoerd was, wilde het niet gelukken dezen weer in zijn kooi op te sluiten. Ten tweede male wist hij los te komen, waarna hij zijn krachten ging beproeven aan de palen, waar- mee de circustent was opgezet. De nauwe lijks gerustgestelde bezoekers kwamen dus ten tweede male in gevaar. Velen sprongen naar beneden en werden licht gewond. In een minimum van tijd was het circus ont- ruimd. Tien minuten daama gelukte het thans definitief den olifant in zijn kooi op te bergen. Hij zal afgemaakt worden. Dat tijdens deze beide panieken niet weinig tasch- jes, mantels, bonten enz. wegraakten is een, bij dergelijke gebeurtenissen optreden neven- verschijnsel, dat nauwelijks nog vermelding behoeft. ZIGEUNERS-VOEDSELWEIGERAARS. Men zal zich nog wel de geruchtmakende ontdekking »van bijna twee jaar geleden her- inneren, dat zigeunertroepen in Slowakije zich schuldig maakten aan kannibalisme. De overheid heeft toen krachtig ingegrepen en een aantal zigeuners, die van het eten van menschenvleesch verdacht werden, achter slot en grendel laten zetten. Dit is nu al an- derhalf jaar geleden en nog steeds hebben deze verdachten niet terecht gestaan. Dit is een tweetal hunner zoo gaan verdrieten, dat zij weigerden verder voedsel tot zich te nemen. De beide mannen, de gebroeders Ry- bar, verklaarden dat zij onschuldig waren en dat zij eischten, dat hun nu eindelijk eens recht gedaan zou worden. Zij hebben hun weigering vijf dagen volgehouden, doch schij- nen thans weer voedsel tot zich te nemen. HELDENMOED VAN EEN 16-JARIGE. Er zijn schrijft United Press nog al- tijd helden in onze onheldhaftigen tijd; helden die hun eigen leven in de waagschaal stellen ter wille van dat van een ander. Maar zelden zal het voorkomen, dat een 16-jarige knaap, gelijk die Wesley Albrecht uit Fresno in Ca- lifomie, een oud man als den voormaligen goudzoeker, den 82-jarigen William Lucas vier dagen en drie nachten lang voor den dood behoedde en hem ten slotte definitief redde. De geschiedenis begon al avontuurlijk. De oude man haalde het op een dag in zijn hoofd, zijn vroegere karwei: het goudzoeken in de bergen, weer op te vatten. Hij en de op avontuur bedachte Albrecht pakten hun spul- len bijeen en begaven zich uit Henne naar Boulder-canyon. Den volgenden ochtend be gon dan de tocht de bergen in, waarbij de pioniers" slechts met een houweel en een wichelroede gewapend waren. De oude Lucas schijnt al heel zeker van zijn zaak geweest te zijnhij gaf den weg aan. Doch blijkbaar kende hrj dezen toch niet heel goed; althans zijn beschrijving van de verdere route klopte niet, en toen, na een zwaren tocht van het tweetal, de avond daal de, begrepen de oude en de jonge man, dat zij reddeloos verdwaald waren. Zij gingen ten slotte liggen, zonder dekking en zonder voed sel, maakten vuur en sliepen in. Den volgenden dag liepen zij weer van zonsopgang tot zonsondergang, zonder den weg uit den canyon te kunnen vinden. De situatie werd steeds hopeloozer. 's Nachts greep het kampvuUr opeens zoo snel om zich heen, dat in een oogwenk het gras en de hoomen in de omgeving in vlammen stonden. De jonge Albrecht had den halven nacht noodig om, in een moedigen strijd, het vuur te verstikken. Den dag daarop had een nieuw onheil plaats. De oude man viel en beliep gevaar- lijke kwetsuren aan den rug. Ga verder, zei hij tot den knaap, ,,en laat mij hler. Ik kan niet meer." Maar .Wes ley wilde daar niet van hooren. Hij nam het houweel, de oude pakte het andere eind, en de jongen sleepte den grijsaard achter zich aan. Maar het duurde nog een dag en een nacht, eer zij den weg eindelijk vonden. Acht K.M. van een kamp verwijderd liet de oude man, die hevige pijnen leed en volkomen was uitgeput, plotseling los. Maar de 16-jarige, zelf uitgeput van honger, deed een uiterste inspanning en sleepte zich tot het kamp, waarvan de bewoners ten slotte redding brachten EEN ONGELUKSVOGEL. De 45-jarige oorlogsinvalide Gaston Bre- bion is een ware ongeluksvogel. Hrj werd in den strijd zwaar aan het hoofd gewond, zoo dat hij een schedellichting moest ondergaan, en tevens werd hem de linkerhand wegge- schoten. In 1919 huwde hij de 48-jarige Emile Grenier, met wie hij reeds lang verkeering had. Zij woonden bescheiden in een houten huisje te Garennes Colombes. Kinderen uit het eerste huwelijk der vrouw maakten ech ter het huishouden van Br<5bion zoodanig in de war, dat de vrouw besloot van haar man af te gaan. Brebion, die weer alleen stond, trok in bij een tante, die in hetzelfde dorp woonde. Het ongeluk begon hem nog verder te ach- tervolgen Hij werd in de fabriek, waar hij werkte, zoodanig aan den linkervoet ge- kwetst, dat hij ook dit lichaamsdeel moest missen, zijn voet werd afgezet. Drie weken geleden strompelde Brdbion het ziekenhois uit. Zijn eerste wandeling was naar zijn vrouw. Hij vroeg haar het gemeen- schappelijke leven weer te hervatten. Zij weigerde en verweet hem zijn opvliegendheid en jaloersch karakter. Woensdag j.l. ontmoetten de echtelieden elkaar weer op straat. De man drong op nieuw aan, dat de vrouw bij hem zou terug- keeren. Ten slotte hief de invalide zijn kruk op, waarmede hij sedert zijn ongeluk in de fabriek moest loopen, zwaaide ze boven het hoofd der vrouw. Deze was blijkbaar op alles voorbereid. Zij trok uit haar tasch een geladen revolver te voorschrjn en schoot den ongelukkige neer. In de borst getroffen deed Brebion nog enkele stappen en zakte bewusteloos op den grond. De moordenares ging zich kalm bij de politie aanmelden. Brebion naar het ziekenhuis getranspor- teerd, stierf binnen enkele uren. Denzelfden ochtend had hrj bericht gekre- gen, dat hem de militaire medaille was toe- gekend. EEN GELUKKIG PAKJESDRAGER. Het geluk, dat met de rijken heet, is toch ook nog wel eens met de armen. Dat heeft Filippo Basti ondervonden, een 59-jarig pak- jesdrager te Perugia. De man, hij is een braaf huisvader met drie kinderen, speelde als elk goed Italiaan in het lotto, de Italiaansche staatsloterij, waarbij men zelf zrjn nummer kiezen mag. Ditmaal is het lot met hem ge weest. Zijn vier cijfers kwamen uit de bus en een groote prijs viel hem ten deel. Hoe- veel dat was heeft de gelukkige „facchino" zijn makkers niet willen vertellen, maar de couranten zijn er toch achtergekomen, dat het bedrag maar eventjes 700.000 lire is, d. w. z. ruim f 90.000 in Hollandsch geld. EEN TREIN „GESTRAND". Zaterdag 22 dezer vertrok de posttrein uit Madras naar Calcutta. Na meer dan een week is die trein nog altijd halfweg. Bij Tuni kreeg de trein met hevige over- stroomingen te kampen, een brug waar hij over moest was weggespoeld en van het sta tion was niets meer te zien In den trein zaten twaalf eerste- en tweede-klas-passa- giers en een massa inlanders. Een week lang hebben deze menschen al geleefd van eten in blik uit het restauratie-rijtuig en rijst. Kleine bootjes zorgen nu voor het verdere provian- deering en inmiddels worden maatregelen be- raamd om de reizigers op het droge te bren- gen. Bij een inspectie is gebleken, dat het water een diepe geul door het emplacement van het station heeft geschuurd en dat daarin een ballasttrein met locomotief en al Jigt. Men denkt wel een maand noodig te hebben om 48 K.M. vernielden spoorweg en zes bruggen te herstellen. Reizigers van Calcutta naar Madras moe ten voorloopig dwars door Indie naar Bom bay sporen en dezelfde route terug nemen. MOORDENDE BLOEMEN. In Januari van dit jaar overleed te Abba- zia. 34 jaar oud, gravin Feodora Stemowska. De dood had onder zeer geheimzinnige om- standigheden plaats. De zeer schoone vrouw behoorende tot een rijke Poolsche familie, had met haar zuster Leonie het groote vermogen harer ouders geerfd, die van verdriet over het sneuvelen van hun zoons in den oorlog waren gestorven. Feodora zelf was met een in het Russische leger dienend officier ver- loofd geweest, die bij Tannenberg den dood vond. Zijn herinnering was zij echter trouw gebleven en alle aanzoeken, die zij vooral te Abbazia ontving werden regelmatig afge- wezen. Eenige dagen voor haar dood maakte de gravin kennis met iemand, die beweerde een regimentskameraad van haar verloofde ge weest te zrjn. Zij noodigde den oud-officier op de thee en dien dag werd een prachtige ruiker rozen bij haar bezorgd. Het kainer- meisje zette dien in de kamer der gravin, doch toen zij om 9 uur 's avonds de kamer weer betrad vond zij het lijk harer meesteres. Juweelen en een tamelijk groote som gelds waren verdwenen. De politie stelde een onderzoek in. De ge- neesheer verklaarde, dat de gravin aan een beroerte was overleden. Toen repte het ka- mermeisje toevallig ook even van den ruiker bloemen, die door den onbekende aan de gravin was toegezonden. Men bevond nu, dat de rozen waren verdwenen. De politie kon niet de hand leggen op den onbekende, die 's avonds gravin Feodora had bezocht. Het gerucht deed nu de ronde, dat zij vergiftigd was, maar het was onmogelijk, den geheim- zinigen dood op te helderen. De zuster der overledene, gravin Leonie, trok zich diep bedroefd op haar landgoed bij Warschau terug. Een vreemdeling liet ook daar een ruiker roode rozen bezorgen. Sinds den dood harer zuster kon gravin Leonie het gezicht van deze bloemensoort niet meer verdragen. Zij gaf de bloemen daarom aan haar kamermeisje, met opdracht ze weg te gooien. Het meisje vond de bloemen daarvoor echter te mooi en zette ze in haar eigen kamer neer. Den volgenden morgen vond men haar dood te bed liggen. De ruiker was verdwenen en na onderzoek van het lijk constateerde de geneesheer dood door beroerte. Het nieuwe sterfgeval, dat zich onder identieke omstandigheden als het eerste heeft voorgedaan, heeft een vreeselij- ken indruk gemaakt op gravin Leonie Ster- nowska. De politie tracht, tot dusver echter nog altijd tevergeefs, licht te brengen in deze duistere historie. UIT JALOEZIE. Te Barmen heeft een man uit jaloezie het huis, waar zijn van hem gescheiden vrouw woonde, met dynamiet in de lucht laten vlie- gen. Ook een winkel, die naast het huis ge- legen was, is totaal verwoest. Er werd nie- mand emstig gewond. Overal sprongen de ruiten door den hevigen luchtdruk. De ont- ploffing werd door de geheele stad gehoord. De dader is nog niet gepakt. De politie heeft den geheelen omtrek afgezet, omdat het zeer waarschijnlijk is, dat er nog meer dynamiet 1 onder de puinhoopen ligt.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1928 | | pagina 5