GEMENGDE BERIGHTEN.
Pluim vee-rubriek.
GEMEEN TERAAD VAN
BOSCHKAPELLE.
OVER TUBERCELOSE IN HET
ALGEMEEN.
in Gods Woord. Naar zijn meening moeten
de Roomsch-Katholieke heeren, die zoo op-
komen voor de eerbiediging van hun begin-
selen, ook eerbied hebben voor die der an-
deren.
Door den heer Colsen is meer vrijheid ge-
vraagd voor feesten op Zondag, in het belang
van de middenstanders. Spreker acht dit
niet noodig. Hij acht het gelukkig, dat er
verscheidene middenstanders zijn, die weige-
ren hunne winkels op Zondag te openen, dat
zijn toch ook belastingbetalers en daaronder
zija er die ook offers brengen voor geestelijke
belangen. Men behoeft hier voor de midden
standers op die manier niet op te treden.
Moge het al zijn dat enkelen het misschien
wat moeilijk hebben, ze hebben toch alien 6
dagen om hun brood te verdienen.
Wat betreft het benoemen van meer Katho-
lieken in ambtelijke betrekkingen, spreker
begrijpt niet, dat men daarop gedurig terug-
komt. Hij meent, dat het daarmede eigenlijk
eens uit moest zijn. Hij is van oordeel, dat
men in den laatsten tijd al te veel heeft ge-
vraagd van welke richting iemand was. Als
men "voor die functie meent een R. K. te be
noemen, voor een andere een Hervormde,
voor een derde een Gereformeerde, en zoo
voort, dan wordt ten slotte de hoofdzaak uit
het oog verloren, dat men er het oog op moet
houden wie de beste kracht voor de betrek-
king is. Naar zijn meening mogen burge-
meester en wethouders aan die klacht niet te
veel het oor leenen.
De mededeelingen van den heer Geelhoedt
over de levering van de keien heeft spreker
niet bevredigd. Daar schijnt toch wel iets
achter te zitten. Men moet niet te gauw aan
bezwaren van aannemers toegeven. Op die
wijze kan dan iemand die niet heeft wat ge-
vraagd wordt toch inschrijven, en hoopt dan
er eens over te kunnen gaan praten, met het
gevolg, dat de materialen die hij wel heeft
geaccepteerd worden. Men moet in dat op-
zicht voorzichtig zijn, want anders komt men
op een gevaarlijk standpunt. Sommige aan
nemers komen dan op zoo'n minder netten
weg tot hun doel, terwijl anderen, die wel-
licht zoo ook hadden kunnen inschrijven,
maar dat niet hebben aangedurft, er buiten
vallen.
De heer De Bakker heeft gemeend de pers
te verzoeken neutraal te zijn. Hij acht dat
verzoek misplaatst. Spreker heeft hier jaren
lang gezeten. De man die hier als verslag-
gever zit behoort niet tot de partij van spre
ker, en dat behoeft ook niet, dat zal misschien
oorv de heer De Bakker niet verlangen, maar
spreker kan wel zeggen dat de pers kan
haar fouten hebben doch dat hij in de Ter
Neuzensche Courant steeds een objectief ver-
slag van de raadszittingen vindt. Een klacht
van eenzrjdigheid heeft dan ook geen reden
van, bestaan!
Spreker wijst ook nog op de aanhangige
voorstellen van wege de regeering in zake
belastingwetgeving, en de financieele verhou-
ding van het rijk tot de gemeenten. Hij is
feitelijk bang van alle veranderingen op be-
lastinggebied. Hij vreest, dat dit ten slotte
ook weer een zwaarderen last zal worden
voor de middenstanders. Men heeft het ge-
zien bij de personeele belasting. Er was toe-
gezegd eene verlaging der belastingen met
25 en men hoopte dus een lager belasting-
biljet te krijgen. Men maakte ondertusschen
echter een nieuwe schatting der perceelen,
die tot gevolg had, dat de biljetten niets wa-
ren verminderd, eer het tegendeel. Dat werkt
voor den middenstand doodend.
De heer COLSEN merkt op, dat de heer
Bedet nog heeft aangesneden de kwestie van
het armbestuur, doch daarop zal hij terug-
komen bij de begrooting voor dat college.
De heer DE BAKKER geeft naar aanlei-
ding van het antwoord van den heer Geel
hoedt te kennen, dat het zijn bedoeling is om
bij de levering der keien de noodige voorzich-
tigheid in acht te nemen en zich zooveel mo-
gelijk stipt aan de voorwaarden te houden,
anders verliest men zijn prestige en krijgt
men den indruk, dat er gehandeld kan wor
den. Men dient zich zooveel mogelijk aan
de gestelde eischen te houden, om dat te
voorkomen.
Op de werkzaamheden van den heer Bedet
bij het armbestuur zal hij thans niet terug-
komen.
De heer VAN CADS AND herinnert, dat de
heer Colsen hem het vorig jaar heeft ver-
weten anti-papist te zijn.
De heer BEDET: Dan zijn er nu twee!
De heer VAN CADSAND betwijfelt, of die
heer hem dat kan bewijzen. Spreker gaat
toch veel met Roomsch-Katholieke menschen
om. Spreker heeft destijds gestemd tegen
het verleenen van subsidie aan de R. K. Be-
waarschool, maar ook heeft hij gestemd tegen
een subsidie voor een neutrale bewaarschool.
Hij meent in dat opzicht volkomen het recht
te hebben te stemmen zooals zijn plicht hem
dit naar zijn meening voorschrijft. Het doet
hem genoegen, dat blijkens de uitlatingen in
deze vergadering, de heer Bedet hem gezel-
schap kan houden, aangezien deze vertegen-
woordiger is van een partij welke die van
spreker principieel zeer nabij staat. De frac-
tie is nu uitgebreid tot 2, mogelijk kunnen
er nog meer bij komen, en wordt de kring
verder uitgebreid.
De heer GEELHOEDT betoogt tegenover
den heer Hamelink niet te kunnen toegeven
inconsequent te staan tegenover een vroegere
houding, en wat de vertraging van het werk
in de Roeiersgang betreft, daarmede is ook
mede de oorzaak. dat de gemeentebouw-
meester overstropt zit met werk
De heer HAMELINK: Daar moogt ge u
niet achter verschuilen.
De heer GEELHOEDT wenscht dat ook
niet te doen, doch wijst er op, dat hij daarom
ook heeft bevorderd het aanstellen van hulp
voor den gemeentebouwmeester. Er komt
echter ook bij, dat deze alles alleen wil doen.
Met betrekking tot de steenlevering be-
twist spreker dat daarmede iets onregelma-
tigs is gebeurd. De heeren noemen geen
feiten. Het komt hem voor, dat de heer De
Bakker iets heeft, maar deze komt niet recht
voor de vuist uit. Laat hem dit doen.
De heer DE BAKKER verklaart niet ge-
zegd te hebben, dat er iets achter zit, doch
alleen gewaarschuwd heeft om bij de volgen-
de gelegenheden goed uit te zien.
De heer GEELHOEDT geeft nog te ken
nen, dat er met betrekking tot deze aanbe-
steding niet onderhandeld is. De geleverde
keien zijn geaccepteerd en er is alleen wegens
de kleine afmeting van een deel der keien
korting toegepast. Omtrent de aanbesteding
deelt hij nog mede, dat na de opening der
biletten nog insehrijvers kwamen met een
aanbieding voor andere keien. Die konden
echter niet meer geaccepteerd worden.
In de aanbestedingsvo'orwaarden stond, dat,
indien een inschrijver meende, dat voor hem
de tijd tekort zou zijn om tijdig in het bezit
te zijn van monsters en prijsopgaaf, hem op
een daartoe aan den gemeente-bouwmeester
gedaan verzoek uitstel voor de inlevering van
him biljet zou kunnen worden gegeven. Geen
der insehrijvers heeft echter iets aan den
gemeente-bouwmeester gevraagd. Toch kwam
na de opening nog iemand met een aanbie
ding, maar die kon natuurlijk, nu de andere
cijfers bekend waren, niet meer worden ge
accepteerd. Die aanbieding zou echter toch
niet in aanmerking hebben kunnen komen.
De VOORZITTER schorst te 12,30 de ver- j
gadering.
Alle leden, behalve de heer de Schepper, zijn
aanwezig, oiider voorzitterschap van burge-
meester J, Tiuijman.
Bij de notulen maakt de heer Stallaert de
aanmerking, dat de namen voor voor- en te-
gemstemmers over een voorstel niet zijn geci-
teerd. Spreker zegt dit naar aanleiding van
een opmerking van de heer v. d. Wielen aan
de verslaggevers in een vorige vergadering,
dat deze daarin in verzuim waren gebleven.
De heer v. d. Wielen voert aan., dat het toen
zijn bedoeling was, den verslaggevers er op te
wijzen de namen niet foutief te vermelden.
De heer Stallaert wenscht de notulen zoo
geschreven te zien, zooals de punten behan-
deld zijn,
De Voorzitter voert hiertegen aan, dat >!e
courant een uitgebreid verslag geeft; het offi-
cieele geeft beknopt het verhandelde weer;
daarin is het niet noodig namen te vermelden.
De heer v. d. Wielen zou het gewenscht ach-
ten een, van beide of de namen steeds te
vermelden, of in het geheel niet.
De heer Stallaert wijst erop, dat in vorige
notulen wel namen van voor- en tegen,stem-
mers zijn aangehaald, thans is dit niet ge-
schied'.
Verder merkt de heer Stallaert nog op, dat
in de notulen niets is vermeld over het ge-
sprokene over het G. E. B. in casu over den
molenaar Jansen, die stroom afneemt a 6%
cent, hetgeen voor het bedrijf een schadepost
is.
De heer v. d. Wielen voert hiertegen aan,
dat, als men alles in de notulen wil vermeld
zien, deze te uitgebreid zouden worden.
De Voorzitter betoogt, dat de notulen zoo
beknopt mogelijk worden gered'igeerd. Bij de
discussies worden soms punten aangehaald,
die met het onderwerp van bespreking niets
uitstaande hebben.
De heer Stallaert: Er staat in mijn notulen
geen enkel woord over het geval Jansen, ook
niet over de afbreking van het electrisch be
drijf en evenmin wat over de armenreKening
is gezegd. Wij kunnen de notulen dan we!
afschaffen en ons houden aan de verslag
gevers.
De Voorzitter: Deze geven het verslag meer
uitgebreid.
Daarna worden de notulen goedgekeurd1.
Punten van behandeling:
I. Ingekomen stukken.
1. Proces-verbaal van kasopname bij het
G. E. B. De rapporteur, de heer Claeijs, ver
klaart, dat de commissie van onderzoek alles
in orde heeft bevonden. In kas was aanwezig
11,94.
2. Van Ged. Staten goedkeuring van het
raadsbesluit tot wijziging der gemeente-be-
grooting 1928.
3. Van den landbouwer P. Verbist een ver
zoek om verlaging van schoolgeld. Adressant
is in de vijfde (hoogste klasse) aangeslagen,
volgens zijn belastbaar inkomen behoort hij
in de derde klasse.
De Voorzitter deelt mede, dat Burg, en
Weth. adviseeren het verzoek in te willigen,
aangezien het op goede gronden berust; eigen
lijk behoort adressant thuis in de laagste
klasse.
De heer Koster vraagt naar de schoolgeld-
regeling. Deze wordt voorgelezen en luidt als
volgt: Voor een belastbaar inkomen van f 800
f 1200 6 cent per leerling en per week; van
f 1200f 1600 10 cent; van f 1600f 2000 15
cent; van 2000f 2i500 20 cent en daaiboven
25 cent.
De heer de RooijEr zal zeker niets aan te
doen zijn
Met algemeene stemmen wordt het verzoek
ingewilligd.
4. Van de heeren Dees, Collot d'Escury,
Scheele en De kraker, vormend eene commis
sie tot het aanleggen van een verbindingsweg
tusschen Hellegat-, Eendracht-, Huissenspolder
enz. een subsidie-aanvraag van f 700 in de
aanlegkosten, totaal bedragende f 10250, wel
ke de Hellegatpolder alleen niet kan dragen.
Burg, en Weth. adviseeren tot afwijzing,
aangezien de geprojecteerde weg van geen be
lang is voor de gemeente en er dus geen re-
denen, bestaan een bijdrage te verleenen.
De heer Koster kan zich met dit advies best
vereenigen, mede met het oog op den finan-
cieelen toestand der gemeente.
Met algemeene stemmen wordt het verzoek
afgewezen.
5. Van het Bestuur der Middelbare Han-
delsdagschool te Hulst een verzoek voor 1929
en verdere jaren een subsidie te willen verlee
nen van f 150 per jaar en per leerling.
De Voorzitter verklaart, dat dit advies is in
gekomen na de laatste vergadering van Burg,
en Weth. en er dus van dit college geen voor
stel is. Thans wordt er een subsidie verleend
van f 10, doch aangezien het een nuttige in
stelling is, wenscht spreker voor te stellen
het subsidie tot 50 te verhoogen; f 150 gaat
onze draagkracht te boven.
De heer v. d. Wielen stelt voor 10 te ver
leenen als blijk van, waardeering, doch wil men
iets hooger bedrag toekennen, dan neemt spre
ker daar ook genoegen mee.
Op de vraag van den heer Stallaert of be-
doeld wordt 50 per jaar en per leerling, ant-
woordt de Voorzitter ontkennend.
Het voorstel van den Voorzitter (f 50)
wordt verworpen, dat van den heer v. d. Wie
len 10) wordt aangenomen.
De heer Stallaert wenschte meer te geven.
6. Een met redenen omkleed verzoek van
het bestuur der R.K. Landibouwwinterschool te
Hulst om eene subsidie van /50 voor 1929. In
het schrijven wordt opgemerkt, dat enkel
Boschkapelle hieraan nog geen subsidie ver
leend.
De Voorzitter deelt mede, dat het college
van Burg, en Weth. ook hierin geen voorstel
heeft, omreden als voren.
Aangezien het een nuttige instelling is, zou
spreker willen adviseeren f 50 toe te staan.
De heer v. d. Wielen: Ik vind het eigenaar-
dig, d'at U als Voorzitter dier school dat voor
stel doet.
De Voorzitter: Ik laat het aan de heeren
over.
De heer v. d. Wielen: Ik erken gaarne het
nut dier school, maar het is moeilijk met het
oog op onzen finantieelen toestand.
De heer de RooijIk stel voor het adres aan
te houden tot na afhan,deling der begrooting
schiet er dan iets over wel ja
De heer v. d. Wielen informeert naar het
aantal leerlingen uit deze gemeente. De Voor
zitter antwoordt, dat er van Boschkapelle geen
leerlingen zijn. De heer v. d. Wielen meent,
dat er alsdan ook geen subsidie behoeft ver
leend te worden.
De heer Mangnus acht het toestaan van sub
sidie verkeerd omdat bet geld der mindere
menschen wordt weggegeven tot steun van
meergegoeden. De boeren en boerenzoons zou
den dit zelf moeten betalen, als ze dat niet
kunnen, dan blijven ze maar thuis.
De Voorzitter antwoord hierop, dat de leer
lingen wel terdege schoolgeld betalen, hetwelk
door den Minister is vastgesteld; waarop de
heer Mangnus repliceert, dan men alsdan het
schoolgeld maar moet verhoogen.
De Voorzitter: U verwart de zaak; het gaat
n et over het schoolgeld, maar de instandhou
ding der school, hetgeen door de opbrengst van
net, schoolgeld niet kan. Spreker geeit u. over
weging dit verzoek te behandelen na afhan-
delmg der begrooting.
De he'er Stallaert vermoedt, dat dan wel
geen post vrij zal komen,.
De heer de RooijOnze finantieele toestand
laat niet toe te zeggen: het komt op f 100
meer of minder niet aan; indien die toestand
beter was, was ik sterk voor 't verleenen van
subsidie.
De heer Stallaert vermoedt, dat, als men
onze schuld van f 20.000 opvoerde tot 200.000
er eerder uitkomst zou te verwachten zijn.
Het verzoek wordt alsnu aangehouden tot
na afhandeling der begrooting.
II. Vaststelling drie-jaarlijksche rekening
van het R.K. Schoolbestuur.
Deze is onderzocht door een Commissie. De
rapporteur de heer v. d. Wielen, adviseert tot
goedkeuring.
De beer Stallaert informeert naar inkom-
sten en uitgaven.
De inkomsten bedragen f 8660,31 en de uit
gaven f 4559,97, zoodat het schoolbestuur aan
de gemeente ruim f 4000 moet terugbetalen.
De heer Stallaert: Hot is treurig, dat die
4000 ongebruikt en renteloos ten nadeele
onzer arme gemeente blijven liggen.
De Voorzitter antwoordt hierop, dat die gel-
den niet kunnen worden teruggegeven dan na
vaststelling der rekening.
De heer Stallaert: Maar waaiom moeten wij
d'an elk jaar zooveel geven
De Voorzitter: Daar is niets aan te doen.
De heer Stallaert: Dan minder uitkeeren
per leerling.
De Voorzitter: Dat zal in het vervolg ook
gebeuren, bij volgende afrekening zullen we
zooveel niet te vorderen hebben.
De heer v. d. Wielen: De fout drukt op den
vorigen raad, die de vergoeding per leerling
heeft vastgesteld.
De heer Stallaert: Wat de meerderheid van
den Raad beslist kan ik niet helpen.
De heer Mangnus merkt op, dat men in de
meening verkeerde, dat de uitkeering werd
vastgesteld uit het gemiddelde der uitkeering
van drie omliggende gemeenten.
De heer Stallaert: Als iets mis loopt, wordt
de oude Raad er gewoonlijk bijgehaald en zoo
iets wordt dan door den nieuwen raad goed
gekeurd.
Op d'e vraag van den heer Mangnus hoe
hoog het gemiddelde was, antwoordt de Se-
cretaris dat dit 17,04 bedroeg.
De Voorzitter geeft alsdan uitvoerig uitleg
hoe men aan dat gemiddelde gekomen is.
Men verkeerde in de meening, dat dit moest
vastgesteld worden naar het gemiddelde der
drie omliggende gemeenten, hetgeen door Ged.
Staten steeds werd goedgekeurd. In het voor-
jaar is evenwel een commissie uit Ged. Staten
hier geweest, door wie ons werd medegedeeld,
dat men drie willekeurige gemeenten in het
Rijk mocht nemen, waar een openbare school
bestaat en dat is thans geschied, waardoor het
gemiddelde op 9 is teruggebracht.
De heer De Rooij: Dan moeten we het
schoolbestuur dankbaar zijn, jdat het die gel-
den niet heeft opgebruikt, het had daartoe
toch het recht.
De heer Stallaert: Wij behoeven het school
bestuur niet dankbaar te zijn; het was hun
plicht het niet te gebruiken.
De heer de Rooij vindt het in alle geval een
mooie geste van het schoolbestuur.
Het verwondert den heer Stalllaert, dat Ged.
Staten indertijd geen betere voorlichting heb
ben gegeven. Het laagste bedrag is thans ook
niet vastgesteld, want we konden volstaan met
een uitkeering van 5 per leerling.
De Voorzitter betoogt, dat het schoolbestuur
er toch moet kunnen komen, want komt het
niet, dan moet het leenen en daarvan is de
gemeente verplicht den interest te betalen.
De heer Stallaert: In aile geval is er een
mooi potje gevonden om subsidie te verleenen
aan de Landbouwwinterschool.
De rekening wordt alsdan met algemeene
stemmen goedgekeurd.
III. Vaststelling gemeentebegrooting, dienst
1929.
Door eene commissie was deze onderzocht,
welke bij monde van den rapporteur, de heer
Koster, adviseert tot goedkeuring, daar ze
geen aanleiding gaf tot op- of aanmerkingen.
Alle posten werden in orde bevonden.
Wel vestigt spreker de aandacht op den post
van 100 subsidie aan de tram, die thans ver-
valt, omdat de tijd (15 jaar), waarover zij
liep, verstreken is.
De Voorzitter zegt, dat nog geen nieuwe
aanvraag is ingekomen; de Raad kan nu daar-
over beslissen.
Op verzoek van den heer Mangnus wordt de
begrooting post voor post behandeld.
Deze stelt alsdan voor den post bind- en
drukwerk (/240) te verlagen.
De heer v. d. Wielen acht het noodig, om
een juist oordeel te vellen, de kosten van bind-
en drukwerk te specificeeren. Op zijn verzoek
wordt alsdan het bindwerk vertoond en de
kosten ervan opgegeven.
De heer Stallaert informeert bij wie prijs
opgaaf is gevraagd. De Secretaris noemt eeni-
ge drukkers en uitgevers. De Voorzitter wil
opmerken, dat indertijd een schrijven van den
Minister is ontvangen, waarin deze aandringt
op het bezigen van degelijk materiaal met het
oog op de archieven.
De heer v. d. Wielen richt de vraag tot den
heer Schuurs, die aanwezig is, of deze ook
bindwerk maakt. Deze antwoordt bevestigend,
doch moet eerst een berekening maken.
De heer v. d. Wielen vraagt naar hetgeen
gedrukt wordt. Spreker zou een lijstje willen
doen opmaken van de vaste drukwerken en dan
bij inschrijving aanbesteden.
De Voorzitter zoowel als de Secretaris vin-
den het vaststellen van zoo'n lijstje nogal
moeilijk, doch er zal getracht worden hieraan
zooveel mogelijk te vold'oen.
De heer v. d. Wielen stelt alsdan voor dezen
post met 75 te verminderen en aan te beste-
den bij inschrijving.
De Voorzitter acht een vermindering van
f 75 te groot en raadt aan dezen post op f 240
te handhaven, want het is vooruit te zien, dat
bij verlaging, de post moet overschreden wor
den.
De heer de RooijHet is mij te doen om de
begrooting omlaag te krijgen, wij gaan steeds
dieper den put in.
Het voorstel van den heer v. d'. Wielen in
stemming gebracht, wordt aangenomen. De
heer Koster was voor behoud ervan.
Bij den post Onderhoud en schoonmaken van
het gemeentehuis stelt den heer v. d. Wielen
voor dezen met f 50 te verlagen en te bren
gen op 150.
De heeren Mangnus en de Rooij stemmen
'daarmee in, aangezien het onderhoud van het
nieuwe gebouw niet zoo hoog kan 'oopen. Het
voorstel wordt aangenomen.
De heer de Rooij meent, dat men de telefoon
op het gemeentehuis kan missen, aangezien
men op het poststation den heelen dag terecht
kan.
De Voorzitter voert hiertegen aan, dat mer.
soms twee, drie keer wordt opgeroepen en dan
is heen en weerloopen zeer bezwaarlijk.
De heer v. d. Wielen merkt op, dat de tele
foon niet noodzakelijk is, maar wel gemakke-
lijk.
De hear de RooijBezuinigen is de bood-
schap
De heer Stallaert: De heer v. d. Wielen
merkt op, dat de telefoon niet noodzakelijk is,
maar wel gemakkelijk; dan maar afschaffen!
De Voorzitter bepleit het behoud ervan, het
geen na stemming ook gebeurt. De heer Stal
laert stemt tegen.
De heer de Rooij vecht nog aan den post
f 225 voor straatverlichting en wenscht dezen
met f 100 te verminderen; spreker wenschte
lampen van minder kaarssterkte.
De Voorzitter verdedigt uitvoerig het be
houd dezer uitgaaf. Ook de heer Koster wijst
op de grootere veiligheid. Dit laatste betwist
de heer Mangnus, hij acht de lampen in de
buiten wij ken onnoodig, bovendien een lamp
van 10 kaarsen is op straat net zoo goed als
een van 75, en wat de veiligheid betreft, meent
spreker, dat de lampen in de buitenwijken wel
eenige gerustheid geven als men er zich van
verwijdert, doch gemakkelijk iemand op den
dwaalweg helpen, als men ze nadert.
Na nog eenige d'iscussie blijft de post be-
houden.
De heer de Rooij vond den post van f 100
(verkiezimgsverrichtingen) te hoog; de kosten
van verteer (f 20) kon zijn goedkeuring niet
hebben.
Nadat de heer de Rooij was ingelicht, dat
iiet verteer hierin niet begrepen is, werd de
post gehandhaafd. De post kosten van stem-
opneming werd daarop op voorstel van den
heer de Rooij geschrapt.
In de vorige vergadering kwam er eene sub
sidie-aanvraag van f 150 van het Wil-Gele
Kruis aan de orde. De behandeling hiervan
werd toen uitgesteld, omdat de heer Stallaert
het wenschelijk achtte, dat eerst de rekening
werd ingeleverd.
De Voorzitter brengt den heer Koster op
de hoogte van de werking dezer instelling en
verstrekt hierover volledige inlichting, welke
door den heer Koster dankbaar wordt aan-
vaard.
De Voorzitter zegt verder, dat de andere
heeren de uiteenzetting vanaf den preeksoel
hebben gehoord. De beer Stallaert verklaart
daarmede genoegen te nemen.
De heer v. d. Wielen vraagt of het bestuur
bezwaar had tegen opgave van inkomsten en
uitgaven aan den Raad.
De Voorzitter antwoordt, dat er bij den
voorzitter niet naar gevraagd is.
De heer de Rooij: Ik ben niet wantrouwend,
maar tegen overlegging der rekening kon toch
geen bezwaar wezen.
Met algemeene stemmen wordt het subsi
die toegekend.
Nog komt aan de orde de post f 100 sub
sidie aan de tram.
De heer Mpngnus denkt, dat ze het niet noo
dig hebben, omdat ze het niet vragen.
De Voorzitter wijst op de tegemoetkoming
aan de wijkverpleegster verleend, door haar
een gratis abonnement toe te staan van Groe-
nendijk tot Stoppeldijkveer; het geven der sub
sidie ware een blijk van erkentelijkheid.
De heer de Rooij merkt op, dat de Maat-
schappij 4 pet. dividend uitkeert een be-
wijs, dat ze onze subsidie niet noodig heeft.
De heer v. d. Wielen wil als blijk van waar
deering 50 toestaan.
De heer Stallaert: Als er af gaat dan
liefst heelemaal.
Het subsidie wordt ingetrokken.
Het verzoek van het bestuur der Land
bouwwinterschool om een subsidie van f 50
(zie onder 6) werd eveneens afgewezen. De
heer Stallaert stemde voor.
Hiermede is de agenda afgehandeld.
Bij de rondvraag komt tusschen de heeren
Stallaert en v. d. Wielen het G. E. B. ter
sprake. Eerstgenoemde herinnert den, heer v.
d. Wielen aan diens belofte in een vorige ver
gadering gedaan, om eene berekening te ma
ken van het verlies in het bedrijf in verband
met de maximale belasting en over de afname
van stroom door den molenaar Jansen.
De heer v. d. Wielen: Waar staat dat in de
notulen In de vorige vergadering heb ik daar-
over uitvoerig mijn meening gezegd, doch van
het maken eener berekening is niet gesproken.
De heer Stallaert vraagt of het contract met
den heer Jansen eindeloos is. De gemeente
draagt hieraan belangrijk toe; het is in onze
macht dit te veranderen.
De Voorzitter belooft in de volgende verga
dering het contract met den heer Jansen on
der de oogen te zien.
De heer Stallaert: Drie a vier maanden ge-
leden heb ik gewezen op den onhoudbaren toe
stand van de waterplaats op het gemeentehuis.
Thans is die toestand ellendig treurig; het is
een vuile zooi; in een beestenstal is het zoo
niet; in het armste huis treft men zoo'n toe
stand niet aan.
De heer Mangnus: Is er wel een armer huis
dan waar we hier zijn? (Groote vroolijkheid
De Voorzitter zegt spoedige verbetering toe.
Daar niemand meer het woord vraagt, sluit
de Voorzitter de vergadering.
EEN GRUWELIJKE MISDAAD.
In het Oostelijk deel van Boelgarije over-
viel een uit acht man bestaande rooversbende
het huis van een rijken boer. De aanvallers
begoten het huis met petroleum en staken
het toen in brand, zoodat de boer levend ver-
brandde.
De overige leden van het gezin werden
vreeselijk mishandeld.
De politie en gendarmerie wisten de roo-
vers in te halen en namen na 'n urenlang
gevecht vier hunner gevangen. De overigen
vluchtten en worden achtervolgd.
DRIE SOLDATEN DOOR DEN BLIKSEM
GEDOOD.
Vrijdag zijn op het schietterrein te Diyata-
lawa (Colombo) drie Britsche artilleristen
door den bliksem getroffen. Zij waren onmid-
dellijk dood. Negen anderen kregen eveneens
een schok, doch herstelden spoedig.
VIER KINDEIIEN VERMOORD.
In het dorpje Daryse bij Dombrowa heb
ben twee boeren de 4 kinderen van hun
schoonzuster, een weduwe, gedurende haar
afwezigheid op den zolder van haar woning
opgehangen. De politie heeft de mannen ge-
arresteerd, waarbij ze groote moeite had de
onverlaten uit handen der saamgestroomde
bevolking te houden.
GRAN A AT IN EEN WEILAND ONTPLOFT.
Bij Wilna is in een weiland te midden van
een troep koeien een granaat ontploft, die
onder een dun laagje aarde bedolven had ge-
legen. Twee koeienjongens hadden op die
plek een vuurtje aangestoken, met het ge
volg, dat de granaat tot explosie kwam en
beiden door de in het rond vliegende scherven
zwaar gewond werden. Eenige andere perso-
nen bekwamen lichtere kwetsuren. Enkele
koeien werden gedood.
DOLLE HOND BIJT ZESTIG PERSONEN.
In de strook van Coserza (Italie), werden
ongeveer zestig personen door een dollen
hond gebeten, die verscheidene dorpen door-
raasde en ieder aanviel, die hem in den weg
kwam. De jacht op den hond was vruchte-
loos. Hij ontkwam in de velden. Een deel der
slachtoffers is naar het ziekenhuis te Co
serza gebracht, de overigen worden door
plaatselijke doktoren behandeld.
Vragen, deze rubriek be tref fends
kunnen door de abonrrt's worden ge-
zonden aan Dr. Te Hennepe, Diergaar-
desingel 96c te Rotterdam. Postzegel
van 7V2 cent voor antwoord insluiten en
uitdrukkelrjk blad vermelden.
PIuimvee-Tubereulose in het bijzonder.
Van de bacillen in eieren, komen we nu
tenslotte op de tuberculose. Schijnbaar spring
ik maar zoo'n beetje van den hak op den tak,
doch wie een beetje op den draad gelet heeft,
ziet dat deze precies loopt waar ik hem heb
ben wil en wel vanaf mijn begin vraag
over het gevaar van tuberculeuize kippen en
eieren naar de kippen-tuberculose toe. Om
daar te komen liet ik dus eerst zien wat er
zooal voor buitennissigheden in eieren kun
nen zitten, die meer onsmakelijk dan schade-
lijk zijn. Daarna liet ik zien hoe in eieren
bepaalde bacterien terecht kunnen komen,
o.a. para-typhusbacillen en nu zullen we eens
zien hoe het met de tuberculose staat.
Het is nu eigenlijk de tijd van de kippen-
tuberculose, een zeer emstige ziek-te, die ik
wil gaan behandelen en aangeven, hoe wij
haar uit kunnen roeien. Tevens wil ik daar-
bij de runder- en varkenstuberculose bespre-
ken, omdat die er gedeeltelijk mee samen
hangen. De algemeene vraag wordt dus
eerst: Kunnen tuberculeuze runderen, var-
kens en kippen menschen besmetten?
Over deze vraag is ontzettend veel gestre-
den sinds 1881 de beroemde Robert Koch de
menschen tuberkel bacil ontdekte. Reeds
vanaf de oudste trjden komt de tuberculose
voor doch pas omstreeks het midden der vo
rige eeuw bewees Villemin, dat deze ziekte
besmettelijk was.
Toen eenmaal de tuberkelbacil ontdekt was
ontbrandde een geweldige strijd of de bacillen
van runderen en menschen dezelfde waren.
Eerst overdreef men in de eene richting,
later weer in de andere, eerst zeide men, dat
nu het geheim der tuberculose van den
mensch ontdekt was en deze van de koeien
kwam (met de melk enz.), later in 1889 be-
weerde Dr. Smith, dat beide soorten van ba
cillen zeer sterk verschilden. In 1901 ver-
klaarde Koch op het Tuberculose-congres te
Londen, dat de bacillen niet dezefde waren
en er geen gevaar was voor menschen door
rundertuberculose, zoodat men uit een oog-
punt van volksgezondheid de rundertubercu
lose niet behoefde te bestrijden. De Engel-
sche en Amerikaansche regeeringen benoem-
den groote wetenschappelijke commissies om
dit te onderzoeken en deze kwamen tot een
ander resultaat dan Koch. Op het congres
van 1908 te Washington gaf Koch toe, dat
besmetting van den mensch met rundertuber
culose mogelijk was, doch zeer zelden voor-
kwam. De Britsche regeeringscommissie had
echter aangetoond, dat vele gevallen van be
smetting van menschen voorkwamen en zeer
ernstig ook, vooral bij kinderen. Bij kinderen
stervende aan buiktuberculose werd deze
zelfs in 50 der gevallen door rundertuber-
kelbacillen veroorzaakt evenals in vele ge
vallen van lupus bij volwassenen en kinderen.
In 1912 op het wereld-tuberculose-congres
in Rome kwam men tot de volgende conclu-
sies:
Besmetting van den mensch met runder-
tuberkelbacillen komt minder voor dan van
mensch op mensch, doch niettemin is het
noodzakelijk alle mogelijke maatregelen te
nemen tegen besmetting door rundertubercu
lose van menschen."
In 1913 deelde Dr. Stiles uit Edenburgh
op een intemationaal congres te Londen
mede, dat van 72 gevallen van tuberculose
kinderen er 36 voorkwamen bij kinderen be-
neden 5 jaar en dat al deze gevallen met uit-
zondering van 3 berusten op besmetting met
runderbacillen. 84 dezer kinderen was
vanaf de geboorte gevoed met rauwe koeien-
melk.
Door den wereldoorlog werd het onderzoek
in deze richting vertraagd. Een der nieu-
were opgaven is van 1922 door Dr. Griffith
op een congres te Londen gegeven. Van 1215
gevallen in Engeland waren er 23 veroor
zaakt door rundertuberkelbacillen, zoodat Dr.
Griffith concludeerde, dat rundertuberculose
een belangrijke oorzaak was van menschen-
tuberculose en Groot-Brittannie, vooral bij
kinderen beneden vijf jaar. Uit berekeningen
volgt, dat per jaar in Engeland ongeveer
3000 menschen sterven aan rundertuberkel
bacillen en het aantal menschen die niet ster
ven doch jaren lang lijden als een gevolg van
het drinken van besmette melk is veel en veel
hooger.
In 1927 deelde Dr. Griffith mede, dat van
541 gevallen van been- en gewrichts-tubercu-
lose in Engeland bij personen van elken leef-
tijd 18.7 berustte op rundertuberculose.
Er zijn natuurlijk veel meer gevallen aan te
halen, maar uit wat ik tot nu toe gegeven
heb blijkt al voldoende van hoe groot belang
voor de volksgezondheid het is de runder
tuberculose met alle kracht te hestrijden. af-
gezien natuurlijk van het felt, dat de runder
tuberculose voor den veehouder enorme scha-
de oplevert.
Besmetting van den mensch met vogel-
tuberkelbacillen komt lang niet zoo vaak
voor doch is ook aangetoond, Loewenstein
geeft haar bij pluimveehouders gevonden en
deelde in 1913 als zijn meening mede, dat
vogeltuberculose meer bij den mensch voor-
komt dan men denkt. Later hebben verschei
dene onderzoekers zulke gevallen gevonden
en hieruit volgt dus ook al weer dat uitroeiing
der pluimveetuberculose een gebiedende eisch
is met het oog op de volksgezondheid. Vogel
tuberculose blijkt het gemakkelijkst over te
gaan op varkens, waaruit weer volgt, dat men
in geen geval zooals thans nog wel op boer-
derijen gebeurt varkens en kippen in <5en stal
moet houden. Voor de varkenshouderij is de
vogeltuberculose een hoogst schadeltjke
zi&kt6
Uit een en ander zien we dus, dat al deze
tuberculosegevallen bij verschiliende dier-
soorten verband met elkaar houden en dat de
pluimvee-tuberculose gevaar kan opleveren
voor den mensch.
Nu kunnen in de eieren van tuberculeuze
kippen, op dezelfde manier als pullorum-
bacillen bij pullorumkippen, tuberculose-
bacillen voorkomen en hierfnede zijn we dus
weer bij de eieren en de kippen terecht ge
komen. Een volgende keer dus over deze
hoogst schadelijke pluimvee-ziekte, die een
echte winterziekte is, meer in het bijzonder.
Dr. TE HENNEPE.