AL6EHEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCB-VLAANDEREN.
7/
vt
No. 8287.
Vrijdae 19 October 1928
68e Jaar gang
Eerste Blad.
ChristusendeTafelronde
uttillitok.
IXn&ncL
HEERENBAAI
binhehland.
Kloosterbalsem
ABONHEMEHTSPRIJS:
De innemende Landlooper
-
raaa
Doe er wat
S Kloosterbalsem op
,,Geen good
zoo goed"
s 'isa»«®us
TER NEUZENSCHE CO U RANT
Binnen Ter Neuzen f 1.40 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen fr. per post f 1,80 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post f 6,60 pei jaai
Voor Belgie en Amerika f 2,25. overige landen /2,60 per 3 maanden fr. per post Abonnementen voor het buitenland alleen bi] vooruitbetaling.
Bit blad verschijnt iederen Maandaq-, Woensdag- en Vrijdagavond.-1
r riMriiiimiiiiiiiiiw >ii I'im i iiiii'iim l inn'i«i<iinw(irnrTfrinni]--iiiiiii 111 mi i 1
Onder dezen ietwat zonderlingen titel,
die wel eenige verduidelijking behoeft, is
dezer dagen in Hollandsch gewaad een
boek verschenen, dat zeker opgang zal
maken door zijn bijzonderen innoud en
ook door den naam, dien de schrijver
reeds had gemaakt zoowel door een vo-
rig boek (..Christus langs den Indischen
Heirwegals vooral door zijn mooie en
resultaat-rijke werk als zendeling. Men
zou Stanley Jones, den schrijver dezer
beide veel-gelezen boeken, in zekeren
zin een pendant kunnen noemen van een
man, over wien wij ook al meermalen in
dit blad iets mochten vertellen: Prof. Dr.
Albert Schweitzer, die een geslaagde
tournee door ons vaderland juist achter
den rug heeft, terwijl Stanley Jones van
plan schijnt te zijn binnenkort ook in
Nederland zijn velen vrienden de ge
legenheid te geven persoonlijk met hem
kennis te maken. Daar is tusschen deze
beide mannen echter meer verschil dan
overeenkomst. De overeenkomst beperkt
zich misschien tot drie zaken: zij zijn
heel bekend en geliefd bij velen en: zij
volgen in hun arbeid een vroeger niet zoo
in praktijk gebrachte methode, waarin zij
vooral oog hebben voor den practischen
kant van den arbeid. Waarbij dan nog
als derde bijzonderheid deze kan worden
genoemd. dat het en Schweitzer en Stan
ley Jones niet er om te doen is de men- ruu ii|u a1"1"1
schen, onder wie zij werken tot Europee- uiterlijke en juist door dat uiterlijke zoo
sche Christenen te maken; hun eenig ver- novaarlnU on Kp7w»ar1iikewiize de
langen beperkt zich er toe: deze lieden in
aanraking te brengen met het Evangelie,
liever nog zeggen we: met Jezus Christus.
De verschillen zijn echter grooter.
Schweitzer keert den meer theologischen
kant van zijn werk nimmer naar voren,
hoe zeer dit ook kan verbazen bij een
man van zijn kennis en verleden. Slechts
zeer sporadisch kan men in zijn latere
boeken iets vinden, waaruit een diepere
religieuse toon kan worden beluisterd;
hij is dokter, hij komt om te helpen, en hij
is al heel blij en tevreden, indien eens
een van de menschen, met wie hij in aan
raking komt, straks na een genezing, die
den betrokkene en zijn omgevina om het
zeerst verheugt en verbaast, tot de weten-
schap mag komen. dat het Jezus was, die
hem gezond gemaakt heeft, of dat het de
liefde van dien Heiland was, die post ge-
vat heeft in het hart van den dokter-zen-
deling, en die dezen er toe bewogen heeft
de ongelukkigen te Lambarene te gaan
helpen. Bij Stanley Jones is dit alles heel
anders. Alles wat hij schrijft en doet
heeft een sterk religieuse tendenz: hij wil
de menschen beslist met het Evangelie in
aanraking brengen, hij hoopt hen voor
Christus te winnen; hij waardeert ten
voile, wat anderen doen op 't punt van
de Christelijke praktijk. en hij is ook ab-
soluut er van overtuigd, dat geloof en
werken behooren samen te gaan en el-
kander kunnen en moeten aanvullen,
maar toch: Stanley Jones is zelf de man
van ,,De Tafelronde". de man dus, die
met deze menschen redeneert en die naar
hun bezwaren luistert, de man. die hun
bezwaren tracht te weerleggen, en die
maar altijd-door bezig is de heerlijke
door
E. J. RATH.
43) Vervolg.
Hij liep het hotel om en wachtte bij het
eind van het terras, totdat hij een loop-
jongen te pakken kreeg, die een bood-
schap voor iemand anders deed. De jon-
gen kende toevallig Annabelle; iedereen
kende haar. Voor een halven dollar was
hij bereid een boodschap over te brengen
en verdween met bijna heel Kane's kapi-
taal.
Deze laatste keerde terug naar de auto
en wachtte; Annabelle zou misschien lie
ver niet gezien worden met een chauffeur.
Na eenigen tijd vond ze hem. Haar ma-
nier van kijken maakte hem omustig. Hit
wist, dat Annabelle boos kon zijn, maai
nu keek ze anders alsof ze iets in het
schild voerde, waar ze niet zoo gauw mee
voor den dag wilde komen.
..Waarom ben je verkleed?" vroeg ze.
..Speel je comedie?"
Hij had een andere begroeting ver-
wacht, maar het bood hem de gelegenheid
een uitleg te geven, wat hij uitvoerig deed.
„Zoodra ik den ouden heer dus afge-
zet had", zei hij, ,,ben ik hier gekomen
om jou op te zoeken. De eenige gelegen
heid, die ik had.''
.Heusch?" vroeg Annabelle. .Waarom
ben je niet gekomen, toen ik bij jullie thuis
was?"
Kane maakte een veelzeggend gebaar.
„Je hadt het recht niet te komen, Anna-
beile. Dat heb ik je ettelijke malen ver-
teld."
waarheden en werkelijkheden van het
Evangelie voor hen te ,,vertolken
Hij wil tolk zijn. Hij heeft een bood
schap, een directe boodschap, hij is pre-
diker. Schweitzer is geen prediker, hij
wil geen prediker heeten noch zijn; zijn
spreken ook in ons land bij zijn laatste
rondreis was geen prediken, het was zui-
ver en alleen vertellen. Hij vertelde van
zijn werk en liet daarbji mooie foto's zien,
en verder gaf hij orgeiconcerten, waarbij
alle gelegenheid was zijn diep gevoel en
zijn groote virtuositeit te bemerken, maar
prediken deed Schweitzer niet en ner-
gens. Zoo kan men dan ook Schweitzer
niet denken bij of aan een tafelronde,
evenmin als men zich Stanley Jones kan
denken in het milieu van Schweitzer.
Maar wij noemden zoo straks een punt
van overeenkomst. waarbij wij hier iets
langer nog wenschen stil te staan, omdat
hier vooral zoo groot onderscheid is met
vroegere zendingspraktijken. Immers, de
tijd iigt nog niet ver achter ons, toen de
Europeanen hun zendelingen ver weg
over zee zonden om de lieden in hun ko-
lonien of elders, zoo ongeveer tot hun
evenbeeld te maken. Zij, daarginds, hoe
verschillend ook overigens in kleur en
leven, in ontwikkeling en karakter, in taal
en zede, moesten toch vooral zoo goed
en zoo kwaad als dat ging er Westersche
manieren op gaan nahouden en in precies
dezelfde kwesties belana stellen als wij
hier in ons vaderland of het verdere
West-Europa. Dat dit dwaasheid was,
en dat het toch ook nooit de bedoeling
van het evangelie of van Christus zelven
kon zijn geweest om op dusdanige alleen
uiterlijke (en juist door dat uiterlijke zoo
gevaarlijke en bezwaarlijke) wijze de
menschen om te zetten, drong tot ons
voorgeslacht slechts noode door. Men
scheen eigen formatie en liturgie, eigen
kerkvorm en qewoonten zoo uitnemend
en zoo noodzakelijk te achten, dat men
niet rustte voor men den Oosterling ook
had gereformeerd, niet tot een wezenlijk
Christen allereerst, doch allereerst tot een
mensch, die een Westerling leek (en in-
tusschen een Oosterling bleef1
Bij een diepgaande, driedaagsche be-
spreking tusschen de verschillende zen-
dingscorporaties, die in Indie werken
hier is natuurlijk Engelsch-Indie be-
doeld is door Stanley Jones onder
meer ook de vraag opgeworpen: wat men
nu eigenlijk door zijn werk trachtte te
bereiken en welk doel men zich had ge-
steld. Er werd nadrukkelijk vastgesteld,
dat men het Oosten niet wenschte te ver-
westerschen. men was algemeen bezield
met de ernstige begeerte om Indie haar
eigen ziel te laten behouden en er niet de
bleeke copie van iets anders van te ma
ken. Alleen als Indie zichzelf blijft, zoo
voelde men en dat sprak men ook uit, kan
Indie scheppend werk gaan doen. Al die
mannen en vrouwen, die in dit werk
bezig zijn met zoo heel veel opoffering en
zelfverloochening. spraken het onomwon-
den uit, dat zij uit het diepst van hun
hart hoopten, dat Indie de kostelijke erfe-
nissen van het verleden niet te loor zou
laten gaan. omdat dit voor de heele
menschheid een verlies zou beteekenen.
Een van de beste dingen van die erfenis
was Indie's liefde voor eenvoud. De
Europeesche beschaving is langzamer-
hand zoo verbazend gecompliceerd ae-
worden en eischt daarom zoo ontzaglijk
„Schaam je je voor me?"
„Nneen", protesteerde hij.
,,Heb je thuis over me gesproken?"
,,Neen, waarom?'
..Dacht ik al!" zei Annabelle. ,,Zeg,
wie is die aardige man, die me thuis ge-
biacht heeft?
„Een vriend", antwoordde Kane voor-
zichtig, ,,maar hij had zich niet met de
zaak moeten bemoeien. Ik heb het hem
nooit gevraagd."
„Is hij rijk?"
,,Ik ik weet het niet."
Annabelle dacht eenigen tijd na.
,,Je komt bij mij niet verder, door de
zaak door je vrienden te laten opknap-
pen", merkte ze op. „Het kan me niet
schelen, al zijn ze nog zoo deftig. .Wat
ben je eigenlijk van plan? Mij aan den
dijk zetten?"
Ze zei het onomwondener dan Kane
had willen doen, maar hij begreep, dat hij
de gelegenheid niet voorbij moest laten
gaan. Hij dacht nog steeds aan zijn fa-
milie
t
veel van lichaam, geest en ziel. Hierdoor
gaan de belangrijkste dingen te loor. In
die heeft den eenvoud nog, en heeft nu
juist ook de boodschap- van dien eenvoud
te brengen, waar de wereld zoo diepe be-
hoefte aan heeft.
Verder wenschten ook al die zendelin
gen, die daar nu ook fens in een Tafel
ronde' samen waren, zich strikt te ont-
houden van wat wij l. t een term zouden
kunnen noemen: imp'rialisme. Zij wil-
den zich ook niet geven voor geestelijk
imperialisme, een heerschen over de zie-
len van anderen, een ..heerschappij voe-
ren over anderer geloof". zooals Paulus
dat noemde. Neen. zij voelden dit im
perialisme juist als een sterke verzoding,
die als een adder verborgen ligt onder
het gras, en waartegen een mensch daar
om te alien tijd op zijn hoede dient te
zijn.
Als daarmede direct verband houdend,
verwierpen zij ook het verlangen om an
dere godsdienstige stelsels te ..overwin-
nen" om daardoor zoo mogelijk het supe-
rioriteitsgevoel van een bepaald volk te
bevredigen. Opgemerkt werd, dat geen
van al die, toch sterk overtuigde Chris
tenen het nu zoo heel belangrijk vond,
indien de eene godsdienst een triomf zou
behalen over een ander. Men voelde wel,
dat dit zou kunnen gebeuren, terwijl men
toch intusschen niet zoo heel veel dichter
bij zijn doel kwam. En evenmin voelde
men voor een nieuwe organisatie naast
de bestaande Hindoesche en Mohamme-
daansche groepen. In het getal ligt toch
de grootste kracht niet; men wenschte
iets, dat veel dieper ligt. Daarom voelde
ook niemand en dit was zeker een
heel sterk en merkwaardig verschijnsel
er behoefte aan om aan Indie een com
plete geloofsbelijdenis aan te bieden en
hun kortaf te zeggen, dat zij dit alles nu
maar hadden aan te nemen of te yerwer-
pen. Neen, men meende, dat Indie even-
veel recht heeft als het Westen om zelf
te zoeken naar den besten vorm van een
Christelijke gemeenschap, en men hoopte
en verwachtte daaroii, dat Indie weer
een anderen kant van den universeelen
Christus i naar voren zou weten te bren
gen.
Zoo is dus Stanley Jones wel heel ruim
van begrip en praktijk, maar daarnaast
staat bij hem tegelijkertijd toch ook een
zeer positieve geloofsovertuiging. Wat
in al zijn opmerkingen echter wel sterk
treft. is dit, dat hij het er met zijn geloof
in Christus op waagt tegenover iedereen,
zonder dat hij ook maar tot eenig ander
redmiddel de toevlucht tracht te nemen.
En daarom legt deze zendeling dan
ook zoo groot gewicht op wat hij noemt
het ,,vertolken" van het Evangelie.
Christus zoo zegt hij moet worden
vertolkt. Trouwens, is niet het Evangelie
zelf ook een vertolking, een vertaling,
een onder-woorden-brengen van de
spraak der eeuwigheid in de taal des
tijds Er is gezegd, dat, toen Dante
sprak, het z wij gen van tien eeuwen werd
verbroken. In Jezus echter werd ..het
eeuwig zwijgen verbroken. en toen kre-
gen wij het evangelie.
Stanley Jones erkent eerlijk, dat hij
ontzaglijk veel heeft geleerd van de tol-
ken. die hij wel gedwongen is te gebrui-
ken op al zijn reizen door de vele taal-
gebieden van Indie. Het is hem niet zel-
den cverkomen, dat zoo n tolk daar niet
ging staan om een sobere vertaling zon-
der-meer te geven van de boodschap van
den zendeling, maar het hem er alleen om
te doen scheen een demonstrate te geven
van eigen knapheid. ,,Ach", klaagt
Jones, en daarbij blijkt dan aanstonds,
dat hij van dezen tolk geleerd heeft, hoe
het niet moet, .,hoe vaak wordt het
evangelie veranderd in een ten toon
spreiden van de geleerdheid van den
spreker En de blijde boodschap wordt
daardoor vermoord.
Een andere tolk deed juist het omge-
keerde. De zendeling merkte al gauw,
dat zijn woorden correct waren, maar
banaal en droog. Het was als het spre
ken in een grammophoon. de woorden
werden wel gereproduceerd. maar sner-
pend, met een metalen klank. Dat hielp
ook niet, en werkte niets uit.
Een derde tolk was een officieele. Chi-
neesche vertaler, een ambtenaar, en niet-
Christen. Het was wel heel vriendelijk
van dien man om den zendeling van
dienst te willen zijn, maar iedereen voel
de, dat hij er niet in was. hij bleef amb
tenaar. En in dezelfde lijn lag wat een
tolk uithaalde, die de eiaenaardige, ty-
pisch-Amerikaansche uitdrukkingen, die
de zendeling gebruikte, niet begreep, of
een ander, die hoorde zeggen: „Als gij
dit doet, zult gij tot de victorie komen'
en die toen vertaalde (terwijl de genoem-
de koningin al jaren geleden gestorven
was!): ,,Zoo gij dit doet, zult gij een van
de soldaten van Koningin Victoria wor
den".
Jones vertelt in dit verband, hoe hi)
aan Amerikaansche universiteiten niet
zelden theologische professoren heeft ge-
hoord, die nog dapper veldslagen lever-
den, die al lang waren beslecht, m. a. w.
vochten tegen stelsels, die al lang hadden
afgedaan. De strijd was verplaatst naar
een heel ander gebied, en zij vochten nog
altijd maar door in de achterhoede, ter
wijl de godsdienst zelf worstelt met
levende problemen. Waren de leiders te
Jeruzalem in de dagen na Jezus ook niet
aan het werven voor een doode zaak, ter
wijl Paulus het type is van den tolk van
Christus, die worstelt met problemen,
waarbij het gaat om leven en dood
Laten we tenslotte ook nog mogen
i oververtellen. hoe ergens een tolk aan
het woord, dat hij had over te brengen,
een politieke kleur gaf Hij misbruikte
het woord van den zendeling voor eigen
staatkundige doeleinden. Maar door dit
doen gaf" deze tolk aan Stanley Jones
weer een ernstige les: hoe dikwijls,
zoo ging deze zich afvragen hoe dik-
wijls zijn onze bedoelingen bij het ver-
kondigen van het evangelie niet even on-
zuiver De menschen luisteren dan wel
naar onze woorden. maar zij hooren on-
dertusschen een ondertoon. die afleidt en
verwart.
Is een man, die zoo voelt en schrijft
en werkt, niet waard, dat men naar hem
luistert
INGEZONDEN MEDEDEELTN GEN.
die D. E. Heerenbaai
rookt om eens Uw pijp te
mogen stoppen met zijn
tabak. Haar heerlijke gem
en zachte smaak zullen U.
voor goed dit merk doen
kiezen.
ECHTEFRIESCHE
Melange van rijpe tabakken.
%eeds oanaf 50 ct. per pond
20 ct. per om - 10 ct. per ons
medaille, welke wordt uitgereikt voor een
periode van vijf jaar aan het station, dat
in die vijf jaar de meeste reddingen heeft
verricht. De vorige maal was dit Ter-
schell'ing, thans viel die eer aan Den
Helder te beurt. In totaal is de reddings-
boot negentien maal uit geweest. waarbij
114 menschen werden gered. De plech-
tigheid geschiedde in tegenwoordigheid
van het bestuur der N. en Z. Ho'll. Red-
dingmaatschappij. het gemeentebestuur
van den Helder, het plaatselijk bestuur
der maatschappij, de schippers der red-
dingboot en -vletten met de bemannin-
gen. De heeren Bot, schipper der motor-
reddingboot ,,Dorus Rijkers en Van Dok
voorzitter der Vereeniging ,,Moed, Vol-
harding. Zelf opoffering" spraken woor
den van dank.
IN VIJF JAAR HONDERDVEERTIEN
MENSCHEN GERED.
Ten stadhuize van Helder had Dins-
dagmiddaq de uitreiking plaats van de
door de N. en Z. Holl. Reddingsmaat-
schappij 'besdrkbaar gestelde de Ruyter-
TER NEUZEN, 19 OCT. 1928.
POST EN TELEGRAFIE.
Benoemd met ingang van 1 Nov. a.s.
tot telefoniste aan het P. T. T. kantoor
te Sas van Gent mej. M. t Gilde te Ter
Neuzen, voorheen tijdelijk.
DE ZIEK EN H UISK W EST IE TE
VLISSINGEN.
Bij vermelding van de bij het Bestuur
van ..Bethesda" ontvangen gift van
f 250.000, waardoor binnenkort zal wor
den overgegaan tot het maken van plan-
nen en tot den bouw van een Protes-
INGEZONDEN MEDEDEELINGEn'
I is het gewone gezegde. als men zich
heeft gesneden, gestooten, gebrand,
geklemd of geschramd. Die verzacht,
zuivert en er blijven geen litteekens.
i
..Behalve als het op familie aankomt.
Daarvoor laat je me schieten. Je denkt
zeker, dat je me kan nemen en van me
kan afzien, alsof ik een oude krant was
in een tram!"
Hij voelde, dat het makkelijker geweest
zou zijn, als ze tegen hem was uitgeva-
ren, maar hoewel Annabelle precies zei,
waar het op stond, verloor ze geen oogen-
blik haar zelfbeheersching en hierdoor
werd Kane uit het veld geslagem
Te begrijpt me niet, Annabelle zei hij,
!,Wat mij betreft is alles in orde. maar ik
moet aan mijn familie denken.'
„En ik moet aan Annabelle denken.
Hoe weet je, dat ik niet in den smaak zou
vallen?"
,,Dat is het eigenlijk niet. We hooren
niet bij elkaar; daar komt het op neer.
,,Kwestie van temperament he?", peins-
de Annabelle. „Dat klinkt niet eerlijk.
Wat laat je eigenlijk in den steek je
liefde of je moed?"
(Kane antwoordde niet. Hij dacht aan
zijn familie op Kilbourne Heights. Anna-
Ik heb zoo'n idee, dat we niet bij el- belle's gedachten vertoefden Ook op Kil-
t. 1 D 1mmr rsiot Kii H O h(>WA-
kaar passen", zei hij langzaam. „Begrijp
me niet verkeerd, Annabelle. Je weet wel.
hoe ik het bedoel. Ik voel
,.0, heusch? En wat denk je, dat ik
voel?"
..Ik dacht misschien, dat jij hetzelfde
zou voelen."
,,Zie ik er onnoozel of versuft of zoo
iets uit?"
,,Neen, natuurlijk niet. Alleen ze
zouden me thuis nog te jong vinden
Hij zweeg plotseling, bewust, dat hij
zich bijna versproken had.
,,Wat bedoel je? Ben ik zoo een anti-
quiteit?" vroeg ze. Misschien ben ik
ouder dan jij, maar ik heb een hoop meer
fut."
,,Jij jij bent best", zei hij flauw.
bourne Heights, maar niet bij de bewo-
ners. Het huis, het land, de weelde ston-
den haar levendig voor den geest.
Op haar manier was ze verstandig. Ze
overzag meestal dadelijk den toestand.
Als ze de flair had dadelijk den Achilles-
hiel te ontdekken, dan kwam het doordat
ze het noodgedwongen geleerd had. Ze
wist, wanneer ze „afgepoeierd werd en
wat ze in zoo een geval doen moest.
,,Je maakt het dus af vroeg ze.
Afmaken?" vroeg hij benauwd. „Maar
Annabelle we zijn immers nooit verloofd
qeweest."
..Alleen maar een innige vnendschap,
zdccr?
Kane knikle. Op het oogenblik kon hij
geen betere benaming bedenken.
,,Ik heb brieven van je" zei ze naden
kend.
..Annabelle."
,.Het is toch zeker zoo?
,Maar je zult toch niet
Zijn stem verzwakte. Wat Annabelle al
of niet
weten- 1. u u
..lk heb dorst zei ze plotseling. ..Heb
gedanst. Haal een glas water voor me.
Ik moet nadenken en zal hier blijven
zitten."
Ze stapte in den wagen en trok haar
cape vaster om de bloote schouders.
Kane verdween in de richting van het
hotel, blij over het uitstel. Hij was niet van
plan met het water te verschijnen, voordat
hij kalm nagedacht had. Annabelle was
hem te slim af. Ze zei maar wat, natuur
lijk, naar toch vond hij het onpleizieriq.
Hij had bijna spijt, dat hij niet alles aan
Rawlins had overgelaten.
1 Toen hij twintig stappen van de auto
verwijderd was, hoorde hij een welbekend
geluid en keek om. Annabelle had den
motor aangezet en zette hem in de eerste
versnelling.
..Annabelle!" riep hij.
Daarna zette hij het op een loopen,
maar hij was een paar meter achter. De
qroote auto gleed weg en was weldra
buiten zijn bereik. Annabelle wuitde hem
goeden dag, zonder om te kijken.
afgezien ze zich daar weinig mee ophield,
kwam het er niet zooveel op aan.
Verschillende keeren had ze den weg
gereden bij dag. zoodat ze vastberaden en
snel te werk ging. Ze hield de cape stijf
tom z'ch been en stuurde met een hand,
van plan was, kwam hij niet te j maar dit hinderde haar niet, want het
stuur van de auto luisterde heel nauw-
keurig.
Annabelle toefde niet in de dorpen of
de stad. Met de motorpolitie had ze veel
geluk, want ze had niet eens de sensatie
achtervolgd te worden. Alles ging even
gemoedelijk, uitgezonderd de snelheid:
maar Annabelle's geest was te druk be
zig om zich met dergelijke kleinigheden
bezig te houden.
„Hij wil me dus den bons geven
bleef ze bij zichzelf herhalen en besloot
haar overpeinzingen: Wacht maar tot ik
met hem afgerekend heb! Ik zal hem wel
eens laten zien of ik rechten heb!'
Ze herinnerde zich precies de plaats,
waarover Kane gesproken had. Er waren
twee steenen leeuwen aan weerszijden
van den ingang. Ze had ze s middags
nog gezien. hoewel ze ze toen alleen be-
schouwd had als kunstvoorwerpen. De
leeuwen waren niet moeilijk te vinden,
want de lampen verspreidden een grooten
lichtbundel en Annabelle zag scherp.
Ze reed tusschen de beide liggende
beelden door en volgde voorzichtig een
oprijlaan, die naar een groot donker huis
voerde. Er stonden nog twee auto's in de
duisternis en ze onderscheidde de gedaan-
ten van de slapende chauffeurs. Anna
belle wist niet precies waar de heer Kil
bourne zijn auto verwachtte. Voorzich-
tigheidshalve zette ze haar dus dicht bij
de voordeur.
XXIII.
Annabelle reed als wist ze precies,
waarheen ze ging en waarom. Het was
ook duidelijk, dat ze nu profiteerde van
haar kennis met alles om te gaan, dat op
een auto leek, 's Avonds had ze gelegen
heid genoeg zich te oefenen op alle mo-
qelijke merken. Van den motor en de
handremmen wist ze niet zooveel af, maar
Wordt vervolgd.