AlSEKEEN NIEUWS- en advertentieblad voor zeeuwsch-vlaanderen. EDELWEISS ZEEPPOEDED in na PER PAK No. 8296 Vrijdag 9 November U928 68e Jaargang, HEERENBAAI ABONNEMENTSPRIJ S: Eerste Blad Aankondiging. BINHENLAND. FKUILLSTOH. HET CADEAU De innemende Landlooper BUITENLAND Tjw&uicj. ll hzlbelav jiieikent B A»e',ikt°f'2.r253 SErtjTtarfJ/tS "ZlfJl'l'erT*J!f°k« biiSnd^Uee^bfl vLJ.be, tBurgemeester en Wethouders van ZAAM- SLAG, brengen ter algemeene kennis, dat te beginnen op Maandag 19 November 1928, vanwege de gemeente eene Algemeene Opneming zal worden gehouden van de Voetpaden. Zaamslag, den 7 November 1928. Burgemeester en Wethouders voornoemd JOH. DE FEIJTER Pzn., Burgemeester. J. STOLK Lzn., Secretaris. Dit blad verschijnt iederen Maandaq-i Woensdaq- en Vnjdaqavoud. jaar TWEEDE KAMER. Vergaderinq van Woensdag. Aan de orde zijn de algemeene beschou wdngen over de Staasbegrooting. Dc heer Heemskerk (a.-r.) bespreekt allereerst het karakter en beleid van het kabinet, dat minder een regeering dan een verzameling van Ministers is. Na de ver kiezingen zou een kabinet moeten komen, dat ook in principieele quaesties een eigen -weg kiest en het geestelijke leven niet voorbij gaat. Onder dit extra-parlementair kabinet zijn alle politieke en principieele quaesties onopgelost gebleven. Spr. zet verder uiteen, dat de volkswil het best tot uiting komt bij een goede functioneering van het parlementaire stel- sel. Hij ac'ht het niet mogelijk om voor de verkiezingen een regeeringsprogram openbaar te maken, daar men niet weet voor welke combinatie men komt te staan. De coalitie zou alleen komen, als die zich duidelijk afteekent. De heer Van Gij-n (lib.) acht een extra parlementair kabinet niet den besten re- geeringsvorm, doch trekt het voor boven een parlementair ministerie zonder ge- zonde basis. Spr. critiseert onder meer de conservatieven leeningspolitiek en de sa neeringspolitiek der regeering. Ook meende hij dat de overschotten van den gewonen dienst voor belastingverla ging aangewend dienen te worden. Woorden van waardeering had ook oud-minister De Visser, al vindt de prin cipieele opzet van het kaibinet bij de c.-h. geen instemming. Zij toch eischen van ieder kabinet de handhaving der christe- lijke beginselen naar nationale traditie. Hij critiseerde vooral oorlog en marine, en noeande den oogst op onderwijsgebied zeer schraal. Voor andere ministeries had hij waardeering vooral .voor finantien Maar toen hij aan een beschouwing van het intermezzo-kabinet kwam, vond ook hij, dat er iets hokt. Er is geen verband tusschen kabinet en parlement. Een her- stel der coalitie van de drie rechtsche groepen achtte ook hij nog de vraag. t Is immers mogelijk dat elk der drie zooveel politieke desiderata heeft, dat samengaan niet mogelijk is. Men is nu eenmaal te veel waarde gaan hec'hten aan de getalsterkte der partijen. Hierin past meer een min- derheidsregeering of een extra parlemen tair kabinet. En tenslotte ir. Albarda, de woordvoer der der sociaal-democraten. Deze meende dat wij gekomen zijn in een toestand, die kritiek is voor het parlementair stelsel. De huidige abnormale toestand wordt door ieder kamerlid betreurd. ook door het in termezzo-kabinet zelf. Overigens noemde ir. Albarda dit ook reactionair, al was de bezuinigingsparagraaf beter dan die van het kabinet-Colijn. Vergaderinq van Donderdag. Bij de hervatting van de Algemeene be schouwingen over de rijksbegrootinq zet de heer Albarda zijn rede voort. Spr. be- toogt, dat het gezamenlijk overschot op de laatste drie begrootingen is geweest 171 millioen, terwijl er toch geen geld was voor sociale en cultureele doeleinden en dit geld onttrokken was aan de bestem- ming door de wetgevende mac'ht. Spr. hoopt, dat na de verkiezingen een regee ring zal optreden, die de stroomingen des tijds beter zal verstaan dan het kabinet- De Geer. Hij gaat vervolgens de politieke constellatie na, en meent, dat de toestand uiterst onzeker is. Spr. zegt, dat belangrijke vraagstukken aan de orde zijn. Hij wenscht nationale ontwapening, maatregelen tegen vrijwil- lige mobilisatie van burgerwachten en vrijwilligen landstorm, wettelijke regeling van va'cantie voor loontrekkenden en staatspensioen, terwijl hij verzoekt voor de verkiezingen te behandelen zijn motie betreffende de medezeggenschap. Voorts wenschte spr. afschaffing van de exorbi- tante rechten in Indie, afschaffing van de doodstraf en van de poenale sanctie. De heer Lovink (c.-h.) bespreekt de afschuiving van lasten door het rijk op de gemeenten, waardoor vele gemeenten er sleohter voorstaan dan anders het ge val zou zijn. Spr. kant zich tegen het voornemen, het landbouwonderwijs bij nijverheidsonderwijs onder te brengen en dringt aan op het hooren van een organi- satie ten deze, op meer bevredigende in- richting van de directie van den land- bouw en op instelling van meer lagere landbouwscholen. stand, als zij meenen, dat in 1867 de vaart door een open rivierarm van de Schelde vervangen is door een kanaal met twee sluizen, vandaar dat het denkbeeld kon worden geopperd, het Kreekrak weer te openen" *om door dit ..onnutwerk" ,,den Belgischen eisch tot zwijgen te brengen zooals het oud-Kamerlid B. Nierstrasz zich uitdrukte in „De Gids". Daarom geeft dr. Beekman een uiteen- zetting van den toestand zooals die was, toen de Scheldedam werd aanqelegd en thans, bij een drietal kaartjes en besluit dan: ..Een enkele blik op het kaartje toont dadelijk aan, dat de uitdrukking „het weder openen van de Kreekrak" geen zin heeft. Wilde men Westerschelde en Oosterschelde verbinden door een weg voor de scheepvaart die den Scheldedam onder een hooge brug snijdt, dan zou men een kanaal moeten graven dwars door de slikken ten Z. van den Kreekrakpolder, door dien polder en door Se slikken ten N. daarvan b.v. tot in de diepe geul van het Marollegat, met sluizen aan begin en einde, ongeveer even lang (9100 M.) als het Kanaal door Zuid-Beveland van Hansweert naar Wemeldinge en evenwij- dig hieraan, door den heer Nierstrasz ze'lven trouwens zeer terecht een ,,onnut werk genoemd. al stelt deze zich waar- schijulijk niet een gesloten kanaal maar een open Scheldearm voor. En dat alleen om een voorwendsel aan Belgie te ont- nemen! „\Dat zou toch waarlijk al te dwaas zijn: „De vele millioenen die zoo'n onnut werk zou kosten zouden zeer nuttig be- steed kunnen worden ter verbetering van het slechtste gedeelte der Schelde, n.l. dat op Belgisch ge'bied tusschen Antwerpen en onze grens en tot beter onderhoud en spoediger opruiming der scheepswrakken aldaar." HET KREEKRAK. In de November-af levering van het ..Tijdschr. v. het K. N. Aardr. Gent, schrijft dr. A. A. Beekman een opstel over „de zoogenaamde afdamming van het Kreekrak en de Belgen' „Er bestaat zoo schrijift hij, een mis- verstand omtrent het leggen van den Scheldendam bij Woensdrecht in 1866— 1867 voor den spoorweg Roozendaal Vlissingen en het daardoor afdammen van een onderstelden arm der Schelde, de vaarweg van Antwerpen naar de Ooster schelde en voorts naar den Rijn. Want die vaarweg bestond niet, was reeds in de 17e eeuw verdwenen, als men het toen nog een vaarweg noemen kon. In Belgie heeft men tijdens de behan- deling der Nederl.-Belgische Schelde- kwestie die afdamming van het Kreek rak" gebruikt als een voorwendsel om te kunnen beweren, dat Nederland o.a. daardoor nadeel aan de scheepvaart van Antwerpen heeft toegebracht. „Toen de doorgaans gematigde (Brus- selsche) ..Standaard" een paar jaar ge- leden weer met dat Kreekrak-venhaaltje voor den dag kwam, zond ik aan dat blad een zeer korte, zuiver zakelijke mededee- ling omtrent den juisten toestand bij de afdamming. Ik ontving daarop van de re- dactie een briefkaart met hare zeer vrien- delijke groeten en hartelijke dankbetui- ging voor mijn belangstelling. Maar van plaatsing v&n mijn stukje heb ik niets be- merkt." Ook Nederlanders leven in misver- INGEZONDEN MEDEDEELIN GEN door E. J. RATH. o 52) (Vervolg.) Hij zweeg onuitstaanbaar lang, tuurde naar het gras en was blijkbaar geheel ver- geten, dat ze stond te wachten. ,,Nu?" vroeg ze vinnig. Rawlins keek verwonderd op. ,,0, neem me niet kwalijk. Ik was je vergeten. Laat eens zien! Ja ik weiger." iHilda ontstelde van zijn antwoord, hoe- wel ze bij intui'tie had begrepen, wat zijn antwoord zou zijn. Ze trilde van machte- fooze woede. Ze durfde nauwelijiks spre- ken. ,,Ben je krankzinnig?" vroeg ze. ,.Weet je wel, wat je zegt?" ..la zeker. Daar daoht ik juist over ,.Maar het is onmogelijk!" Rawlins schudde lanazaam het hoold. ,,lHeelemaal niet onmogelijk", zei hij. ,,'Heb je dan geen greintje eergevoel?" Hij ihaalde sleohts de schouders op. Hij was heel tevreden, dat Hilda hem in een 14 cent N-V- ZEEPPABRIEKEN -v/m OE MAA5 A VAt>l BRERO APEI-DOOIRN koppige stemming had gebracht. Voor zijn gevoel h'jk. jevoel was hij nu minder verantwoorde- „Is het je om geld te doen?" vroeg ze plotselimg. Rawlins zweeg weer een tijdje, voordat hij antwoordde: ,,Ik wil niet zeggen, waarom het mij te doen is en ik hoop dus. dat je niet verder zult aandringen." Het was om dol te worden. de manier, waarop hij zich in geheimzinnigheid hul- de, maar zelfs in haar razernij zag ze in, hoe nutteloos het zou zijn, verder te vra- gen. Plotseling begon ze te lachen, tar- tend en dreigend. ,,Ik waarschuw je, dat het hiermee nog niet is afgeloopen." ,,Dat is heel vriendelijik van je." ,,Den eersten keer, dat ik je zag, heb ik je al gewaarschuwd, dat het hier een gevaarlijke streek is voor landloopers. ,,Ja dat herinner ik me nog best." Ze keerde zich met een ruk van hem af en liep snel weg met opgeheven hoofd. ,,Je bent niet waard, dat ik je verach.t riep ze hem nog toe. ..Daarover zouden we nog wel eens een boom kunnen opzetten' zei Rawlins onverstoorbaar. Maar Hilda was verdwenen. XXVI. Verder werd er door de familie Kil- bourne niet meer gesproken over den gast. Zelfs Hilda zei geen woord meer over hem. De heer Kilbourne vond het noodig plotiseling voor zaken naar de stad te gaan. Mevrouw Kilbourne, die oorspronkeiijk het onzalige plan geop perd had den gast weg te sturen, ver- meed verder het onderwerp. lets in Hil da's manier van doen deed haar zwijgen. Ze kreep een flauw vermoeden, dat ze zich noodeloos bezorgd had gemaakt over Marian. Ze begreep het eigerJijik niet goed en ze wilde rustig aanzien hoe alles loopen zou. DE NIEUWE PRESIDENT VAN DE VEREENIGDE STATEN. Smith, de democratische candidaat voor den presidentieelen zetel in het Wit- Marian was zegevierend, maar hield ziclh kalm; ze wist, wanneer ze moest zwijgen. Rawlins bleef de beminnelijke huisvriend, zonder een zweem van verle- genheid na het hem gestelde ultimatum. Nadat Hilda's eerste woede bekoeld was, begon ze emstig te overleggen, hoe ze Minnie Harlan zou kunnen redden. Ze betwijfelde het wel eens of het haar plicht was zich verder met deze kwestie bezig te houden. .,Als Minnie Harlan", dacht ze bij zidhzelf, ..niet genoeg gezond verstand en zelfbeheersching heeft om te beletten, dat ze zich aan den eersten den besten vreemdeling vergooit, in hoeverre is het dan mijn plicht me met het geval te be- moeien Ze oveirpeinsde het emstig in haar ka- mer, de deux op slot met het oog op* in- dringers. Whs de familie Kilbourne ver- antwoordelijk voor Wade Rawlins? In de eerste plaats moest Minnie gered wor den en wel door de oorzaak der verleiding te doen verdwijnen. Maar deze redenee- rinq gaf haar geen voldoening. To'en ze wel tien keer het heele geval overpeinsd had, bleef ze plotseling voor haar toilet staan. steunde met beide han- den op de tafel en bekeek nauwkenng haar spiegelbeeld. Het resultaat van deze beschouwing was een diepe rimpel en een uitdrukking van minachting. „Wees eerlijk!" zei ze. Ze keerde zich af van den Spiegel en begon weer rusteloos been en weer te loopen, de handen nevomven op de borst en met hang end hoofd. Weer bleef ze voor den spiegel staan. te Huis, heeft zich, schrijft de N? R. Crt. geweerd wat hij kon, zijn verkiezingsveld- tocht is onstuimig geweest en de geest- drift die hij wist te ontketenen, heeft een oogenbliik indruk gemaakt en ae vraag doen rijzen of het hem gelukken zou, de ontzaglijke sterkte der Republikeinen, die in den verkiezing van 1924 vertegenwoor- digd werd door vijfendertig staten in de Amerikaansche Unie van de achtenveer- tig, boven elke verwachting te breken. ;S4aar de uitslag is, dat Hoover op een overgroote meerderheid in het kiescollege can rekenen, dat den President, die Coo- idge zal opvolgen, aanwijst. De financieele wereld van Wall Street had zijn geld op Hoover gezet, den kal- men politicus, die als voedselregelaar en leider van hulpverschaffingen, in den oor log en daarna, meer hongerige monden gespijzigd heeft dan ooit iemand voor hem. Hij had de tot in de puntjes georga niseerde en door machtige invloeden en kapitalen gesteunde Republikeinsche par- tij-machinerie achter zich. En toen Smith zich het hevigst roerde, seinde president Coolidge aan' Hoover: „Gij hebt uw ge- schiktheid om president te worden ge- toond. Gij zijt bekwaam, ervaren, be- trouwtbaar en veilig. Uw succes in den veldtocht lijikt verzekerd en ik zal het qroote ambt van president van de Ver. Staten van Amerika aan uw veilige hoede ovcr^cvcn, overtuicjd dat het in bevoccjdc handen zal rusten, waarin het welzijn van het volk verzekerd zal zijn." Zou het voor de Amerikaansche poll tie-k veel verschil gemaakt hebben indien Smith eens in plaats van Hoover gekozen was? Volgens de politieke programma s niet veel. Smith had beloofd zijn krachten te beproeven voor verlichting van het drankverbod, maar het lag in het duister hoe hij de meerderheid van tweederden in het Congres bijeen zou krijqen, die noo dig zou zijn om de Grondwet opnieuw te wijzigen. Tot kortgeleden waren de twee partijen verdeeld over de groote kwestie van het beschermend tarief. Maar ook aan deze' tegenstelling kwam een einde gouverneur 'Smith en de Democratische Partij waren tot gematigd protectionisme overgegaan. In Amerika hebben schrandere opmer kers verklaard dat de strijd niet tusschen tweeerlei politiek en ook niet tusschen twee partijen ginq, strikt genomen zelfs niet tusschen Hoover en Smith, maar slechts om Smith. Gouverneur Rithie van Maryland zeide; ..Iedereen is of voor of tegen Smith". De vraag werd dus: kan deze' man New-Yorker, Tammany- politicus, voorstander van de ,,natte" be- weging en Roomsch Katholiek presi dent van de Ver. Staten worden? Stellig zou het verschil in de Ameri kaansche politick gemaakt hebben, indien Smith president geworden was. Want zoo goed als zeker zou de wet gevende machinerie van Senaat en Huis van Afgevaardigden niet om' gegaan zijn met de verkiezing van den Democra- tischen candidaat om persoonlijke eigen- schappen. Politieke machteloosheid van den president in den strijd tegen een op- permachtigen Senaat ware licht het volg geweest. Nu heeft Hoover een Huis van Afgevaardigden, waarin volgens de laatste bericht'en de Republikeinsche meerderheid versterkt is, achter zich, ter wijl hij eveneens den Senaat beheerscht. President Hoover's persoonlijke opvattin- gen zullen een factor van belang worden. l~ij is vooral een ervaren econoom en nu INGEZONDEN MEDEDEELINGEN. elft ge tevreden met het goede Indien U. als roolcet D. E. Heerenbaai niet kent pro- beer ze dan nog heden. Deze zachte. geurige goedbrandende tabak zal poor U een verande- ring zijn die gij. als kenner, ook werkelijk een oerbetering zult noemen. ECHTE FRIESCHE Melange pan rijpe tabakken T^eedi oanaf 50 ct. per pond 20 ci. per ons - 10 ct. per oru het herstelvraagstuk en dat van de geal- lieerde schulden spoedig in het middel- punt der belangstelling komt te staan. zal zijn hand, voor zoover Amerika daarbij mederegelend optreedt, merkbaar wor den. GEEN AMERIKAANSCHE OORLOGSFILMS MEER Het bureau voor filmcensuur van her Italiaansc'he departement van binnenl- zaken heeft per omzendbrief bekend ge maakt, dat het in principe geen oorloqs- films meer zal goedkeuren. Uit de moti- veering blijikt, dat dit besluit in hoofdzaak zoo niet uitsluitend tegen de Amerikaan sche oorlogsfilms is gericht. Deze moti- veering luidt als volat: ,,Het Italiaansche publiek is de films meer dan zat, waarin de krachtsinspan- ning wordt verheerlijkt van de geallieer- de legers in den grooten oorlog. wat indi rect een achteruitzetting beteekent van de veel pijnlijker en zegevierender krachtsinspanning van het Italiaansche leger op zijn eigen bodem en op de slag- velden der andere fronten. Bovendien worden in deze films vaak inderdaad ma cabre tooneelen vertoond, die een pijnlij- ken indruk op het publiek maken en den vaderlandslievenden geest dooden, voor al bij de vrouwen en bij de jongelieden op wie de veiligheid des lands moet sten- -nen, terwijl in andere oorlogsfilms mahe of grappige tooneelen zijn opgenomen. die. in strijd zijn met de militaire tucht. Tot zoover het besluit van het bureau voor filmcensuur, Wat die macabre en malle tooneelen betreft, kan men er on- zerzijds nog de zoogenaamde gevoelige scenes" aan toevoegen, dan is de er- oordeeling van de jongste Amerikaansche filmmode volledig. TNGEZONDEN MEDEDEELINGEN fioeJt ..Wees eerlijikzei ze. Maar het was moeilijk eerlijk te zijn, want telkens als ze het probeerde, maakte een groote verwarring zich van haar meester. Ze sohaamde zich. haar intiem- ste gedachten bloot te leggen om de waar.heid te vinden. ,,Ik ben een huichelaarster geweest en ik verfoei mezelf erom zei ze. ,.Ik ge- loof, dat Marian er zelfs niet ingeloopen is en mezelf heb ik ook niet voor mal kunnen houden Het is zoo moeilijk eer" lijk te zijn, als het je boos en beschaamd maakt. I let is zoo moeilijk maar niet half zoo erg. als te huichelen." Ze liet zich neervallen in een venster- bank en balde de vuisten. Het kan me niets sohelen, wat er met Minnie Harlaft gebeurt. Ik heb al dun tij-d qeweten. dat het me koud liet. !k r.eb qeprobeerd het me zelf wijs te maken. Het zou me niet kunnen schelen, al frouw- de ze met een Chinees. Ik ben hoege- naamd niet bezorgd voor mijn buren houd niet van haar, ik heb nooit van haar qe'houden en ik -zal nooit van haar hou- den; en ik voel me heelemaal niet qeroe- pen als haar bescihermster op te treden. Ze is oud genoeg om voor zichzelf te zor- qen Ik heb aan een stuk door gelogen. 'Goddank, dat ik hem die leugen niet verteld heb. Hij had me dadelijk doorzien. Toen ze voelde, dat ze bloosde, aar- zelde ze verder te gaan. maar haar mee- doogenlooze stemming liet haar niet met rust. ..Doorzetten!" moedigde ze zich zelf aan. „Ik ben nu eenmaal begonnen met eerlijik te zijin en nu moet ik volhouden. Vooruit dus! Ik ben jaloersch. Ziezoo. ik heb het gezegd: dat lucht op, maar ik schaam me diep. Ik ben jaloersch. telkens als hij naar Minnie Haxlan gaat en dat verklaart alles, maar ik zou het aan jhe- mand anders willen bekennen aan hee lemaal niemand. Daarom heb ik schi|n- heiligen onzin verkoeht over de arme Minnie. Ik ben jaloersch!" Ze sprak deze woorden half luid. ais zou ze niet voldaan zijn over haar zelf- kr-tijding. voordat ze haar qedachtCn ge- uit had. r- Jaloersch!" herhaalde ze. ..En vyaar- om Hilda dacht lang over deze vraag na Niet alleen een gevoel van verwarring maakte zich van haar meester, maar een heimelijike angst bekroop haar. ..Nu. waarom dan? bedacht zij. moet doorzetten. Ik wil alles bekenners. Waairom? Ben ik verliefd op hem? Ben ik verliefd op een van mo-eders landloopers; Loopt het daarop uit? En als ik verliefd ben. hoe kan ik dat dan met zekerheid weten? Ik dacht ook, dat ik van Herbeit Wheeler hield; ik dacht het heusch. Ten- minste ik ik geloof het. Die onzeker- heid is om dol te worden. Ik ben nu in. ieder geval niet meer verliefd op Herb Wheeler. Dat is van de baan. Ik sta nu tegenover een nieuw probleem en ik heb qetracht het te ontduiken. Zou ik laf wor den? De vraag is: ben ik verliefd op dien landlooper, of wat hij dan ook is, of niet; En ik weet het niet. Deze laatste woorden klonken als een klacht. Hilda keek on.tdaan rond. (Wordt vervolgd. I

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1928 | | pagina 5