Hois enHof.
Pluimvee-rubriek.
WAAR WONEN DE OELUKKIGSTE
MENSOHEN.
Rubriek van den Arbeid.
VUURVAST PAPIER.
Het allernieuwste voor brandweerkleeding
wordt papier. Een Berlijnsch geleerde maakt
uit houtpap, waaruit het gewone couranten-
papier wordt vervaardigd, met toevoeging
van bepaalde chemiealien een volstrekt on-
Ijrandbaar soort van papier. Ten bewijze
wikkelde hij een courant, tot een prop ge-
maakt, in zijn papier en hield dat in de vlaih
van een bunsensche brander in zijn labora-
torium, die warm genoeg bleek om in den-
zelfden tijd glas te doen smelten en de prop
-courantenpapier kwam er ongedeerd uit.
De gelukkigste menschen, zegt men, zijn
degenen, die de minste wenschen hebben.
Volgens den Engelschen wereldreiziger Seton
Karr vindt men hen in de afgelegenste stre-
ken, o.a. onder de wilde stammen in Midden-
Afrika, welke nog niet onder den invloed
der ,,beschaving" zijn gekomen. Zij bestaan
uit de schoonste en krachtigste menschen,
de zwakken zijn ten onder gegaan, de ster-
ken hebben zich voortgeplant. Tegenover dit
forsche geslacht maakt de gemiddelde stads-
bewoner een poovere figuur, en Karr is dan
ook tot de overtuiging gekomen, dat de voor-
waarden om gelukkig te zijn onder hen on-
vergelijkelijk veel beter zijn dan bij ons.
Neemt men de mate van geluk als maatstaf,
dan zouden zij dus op een hoogere trap staan
dan wij, die dagelijks door honderden zorgen
en zorgjes worden gekweld.
SCHEREN MET ERNSTIGE GEVOLGEN.
Een arbeider te Gorlitz (Silezie) had zich op
een Zondag laten scheren, hoewel op Zondag
de winkels gesloten moeten zijn. Een ver-
klikker gaf het geval aan en daar de arbeider
voor de rechtbank had verklaard uit vriend-
schap te zijn geschoren, terwijl later bleek, dat
hij 15 penningen had betaald voor het schrap-
pen van zijn baard, werd hij wegens meineed
tot 1 jaar tuchthuisstraf veroordeeld.
EEN ONTVLUCHTE AAP.
In den Tiergarten te Berlijn houdt zich een
aap in het geboomte op, onvlucht uit den
Zoologische Garten. Het dier is heel vriende-
lijk tegen kinderen en neemt graag appelen en
andere lekker beetjes aan, zoodra het echter
een waker uit de Zoo ziet naderen, gaat het
er vandoor.
DE MISS COLUMBIA VERNIELD.
De Miss Columbia, waarmee Levine en
Chamberlin hun overtocht New-YorkKott-
buss gemaakt hebben, is opgestegen voor den
tocht naar Rome. Levine zelf was niet aan
boord. Het vliegtuig keerde echter binnen 2
uur terug en maakte zulk een ongelukkige
landing, dat de vleugels het landingstoestel
en de schroef nagenoeg vemield werden. Het
zal geheel opnieuw opgebouwd moeten worden,
voor er opnieuw mee gevlogen kan worden.
OUDHEIDKUNDIGE VONDSTEN.
In Candes (bij Tours) heeft een particulier
in zijn tuin verscheidene sarcophagen opge-
graven. De overblijfselen verkeeren nog in
een uitstekenden staat. Men vermoedt, dat
deze sarcophagen dateeren uit den tijd van
den Heiligen Martyn, die het fameuze kloos-
ter stichtte, ongeveer op deze plaats, waar
hij in 397 n. C. overleed. Verscheidene archeo-
logen zijn naar Candes vertrokken.
Niet ver van Candes, in Saint Cyr-sur-Loire
heeft men twee mooie, geheel gave borstbeel-
den opgegraven van een man en een vrouw,
beeldhouwwerken uit den tijd van Lodewijk
XII. Een verzamelaar heeft ze opgekocht
voor het bedragje van twee millioen!
ROTSMASSA'S IN ZEE GESTORT.
Aan de kust bij Crower in Norfolkshire is
een rotsmassa, die naar ruwe schatting 80 tot
90 duizend ton heeft gewogen, in beweging
gekomen en in zee gestort. Persoonlijke on-
gelukken hadden niet plaats.
VLIEGTUIGONGELUK.
Bij een groote demonstratie van militaire
vliegtuigen te Hendon ter eere van den sultan
van Muscat, is een militair vliegtuig, dat met
groote snelheid langs de tribune vloog, van
een hoogte van 800 voet neergestort, vlak bij
de koninklijke tribune. Een stuk van de
srtaart brak af, en viel op den grond. Een van
de inzittenden sprong uit het toestel, maar
beide bestuurders werden dood opgenomen.
Dit is het 64e ongeluk met een militair vlieg
tuig. Verleden jaar alleen zijn er 55 onge-
lukken gebeurd.
EINDE VAN EEN CARNAVALSFLIRT.
Op 15 Februari van dit jaar had in het wijn-
restaurant Hanselmann te Miinchen een op-
zienbarende moord plaats. De 20jarige zoon
van den directeur van bouw- en woningtoe-
zicht te Liibeck Werner Hinz, schoot daar ge
heel onverwachts de 38jarige echtgenoote van
den te Miinchen zeer bekenden advocaat Sey-
fried dood.
Thans is deze zaak voor de rechtbank te
Miinchen behandeld. De jonge Hinz, een artis-
tiek aangelegd jongmensch zonder vaste bezig-
heden, had, naar nu bleek mevr. Seyfried op
een camavalsbal leeren kennen. Zij had met
den jongeling geflirt en hem daarmee de idee
bijgebracht, dat hij belangrijke avances zou
maken. Toen kort daama Hinz, die op deze
Zuid-Duitsche fljrtation Noord-Duitsch-ernstig
had vlamgevat, de vrouw, ,,die zijn moeder
kon zijn", voorstelde samen het leven te ver-
laten, lachte zij hem hartelijk uit, hetgeen hij
zich zoo aantrok, dat hij haar in heur avond-
restaurant opzocht en haar met twee revolver-
schoten doodde.
Het O. M. eischte zeven jaar tuchthuis
tegen Hinz, die ten slotte tot vier jaar gevan-
genisstraf werd veroordeeld.
EEN SCHIETENDEN DOMINEE.
Eenigen tijd geleden heeft, de Amerikaan-
sche Ds. F. Norris tijdens de godsdienstoefe-
ning den koopman Ripp neergeschoten. De
rechtbank heeft dominee nu vrijgesproken,
omdat hij uit noodweer heeft gehandeld. Ds.
Norris geeselde in zijn preek de ongerechte
rijken, die een onwaardig leven lijden en zin-
speelde daarbij op den koopman Ripp, van
wien hij zei, dat hij door zijn aanwezigheid de
kerk schond. Op dat oogenblik stond de aldus
gequalificeerde op, een revolver in de hand.
Bliksemsnel trok ook dominee uit zijn achter-
zak zijn wapen en vuurde. Ripp stond bekend
als iemand, die door louche speculaties rijk
was geworden, maar nog nooit e6n cent Voor
een weldadig doel had gegeven. Eerst enkele
dagen tevoren nog had hij een arbeider op de
gemeenste wijze mishandeld en was gedag-
vaard voor de rechtbank.
Toch niet alledaagsch, een dominee die in de
kerk een lid van zijn gemeente neerschiet.
SCHELMENSTREEK TE MILAAN.
Een waarlijk niet alledaagsche oplichters-
truc is door een goedgekleeden jongen man te
Milaan toegepast.
Deze jongeman, een zeer vertrouwen wek-
kend iemand, kwam bij een juwelier, liet zich
geslepen briljanten voorleggen, kocht er een
voor 50.000 lire, betaalde prompt in bank-
papier en stak het juweel in zijn zak. Reeds
stond hij op het punt, den winkel te verlaten
toen hij plotseling 'n inval scheen te krijgen.
Hebt u nog een precies gelijken steen?
vroeg hij.
De juwelier moest tot zijn spijt ontkennen.
-Ziet u dan nog een voor mij te krijgen,
sprak de klant. En hij stond erop, den juwe
lier een voorschot van 5000 lire ter hand te
stellen.
Tevergeefs zocht de juwelier links en rechts
naar een zelfden steen. Tot op een dag een
dame in zijn winkel verscheen, die een bril-
jant te koop aanbood, die tot 's mans verras-
sing als twee druppelen water op den eersten
briljant geleek. De dame verlangde er 100.000
lire voor en weigerde pertinent te laten af-
dingen. Er werd haar te verstaan gegeven,
dat zij het dubbele van de waarde vroeg, maar
zij was onvermurwbaar.
De juwelier seinde nu naar het door zijn
klant opgegeven adres, een hotel op Lido, en
kreeg als antwoord de opdracht om den steen
toch te koopen. Kort daarop kwam een tweede
telegram, waarin de juwelier verzocht werd,
den steen nog een maand te bewaren, daar de
kooper niet eerder naar Milaan kon komen.
De maand verstreek, maar de jongeman ver
scheen toen niet noch later.
Hij bleek de deelgenoot van de „dame" te
zijn, die erin geslaagd was, den juwelier voor
100.000 lire den steen te laten terugkoopen,
dien hij zelf voor 50.000 lire (plus dan de 5000
lire voorschot) verkocht had.
Beide oplichters zijn nog op vrije voeten.
ZEVENTIG JAAR CORRESPONDENTIE.
Elke week, en dat zeventig jaar lang, staat
een familie te Sheerness in Engeland door de
post met een familie in Ierland in contact
en niet een lid der beide families heeft ooit
een lid der andere familie ontmoet!
Deze merkwaardige correspondentie begon
in 1855, toen een jong matroos, zekere Cona-
ghan verdween van een koopvaardijschip
waarop hij diende. Een adelborst uit Sheer
ness, Henry George, vriend van den verdwe-
nene, schreef naar diens familie in Donegal
(Ierland). En van dien tijd af tot den dood
van den ouden heer Conaghan bleef mr. George
in briefwisseling met hem. Van lieverlede
verdween het oorspronkelijke onderwerp uit
deze epistels, maar zij bleven mededeelingen
bevatten over wederzijdsche familie-weder-
waardigheden. Conaghan Sr. stierf, Henry
George overleed, deze laatste in 1887
en zijn zoon Walter George bleef schrijven
naar de familie Conaghan in Ierland. Walter
George is thans 63 jaar en niets vindthij
natuurlrjker dan deze wekelijksche, altijd even
graag volbrachte en vreugdevol ontvangen
correspondentie met die lieden van wie hij
nog nimmer iemand heeft gezien noch iemand
hem of een der zijnen kent!
HET „JONGETJE IN HET WIT"
OVERLEDEN.
Op 31jarigen leeftijd is op zijn landgoed
Wroblewo in de wojwodie Poznan (Posen)
graaf Josef Kwilecki aan een longziekte
overleden. Zeven-en-twintig jaar geleden
stond de toentertijd vierjarige Josef in het
middelpunt van een sensatie-affaire, een
proces, dat graaf Hector Kwilecki als eerst-
volgende rechthebbende van de familiegoe-
deren was begonnen wegens het onderschui-
ven van een kind tegen gravin Kwilecki op
Wroblewo. De vraag n.l., of Josef Kwilecki
een zoon was van de gravin of van de baan-
wachtersvrouw Cecilia Meyer, die het kind
aan de gravin zou hebben verkocht. De zaak
eindigde met een onschuldverklaring en vrij-
spraak der gravin en met de erkenning van
den kleinen Josef het ,,jongetje in het
wit", zooals men hem destijds noemde als
rechtmatig erfgenaam der Kwilecki's.
GRUWELIJKE REIZEN.
Tot de gruwelijkste herinneringen, die er
uit de historie zijn op te diepen, behooren
die, welke betrekking hebben op het trans
port van neger-slaven uit de Oude Wereld
naar de Nieuwe. Daarbij zijn diepten van
wreedheden en onmenschelijkheid bereikt, die
men ongelooflijk zou wanen, doch die maar
al te stellig gestaafd zijn. Het waren vree-
selijke reizen.
Onze eigen tijd heeft, zij het in geheel an-
deren vorm, ook zijn afschuwelijke zeereizen.
Het zijn die, waarin gewetenlooze zeelieden,
landverhuizers van een ander ras clandestien
aan boord laten en hun den overtocht naar
een land, waarvoor zij geen papieren van
toelating hebben, laten doen in verborgen
ruimten diep onder het dek. Want de
scheeps-officieren mogen daarvan natuurlijk
niets weten.
Wellicht herinnert men zich nog het geval
met de Aziatische landverhuizers, die uit
Japan waren meegenomen naar een haven
aan de westkust van de Ver. Staten, maar
daar niet van boord konden, omdat het toe-
zicht te streng was. De deur van hun ge-
vangenis ging dicht en werd de geheele
terugreis niet geopend. De arme clande-
stiene landverhuizers bleken, weer in de Ja-
pansche haven terug, alien verhongerd te
zijn. Een niet zoo erg, maar toch wel een
heel erg geval wordt thans gemeld uit Galve
ston, in den staat Texas. Een daar aange-
komen Engelsch stoomschip had Chineesche
landverhuizers zonder papieren aan boord.
Zij waren verstopt in een steenkoolruim. Bij
aankomst bleken twee van de stumperds
dood te zijn; de overigen waren reeds bewus-
teloos, maar zijn nog bijgebracht.
Men moet maar eens trachten, zich in te
denken, wat zich op zoo'n reis in zoo'n be-
nauwde gevangenisruimte afspeelt.
SPECTAKEL IN DE RECHTSZAAL.
Voor de Schepenrechtbank te Moabit (Ber
lijn) heeft zich Dinsdag een wilde scene af-
gespeeld.
Terecht stond wegens diefstal de redici-
viste Martha Grasznick.
Nauwelijks was de beklaagde in de rechts-
zaal verschenen, of zij begon heftig lawaai
te maken. Zij schreeuwde, sloeg woedend om
zich heen en begon zich plotseling de kleeren
van het lijf te scheuren. Inmiddels was een
getuige begonnen met zijn verklaring, het
geen een anderen vriend van Martha niet
beviel, zoodat hij over het hekje sprong en
den getuige te lijf ging. De aanwezige be-
ambten sprongen toe en sloegen met de
gummistokken op de vechtenden in. Martha
ging onder deze bedrijven voort haar kleeren
te verscheuren, tot zij vrijwel geheel naakt
was, waarop de kantonrechter beval het pu-
bliek te verwijderen, dat zich hiertegen ver-
zette.
Met de grootste moeitcwerd de rechtszaal
tensiotte ontruimd, waarna de zitting werd
verdaagd, nadat besloten was beklaagde een
onderzoek naar haar geestvermogens te doen
ondergaan.
DRUKINKT-ECZEEM.
Dr. Oliver uit Chicago heeft voor de jaar-
vergadering van de Amerikaansche artsen-
vereeniging te Minneapolis een lezing gehou-
den over ,,Rotogravure-inktdermatitis", die
thans in de Journal of the American Medi
cal Association is gepubliceerd. Daaruit
blijkt, dat op verschillende plaatsen van
Amerika een niet onaanzienlijk aantal geval-
len van eczeem (huidontsteking) voor komt
als gevolg van overgevoeligheid der betrok-
ken personen voor bepaalde vergiftige be-
standdeelen in dit geval speciaal para-
rood (paranitranilinerood), een aan paraphe-
nyleendiamine verwante kleurstof in de
voor vervaardiging van rotogravures ge-
bruikte inktsoort van de photopagina van
verschillende Zondagsbladen. Dienovereen-
komstig kwamen de meeste klachten in het
begin der week voor. De meeste patienten
hadden alleen ontstekingsverschijnselen aan
aangezicht en hals, zelden op de behaarde
hoofdhuid.
EEN ONGELUKSVOGEL.
Een Hollandsche weduwe, gewoond heb-
bende te Deurae, was door de rechtbank van
Antwerpen veroordeeld tot 6 maanden ge-
vangenisstraf, wegens mishandeling, over-
treding van de wapenwet, enz. Tengevolge
v".n die veroordeeling werd de vrouw onmid-
dellrjk uit het land gebannen en over de Ne-
derlandsche grens gezet.
In Nederland gekomen, wou zij een her-
berg overnemen, doch op het oogenblik, dat
de akte zou geteekend worden, kwam de
Nederlandsche fiskus wij zijn niet alleen
met zooiets geschoren, doet het ,,Hbld. van
Antwerpen", waaraan dit bericht is ont-
leend, hierbij opmerken - er tusschen en
zeide: ,,Gij moogt geen zaak hier overnemen,
zoolang ge hier niet regelmatig ingeschreven
staat". De vrouw begaf zich naar het stad-
huis om zich te laten inschrijven, maar daar
werd haar toegevoegd: „Madame, gij be-
staat niet voor onsGij kunt geen in-
schrijving bekomen, zoolang gij niet afge-
schreven zijt daar waar ge vandaan komt."
De weduwe schreef aanstonds naar het ge-
meentebestuur van Deurne, om die afschrij-
ving te bekomen, doch zoo gaat dat maar
niet. Men antwoordde haar: ,,Mevrouw de
wet verbiedt ons u af te schrijven, alvorens
ge uw achterstallige belastingen voldaan
hebt!"
Dit was te sterk voor de rampzalige we
duwe. Zij kwam zelf naar Deurne, om haar
belastingbiljetten af te halen en te betalen,
maar toen kwam de politie en zeide tot haar:
Madame, gij zijt uit het land verbannen en
ge moogt hier dus niet terugkomen. Wij slui-
ten u op voor banbreuk. En aangezien ge
nu toch hier zijt, kunt ge meteen even de 6
maanden gevangenisstraf uitzitten, die ge
hier voor uw uitzetting opgeloopen hebt."
De rechtbank veroordeelde haar tot 14
dagen gevangenis.
BRAND IN DE STALLEN VAN LORD
LASCELLES.
Portumna Castle in het graafschap Gal-
way, de woonplaats van lord Lascelles in
Ierland, waar deze en prinses Mary deze
week worden verwacht, was het tooneel van
een vrij ernstigen brand, waarbij de stallen
en de garage gedeeltelijk verwoest zijn.
Dit is de tweede brand op de bezittingen
van burggraaf Lascelles binnen den tijd van
een maand. Op 6 September werden de stal
len van Goldsborough Hall, zijn huis in York
shire, door brand vernield, waarbij 6 kost-
bare renpaarden omkwamen.
Portumna Castle is aan burggraaf Lascel
les vermaakt door zijn oom, wijlen den burg
graaf van Clanricarde, den millionnair, die
in 1916 overleed
DE VERWOESTING TE MELILLA.
Omtrent de ontploffing in het fort van Me-
lilla (in Spaansch Marokko) wordt nog ge
meld:
De ontploffing had 's avonds laat plaats,
toen er veel menschen op straat waren, die
van plaatsen van vermaak terugkeerden. Op
een fel lichtschijnsel tegen den avondhemel
volgde een geweldige slag, waarna er een
regen van steenen, glasscherven, omvallende
schoorsteenen en zand op de doodelijk ver-
schrikte menschen neerkwam, die dachten,
dat er een aardbeving was.
Weldra bleek echter, dat er in het Cabreri-
zasfort een kruit-ontploffing had plaats ge-
had.
Uit de ingestorte en onder het puin van het
fort half bedolven barakken klonk hulpgeroep.
Van het fort was niets over dan een reus-
achtige trechter, waarvan de bovenste met
rotsblokken en puin bedekte randen de plaats
van wat te voren een fort was, aanwezen.
Rond het fort was het pikdonker, zoodat
het reddingswerk bij fakkel- en lantarenlicht
moest geschieden.
Er werden twee-en-dertig lijken en meer
dan tweehonderd gekwetsten uit de puinhoo-
pen te voorschijn gebracht. Later steeg het
aantal dooden tot 57. Er zijn geheele gezin-
nen om het leven gekomen, van sommige an
dere is slechts een enkel lid overgebleven.
Niet ver van den ontploffingstrechter werd
het lijk van een vrouw met haar twee kinde
ren gevonden.
De geheele stad deelt in de ramp en helpt
de gekwetsten verzorgen. Het stadsbestuur,
de militaire overheid en bekende personen uit
de stad hebben reeds een groot bedrag ter
beschikking van een comitc gesteld, dat zich
de leniging van den nood der sterkst getrof-
fenen ten doel stelt.
Naar uit Madrid wordt gemeld, was het ont-
plofte fort Cabrerizas een zeer sterk verdedi-
gingswerk, de muren ervan waren 12 meters
dik.
In het fort was niet alleen zwart kruit op-
geslagen, maar ook voorraden rookloos kruit
voor de vulling van granaten.
De hooge commissaris van Spaansch-Ma-
rokko generaal San Jurgo verklaarde, dat het
ongeluk stellig aan onvoorzichtigheid is te
wijten, want het kruit kan niet uit zich zelf
zijn ontploft. De ontploffing was daarom zoo
buitengewoon hevig, omdat het kruit zich in
een ruimte bevond, waarvan de tusschen-
muren zeer dik waren. Een groot aantal men
schen werd dan ook door reusachtige steen-
blokken gedood.
Naar het Journal" meldt, is het aantal
dooden tengevolge van de ontploffing, tot 71
gestegen. Van de gewonden bevinden zich
twaalf in hopeloozen toestand.
Onder groote belangstelling van de bevol-
king, had de begrafenis van het grootste deel
der slachtoffers plaats. De Spaansche hooge-
commissaris liep aan het hoofd van den rouw-
stoet.
De schade voor den staat door de ontplof
fing wordt geraamd op vier millioen peseta's.
De gemeente Melilla heeft besloten op de
plaats van de ramp, ter nagedachtenis aan de
slachtoffers, een mansoleum te doen oprich-
ten.
De ontploffing was zoo geweldig, dat zwa-
re stukken steen over een af stand van 700
meter werden weggeslingerd. Te Melilla zijn
864 huizen vernield of ernstig beschadigd.
Bijna alle ruiten in de stad zijn gesprongen.
De vreeselijk hitte in de brandende puin-
hoopen heeft het reddingswerk buitengewoon
bemoeilijkt.
Primo de Rivera heeft medegedeeld, dat de
regeering voor de slachtoffers der ontploffing
als eerste hulp 50.000 pesetas heeft beschik-
baar gesteld.
N A J A ARSZORGEN EN VROEGE
DOPERWTEN.
Tegen het einde van October zijn de mees
te tuinen en tuintjes zoo goed als kaal en
met uitzondering van spruitkool, boerenkool,
selderij en cardoen en nog eenige andere
soorten, die onder de rubriek vaste planten
behooren, wordt alles naar de winterkwar-
tieren overgebracht. Is het weer nog wat
gunstig, dan wordt dit binnenbrengen nog
vaak even uitgesteld, omdat het nog zoo lek
ker groeit. Een onverwachte en stevige
nachtvorst, waardoor niet zelden de toege-
brachte schade aanmerkelijk grooter is als de
winst van het zoogenaamde lekker groeien,
doet ons overhaast alles opruimen.
Het voornaamste werk in dezen tijd in den
moestuin is het opbergen van peen, koolra-
pen, kroten, etc. Dit opbergen als winter-
voorraad kan op verschillende manieren
plaats vinden en als men de beschikking
heeft over een goede vorstvrije kelder, dan
is het wel de gemakkelijkste oplossing. Meer-
dere tuinlui prefereeren evenwel het inkui-
leh, wat het meest raadzaam is, daar zijn de
deskundigen zooals altijd het ook nu niet
over eens, en dit inkuilen kan heel eenvoudig
als volgt geschieden.
Als naar gelang van de hoeveelheid wordt
een langwerpige kuil gegraven, dat aan de
binnenkant met een laagje stroo wordt be-
kleed. De diepte der te graven kuil varieert
van 10 tot 20 c.M. en hangt af van ter plaat-
se te beoordeelen omstandigheden (water-
stand o.a.). De knollen en wortelen worden
in de kuil gestort en bedekt met een laag
stroo, waarover een laag aarde wordt aan-
gebracht. Zoodra er gevaar bestaat, dat de
vorst streng kan invallen, dan wordt deze
aardlaag verzwaard, tot de winterlaag, zoo
als de boeren het uitdrukken. Het maken
van zoo'n winterbewaarplaats is dus al heel
eenvoudig en indien de kuil niet te vochtig
is en ook weer niet te warm, dan blijven de
hierin opgeslagen voorraden prachtig be-
waard. Is de kuil te vochtig dan treedt al
zeer spoedig rotting op en bij de groote
warmte gaan vooral knollen en wortelen heel
sterk uitloopen. Om een juist temperatuur
te krijgen plaatsen we eenige rechtopstaande
buisjes in de beschermende laag aarde. Deze
buisjes brengen de verbinding tot stand van-
af de stroolaag tot aan de buitenlucht. Het-
zelfde kan ook bereikt worden door eenige
holle pannen met de holle kant naar boven
aan de West- of Zuidzijde van de kuil aan te
brengen. Ook deze holle pannen brengen
dezelfde verbinding met de buitenlucht tot
stand als de buisjes.
Men ziet dit laatste zeer veel toegepast bij
het opslaan en bewaren van groote partijen
aardappelen, speciaal in de veenkolonien. De
verdere werkzaamheden in den tuin bestaan
uit het aanaarden der selderij en cardoen. Bij
selderij dient men er bij het aanaarden vooral
op te letten, dat de grond niet in het hart
der plant komt. Na het aanaarden steken
alleen de punten der bladeren boven de aarde
uit.
Bij het aanaarden van cardoen, binden we
eerst de bladeren samen, omwikkelen dezen
met papier en dan pas vangt het aanaarden
aan. In het laatst van November zijn ze dan
reeds goed voor gebruik.
Voor de liefhebbers van vroege, versche
doperwten, is het nu de tijd van zaaien. Dit
zaaien geschiedt in eenige bloempotten ter
wijdte van ongeveer 10 cM en in iedere pot
zaaien we vier a vijf erwten. Hebben ze ge-
kiemd, dan laten we ze den geheelen winter
koud, doch vorstvrij overstaan en tegen het
einde van Maart, begin April, planten we ze
op een beschut plaatsje uit. Op deze manier
hebben we reeds in het begin van Mei jonge
versche doperwten. De methode is heel ge-
makkelijk en vereischt weinig of geen zorg.
Tot besluit van dit artikel wijzen we er nog
even op, dat nu eveneens alle aardappelloof
en dergelijke ongerechtheden bijeengebracht
moeten worden en verbrand. Dit verbranden
is een zeer nuttig werk, waarbij meteen een
groote verscheidenheid van schadelijke insec-
ten naar andere gewesten worden verwezen.
Gereedschappen, welke niet meer gebruikt
worden, worden gereinigd, gedroogd en net-
jes opgeborgen. Goed onderhoud der gereed
schappen doet veel geld en narigheid bespa-
ren, doch dit laat 6n bij de kweekers Sn bij
de amateurs zeer veel te wenschen over.
Altijd en steeds weer vergeefs, is hiertegen
al gesputterd. Dat er ondanks dit alles geen
verbetering is te bespeuren, bewijst alleen,
dat de kwaal chronisch is en dus hebben we
ook voor de toekomst op dit punt geen over-
dreven verwachtingen.
Vragen, deze rubriek betreffende.
kunnen door de abonn6's worden ge-
zonden aan Dr. Te Hennepe, Diergaar-
desingel 96c te Rotterdam. Postzegel
van 7% cent voor antwoord insluiten eD
uitdrukkelijk blad vermelden.
WAT ER IN KAN ZITTEN.
Over eieren en bacterien.
Nu ik toch over eieren bezig ben wil ik eens
een korte beschouwing wijden aan een vraag-
stuk, dat al heel wat pennen in beweging
gebracht heeft en dat blijkens de vragen, die
mij herhaaldelijk op lezingen gesteld worden
heel wat menschen interesseert. Bovendien
is dit vraagstuk werkelijk van heel groot be-
lang uit een oogpunt van eierconsumptie,
volksgezondheid en economische pluimveehou-
derij. Om dat direct maar duidelijk te maken
formuleer ik de meest voorkomende vraag
even heel kort. Gebleken is, dat een aan tu-
berculose lijdende kip eieren kan leggen die
van binnen tuberbacillen bevatten. Zijn zulke
eieren gevaarlijk om op te eten? (eiercon
sumptie, volksgezondheid). Pluimveetubercu-
lose komt nog al vrij veel voor, is dit een scha
delijke ziekte van den pluimveestapel (econo
mische pluimveehouderij
Nu zie ik meer kans om over een dergelijk
probleem twintig artikelen te schrijven dan
een paar, doch onze lezers, die zoo eens in de
week wel eens wat over kippetjes willen lezen
in een gemakkelijk opneembaren vorm, zouden
er toch smakelijk voor bedanken, week in,
week uit over eieren en bacterien doorgezaagd
te worden. Dus moet ik mij beperken tot
slechts heel enkele punten.
We moeten dan weten, dat een normaal ei
van binnen bevat een dooier, eiwit en schaal-
vliezen. Over elk dezer deelen laat zich weer
heel wat zeggen, om echter zoo kort mogelijk
te zijn vermeld ik alleen, dat de dooier ge-
vormd wordt in den eierstok. Zoodra zij haar
volledige ontwikkeling gekregen heeft in een
soort blaasje dat veel bloedvaten bevat, bsrst
dit blaasje en wordt de dooier geduwd in de
trechtervormige opening waarmede de eileider
begint. Als men een kip die aan den leg is
opent ziet men deze dooierblaasjes als druiven
aan een tros hangen en ziet men ook duidelijk
op elk blaasje een witte streep van ongeveer
15 m.M. lang en 2 m.M. breed. Hier zitten
geen bloedvaten en hier scheurt het blaasje
open om den dooier uit te laten. Scheurt het
vliesje niet op de goede plek, dan komt er
bloed aan de oppervlakte van den dooier en
ziet het ei er dus later bij opening onsmakelijk
uit. Zelfs kan de bloeding zoo sterk zijn, dat
de kip inwendig verbloedt en sterft. De dooier
wordt nu door den eileider geschroefd als het
ware en daar worden verschillende lagen eiwit
om af gezet. (Het publiek denkt wel, dat het
eiwit een massa is doch dit is niet het geval.
De lagen zijn zelfs gescheiden door heele teere
bijna onzichtbare vliesjes, die echter aan de
poien van den dooier door de wentelende be
weging ineen gedraaid worden als een touw
en als de z.g. hagelsnoeren zichbaar zijn. De
laatstgevormde vliezen zijn veel dikker en lig-
gen aan den binnenkant der schaal, die zich in
de z.g. kalkklier rondom het buitenste vlies
afzet.
Nu kan er op den langen weg, die het ei in
den eileider die ongeveer een halve meter lang
is, af te leggen heeft, heel wat gebeuren. Tea
eerste kunnen in den eierleiderwand
ook bloedvaten springen en komt er dus bloed
in het eiwit. Soms stolt dit bloed stot stukjea
en als het ei dan gekookt wordt, denken de
menschen, dat er stukjes lever (omdat de
kleur daarop gelijkt) in het ei zitten. Sommige
kippen doen dat geregeld en daar dergelijke
eieren zeer onsmakelijk er uit zien kan men ee
beter slachten.
Gekker wordt het als zich in den eileider
vreemde voorwerpen bevinden. Dit kan gebeu
ren doordat van uit den darm wormen in de
cloaka komen en vandaar weer in den eilei
der of doordat door allerlei onbekende oorza-
ken stukjes stroo, insecten (soms meikevers)
in den eileider dringen. Bij opening vindt men.
dan in het ei tot zijn verbazing wormen, stuk
jes hout, enz.
Dit alles is natuurlijk ook nog zeer onschul-
dig, maar als we nu eens gaan denken over
wat ik in het voor jaar schreef over de witte
diarrhe der kuikens en hoe bij deze ziekte de
bacillen in den dooier zitten en zoodoende de
broedeieren de ziekte overbrengen, dan komen
we op een heel wat gevaarlijker terrein, n.l.
dat van bacterien in eieren.
In normale gevallen bevat dooier en eiwit
geen bacterien. Wel kunnen bacterien vanuit
de cloaka, net als de straks genoemde vreemde
voorwerpen in den eileider dringen, doch dit
is bij kippen waar geen haan loopt zelden het
geval. De gezonde eileider heeft evenals de
gezonde slijmvliezen van onze neus en keel het
vermogen bacterien onschadelijk te maken. Bij
kippen waar hanen bij loopen is de kans veel
grooter, dat vanuit de cloaka bacterien naar
binnen dringen, vandaar dat dergelijke eieren
's zomers niet zoo lang goed blijven.
Nominal gezonde eieren bevatten dus als ze
gelegd worden van binnen geen bacterien.
Wel dringen bacterien vooral bij vuile eieren
gemakkelijk door de schaal naar binnen en
doen daardoor de eieren bederven. Ook schim-
mels dringen gemakkelijk naar binnen en bij
doorlichting der eieren ziet men dan aan den
binnenkant der schaal de zwarte schimmel-
vlekken. Vooral gewasschen eieren laten ge
makkelijk deze kiemen door en bederven dus
sneller. Een typisch voorbeeld zag ik daar
van dezen winter. Een Deensche firma had 'n
nieuw middel uitgevonden om eieren te conser-
veeren. en verzocht mij daarmede proeven te
doen. Het poeder moest opgelost worden in
Water, de eieren 24 uur er in en dan er uitge-
nomen en gewoon weggelegd worden. Als
voorbeeld hoe men met al dergelijke middeltjes
op moet passen vermeld ik terloops even, dat
dit geheime poeder dertig verschillende stoffen
heette te bevatten, waarvan het geheim op
allerlei geheimzinnige manieren tot den uit-
vinder was gekomen. Allerprachtigst dus.
Bij onderzoek bevatte het poeder bijna 50
kalk en 50 keukenzout! dus voor die 28 ge-
heimzinnigheden was niet veel plaats overge
bleven! Het gevolg was echter dat van de paar
honderd proefeieren de behandelde eieren bin
nen eenige maanden allemaal rot waren (voor
al de eendeneierenen dat de onbehandelde
eieren maanden lang later nog prachtig waren.
Van uitvinding gesproken!
Ik wil dus maar zeggen, dat een normaal
ei van een gezonde kip in een schoon nest ge
legd, niet gauw in bederf overgaat, omdat het
van binnen geen bacterien bevat. En nu
eieren van zieke kippen? Daar zullen we de
volgende keer wat anders beleven.
Dr. TE HENNEPE.
ARBE1D VOOR ONVOLWAARDIGEN.
Door het dezer dagen gehouden congres
over den arbeid voor onvolwaardigen, heeft
dit vraagstuk ongetwijfeld, meer dan vroe-
ger het geval was, de belangstelling getrok-
ken. Natuurlijk heeft het bestaan van af
den tijd, dat de mensch arbeid heeft verricht.
Er zijn altijd physiek en psychisch onvol
waardigen geweest en het was altijd een
moeilijk vraagstuk deze personen zoodanig
werk te verschaffen,. dat zij nog een levens-
onderhoud konden verdienen. In de laatste
jaren is een en ander echter 3terker dan
vroeger op den voorgrond getreden, waarbij
in de oorlogvoerende landen uiteraard zij, die
in den oorlog werden gewond, in de eerste
plaats aanleiding gaven. Daarnaast is echter
door de ontwikkeling der sociale voorzorg
meer de aandacht op dit vraagstuk geves-
tigd, terwijl in de derde, doch zeker niet in
de laatste plaats een en ander het gevolg
is van de rationalisatie in de techniek en de
opvoering der arbeidsvoorwaarden, waardoor
men gedwongen werd een selectie toe te pas-
sen, met als gevolg dat de minder goeden
voor de beteren moesten wrjken.
Nu is dit vraagstuk bij uitstek geschikt
om ethische gevoelens te laten werken. Im-
mers iedereen is als mensch begaan met het
lot van hen, die wel willen, doch om phy-
sieke op psychische redenen niet kunnen ar-
beiden. Zien wij de met het congres ingeluide
actie echter goed, dan wil het ons voorko-
men, dat het juist voor alles de bedoeling
is het vraagstuk uit deze ethische sfeer te
brengen en het zuiver economisch te beschou-
wen. De onvolwaardigen moeten niet wor
den geholpen uit philantropie en medelijden,
dit haalt hen nog meer naar beneden. Er
moet juist op zuiver economische motieven
getracht worden hun die werkzaamheden te
geven, waarvoor zij nog voldoende geschikt
zijn, zoodat zij als gewone leden der maat-
schappij hun brood kunnen verdienen. Dit
is juist daarom mogelijk, omdat het begrip
onvolwaardig uiterst relatief is. Immers
iemand met een houten been kan zeer goed
kleermaker, schoenmaker, sigarenmaker of
dergelijk zijn. Zoo heeft men tal van werk
zaamheden, die door min of meer onvol
waardigen vrijwel even goed kunnen worden
verricht dan door gewone arbeidskrachten.
Juist de ontwikkeling der techniek, waar
door aan den eenen kant de selectie werd
toegepast, leidt er aan den anderen kant toe
dat, mede door de ver doorgevoerde verdee-
ling van den arbeid, nieuwe werkzaamheden
naar voren komen, die geen volwaardigen
krachten eischen. Dient deze actie dus als
zoodanig een sociaal belang, men zal aan den
anderen kant de beteekenis er van ook weer
niet moeten overdrijven. Immers reeds thans
wordt op alle mogelijke wijze in de zorgen
voor de lichamelijk of geestelijk gebrekkigen
voorzien. De Ongevallenwet, die voor het
geheele bedrijfsleven in Nederland geldt,
waarborgt, dat zij, die tengevolge van hun
werkzaamheden onvolwaardig worden. in
verhouding tot de zwaarte van het ongeval
financieel schadeloos worden gesteld. En
tenslotte, hoeveel volwaardigen loopen er
tegenwoordig niet werkloos rond? Ook voor
dezen moet werk gevonden worden, en de
actie voor de onvolwaardigen mag er zeker
niet toe leiden, dat de aandacht van dit groo
te probleem der welvaartspolitiek zal worden
afgeleid.