AL6EHEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCB-VLAANDEREN. 7/ vt No. 8287. Vrijdae 19 October 1928 68e Jaar gang Eerste Blad. ChristusendeTafelronde uttillitok. IXn&ncL HEERENBAAI binhehland. Kloosterbalsem ABONHEMEHTSPRIJS: De innemende Landlooper - raaa Doe er wat S Kloosterbalsem op ,,Geen good zoo goed" s 'isa»«®us TER NEUZENSCHE CO U RANT Binnen Ter Neuzen f 1.40 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen fr. per post f 1,80 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post f 6,60 pei jaai Voor Belgie en Amerika f 2,25. overige landen /2,60 per 3 maanden fr. per post Abonnementen voor het buitenland alleen bi] vooruitbetaling. Bit blad verschijnt iederen Maandaq-, Woensdag- en Vrijdagavond.-1 r riMriiiimiiiiiiiiiw >ii I'im i iiiii'iim l inn'i«i<iinw(irnrTfrinni]--iiiiiii 111 mi i 1 Onder dezen ietwat zonderlingen titel, die wel eenige verduidelijking behoeft, is dezer dagen in Hollandsch gewaad een boek verschenen, dat zeker opgang zal maken door zijn bijzonderen innoud en ook door den naam, dien de schrijver reeds had gemaakt zoowel door een vo- rig boek (..Christus langs den Indischen Heirwegals vooral door zijn mooie en resultaat-rijke werk als zendeling. Men zou Stanley Jones, den schrijver dezer beide veel-gelezen boeken, in zekeren zin een pendant kunnen noemen van een man, over wien wij ook al meermalen in dit blad iets mochten vertellen: Prof. Dr. Albert Schweitzer, die een geslaagde tournee door ons vaderland juist achter den rug heeft, terwijl Stanley Jones van plan schijnt te zijn binnenkort ook in Nederland zijn velen vrienden de ge legenheid te geven persoonlijk met hem kennis te maken. Daar is tusschen deze beide mannen echter meer verschil dan overeenkomst. De overeenkomst beperkt zich misschien tot drie zaken: zij zijn heel bekend en geliefd bij velen en: zij volgen in hun arbeid een vroeger niet zoo in praktijk gebrachte methode, waarin zij vooral oog hebben voor den practischen kant van den arbeid. Waarbij dan nog als derde bijzonderheid deze kan worden genoemd. dat het en Schweitzer en Stan ley Jones niet er om te doen is de men- ruu ii|u a1"1"1 schen, onder wie zij werken tot Europee- uiterlijke en juist door dat uiterlijke zoo sche Christenen te maken; hun eenig ver- novaarlnU on Kp7w»ar1iikewiize de langen beperkt zich er toe: deze lieden in aanraking te brengen met het Evangelie, liever nog zeggen we: met Jezus Christus. De verschillen zijn echter grooter. Schweitzer keert den meer theologischen kant van zijn werk nimmer naar voren, hoe zeer dit ook kan verbazen bij een man van zijn kennis en verleden. Slechts zeer sporadisch kan men in zijn latere boeken iets vinden, waaruit een diepere religieuse toon kan worden beluisterd; hij is dokter, hij komt om te helpen, en hij is al heel blij en tevreden, indien eens een van de menschen, met wie hij in aan raking komt, straks na een genezing, die den betrokkene en zijn omgevina om het zeerst verheugt en verbaast, tot de weten- schap mag komen. dat het Jezus was, die hem gezond gemaakt heeft, of dat het de liefde van dien Heiland was, die post ge- vat heeft in het hart van den dokter-zen- deling, en die dezen er toe bewogen heeft de ongelukkigen te Lambarene te gaan helpen. Bij Stanley Jones is dit alles heel anders. Alles wat hij schrijft en doet heeft een sterk religieuse tendenz: hij wil de menschen beslist met het Evangelie in aanraking brengen, hij hoopt hen voor Christus te winnen; hij waardeert ten voile, wat anderen doen op 't punt van de Christelijke praktijk. en hij is ook ab- soluut er van overtuigd, dat geloof en werken behooren samen te gaan en el- kander kunnen en moeten aanvullen, maar toch: Stanley Jones is zelf de man van ,,De Tafelronde". de man dus, die met deze menschen redeneert en die naar hun bezwaren luistert, de man. die hun bezwaren tracht te weerleggen, en die maar altijd-door bezig is de heerlijke door E. J. RATH. 43) Vervolg. Hij liep het hotel om en wachtte bij het eind van het terras, totdat hij een loop- jongen te pakken kreeg, die een bood- schap voor iemand anders deed. De jon- gen kende toevallig Annabelle; iedereen kende haar. Voor een halven dollar was hij bereid een boodschap over te brengen en verdween met bijna heel Kane's kapi- taal. Deze laatste keerde terug naar de auto en wachtte; Annabelle zou misschien lie ver niet gezien worden met een chauffeur. Na eenigen tijd vond ze hem. Haar ma- nier van kijken maakte hem omustig. Hit wist, dat Annabelle boos kon zijn, maai nu keek ze anders alsof ze iets in het schild voerde, waar ze niet zoo gauw mee voor den dag wilde komen. ..Waarom ben je verkleed?" vroeg ze. ..Speel je comedie?" Hij had een andere begroeting ver- wacht, maar het bood hem de gelegenheid een uitleg te geven, wat hij uitvoerig deed. „Zoodra ik den ouden heer dus afge- zet had", zei hij, ,,ben ik hier gekomen om jou op te zoeken. De eenige gelegen heid, die ik had.'' .Heusch?" vroeg Annabelle. .Waarom ben je niet gekomen, toen ik bij jullie thuis was?" Kane maakte een veelzeggend gebaar. „Je hadt het recht niet te komen, Anna- beile. Dat heb ik je ettelijke malen ver- teld." waarheden en werkelijkheden van het Evangelie voor hen te ,,vertolken Hij wil tolk zijn. Hij heeft een bood schap, een directe boodschap, hij is pre- diker. Schweitzer is geen prediker, hij wil geen prediker heeten noch zijn; zijn spreken ook in ons land bij zijn laatste rondreis was geen prediken, het was zui- ver en alleen vertellen. Hij vertelde van zijn werk en liet daarbji mooie foto's zien, en verder gaf hij orgeiconcerten, waarbij alle gelegenheid was zijn diep gevoel en zijn groote virtuositeit te bemerken, maar prediken deed Schweitzer niet en ner- gens. Zoo kan men dan ook Schweitzer niet denken bij of aan een tafelronde, evenmin als men zich Stanley Jones kan denken in het milieu van Schweitzer. Maar wij noemden zoo straks een punt van overeenkomst. waarbij wij hier iets langer nog wenschen stil te staan, omdat hier vooral zoo groot onderscheid is met vroegere zendingspraktijken. Immers, de tijd iigt nog niet ver achter ons, toen de Europeanen hun zendelingen ver weg over zee zonden om de lieden in hun ko- lonien of elders, zoo ongeveer tot hun evenbeeld te maken. Zij, daarginds, hoe verschillend ook overigens in kleur en leven, in ontwikkeling en karakter, in taal en zede, moesten toch vooral zoo goed en zoo kwaad als dat ging er Westersche manieren op gaan nahouden en in precies dezelfde kwesties belana stellen als wij hier in ons vaderland of het verdere West-Europa. Dat dit dwaasheid was, en dat het toch ook nooit de bedoeling van het evangelie of van Christus zelven kon zijn geweest om op dusdanige alleen uiterlijke (en juist door dat uiterlijke zoo gevaarlijke en bezwaarlijke) wijze de menschen om te zetten, drong tot ons voorgeslacht slechts noode door. Men scheen eigen formatie en liturgie, eigen kerkvorm en qewoonten zoo uitnemend en zoo noodzakelijk te achten, dat men niet rustte voor men den Oosterling ook had gereformeerd, niet tot een wezenlijk Christen allereerst, doch allereerst tot een mensch, die een Westerling leek (en in- tusschen een Oosterling bleef1 Bij een diepgaande, driedaagsche be- spreking tusschen de verschillende zen- dingscorporaties, die in Indie werken hier is natuurlijk Engelsch-Indie be- doeld is door Stanley Jones onder meer ook de vraag opgeworpen: wat men nu eigenlijk door zijn werk trachtte te bereiken en welk doel men zich had ge- steld. Er werd nadrukkelijk vastgesteld, dat men het Oosten niet wenschte te ver- westerschen. men was algemeen bezield met de ernstige begeerte om Indie haar eigen ziel te laten behouden en er niet de bleeke copie van iets anders van te ma ken. Alleen als Indie zichzelf blijft, zoo voelde men en dat sprak men ook uit, kan Indie scheppend werk gaan doen. Al die mannen en vrouwen, die in dit werk bezig zijn met zoo heel veel opoffering en zelfverloochening. spraken het onomwon- den uit, dat zij uit het diepst van hun hart hoopten, dat Indie de kostelijke erfe- nissen van het verleden niet te loor zou laten gaan. omdat dit voor de heele menschheid een verlies zou beteekenen. Een van de beste dingen van die erfenis was Indie's liefde voor eenvoud. De Europeesche beschaving is langzamer- hand zoo verbazend gecompliceerd ae- worden en eischt daarom zoo ontzaglijk „Schaam je je voor me?" „Nneen", protesteerde hij. ,,Heb je thuis over me gesproken?" ,,Neen, waarom?' ..Dacht ik al!" zei Annabelle. ,,Zeg, wie is die aardige man, die me thuis ge- biacht heeft? „Een vriend", antwoordde Kane voor- zichtig, ,,maar hij had zich niet met de zaak moeten bemoeien. Ik heb het hem nooit gevraagd." „Is hij rijk?" ,,Ik ik weet het niet." Annabelle dacht eenigen tijd na. ,,Je komt bij mij niet verder, door de zaak door je vrienden te laten opknap- pen", merkte ze op. „Het kan me niet schelen, al zijn ze nog zoo deftig. .Wat ben je eigenlijk van plan? Mij aan den dijk zetten?" Ze zei het onomwondener dan Kane had willen doen, maar hij begreep, dat hij de gelegenheid niet voorbij moest laten gaan. Hij dacht nog steeds aan zijn fa- milie t veel van lichaam, geest en ziel. Hierdoor gaan de belangrijkste dingen te loor. In die heeft den eenvoud nog, en heeft nu juist ook de boodschap- van dien eenvoud te brengen, waar de wereld zoo diepe be- hoefte aan heeft. Verder wenschten ook al die zendelin gen, die daar nu ook fens in een Tafel ronde' samen waren, zich strikt te ont- houden van wat wij l. t een term zouden kunnen noemen: imp'rialisme. Zij wil- den zich ook niet geven voor geestelijk imperialisme, een heerschen over de zie- len van anderen, een ..heerschappij voe- ren over anderer geloof". zooals Paulus dat noemde. Neen. zij voelden dit im perialisme juist als een sterke verzoding, die als een adder verborgen ligt onder het gras, en waartegen een mensch daar om te alien tijd op zijn hoede dient te zijn. Als daarmede direct verband houdend, verwierpen zij ook het verlangen om an dere godsdienstige stelsels te ..overwin- nen" om daardoor zoo mogelijk het supe- rioriteitsgevoel van een bepaald volk te bevredigen. Opgemerkt werd, dat geen van al die, toch sterk overtuigde Chris tenen het nu zoo heel belangrijk vond, indien de eene godsdienst een triomf zou behalen over een ander. Men voelde wel, dat dit zou kunnen gebeuren, terwijl men toch intusschen niet zoo heel veel dichter bij zijn doel kwam. En evenmin voelde men voor een nieuwe organisatie naast de bestaande Hindoesche en Mohamme- daansche groepen. In het getal ligt toch de grootste kracht niet; men wenschte iets, dat veel dieper ligt. Daarom voelde ook niemand en dit was zeker een heel sterk en merkwaardig verschijnsel er behoefte aan om aan Indie een com plete geloofsbelijdenis aan te bieden en hun kortaf te zeggen, dat zij dit alles nu maar hadden aan te nemen of te yerwer- pen. Neen, men meende, dat Indie even- veel recht heeft als het Westen om zelf te zoeken naar den besten vorm van een Christelijke gemeenschap, en men hoopte en verwachtte daaroii, dat Indie weer een anderen kant van den universeelen Christus i naar voren zou weten te bren gen. Zoo is dus Stanley Jones wel heel ruim van begrip en praktijk, maar daarnaast staat bij hem tegelijkertijd toch ook een zeer positieve geloofsovertuiging. Wat in al zijn opmerkingen echter wel sterk treft. is dit, dat hij het er met zijn geloof in Christus op waagt tegenover iedereen, zonder dat hij ook maar tot eenig ander redmiddel de toevlucht tracht te nemen. En daarom legt deze zendeling dan ook zoo groot gewicht op wat hij noemt het ,,vertolken" van het Evangelie. Christus zoo zegt hij moet worden vertolkt. Trouwens, is niet het Evangelie zelf ook een vertolking, een vertaling, een onder-woorden-brengen van de spraak der eeuwigheid in de taal des tijds Er is gezegd, dat, toen Dante sprak, het z wij gen van tien eeuwen werd verbroken. In Jezus echter werd ..het eeuwig zwijgen verbroken. en toen kre- gen wij het evangelie. Stanley Jones erkent eerlijk, dat hij ontzaglijk veel heeft geleerd van de tol- ken. die hij wel gedwongen is te gebrui- ken op al zijn reizen door de vele taal- gebieden van Indie. Het is hem niet zel- den cverkomen, dat zoo n tolk daar niet ging staan om een sobere vertaling zon- der-meer te geven van de boodschap van den zendeling, maar het hem er alleen om te doen scheen een demonstrate te geven van eigen knapheid. ,,Ach", klaagt Jones, en daarbij blijkt dan aanstonds, dat hij van dezen tolk geleerd heeft, hoe het niet moet, .,hoe vaak wordt het evangelie veranderd in een ten toon spreiden van de geleerdheid van den spreker En de blijde boodschap wordt daardoor vermoord. Een andere tolk deed juist het omge- keerde. De zendeling merkte al gauw, dat zijn woorden correct waren, maar banaal en droog. Het was als het spre ken in een grammophoon. de woorden werden wel gereproduceerd. maar sner- pend, met een metalen klank. Dat hielp ook niet, en werkte niets uit. Een derde tolk was een officieele. Chi- neesche vertaler, een ambtenaar, en niet- Christen. Het was wel heel vriendelijk van dien man om den zendeling van dienst te willen zijn, maar iedereen voel de, dat hij er niet in was. hij bleef amb tenaar. En in dezelfde lijn lag wat een tolk uithaalde, die de eiaenaardige, ty- pisch-Amerikaansche uitdrukkingen, die de zendeling gebruikte, niet begreep, of een ander, die hoorde zeggen: „Als gij dit doet, zult gij tot de victorie komen' en die toen vertaalde (terwijl de genoem- de koningin al jaren geleden gestorven was!): ,,Zoo gij dit doet, zult gij een van de soldaten van Koningin Victoria wor den". Jones vertelt in dit verband, hoe hi) aan Amerikaansche universiteiten niet zelden theologische professoren heeft ge- hoord, die nog dapper veldslagen lever- den, die al lang waren beslecht, m. a. w. vochten tegen stelsels, die al lang hadden afgedaan. De strijd was verplaatst naar een heel ander gebied, en zij vochten nog altijd maar door in de achterhoede, ter wijl de godsdienst zelf worstelt met levende problemen. Waren de leiders te Jeruzalem in de dagen na Jezus ook niet aan het werven voor een doode zaak, ter wijl Paulus het type is van den tolk van Christus, die worstelt met problemen, waarbij het gaat om leven en dood Laten we tenslotte ook nog mogen i oververtellen. hoe ergens een tolk aan het woord, dat hij had over te brengen, een politieke kleur gaf Hij misbruikte het woord van den zendeling voor eigen staatkundige doeleinden. Maar door dit doen gaf" deze tolk aan Stanley Jones weer een ernstige les: hoe dikwijls, zoo ging deze zich afvragen hoe dik- wijls zijn onze bedoelingen bij het ver- kondigen van het evangelie niet even on- zuiver De menschen luisteren dan wel naar onze woorden. maar zij hooren on- dertusschen een ondertoon. die afleidt en verwart. Is een man, die zoo voelt en schrijft en werkt, niet waard, dat men naar hem luistert INGEZONDEN MEDEDEELTN GEN. die D. E. Heerenbaai rookt om eens Uw pijp te mogen stoppen met zijn tabak. Haar heerlijke gem en zachte smaak zullen U. voor goed dit merk doen kiezen. ECHTEFRIESCHE Melange van rijpe tabakken. %eeds oanaf 50 ct. per pond 20 ct. per om - 10 ct. per ons medaille, welke wordt uitgereikt voor een periode van vijf jaar aan het station, dat in die vijf jaar de meeste reddingen heeft verricht. De vorige maal was dit Ter- schell'ing, thans viel die eer aan Den Helder te beurt. In totaal is de reddings- boot negentien maal uit geweest. waarbij 114 menschen werden gered. De plech- tigheid geschiedde in tegenwoordigheid van het bestuur der N. en Z. Ho'll. Red- dingmaatschappij. het gemeentebestuur van den Helder, het plaatselijk bestuur der maatschappij, de schippers der red- dingboot en -vletten met de bemannin- gen. De heeren Bot, schipper der motor- reddingboot ,,Dorus Rijkers en Van Dok voorzitter der Vereeniging ,,Moed, Vol- harding. Zelf opoffering" spraken woor den van dank. IN VIJF JAAR HONDERDVEERTIEN MENSCHEN GERED. Ten stadhuize van Helder had Dins- dagmiddaq de uitreiking plaats van de door de N. en Z. Holl. Reddingsmaat- schappij 'besdrkbaar gestelde de Ruyter- TER NEUZEN, 19 OCT. 1928. POST EN TELEGRAFIE. Benoemd met ingang van 1 Nov. a.s. tot telefoniste aan het P. T. T. kantoor te Sas van Gent mej. M. t Gilde te Ter Neuzen, voorheen tijdelijk. DE ZIEK EN H UISK W EST IE TE VLISSINGEN. Bij vermelding van de bij het Bestuur van ..Bethesda" ontvangen gift van f 250.000, waardoor binnenkort zal wor den overgegaan tot het maken van plan- nen en tot den bouw van een Protes- INGEZONDEN MEDEDEELINGEn' I is het gewone gezegde. als men zich heeft gesneden, gestooten, gebrand, geklemd of geschramd. Die verzacht, zuivert en er blijven geen litteekens. i ..Behalve als het op familie aankomt. Daarvoor laat je me schieten. Je denkt zeker, dat je me kan nemen en van me kan afzien, alsof ik een oude krant was in een tram!" Hij voelde, dat het makkelijker geweest zou zijn, als ze tegen hem was uitgeva- ren, maar hoewel Annabelle precies zei, waar het op stond, verloor ze geen oogen- blik haar zelfbeheersching en hierdoor werd Kane uit het veld geslagem Te begrijpt me niet, Annabelle zei hij, !,Wat mij betreft is alles in orde. maar ik moet aan mijn familie denken.' „En ik moet aan Annabelle denken. Hoe weet je, dat ik niet in den smaak zou vallen?" ,,Dat is het eigenlijk niet. We hooren niet bij elkaar; daar komt het op neer. ,,Kwestie van temperament he?", peins- de Annabelle. „Dat klinkt niet eerlijk. Wat laat je eigenlijk in den steek je liefde of je moed?" (Kane antwoordde niet. Hij dacht aan zijn familie op Kilbourne Heights. Anna- Ik heb zoo'n idee, dat we niet bij el- belle's gedachten vertoefden Ook op Kil- t. 1 D 1mmr rsiot Kii H O h(>WA- kaar passen", zei hij langzaam. „Begrijp me niet verkeerd, Annabelle. Je weet wel. hoe ik het bedoel. Ik voel ,.0, heusch? En wat denk je, dat ik voel?" ..Ik dacht misschien, dat jij hetzelfde zou voelen." ,,Zie ik er onnoozel of versuft of zoo iets uit?" ,,Neen, natuurlijk niet. Alleen ze zouden me thuis nog te jong vinden Hij zweeg plotseling, bewust, dat hij zich bijna versproken had. ,,Wat bedoel je? Ben ik zoo een anti- quiteit?" vroeg ze. Misschien ben ik ouder dan jij, maar ik heb een hoop meer fut." ,,Jij jij bent best", zei hij flauw. bourne Heights, maar niet bij de bewo- ners. Het huis, het land, de weelde ston- den haar levendig voor den geest. Op haar manier was ze verstandig. Ze overzag meestal dadelijk den toestand. Als ze de flair had dadelijk den Achilles- hiel te ontdekken, dan kwam het doordat ze het noodgedwongen geleerd had. Ze wist, wanneer ze „afgepoeierd werd en wat ze in zoo een geval doen moest. ,,Je maakt het dus af vroeg ze. Afmaken?" vroeg hij benauwd. „Maar Annabelle we zijn immers nooit verloofd qeweest." ..Alleen maar een innige vnendschap, zdccr? Kane knikle. Op het oogenblik kon hij geen betere benaming bedenken. ,,Ik heb brieven van je" zei ze naden kend. ..Annabelle." ,.Het is toch zeker zoo? ,Maar je zult toch niet Zijn stem verzwakte. Wat Annabelle al of niet weten- 1. u u ..lk heb dorst zei ze plotseling. ..Heb gedanst. Haal een glas water voor me. Ik moet nadenken en zal hier blijven zitten." Ze stapte in den wagen en trok haar cape vaster om de bloote schouders. Kane verdween in de richting van het hotel, blij over het uitstel. Hij was niet van plan met het water te verschijnen, voordat hij kalm nagedacht had. Annabelle was hem te slim af. Ze zei maar wat, natuur lijk, naar toch vond hij het onpleizieriq. Hij had bijna spijt, dat hij niet alles aan Rawlins had overgelaten. 1 Toen hij twintig stappen van de auto verwijderd was, hoorde hij een welbekend geluid en keek om. Annabelle had den motor aangezet en zette hem in de eerste versnelling. ..Annabelle!" riep hij. Daarna zette hij het op een loopen, maar hij was een paar meter achter. De qroote auto gleed weg en was weldra buiten zijn bereik. Annabelle wuitde hem goeden dag, zonder om te kijken. afgezien ze zich daar weinig mee ophield, kwam het er niet zooveel op aan. Verschillende keeren had ze den weg gereden bij dag. zoodat ze vastberaden en snel te werk ging. Ze hield de cape stijf tom z'ch been en stuurde met een hand, van plan was, kwam hij niet te j maar dit hinderde haar niet, want het stuur van de auto luisterde heel nauw- keurig. Annabelle toefde niet in de dorpen of de stad. Met de motorpolitie had ze veel geluk, want ze had niet eens de sensatie achtervolgd te worden. Alles ging even gemoedelijk, uitgezonderd de snelheid: maar Annabelle's geest was te druk be zig om zich met dergelijke kleinigheden bezig te houden. „Hij wil me dus den bons geven bleef ze bij zichzelf herhalen en besloot haar overpeinzingen: Wacht maar tot ik met hem afgerekend heb! Ik zal hem wel eens laten zien of ik rechten heb!' Ze herinnerde zich precies de plaats, waarover Kane gesproken had. Er waren twee steenen leeuwen aan weerszijden van den ingang. Ze had ze s middags nog gezien. hoewel ze ze toen alleen be- schouwd had als kunstvoorwerpen. De leeuwen waren niet moeilijk te vinden, want de lampen verspreidden een grooten lichtbundel en Annabelle zag scherp. Ze reed tusschen de beide liggende beelden door en volgde voorzichtig een oprijlaan, die naar een groot donker huis voerde. Er stonden nog twee auto's in de duisternis en ze onderscheidde de gedaan- ten van de slapende chauffeurs. Anna belle wist niet precies waar de heer Kil bourne zijn auto verwachtte. Voorzich- tigheidshalve zette ze haar dus dicht bij de voordeur. XXIII. Annabelle reed als wist ze precies, waarheen ze ging en waarom. Het was ook duidelijk, dat ze nu profiteerde van haar kennis met alles om te gaan, dat op een auto leek, 's Avonds had ze gelegen heid genoeg zich te oefenen op alle mo- qelijke merken. Van den motor en de handremmen wist ze niet zooveel af, maar Wordt vervolgd.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1928 | | pagina 1