Ter Neuzensche Courant Tweede Blad. Maandag 24 Sept. 1928. No. 8276. GEMEENTERAAD VAN AXEL. VAN KAMEK VAN KOOPH. EN FABR1EKEN VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN TE TER NEUZEN. (Slot.) Het jaarverslag en de vlascommissie. Naar aanleiding eener opmerking over het werk der Staatscommissie voor vlasbewerking, in het jaarverslag, heeft de Minister van Bin- nenlandsehe zaken doen opmerken, dat de leden-regeeringsambtenaren geen opdracht hadden zich in een af anderen zin uit te spre- ken, en dus alleen hun eigen opvattingen heb- ben geuit. Hij verzocht dit te rectificeeren. Het Bureau heeft daartegen natuurlijk geen bezwaar, doch meent, dat het verschil in de practijk niet zoo groot is. Indien bij de be- spreking eener kwestie leden-regeeringsambte naren mededeelingen doen omtrent een be- staan of een vermoedelijk standpunt der regee- ring, is dit uiteraard van grooten invloed op de verdere besprekingen en op de te nemen be- slissingen, waarvan het gevolg kan zijn dat overigens zeer gewenschte stellingen of wen- schelrjk geachte maatregelen niet doordringen tot de regeering of den verantwoordelijken Minister. Deelncming aan de Jaarsbeurs te Utrecht. Naar aanleiding van een verzoek van den heer J. H. A. Schuurs te Sas van Gent, die zich daarvoor heeft geinteresseerd, om de tus- schenkomst der Kamer voor een vertegenwoor- diging van Zeeuwsch-Vlaanderen op de Neder- landsche Jaarbeurs te Utrecht, gaf het Bureau te kennen, dat van harentwege voor eenige jaren ook reeds is getracht daarvoor bij de industrie belangstelling te wekken, doch zon- der gevolg. De vertegenwoordiging bleef zich alleen bepalen tot die van den heer E. Locke- feer te Hulst, die daarmede de eenige exposant is nit de geheele provincie Zeeland. Er blijkt hier dus weinig belangstelling of behoefte. Niettemin wil het nogmaals een poging wagen en vroeg daarvoor machtiging der Kamer. De heer Van 't Hoff bepleitte het verleenen van subsidie aan personen die zouden willen exposeeren, doch voor wie de kosten te hoog zijn. Hjj meent dat er alle aanleiding is de in dustrie in dat opzicht te steunen. Hiertegen werd aangevoerd, dat de Kamer bezwaarlrjk aan particulieren steun kan ver leenen in het bedrijven hunner zaken. lets an- ders is het, indien een collectieve inzending zou worden samengesteld, die de streek zou demon- streeren, op de wijze zooals dit met de Indische inzending het geval is. De heer Van Melle is van oordeel, dat de Kamer daaraan geen financieelen steun kan verleenen, doch kan er zich wel mee vereenigen, dat het Bureau zijn bemiddeling verleent, doch kan er zich wel mee vereenigen, dat het Bu- dai het Bureau zijn bemiddeling verleent om eventueel een inzending bijeen te krijgen. De belanghebbenden moeten, in het belang hunner zaak. zelf de kosten dragen. Het voorstel van het Bureau werd aange nomen. Rijksdaaldersbons. Bveneens werd aangenomen het voorstel van het Bureau om steun te verleenen aan het ver zoek der Kamer te Haarlem tot behoud der rijksdaaldersbons, liever echter nog invoering ▼an 5 guldensbons. Filmpropaganda voor Zeeuwsch-Vlaan deren. Voorts werd aangenomen het voorstel van het Bure&u om het te machtigen te onderzoe- ken of bij industrieelen en gemeentebesturen in Zeeuwsch-Vlaanderen in beginsel voldoende be langstelling bestaat voor het laten vervaardi- gen eener film ter propageering van Zeeuwsch- Vlaanderen, zulks naar aanleiding van een schrijven van de Vereeniging „Nederlandsch Fabrikaat". Het Bureau zou in een dergelijke film een uitnemend reclamemiddel zien voor de streek. Aangezien echter naar schatting met 1000 M. film niet zal kunnen volstaan en de kosten op f 2 per M. komen, zijn de kosten niet onbeduidend, al is het wellicht mogelijk die door algemeene medewerking bijeen te bren gen Het resultaat zou, naar te verwachten is, de uitgaaf wettigen. Tarief voor telegramadres. Ben bezwaar van de Kamer te Waalwijk tegen het tarief voor telegram adres werd voor kennisgeving aangenomen, op grond dat de regeling in het gebied der Kamer geen bezwaar ondervindt. Onderwijs in 7e leerjaar. Kveneens werd voor kennisgeving aange nomen een schrijven van de Kamer te Veendam betreffende specialiseering van het onderwijs op de lagere school in het 7e leerjaar. Naar de meening van het Bureau, waarmede de Kamer zich vereenigde, moet het onderwijs op de la gere school, ook in het 7e leerjaar, er toe strek- ken. dat de leerlingen voldoende algemeen ontwikkeld worden, om, daarmede toegerust, faun verder leven in verschillende richtingen aan te vangen. Kade.n van Beroep. Steun zal worden verleend aan de bezwaren door verschillende Kamers bij de Tweede Kamer ingediend met betrekking tot het wets- ontwerp omtrent de nieuwe samenstelling der Raden van Beroep, waarbrj ook de secretaris i flksambtenaar zou worden, hetgeen, in ver band met de rechtszekerheid van en het ver- trouwen bij het publiek niet gewenscht geacht wordt. Adres Droglstenbond. Adhaesie zal worden betuigd met een door den Drogistenbond tot den Minister van Ar- beid gericht verzoek betreffende de toepassing van art. 30 der Wet op de Artsenijbereidkunde en de samenstelling der commissie welke advi- seert over de lijst van chemicalien die door anderen dan apothekers alleen bij groote hoe- veelheden mogen worden afgeleverd. Chemica lien die zelfs gewoon in de huishouding worden gebruikt en verschillende huismiddels: als aspi- rine. salmiakpastilles, vaseline, kinawijn, boor- zalf, Emserzout, zuiveringszout, ammoniak e.d. komen op die lijst voor. De Bond schrrjft dit toe aan de eenzijdige samenstelling van de ad- viescommissie die op den uitzondering na uit apothekers of oud-apothekers bestaat. Aangezien dit vooral van het platteland, waar slechts enkele apotheken gevestigd zijn, van beteekenis is, kwam het aan het Bureau gewenscht voor den gevraagden steun te ver leenen. Rondreisbiljetten op de Nederl. spoor- wegen. Steun zal worden verleend aan het verzoek der Kamer te 's Hertogenbosch aan de Neder- landsche spoorwegen om telken jare goedkoope rondreisbiljetten beschikbaar te stellen, zooals dit thans tijdens de Olympische spelen is ge- schied, en ook in het buitenland gedaan wordt, De Kamer acbt het niet onmogelijk, dat dit het reizen in Nederland van uit deze grens- streek zeer zou bevorderen. Aanbrengen vail gewicht of maat op verpakte artikelen. Van den Nederlar.dschen Grossiersbond is ingekomen een afschrift van een verzoek aan den Minister van Arbeid, Handel en Nijver- heid, tot het invoeren van wettelijke voorschrif- ten houdende de verplichting tot het aangeven van de netto-maat of het netto-gewicht op verpakte artikelen, zulks in het belang van den reeelen handel. Het invoeren van dergelijke maatregelen komt aan het Bureau voor te zijn een uitbrei- ding van het bestaande, aangezien van rijks- wege thans reeds toezicht wordt gehouden op maten en gewichten, hetgeen ook als een be- scherming van het publiek moet worden be- schouwd. Het stelde daarom voor deze poging te steunen, waartoe met algemeene stemmen besloten werd. Winkelsluitingswet. r Me. betrekking tot hot wetsontwerp op de Winke sluit'ng bleek thans dat de Kamer van advrts neeft gediend omtrent een vertrouwe- lijk toegezonden voor-ontwerp, en zich daarbij cp het standpunt heeft gesteld dat een derge lijke regeling voor het platteland, waartoe het geheele gebied der Kamer te rekenen valt, on- noodig is, en dat dit, door de nabrjheid der grens een nieuwe belemmering zal worden voor den middenstand en de concurrentie zal ver- zwaren. Dit zal het meest tot uiting: komen in de plaatsen in de onmiddellijke na'oijheid der grens. In verband met, de maatregelen betref fende Zondagssluiting is gewezen op het ge- bruik in Katholieke plaatsen van het winkelen in den Zondagvoormiddag door de menschen van den buiten, die dan tevens de Kerk bezoe- ken. Hieromtrent is thans een oplossing te vin- den door de vrijheid die aan de gemeenteraden wordt verleend om, in verband met bijzondere omstandigheden, onder goedkeuring van de Kroon afwijkingen toe te staan. Ook is tege noetgekomen aan het bezwaar der Kamer dat in sluitingstijd alleen mocht ge- leverd worden aan binnenkomende schepen. Er is op gewezen, dat die vrijheid ook behoorde verleend te worden voor uitgaande, of door- gaande schepen, hetgeen voor de plaatsen met scheepvaartverkeer, als met name Ter Neuzen en Sas van Gent beslist noodzakelijk is. Overeenkomstig het voorstel van het Bureau werd besloten de bezwaren die bij de Kamer tegen het invoeren dezer wet bestaan, en die indertijd ter kennis van den Minister van Ar beid, Handel en Nijverheid zijn gebracht, thans ook ter kennis van de Tweede Kamer te bren- gen. Begrooting voor 1929. Vastgesteld werd de begrooting voor den dienst 1929, in ontvangst op 8242,05, met een geraamd voordeelig saldo van 93,90. De heer Van 't Hoff heeft bezwaar, dat een steeds stijgend stamkapitaal wordt vastgelegd. Hij acht het niet noodzakelijk, dat het tegen- woordig geslacht spaart voor het nageslacht, waarom hij voorstelde het bedrag der bijdra- gen met 20 te verminderen. De heer Neeteson merkte op, dat dit niet toe- gelaten is; die heffing is bij de wet geregeld. De Secretaris wees er op, dat, indien een dergelijke handeling mogelijk was, de inkom- sten met ongeveer 1200 zouden verminderen en het kleine saldo dus zou worden omgezet in een tekort van 1100, waardoor de Kamer de jaarlijksche kosten niet zou kunnen bestrij- den. De bedoeling, die bij de Regeering heeft voorgezeten tot het vormen van een stam kapitaal der Kamers schijnt te zijn deze finan- cieel zoo krachtig te maken, dat ze mettertijd daadwerkelijk de belangen van handel en in dustrie kunnen bevorderen door het in 't leven roepen van stichtingen, voor b.v. bevordering van handelsonderwijs e.d. De heer Van 't Hoff zou, als er dan niets af kan, maar willen zorgen, dat het dan terstond ten bate van handel en industrie komt, door het verleenen van ruimen steun, indien dat ge- vraagd wordt. De wegen in Zeeuwsch-Vlaanderen. Een waterleiding. Kanaalaanleg. De heer Van Melle bepleitte bij de omvraag een verzoek te doen aan de bevoegde autori- teiten voor het verkrijgen van wegenverbete- ring. Een goed wegennet acht hij voor Weste- tijk Zeeuwsch-Vlaanderen van zeer groote be teekenis. Hij erkent, dat men door den aan- leg van een kanaal een goedkoope verbinding zou krijgen, doch hij zou niet te veel op eens willen vragen omdat men dan te minder kans heeft iets te krijgen. In de tweede plaats stelt hij de vraag, of de Kamer niets kan doen tot bevordering van het tot stand komen der waterleiding. Zal de in dustrie in Zeeuwsch-Vlaanderen tot bloei kun nen komen, dan is deze dringend noodzakelijk, aangezien de stichting van fabrieken thans alleen mogelijk is langs het kanaal Gent -Ter Neuzen. Waar overigens niet zoo grif steun verleend wordt, was die er wel voor een waterleiding, doch die is jammer genoeg door de bevolking niet aanvaard, want hij vreest, dat dit een on- gunstigen indruk zal maken. De heer De Feijter sluit zich, voor wat ver- betering der wegen betreft aan b(j het betoog van den heer Van Melle, doch wat de water leiding betreft heeft hij bezwaar, dat men aan de ingezetenen de verplichting tot aansluiting wil opleggen, laat ze het dan liever laten. Eigenaardig is het ook, dat de regeering juist steun wil verleenen voor iets dat de be volking blijkbaar niet wil, en zoo uiterst traag voor de zaken die men wel wil. De wegbelas- ting is zeer beteekenend en het aantal kilo meters waarover men hier in Zeeuwsch-Vlaan deren beschikken kan gering, maar met het in orde brengen dier wegen gaat het niet vlug. De heer Catsman sluit zich voor wat de wegen betreft ook aan bij het betoog van den heer Van Melle, maar wil, zooals hij reeds te kennen gaf het kanaal niet laten passeeren. De geheele streek zou daarmede gebaat zijn en vele overladingen worden voorkomen; hij geeft toe, dat het wel lang zal duren eer dit er komt, te meer, waar nog geen eenstemmigheid daar- omtrent bestaat in de streek zelf. Hij is het ook eens met den heer De Feijter betreffende de verplichte aansluiting aan de waterleiding. Hij zou graag zien, dat deze er kwam, maar door de verplichte aansluiting wordt z.i. een te zware last gelegd op den ar- beidenden stand. De heer Van Melle voert hiertegen aan, dat zoo'n groot werk, dat in het algemeen belang is te achten niet zonder algemeene medewer king tot stand kan komen en acht het zeer aanvechtbaar, dat de kleine man daardoor het meest gedrukt zou worden. Hoeveel maat regelen in het algemeen belang zijn niet ge- grond op een wettelijke verplichting, omdat er anders niets van komen zou. De heer Van Waesberghe deelt mede, dat er goed vooruitzicht bestaat, dat er binnen af- zienbaren tijd in Zeeuwsch-Vlaanderen een stroo-cartonfabriek zal gesticht worden. Die tot stand koming is echter afhankelijk van de stichting eener waterleiding, blijft die achter- wege, dan kan er ook geen sprake zijn van de stichting eener fabriek. De heer Catsman is van oordeel, dat, als de verplichting zou vervallen meer gemeente besturen dan thans geneigd zullen zijn tot me dewerking. Indien bovendien zoo'n waterlei ding zoo goed is, en men overtuigd is, dat ten slotte alien toch aansluiten, waarom dan de v aterleiding niet gesticht zonder verplichting De heer De Feijter sluit zich hierbij aan en wrjst op het leveren van gas, door de gemeente Axel in Ter Neuzen, Men is daartoe ook over- gegaan zonder naar verplichting te vragen en de ingezetenen sluiten aan. De heer Van Waesberghe stelt voor, tot de gemeentebesturen een verzoek te richten de tot stand koming der waterleiding te willen be vorderen, zonder zich uit te spreken omtrent de wijze waarop. Dit voorstel ondervindt van verschillende zijden steun. De heer Van 't Hoff gelooft, dat de bevol king van Zeeuwsch-Vlaanderen wel voor 90 vodr een waterleiding is, maar de kwestie is voor hoeveel men het koopen moet. Het be zwaar is, dat de prijs te duur is. De Voorzitter merkt thans op, dat er op dit oogenblik feitelijk geen adres bestaat waar- heen de Kamer zich wen den kan. De vennoot- schap is opgericht, doch de werkzaamheden zijn opgeschort en een commissie van onder- zoek is benoemd. Niemand kan in dit stadium invloed op den gang der zaak uitoefenen. Naar hij vemomen heeft zal de commissie bin- nenkort samenkomen om het rapport vast te stellen. Wat de prijs betreft daarop zou het Weste- lijk deel van Z.-Vlaanderen veel invloed kunnen uitoefenen, door een ruimere aansluiting. Deze is daar thans zeer gering. De Secretaris geeft in overweging het Bu reau te machtigen in het belang der waterlei ding op te treden zoodra de gang der zaken dit mogelijk zal maken. Den voorstanders van het tot stand komen eener waterleiding kan er echter met nadruk op gewezen worden, dat zulks zonder het verplichtend stellen der aan sluiting onder bepaalde voorwaarden niet mogelijk is. Men moet zich dienaangaan- de geen illusies seheppen. De hoofdleidingen en wat dies meer zij moeten op voile capaciteit worden aangelegd, zoodat terstond het voile kapitaal in de zaak moet worden gestoken. Indien het aansluiten vrij wordt gelaten zal dit zoo langzaam gaan, dat het renteverlies der- mate stijgt, dat in de eerste jaren zou moeten worden geexploiteerd tegen een veel te hoog tarief, hetgeen aansluiting geheel onmogelijk zou maken. De electrische centrale te Ter Neuzen had indertijd na 3 jaar exploitatie nog slechts 75 aansluitingen. En wat de gasaan- sluiting te Ter Neuzen betreft, de ingezetenen die naar gas verlangden hebben zich terstond laten aansluiten en ondervinden daarvan het gemak. Dat waren echter, om het zoo eens te noemen de vooruit3trevenden. Indien de hem bekende gegevens nog geen verandering hebben ondergaan, is nog slechts ongeveer ddn derde der ingezetenen aangesloten. Wanneer zullen nu echter de overige twee derden, de menschen die het zitten af te wachten, aan gesloten zijn? De kosten, noodig voor het aanleggen eener waterleiding, gedogen derge lijke proefnemingen niet. Daarbij moet de deelneming, wil zij slagen, terstond zoo goed als algemeen zijn. Hij verneemt overigens geen onbescheidenheid te begaan, indien hij de verwachting uitspreekt, dat omtrent de water leiding billijker tarieven naar voren zullen komen. dan de thans uit het rapport der oor- spronkelijke commissie bekende, en dat dit veel van de bezwaren daartegen zal ondervangen. Ten slotte wordt het Bureau opgedragen in het belang der stichting van de waterleiding bij de gemeentebesturen op te treden zoodra het verloop der zaak daartoe de gelegenheid zal openen. De Voorzitter bespreekt daarna nog een en ander omtrent de wegen Hij wijst op de moei- lijkheden die zich daarbij voordoen. Er zijn gemeenten en polders die lange wegen hebben aangelegd, met het oog op de behoeften van het gemeentelijk verkeer, zijnde het vervoer van landbouwproducten enz., waarvoor ze ook voldoende zijn. Nu zijn er van die wegen welke vallen in de richting van het snelverkeer, Nu kan men z.i. de gemeenten en polders niet be- lasten met het in orde brengen van zoo'n alge- meenen verkeersweg. Er zal daarom over dit onderwerp nog heel wat beraadslaagd moeten worden, eer alles in orde is, nog afgezien van de omstandigheid, dat de provincie, die een aantal belangrijke verbindingswegen in het provinciaal wegenplan heeft opgenomen. niet alles tegelijk kan doen. Hij wijst er op, dat de rijkswegen aan deze zijde van den Braakman goed worden onder- houden. De weg van Ter Neuzen via Sas van Gent naar de grens is een mooie weg. Die van Sluiskil naar Axel, over de Sassing wordt naar hij meent ook goed in orde gemaakt. Omtrent de door de provincie uit te voeren verbeteringen deelt hij mede, dat de aansluiting van den verbindingsweg tusschen Oostelijk en Westelijk Zeeuwsch-Vlaanderen rechtstreeks naar IJzendijke, via de Pontebrug in 1929 zal tot stand komen. Dat zal een flinke verbete- ring zijn voor het wederzijdsch verkeer. Een en ander dient nog wel eens onder de oogen te worden gezien. .Hij vraagt of de Ka mer er genoegen mede neemt, dat het Bureau een en ander nog eens overweegt en nagaat de beste wijze om een en ander onder de aan- dacht der betrokken autoriteiten te brengen. Dan kan ook aan de kwestie van het kanaal eens de aandacht worden gewijd. Met algemeene stemmen wordt aldus be sloten. De Voorzitter sluit hierna de openbare ver- gadering. Vergadering van Donderdag 20 Sept. 1928, des voormiddags 10 uur. Voorzitter de heer F. Blok, Burgemeester. Tegenwoordig de leden: J. M. Oggel, A. E. C. Kruijsse, M. W. Koster, C. Th. van de Bilt, H. Wolfert, Ch. Claessens, A. Th. 't Gilde, F. Dieleman, J. de Feijter en P. de Feijter, be- nevens de Secretaris J. L. J. Maris. Afwezig de heer Ph. J. van Dixhoorn. De VOORZITTER opent de vergadering door het uitspreken van het gebedsformulier. Aan de orde komt: 1. Notulen. Burgemeester en Wethouders stellen voor de notulen der vergadering van 26 Juli 1.1. vast te stellen, zooals die in druk zijn verschenen. Met algemeene stemmen wordt aldus be sloten. 2. Ingekomen stukken. a. Het raadsbesluit van 26 Juli 1928, tot verkoop van grond aan de weduwe P. van HoeveVan Dixhoorn, voorzien van het bewijs der goedkeuring door Gedeputeerde Staten. Aangenomen voor kennisgeving. b. Het raadsbesluit van 26 Juli 1928, tot verkoop van grond aan K. J. van Drongelen, voorzien van het bewijs der goedkeuring door Gedeputeerde Staten. Aangenomen voor kennisgeving. c. Het verslag der Commissie van Werkver- ruiming over 1927 (door ons vermeld in het verslag der raadszitting te Ter Neuzen van 8 Aug. 1928). Het behelst ook een verzoek om een jaarlijk sche bijdrage van 5. Aangenomen voor kennisgeving. d. Een schrijven van de Wegencommissie van den A. N. W. B. en de K. N. A. C., naar aanleiding van het verzoek van het gemeente- bestuur om finantieelen steun voor wegsver- betering in de Oude Wijk dezer gemeente, waardoor een gevaarlijk punt zoude verbeterd worden, waarin wordt te kennen gegeven, dat de weg te weinig belangrijk is voor doorgaand verkeer, en zij daarom tot haar spijt van mee ning is dat er geen aanleiding is aan de bestu- ren voor te stellen een bijdrage voor verbete- ring van bedoelde bocht te verleenen. De VOORZITTER stelt voor dit schrijven voor kennisgeving aan te nemen en voor de verdere afwikkeling der voorgenomen verbete- ring op die plaats een voorstel van Burge meester in te wachten. Met algemeene stemmen wordt aldus be sloten. e. Een adres van K. J. van Drongelen, wo- nende Oude Wijk F 40, die daarin te kennen geeft, dat hij zich naar aanleiding van het in de vorige vergadering omtrent zijn verzoek tot grondaankoop genomen besluit genoodzaakt ziet zich nogmaals tot den raad te wenden, aangezien de door den raad bepaalde grond- prijs hem te hoog voorkomt, te meer waar het hier bebouwde grond betreft. Hij verzoekt den rg.ad hem dezen grond voor billijker prijs af te staan. Burgemeester en Wethouders meenen hun in de vorige vergadering aangenomen voorstel te moeten handhaven en stellen voor aldus te be- sluiten. De VOORZITTER voegt hieraan toe, dat het raadsbesluit door Gedeputeerde Staten, zooals uit de stukken bleek, reeds is goedgekeurd en dat Burgemeester en Wethouders reeds maat regelen wilden nemen om de acte te laten pas seeren, toen adressant met zijn nieuw verzoek kwam. Hij herinnert, dat de grond is verkocht tegen 2 per M2. De heer DIELEMAN is er in principe niet voor, eenmaal aangenomen besluiten te ver- nietigen. Hij vraagt echter, of het juist is, dat de scheiding juist midden in de woning van Van Drongelen valt. De VOORZITTER geeft te kennen, dat Van Drongelen inderdaad bij het bouwen van zijn woning te ver is gegaan en daarvoor een ge- deelte van den gemeentegrond heeft inge- nomen, Of- de scheiding juist in het midden ligt weet hij niet. De heer DIELEMAN: Maar dat zal hij toch niet hebben geweten. De VOORZITTER vermoedt dat ook. De heer DIELEMAN wijst er op, dat de man den grond nu wil koopen, en dat men in de be staande omstandigheid geen aanleiding mag vinden om voor den grond meer te vragen dan ze waard is. Hij zou ook niet graag zien, dat er een kwestie over ontstond. De VOORZITTER is van oordeel, dat dit niet het geval is. Hij ziet ook niet in hoe hierover een kwestie zou kunnen ontstaande gemeente heeft niets misdaan. De heer DIELEMAN wijst er op, dat men, als adressant den grond niet kocht, hem tot ontruiming zou moeten verplichten. Dan was er een kwestie. De VOORZITTER: Burgemeester en Wet houders en de raad komen hem tegemoet door den grond alsnog te willen verkoopen. De heer 't GILDE zegt, dat er in de vorige vergadering een misverstand heerschte bij een deel van den raad, dat men nl. niet wist dat de door adressant gevraagde grond bebouwd was, en dat dit van invloed is geweest op de beslis- sing over het voorstel van den heer Dieleman, om den grond te verkoopen voor 50, welk voorstel is verworpen met 6 tegen 5 stemmen. Naar spreker vernam, zou de heer Van Dix hoorn, die nu jammer genoeg niet tegenwoor dig is, zich hebben uitgelaten, dat hij anders zou gestemd hebben, als hij het geweten had. Er is in deze toch ook schuld van de zijde der gemeente. daar adressant toch niet aldus had kunnen bouwen, indien de betrokken ambte- naar de zaak goed had nagegaan. Hij is ook niet voor intrekking van genomen besluiten, maar zou toch gaarne zien dat adressant zoo billijk mogelijk behandeld werd, en wil in dit geval vragen, of het voorstel van den heer Die leman op grond van billijkheid niet andermaal in behandeling zou kunnen komen, in verband met het verzoek. De VOORZITTER gelooft niet, dat er een misverstand bestond, zooals uit de notulen blijkt, heeft hij wel degelijk meegedeeld, dat de grond bebouwd is. De heer OGGEL betoogt, dat adressant bovendien ook niet onbillijk behandeld is, aan gezien dezelfde prijs gevraagd is die gelden zal voor den naastgelegen grond, indien daar inge- volge het uitbreidingsplan der gemeente zal gebouwd worden. Er is dus door Burgemeester en Wethouders geen misbruik gemaakt van de omstandigheid dat adressant den grond reeds heeft bebouwd. Daarvan zou eerst sprake kun nen zijn indien op grond daarvan een hoogeren prijs werd geeischt. De behandeling is zoo bil lijk mogelijk. Met algemeene stemmen wordt overeenkom stig het voorstel van Burgemeester en Wethou ders besloten. f. Een adres van G. en J. Heijnsdijk, die daarin te kennen geven,: dat zij niet overeenkomstig de belofte van den gemeente-opzichter zijn behandeld, n.l. om op Zaterdag 14 Juli 1.1. 's morgens om 10 uur, gezamenlijk de vruchten te gaan schatten in r'en tuin, die door A. van 't Hoff voor S. Die leman is aangekocht om er een woning te bou wen, en verzoeken in dezen naar recht behan de d te worden. Er is nu maar door ondeskundi- gen uitgemaakt wat hen zal gegeven worden, Gaarne hadden zij dat de tuinen door tuinders. die hier genoeg in. Axel zijn, geschat warden en dat die zeggen wat de vruchten waard zijn en niet zoo maar op eigen houtje zeggen: dat krijgen ze en adressant daar voor niks te la ten komen zonder een gemeenteopzichter te zien. Hij is er blijven wachten van 9.45 tot 10.30 uur. De gemeenteopzichter rapporteert hierom trent het volgende: De heer A. van 't Hoff, daartoe aangewe- zen door den heer Dieleman, had met G. Heijns dijk af&espioken, om Zateidag 14 Juli op het verkochte terrein te zijn om de vergoeding voor de aldaar staande vruchten te regelen en verzocht mij bij deze bespreking tegenwoordig te wezen. Voor dien datum echter kreeg ik van Van 't Hoff een boodschap, dat deze dien dag verhinderd was en in de meening dat ook Heijnsdijk deze mededeeling had ontvangen, was ik natuurlijk niet aanwezig. Reei's eerder was ik viermaal aan huis ge weest van den pachter Jasp. Heijnsdijk en ver zocht twee maal even te willen komen om de vergoedingskwestie te regelen, zonder resul taat. Maandag 16 Juli vroeg Van 't Hoff mij even te willen gaan kijken naar de bedoelde vruch ten, daar Heijnsdijk een bedrag van gemrddeld f 2,50 per roede vroeg (bebouwd of onbebouwd) en hem dit te hoog voorkwam. Ik heb tosn als mijn meening uitgesproken dat ik de volg-ende prijzen billijk vond: voor aardappelen f 1,50 per roede, voor pas opkomende boontjes even- eens fl,50 en voor koolplantjes f 0,50 terwijl voor de reeds leeggehaalde grond geen ver goeding berekend is. Ook naar de meening van den tuinder M. Verstraten waren deze prijzen voldoende (deze schatte de aardappelen zelfs lager, op .fl,25). Het schijnt echter dat be doelde pachters steeds buitensporige eischen stellen, daar blijkbaar in een dergelijk geval, bij den bouw der Geref. pastorie, zich hetzelfde heeft voorgedaan. Ook thans is de andere pach ter P. de Feijter met de schatting zeer tevre- den. Het zij mij vergund er tevens op te wiizen dat de pachter Heijnsdijk steeds 29 roeden be- bouwt, terwijl hij er slechts 21% heeft gepacht. Burgemeester en Wethouders zijn, gezien het lapport van den gemeenteopz'ch .er van oor deel dat in deze de billijkheid is betracht door de vergoeding te bepalen op f 21 in- totaal, mede gelet op het feit dat een grootere oppervlakte is beteeld geworden dan volgens de gesloten overeenkomst gepacht is. Zij merken op, dat G. Heijnsdijk niet officieel als pachter bekend staat. Zij stellen voor, geen hoogere vergoeding voor tuinvruchten toe te kennen. De VOORZITTER deelt mede, dat de b;j verkoop van bouwgrond aan pachters uit te betalen vergoeding steeds onderhandsch door Burgemeester en Wethouders met hen wordt geregeld, behoudens beroep op den raad als hoogste instantie, bij gemis aan overeenstem- ming. Dat is thans het geval. Adressanten ach ten zich niet goed behandeld, doch Burgemees ter en Wethouders stellen voor het door hen als uitkeering vastgesteld bedrag te handha ven. Dat bedrag is billijk. De heer OGGEL voegt hieraan toe, dat de op den grond gekweekte groenten enz. nog door een tuinier zijn geschat en die gaf te ken nen, dat hij den door Burgemeester en Wet houders vastgestelden prijs zeer billijk vond. Adressanten zijn billijk behandeld en Burge meester en Wethouders kunnen geen aanlei ding v:nden hun standpunt te wijzigen. De heer P. DE FEIJTER zou van gedacht zijn dat een vergoeding van f 1 per roede wel te weinig is, maar in aanmerking nemende dat adressanten eenige jaren 7 of 8 roeden grond meer hebben gebruikt dan ze gepacht hadden, kan hij zich bij het voorstel wel neerleggen. Hi e komt dat eigenlijk, dat ze meer grond gebruikten dan waarop ze recht hadden. Be VOORZITTER kan dat thans niet met zekerheid meedeelen. In de eerste plaats, zegt hij, zijn d e oppervlakten niet zoo met een schaartje uit te knippen, mogelijk zijn er ook paaltjes verzet. De heer OGGEL vermoedt, dat het ontstaan is door verkoop van bouwgrond aan het bestuur der Geref. kerk, bij de vergrooting der pastorie. Mogelijk is daardoor een perceel tuingrond aan de pacht onttrokken, maar bleef daarvan een stukje liggen, dat adressanten daama zijn gaan bebouwen. De heer P. DE FEIJTER veronderstelt dat zooiets moet gebeurd zijn, aangezien anders andere pachters wel zouden gereclameerd heb ben, dat ze te weinig grond hadden. De heer DIELEMAN vraagt, of het in het vervolg niet goed zou zijn een tuinier als schatter te nemen. De VOORZITTER wijst er op, dat Burge meester en Wethouders er nu een tuinier bij hebben gehad, en deze het bedrag voldoende achtte. In den aanstaanden winter moet de grond weer opnieuw worden veipacht en Bur gemeester en Wethouders zijn voornemens dan aan den raad voor te stellen een vast bedrag per roede als schadeloosstelling daarin op te nemen. Dan worden dergelijke klachten gedu- peerd. Met algemeene stemmen wordt besloten over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. g. In de vergadering van 26 Juli 1.1. kwam in behandeling een voorstel van Burgemeester en Wethouders, om niet in te gaan op een ver zoek der commissie voor werkverruiming in Zeeuwsch-Vlaanderen, om een regeling in het leven te roepen tot het verleenen van een bij- slag op het loon aan patroons in het vlasserij- bedrijf, zulks ter beteugeling van de werkloos- heid in den winter. Als gevolg der besprekin gen werd besloten eene beslissing aan te hou- den en dit verzoek nog eens te stellen in han- den der plaatselijke commissie van advies in zake werkverruiming. Deze commissie geeft te kennen, dat de grondgedachte, in het adres neergelegd, de zelfde is als die welke deze commissie kenbaar gemaakt heeft in haar rapport d.d. October 1927. Evenwel strekken de financieele gevol- gen van dit verzoek zich verder uit. De com missie besloot dan ook na rijp beraad mede te deelen, dat zij dit adres niet aanneembaar acht, en daarom in overweging geeft het voor ken nisgeving aan te nemen. Op grond hiervan handhaven Burgemeester en Wethouders hun voorstel, dat met alge meene stemmen wordt aangenomen. 3. Verhaai wegens inkoop van pensioen. Van den Minister van Financien is de vol gende kennisgeving ontvangen: Ik heb de eer Uw aandacht te vestigen op artikel 20 van het wetsontwerp tot wijziging van de Pensioenwet 1922, dat thans ook door de Eerste Kamer der Staten-Generaal is aan vaard. Indien Hare Majesteit de Koningin in dit wetsvoorstel zal hebben bewilligd, zullen ingevolge genoemd artikel de lichamen, die destijds verzuimd hebben voor 1 September 1925 een besluit te nemen tot verhaai van bij- dragen wegens inkoop van diensttijd, bedoeld in artikel 137 der Pensioenwet 1922, daartoe tot 1 October 1928 gelegenheid hebben. Ook voor lichamen, wier ambtenaren of oud- ambtenaren voor 1 Januari 1926 de voor inkoop vereischte stukken niet bij den Pensioenraad hebben ingediend, blijft het nemen van een der gelijk besluit' van belang voor het verhaai op ambtenaren, die na 1 Juli 1925 zijn of worden herplaatst. Deze toch kunnen binnen 6 maan- den na den dag van ingang van hunne benoe- ming een verzoek om inkoop bij gemeld Col lege inzenden. Voor zooveel noodig deel ik U mede, dat be sluiten tot regeling van dit verhaai, geqomen tusschen 1 September 1925 en 1 Juli 1928 niet geldig zijn. Burgemeester en Wethouders stellen in ver band hiermede voor, van deze gelegenheid ge- bruik te maken en te besluiten tot verhaai van een gedeelte van de bijdrage voor pensioen wegens inkoop van diensttijd, bedoeld in art. 137 der Pensioenwet. De VOORZITTER geeft te kennen dat dit niet veel kapitaal zal opleveren, doch Burge meester en Wethouders meenen, dat zij, aan gezien de pensioneering voor de gemeente reeds zooveel kost, deze gelegenheid tot verhaai te moeten aangrijpen. De heer OGGEL merkt op, dat volge - art. 42 en 42a het verhaai ook zou kunnen plaats hebben op de ambtenaren benoemd voor 1922. De VOORZITTER zegt dat dit, voor zoover hen bekend is, niet meer kan. De heer OGGEL geeft te kennen dat elders al een dergelijk besluit genomen is. De VOORZITTER zou dit dan nog eens na- der willen onderzoeken, hetgeen de heer OGGEL opmerkt, dat niet mogelijk is, aange- z'en het besluit voor 1 October a.s. moet ge- wijzigd worden. Het wordt daardoor mogelijk ook ambtenaren die voor 1 Juli 1925 zijn be noemd en naar. elders ve/trokkea nog te treffen., De VOORZITTER merkt op, dat men toch maar alleen het verhaai kan toepassen voor zoover de bedragen niet reeds zijn betaald. De heer OGGEL wijst er op, dat het bedrag voor inkoop ook nog niet is betaald, aangezien de gemeenteraad besloot dat in annui'teiten te doen. Die loopen pas af in 1933. Dt VOORZITTER, die na inzage der wet de juistheid van den heer Oggel erkent, heeft geen bezwaar dat het voorstel van Burgemeester en Weihouders aldus gewijzigd wordt. Hij vraagt echter hoe de raad denkt over de kosten van het pensioen van een ambtenaar die b.v. voor een jaar op proef wordt aangesteld. Dat js eigenlijk in het belang der gemeente, niet in dat van den ambtenaar zelf.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1928 | | pagina 5