ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
Woensdag 31 October 1928.
68e Jaargang
Tweede Blad.
8292
t
ABQNNEMENTSPRIJS: Voo^Bdqie^Amerika fP2,25. overiqe landen 2,60 per 3 maanden fr. per post Abonnementen voor
GEMEENTERAAD VAN
TER NEUZEN.
CO U RANT
maan
(jen Bij vooruitbetalinq fr. per post 6,60 per jaar
het buitenland alleen bij vooruitbetalinq.
Dit blad verschijnt iederen Maandaq-, Woensdaq- en Vrijdaqavond.
Vergadering van Donderdag 25 October 1928.
des voormiddags 10 uur.
I.
de heer J. Huizinga, burge-
Voorzitter
meester
Tegenwoordig de leden: J. J. de Jager, L.
J. Geelhoedt, D. Scbeele, P. van Cadsand, C.
A. Verlinde, A. de Bruijne, P. F. de Bakker,
H J. Colsen, N. A. Hamelink, L. J. van Driel,
C. van den Bulck, D. van Aken en W. Bedet.
De VOORZITTER opent de vergadermg
en stelt aan de orde:
1. Ingekomen stukken. j
a. Het raadsbesluit van 4 October 1928,
tot verkoop van een perceel gemeentegrond
aan P Platteeuw te Gent, voorzien van het
bewijs der goedkeuring door gedeputeerde
staten.
Aangenomen voor kennisgeving.
b. Het raadsbesluit van 4 October 1928,
tot verkoop van een perceel gemeentegrond
aan A. E. Bliek te Ter Neuzen, voorzien van
het bewijs der goedkeuring door gedeputeerde
staten.
Aangenomen voor kennisgeving.
e. Een adres van F. Verlinde en 6 ande-
ren, bewoners van de Scheldekade, Oostzijde,
die daarin te kennen geven, dat hen ter oore
is gekomen, dat bij den raad is ingediend een
aanvraag om op het perceel ten Noorden
van de Kopschool, aan de Walstraat gelegen,
een pakhuis te bouwen;
zjj verzoeken beleefd, dit niet toe te staan,
om de volgende reden:
bedoelde grond is oorspronkelijk niet voor
pakhuis bestemd, en, ware een dergelijke be-
stemming tijdig bekend geweest, adressanten
zouden zich wel tweemaal bedacht hebben
voor ze tot aankoop van hun perceel zouden
zijn overgegaan;
de op het terrein aanwezige welput voor-
ziet in een ware behoefte voor de bewoners
van de Scheldekade, de Burgemeester Geill-
straat, de Walstraat en de Smidswal;
in het belang van de bewoning van hun
huizen zijn ondergeteekenden desverlangd
bereid, het perceel tegen een overeen te
komen prijs in huur te nemen, mits het onbe-
bouwd wordt gelaten, zoolang de gemeente
het niet voor zich noodig heeft en het als
siertuintje mag worden aangelegd.
Burgemeester en wethouders verwijzen
voor dit adres naar punt 3 der agenda.
d. Een adres van J. Koole, le luitenant
bij den Vrijwilligen Landstorm, die daa.rin
verzoekt, ter beschikking van den Vrijwilli
gen Landstorm, verband Middelburg, te wil-
len stellen een niet in gebruik zijnd lokaal
van school D, te Sluiskil, ten dienste van de
landstormklasse Sluiskil. Als jaarlijksche
huurprijs kan aangeboden worden een som
van ten hoogste 50, waarbij dan inbegrepen
vergoeding voor licht, verwarming en schoon-
houden. Het lokaal wordt ter beschikking
gevraagd tegen 1 November a.s. en zal twee
maal per week gebruikt worden, voorloopig
op Donderdag en Vrijdag, telkens van 18 tot
22 uur. Als opzeggingstermijn wordt 14
dagen gesteld.
Burgemeester en Wethouders stellen voor
aan adressant of zijn rechtverkrijgenden tot
wederopzegging een lokaal van de openbare
school D tweemaal 's weeks beschikbaar te
stellen voor het houden van oefeningen van
de landstormklasse „Sluiskil" onder voor-
waarde:
dat gebruik kan worden gemaakt van het
lokaal aan te wijzen door het hoofd der
school
dat de ingebruikgeving alleen geldt voor de
oefeningen der landstormklasse Sluiskil;
dat voor verlichting en verwarming, bene-
vens schoonhouden jaarlijks 50 zal worden
betaald;
dat het lokaal steeds toegankelyk moet
zqn voor burgemeester en wethouders, de
door hen aan te wijzen ambtenaren en het
hoofd der school;
dat eventueel aangerichte schade komt voor
rekening van den gebruiker;
dat het lokaal na gebruik telkens weer in
den toestand moet gebracht worden waarin
het zich voordien bevond;
dat, indien de voorwaarden niet worden
nageleefd de verleende vergunning door bur
gemeester en wethouders kan worden inge-
trokken.
De heer COLSEN meent, dat uit dit ver-
zoek, en het voorstel van burgemeester en
wethouders voldoende blijkt, dat te Sluiskil
zoo'n lokaal niet kan gemist worden. Voor
een paar jaar werd er op verzoek van het
hoofd der school afwijzend op zulke verzoeken
beschikt en besloten om het schoollokaal
voor geen andere doeleinden meer ten ge-
bruike af te staan, alle vereenigingen moesten
er toen uit. Men ziet nu blijkbaar dat dit
jammer is. Maar, als men het schoollokaal
in gebruik kan geven voor de voor-oefenin-
gen, dan kan men het ook evengoed in ge-
bruikgeven voor de repetitie van een zang-
vereeniging e.d. Uit een en ander blijkt nu
duidelijk, dat het vroeger genomen besluit
niets anders was dan antipathie tegen een
zeker soort menschen. Spreker heeft geen
bezwaar, dat het lokaal voor het beoogde
doel wordt afgestaan, als hij let op het vroe
ger genomen besluit, zou hij moeten zeggen:
ik ben er tegen. Heeft het hoofd der school
dit verzoek nu ook om advies gehad?
De heer HAMELINK beschouwt het vroe
ger genomen besluit ook niet anders als te
zijn gericht geweest tegen een zekere rich-
ting, om die daar uit te houden. Hij heeft
op zichzelf geen bezwaar om het lokaal voor
bepaalde doeleinden beschikbaar te stellen,
maar nu geen andere motieven naar voren
worden gebracht dan burgemeester en wet
houders thans doen, zal hij er tegen stemmen,
omdat z.i. geen uitzondering behoort te wor
den gemaakt. Als men het genomen besluit
weer wil intrekken zal hij er voor stemmen.
De VOORZITTER merkt op, dat dit niet
aan de orde is, doch wel een verzoek van den
Vrijwilligen Landstorm; burgemeester en
wethouders hebben het verzoek behandeld,
zonder meer en meenden te kunnen voorstel-
len het verzoek in te willigen. De voor-oefe-
ningen werden tot nu toe gehouden in het
R. K. Patronaat, maar het R. K. schoolbe-
stuur heeft nu verder gebruik geweigerd.
Ze waren nu gedwongen om voor het houden
dier oefeningen om een schoollokaal te vra-
gen, aangezien er geen andere gelegenheid
beschikbaar is. Burgemeester en wethouders
hebben volstrekt niet het oog op een alge-
meene regeling; als er weer aanvragen van
dien aard komen, zullen ze die op dezelfde
wijze behandelen. Hij spreekt tegen, dat bij
het destijds genomen besluit om het school
lokaal niet meer toe te staan, bijzondere
bedoelingen voorzaten. Het is gedaan naar
aanleiding van een advies van het hoofd der
school. Burgemeester en wethouders zullen
met de thans gemaakte opmerkingen reke
ning houden.
De heer SCHEELE moet toch ook verkla-
ren, dat daarin z.i. geen lijn zit. Hij zou
zeggen, nu eenmaal een besluit genomen is,
laat het niet meer toe. Daar is toch ook nog
een ander lokaal. Als die heeren daar naar
toe gingen, zouden ze dat ook wel voor 50
per jaar krijgen, en was de gemeente er van
af. Als anderen kwamen zou men die ook
niet kunnen weigeren en dan zou men spoedig
weer een vereeniging of 4, 5 er in hebben.
De VOORZITTER merkt op, dat, als de
leden er bezwaar tegen hebben, ze tegen moe
ten stemmen. Burgemeester en wethouders
staan er niet op, dat het verzoek wordt inge-
willigd. Ze hebben het zakelijk behandeld.
De heer COLSEN verklaart er niet tegen te
zijn, dat het verzoek wordt ingewilligd, doch
wel, dat het een uitzondering zou zijn, na het
vroeger genomen besluit. De jongelui die
aan die oefeningen deelnemen hebben er veel
gemak van, als ze onder dienst komen. Het
gebruik van het Patronaat is verder gewei
gerd, omdat de deelnemende jongelui dit nu
niet erg goed behandelden. Hij wil daar-
mede niet zeggen, dat dit iets buitengewoons
is, want jongens zijn jongens. Zijn zoon
neemt er ook aan deel, daardoor weet hij er
een en ander van. Er werd feitelijk misbruik
van het Patronaatslokaal gemaakt.
De heer VAN CADSAND zou hierover niets
gezegd hebben, maar acht zich daar toe ver-
plicht, door de woorden van den heer Colsen.
Hij vraagt of, als men ze wegens misbruik
van het lokaal het Patronaat geweigerd heeft,
de gemeente hen dan wel in het schoollokaal
kan toelaten. Daar zal het dan eveneens
mee gaan. Bovendien, het is juist, zooals de
heer Scheele zeide, dat daar ook nog een an
dere lokaliteit is; er zijn er feitelijk wel 2 be
schikbaar. Hij kan niet met het voorstel
instemmen.
Het voorstel van burgemeester en wethou
ders wordt verworpen met 9 tegen 4 stem-
men.
Voor stemmen de heeren De Jager, Geel
hoedt, De Bakker en Colsen; tegen stemmen
de heeren Van Aken, Bedet, Scheele, Van
Cadsand, Verlinde, De Bruijne, Hamelink,
Van Driel en Van den Bulck.
d. Een adres van C. Doeselaar te Sluiskil,
die daarin te kennen geeft, dat hij reeds sinds
eenige jaren van wege de gemeente is aan-
gesteld om voor de bevolking van Sluiskil en
omgeving de geneesmiddelen te halen. In de
eerste jaren gebeurde het wel eens dat er
dagen waren, dat hij niet naar Ter Neuzen
moest. Bij de toename van de bevolking
evenwel, ook nog wegens de meerdere patien-
ten, die erin het ziekenhuis komen, is het
drukker geworden en moet hij iederen dag,
zelfs des Zondags medicijnen halen. Hij ver
zoekt op grond daarvan zijn salaris te ver-
hoogen van 450 tot f 550.
Burgemeester en wethouders stellen voor
dit pas ingekomen verzoek te behandelen bij
de begrooting voor 1929.
Met algemeene stemmen wordt aldus
besloten.
e. Het raadsbesluit van 4 October 1928,
tot wijziging der begrooting voor 1928, voor
zien van het bewijs der goedkeuring door
gedeputeerde staten.
Aangenomen voor kennisgeving.
f. De VOORZITTER herinnert aan de
mededeelingen die van wege burgemeester en
wethouders in besloten zitting zijn gedaan
met de betrekking tot de vervulling van hoofd
der openbare school voor U. L. O., noodig
geworden door het vertrek van het tegen
woordig hoofd, den heer Mets. Burgemees
ter en wethouders hebben den raad op de
hoogte gehouden van de pogingen die in het
werk waren gesteld om niet te moeten benoe-
men uit de lijst van wachtgelders, hetgeen
niet in het belang der inrichting werd geacht,
en de raad heeft in de vorige zitting burge
meester en wethouders verzocht hunne actie
ten deze voort te zetten. Spreker kan thans
meedeelen, dat hij gisteren met den gemeente-
secretaris weer een conferentie heeft gehad
aan het Departement van Onderwijs, Kunsten
en Wetenschappen; dat de kwestie en het
geen daarmede samenhangt nogmaals uit-
voerig is besproken, en gewezen is op de
wenschelijkheid, dat de raad voor benoeming
de vrije hand zou hebben. Het was niet ge-
makkelijk de toezegging te verkrijgen, dat
van de lijst van wachtgelders mocht worden
afgeweken, doch na de pittige verdediging
van de beiangen der gemeente en dat van
het onderwijs, is dit toch gelukt en zal de
minister den eisch van het benoemen van een
wachtgelder laten vervallen. De raad zal
dus kunnen benoemen uit de sollicitanten
dengene die haar het meest geschikt voor-
komt, ondanks de lijst van wachtgelders.
i Deze mededeeling wordt met blijkbare vol-
doening vernomen.
I 2. Subsidie aan de Vereeniging voor Han-
delsonderwijs te Middelburg.
Naar aanleiding van het in hunne handen
om bericht en raad gestelde adres van het
bestuur der Vereeniging voor Handelsonder-
wijs te Middelburg, d.d. 23 Mei 1928, houden-
de verzoek om een jaarlijksche subsidie uit de
gemeentekas, berichten burgemeester en wet
houders het navolgende:
Uit een door ons ingesteld onderzoek is ge-
bleken, dat een leerling uit deze gemeente
genoemde school bezoekt.
Waar in uwe vergadering van den 26
Februari 1925 besloten is over 1925 een sub
sidie te verleenen uit de gemeentekas, aan de
R. K. Middelbare Schoolvereeniging te Hulst,
van 15 der netto kosten per jaar en per
leerling, berekend met inachtneming van het
bepaalde bij artikel 25 en Nijverheidsonder-
wijswet en het Koninklrjk besluit van 11 Juli
1921, Stbl. 920, achten wij termer, aanwezig
U voor te stellen, ook aan de Vereeniging
voor Handelsonderwijs te Middelburg een
subsidie toe te kennen, berekend op den zelf-
den voet als geschied is voor de R. K. Mid
delbare Schoolvereeniging te Hulst.
Wanneer ons voorstel wordt aangenomen,
dan zullen wij na afloop van het dienstjaar
lt>28 toezending vragen van:
a. het aantal leerlingen dat in 1928 in
totaal de betrokken school heeft bezocht;
b. het aantal leerlingen uit deze gemeente,
dat gedurende 1928 alsdan heeft school-
gegaan.
Van de onder a en b genoemde leer
lingen moet het juiste aantal maanden
worden opgegeven;
c. afschrift van de rekening over 1928,
wanneer deze door den Minister zal zijn
goedgekeurd.
Uit genoemde gegevens kan alsdan het
juiste bedrag per leerling worden be
rekend.
Blijkens ingesteld onderzoek wordt de in
richting thans door 1 leerling uit deze ge
meente bezocht.
De heer BEDET heeft tegen dit voorstel
bezwaar. Burgemeester en wethouders ver
wijzen bij hun voorstel naar het besluit, dat
genomen is met betrekking tot subsidieering
van de R. K. Handelsschool te HUlst, doch
spreker meent, dat men ieder verzoek op
zichzelf moet beschouwen. Bovendien gaat
het toch niet op, om leerlingen van rijke
ouders nog te gaan steunen. Als de Handels
school te Middelburg zich niet kan bedruipen,
dan moet zij maar aan zulke ouders den kos-
tenden prijs berekenen. Hij kan zich met het
voorstel niet vereenigen.
De heer VAN CADSAND kan zich volko-
men aansluiten bij de woorden van den heer
Bedet.
De heer COLSEN meent, dat men bij de
beoordeeling van dit voorstel toch niet moet
kijken wie er gebruik van maakt, doch dat
het alleen de vraag is: gaan er? Het is toch
best mogelijk, dat er door leerlingen van een
anderen stand gebruik van zal gemaakt wor
den. De raad heeft omtrent deze subsi
dieering eenmaal een lijn vastgelegd en hij
kan er zich best mede vereenigen, dat men
daaraan vasthoud. Hij zal daarom zijn stem
aan het voorstel geven.
De heer BEDET verklaart juist de onder-
scheiding te willen maken in verband met de
leerlingen die er gebruik van maken. Indien
er ook een leerling gebruik van zou willen
maken wiens ouders het niet zouden kunnen
betalen en die dat onderwijs noodig heeft,
zou hij tegen steunverleening geen bezwaar
hebben, doch hij heeft bezwaar tegen een al
gemeene lijn.
De heer HAMELINK zal over deze zaak
tegenover de stelling van den heer Bedet geen
uitvoerig betoog houden, maar wijst er op,
dat men zich bij de beoordeeling dezer zaak
niet moet letten op de leerlingen die er aan
deelnemen, doch dat men zich op het stand-
punt behoort te stellen, dat men, al is zulks
nu juist voor deze onderwijsinrichting niet
wettelijk voorgeschreven, het toch billijk acht
een bijdrage te verleenen overeenkomstig de
voorschriften die voor de nijverheidsomder-
wijswet gelden en volgens welke andere ge-
meenten verplicht zijn bijdragen te verleenen
b.v. ook aan de ambachtsschool alhier. Dat
standpunt acht spreker het meest juiste.
Als de heer Bedet consequent wilde zijn,
zou hij zijn stelling, dat ouders van gegoede
leerlingen den kostenden prijs maar moeten
betalen, op alle takken van onderwijs moeten
toepassen, ook b.v. op de theologen. Men zou
dan geheel andere verhoudingen krijgen dan
thans bestaan. Hij acht het billijk. dat, als
er leerlingen uit deze gemeente van die school
gebruik maken, dat er dan ook iets voor het
in standhouden der inrichting wordt bijge-
dragen.
De heer BEDET acht dat alles heel mooi
in theorie, maar onderwijs dat naar zijn mee-
ning eenigszins als luxe is te beschouwen,
moet niet uit de kas der gemeente worden
betaald.
De VOORZITTER zou het betreuren indien
de meerderheid van den raad het standpunt
van den heer Bedet tot het hare zou maken.
Men moet niet het oog hebben op den thans
aldaar schoolgaanden candidaat, doch op de
onderwijsinrichting zelf. De heer Bedet moet
inderdaad voorzichtig zijn, met het propa-
geeren zijner stelling, want indien dat door-
gang vond zouden er consequenties aan vast-
zitten die hij vermoedelijk niet voorzien had,
en waaronder dan ook onze eigen onderwijs-
inrichtingen zouden lijden. Hij moet ernstig
ontraden op het voorstel van den heer Bedet
in te gaan en hoopt, dat de raad het voorstel
van burgemeester en wethouders zal aan-
nemen.
Dit voorstel wordt met algemeene stemmen
aangenomen.
3. Verzoek van W. Scheele Dz. om ge
meentegrond voor bouwen van een
magazijn.
Naar aanleiding van het adres van den heer
W. Scheele Dz. alhier, d.d. 4 October 1928,
houdende verzoek aan hem een perceel ge
meentegrond te verkoopen voor den bouw van
een magazijn en wel of het perceel grond
o-elegen ten Noorden van de z.g. kopschool,
of een perceel grond aan de Burgemeester
Geillstraat, welk adres in Uwe vergadering
van den 4 October j.l. aldus schrijven
burgemeester en wethouders in onze han
den werd gesteld om bericht en raad, hebben
wij de eer U het navolgende te berichten:
Wat de grond betreft gelegen aan de
Noordzijde der z.g. kopschool zij vermeld, dat
aan den verkoop van den grond aan de Schel-
dekade Oostzijde aan den heer L. de Bruijne
alhier, waartoe Uwe raad besloot in Uwe
vergadering van den 21 October 1926, goed
gekeurd door gedeputeerde staten 29 October
1926, onder no. 43, le Afd., o.a. de voor-
s waarde is verbonden, dat recht van uit-
weg naar en van de Walstraat wordt ver-
leend over een strook grond ter breedte van
ongeveer 2,68 M., loopende langs de Oost- en
Noordzijde van de z.g. kopschool.
Op dezen grond dient de gemeente dus voor
een behoorlijken uitweg te zorgen en het is
de vraag of bij inwilliging van het verzoek
dit nog mogelijk zal zijn, daar toch niet be
kend is hoe groot het te bouwen magazijn
moet worden, doch ook de gemeente zelf heeft
er belang bij dit terrein open te houden, voor
het brengen van brandstoffen naar de kop
school en met het oog op de beerruiming
aldaar. Verkoop van dezen grond moeten
wij verder sterk ontraden, aangezien een
schoolgebouw geheel vrij van andere gebou-
wen dient te staan in een rustige buurt.
Wanneer ter plaatse een graanpakhuis zou
worden gebouwd, zou zonder twijfel het on
derwijs hinder ondervinden. Bovendien huist
in een pakhuis steeds ongedierte. waarvan
zeer zeker ook de bewoners ter plaatse veel
last zullen ondervinden.
Wat de verkoop van een perceel grond aan
de Burgemeester Geillstraat betreft, ook op
de inwilliging van dit verzoek moeten wij af
wijzend adviseeren. De menschen toch die
aldaar reeds grond hebben gekocht en hebben
gebouwd, wisten uit de gestelde voorwaarden
dat aldaar alleen woningen gebouwd mogen
worden met boven woon- en slaapvertrekken,
waarbij tevens het hebben van drank- en
hinderwetsvergunningen was verboden. Ieder
die er grond kocht was er dus van over-
tuigd, dat het daar zou blijven eene rustige
woongelegenheid.
Bij het bouwen van pakhuizen voor het
opbei'gen mogelijk van graan en meststoffen
wordt al direct afgeweken van den eisch,
woningen met boven woon- en slaapvertrek
ken te bouwen, maar wordt bovendien de
omgeving ontsierd en kan niet meer voor-
komen worden, dat aldaar gebouwen, geen
woonhuizen zijnde worden gebouwd.
Hierbij komt nog, wij zeiden het reeds
boven, dat pakhuizen nu eenmaal bevolkt
worden met allerlei ongedierte, dat zich na-
tuurlijk zal verspreiden over de woningen
zoowel van de Burgemeester Geillstraat als
de Scheldekade, zulks tot grooten last van
de bewoners. Waar verder uit de vele aan
vragen blijkt, dat die grond aldaar zeer ge-
wild is voor het bouwen van woonhuizen en
waar het te verwachten is, dat we aldaar
spoedig gebrek zullen krijgen aan bouwgrond
voor woningen, daar mogen we dien grond
toch zeker niet geven voor andere doeleinden
zooals het bouwen van pakhuizen.
In verband met bovenstaande moeten wij
fen in het belang der gemeente en in het be
lang der bewoners ernstig ontraden het ver
zoek in te willigen.
Bij dit voorstel komt in aanmerking het
adres vermeld onder letter c van de ingeko
men stukken.
De heer COLSEN dacht, toen hij het adres
der bewoners van de Scheldekade las: die
hebben er nu ook alles uit den hoek gehaald,
om den raad te bewegen het verzoek van den
heer Scheele niet toe te staan. Spreker kan
er zich echter wel mee vereenigen om dat
hoekje niet te verkoopen voor het bouwen
van een pakhuis, doch wel aan die bewoners
om daar een tuintje te maken.
Daar tegenover acht spreker het een plicht,
na de mededeelingen die hierover in geheime
vergadering zijn gedaan, dat de gemeente in
die omgeving een stukje grond aan adressant
zal verkoopen voor het bouwen van een pak
huis. In andere gemeenten wordt de handel
in de hand gewerkt, omdat deze de welvaart
bevordert en hij ziet liever een straat vol
pakhuizen, dan maar enkele heerenhuizen.
Aan de laatste heeft men zoo goed als niets,
maar de eerste brengen werk mee.
Spreker zou daarom willen voorstellen aan
de bewoners der Scheldekade te verkoopen
dat stukje grond bij de kopschool, en aan den
heer Scheele, dat driehoekje tegenover het
Diaconiehuis, dat is daarvoor zeer geschikt.
De heer BEDET is het gedeeltelijk eens
met den vorigen spreker. Hij meent ook, dat
het stukje grond bij de kopschool maar moei-
lijk voor het stichten van een pakhuis in aan
merking kan komen. Hij heeft er echter
geen bezwaar tegen, dat aan adressant een
stukje grond verkocht wordt aan de Burge
meester Geillstraat, dat heeft hij daar noo-
dig. in de onmiddellijke omgeving zijner wo-
ning. Spreker heeft de zaak daar eens be-
zien en meent ook, dat hem dat driehoekje
voor het Diaconiehuis zou kunnen worden
gegeven. Hij is van gedacht,. dat de handel
ook tegemoetgekomen moet worden. Als het
pakhuis daar wordt gezet, heeft niemand er
last van.
De heer VAN AKEN staat ook op het
standpunt, dat de grond bij de kopschool
voor het beoogde doel niet kan verkoch
worden Wordt daar een plantsoentje ge
maakt, dan zou het daar netjes kunnen wor
den Hfj zal er zich evenwel met tegen ve
zetten als er in de buurt een andere plaats
kan gevonden worden.
De heer DE BAKKER verklaart er zich
tegen. dat de grond recht tegenover het
Diaconiehuis zou worden verkocht. Hij ziet
daar liever een plantsoentje met eenige ban-
ken ten gerieve der ouden van dagen. Voor
het verkoopen van een stukje grond in de
omgeving wil hij wel zijn medewerking ver
leenen.
De heer SCHEELE zal over dit onderwerp
niet veel zeggen, doch wijst er op, dat het
voorstel in het algemeen verschijnsel staat,
dat het college van burgemeester en wethou
ders het nie wenschelijk achten, dat op het
open plaatsje naast de kopschool een maga
zijn komt, met het oog op de bewoners der
Scheldekade. Hrj meent, dat daartegen toch
feitelijk weinig bezwaar kan zijn. De Schelde
kade is een open buurt en het magazijn zou
komen aan een zeer breede straat, terwijl de
passage er zeer weinig door zou worden be-
lemmerd. Hij kan het zich indenken, dat men
eischen stelt voor de wijze van bouwen,
maar meent, dat het toch niet aangaat om
maar zonder meer alle pakhuizen te verwrj-
zen naar over de brug, want heel het cen
trum van Ter Neuzen ligt ingesloten tusschen
de kanaalarmen.
Het argument, dat het stichten van een
pakhuis daar ongedierte zou brengen noemt
spreker een flauw argument, evenals dat van
de bewoners der Scheldekade over de pomp,
aangezien niemand er aan denkt hun die
pomp te ontnemen. Indien tegenover den
kooper van den bouwgrond achter de kop
school voor de gemeente de verplichting is
aanvaard, dat daar steeds een uitweg moet
blijven naar de Walstraat, ware het verstan-
diger geweest die in fefen richting te nemen,
naar het straatje achter den heer Doombos,
dan ook naast het schoolgebouw. Men heeft
daar nu een plekje grond van 100 tot 150
M2., waar iemand ook nog heel goed een
huisje zou kunnen zetten en dat spreker
beter zou achten dat productief gemaakt
wordt.
Indien men in de buurt een ander plaatsje
wil geven, zou spreker zich daarmede ook wel
kunnen vereenigen, doch niet recht tegenover
het Diaconiehuis, aangezien dit aan verschil-
lende andere behoeften zal kunnen tegemoet-
komen. Hij begrijpt niet het bezwaar van
burgemeester en wethouders, tegen het bou
wen van een pakhuis. Dat men eischen
stelt, dat iets moet gebouwd worden, dat niet
schaadt aan den welstand, in verband met de
omgeving, kan hij zich indenken, maai dat
men heel het pakhuizenstelsel binnen de kom
zou willen opruimen, kan er bij hem niet in.
Burgemeester en wethouders behooren toch
te begrijpen, dat dit niet mogelijk is, dat dit
tot moeilrjkheden en schade voor de ingeze-
tenen aanleiding moet geven.
De heer HAMELINK verklaart in deze te
staan aan de zijde van burgemeester en wet
houders, en dat het niet opgaat aan de Bur
gemeester Geillstraat nu nog grond te gaan
verkoopen voor pakhuizen. De raad heeft
eenmaal vastgesteld, dat daar woonhuizen
met bovenwoonkamers moeten worden ge
bouwd en behoort zich daaraan dus te hou
den. Het is zeker niet denkbeeldig, dat ver-
schillende koopers niet zoo gappig zouden
geweest zijn om daar te gaan bouwen. indien
ze in de toekomst stichting van pakhuizen
hadden kunnen voorzien. Indien zou worden
tegemoetgekomen aan het verzoek van den
heer Scheele zou het ook afgeloopen zijn en
kon men het in de toekomst niet meer wei
geren voor andere inrichtingen.
Er wordt nu zoo naar voren gebracht het
belang, dat adressant er bij heeft een pakhuis
te hebben nabij zijn woning, maar het kon
den heer Scheele toch bekend zijn voor hij
daar zijn woning bouwde, dat niet toegestaan
zou worden daar een pakhuis te bouwen,
want deze was reeds aan de orde geweest.
De bezwaren daartegen waren hem bekend.
en hij had daar dan zijn woning niet moeten
zetten.
De bezwaren tegen het zich daar nestelen
van ongedierte mogen overdreven zijn, maar
geheel weg te cijferen is dat toch niet. Dan
zou, als men daar pakhuizen toestond, de be-
strating ook wel veranderd dienen te wor
den, want die is niet berekend op het zware
vervoer dat men dan daar krijgen zal. Men
krijgt dan grootere onderhoudskosten, dan
indien er alleen woningen staan.
De heer COLSEN meent, dat het bestra-
tings-bezwaar hier niet tegen aangevoerd
kan worden, aangezien nu wel alle zware
vrachten die men in Ter Neuzen krijgt, langs
die richting komen rijden. Hij zou daarom
het stukje grond naast de kopschool willen
verkoopen aan de belanghebbenden aan de
Scheldekade, die willen vastleggen dat ze
daar een mooi uitzicht houden, die zijn dan
ook klaar en voorts zou hij het door hem be
doelde plekje aan den heer Scheele willen
verkoopen voor het bouwen van een pakhuis.
Daar heeft niemand er last van. Hij meent,
dat men dit voorstel met beide handen moest
aannemen. Dat brengt werk en hij ziet liever
werklieden aan den arbeid dan renteniers, die
niets naar Ter Neuzen brengen.
De heer GEELHOEDT moet er tegen op-
komen, dat men den indruk tracht te vesti-
gen, dat burgemeester en wethouders met
hun voorstel zouden beoogen den handel te
beletten. Dat is allerminst waar. De ge
meente is begonnen met bouwgrond te ver
koopen aan de Scheldekade en ook aan de
Burgemeester Geillstraat, en heeft toen al
gemeene voorwaarden vastgesteld waaraan
de te bouwen perceelen zouden moeten vol-
doen en ook welke inrichtingen er niet zou
den mogen worden gebouwd. De menschen
die onder die voorwaarden grond hebben ge
kocht hebben gegronde reden om te veronder-
stellen, dat ook voor de later te verkoopen
bouwgrond dezelfde voorwaarden zullen gel
den, waaruit voortvloeit, dat een pakhuis
niet wordt toegelaten. Dit is een zakelijke
eisch van goede trouw tegenover de eerste
koopers. Dezer dagen heeft iemand hem ook
nog medewerking gevraagd voor het stich
ten van een andere gelegenheid, aan de
Scheldekade, en spreker heeft er toen den
belanghebbende ook op moeten wijzen. dat
dit niet gaan zou, omdat indertijd is vastge
legd, dat er zulke inrichtingen niet mochten
komen. Spreker is absoluut niet tegen den
handel en wou wel dat deze zich dermate uit-
breidde, dat we hier gebrek aan werkvolk
kregen.
De VOORZITTER sluit zich hierbij aan;
het gaat niet aan, op grond van hun voor
stel burgemeester en wethouders te willen
beschuldigen, dat zij zouden beoogen den
handel tegen te werken, Zij doen evenwel
niets anders dan handhaven de voorwaarden
die indertijd door den raad zelf voor het tae-
bouwen van de Scheldekade en de Burge
meester Geillstraat zijn gesteld. Voorge
schreven werd aan welke eischen de te bou-