De VOORZITTER vermoedt van wel.
De heer SCHEELE vraagt dit, in verband i
met de aankondiging van een nieuw wets- J
voorstel.
De VOORZITTER deelt mede, dat hem al-
leen bekend was, dat het wetsvoorstel-Zijl-
stra niet door de Kroon is bekrachtigd, doch
dat hij, in verband met afwezigheid, nog
geen kennis draagt van het ingediende nieuwe
wetsvoorstel betreffende regeling van het
leerlingen-aantal.
De heer COLSEN wijst er op, dat men in
andere gemeenten goedkeuring heeft weten
te verkrijgen voor het geven van vervolg
onderwijs. Hij zou daarvoor weer een post
willen uittrekken. Hij weet wel, dat er
van rijkswege geen vergoeding voor wordt
gegeven, doch zou dan de kosten willen be-
strijden uit de gemeentekas. Het is toch
voldoende gebleken, dat er in Sluiskil veel
belangstelling voor bestaat.
De VOORZITTER: We kunnen er wel mee
doorgaan, maar krijgen geen subsidie van
het rijk.
De heer HAMELINK herinnert, dat des-
tijds is gezegd, dat een besluit tot het geven
van vervolgonderwijs niet zou worden goed-
gekeurd.
De heer COLSEN deelt mede, dat men in
Westdorpe een ander bericht heeft ontvangen.
Natuurlijk zou hij er ook liever subsidie voor
krijgen, maar, was dat niet het geval, dan
zou hij de kosten ten laste der gemeentekas
willen brengen. Er is te Sluiskil beslist veel
ambitie.
De VOORZITTER stelt de vraag, of ge-
deputeerde staten het zullen goedkeuren.
Zich stellende op het standpunt door gedepu-
teerde staten meegedeeld bij Provinciaal blad,
zullen ze dat niet doen.
De heer HAMELINK stemt dat toe, doch
gedeputeerde staten van Zeeland, hebben d.d.
15 Februari 1928, in antwoord op informaties
het volgende geschreven: ,,In verband met
nader van het Departement van Onderwijs,
Kunsten en Wetenschappen verkregen inlich-
tingen, zal de bedoelde circulaire als vervallen
kunnen worden beschouwd en zal geen goed
keuring worden onthouden aan begrootingen,
waarin uitgaven voor z.g. buiten-wettelgk
vervolgonderwijs voorkomen of opnieuw ge-
braoht worden.
De VOORZITTER meent, dat gedeputeerde
staten dan toch van die verandering van
meening aan alle gemeentebesturen mede-
deeling hadden moeten doen.
De heer COLSEN, aannemende dat in de
openbare en de christelijke school te Sluiskil
vraag naar het deelnemen van vervolgonder
wijs zal bestaan, stelt voor voor ieder /250
uit te trekken. Misschien zegt hij, komt
Driewegen ook.
De VOORZITTER: Dat komt dan wel.
Het voorstel wordt aangenomen met 10
tegen 3 stemmen.
Voor stemmen de heeren Van Aken, Bedet,
De Jager, Geelhoedt, Verlinde, De Bruijne,
Colsen, Hamelink, Van Driel en Van den
Bulck: tegen stemmen de heeren Scheele,
Van Cadsand en De Bakker.
De heer COLSEN zou nu, in afwachting
van de goedkeuring van dit besluit, de hoof-
den van scholen er mede in kennis willen
stellen, zoodat ze hun maatregelen kunnen
nemen om er dan terstond mee te beginnen.
De heer DE JAGER meent, dat het onder
wijs toch pas zal kunnen beginnen bij den
aanvang van den nieuwen cursus, d.i Octo
ber 1929.
De VOORZITTER denkt ook, dat het dezen
winter nog moeilijk zal kunnen beginnen. De
cursus loopt van November tot Maart. In-
dien de raad evenwel zegt, dat het nog dezen
winter moet gebeuren, kan getracht worden
het aldus te regelen.
De heer COLSEN meent, dat het best nog
met Januari zou kunnen beginnen, in No
vember is er nog drukte van werk. Hij zou
het minder bezwaarlijk achten al had men
geen vollen cursus.
De VOORZITTER acht het toch niet ver-
kieslijk om pas in Januari nog te beginnen.
Hij geeft den heer Colsen in overweging het
nu hierbij maar te laten; dan kan het tegen
het volgend seizoen goed geregeld worden.
179. Teruggaaf van portkosten aan school-
hoofden. 10.
180. Betaling aan het rijk wegens over
den voor-vorigen dienst te weinig ingehouden
c. q. in rekening gebrachte pensioensbijdra-
gen der onderwijzers. Memorie.
181. Teruggaaf van op een vorigen dienst
te veel ontvangen rijksvergoeding ingevolge
de lager-onderwijswet 1920. Memorie.
182. Toelage aan de gepensioneerde on-
derwijzeres in de nuttige handwerken J. S.
Nijssen. f 260.
3. Openbaar vervolgonderwijs.
183. Kosten ter zake van verzekering,
pensionneering enz. van ambtenaren en be-
ambten. f 3.
5 4. Openbaar uitgebreid lager onderwijs.
Inkomsten
184. Schoolgelden. 1150.
185. Vergoeding van het rijk. f 11.045.
186. Verhaal van pensioensbijdragen. f 850.
Uitgaven
187. Jaarwedden
wijzers. 11.045.
188. Kosten van het instandhouden van
schoolgebouwen, alsmede van terreinen voor
het onderwijs in de lichamelijke oefenina
400. s
189. Onderhouden van schoolmeubelen.
S 100.
190. Aanschaffen en onderhouden van
schoolboeken, leermiddelen en schoolbehoef-
ten. 500.
191. Verlichting en verwarming en schoon-
houden van schoolgebouwen. f 725.
192. Kosten van schoolbibliotheken. 75.
193. Kosten ter zake van verzekering,
pensionneering enz. van ambtenaren en be-
ambten. 850.
194. Kosten van verzekering tegen brand-
schade en stormschade. f 50.
195. Rente van geldleeningen ten laste
van hoofdstuk VIII 4 komende. /3395.
196. Aflossing van geldleeningen ten laste
van hoofdstuk VHI 4 komende. 2175.
197. Teruggaaf van schoolgelden. /50.
7. Bijzonder gewoon lager onderwijs.
Inkomsten
198. Schoolgelden. f 6000.
199. Uitkeering van gemeenten ingevolge
art. 86 der lager-onderwijswet 1920. Memorie.
200. Uitkeering van gemeenten ingevolge
art. 104, eerste lid, der lager-onderwijswet
1920. 300.
201. Uitkeering van andere gemeenten in
de aan schoolbesturen te betalen vergoeding,
bedoeld in art. 205 der lager-onderwijswet
1920. f 1000.
202. Rente van waarborgsommen, gestort
door besturen van bijzondere scholen. f 260.
Uitgaven
203. Uitkeering aan gemeenten ingevolge
art. 86 der lager-onderwijswet 1920. /100.
204. Vergoeding van de kosten van in-
standhouding van bijzondere scholen, bedoeld
in art. 101 der lager-onderwijswet 1920
12.125.
205. Uitkeering aan gemeenten ingevolge
art. 104, eerste lid, der lager-onderwijswet
1920. 250.
en wedden van onder-
206. Vergoeding voor terreinen en gebou-
wen van bijzondere scholen aan besturen dier
scholen, bedoeld in art. 205 der lager-onder
wijswet 1920. f 9620.
207. Uitkeering aan andere gemeenten in
de aan schoolbesturen te betalen vergoeding,
bedoeld in art. 205 der lager-onderwijswet
1920. 75.
208. Rente van waarborgsommen, gestort
door besturen van bijzondere scholen. f 260.
209. Rente van geldleeningen ten laste
van hoofdstuk VTII 7 komende. 1005.
210. Aflossing van geldleeningen ten laste
van hoofdstuk VIII 7 komende. f 1210.
211. Teruggaaf van schoolgelden. 150.
212. Vergoeding aan schoolbesturen als
bedoeld in art. 101, tiende lid, der lager-
onderwijswet 1920. 800.
Inkomsten
9. Bijzonder uitgebreid lager onderwijs.
213. Schoolgelden. f 650.
214. Uitkeering van gemeenten ingevolge
art. 86 der lager-onderwijswet 1920. f 650.
215. Uitkeering van gemeenten ingevolge
art. 104, eerste lid, der lager-onderwijswet
1920. f 400.
216. Rente van waarborgsommen, gestort
door besturen van bijzondere scholen. 235.
217. Vergoeding van de kosten van in-
standhouding van bijzondere scholen, bedoeld
in art. 101 der lager-onderwijswet 1920
1715.
218. Uitkeering aan gemeenten ingevolge
art. 104, eerste lid, der lager-onderwijswet
1920. 125.
219. Uitkeering aan andere gemeenten in
de aan schoolbesturen te betalen vergoeding,
bedoeld in art. 205 der lager-onderwijswet
1920. Memorie.
Uitgaven
220. Rente van waarborgsommen, gestort
door besturen van bijzondere scholen. 340.
221. Rente van geldleeningen ten laste
van hoofdstuk VIII 9 komende. /1540.
222. Aflossing van geldleeningen ten laste
van hoofdstuk Vin 9 komende. 970.
223. Teruggaaf van schoolgelden. f 50.
11. Bijzonder voorbereidend lager onderwijs.
224. Subsidie aan of ten behoeve van bij
zondere bewaarscholen. f 2000.
12. Lager onderwijs.
(niet vallende onder de 1 t/m 11).
225. Kosten van het plaatselijk schooltoe-
zicht. f 50.
226. Kosten der commissie tot wering van
schoolverzuim. f 455.
De heer SCHEELE verklaart, niet over-
tuigd te zijn, dat dit bedrag niet wat lager
zou kunnen. De commissie vergadert vol-
gens het reglement om de 14 dagen en dan
houdt ze nog een aantal buitengewone ver-
gaderingen, waarvoor de leden moeten be-
taald worden uit de kas der gemeente. Hij
zou daarom wenschen dat of het presentie-
geld werd verminderd of dat er wat minder
vergaderingen werden gehouden. Ook acht
hij het onjuist dat er ook nog betaald wordt
voor de buitengewone vergaderingen of be-
zoeken.
De heer BEDET verklaart het eens te zgn
met den heer Scheele; er zijn in het afgeloo-
pen jaar gehouden 24 gewone en 8 buitenge
wone vergaderingen der commissie, benevens
20 onderzoekingen. Het heeft spreker verwon-
derd, dat er buitengewone vergaderingen
noodig zijn, nademaal de commissie reeds
tweemaal per maand vergadert.
Ieder onderzoek kost ook 2. Als iemand
die opgeroepen wordt niet voor de commissie
verschijnt, besluit men maar om dien man
zelf eens te bezoeken. Hij acht dat niet
steekhoudend. Het gaat niet aan om, als er
iemand van Driewegen weigert te komen,
dan daar maar zelf op af te gaan en te zeg-
gen: ziezoo, dat is weer 2. Er wordt nu
f 420 gevraagd, er is in het vorig jaar 455
uitgegeven. Spreker meent, dat dit niet zoo
moet doorgaan, zdoveel verzuimen zijn er
toch niet en tweemaal per maand vergaderen
is zeker wel voldoende.
De heer VAN DRIEL, lid der besproken
commissie, geeft te kennen, dat het bij hem
verwondering heeft gebaard, de manier waar-
op door de heeren over het werk der com
missie gesproken wordt. Hem blijkt daaruit,
dat de heeren niet op de hoogte zijn. Er zgn
hier in deze vergadering twee leden die w61
op de hoogte zijn. De commissie behandelt
de zaken die bij haar door den Inspecteur in
gevolge de wettelijke bepalingen en met in-
achtneming van de gestelde termgnen. Er
zijn 8 huisbezoeken gebracht.
De opmerkingen, in de afdeelingsvergade-
ring gemaakt, zijn in de voile vergadering
der commissie besproken. De vergadering
gaf als haar meening te kennen, dat, indien
er bezuinigd moet worden, niet te weten op
welke wijze dit zou moeten geschieden, zon-
der dat het werk der commissie daarvan na-
deel zou ondervinden. Zij heeft nu reeds 25
jaar op dezelfde wijze gewerkt en de com
missie is van oordeel, dat zij ook in menig
opzicht het doel heeft bereikt, dat met de in-
stelling dezer commissies werd beoogd. De
verzuimen zijn wel tot het kleinst mogelijke
minimum teruggebracht. De Inspecteur van
het lager onderwijs heeft dan ook aan de
commissie zijne groote tevredenheid betuigd,
en moest verklaren dat dit werk niet overal
zoo goed wordt verricht. Leden der commis
sie zijn nog al eens voor huisbezoek naar
Driewegen geweest. Men is dan daarvoor 3
a 4 uren op stap, en als een lid der commissie
er werk voor verzuimen moet, komt hij met
zijn presentiegeld niet toe. Zij doen het niet
gratis. In aanmerking genomen dat deze
commissie door haar werkmethode blijk geeft
aan het doel te beantwoorden, en resultaten
bereikt, ziet spreker niet in, hoe zg anders
zou moeten optreden om bezuiniging te be-
reiken. Als er zaken zijn die behandeld moe
ten worden, welke niet kunnen uitgesteld
worden, is een buitengewone vergadering
noodig.
De heer SCHEELE verklaart, dat tegen-
over de meening van den heer Van Driel
staat die van een ander lid der commissie,
welke als zgn meening te kennen gaf, dat er
heel wat op te bezuinigen valt. Hij meent
dat 2 vergaderingen per maand voldoende
kunnen genoemd worden en dat de bezoeken
daarin begrepen moesten zijn. Hij stelt voor
om geen hoogere subsidie te verleenen dan
overeenkomt met de kosten van 2 vergade
ringen per maand.
De heer DE BAKKER verklaart, dat hij
als lid der commissie tot wering van school
verzuim meer zou kunnen zeggen, maar dan
zou daarvoor een besloten vergadering noodig
zijn. Naar zijn meening zou de politie ook
wel eens een oogje in 't zeil moeten houden,
en uitkijken naar de kinderen die op straat
loopen.
De VOORZITTER merkt de heer Scheele
op, dat er zoo geen belangrijk verschil is,
tusschen het als subsidie aangevraagde be
drag en het cijfer waartoe men volgens zijn
voorstel zou komen. Hij zou daarom in over
weging geven het aangevraagde bedrag te
laten staan. Men kan zien of de kennisne-
ming van deze besprekingen gevolgen heeft
en overigens nader eens een onderzoek in-
stellen.
De heer DE BAKKER verklaart gaarae
als lid der commissie te willen bedanken, Als
de heeren soms liefhebberij hebben?
De heer SCHEELE merkt op, dat de heer
De Bakker, als hij geen lid der commissie
meer zijn wil, dat schriftelijk moet kenbaar
maken. Naar zijn meening moeten zulke
j posten niet te hoog worden opgevoerd. Het
komt dan toch ten goede aan het opkomend
geslacht. Gezien er f 1 presentiegeld wordt
betaald, zou men de vergaderingen tot het
hoog noodige moeten beperken.
De heer VAN DRIEL deelt mede, dat het
vroeger de gewoonte was met de voile com
missie op bezoek te gaan, hetgeen in 1926 en
1927 niet meer plaats had.
De heer SCHEELE verklaart zijn voorstel
in te trekken.
De heer COLSEN verklaart post 224 over
het hoofd te hebben gezien; daar was een ver-
zoek van de R. K. Bewaarschool te Sluiskil
om verhooging van subsidie.
De VOORZITTER geeft te kennen, dat bur-
gemeester en wethouders meenen geen hoo
gere subsidie te kunnen voorstellen.
De heer COLSEN meent, dat er toch op
aangeteekend was, dat burgemeester en wet
houders voorstellen de subsidie te verhoogen
tot f 600.
De VOORZITTER deelt mede, dat dit een
gevolg is van een abuis. Burgemeester en
wethouders handhaven de subsidie.
De heer COLSEN wijst op de bij het adres
gevoegde memorie Van toelichting, waaruit
blijkt, dat de hoogere subsidie gevraagd
wordt met het oog op de noodzakelijke ver-
harding van de speelplaats. Dit is ook den
inspecteur aangeraden.
De heer DE JAGER geeft te kennen, dat
de subsidie ook aldus wordt gegeven uit oog-
punt van een soort rechtsgelijkheid. De chris
telijke bewaarschool in de kom geniet 1000
subsidie en heeft 150 a 160 leerlingen. In ver
band daarmede is een bedrag van /600 voor
de R. K. bewaarschool in de kom en 400
voor die te Sluiskil zeker billijk.
De heer VAN CADSAND zal hierover niet
veel behoeven te zeggen; het is hem wel
kwalijk genomen, dat hg stemde tegen de
subsidie voor de R. K. bewaarschool te Sluis
kil, doch aangezien hij ook gestemd had tegen
het geven van een subsidie aan de vereeniging
voor stichting eener neutrale bewaarschool in
de kom, achtte hij zich daartoe volkomen ge-
rechtigd. Hij is tegen nieuwe en zal ook
tegen een verhoogde subsidie stemmen.
De heer COLSEN betoogt tegenover den
heer De Jager dat subsidieering naar het
aantal kinders in deze niet opgaat. De ver
eeniging voor Volksonderwijs had indertijd
nog geen kinders en haar werd toch f 1000
toegezegd. Het wordt hier gevraagd met het
doel de inrichting te verbeteren, de verhar-
aing van de speelplaats.
De heer DE JAGER noemt dat juist het
bezwaar dat hij er tegen heeft; indien het
was voor een tekort op de exploitatie was het
nog iets anders. Het betreft hier een verbete-
ring van het interieur der school en daarvoor
moet z.i. uit andere, uit eigen middelen; ge-
put worden.
Het voorstel van burgemeester en wethou
ders om het verzoek tot verhooging der sub
sidie af te wijzen en den post op 400 te
behouden wordt aangenomen met 11 tegen
2 stemmen.
Voor stemmen de heeren Van Aken, Bedet,
De Jager, Geelhoedt, Scheele, Van Cadsand,
Verlinde, De Bruijne, Hamelink, Van Driel en
Van den Bulck; tegen stemmen de heeren De
Bakker en Colsen.
227. Verstrekken van gemeentewege van
voeding en kleeding aan schoolgaande kinde
ren, 1000. t
De heeren SCHEELE en VAN CADSAND
verklaren geacht te willen worden tegen
dezen post te hebben gestemd.
13. Middelbaar onderwijs.
228. Kosten der gemeente hoogere burger-
scholen (behalve vakscholen). 25.
229. Kosten ter zake van verzekering,
pensionneering enz. van ambtenaren en be-
ambten. 1.
230. Rente van geldleeningen ten laste
van hoofdstuk VHI 13 komende. 2085.
231. Aflossing van geldleeningen ten laste
van hoofdstuk VIII 13 komende. /3790.
232. Kosten van handelsonderwijs. Me
morie.
233. Kosten van tuinbouwonderwgs. 50.
234. Kosten van landbouwonderwijs. 50.
235. Subsidie aan het Rijk voor de oprich-
ting en instandhouding eener R H B S
3000.
De heer COLSEN vraagt of die post niet
zou kunnen vervallen.
De heer DE JAGER merkt op, dat, indien
de gemeente die overeenkomst niet had, de
kosten nog veel hooger zouden worden.
236. Erfpacht van grond voor een speel
plaats ten dienste van de R. H. B. S aange-
legd. 300.
15. Nijverheidsonderwgs.
Inkomsten
237. Bijdragen van gemeenten in de kos
ten van scholen voor het nijverheidsonder-
wijs. 3500.
Uitgaven
238. Subsidie voor scholen voor het lager
nijverheidsonderwijs. 13.300.
De heer COLSEN vraagt inlichtingen hoe
het met den gang van het onderwijs staat;
hij hoorde onlangs dat het met de leeraren
niet in orde was.
De VOORZITTER antwoordt, dat er mu-
taties hebben plaats gehad door vertrek van
leeraren naar elders, doch dat het aantal
thans weer compleet is. Op het onverwachts
heeft nu echter de heer Ir. De Regt ontslag
gevraagd wegens vertrek naar elders, doch in
deze vacature zal ook op andere wijze kun
nen worden voorzien.
239. Bgdragen aan gemeenten in de kos
ten van scholen voor het lager nijverheids
onderwijs. Memorie.
16. Onderwijs, kunsten en wetenschappen,
(niet vallende onder de 1 t/m 15).
240. Kosten voor musea of openbare bi-
bliotheken. 200.
241. Uitgaven voor volksfeesten. 20.
242. Subsidien aan schouwburgen of mu-
ziekkorpsen. 450.
De heer VAN CADSAND verklaart dat hg
wenscht geacht te worden tegen deze 3 voor-
gaande posten te hebben gestemd.
Hoofdstuk IX.
Ondersteuning aan behoeftigen en
werkloozen.
1. Ondersteuning aan behoeftigen.
Inkomsten
243. Bijdragen van
kosten van verpleging van arme krankzin-
nigen. f 1300.
244. Verhaal van pensioensbijdragen. 95.
Uitgaven
245. Belooning van doctoren, heelmees-
ters, vroedmeesters, vroedvrouwen, enz
3350.
De heer HAMELINK dankt voor de moeite
die burgemeester en wethouders op zijn ver
zoek hebben aangewend voor het verkrijgen
van inlichtingen omtrent de gratis-hulp door
de verloskundigen in deze gemeente verleend.
Daaruit blijkt nu wel over duidelijk, dat het
sa'aris van de vroedvrouwen van het hoofd
stuk armenzorg zou kunnen worden afge-
voerd en beter onder ..gezondheidszorg" zou
kunnen worden ondergebracht, want dat die
salarieering heelemaal met de gratishulp geen
verband houdt. Degene die het salaris der
verloskundigen dus ook rekent bij het bedrag
dat van wege de gemeente voor armenzorg
wordt uitgegeven, heeft alzoo geen 'onder-
scheidingsvermogen.
De heer VAN DRIEL verklaart wel geen
ander antwoord van burgemeester en wet
houders te hebben verwacht, op zijn vraag
betreffende het treffen eener regeling voor
het honorarium der verloskundigen, voor
menschen beneden een zeker inkomen, en dat
zulks in strijd zou zijn met het Kon. besluit
van 7 Juli 1925, maar hij is daardoor toch
niet bevredigd. Hij meent, dat er, zonder dat
zulks officieel wordt vastgelegd, toch wel een
afspraak te maken is.
Hij vermeent, dat het wel niet noodig zal
zijn, nogmaals uiteen te zetten dat hij een
goede kraamvrouwverzorging op hoogen prijs
stelt. Hij heeft dit reeds 4 jaren achtereen
gtedaan. En hij meent het hier in deze voile
vergadering en onder zijn voile verantwoor-
ding te moeten uitspreken, dat de kraam-
vrouwenverzorging hier in de kom alles te
wenschen overlaat. Er zijn hem verschillende
zaken daaromtrent bekend, waaruit blijkt dat
het niet goed gaat.
Het is hem over andere jaren ook bekend,
dat van wege het armbestuur een briefje
werd afgegeven voor gratisbehandeling 2
gevallen van de kom en 1 van Sluiskil en
dat aan de betrokkenen toch om geld werd
gevraagd. Hem is ook een ander geval be
kend dat de betrokken vader in de kom de
juffrouw opzocht aan haar bekende adres,
doch dat ze daar niet was, en dat, toen ze
eenmaal gevonden was en bij de aanstaande
moeder kwam, weer wegging, omdat er nog
geen genoeg vooruitgang was. Ze zou dan
nog wel eens terugkomen, maar toen de nood
aan den man kwam, kon de man weer te ver-
geefs gaan zoeken, en toen ze eenmaal kwam,
was de zaak afgeloopen en had alleen de
hulp "Van een buurvrouw voorkomen dat de
jonggeborene was gestikt. Spreker is vader
van 9 levende kinderen en weet dus bg onder-
vinding wat er bij die gelegenheden te koop
is, indien sluitlakens en stopdoeken niet door
een deskundige worden aangebracht, is dat
niet in orde.
De kraamvrouwenverzorging is diep treu-
rig. Hij hoorde van een ander geval waarin
de hulp van de juffrouw ingeroepen werd, en
waarop zij te kennen gaf eerst de f 15 van de
vorige maal te moeten hebben, dat zij anders
niet kwam. Zulke toestanden zijn jammerlijk
en hij zou gaarne op een of andere wijze een
toezegging krijgen, dat z66 iets niet meer
behoorde voor te komen. Het tarief dat ge
vraagd wordt is voor een bepaalde categorie
menschen niet te betalen. Indien dat 10
kon zijn zou men het trachten te betalen.
De briefjes van wege het armbestuur wor
den z.i. niet in voldoende mate gegeven, maar
het is geen toestand, wanneer de betrokke
nen dan toch nog om betaling worden ge-
maand.
Hij zou er wel voor te vinden zijn, om nog
een verhooging van f 100 te geven, indien de
verloskundige er dan voor te vinden was om
bepaalde menschen te helpen, binnen het
raam van 10. Er worden niet zooveel kin
deren geboren, maar dan moet het toch ook
nog niet zoo ongelukkig gaan.
De heer BEDET geeft te kennen dat het
systeem van het geven van briefjes voor hulp
der verloskundige allergevaarlijkst is. Spre
ker heeft niet de ervaring van den heer Van
Driel, maar hij weet wel, dat, wanneer een
briefje van wege het burgerlijk armbestuur
gegeven of gevraagd wordt, dat dit steeds
met de meeste bereidwilligheid wordt ge
geven.
Dat die hulp niet gegeven wordt, ja
van dat geval, aangehaald door den heer Van
Driel, waarin de jufffrouw zeide dat eerst de
schuld moest betaald worden van een vorige
gelegenheid, en dat zij anders niet wilde
komen, is spreker tusschenbeide gekomen en
heeft hij de verloskundige te verstaan ge
geven, dat zij niets had te weigeren, want dat
zij voor deze behandelingen benoemd was.
Tot zoover over de vroedvrouw van Ter Neu-
zen, van wie hij verder niets weet, dan dat zij
deed wat haar hand vond om te doen.
Aan den heer Van Driel zegt spreker, dat,
indien hulp van de verloskundige wordt in
geroepen, die briefjes van wege het burger
lijk armbestuur alleen kunnen worden afge
geven, indien het de gealimenteerden van dat
armbestuur betreft. Omtrent anderen be
staat de mogelijkheid, dat het burgerlijk arm
bestuur zich nader uitspreekt. Spreker zou
het beter achten dat deze geheele post van
3550 van de begrooting werd geschrapt en
overgegeven aan het burgerlijk armbestuur,
opdat dit college dat bedrag zou kunnen be-
steden voor genees- en verloskundige hulp
ten bate van degenen die daarvoor in aan
merking behooren te komen. Er zou dan een
afzonderlijke commissie van 3 personen kun
nen worden aangewezen, die zou kunnen be-
slissen op welke wijze de menschen moesten
geholpen worden. Er zou dan bij hem geen
bezwaar zijn, dat menschen met een mini-
mum-inkomen voor zulke gevallen zouden
worden gesteund. Alsdan zou ook mogelijk
zijn de invoering van de vrije artsenkeuze,
waaromtrent het burgerlijk armbestuur zich
ook al heeft uitgesproken, dan zou het mis
schien veel regelmatiger gaan dan nu.
De VOORZITTER geeft te kennen, met
leedwezen de gevallen die hier zijn genoemd
met betrekking tot de verloskundige te heb
ben vernomen. Deze zullen behooren te wor
den onderzocht en de nalatige zal dan op
haar plicht moeten worden gewezen. Burge
meester en wethouders zullen haar zeker ver-
antwoording vragen. Mogelijk is het mis
schien een bepaalde regeling te overwegen,
waarvan onder de huidige verhoudingen ook
nog wel iets is te maken. Het denkbeeld van
den heer Bedet om de gelden ter beschikking
van het burgerlijk armbestuur te stellen en
dit de regeling en uitvoering van de genees-
en verloskunde voor on- en minvermogenden
op te dragen is om verschillende reden niet
uitvoerbaar. Burgemeester en wethouders
zullen niet nalaten de juffrouw omtrent de
gesignaleerde nalatigheid te onderhouden,
want een dergelijke nalatigheid komt bij een
gemeenteambtenaar niet te pas.
Spreker herinnert, dat bij deze post ook
nog in behandeling dient te komen het ver
zoek van Van Doeselaar te Sluiskil, om ver
hooging zijner jaarwedde voor het afhalen en
bezorgen van medicijnen. Dit adres is pas
ingekomen
10 uur nog bg spreker aan de deur met me
dicijnen. Dat valt meermalen voor, dat het
zoo laat wordt. Dan heeft hij ook te kampen
met slechte wegen en bij sneeuwval is het
nog erger. Het is een uitgebreide kring,
want het komt ook voor dat hij naar den
Vogelschor, den Seijdlitz of den Van Remoor-
terpolder moet en daarom meent spreker, dat
er wel aanleiding is voor een verhooging van
jaarwedde.
Met algemeene stemmen wordt besloten
nadere berichten van burgemeester en wet
houders af te wachten.
De VOORZITTER schorst te 5,30 uur de
vergadering tot 7 uur.
particulieren in de mgeaomen en burgemeester en wethouders
rQH QWIO lrwn nlrnin
I hebben nog geen onderzoek kunnen instellen
naar de omvang zijner werkzaamheden. Zij
stellen daarom voor om thans de zaak te
laten zooals ze is. Zij zullen dan een onder-
zok instellen en het resultaat daarvan aan
den raad roeedeelen.
De heer VAN CADSAND heeft daartegen
geen bezwaar. Hij wijst er evenwel op, dat de
man er nog al veel werk aan heeft. Hij moet
een groote uitgestrektheid bedienen. Hij moet
dikwrjls lang wachten, eer hij uit Sluiskil ver-
trekken kan, want dan moeten eerst alle dok-
toren weg zijn, hetgeen nogal eens veel in tijd
verschilt, en waardoor het ook laat wordt
eer hij uit Ter Neuzen kan terugkomen.
Zaterdagavond kwam de man om kwart voor
Voortgezette vergadering des avonds 7 uur.
Voorzitter de heer J. Huizfnga, burge
meester.
Aanwezig alle leden, met uitzondering vac
den heer De Jager, die slechts een deel deeer
avondzitting bijwoont.
Inkomsten
246. Ouderdomsrente van voor rekening
der gemeente verpleegde krankzinnigen.
260.
247. Storting door het Burgerlijk Armbe
stuur van de pensioensbijdragen voor den
secretaris-penningmeester. 75.
Uitgaven
248. Kosten van overbrenging, plaatsing
en verpleging van arme krankzinnigen.
7900.
249. Subsidien aan armbesturen. 36.500.
De heer HAMELINK, wiens fractie met
betrekking tot dezen post voorstellen heeft
ingediend, vraagt deze zaak tweeerlei te mo-
gen bespreken, nl. in de eerste plaats de
kwestiede werkloozen los van het burger
lijk armbestuur, en in de tweede plaats de
gestes van het burgerlijk armbestuur zelf.
De VOORZITTER neemt daarmede ge-
noegen.
De heer HAMELINK geeft te kennen, dat,
toen het antwoord van burgemeester en wet
houders kwam, het hem opviel, niet dat zg
tegen zijn voorstel waren want dat is zijn
fractie gewoon -maar dat burgemeester en
wethouders schrijven dat de raad niet be-
voegd is de posten te lichten uit de begroo
ting van het burgerlijk armbestuur. Het
gaat toch niet op, om te zeggen dat men
tegen die begrooting is, zonder meer? De
eenige weg die naar sprekers meening leiden
kan tot verandering, is toch om te kennen te
geven wat men zou wenschen te zien ver-
anderd. En wanneer de heeren telken jare
met dat argument terugkomen, dan meent hjj
dat te moeten bestempelen als muggenzifterg
Zelf hebben burgemeester en wethouders in
de vergadering van 16 April 1928 toch wel
degelijk voorgesteld een wijziging in de be
grooting van het burgerlijk armbestuur, toen
zij voorstelden aan een deel der op dezen poet
uitgetrokken gelden een andere bestemming
te geven.
Hetzelfde wat spreker en de zijnen thans
naar voren brengen, deden toen burgemees
ter en wethouders, zonder dat het armbe
stuur daarover was gehoord. Indien dat toen
wel mocht, dan lag het toch in de lijn, dat
thans de begrooting, voorzien van de opmer
kingen van sprekers' fractie aan het burger
lijk armbestuur werd teruggezonden.
Burgemeester en wethouders hebben in het
bijzonder hun aandacht gewijd aan de klei-
nere opmerkingen, maar van de grootere vra
gen hebben zij zich op een gemakkelijke wjjze
afgemaakt, door te verwijzen naar hetgeen
zij ten opzichte van de begrooting van 1928
hebben neergeschreven. Zrj konden er zelfs
geen tijd voor vinden om dat zelf nog eens na
te speuren, maar lieten het aan de raadsleden
over dat zelf na te zoeken. Spreker heeft er
zich over verwonderd, dat burgemeester en
wethouders dat doen en hij gelooft ook niet,
dat de beide wethouders van hetgeen daar
omtrent neergeschreven is op de hoogte ge
weest zijn.
Verleden jaar is door het college als zgn
meening te kennen gegeven, dat de werkloos-
heid onder de transportarbeiders als perma
nent zou moeten worden beschouwd, in ver
band met de verwerping van het Belgisch
verdrag, nu echter wordt door burgemeester
en wethouders beweerd, dat de kans bestaat,
dat het werk dat het burgerlijk armbestuur
thans besteden moet voor ondersteuning van
de werklooze transportarbeider in de toe-
komst minder zal worden, en de buitenge
wone diensten van den voorzitter zullen op-
houden.
Spreker moet toch over een zoodanige wijze
van beantwoording zijn verwondering uit
spreken. Hij wil niet veronderstellen, dat dit
een minachting van de in de afdeelingen ge-
maakte opmerkingen beteekent, maar dat
men het antwoord maar aldus heeft inge-
kleed voor het gemak van den samensteller
van het rapport.
Hebben burgemeester en wethouders wer-
kelijk alle hoop laten varen, dat er geen ult-
zicht meer bestaat, dat er voor de belangrflke
groep valide arbeiders die we hier hebben een
tijd zal aanbreken, dat deze niet meer bij het
armbestuur zullen moeten terecht komen?
Indien dat het geval zou zijn, dan zouden
burgemeester en wethouders een tweeerlei
standpunt innemen. Als zij de valide arbei
ders voor hunne werkloosheid meenen onder
te moeten brengen bij het burgerlijk armbe
stuur, omdat dit een blijvende toestand ge-
worden is, hebben zij ook niet het recht om
bij de regeering aan te komen met vertoogen
tot het inrichten van goede havens, opdat dit
een factor zal worden voor werkverruiming,
terwijl toch burgemeester en wethouders in
die richting nog steeds hard werkzaam zijn.
Spreker kan niet aannemen, dat burge
meester en wethouders ook niet overtuigd
zijn, dat er nog een andere tijd kan aanbre
ken. Zij nemen toch ook kennis van hetgeen
er op intemationaal terrein gebeurt, dat er
weer hard wordt gewerkt aan een verdrag,
en dat zelfs de mogelijkheid niet is uitgeslo-
ten, dat dit van 't jaar nog aan de orde komt.
Zij zullen toch wel overtuigd zijn, dat alsdan
de speciale tarieven voor Ter Neuzen weer
naar voren zullen komen en ook de loodsgel-
den daarbij wel zullen betrokken worden,
zoodat, als dit bevredigend wordt opgelost,
ook de haven van Ter Neuzen weer een goe
de kans maakt.
En mocht het zijn, dat de heeren de toe-
komst z66 donker inzien, dat het naar hun
meening voldoende is om de loopende zaken
maar af te doen, dan zal het naar sprekers
oordeel voor de wethouders tijd worden om op
te staan en hun plaatsen aan anderen over te
laten, want hij meent van de regeerders te
mogen verwachten een soort idealisme, ook
al is de weg om iets te bereiken moeilijk.
Burgemeester en wethouders hebben hun
verwondering uitgesproken, dat spreker's
fractie met dit voorstel is gekomen, nadat dit
verleden jaar is afgewezen.
Dit moet toch z66 geen verwondering
baren, het komt toch meer voor, dat de mee
ning van den raad zich wijzigt. We hebben
een voorbeeld van zeer recenten datum. De
raad verklaarde zich onlangs tegen vervulling
der vacature van een politieagent, en nu was
er een meerderheid voor. Spreker heeft daar
geen bezwaar tegen, hg heeft er zelf ook voor
gestemd, maar wgst alleen op het voorbeeld