ALGEMEEN HIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAO VOOR ZEEUWSCH-VLAANPEREN. No. 8293. Vrijdag 2 November 1928. 68e Jaargang. Eersie Blad. Volkstellingen. Br&ndwonden Kloosterbalsem ABONNFMENTSPRIJS: De innemende Landlooper B I N N E N L A N D. n t KT f 1 40 n.r i nrnanden Buiten Ter Neuzen fr. per post f 1,80 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post f 6.60 per jaar VooreBelflie'enUAmerika f 2.25. overiqe landen f 2.60 per 3 maanden fr. per post - Abonnemenfen voor het buitenland alleen bi, vooruitbetaling. Dit blad verschijnt iederen Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond. Het feit, dat het dezer dagen (29 Sep tember) honderd jaar geleden was, dat een Koninklijk besluit op het Loo door Koning Vv illem I werd geteekend. waarbij bepalingen werden vastgesteid ,,no<pens eene nieuwe en algemeene volks- telling" kan op zich zelf wel reden ge- noeg worden geacht om over deze zaak een'en ander te vertellen. Een geograat der vorige eeuw heeft verklaard, en nie- mand zal dit niet met hem eens zijn, dat de mensch de zeer natuurlijke nieuwsgie- righeid bezit om het aantal zijner mede- menschen te willen kennen. Wij behoe- ven, om te beginmen, slechts te wijzen op allerlei uitkom'sten van tellingen, die reeds in den bijbel voorkomen, en wij kunnen dan wel speciaal herinneren aan de voikstelling, door Koning David beraamd en ten uitvoer gelegd, waarvan 2 Samuel 24 ons het vrij omstandig verhaal doet. Hier wordt volkstelling-als-zoodanig niet afgekeurd; het schijnen meer oorlog- zuchflkje of hoogmoedige motieven ge- weest te zijn, waarom deze daad van Ko ning David door God werd afgekeurd en ges'traft aan hem en ook aan zijn volk. Jacob, officier buiten dienst, bewijst bij deze gelegenheid zijn gewichtige dien- sten en na een lange ommetocht door het geheele rijk wordt het getal van het volk bij den Koning ingeleverd. Legio is het aantal schrijvers, die ook in latere jaren aan deze nieuwsgierige verlangens hebben getracht te voldoen. Zoo kwam de Ita- haansche natuuronderzoeker Riccioli in 1660 voor den dag met het cijfer van dui- zend millioen van de totale bevolking der gansche aarde. En men zal moeten toe- geven, dat deze Italiaan de schattingen die hij voor de verscihillende landen en werelddeelen verrichtte, zoo zorgvuldiq deed, als in zijn dagen maar even moge- lijk was. (Kenmerkend noemt de onlangs over- leden Prof. Niermeijer het in een reeds jaren geleden gepubliceerd artikel over dit ond'erwerp, dat Riccioli deze droge cij- fers pikant zocht te maken door uit -de verkregen som eenige zeer fantastiscne gevolgtrekkingen af te leiden. Hij bere- kent bijvoorbeeld, dat sedert den zond- vloed, dien hij stelt in het jaar 2396 voor Christus, tot het jaar 1600 na Christus ongeveer 280.000.000.000 menschen ge boren zijn, en sedert schepping der wereld nog twintig duizend millioen iieden meer. En dan deelt hij een openbaring mede van de H. Brigitta, volgens welke ..tegen een men<sch meer dan tien engelen be- staan, wanneer alle menschen, die ooit geboren zijn en nog geboren zullen wor den bij elkaar geteld worden." zoodat het dan betrekkelijk gemakkelijk kan wor den becijferd, dat er meer dan drie billioen engelen moeten zijn. Verder rekent Ric cioli dan nog uit, dat, als er sedert de sohepping der wereld niemand gestorven was, er toch nog op de bewoonbare aarde voor ieder 454 vierkante voeten ruimte beschikbaar zou zijn ,,namelijk zegt hij „een vierkante voet om op te zitten en de overige voor een huis, een tuin, verdere eigendommen, enz.' Dat de knappe Italiaan door dergelijke dwaze be- cijferingen zijn naam als geleerde wel wat HUUHTOI. door E. J. RATH. 49) afbreuk deed, mag worden betreurd. Alleen was de critiek van onzen geleerden Isaac Vossius ook weer niet billijk, noch gegrond. Vossius beweerde, dat Europa onmogelijk (zooais Riccioli had gezegd) honderd millioen inwoners kon bevatten; zelfs als men de bevolking van geheel Afrika en Amerika erbij telde, kwam men volgens Vossius nog met tot die som. Er wordt vermoed, dat de laaggestemde cijferberamingen van Vossius onder den mvloed stonden van de groote verwoes- tingen, die zoo pas door ddn dertigjarigen oorlog in Midden-Europa waren aange- richt. Vossius nam voor Duitschland, Bo- hemen en Hongarije bij elkaar slechts vijf millioen inwoners aan, en hij verklaart ook zelf, dat hij de verwoestingen daar- bij in rekening bracht. ,,Wie weet niet zoo vraagt Vossius, „dat er een tijd is ge- weest, waarin Sicilie evenveel inwoners had als nu Italie en Sicilie samen, en Athene evenveel als nu Griekenland met den heelen Peloponnesus er bij?' Door zulke overdrijvdngen kwam Vossius er j toe om de bevolking van geheel Europa in zijn dagen slechts te schatten op on- geveer dertig millioen. En de beroemde Pierre Bayle, die te Rotterdam in 1696 zijn „Dictionnaire historique et critique" 1 schreef, zegt dan ook, dat Vossius Euro- pa ,,voor meer dan de helft heeft te kort gedaan", terwijl de menschen ,,hem daar- entegen niets schijnen te kosten als hij het heeft over China of als hij met t oude Rome te doen heeft. En een ander geo- graaf, die onder een heel wijdloopigen titel een boek gaf, en die zich Melissantes noemt, meent, dat de grootte der bevol- king van Europa een onzekere en zeer twijfelachtige zaak is, die op haar waar- de en onwaarde berust en die gerust aan het oordeel van geleerde lieden kan worden overgelaten. In de achttiende eeuw wordt het getal duizend millioen voor de geheele bevol king der aarde door de meeste schrijvers behouden, waartoe de voorliefde voor ronde getallen zeer zeker veel zal hebben bijgedragen. Zoo schrijft Biisching in zijn reusacihtig groote en dikke ,,Aardrijksbe- schrijving": Er kunnen op den aardbo- dem minstens ongeveer 3000 millioen menschen tegelijk leven; in werkelijkheid leven er echter nauwelijks het der.de deel of 1000 millioen. Een uitzonderihg maken slechts de schrijvers van de Universal history of the world" (1737), die als to- taal-cij.fer 4000 millioen aannemen. Tot dit kolossale cijfer kwamen zij door de grootte te schatten van het deel van den aardbol, dat misschien bewoond kon zijn, en dan N.B.! aan te nemen, dat dit over- al even dicht bevolkt was als de omge- ving van de plaats hunner inwoning. Na- tuurlijk komit men zoodoende tot veel te groote getallen. Zoo heeft Leeuwenhoek uitgaande van de dichtheid der bevolking van Holland en Friesland (hij had ook Amsterdam, Londen of New-York kun nen nemen!) berekend, dat de aarde wel een bevolking kon hebben van 13385 millioen, hoewel hij te vexstandig was om de onwaarscihijnlijkheid van een dergelijk cijfer niet zelf in te zien. Tegenwoordig is men tot nauwkeuriger becijferingen in staat. Ongeveer de helft van de bevolking der aarde wordt tegen woordig vrij nauwkeurig geteld. Bijna al de beschaafde staten houden volkstellin- gen. Rusland is de voornaamste uitzon- dering, als men dit land nog onder de be- ,,Goed! Daarmee is het dus uit' sprak de heer Kilbourne ongeduldig. ,1k vmd het best. Emily vindt, dat Rawlins moet verdwijnen. Uitstekend! Wat zeg jij er van, Hilda?" Hilda knikte langzaam. Er zat niets an- ders op. Jij, Kane?" De belde heeren Kilbourne keken el kaar onderzoekend aan. Kane knikte. Hij zag ook geen anderen "uitweg. Jul'lie zijn een troep mispunten!" zei Marian vol minachting. Ze liet zich van de leuning glijden en liep weg om in eenzaamheid te mokken. Mevrouw Kilbourne zuchtte en schudde het hoofd. Daarna wisselden de vier oud- ste Kilbournes veelbeteekenende blikken. ,,Dat is dus afgesproken zei de heer Kilbourne snel. Hij was nog heelemaal niet gerust. Wat Hilda en iKane betrof, was hij niet zoo heel bang. Hij wist nog niet, dat ook Ma rian van alles op de hoogte was. Marian was van plan er munt uit te slaan. Maar in tegenwoordigheid van zijn vrouw kon hij niets zeggen. ,,Ja, dat is afgesproken", zei mevrouw Kilbourne. ,,Wil jij het hem zeggen, Henry?" ,,W3e ik?" schaaf.de rijken wil rekene.n. Ook in tal van kolonien hebben tellingen plaats. De Engelschen hebben b.v. het reuzenwerk verricht om de bevolking van het Indisoh rijk te tellen, en zijn daarbij gekomen tot een cijfer van om en de bij 300 millioen. Interessant is zeker de methode, ge- volgd voor Transvaal. Alleen de Euro- peanen werden daar" tot voor eenige ja- ren geteld. De anderen „telden niet mee". En dan kwamen wij juist dezer dagen ook de cijfers tegen van Palestina, die mis- schien sommig'e onzer lezers zullen interes- seeren: er wonen daar 589000 Mohamme- danen, 87000 Joden, 73000 Ghristenen en 9000 personen van andere godsdiensten. J Voor landen. waar geen volkstellingen tot nu toe gehouden werden, moet de sta tistics zich op andere wijze behelpen. Zijn voornaamste basis zijn dan de schat tingen der ontdekkingsreizigers. De in- boorlingen zelf hebben persoonlijk van dergelijke getallen in het geheel geen be- grip. Toen den sultan van Zanzibar ge- vraagd werd, hoeveel menschen er op zijn eiland woonden, moet hij hoogst verbaasd ten antwoord hebben gegeven: ,,Hoe zou ik dat weten? Ik weet niet eens hoeveel er in mijn huis wonen." Toch ligt de tijd nog niet zoo ver ach- ter ons, dat er omtrent de bevolking van ons eigen land niet veel meer bekend was dan nu aangaande die van Zanzibar. De eerste voikstelling, die dien naam mocht dragen, werd hier te lande gehouden tij- dens de Bataafsche republiek, in 1795, en alles wat men voor dien tijd van de tal- rijkheid onzer natie wist, berustte mee- rendeels op gissingen. Mr. M. M. von Baumhauer, een der beste statistici. deelt in De Algemeene Statistiek van Neder- land een aantal van die gissingen en tel lingen mede, en andere vindt men in een nog bekender verhandeling van Nicolaas Struyck, die geograaf. astronoom en ma thematics, en dus vrijwel alles tegelijk, was. Het is een eigenaardig genot zoo'n i ouderwetschen kwartijn te doorbladeren. Struyck wijst o.m. op het belang, dat het voor elke regeering hebben moet. om het aantal van hare onderdanen te kennen, j en hij zelf heeft reeds uit de sterftecijfers taibellen afgeleid voor verschillende soor- ten lijfrenten. In een Aanhangsel deelt hij dan voor ,,Crom.menie, de Rijip, Wijk op Zee en Spaarndam" het aantal cijfers mede, ook het getal huwelijken en het gemiddelde jaarlijksche cijfer der geboor- ten en sterfgevallen, die hij zelf heeft la- ten opnemen in 1739. En voor niet min- der dan een zestigtal andere Hollandsche dorpen vindt men dezelfde gegevens in i zijn ,,Nadere Ontdekkingen enz." van 1753. In omze dagen zou een dergelijke par- ticuliere onderneming absoluut niet sla- gen, en het mag daarom zeker niet over- bodig worden genoemd, dat de Staat dit werk in handen heeft genomen. De eer ste officieele voikstelling hier noemden wij reeds. Zij moest dienen ,,ter informa- tie van de commissie der Nationale Ver- gadering en van het geheele volk van Nederland. bij het overwegen der te ont- werpen constitutie' l Immers deze zou bij voikstelling worden goedgekeurd. De voikstelling, toen gehouden. gaf aan een totaal van 1.880.463 zielen. j Bij Koninklijk Besluit van 29 Sept. 1828 werd bevolen. dat er in 1829 een alqe- meene voikstelling zou plaats hebben. en dat deze alle tien jaren zou worden ver- nieuwd. De eerste drie werden omstreeks midden November gehouden; die van 1859 had plaats op 31 December; maar in 1869 kwam men daarop terug, en nam men weer den 30sten November, omdat bij de wisseling des jaars zooveel perso nen elders vertoeven. Toch houdt men, zooais bekend is, de volkstellingen tegen woordig weer op 31 December. Tenslotte nog iets over de kosten dezer volkstellingen. Er is, wegens de kosten aan zoo'n telling verbonden, eerst over gedacht in 1919 de voikstelling maar eens over te slaan, doch later kwam men op dat voornemen terug en zoo werd bij den overgang van 1920 op 1921 de tiende voikstelling toch nog gehouden, en kan in 1930 de elfde worden tegemoetgezien. Dat vrees voor de hooge kosten van dergelijke tellingen niet denkbeeldig is, blijkt wel, als men hoort, dat alleen voor Amsterdam de kosten in 1899/1900 be- droegen: 29.766,98; ook al kan daar da- delijk aan worden toegevoegd, dat het Rijk toen ruim f 10.000 voor zijn rekening nam. De negende voikstelling kostte maar een luttel bedrag minder, doch toen res- titueerde het Rijk 26.000. En de laatste voikstelling kostte te Amsterdam 112.000, waarvan het Rijk /81.000 ver- goedde. Dat er voor zoo'n werk een groot aantal helpers noodig zijn, ligt voor de hand. In 1869/70 konden 174 tellers het werk te Amsterdam af, wier moeite werd beloond met 1516. Bij de laatste drie volkstellingen bedroeg het aantal tellers respectievelijk; 481, 535 en 576, aan wie salarissen werden uitgekeerd van f 11.000, f 13.000 en f 36.000. gerekend worden de eventueel tot afzon- derlijke scholen gegroepeerde zevende leerjaren, welke met vergunning van de Kroon in de plaats zijn gekomen van het zevende leer jaar aan elke school? INGEZONDEN MEDEDEELINGEN. II De stem van den heer Kilbourne klonk oprecht verbaasd en hij keek oprecht ver- wonderd. ,Jij bent het hoofd van het gezin, Henry." Of hij het hoofd was of niet, er waren redenen, waarom de heer Kilbourne zijn vrouw met onverholen ontstemdheid aan- keek. Ze zou het niet begrepen hebben, als hij haar er van beschuldigd had, dat ze moeilijkheden ontdook ten koste van een ander, maar hij dacht het ongetwij- feld. De heele situatie kwam hem voor als volgt Hij mocht Rawlins graag lijden. Dat was een reden, waarom hij aarzelde. Bo- vendien was hij bang voor Rawlins. Raw lins wist het een en ander van hem. Som- mige familieleden schenen ook op de hoogte te zijn, maar toch niet allemaal. Rawlins was een mysterie en een myste- rie is altijd iets onzekers. De heer Kil bourne was niet in de stemming om iets te wagen. Het was tijd om voorzichtig te zijn. ,,Het is mogelijk, dat ik het hoofd van het gezin ben", zei hij met een zijdeling- schen blik op Hilda, ,,maar ik ben niet aansptakelijk voor Rawlins. Ik heb hem niet hier gebracht." Mevrouw Kilbourne's waaier fladderde zenuwachtig op en neer. ,,Maar jij jaagt ze gewoonlijk weg, Henry," zei ze. ,,Als je a zegt, moet je ook b zeggen," merkte hij op, zijn toevlucht n em end tot een van zijn geliefkoosde leefregels. Mevrouw Kilbourne beet zich op de lip en keek haar zoon aan. ..We zouden Kane kuntnen vragen het hem te zeggen," zei ze aarzelend. Kane kon nooit goed zijn gevoelens verbergen en nu minder dan ooit. Hij was verwonderd en benauwd. ,,Wat heb ik er in hemelsnaam mee te maken?" vroeg hij. ,,Maar jij vondt toch ook, dat hij weg moet," sprak zijn moeder. ,,Maar daarom hoef ik het hem niet te vertellen. Het is mijn huishouden niet." ,,Dat weet ik wel, Kane; maar je va- der spreekt liever niet met hem en nu dacht ik ,/Iik heb er toch niets over te zeggen, moeder." ,,Maax als je het doet uit mijn naam," zei mevrouw Kilbourne. De heer Kilbourne knikte, dat hij het er mee eens was; maar Kane schudde koppig het hoofd. Hij beschouwde de kwestie als volgt Hij mocht Rawlins graag lijden. Dat was een reden, waarom hij aarzelde. Bo- vendien was hij bang voor Rawlins. Raw lins wist het een en ander van hem. Som- mige familieleden schenen ook op de hoogte te zijn, maar niet allemaal. Raw lins was een mysterie en een mysterie is altijd iets onzekers. Kane was niet in een stemming om iets te wagen. Het was tijd om voorzichtig te zijn heel voor zichtig. Het is mijn werk niet om personeel of loge's weg te sturen, zei hij. ,,U moet het mij niet vragen.' I Marian, die brandde van nieuwsgierig- heid, was weer teruggekomen en stond 1 met een boos gezicht te kijken en te luis- teren. i ,,Het is toch mannenwerk, zei me vrouw Kilbourne. „Vraag het dan aan Grosvenor, stel- DE TERUGTOCHT VAN HET VIJFDE POSTVLIEGTUIG. Bij de directie van de Koninklijke Luchtvaartmaatschappij is van de beman- ning Aler, Smirnoff en Veenendaal van het vijfde vliegtuig, de H-NAEN, be- richt ontvangen, dat het vliegtuig op Woensdag 7 November de retourvlucht naar Amsterdam zal aanvaarden. HET ZEVENDE LEERJAAR. Het Tweede Kamerlid de heer Ketelaar heeft aan den Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen gevraagd 1. Is de Minister met ondergeteekende van oordeel, dat ten spoedigste een wets- wijziging moet worden aanhangig ge- maakt, nu blijkens zijn brief aan het hoofdbestuur van het Nederlandsch On- derwijzers-genootschap, voorkomende in Het Schoolblad van 18 October j1de voorwaarden voor beeindiging van den leerplicht, in het derde lid van art. 3 der Leerplichtwet aangeduid met de woorden ,,en het (kind) aile klassen doorloopen heeft", aldus moet worden opgevat, dat daarmede bedoeld wordt alle klassen, welke de door het kind bezochte school telt, zoodat in gemeenten, waar bij het oipenbaar onderwijs het 7de leer jaar in af- zonderlijike ,,kopscholen" is georgani- seerd en de gewone lagere scholen slechts zes klassen tellen, kinderen, die ook ove- rigens aan de in art. 3 genoemde voor waarden voldoen, vrij van leerplicht zijn, indien zij slechts de zesklassige school doorloopen hebben? 2. Zoo ja, is de Minister bereid daar bij een voorstel te doen, bepalende, dat tot de klassen van een lagere school ook de Kane voor. ,,Die heeft tenminste flink het land aan hem.' Marian barstte in lachen uit. ,,Ja, vraag het aan Grosvenor," drong ze aan. ,,Etn mag ik er dan bij zijn, als het gebeurt?" Haar moeder beduidde haar, dat ze moest zwijgen, waaide zich koelte toe met den waaier en wendde toen langzaam de oogen op Hilda, die ze onderzoekend aankeek. Hilda, jij bent het met ons alien eens. Zou jij .,Neen!" Hilda barstte zoo plotseling los, dat zelfs Marian, die het een en ander opge- merkt had, dat aan de rest van de fami- lie ontgaan was, haar met groote oogen aankeek. Jij zou het hem waarschijnlijk met meer tact aan het verstand kunnen bren- gen, dan een van ons, sprak de heer Kilbourne overredend. ,,Neen!" ,,Maar je vader en broer ,.Neen, moeder! Neen!" Mevrouw Kilbourne was ten einde raad. Ze begreep niet, waarom een heele familie met uitzondering van Marian, die te jong was om te begrijpen, te ver- legen was iets te doen, waartoe met al gemeene stemmen besloten was. „Je zoudt kunnen zeggen, dat je spreekt uit naam van je vader en moeder", zei ze. De heer Kilbourne betuigde al knik- kend zijn instemming, maar Hilda was in een koppige bui. ,,Neen' was alles wat ze zei, maar ze dacht bij zich zelf ongeveer het volgende: ,Ze vond Rawlins nogal aardiq. ..Nogal" was misschien een beetje zwak uitge- MAATSCHAPPIJ „GRONINGEN", Dinsdag herdacht de Mij. Groningen Paarden- en Veeverzekering, directie Leopold, te Utrecht, het feit, dat zij voor 25 jaar te Groningen werd opgericht. Door inspecteurs en personeel werden een gedenkplaat en bloemen aan de direc tie aangeboden. COMMISSIE VOOR WEGEN- VERBETERIN G. In verband met het reeds verschenen be- richten wordt aan het Haagsche Corres- pondentiebureau thans van bevoegde zij— de medegedeeld, dat de minister van Wa- terstaat voornemens is een commissie van overleg inzake de wegenvenbeterinq in te stellen, teneinde tegemoet te komen aan den in de Tweede Kamer der Staten Ge- neraal meermalen geuiten wensch, om be- langhebbenden te betrekken in het vraag- stuk der wegenverbetering. In deze com missie zullen zitting hebben vertegen- woordigers van vereenigingen en bonden op het gebied van verkeer, automobiel- bedrijif, landbouw, nijverheid, natuur- schoon, gewestelijke plannen enz. De in- stelling van de commissie zal vermoede- lijk voor half November zijn te verwach- ten. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN ,,Ceen goud zoo goed" f RADIO-LESSEN OP DE SCHOOL. De minister van O. K. en W. heeft zijn antwoord ingezonden op de schriftelijke vragen van het Tweede Kamerlid Van Wijnbergen. betreffende het geven van drukt, maar dat kwam er niet zooveel op aan. Dat was een reden, waarom ze aar zelde. Bovendien was ze bang voor Raw lins. Rawlins wist het een en ander van haar. Niemand anders wist bijvoorbeeld iets af van Herbert Wheeler. Dat moch- ten ze nooit te weten komen. Het was tijd om voorzichtig te zijm. Bovendien, liep ze gevaar, dat Rawlins haar zou ge- hoorzamen; en wat kwam er dan terecht van het duistere hoofdstuk? ,,Ik ben er van overtuigd. dat Rawlins het zou begrijpen als jij het hem uitlegde, Hilda." ..Moeder, ik doe het niet." zei Hilda. ,,U hebt er het recht niet toe het aan mij op te dragen". f let was altijd nutteloos met Hilda te praten, als ze eenmaal een besluit geno men had en mevrouw Kilbourne gaf het op. Er heerschte een stilzwijgen, dat pijn lijk dreigde te worden. ,,Doe het zelf, moeder", zei Marian. Mevrouw Kilbourne begon zich heftig te bewaaieren. Alles draaide in een krin- getje rond. ,.Het is wel vreemd", zei ze, „dat nie mand van jullie me wil helpen." Marian lachte honend. Als ze Wade Rawlins willen wegsturen, zag ze met ge- noeqen, hoe ze er tegen op zagen. ,1k heb gezegd, dat het in de eerste plaats jouw werk was", zei de heer Kil bourne en keek zijm vrouw aan. Kane en Hilda fcnikten, maar hum moe der bewaaierde vastberaden van neen. ..Het is veel beter, als iemand anders het doet," zei ze. (Wordt vervolgd.) NEUZENSCHE COURANT Vervolg. Theqdorus Niemeiier Groningen zijn pijnlijk en ouren lang omdat de huid vemield is. Akker'sKloosterbalsemerop verdrijft dadelijk de pijn, doet de blaren verdwijnen en ge houdt geen litteekens.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1928 | | pagina 9