ALGEMEEN HIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAO VOOR ZEEUWSCH-VLAANPEREN.
No. 8293.
Vrijdag 2 November 1928.
68e Jaargang.
Eersie Blad.
Volkstellingen.
Br&ndwonden
Kloosterbalsem
ABONNFMENTSPRIJS:
De innemende Landlooper
B I N N E N L A N D.
n t KT f 1 40 n.r i nrnanden Buiten Ter Neuzen fr. per post f 1,80 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post f 6.60 per jaar
VooreBelflie'enUAmerika f 2.25. overiqe landen f 2.60 per 3 maanden fr. per post - Abonnemenfen voor het buitenland alleen bi, vooruitbetaling.
Dit blad verschijnt iederen Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond.
Het feit, dat het dezer dagen (29 Sep
tember) honderd jaar geleden was, dat
een Koninklijk besluit op het Loo door
Koning Vv illem I werd geteekend.
waarbij bepalingen werden vastgesteid
,,no<pens eene nieuwe en algemeene volks-
telling" kan op zich zelf wel reden ge-
noeg worden geacht om over deze zaak
een'en ander te vertellen. Een geograat
der vorige eeuw heeft verklaard, en nie-
mand zal dit niet met hem eens zijn, dat
de mensch de zeer natuurlijke nieuwsgie-
righeid bezit om het aantal zijner mede-
menschen te willen kennen. Wij behoe-
ven, om te beginmen, slechts te wijzen op
allerlei uitkom'sten van tellingen, die reeds
in den bijbel voorkomen, en wij kunnen
dan wel speciaal herinneren aan de
voikstelling, door Koning David beraamd
en ten uitvoer gelegd, waarvan 2 Samuel
24 ons het vrij omstandig verhaal doet.
Hier wordt volkstelling-als-zoodanig
niet afgekeurd; het schijnen meer oorlog-
zuchflkje of hoogmoedige motieven ge-
weest te zijn, waarom deze daad van Ko
ning David door God werd afgekeurd en
ges'traft aan hem en ook aan zijn volk.
Jacob, officier buiten dienst, bewijst bij
deze gelegenheid zijn gewichtige dien-
sten en na een lange ommetocht door het
geheele rijk wordt het getal van het volk
bij den Koning ingeleverd. Legio is het
aantal schrijvers, die ook in latere jaren
aan deze nieuwsgierige verlangens hebben
getracht te voldoen. Zoo kwam de Ita-
haansche natuuronderzoeker Riccioli in
1660 voor den dag met het cijfer van dui-
zend millioen van de totale bevolking der
gansche aarde. En men zal moeten toe-
geven, dat deze Italiaan de schattingen
die hij voor de verscihillende landen en
werelddeelen verrichtte, zoo zorgvuldiq
deed, als in zijn dagen maar even moge-
lijk was.
(Kenmerkend noemt de onlangs over-
leden Prof. Niermeijer het in een reeds
jaren geleden gepubliceerd artikel over
dit ond'erwerp, dat Riccioli deze droge cij-
fers pikant zocht te maken door uit -de
verkregen som eenige zeer fantastiscne
gevolgtrekkingen af te leiden. Hij bere-
kent bijvoorbeeld, dat sedert den zond-
vloed, dien hij stelt in het jaar 2396 voor
Christus, tot het jaar 1600 na Christus
ongeveer 280.000.000.000 menschen ge
boren zijn, en sedert schepping der wereld
nog twintig duizend millioen iieden meer.
En dan deelt hij een openbaring mede
van de H. Brigitta, volgens welke ..tegen
een men<sch meer dan tien engelen be-
staan, wanneer alle menschen, die ooit
geboren zijn en nog geboren zullen wor
den bij elkaar geteld worden." zoodat
het dan betrekkelijk gemakkelijk kan wor
den becijferd, dat er meer dan drie billioen
engelen moeten zijn. Verder rekent Ric
cioli dan nog uit, dat, als er sedert de
sohepping der wereld niemand gestorven
was, er toch nog op de bewoonbare aarde
voor ieder 454 vierkante voeten ruimte
beschikbaar zou zijn ,,namelijk zegt
hij „een vierkante voet om op te zitten
en de overige voor een huis, een tuin,
verdere eigendommen, enz.' Dat de
knappe Italiaan door dergelijke dwaze be-
cijferingen zijn naam als geleerde wel wat
HUUHTOI.
door
E. J. RATH.
49)
afbreuk deed, mag worden betreurd.
Alleen was de critiek van onzen geleerden
Isaac Vossius ook weer niet billijk, noch
gegrond. Vossius beweerde, dat Europa
onmogelijk (zooais Riccioli had gezegd)
honderd millioen inwoners kon bevatten;
zelfs als men de bevolking van geheel
Afrika en Amerika erbij telde, kwam men
volgens Vossius nog met tot die som.
Er wordt vermoed, dat de laaggestemde
cijferberamingen van Vossius onder den
mvloed stonden van de groote verwoes-
tingen, die zoo pas door ddn dertigjarigen
oorlog in Midden-Europa waren aange-
richt. Vossius nam voor Duitschland, Bo-
hemen en Hongarije bij elkaar slechts vijf
millioen inwoners aan, en hij verklaart
ook zelf, dat hij de verwoestingen daar-
bij in rekening bracht. ,,Wie weet niet
zoo vraagt Vossius, „dat er een tijd is ge-
weest, waarin Sicilie evenveel inwoners
had als nu Italie en Sicilie samen, en
Athene evenveel als nu Griekenland met
den heelen Peloponnesus er bij?' Door
zulke overdrijvdngen kwam Vossius er j
toe om de bevolking van geheel Europa
in zijn dagen slechts te schatten op on-
geveer dertig millioen. En de beroemde
Pierre Bayle, die te Rotterdam in 1696
zijn „Dictionnaire historique et critique" 1
schreef, zegt dan ook, dat Vossius Euro-
pa ,,voor meer dan de helft heeft te kort
gedaan", terwijl de menschen ,,hem daar-
entegen niets schijnen te kosten als hij
het heeft over China of als hij met t oude
Rome te doen heeft. En een ander geo-
graaf, die onder een heel wijdloopigen
titel een boek gaf, en die zich Melissantes
noemt, meent, dat de grootte der bevol-
king van Europa een onzekere en zeer
twijfelachtige zaak is, die op haar waar-
de en onwaarde berust en die gerust
aan het oordeel van geleerde lieden kan
worden overgelaten.
In de achttiende eeuw wordt het getal
duizend millioen voor de geheele bevol
king der aarde door de meeste schrijvers
behouden, waartoe de voorliefde voor
ronde getallen zeer zeker veel zal hebben
bijgedragen. Zoo schrijft Biisching in zijn
reusacihtig groote en dikke ,,Aardrijksbe-
schrijving": Er kunnen op den aardbo-
dem minstens ongeveer 3000 millioen
menschen tegelijk leven; in werkelijkheid
leven er echter nauwelijks het der.de deel
of 1000 millioen. Een uitzonderihg maken
slechts de schrijvers van de Universal
history of the world" (1737), die als to-
taal-cij.fer 4000 millioen aannemen. Tot
dit kolossale cijfer kwamen zij door de
grootte te schatten van het deel van den
aardbol, dat misschien bewoond kon zijn,
en dan N.B.! aan te nemen, dat dit over-
al even dicht bevolkt was als de omge-
ving van de plaats hunner inwoning. Na-
tuurlijk komit men zoodoende tot veel te
groote getallen. Zoo heeft Leeuwenhoek
uitgaande van de dichtheid der bevolking
van Holland en Friesland (hij had ook
Amsterdam, Londen of New-York kun
nen nemen!) berekend, dat de aarde wel
een bevolking kon hebben van 13385
millioen, hoewel hij te vexstandig was om
de onwaarscihijnlijkheid van een dergelijk
cijfer niet zelf in te zien.
Tegenwoordig is men tot nauwkeuriger
becijferingen in staat. Ongeveer de helft
van de bevolking der aarde wordt tegen
woordig vrij nauwkeurig geteld. Bijna al
de beschaafde staten houden volkstellin-
gen. Rusland is de voornaamste uitzon-
dering, als men dit land nog onder de be-
,,Goed! Daarmee is het dus uit' sprak
de heer Kilbourne ongeduldig. ,1k vmd
het best. Emily vindt, dat Rawlins moet
verdwijnen. Uitstekend! Wat zeg jij er
van, Hilda?"
Hilda knikte langzaam. Er zat niets an-
ders op.
Jij, Kane?"
De belde heeren Kilbourne keken el
kaar onderzoekend aan. Kane knikte. Hij
zag ook geen anderen "uitweg.
Jul'lie zijn een troep mispunten!" zei
Marian vol minachting.
Ze liet zich van de leuning glijden en
liep weg om in eenzaamheid te mokken.
Mevrouw Kilbourne zuchtte en schudde
het hoofd. Daarna wisselden de vier oud-
ste Kilbournes veelbeteekenende blikken.
,,Dat is dus afgesproken zei de heer
Kilbourne snel.
Hij was nog heelemaal niet gerust. Wat
Hilda en iKane betrof, was hij niet zoo
heel bang. Hij wist nog niet, dat ook Ma
rian van alles op de hoogte was. Marian
was van plan er munt uit te slaan. Maar
in tegenwoordigheid van zijn vrouw kon
hij niets zeggen.
,,Ja, dat is afgesproken", zei mevrouw
Kilbourne. ,,Wil jij het hem zeggen,
Henry?"
,,W3e ik?"
schaaf.de rijken wil rekene.n. Ook in tal
van kolonien hebben tellingen plaats. De
Engelschen hebben b.v. het reuzenwerk
verricht om de bevolking van het Indisoh
rijk te tellen, en zijn daarbij gekomen tot
een cijfer van om en de bij 300 millioen.
Interessant is zeker de methode, ge-
volgd voor Transvaal. Alleen de Euro-
peanen werden daar" tot voor eenige ja-
ren geteld. De anderen „telden niet mee".
En dan kwamen wij juist dezer dagen ook
de cijfers tegen van Palestina, die mis-
schien sommig'e onzer lezers zullen interes-
seeren: er wonen daar 589000 Mohamme-
danen, 87000 Joden, 73000 Ghristenen en
9000 personen van andere godsdiensten. J
Voor landen. waar geen volkstellingen
tot nu toe gehouden werden, moet de sta
tistics zich op andere wijze behelpen.
Zijn voornaamste basis zijn dan de schat
tingen der ontdekkingsreizigers. De in-
boorlingen zelf hebben persoonlijk van
dergelijke getallen in het geheel geen be-
grip. Toen den sultan van Zanzibar ge-
vraagd werd, hoeveel menschen er op zijn
eiland woonden, moet hij hoogst verbaasd
ten antwoord hebben gegeven: ,,Hoe zou
ik dat weten? Ik weet niet eens hoeveel
er in mijn huis wonen."
Toch ligt de tijd nog niet zoo ver ach-
ter ons, dat er omtrent de bevolking van
ons eigen land niet veel meer bekend was
dan nu aangaande die van Zanzibar. De
eerste voikstelling, die dien naam mocht
dragen, werd hier te lande gehouden tij-
dens de Bataafsche republiek, in 1795, en
alles wat men voor dien tijd van de tal-
rijkheid onzer natie wist, berustte mee-
rendeels op gissingen. Mr. M. M. von
Baumhauer, een der beste statistici. deelt
in De Algemeene Statistiek van Neder-
land een aantal van die gissingen en tel
lingen mede, en andere vindt men in een
nog bekender verhandeling van Nicolaas
Struyck, die geograaf. astronoom en ma
thematics, en dus vrijwel alles tegelijk,
was. Het is een eigenaardig genot zoo'n
i ouderwetschen kwartijn te doorbladeren.
Struyck wijst o.m. op het belang, dat het
voor elke regeering hebben moet. om het
aantal van hare onderdanen te kennen,
j en hij zelf heeft reeds uit de sterftecijfers
taibellen afgeleid voor verschillende soor-
ten lijfrenten. In een Aanhangsel deelt hij
dan voor ,,Crom.menie, de Rijip, Wijk op
Zee en Spaarndam" het aantal cijfers
mede, ook het getal huwelijken en het
gemiddelde jaarlijksche cijfer der geboor-
ten en sterfgevallen, die hij zelf heeft la-
ten opnemen in 1739. En voor niet min-
der dan een zestigtal andere Hollandsche
dorpen vindt men dezelfde gegevens in
i zijn ,,Nadere Ontdekkingen enz." van
1753.
In omze dagen zou een dergelijke par-
ticuliere onderneming absoluut niet sla-
gen, en het mag daarom zeker niet over-
bodig worden genoemd, dat de Staat dit
werk in handen heeft genomen. De eer
ste officieele voikstelling hier noemden
wij reeds. Zij moest dienen ,,ter informa-
tie van de commissie der Nationale Ver-
gadering en van het geheele volk van
Nederland. bij het overwegen der te ont-
werpen constitutie' l Immers deze zou bij
voikstelling worden goedgekeurd. De
voikstelling, toen gehouden. gaf aan een
totaal van 1.880.463 zielen.
j Bij Koninklijk Besluit van 29 Sept. 1828
werd bevolen. dat er in 1829 een alqe-
meene voikstelling zou plaats hebben. en
dat deze alle tien jaren zou worden ver-
nieuwd. De eerste drie werden omstreeks
midden November gehouden; die van
1859 had plaats op 31 December; maar
in 1869 kwam men daarop terug, en nam
men weer den 30sten November, omdat
bij de wisseling des jaars zooveel perso
nen elders vertoeven. Toch houdt men,
zooais bekend is, de volkstellingen tegen
woordig weer op 31 December.
Tenslotte nog iets over de kosten dezer
volkstellingen. Er is, wegens de kosten
aan zoo'n telling verbonden, eerst over
gedacht in 1919 de voikstelling maar eens
over te slaan, doch later kwam men op
dat voornemen terug en zoo werd bij
den overgang van 1920 op 1921 de tiende
voikstelling toch nog gehouden, en kan
in 1930 de elfde worden tegemoetgezien.
Dat vrees voor de hooge kosten van
dergelijke tellingen niet denkbeeldig is,
blijkt wel, als men hoort, dat alleen voor
Amsterdam de kosten in 1899/1900 be-
droegen: 29.766,98; ook al kan daar da-
delijk aan worden toegevoegd, dat het
Rijk toen ruim f 10.000 voor zijn rekening
nam. De negende voikstelling kostte maar
een luttel bedrag minder, doch toen res-
titueerde het Rijk 26.000. En de laatste
voikstelling kostte te Amsterdam
112.000, waarvan het Rijk /81.000 ver-
goedde. Dat er voor zoo'n werk een
groot aantal helpers noodig zijn, ligt voor
de hand. In 1869/70 konden 174 tellers
het werk te Amsterdam af, wier moeite
werd beloond met 1516. Bij de laatste
drie volkstellingen bedroeg het aantal
tellers respectievelijk; 481, 535 en 576,
aan wie salarissen werden uitgekeerd
van f 11.000, f 13.000 en f 36.000.
gerekend worden de eventueel tot afzon-
derlijke scholen gegroepeerde zevende
leerjaren, welke met vergunning van de
Kroon in de plaats zijn gekomen van het
zevende leer jaar aan elke school?
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN.
II
De stem van den heer Kilbourne klonk
oprecht verbaasd en hij keek oprecht ver-
wonderd.
,Jij bent het hoofd van het gezin,
Henry."
Of hij het hoofd was of niet, er waren
redenen, waarom de heer Kilbourne zijn
vrouw met onverholen ontstemdheid aan-
keek. Ze zou het niet begrepen hebben,
als hij haar er van beschuldigd had, dat
ze moeilijkheden ontdook ten koste van
een ander, maar hij dacht het ongetwij-
feld. De heele situatie kwam hem voor
als volgt
Hij mocht Rawlins graag lijden. Dat
was een reden, waarom hij aarzelde. Bo-
vendien was hij bang voor Rawlins. Raw
lins wist het een en ander van hem. Som-
mige familieleden schenen ook op de
hoogte te zijn, maar toch niet allemaal.
Rawlins was een mysterie en een myste-
rie is altijd iets onzekers. De heer Kil
bourne was niet in de stemming om iets
te wagen. Het was tijd om voorzichtig te
zijn.
,,Het is mogelijk, dat ik het hoofd van
het gezin ben", zei hij met een zijdeling-
schen blik op Hilda, ,,maar ik ben niet
aansptakelijk voor Rawlins. Ik heb hem
niet hier gebracht."
Mevrouw Kilbourne's waaier fladderde
zenuwachtig op en neer.
,,Maar jij jaagt ze gewoonlijk weg,
Henry," zei ze.
,,Als je a zegt, moet je ook b zeggen,"
merkte hij op, zijn toevlucht n em end tot
een van zijn geliefkoosde leefregels.
Mevrouw Kilbourne beet zich op de
lip en keek haar zoon aan.
..We zouden Kane kuntnen vragen het
hem te zeggen," zei ze aarzelend.
Kane kon nooit goed zijn gevoelens
verbergen en nu minder dan ooit. Hij was
verwonderd en benauwd.
,,Wat heb ik er in hemelsnaam mee te
maken?" vroeg hij.
,,Maar jij vondt toch ook, dat hij weg
moet," sprak zijn moeder.
,,Maar daarom hoef ik het hem niet te
vertellen. Het is mijn huishouden niet."
,,Dat weet ik wel, Kane; maar je va-
der spreekt liever niet met hem en nu
dacht ik
,/Iik heb er toch niets over te zeggen,
moeder."
,,Maax als je het doet uit mijn naam,"
zei mevrouw Kilbourne.
De heer Kilbourne knikte, dat hij het
er mee eens was; maar Kane schudde
koppig het hoofd. Hij beschouwde de
kwestie als volgt
Hij mocht Rawlins graag lijden. Dat
was een reden, waarom hij aarzelde. Bo-
vendien was hij bang voor Rawlins. Raw
lins wist het een en ander van hem. Som-
mige familieleden schenen ook op de
hoogte te zijn, maar niet allemaal. Raw
lins was een mysterie en een mysterie
is altijd iets onzekers. Kane was niet in
een stemming om iets te wagen. Het was
tijd om voorzichtig te zijn heel voor
zichtig.
Het is mijn werk niet om personeel
of loge's weg te sturen, zei hij. ,,U moet
het mij niet vragen.'
I Marian, die brandde van nieuwsgierig-
heid, was weer teruggekomen en stond
1 met een boos gezicht te kijken en te luis-
teren.
i ,,Het is toch mannenwerk, zei me
vrouw Kilbourne.
„Vraag het dan aan Grosvenor, stel-
DE TERUGTOCHT VAN HET
VIJFDE POSTVLIEGTUIG.
Bij de directie van de Koninklijke
Luchtvaartmaatschappij is van de beman-
ning Aler, Smirnoff en Veenendaal
van het vijfde vliegtuig, de H-NAEN, be-
richt ontvangen, dat het vliegtuig op
Woensdag 7 November de retourvlucht
naar Amsterdam zal aanvaarden.
HET ZEVENDE LEERJAAR.
Het Tweede Kamerlid de heer Ketelaar
heeft aan den Minister van Onderwijs,
Kunsten en Wetenschappen gevraagd
1. Is de Minister met ondergeteekende
van oordeel, dat ten spoedigste een wets-
wijziging moet worden aanhangig ge-
maakt, nu blijkens zijn brief aan het
hoofdbestuur van het Nederlandsch On-
derwijzers-genootschap, voorkomende in
Het Schoolblad van 18 October j1de
voorwaarden voor beeindiging van den
leerplicht, in het derde lid van art. 3 der
Leerplichtwet aangeduid met de woorden
,,en het (kind) aile klassen doorloopen
heeft", aldus moet worden opgevat, dat
daarmede bedoeld wordt alle klassen,
welke de door het kind bezochte school
telt, zoodat in gemeenten, waar bij het
oipenbaar onderwijs het 7de leer jaar in af-
zonderlijike ,,kopscholen" is georgani-
seerd en de gewone lagere scholen slechts
zes klassen tellen, kinderen, die ook ove-
rigens aan de in art. 3 genoemde voor
waarden voldoen, vrij van leerplicht zijn,
indien zij slechts de zesklassige school
doorloopen hebben?
2. Zoo ja, is de Minister bereid daar
bij een voorstel te doen, bepalende, dat
tot de klassen van een lagere school ook
de Kane voor. ,,Die heeft tenminste flink
het land aan hem.'
Marian barstte in lachen uit.
,,Ja, vraag het aan Grosvenor," drong
ze aan. ,,Etn mag ik er dan bij zijn, als het
gebeurt?"
Haar moeder beduidde haar, dat ze
moest zwijgen, waaide zich koelte toe met
den waaier en wendde toen langzaam
de oogen op Hilda, die ze onderzoekend
aankeek.
Hilda, jij bent het met ons alien eens.
Zou jij
.,Neen!"
Hilda barstte zoo plotseling los, dat
zelfs Marian, die het een en ander opge-
merkt had, dat aan de rest van de fami-
lie ontgaan was, haar met groote oogen
aankeek.
Jij zou het hem waarschijnlijk met
meer tact aan het verstand kunnen bren-
gen, dan een van ons, sprak de heer
Kilbourne overredend.
,,Neen!"
,,Maar je vader en broer
,.Neen, moeder! Neen!"
Mevrouw Kilbourne was ten einde
raad. Ze begreep niet, waarom een heele
familie met uitzondering van Marian,
die te jong was om te begrijpen, te ver-
legen was iets te doen, waartoe met al
gemeene stemmen besloten was.
„Je zoudt kunnen zeggen, dat je spreekt
uit naam van je vader en moeder", zei ze.
De heer Kilbourne betuigde al knik-
kend zijn instemming, maar Hilda was in
een koppige bui.
,,Neen' was alles wat ze zei, maar ze
dacht bij zich zelf ongeveer het volgende:
,Ze vond Rawlins nogal aardiq. ..Nogal"
was misschien een beetje zwak uitge-
MAATSCHAPPIJ „GRONINGEN",
Dinsdag herdacht de Mij. Groningen
Paarden- en Veeverzekering, directie
Leopold, te Utrecht, het feit, dat zij voor
25 jaar te Groningen werd opgericht.
Door inspecteurs en personeel werden
een gedenkplaat en bloemen aan de direc
tie aangeboden.
COMMISSIE VOOR WEGEN-
VERBETERIN G.
In verband met het reeds verschenen be-
richten wordt aan het Haagsche Corres-
pondentiebureau thans van bevoegde zij—
de medegedeeld, dat de minister van Wa-
terstaat voornemens is een commissie van
overleg inzake de wegenvenbeterinq in te
stellen, teneinde tegemoet te komen aan
den in de Tweede Kamer der Staten Ge-
neraal meermalen geuiten wensch, om be-
langhebbenden te betrekken in het vraag-
stuk der wegenverbetering. In deze com
missie zullen zitting hebben vertegen-
woordigers van vereenigingen en bonden
op het gebied van verkeer, automobiel-
bedrijif, landbouw, nijverheid, natuur-
schoon, gewestelijke plannen enz. De in-
stelling van de commissie zal vermoede-
lijk voor half November zijn te verwach-
ten.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
,,Ceen goud
zoo goed" f
RADIO-LESSEN OP DE SCHOOL.
De minister van O. K. en W. heeft zijn
antwoord ingezonden op de schriftelijke
vragen van het Tweede Kamerlid Van
Wijnbergen. betreffende het geven van
drukt, maar dat kwam er niet zooveel op
aan. Dat was een reden, waarom ze aar
zelde. Bovendien was ze bang voor Raw
lins. Rawlins wist het een en ander van
haar. Niemand anders wist bijvoorbeeld
iets af van Herbert Wheeler. Dat moch-
ten ze nooit te weten komen. Het was
tijd om voorzichtig te zijm. Bovendien,
liep ze gevaar, dat Rawlins haar zou ge-
hoorzamen; en wat kwam er dan terecht
van het duistere hoofdstuk?
,,Ik ben er van overtuigd. dat Rawlins
het zou begrijpen als jij het hem uitlegde,
Hilda."
..Moeder, ik doe het niet." zei Hilda.
,,U hebt er het recht niet toe het aan mij
op te dragen".
f let was altijd nutteloos met Hilda te
praten, als ze eenmaal een besluit geno
men had en mevrouw Kilbourne gaf het
op. Er heerschte een stilzwijgen, dat pijn
lijk dreigde te worden.
,,Doe het zelf, moeder", zei Marian.
Mevrouw Kilbourne begon zich heftig
te bewaaieren. Alles draaide in een krin-
getje rond.
,.Het is wel vreemd", zei ze, „dat nie
mand van jullie me wil helpen."
Marian lachte honend. Als ze Wade
Rawlins willen wegsturen, zag ze met ge-
noeqen, hoe ze er tegen op zagen.
,1k heb gezegd, dat het in de eerste
plaats jouw werk was", zei de heer Kil
bourne en keek zijm vrouw aan.
Kane en Hilda fcnikten, maar hum moe
der bewaaierde vastberaden van neen.
..Het is veel beter, als iemand anders
het doet," zei ze.
(Wordt vervolgd.)
NEUZENSCHE COURANT
Vervolg.
Theqdorus Niemeiier
Groningen
zijn pijnlijk en ouren lang omdat de huid
vemield is. Akker'sKloosterbalsemerop
verdrijft dadelijk de pijn, doet de blaren
verdwijnen en ge houdt geen litteekens.