Hois enHof. Pluimvee-rubriek. WAAR WONEN DE OELUKKIGSTE MENSOHEN. Rubriek van den Arbeid. VUURVAST PAPIER. Het allernieuwste voor brandweerkleeding wordt papier. Een Berlijnsch geleerde maakt uit houtpap, waaruit het gewone couranten- papier wordt vervaardigd, met toevoeging van bepaalde chemiealien een volstrekt on- Ijrandbaar soort van papier. Ten bewijze wikkelde hij een courant, tot een prop ge- maakt, in zijn papier en hield dat in de vlaih van een bunsensche brander in zijn labora- torium, die warm genoeg bleek om in den- zelfden tijd glas te doen smelten en de prop -courantenpapier kwam er ongedeerd uit. De gelukkigste menschen, zegt men, zijn degenen, die de minste wenschen hebben. Volgens den Engelschen wereldreiziger Seton Karr vindt men hen in de afgelegenste stre- ken, o.a. onder de wilde stammen in Midden- Afrika, welke nog niet onder den invloed der ,,beschaving" zijn gekomen. Zij bestaan uit de schoonste en krachtigste menschen, de zwakken zijn ten onder gegaan, de ster- ken hebben zich voortgeplant. Tegenover dit forsche geslacht maakt de gemiddelde stads- bewoner een poovere figuur, en Karr is dan ook tot de overtuiging gekomen, dat de voor- waarden om gelukkig te zijn onder hen on- vergelijkelijk veel beter zijn dan bij ons. Neemt men de mate van geluk als maatstaf, dan zouden zij dus op een hoogere trap staan dan wij, die dagelijks door honderden zorgen en zorgjes worden gekweld. SCHEREN MET ERNSTIGE GEVOLGEN. Een arbeider te Gorlitz (Silezie) had zich op een Zondag laten scheren, hoewel op Zondag de winkels gesloten moeten zijn. Een ver- klikker gaf het geval aan en daar de arbeider voor de rechtbank had verklaard uit vriend- schap te zijn geschoren, terwijl later bleek, dat hij 15 penningen had betaald voor het schrap- pen van zijn baard, werd hij wegens meineed tot 1 jaar tuchthuisstraf veroordeeld. EEN ONTVLUCHTE AAP. In den Tiergarten te Berlijn houdt zich een aap in het geboomte op, onvlucht uit den Zoologische Garten. Het dier is heel vriende- lijk tegen kinderen en neemt graag appelen en andere lekker beetjes aan, zoodra het echter een waker uit de Zoo ziet naderen, gaat het er vandoor. DE MISS COLUMBIA VERNIELD. De Miss Columbia, waarmee Levine en Chamberlin hun overtocht New-YorkKott- buss gemaakt hebben, is opgestegen voor den tocht naar Rome. Levine zelf was niet aan boord. Het vliegtuig keerde echter binnen 2 uur terug en maakte zulk een ongelukkige landing, dat de vleugels het landingstoestel en de schroef nagenoeg vemield werden. Het zal geheel opnieuw opgebouwd moeten worden, voor er opnieuw mee gevlogen kan worden. OUDHEIDKUNDIGE VONDSTEN. In Candes (bij Tours) heeft een particulier in zijn tuin verscheidene sarcophagen opge- graven. De overblijfselen verkeeren nog in een uitstekenden staat. Men vermoedt, dat deze sarcophagen dateeren uit den tijd van den Heiligen Martyn, die het fameuze kloos- ter stichtte, ongeveer op deze plaats, waar hij in 397 n. C. overleed. Verscheidene archeo- logen zijn naar Candes vertrokken. Niet ver van Candes, in Saint Cyr-sur-Loire heeft men twee mooie, geheel gave borstbeel- den opgegraven van een man en een vrouw, beeldhouwwerken uit den tijd van Lodewijk XII. Een verzamelaar heeft ze opgekocht voor het bedragje van twee millioen! ROTSMASSA'S IN ZEE GESTORT. Aan de kust bij Crower in Norfolkshire is een rotsmassa, die naar ruwe schatting 80 tot 90 duizend ton heeft gewogen, in beweging gekomen en in zee gestort. Persoonlijke on- gelukken hadden niet plaats. VLIEGTUIGONGELUK. Bij een groote demonstratie van militaire vliegtuigen te Hendon ter eere van den sultan van Muscat, is een militair vliegtuig, dat met groote snelheid langs de tribune vloog, van een hoogte van 800 voet neergestort, vlak bij de koninklijke tribune. Een stuk van de srtaart brak af, en viel op den grond. Een van de inzittenden sprong uit het toestel, maar beide bestuurders werden dood opgenomen. Dit is het 64e ongeluk met een militair vlieg tuig. Verleden jaar alleen zijn er 55 onge- lukken gebeurd. EINDE VAN EEN CARNAVALSFLIRT. Op 15 Februari van dit jaar had in het wijn- restaurant Hanselmann te Miinchen een op- zienbarende moord plaats. De 20jarige zoon van den directeur van bouw- en woningtoe- zicht te Liibeck Werner Hinz, schoot daar ge heel onverwachts de 38jarige echtgenoote van den te Miinchen zeer bekenden advocaat Sey- fried dood. Thans is deze zaak voor de rechtbank te Miinchen behandeld. De jonge Hinz, een artis- tiek aangelegd jongmensch zonder vaste bezig- heden, had, naar nu bleek mevr. Seyfried op een camavalsbal leeren kennen. Zij had met den jongeling geflirt en hem daarmee de idee bijgebracht, dat hij belangrijke avances zou maken. Toen kort daama Hinz, die op deze Zuid-Duitsche fljrtation Noord-Duitsch-ernstig had vlamgevat, de vrouw, ,,die zijn moeder kon zijn", voorstelde samen het leven te ver- laten, lachte zij hem hartelijk uit, hetgeen hij zich zoo aantrok, dat hij haar in heur avond- restaurant opzocht en haar met twee revolver- schoten doodde. Het O. M. eischte zeven jaar tuchthuis tegen Hinz, die ten slotte tot vier jaar gevan- genisstraf werd veroordeeld. EEN SCHIETENDEN DOMINEE. Eenigen tijd geleden heeft, de Amerikaan- sche Ds. F. Norris tijdens de godsdienstoefe- ning den koopman Ripp neergeschoten. De rechtbank heeft dominee nu vrijgesproken, omdat hij uit noodweer heeft gehandeld. Ds. Norris geeselde in zijn preek de ongerechte rijken, die een onwaardig leven lijden en zin- speelde daarbij op den koopman Ripp, van wien hij zei, dat hij door zijn aanwezigheid de kerk schond. Op dat oogenblik stond de aldus gequalificeerde op, een revolver in de hand. Bliksemsnel trok ook dominee uit zijn achter- zak zijn wapen en vuurde. Ripp stond bekend als iemand, die door louche speculaties rijk was geworden, maar nog nooit e6n cent Voor een weldadig doel had gegeven. Eerst enkele dagen tevoren nog had hij een arbeider op de gemeenste wijze mishandeld en was gedag- vaard voor de rechtbank. Toch niet alledaagsch, een dominee die in de kerk een lid van zijn gemeente neerschiet. SCHELMENSTREEK TE MILAAN. Een waarlijk niet alledaagsche oplichters- truc is door een goedgekleeden jongen man te Milaan toegepast. Deze jongeman, een zeer vertrouwen wek- kend iemand, kwam bij een juwelier, liet zich geslepen briljanten voorleggen, kocht er een voor 50.000 lire, betaalde prompt in bank- papier en stak het juweel in zijn zak. Reeds stond hij op het punt, den winkel te verlaten toen hij plotseling 'n inval scheen te krijgen. Hebt u nog een precies gelijken steen? vroeg hij. De juwelier moest tot zijn spijt ontkennen. -Ziet u dan nog een voor mij te krijgen, sprak de klant. En hij stond erop, den juwe lier een voorschot van 5000 lire ter hand te stellen. Tevergeefs zocht de juwelier links en rechts naar een zelfden steen. Tot op een dag een dame in zijn winkel verscheen, die een bril- jant te koop aanbood, die tot 's mans verras- sing als twee druppelen water op den eersten briljant geleek. De dame verlangde er 100.000 lire voor en weigerde pertinent te laten af- dingen. Er werd haar te verstaan gegeven, dat zij het dubbele van de waarde vroeg, maar zij was onvermurwbaar. De juwelier seinde nu naar het door zijn klant opgegeven adres, een hotel op Lido, en kreeg als antwoord de opdracht om den steen toch te koopen. Kort daarop kwam een tweede telegram, waarin de juwelier verzocht werd, den steen nog een maand te bewaren, daar de kooper niet eerder naar Milaan kon komen. De maand verstreek, maar de jongeman ver scheen toen niet noch later. Hij bleek de deelgenoot van de „dame" te zijn, die erin geslaagd was, den juwelier voor 100.000 lire den steen te laten terugkoopen, dien hij zelf voor 50.000 lire (plus dan de 5000 lire voorschot) verkocht had. Beide oplichters zijn nog op vrije voeten. ZEVENTIG JAAR CORRESPONDENTIE. Elke week, en dat zeventig jaar lang, staat een familie te Sheerness in Engeland door de post met een familie in Ierland in contact en niet een lid der beide families heeft ooit een lid der andere familie ontmoet! Deze merkwaardige correspondentie begon in 1855, toen een jong matroos, zekere Cona- ghan verdween van een koopvaardijschip waarop hij diende. Een adelborst uit Sheer ness, Henry George, vriend van den verdwe- nene, schreef naar diens familie in Donegal (Ierland). En van dien tijd af tot den dood van den ouden heer Conaghan bleef mr. George in briefwisseling met hem. Van lieverlede verdween het oorspronkelijke onderwerp uit deze epistels, maar zij bleven mededeelingen bevatten over wederzijdsche familie-weder- waardigheden. Conaghan Sr. stierf, Henry George overleed, deze laatste in 1887 en zijn zoon Walter George bleef schrijven naar de familie Conaghan in Ierland. Walter George is thans 63 jaar en niets vindthij natuurlrjker dan deze wekelijksche, altijd even graag volbrachte en vreugdevol ontvangen correspondentie met die lieden van wie hij nog nimmer iemand heeft gezien noch iemand hem of een der zijnen kent! HET „JONGETJE IN HET WIT" OVERLEDEN. Op 31jarigen leeftijd is op zijn landgoed Wroblewo in de wojwodie Poznan (Posen) graaf Josef Kwilecki aan een longziekte overleden. Zeven-en-twintig jaar geleden stond de toentertijd vierjarige Josef in het middelpunt van een sensatie-affaire, een proces, dat graaf Hector Kwilecki als eerst- volgende rechthebbende van de familiegoe- deren was begonnen wegens het onderschui- ven van een kind tegen gravin Kwilecki op Wroblewo. De vraag n.l., of Josef Kwilecki een zoon was van de gravin of van de baan- wachtersvrouw Cecilia Meyer, die het kind aan de gravin zou hebben verkocht. De zaak eindigde met een onschuldverklaring en vrij- spraak der gravin en met de erkenning van den kleinen Josef het ,,jongetje in het wit", zooals men hem destijds noemde als rechtmatig erfgenaam der Kwilecki's. GRUWELIJKE REIZEN. Tot de gruwelijkste herinneringen, die er uit de historie zijn op te diepen, behooren die, welke betrekking hebben op het trans port van neger-slaven uit de Oude Wereld naar de Nieuwe. Daarbij zijn diepten van wreedheden en onmenschelijkheid bereikt, die men ongelooflijk zou wanen, doch die maar al te stellig gestaafd zijn. Het waren vree- selijke reizen. Onze eigen tijd heeft, zij het in geheel an- deren vorm, ook zijn afschuwelijke zeereizen. Het zijn die, waarin gewetenlooze zeelieden, landverhuizers van een ander ras clandestien aan boord laten en hun den overtocht naar een land, waarvoor zij geen papieren van toelating hebben, laten doen in verborgen ruimten diep onder het dek. Want de scheeps-officieren mogen daarvan natuurlijk niets weten. Wellicht herinnert men zich nog het geval met de Aziatische landverhuizers, die uit Japan waren meegenomen naar een haven aan de westkust van de Ver. Staten, maar daar niet van boord konden, omdat het toe- zicht te streng was. De deur van hun ge- vangenis ging dicht en werd de geheele terugreis niet geopend. De arme clande- stiene landverhuizers bleken, weer in de Ja- pansche haven terug, alien verhongerd te zijn. Een niet zoo erg, maar toch wel een heel erg geval wordt thans gemeld uit Galve ston, in den staat Texas. Een daar aange- komen Engelsch stoomschip had Chineesche landverhuizers zonder papieren aan boord. Zij waren verstopt in een steenkoolruim. Bij aankomst bleken twee van de stumperds dood te zijn; de overigen waren reeds bewus- teloos, maar zijn nog bijgebracht. Men moet maar eens trachten, zich in te denken, wat zich op zoo'n reis in zoo'n be- nauwde gevangenisruimte afspeelt. SPECTAKEL IN DE RECHTSZAAL. Voor de Schepenrechtbank te Moabit (Ber lijn) heeft zich Dinsdag een wilde scene af- gespeeld. Terecht stond wegens diefstal de redici- viste Martha Grasznick. Nauwelijks was de beklaagde in de rechts- zaal verschenen, of zij begon heftig lawaai te maken. Zij schreeuwde, sloeg woedend om zich heen en begon zich plotseling de kleeren van het lijf te scheuren. Inmiddels was een getuige begonnen met zijn verklaring, het geen een anderen vriend van Martha niet beviel, zoodat hij over het hekje sprong en den getuige te lijf ging. De aanwezige be- ambten sprongen toe en sloegen met de gummistokken op de vechtenden in. Martha ging onder deze bedrijven voort haar kleeren te verscheuren, tot zij vrijwel geheel naakt was, waarop de kantonrechter beval het pu- bliek te verwijderen, dat zich hiertegen ver- zette. Met de grootste moeitcwerd de rechtszaal tensiotte ontruimd, waarna de zitting werd verdaagd, nadat besloten was beklaagde een onderzoek naar haar geestvermogens te doen ondergaan. DRUKINKT-ECZEEM. Dr. Oliver uit Chicago heeft voor de jaar- vergadering van de Amerikaansche artsen- vereeniging te Minneapolis een lezing gehou- den over ,,Rotogravure-inktdermatitis", die thans in de Journal of the American Medi cal Association is gepubliceerd. Daaruit blijkt, dat op verschillende plaatsen van Amerika een niet onaanzienlijk aantal geval- len van eczeem (huidontsteking) voor komt als gevolg van overgevoeligheid der betrok- ken personen voor bepaalde vergiftige be- standdeelen in dit geval speciaal para- rood (paranitranilinerood), een aan paraphe- nyleendiamine verwante kleurstof in de voor vervaardiging van rotogravures ge- bruikte inktsoort van de photopagina van verschillende Zondagsbladen. Dienovereen- komstig kwamen de meeste klachten in het begin der week voor. De meeste patienten hadden alleen ontstekingsverschijnselen aan aangezicht en hals, zelden op de behaarde hoofdhuid. EEN ONGELUKSVOGEL. Een Hollandsche weduwe, gewoond heb- bende te Deurae, was door de rechtbank van Antwerpen veroordeeld tot 6 maanden ge- vangenisstraf, wegens mishandeling, over- treding van de wapenwet, enz. Tengevolge v".n die veroordeeling werd de vrouw onmid- dellrjk uit het land gebannen en over de Ne- derlandsche grens gezet. In Nederland gekomen, wou zij een her- berg overnemen, doch op het oogenblik, dat de akte zou geteekend worden, kwam de Nederlandsche fiskus wij zijn niet alleen met zooiets geschoren, doet het ,,Hbld. van Antwerpen", waaraan dit bericht is ont- leend, hierbij opmerken - er tusschen en zeide: ,,Gij moogt geen zaak hier overnemen, zoolang ge hier niet regelmatig ingeschreven staat". De vrouw begaf zich naar het stad- huis om zich te laten inschrijven, maar daar werd haar toegevoegd: „Madame, gij be- staat niet voor onsGij kunt geen in- schrijving bekomen, zoolang gij niet afge- schreven zijt daar waar ge vandaan komt." De weduwe schreef aanstonds naar het ge- meentebestuur van Deurne, om die afschrij- ving te bekomen, doch zoo gaat dat maar niet. Men antwoordde haar: ,,Mevrouw de wet verbiedt ons u af te schrijven, alvorens ge uw achterstallige belastingen voldaan hebt!" Dit was te sterk voor de rampzalige we duwe. Zij kwam zelf naar Deurne, om haar belastingbiljetten af te halen en te betalen, maar toen kwam de politie en zeide tot haar: Madame, gij zijt uit het land verbannen en ge moogt hier dus niet terugkomen. Wij slui- ten u op voor banbreuk. En aangezien ge nu toch hier zijt, kunt ge meteen even de 6 maanden gevangenisstraf uitzitten, die ge hier voor uw uitzetting opgeloopen hebt." De rechtbank veroordeelde haar tot 14 dagen gevangenis. BRAND IN DE STALLEN VAN LORD LASCELLES. Portumna Castle in het graafschap Gal- way, de woonplaats van lord Lascelles in Ierland, waar deze en prinses Mary deze week worden verwacht, was het tooneel van een vrij ernstigen brand, waarbij de stallen en de garage gedeeltelijk verwoest zijn. Dit is de tweede brand op de bezittingen van burggraaf Lascelles binnen den tijd van een maand. Op 6 September werden de stal len van Goldsborough Hall, zijn huis in York shire, door brand vernield, waarbij 6 kost- bare renpaarden omkwamen. Portumna Castle is aan burggraaf Lascel les vermaakt door zijn oom, wijlen den burg graaf van Clanricarde, den millionnair, die in 1916 overleed DE VERWOESTING TE MELILLA. Omtrent de ontploffing in het fort van Me- lilla (in Spaansch Marokko) wordt nog ge meld: De ontploffing had 's avonds laat plaats, toen er veel menschen op straat waren, die van plaatsen van vermaak terugkeerden. Op een fel lichtschijnsel tegen den avondhemel volgde een geweldige slag, waarna er een regen van steenen, glasscherven, omvallende schoorsteenen en zand op de doodelijk ver- schrikte menschen neerkwam, die dachten, dat er een aardbeving was. Weldra bleek echter, dat er in het Cabreri- zasfort een kruit-ontploffing had plaats ge- had. Uit de ingestorte en onder het puin van het fort half bedolven barakken klonk hulpgeroep. Van het fort was niets over dan een reus- achtige trechter, waarvan de bovenste met rotsblokken en puin bedekte randen de plaats van wat te voren een fort was, aanwezen. Rond het fort was het pikdonker, zoodat het reddingswerk bij fakkel- en lantarenlicht moest geschieden. Er werden twee-en-dertig lijken en meer dan tweehonderd gekwetsten uit de puinhoo- pen te voorschijn gebracht. Later steeg het aantal dooden tot 57. Er zijn geheele gezin- nen om het leven gekomen, van sommige an dere is slechts een enkel lid overgebleven. Niet ver van den ontploffingstrechter werd het lijk van een vrouw met haar twee kinde ren gevonden. De geheele stad deelt in de ramp en helpt de gekwetsten verzorgen. Het stadsbestuur, de militaire overheid en bekende personen uit de stad hebben reeds een groot bedrag ter beschikking van een comitc gesteld, dat zich de leniging van den nood der sterkst getrof- fenen ten doel stelt. Naar uit Madrid wordt gemeld, was het ont- plofte fort Cabrerizas een zeer sterk verdedi- gingswerk, de muren ervan waren 12 meters dik. In het fort was niet alleen zwart kruit op- geslagen, maar ook voorraden rookloos kruit voor de vulling van granaten. De hooge commissaris van Spaansch-Ma- rokko generaal San Jurgo verklaarde, dat het ongeluk stellig aan onvoorzichtigheid is te wijten, want het kruit kan niet uit zich zelf zijn ontploft. De ontploffing was daarom zoo buitengewoon hevig, omdat het kruit zich in een ruimte bevond, waarvan de tusschen- muren zeer dik waren. Een groot aantal men schen werd dan ook door reusachtige steen- blokken gedood. Naar het Journal" meldt, is het aantal dooden tengevolge van de ontploffing, tot 71 gestegen. Van de gewonden bevinden zich twaalf in hopeloozen toestand. Onder groote belangstelling van de bevol- king, had de begrafenis van het grootste deel der slachtoffers plaats. De Spaansche hooge- commissaris liep aan het hoofd van den rouw- stoet. De schade voor den staat door de ontplof fing wordt geraamd op vier millioen peseta's. De gemeente Melilla heeft besloten op de plaats van de ramp, ter nagedachtenis aan de slachtoffers, een mansoleum te doen oprich- ten. De ontploffing was zoo geweldig, dat zwa- re stukken steen over een af stand van 700 meter werden weggeslingerd. Te Melilla zijn 864 huizen vernield of ernstig beschadigd. Bijna alle ruiten in de stad zijn gesprongen. De vreeselijk hitte in de brandende puin- hoopen heeft het reddingswerk buitengewoon bemoeilijkt. Primo de Rivera heeft medegedeeld, dat de regeering voor de slachtoffers der ontploffing als eerste hulp 50.000 pesetas heeft beschik- baar gesteld. N A J A ARSZORGEN EN VROEGE DOPERWTEN. Tegen het einde van October zijn de mees te tuinen en tuintjes zoo goed als kaal en met uitzondering van spruitkool, boerenkool, selderij en cardoen en nog eenige andere soorten, die onder de rubriek vaste planten behooren, wordt alles naar de winterkwar- tieren overgebracht. Is het weer nog wat gunstig, dan wordt dit binnenbrengen nog vaak even uitgesteld, omdat het nog zoo lek ker groeit. Een onverwachte en stevige nachtvorst, waardoor niet zelden de toege- brachte schade aanmerkelijk grooter is als de winst van het zoogenaamde lekker groeien, doet ons overhaast alles opruimen. Het voornaamste werk in dezen tijd in den moestuin is het opbergen van peen, koolra- pen, kroten, etc. Dit opbergen als winter- voorraad kan op verschillende manieren plaats vinden en als men de beschikking heeft over een goede vorstvrije kelder, dan is het wel de gemakkelijkste oplossing. Meer- dere tuinlui prefereeren evenwel het inkui- leh, wat het meest raadzaam is, daar zijn de deskundigen zooals altijd het ook nu niet over eens, en dit inkuilen kan heel eenvoudig als volgt geschieden. Als naar gelang van de hoeveelheid wordt een langwerpige kuil gegraven, dat aan de binnenkant met een laagje stroo wordt be- kleed. De diepte der te graven kuil varieert van 10 tot 20 c.M. en hangt af van ter plaat- se te beoordeelen omstandigheden (water- stand o.a.). De knollen en wortelen worden in de kuil gestort en bedekt met een laag stroo, waarover een laag aarde wordt aan- gebracht. Zoodra er gevaar bestaat, dat de vorst streng kan invallen, dan wordt deze aardlaag verzwaard, tot de winterlaag, zoo als de boeren het uitdrukken. Het maken van zoo'n winterbewaarplaats is dus al heel eenvoudig en indien de kuil niet te vochtig is en ook weer niet te warm, dan blijven de hierin opgeslagen voorraden prachtig be- waard. Is de kuil te vochtig dan treedt al zeer spoedig rotting op en bij de groote warmte gaan vooral knollen en wortelen heel sterk uitloopen. Om een juist temperatuur te krijgen plaatsen we eenige rechtopstaande buisjes in de beschermende laag aarde. Deze buisjes brengen de verbinding tot stand van- af de stroolaag tot aan de buitenlucht. Het- zelfde kan ook bereikt worden door eenige holle pannen met de holle kant naar boven aan de West- of Zuidzijde van de kuil aan te brengen. Ook deze holle pannen brengen dezelfde verbinding met de buitenlucht tot stand als de buisjes. Men ziet dit laatste zeer veel toegepast bij het opslaan en bewaren van groote partijen aardappelen, speciaal in de veenkolonien. De verdere werkzaamheden in den tuin bestaan uit het aanaarden der selderij en cardoen. Bij selderij dient men er bij het aanaarden vooral op te letten, dat de grond niet in het hart der plant komt. Na het aanaarden steken alleen de punten der bladeren boven de aarde uit. Bij het aanaarden van cardoen, binden we eerst de bladeren samen, omwikkelen dezen met papier en dan pas vangt het aanaarden aan. In het laatst van November zijn ze dan reeds goed voor gebruik. Voor de liefhebbers van vroege, versche doperwten, is het nu de tijd van zaaien. Dit zaaien geschiedt in eenige bloempotten ter wijdte van ongeveer 10 cM en in iedere pot zaaien we vier a vijf erwten. Hebben ze ge- kiemd, dan laten we ze den geheelen winter koud, doch vorstvrij overstaan en tegen het einde van Maart, begin April, planten we ze op een beschut plaatsje uit. Op deze manier hebben we reeds in het begin van Mei jonge versche doperwten. De methode is heel ge- makkelijk en vereischt weinig of geen zorg. Tot besluit van dit artikel wijzen we er nog even op, dat nu eveneens alle aardappelloof en dergelijke ongerechtheden bijeengebracht moeten worden en verbrand. Dit verbranden is een zeer nuttig werk, waarbij meteen een groote verscheidenheid van schadelijke insec- ten naar andere gewesten worden verwezen. Gereedschappen, welke niet meer gebruikt worden, worden gereinigd, gedroogd en net- jes opgeborgen. Goed onderhoud der gereed schappen doet veel geld en narigheid bespa- ren, doch dit laat 6n bij de kweekers Sn bij de amateurs zeer veel te wenschen over. Altijd en steeds weer vergeefs, is hiertegen al gesputterd. Dat er ondanks dit alles geen verbetering is te bespeuren, bewijst alleen, dat de kwaal chronisch is en dus hebben we ook voor de toekomst op dit punt geen over- dreven verwachtingen. Vragen, deze rubriek betreffende. kunnen door de abonn6's worden ge- zonden aan Dr. Te Hennepe, Diergaar- desingel 96c te Rotterdam. Postzegel van 7% cent voor antwoord insluiten eD uitdrukkelijk blad vermelden. WAT ER IN KAN ZITTEN. Over eieren en bacterien. Nu ik toch over eieren bezig ben wil ik eens een korte beschouwing wijden aan een vraag- stuk, dat al heel wat pennen in beweging gebracht heeft en dat blijkens de vragen, die mij herhaaldelijk op lezingen gesteld worden heel wat menschen interesseert. Bovendien is dit vraagstuk werkelijk van heel groot be- lang uit een oogpunt van eierconsumptie, volksgezondheid en economische pluimveehou- derij. Om dat direct maar duidelijk te maken formuleer ik de meest voorkomende vraag even heel kort. Gebleken is, dat een aan tu- berculose lijdende kip eieren kan leggen die van binnen tuberbacillen bevatten. Zijn zulke eieren gevaarlijk om op te eten? (eiercon sumptie, volksgezondheid). Pluimveetubercu- lose komt nog al vrij veel voor, is dit een scha delijke ziekte van den pluimveestapel (econo mische pluimveehouderij Nu zie ik meer kans om over een dergelijk probleem twintig artikelen te schrijven dan een paar, doch onze lezers, die zoo eens in de week wel eens wat over kippetjes willen lezen in een gemakkelijk opneembaren vorm, zouden er toch smakelijk voor bedanken, week in, week uit over eieren en bacterien doorgezaagd te worden. Dus moet ik mij beperken tot slechts heel enkele punten. We moeten dan weten, dat een normaal ei van binnen bevat een dooier, eiwit en schaal- vliezen. Over elk dezer deelen laat zich weer heel wat zeggen, om echter zoo kort mogelijk te zijn vermeld ik alleen, dat de dooier ge- vormd wordt in den eierstok. Zoodra zij haar volledige ontwikkeling gekregen heeft in een soort blaasje dat veel bloedvaten bevat, bsrst dit blaasje en wordt de dooier geduwd in de trechtervormige opening waarmede de eileider begint. Als men een kip die aan den leg is opent ziet men deze dooierblaasjes als druiven aan een tros hangen en ziet men ook duidelijk op elk blaasje een witte streep van ongeveer 15 m.M. lang en 2 m.M. breed. Hier zitten geen bloedvaten en hier scheurt het blaasje open om den dooier uit te laten. Scheurt het vliesje niet op de goede plek, dan komt er bloed aan de oppervlakte van den dooier en ziet het ei er dus later bij opening onsmakelijk uit. Zelfs kan de bloeding zoo sterk zijn, dat de kip inwendig verbloedt en sterft. De dooier wordt nu door den eileider geschroefd als het ware en daar worden verschillende lagen eiwit om af gezet. (Het publiek denkt wel, dat het eiwit een massa is doch dit is niet het geval. De lagen zijn zelfs gescheiden door heele teere bijna onzichtbare vliesjes, die echter aan de poien van den dooier door de wentelende be weging ineen gedraaid worden als een touw en als de z.g. hagelsnoeren zichbaar zijn. De laatstgevormde vliezen zijn veel dikker en lig- gen aan den binnenkant der schaal, die zich in de z.g. kalkklier rondom het buitenste vlies afzet. Nu kan er op den langen weg, die het ei in den eileider die ongeveer een halve meter lang is, af te leggen heeft, heel wat gebeuren. Tea eerste kunnen in den eierleiderwand ook bloedvaten springen en komt er dus bloed in het eiwit. Soms stolt dit bloed stot stukjea en als het ei dan gekookt wordt, denken de menschen, dat er stukjes lever (omdat de kleur daarop gelijkt) in het ei zitten. Sommige kippen doen dat geregeld en daar dergelijke eieren zeer onsmakelijk er uit zien kan men ee beter slachten. Gekker wordt het als zich in den eileider vreemde voorwerpen bevinden. Dit kan gebeu ren doordat van uit den darm wormen in de cloaka komen en vandaar weer in den eilei der of doordat door allerlei onbekende oorza- ken stukjes stroo, insecten (soms meikevers) in den eileider dringen. Bij opening vindt men. dan in het ei tot zijn verbazing wormen, stuk jes hout, enz. Dit alles is natuurlijk ook nog zeer onschul- dig, maar als we nu eens gaan denken over wat ik in het voor jaar schreef over de witte diarrhe der kuikens en hoe bij deze ziekte de bacillen in den dooier zitten en zoodoende de broedeieren de ziekte overbrengen, dan komen we op een heel wat gevaarlijker terrein, n.l. dat van bacterien in eieren. In normale gevallen bevat dooier en eiwit geen bacterien. Wel kunnen bacterien vanuit de cloaka, net als de straks genoemde vreemde voorwerpen in den eileider dringen, doch dit is bij kippen waar geen haan loopt zelden het geval. De gezonde eileider heeft evenals de gezonde slijmvliezen van onze neus en keel het vermogen bacterien onschadelijk te maken. Bij kippen waar hanen bij loopen is de kans veel grooter, dat vanuit de cloaka bacterien naar binnen dringen, vandaar dat dergelijke eieren 's zomers niet zoo lang goed blijven. Nominal gezonde eieren bevatten dus als ze gelegd worden van binnen geen bacterien. Wel dringen bacterien vooral bij vuile eieren gemakkelijk door de schaal naar binnen en doen daardoor de eieren bederven. Ook schim- mels dringen gemakkelijk naar binnen en bij doorlichting der eieren ziet men dan aan den binnenkant der schaal de zwarte schimmel- vlekken. Vooral gewasschen eieren laten ge makkelijk deze kiemen door en bederven dus sneller. Een typisch voorbeeld zag ik daar van dezen winter. Een Deensche firma had 'n nieuw middel uitgevonden om eieren te conser- veeren. en verzocht mij daarmede proeven te doen. Het poeder moest opgelost worden in Water, de eieren 24 uur er in en dan er uitge- nomen en gewoon weggelegd worden. Als voorbeeld hoe men met al dergelijke middeltjes op moet passen vermeld ik terloops even, dat dit geheime poeder dertig verschillende stoffen heette te bevatten, waarvan het geheim op allerlei geheimzinnige manieren tot den uit- vinder was gekomen. Allerprachtigst dus. Bij onderzoek bevatte het poeder bijna 50 kalk en 50 keukenzout! dus voor die 28 ge- heimzinnigheden was niet veel plaats overge bleven! Het gevolg was echter dat van de paar honderd proefeieren de behandelde eieren bin nen eenige maanden allemaal rot waren (voor al de eendeneierenen dat de onbehandelde eieren maanden lang later nog prachtig waren. Van uitvinding gesproken! Ik wil dus maar zeggen, dat een normaal ei van een gezonde kip in een schoon nest ge legd, niet gauw in bederf overgaat, omdat het van binnen geen bacterien bevat. En nu eieren van zieke kippen? Daar zullen we de volgende keer wat anders beleven. Dr. TE HENNEPE. ARBE1D VOOR ONVOLWAARDIGEN. Door het dezer dagen gehouden congres over den arbeid voor onvolwaardigen, heeft dit vraagstuk ongetwijfeld, meer dan vroe- ger het geval was, de belangstelling getrok- ken. Natuurlijk heeft het bestaan van af den tijd, dat de mensch arbeid heeft verricht. Er zijn altijd physiek en psychisch onvol waardigen geweest en het was altijd een moeilijk vraagstuk deze personen zoodanig werk te verschaffen,. dat zij nog een levens- onderhoud konden verdienen. In de laatste jaren is een en ander echter 3terker dan vroeger op den voorgrond getreden, waarbij in de oorlogvoerende landen uiteraard zij, die in den oorlog werden gewond, in de eerste plaats aanleiding gaven. Daarnaast is echter door de ontwikkeling der sociale voorzorg meer de aandacht op dit vraagstuk geves- tigd, terwijl in de derde, doch zeker niet in de laatste plaats een en ander het gevolg is van de rationalisatie in de techniek en de opvoering der arbeidsvoorwaarden, waardoor men gedwongen werd een selectie toe te pas- sen, met als gevolg dat de minder goeden voor de beteren moesten wrjken. Nu is dit vraagstuk bij uitstek geschikt om ethische gevoelens te laten werken. Im- mers iedereen is als mensch begaan met het lot van hen, die wel willen, doch om phy- sieke op psychische redenen niet kunnen ar- beiden. Zien wij de met het congres ingeluide actie echter goed, dan wil het ons voorko- men, dat het juist voor alles de bedoeling is het vraagstuk uit deze ethische sfeer te brengen en het zuiver economisch te beschou- wen. De onvolwaardigen moeten niet wor den geholpen uit philantropie en medelijden, dit haalt hen nog meer naar beneden. Er moet juist op zuiver economische motieven getracht worden hun die werkzaamheden te geven, waarvoor zij nog voldoende geschikt zijn, zoodat zij als gewone leden der maat- schappij hun brood kunnen verdienen. Dit is juist daarom mogelijk, omdat het begrip onvolwaardig uiterst relatief is. Immers iemand met een houten been kan zeer goed kleermaker, schoenmaker, sigarenmaker of dergelijk zijn. Zoo heeft men tal van werk zaamheden, die door min of meer onvol waardigen vrijwel even goed kunnen worden verricht dan door gewone arbeidskrachten. Juist de ontwikkeling der techniek, waar door aan den eenen kant de selectie werd toegepast, leidt er aan den anderen kant toe dat, mede door de ver doorgevoerde verdee- ling van den arbeid, nieuwe werkzaamheden naar voren komen, die geen volwaardigen krachten eischen. Dient deze actie dus als zoodanig een sociaal belang, men zal aan den anderen kant de beteekenis er van ook weer niet moeten overdrijven. Immers reeds thans wordt op alle mogelijke wijze in de zorgen voor de lichamelijk of geestelijk gebrekkigen voorzien. De Ongevallenwet, die voor het geheele bedrijfsleven in Nederland geldt, waarborgt, dat zij, die tengevolge van hun werkzaamheden onvolwaardig worden. in verhouding tot de zwaarte van het ongeval financieel schadeloos worden gesteld. En tenslotte, hoeveel volwaardigen loopen er tegenwoordig niet werkloos rond? Ook voor dezen moet werk gevonden worden, en de actie voor de onvolwaardigen mag er zeker niet toe leiden, dat de aandacht van dit groo te probleem der welvaartspolitiek zal worden afgeleid.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1928 | | pagina 6