GEMENGDE BERIGHTEN. Pluim vee-rubriek. GEMEEN TERAAD VAN BOSCHKAPELLE. OVER TUBERCELOSE IN HET ALGEMEEN. in Gods Woord. Naar zijn meening moeten de Roomsch-Katholieke heeren, die zoo op- komen voor de eerbiediging van hun begin- selen, ook eerbied hebben voor die der an- deren. Door den heer Colsen is meer vrijheid ge- vraagd voor feesten op Zondag, in het belang van de middenstanders. Spreker acht dit niet noodig. Hij acht het gelukkig, dat er verscheidene middenstanders zijn, die weige- ren hunne winkels op Zondag te openen, dat zijn toch ook belastingbetalers en daaronder zija er die ook offers brengen voor geestelijke belangen. Men behoeft hier voor de midden standers op die manier niet op te treden. Moge het al zijn dat enkelen het misschien wat moeilijk hebben, ze hebben toch alien 6 dagen om hun brood te verdienen. Wat betreft het benoemen van meer Katho- lieken in ambtelijke betrekkingen, spreker begrijpt niet, dat men daarop gedurig terug- komt. Hij meent, dat het daarmede eigenlijk eens uit moest zijn. Hij is van oordeel, dat men in den laatsten tijd al te veel heeft ge- vraagd van welke richting iemand was. Als men "voor die functie meent een R. K. te be noemen, voor een andere een Hervormde, voor een derde een Gereformeerde, en zoo voort, dan wordt ten slotte de hoofdzaak uit het oog verloren, dat men er het oog op moet houden wie de beste kracht voor de betrek- king is. Naar zijn meening mogen burge- meester en wethouders aan die klacht niet te veel het oor leenen. De mededeelingen van den heer Geelhoedt over de levering van de keien heeft spreker niet bevredigd. Daar schijnt toch wel iets achter te zitten. Men moet niet te gauw aan bezwaren van aannemers toegeven. Op die wijze kan dan iemand die niet heeft wat ge- vraagd wordt toch inschrijven, en hoopt dan er eens over te kunnen gaan praten, met het gevolg, dat de materialen die hij wel heeft geaccepteerd worden. Men moet in dat op- zicht voorzichtig zijn, want anders komt men op een gevaarlijk standpunt. Sommige aan nemers komen dan op zoo'n minder netten weg tot hun doel, terwijl anderen, die wel- licht zoo ook hadden kunnen inschrijven, maar dat niet hebben aangedurft, er buiten vallen. De heer De Bakker heeft gemeend de pers te verzoeken neutraal te zijn. Hij acht dat verzoek misplaatst. Spreker heeft hier jaren lang gezeten. De man die hier als verslag- gever zit behoort niet tot de partij van spre ker, en dat behoeft ook niet, dat zal misschien oorv de heer De Bakker niet verlangen, maar spreker kan wel zeggen dat de pers kan haar fouten hebben doch dat hij in de Ter Neuzensche Courant steeds een objectief ver- slag van de raadszittingen vindt. Een klacht van eenzrjdigheid heeft dan ook geen reden van, bestaan! Spreker wijst ook nog op de aanhangige voorstellen van wege de regeering in zake belastingwetgeving, en de financieele verhou- ding van het rijk tot de gemeenten. Hij is feitelijk bang van alle veranderingen op be- lastinggebied. Hij vreest, dat dit ten slotte ook weer een zwaarderen last zal worden voor de middenstanders. Men heeft het ge- zien bij de personeele belasting. Er was toe- gezegd eene verlaging der belastingen met 25 en men hoopte dus een lager belasting- biljet te krijgen. Men maakte ondertusschen echter een nieuwe schatting der perceelen, die tot gevolg had, dat de biljetten niets wa- ren verminderd, eer het tegendeel. Dat werkt voor den middenstand doodend. De heer COLSEN merkt op, dat de heer Bedet nog heeft aangesneden de kwestie van het armbestuur, doch daarop zal hij terug- komen bij de begrooting voor dat college. De heer DE BAKKER geeft naar aanlei- ding van het antwoord van den heer Geel hoedt te kennen, dat het zijn bedoeling is om bij de levering der keien de noodige voorzich- tigheid in acht te nemen en zich zooveel mo- gelijk stipt aan de voorwaarden te houden, anders verliest men zijn prestige en krijgt men den indruk, dat er gehandeld kan wor den. Men dient zich zooveel mogelijk aan de gestelde eischen te houden, om dat te voorkomen. Op de werkzaamheden van den heer Bedet bij het armbestuur zal hij thans niet terug- komen. De heer VAN CADS AND herinnert, dat de heer Colsen hem het vorig jaar heeft ver- weten anti-papist te zijn. De heer BEDET: Dan zijn er nu twee! De heer VAN CADSAND betwijfelt, of die heer hem dat kan bewijzen. Spreker gaat toch veel met Roomsch-Katholieke menschen om. Spreker heeft destijds gestemd tegen het verleenen van subsidie aan de R. K. Be- waarschool, maar ook heeft hij gestemd tegen een subsidie voor een neutrale bewaarschool. Hij meent in dat opzicht volkomen het recht te hebben te stemmen zooals zijn plicht hem dit naar zijn meening voorschrijft. Het doet hem genoegen, dat blijkens de uitlatingen in deze vergadering, de heer Bedet hem gezel- schap kan houden, aangezien deze vertegen- woordiger is van een partij welke die van spreker principieel zeer nabij staat. De frac- tie is nu uitgebreid tot 2, mogelijk kunnen er nog meer bij komen, en wordt de kring verder uitgebreid. De heer GEELHOEDT betoogt tegenover den heer Hamelink niet te kunnen toegeven inconsequent te staan tegenover een vroegere houding, en wat de vertraging van het werk in de Roeiersgang betreft, daarmede is ook mede de oorzaak. dat de gemeentebouw- meester overstropt zit met werk De heer HAMELINK: Daar moogt ge u niet achter verschuilen. De heer GEELHOEDT wenscht dat ook niet te doen, doch wijst er op, dat hij daarom ook heeft bevorderd het aanstellen van hulp voor den gemeentebouwmeester. Er komt echter ook bij, dat deze alles alleen wil doen. Met betrekking tot de steenlevering be- twist spreker dat daarmede iets onregelma- tigs is gebeurd. De heeren noemen geen feiten. Het komt hem voor, dat de heer De Bakker iets heeft, maar deze komt niet recht voor de vuist uit. Laat hem dit doen. De heer DE BAKKER verklaart niet ge- zegd te hebben, dat er iets achter zit, doch alleen gewaarschuwd heeft om bij de volgen- de gelegenheden goed uit te zien. De heer GEELHOEDT geeft nog te ken nen, dat er met betrekking tot deze aanbe- steding niet onderhandeld is. De geleverde keien zijn geaccepteerd en er is alleen wegens de kleine afmeting van een deel der keien korting toegepast. Omtrent de aanbesteding deelt hij nog mede, dat na de opening der biletten nog insehrijvers kwamen met een aanbieding voor andere keien. Die konden echter niet meer geaccepteerd worden. In de aanbestedingsvo'orwaarden stond, dat, indien een inschrijver meende, dat voor hem de tijd tekort zou zijn om tijdig in het bezit te zijn van monsters en prijsopgaaf, hem op een daartoe aan den gemeente-bouwmeester gedaan verzoek uitstel voor de inlevering van him biljet zou kunnen worden gegeven. Geen der insehrijvers heeft echter iets aan den gemeente-bouwmeester gevraagd. Toch kwam na de opening nog iemand met een aanbie ding, maar die kon natuurlijk, nu de andere cijfers bekend waren, niet meer worden ge accepteerd. Die aanbieding zou echter toch niet in aanmerking hebben kunnen komen. De VOORZITTER schorst te 12,30 de ver- j gadering. Alle leden, behalve de heer de Schepper, zijn aanwezig, oiider voorzitterschap van burge- meester J, Tiuijman. Bij de notulen maakt de heer Stallaert de aanmerking, dat de namen voor voor- en te- gemstemmers over een voorstel niet zijn geci- teerd. Spreker zegt dit naar aanleiding van een opmerking van de heer v. d. Wielen aan de verslaggevers in een vorige vergadering, dat deze daarin in verzuim waren gebleven. De heer v. d. Wielen voert aan., dat het toen zijn bedoeling was, den verslaggevers er op te wijzen de namen niet foutief te vermelden. De heer Stallaert wenscht de notulen zoo geschreven te zien, zooals de punten behan- deld zijn, De Voorzitter voert hiertegen aan, dat >!e courant een uitgebreid verslag geeft; het offi- cieele geeft beknopt het verhandelde weer; daarin is het niet noodig namen te vermelden. De heer v. d. Wielen zou het gewenscht ach- ten een, van beide of de namen steeds te vermelden, of in het geheel niet. De heer Stallaert wijst erop, dat in vorige notulen wel namen van voor- en tegen,stem- mers zijn aangehaald, thans is dit niet ge- schied'. Verder merkt de heer Stallaert nog op, dat in de notulen niets is vermeld over het ge- sprokene over het G. E. B. in casu over den molenaar Jansen, die stroom afneemt a 6% cent, hetgeen voor het bedrijf een schadepost is. De heer v. d. Wielen voert hiertegen aan, dat, als men alles in de notulen wil vermeld zien, deze te uitgebreid zouden worden. De Voorzitter betoogt, dat de notulen zoo beknopt mogelijk worden gered'igeerd. Bij de discussies worden soms punten aangehaald, die met het onderwerp van bespreking niets uitstaande hebben. De heer Stallaert: Er staat in mijn notulen geen enkel woord over het geval Jansen, ook niet over de afbreking van het electrisch be drijf en evenmin wat over de armenreKening is gezegd. Wij kunnen de notulen dan we! afschaffen en ons houden aan de verslag gevers. De Voorzitter: Deze geven het verslag meer uitgebreid. Daarna worden de notulen goedgekeurd1. Punten van behandeling: I. Ingekomen stukken. 1. Proces-verbaal van kasopname bij het G. E. B. De rapporteur, de heer Claeijs, ver klaart, dat de commissie van onderzoek alles in orde heeft bevonden. In kas was aanwezig 11,94. 2. Van Ged. Staten goedkeuring van het raadsbesluit tot wijziging der gemeente-be- grooting 1928. 3. Van den landbouwer P. Verbist een ver zoek om verlaging van schoolgeld. Adressant is in de vijfde (hoogste klasse) aangeslagen, volgens zijn belastbaar inkomen behoort hij in de derde klasse. De Voorzitter deelt mede, dat Burg, en Weth. adviseeren het verzoek in te willigen, aangezien het op goede gronden berust; eigen lijk behoort adressant thuis in de laagste klasse. De heer Koster vraagt naar de schoolgeld- regeling. Deze wordt voorgelezen en luidt als volgt: Voor een belastbaar inkomen van f 800 f 1200 6 cent per leerling en per week; van f 1200f 1600 10 cent; van f 1600f 2000 15 cent; van 2000f 2i500 20 cent en daaiboven 25 cent. De heer de RooijEr zal zeker niets aan te doen zijn Met algemeene stemmen wordt het verzoek ingewilligd. 4. Van de heeren Dees, Collot d'Escury, Scheele en De kraker, vormend eene commis sie tot het aanleggen van een verbindingsweg tusschen Hellegat-, Eendracht-, Huissenspolder enz. een subsidie-aanvraag van f 700 in de aanlegkosten, totaal bedragende f 10250, wel ke de Hellegatpolder alleen niet kan dragen. Burg, en Weth. adviseeren tot afwijzing, aangezien de geprojecteerde weg van geen be lang is voor de gemeente en er dus geen re- denen, bestaan een bijdrage te verleenen. De heer Koster kan zich met dit advies best vereenigen, mede met het oog op den finan- cieelen toestand der gemeente. Met algemeene stemmen wordt het verzoek afgewezen. 5. Van het Bestuur der Middelbare Han- delsdagschool te Hulst een verzoek voor 1929 en verdere jaren een subsidie te willen verlee nen van f 150 per jaar en per leerling. De Voorzitter verklaart, dat dit advies is in gekomen na de laatste vergadering van Burg, en Weth. en er dus van dit college geen voor stel is. Thans wordt er een subsidie verleend van f 10, doch aangezien het een nuttige in stelling is, wenscht spreker voor te stellen het subsidie tot 50 te verhoogen; f 150 gaat onze draagkracht te boven. De heer v. d. Wielen stelt voor 10 te ver leenen als blijk van, waardeering, doch wil men iets hooger bedrag toekennen, dan neemt spre ker daar ook genoegen mee. Op de vraag van den heer Stallaert of be- doeld wordt 50 per jaar en per leerling, ant- woordt de Voorzitter ontkennend. Het voorstel van den Voorzitter (f 50) wordt verworpen, dat van den heer v. d. Wie len 10) wordt aangenomen. De heer Stallaert wenschte meer te geven. 6. Een met redenen omkleed verzoek van het bestuur der R.K. Landibouwwinterschool te Hulst om eene subsidie van /50 voor 1929. In het schrijven wordt opgemerkt, dat enkel Boschkapelle hieraan nog geen subsidie ver leend. De Voorzitter deelt mede, dat het college van Burg, en Weth. ook hierin geen voorstel heeft, omreden als voren. Aangezien het een nuttige instelling is, zou spreker willen adviseeren f 50 toe te staan. De heer v. d. Wielen: Ik vind het eigenaar- dig, d'at U als Voorzitter dier school dat voor stel doet. De Voorzitter: Ik laat het aan de heeren over. De heer v. d. Wielen: Ik erken gaarne het nut dier school, maar het is moeilijk met het oog op onzen finantieelen toestand. De heer de RooijIk stel voor het adres aan te houden tot na afhan,deling der begrooting schiet er dan iets over wel ja De heer v. d. Wielen informeert naar het aantal leerlingen uit deze gemeente. De Voor zitter antwoordt, dat er van Boschkapelle geen leerlingen zijn. De heer v. d. Wielen meent, dat er alsdan ook geen subsidie behoeft ver leend te worden. De heer Mangnus acht het toestaan van sub sidie verkeerd omdat bet geld der mindere menschen wordt weggegeven tot steun van meergegoeden. De boeren en boerenzoons zou den dit zelf moeten betalen, als ze dat niet kunnen, dan blijven ze maar thuis. De Voorzitter antwoord hierop, dat de leer lingen wel terdege schoolgeld betalen, hetwelk door den Minister is vastgesteld; waarop de heer Mangnus repliceert, dan men alsdan het schoolgeld maar moet verhoogen. De Voorzitter: U verwart de zaak; het gaat n et over het schoolgeld, maar de instandhou ding der school, hetgeen door de opbrengst van net, schoolgeld niet kan. Spreker geeit u. over weging dit verzoek te behandelen na afhan- delmg der begrooting. De he'er Stallaert vermoedt, dat dan wel geen post vrij zal komen,. De heer de RooijOnze finantieele toestand laat niet toe te zeggen: het komt op f 100 meer of minder niet aan; indien die toestand beter was, was ik sterk voor 't verleenen van subsidie. De heer Stallaert vermoedt, dat, als men onze schuld van f 20.000 opvoerde tot 200.000 er eerder uitkomst zou te verwachten zijn. Het verzoek wordt alsnu aangehouden tot na afhandeling der begrooting. II. Vaststelling drie-jaarlijksche rekening van het R.K. Schoolbestuur. Deze is onderzocht door een Commissie. De rapporteur de heer v. d. Wielen, adviseert tot goedkeuring. De beer Stallaert informeert naar inkom- sten en uitgaven. De inkomsten bedragen f 8660,31 en de uit gaven f 4559,97, zoodat het schoolbestuur aan de gemeente ruim f 4000 moet terugbetalen. De heer Stallaert: Hot is treurig, dat die 4000 ongebruikt en renteloos ten nadeele onzer arme gemeente blijven liggen. De Voorzitter antwoordt hierop, dat die gel- den niet kunnen worden teruggegeven dan na vaststelling der rekening. De heer Stallaert: Maar waaiom moeten wij d'an elk jaar zooveel geven De Voorzitter: Daar is niets aan te doen. De heer Stallaert: Dan minder uitkeeren per leerling. De Voorzitter: Dat zal in het vervolg ook gebeuren, bij volgende afrekening zullen we zooveel niet te vorderen hebben. De heer v. d. Wielen: De fout drukt op den vorigen raad, die de vergoeding per leerling heeft vastgesteld. De heer Stallaert: Wat de meerderheid van den Raad beslist kan ik niet helpen. De heer Mangnus merkt op, dat men in de meening verkeerde, dat de uitkeering werd vastgesteld uit het gemiddelde der uitkeering van drie omliggende gemeenten. De heer Stallaert: Als iets mis loopt, wordt de oude Raad er gewoonlijk bijgehaald en zoo iets wordt dan door den nieuwen raad goed gekeurd. Op d'e vraag van den heer Mangnus hoe hoog het gemiddelde was, antwoordt de Se- cretaris dat dit 17,04 bedroeg. De Voorzitter geeft alsdan uitvoerig uitleg hoe men aan dat gemiddelde gekomen is. Men verkeerde in de meening, dat dit moest vastgesteld worden naar het gemiddelde der drie omliggende gemeenten, hetgeen door Ged. Staten steeds werd goedgekeurd. In het voor- jaar is evenwel een commissie uit Ged. Staten hier geweest, door wie ons werd medegedeeld, dat men drie willekeurige gemeenten in het Rijk mocht nemen, waar een openbare school bestaat en dat is thans geschied, waardoor het gemiddelde op 9 is teruggebracht. De heer De Rooij: Dan moeten we het schoolbestuur dankbaar zijn, jdat het die gel- den niet heeft opgebruikt, het had daartoe toch het recht. De heer Stallaert: Wij behoeven het school bestuur niet dankbaar te zijn; het was hun plicht het niet te gebruiken. De heer de Rooij vindt het in alle geval een mooie geste van het schoolbestuur. Het verwondert den heer Stalllaert, dat Ged. Staten indertijd geen betere voorlichting heb ben gegeven. Het laagste bedrag is thans ook niet vastgesteld, want we konden volstaan met een uitkeering van 5 per leerling. De Voorzitter betoogt, dat het schoolbestuur er toch moet kunnen komen, want komt het niet, dan moet het leenen en daarvan is de gemeente verplicht den interest te betalen. De heer Stallaert: In aile geval is er een mooi potje gevonden om subsidie te verleenen aan de Landbouwwinterschool. De rekening wordt alsdan met algemeene stemmen goedgekeurd. III. Vaststelling gemeentebegrooting, dienst 1929. Door eene commissie was deze onderzocht, welke bij monde van den rapporteur, de heer Koster, adviseert tot goedkeuring, daar ze geen aanleiding gaf tot op- of aanmerkingen. Alle posten werden in orde bevonden. Wel vestigt spreker de aandacht op den post van 100 subsidie aan de tram, die thans ver- valt, omdat de tijd (15 jaar), waarover zij liep, verstreken is. De Voorzitter zegt, dat nog geen nieuwe aanvraag is ingekomen; de Raad kan nu daar- over beslissen. Op verzoek van den heer Mangnus wordt de begrooting post voor post behandeld. Deze stelt alsdan voor den post bind- en drukwerk (/240) te verlagen. De heer v. d. Wielen acht het noodig, om een juist oordeel te vellen, de kosten van bind- en drukwerk te specificeeren. Op zijn verzoek wordt alsdan het bindwerk vertoond en de kosten ervan opgegeven. De heer Stallaert informeert bij wie prijs opgaaf is gevraagd. De Secretaris noemt eeni- ge drukkers en uitgevers. De Voorzitter wil opmerken, dat indertijd een schrijven van den Minister is ontvangen, waarin deze aandringt op het bezigen van degelijk materiaal met het oog op de archieven. De heer v. d. Wielen richt de vraag tot den heer Schuurs, die aanwezig is, of deze ook bindwerk maakt. Deze antwoordt bevestigend, doch moet eerst een berekening maken. De heer v. d. Wielen vraagt naar hetgeen gedrukt wordt. Spreker zou een lijstje willen doen opmaken van de vaste drukwerken en dan bij inschrijving aanbesteden. De Voorzitter zoowel als de Secretaris vin- den het vaststellen van zoo'n lijstje nogal moeilijk, doch er zal getracht worden hieraan zooveel mogelijk te vold'oen. De heer v. d. Wielen stelt alsdan voor dezen post met 75 te verminderen en aan te beste- den bij inschrijving. De Voorzitter acht een vermindering van f 75 te groot en raadt aan dezen post op f 240 te handhaven, want het is vooruit te zien, dat bij verlaging, de post moet overschreden wor den. De heer de RooijHet is mij te doen om de begrooting omlaag te krijgen, wij gaan steeds dieper den put in. Het voorstel van den heer v. d'. Wielen in stemming gebracht, wordt aangenomen. De heer Koster was voor behoud ervan. Bij den post Onderhoud en schoonmaken van het gemeentehuis stelt den heer v. d. Wielen voor dezen met f 50 te verlagen en te bren gen op 150. De heeren Mangnus en de Rooij stemmen 'daarmee in, aangezien het onderhoud van het nieuwe gebouw niet zoo hoog kan 'oopen. Het voorstel wordt aangenomen. De heer de Rooij meent, dat men de telefoon op het gemeentehuis kan missen, aangezien men op het poststation den heelen dag terecht kan. De Voorzitter voert hiertegen aan, dat mer. soms twee, drie keer wordt opgeroepen en dan is heen en weerloopen zeer bezwaarlijk. De heer v. d. Wielen merkt op, dat de tele foon niet noodzakelijk is, maar wel gemakke- lijk. De hear de RooijBezuinigen is de bood- schap De heer Stallaert: De heer v. d. Wielen merkt op, dat de telefoon niet noodzakelijk is, maar wel gemakkelijk; dan maar afschaffen! De Voorzitter bepleit het behoud ervan, het geen na stemming ook gebeurt. De heer Stal laert stemt tegen. De heer de Rooij vecht nog aan den post f 225 voor straatverlichting en wenscht dezen met f 100 te verminderen; spreker wenschte lampen van minder kaarssterkte. De Voorzitter verdedigt uitvoerig het be houd dezer uitgaaf. Ook de heer Koster wijst op de grootere veiligheid. Dit laatste betwist de heer Mangnus, hij acht de lampen in de buiten wij ken onnoodig, bovendien een lamp van 10 kaarsen is op straat net zoo goed als een van 75, en wat de veiligheid betreft, meent spreker, dat de lampen in de buitenwijken wel eenige gerustheid geven als men er zich van verwijdert, doch gemakkelijk iemand op den dwaalweg helpen, als men ze nadert. Na nog eenige d'iscussie blijft de post be- houden. De heer de Rooij vond den post van f 100 (verkiezimgsverrichtingen) te hoog; de kosten van verteer (f 20) kon zijn goedkeuring niet hebben. Nadat de heer de Rooij was ingelicht, dat iiet verteer hierin niet begrepen is, werd de post gehandhaafd. De post kosten van stem- opneming werd daarop op voorstel van den heer de Rooij geschrapt. In de vorige vergadering kwam er eene sub sidie-aanvraag van f 150 van het Wil-Gele Kruis aan de orde. De behandeling hiervan werd toen uitgesteld, omdat de heer Stallaert het wenschelijk achtte, dat eerst de rekening werd ingeleverd. De Voorzitter brengt den heer Koster op de hoogte van de werking dezer instelling en verstrekt hierover volledige inlichting, welke door den heer Koster dankbaar wordt aan- vaard. De Voorzitter zegt verder, dat de andere heeren de uiteenzetting vanaf den preeksoel hebben gehoord. De beer Stallaert verklaart daarmede genoegen te nemen. De heer v. d. Wielen vraagt of het bestuur bezwaar had tegen opgave van inkomsten en uitgaven aan den Raad. De Voorzitter antwoordt, dat er bij den voorzitter niet naar gevraagd is. De heer de Rooij: Ik ben niet wantrouwend, maar tegen overlegging der rekening kon toch geen bezwaar wezen. Met algemeene stemmen wordt het subsi die toegekend. Nog komt aan de orde de post f 100 sub sidie aan de tram. De heer Mpngnus denkt, dat ze het niet noo dig hebben, omdat ze het niet vragen. De Voorzitter wijst op de tegemoetkoming aan de wijkverpleegster verleend, door haar een gratis abonnement toe te staan van Groe- nendijk tot Stoppeldijkveer; het geven der sub sidie ware een blijk van erkentelijkheid. De heer de Rooij merkt op, dat de Maat- schappij 4 pet. dividend uitkeert een be- wijs, dat ze onze subsidie niet noodig heeft. De heer v. d. Wielen wil als blijk van waar deering 50 toestaan. De heer Stallaert: Als er af gaat dan liefst heelemaal. Het subsidie wordt ingetrokken. Het verzoek van het bestuur der Land bouwwinterschool om een subsidie van f 50 (zie onder 6) werd eveneens afgewezen. De heer Stallaert stemde voor. Hiermede is de agenda afgehandeld. Bij de rondvraag komt tusschen de heeren Stallaert en v. d. Wielen het G. E. B. ter sprake. Eerstgenoemde herinnert den, heer v. d. Wielen aan diens belofte in een vorige ver gadering gedaan, om eene berekening te ma ken van het verlies in het bedrijf in verband met de maximale belasting en over de afname van stroom door den molenaar Jansen. De heer v. d. Wielen: Waar staat dat in de notulen In de vorige vergadering heb ik daar- over uitvoerig mijn meening gezegd, doch van het maken eener berekening is niet gesproken. De heer Stallaert vraagt of het contract met den heer Jansen eindeloos is. De gemeente draagt hieraan belangrijk toe; het is in onze macht dit te veranderen. De Voorzitter belooft in de volgende verga dering het contract met den heer Jansen on der de oogen te zien. De heer Stallaert: Drie a vier maanden ge- leden heb ik gewezen op den onhoudbaren toe stand van de waterplaats op het gemeentehuis. Thans is die toestand ellendig treurig; het is een vuile zooi; in een beestenstal is het zoo niet; in het armste huis treft men zoo'n toe stand niet aan. De heer Mangnus: Is er wel een armer huis dan waar we hier zijn? (Groote vroolijkheid De Voorzitter zegt spoedige verbetering toe. Daar niemand meer het woord vraagt, sluit de Voorzitter de vergadering. EEN GRUWELIJKE MISDAAD. In het Oostelijk deel van Boelgarije over- viel een uit acht man bestaande rooversbende het huis van een rijken boer. De aanvallers begoten het huis met petroleum en staken het toen in brand, zoodat de boer levend ver- brandde. De overige leden van het gezin werden vreeselijk mishandeld. De politie en gendarmerie wisten de roo- vers in te halen en namen na 'n urenlang gevecht vier hunner gevangen. De overigen vluchtten en worden achtervolgd. DRIE SOLDATEN DOOR DEN BLIKSEM GEDOOD. Vrijdag zijn op het schietterrein te Diyata- lawa (Colombo) drie Britsche artilleristen door den bliksem getroffen. Zij waren onmid- dellijk dood. Negen anderen kregen eveneens een schok, doch herstelden spoedig. VIER KINDEIIEN VERMOORD. In het dorpje Daryse bij Dombrowa heb ben twee boeren de 4 kinderen van hun schoonzuster, een weduwe, gedurende haar afwezigheid op den zolder van haar woning opgehangen. De politie heeft de mannen ge- arresteerd, waarbij ze groote moeite had de onverlaten uit handen der saamgestroomde bevolking te houden. GRAN A AT IN EEN WEILAND ONTPLOFT. Bij Wilna is in een weiland te midden van een troep koeien een granaat ontploft, die onder een dun laagje aarde bedolven had ge- legen. Twee koeienjongens hadden op die plek een vuurtje aangestoken, met het ge volg, dat de granaat tot explosie kwam en beiden door de in het rond vliegende scherven zwaar gewond werden. Eenige andere perso- nen bekwamen lichtere kwetsuren. Enkele koeien werden gedood. DOLLE HOND BIJT ZESTIG PERSONEN. In de strook van Coserza (Italie), werden ongeveer zestig personen door een dollen hond gebeten, die verscheidene dorpen door- raasde en ieder aanviel, die hem in den weg kwam. De jacht op den hond was vruchte- loos. Hij ontkwam in de velden. Een deel der slachtoffers is naar het ziekenhuis te Co serza gebracht, de overigen worden door plaatselijke doktoren behandeld. Vragen, deze rubriek be tref fends kunnen door de abonrrt's worden ge- zonden aan Dr. Te Hennepe, Diergaar- desingel 96c te Rotterdam. Postzegel van 7V2 cent voor antwoord insluiten en uitdrukkelrjk blad vermelden. PIuimvee-Tubereulose in het bijzonder. Van de bacillen in eieren, komen we nu tenslotte op de tuberculose. Schijnbaar spring ik maar zoo'n beetje van den hak op den tak, doch wie een beetje op den draad gelet heeft, ziet dat deze precies loopt waar ik hem heb ben wil en wel vanaf mijn begin vraag over het gevaar van tuberculeuize kippen en eieren naar de kippen-tuberculose toe. Om daar te komen liet ik dus eerst zien wat er zooal voor buitennissigheden in eieren kun nen zitten, die meer onsmakelijk dan schade- lijk zijn. Daarna liet ik zien hoe in eieren bepaalde bacterien terecht kunnen komen, o.a. para-typhusbacillen en nu zullen we eens zien hoe het met de tuberculose staat. Het is nu eigenlijk de tijd van de kippen- tuberculose, een zeer emstige ziek-te, die ik wil gaan behandelen en aangeven, hoe wij haar uit kunnen roeien. Tevens wil ik daar- bij de runder- en varkenstuberculose bespre- ken, omdat die er gedeeltelijk mee samen hangen. De algemeene vraag wordt dus eerst: Kunnen tuberculeuze runderen, var- kens en kippen menschen besmetten? Over deze vraag is ontzettend veel gestre- den sinds 1881 de beroemde Robert Koch de menschen tuberkel bacil ontdekte. Reeds vanaf de oudste trjden komt de tuberculose voor doch pas omstreeks het midden der vo rige eeuw bewees Villemin, dat deze ziekte besmettelijk was. Toen eenmaal de tuberkelbacil ontdekt was ontbrandde een geweldige strijd of de bacillen van runderen en menschen dezelfde waren. Eerst overdreef men in de eene richting, later weer in de andere, eerst zeide men, dat nu het geheim der tuberculose van den mensch ontdekt was en deze van de koeien kwam (met de melk enz.), later in 1889 be- weerde Dr. Smith, dat beide soorten van ba cillen zeer sterk verschilden. In 1901 ver- klaarde Koch op het Tuberculose-congres te Londen, dat de bacillen niet dezefde waren en er geen gevaar was voor menschen door rundertuberculose, zoodat men uit een oog- punt van volksgezondheid de rundertubercu lose niet behoefde te bestrijden. De Engel- sche en Amerikaansche regeeringen benoem- den groote wetenschappelijke commissies om dit te onderzoeken en deze kwamen tot een ander resultaat dan Koch. Op het congres van 1908 te Washington gaf Koch toe, dat besmetting van den mensch met rundertuber culose mogelijk was, doch zeer zelden voor- kwam. De Britsche regeeringscommissie had echter aangetoond, dat vele gevallen van be smetting van menschen voorkwamen en zeer ernstig ook, vooral bij kinderen. Bij kinderen stervende aan buiktuberculose werd deze zelfs in 50 der gevallen door rundertuber- kelbacillen veroorzaakt evenals in vele ge vallen van lupus bij volwassenen en kinderen. In 1912 op het wereld-tuberculose-congres in Rome kwam men tot de volgende conclu- sies: Besmetting van den mensch met runder- tuberkelbacillen komt minder voor dan van mensch op mensch, doch niettemin is het noodzakelijk alle mogelijke maatregelen te nemen tegen besmetting door rundertubercu lose van menschen." In 1913 deelde Dr. Stiles uit Edenburgh op een intemationaal congres te Londen mede, dat van 72 gevallen van tuberculose kinderen er 36 voorkwamen bij kinderen be- neden 5 jaar en dat al deze gevallen met uit- zondering van 3 berusten op besmetting met runderbacillen. 84 dezer kinderen was vanaf de geboorte gevoed met rauwe koeien- melk. Door den wereldoorlog werd het onderzoek in deze richting vertraagd. Een der nieu- were opgaven is van 1922 door Dr. Griffith op een congres te Londen gegeven. Van 1215 gevallen in Engeland waren er 23 veroor zaakt door rundertuberkelbacillen, zoodat Dr. Griffith concludeerde, dat rundertuberculose een belangrijke oorzaak was van menschen- tuberculose en Groot-Brittannie, vooral bij kinderen beneden vijf jaar. Uit berekeningen volgt, dat per jaar in Engeland ongeveer 3000 menschen sterven aan rundertuberkel bacillen en het aantal menschen die niet ster ven doch jaren lang lijden als een gevolg van het drinken van besmette melk is veel en veel hooger. In 1927 deelde Dr. Griffith mede, dat van 541 gevallen van been- en gewrichts-tubercu- lose in Engeland bij personen van elken leef- tijd 18.7 berustte op rundertuberculose. Er zijn natuurlijk veel meer gevallen aan te halen, maar uit wat ik tot nu toe gegeven heb blijkt al voldoende van hoe groot belang voor de volksgezondheid het is de runder tuberculose met alle kracht te hestrijden. af- gezien natuurlijk van het felt, dat de runder tuberculose voor den veehouder enorme scha- de oplevert. Besmetting van den mensch met vogel- tuberkelbacillen komt lang niet zoo vaak voor doch is ook aangetoond, Loewenstein geeft haar bij pluimveehouders gevonden en deelde in 1913 als zijn meening mede, dat vogeltuberculose meer bij den mensch voor- komt dan men denkt. Later hebben verschei dene onderzoekers zulke gevallen gevonden en hieruit volgt dus ook al weer dat uitroeiing der pluimveetuberculose een gebiedende eisch is met het oog op de volksgezondheid. Vogel tuberculose blijkt het gemakkelijkst over te gaan op varkens, waaruit weer volgt, dat men in geen geval zooals thans nog wel op boer- derijen gebeurt varkens en kippen in <5en stal moet houden. Voor de varkenshouderij is de vogeltuberculose een hoogst schadeltjke zi&kt6 Uit een en ander zien we dus, dat al deze tuberculosegevallen bij verschiliende dier- soorten verband met elkaar houden en dat de pluimvee-tuberculose gevaar kan opleveren voor den mensch. Nu kunnen in de eieren van tuberculeuze kippen, op dezelfde manier als pullorum- bacillen bij pullorumkippen, tuberculose- bacillen voorkomen en hierfnede zijn we dus weer bij de eieren en de kippen terecht ge komen. Een volgende keer dus over deze hoogst schadelijke pluimvee-ziekte, die een echte winterziekte is, meer in het bijzonder. Dr. TE HENNEPE.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1928 | | pagina 6