Ter Neuzensche Courant
Tweede Blad.
Maandag 24 Sept. 1928. No. 8276.
GEMEENTERAAD VAN AXEL.
VAN
KAMEK VAN KOOPH. EN FABR1EKEN
VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
TE TER NEUZEN.
(Slot.)
Het jaarverslag en de vlascommissie.
Naar aanleiding eener opmerking over het
werk der Staatscommissie voor vlasbewerking,
in het jaarverslag, heeft de Minister van Bin-
nenlandsehe zaken doen opmerken, dat de
leden-regeeringsambtenaren geen opdracht
hadden zich in een af anderen zin uit te spre-
ken, en dus alleen hun eigen opvattingen heb-
ben geuit. Hij verzocht dit te rectificeeren.
Het Bureau heeft daartegen natuurlijk geen
bezwaar, doch meent, dat het verschil in de
practijk niet zoo groot is. Indien bij de be-
spreking eener kwestie leden-regeeringsambte
naren mededeelingen doen omtrent een be-
staan of een vermoedelijk standpunt der regee-
ring, is dit uiteraard van grooten invloed op de
verdere besprekingen en op de te nemen be-
slissingen, waarvan het gevolg kan zijn dat
overigens zeer gewenschte stellingen of wen-
schelrjk geachte maatregelen niet doordringen
tot de regeering of den verantwoordelijken
Minister.
Deelncming aan de Jaarsbeurs te
Utrecht.
Naar aanleiding van een verzoek van den
heer J. H. A. Schuurs te Sas van Gent, die
zich daarvoor heeft geinteresseerd, om de tus-
schenkomst der Kamer voor een vertegenwoor-
diging van Zeeuwsch-Vlaanderen op de Neder-
landsche Jaarbeurs te Utrecht, gaf het Bureau
te kennen, dat van harentwege voor eenige
jaren ook reeds is getracht daarvoor bij de
industrie belangstelling te wekken, doch zon-
der gevolg. De vertegenwoordiging bleef zich
alleen bepalen tot die van den heer E. Locke-
feer te Hulst, die daarmede de eenige exposant
is nit de geheele provincie Zeeland. Er blijkt
hier dus weinig belangstelling of behoefte.
Niettemin wil het nogmaals een poging wagen
en vroeg daarvoor machtiging der Kamer.
De heer Van 't Hoff bepleitte het verleenen
van subsidie aan personen die zouden willen
exposeeren, doch voor wie de kosten te hoog
zijn. Hjj meent dat er alle aanleiding is de in
dustrie in dat opzicht te steunen.
Hiertegen werd aangevoerd, dat de Kamer
bezwaarlrjk aan particulieren steun kan ver
leenen in het bedrijven hunner zaken. lets an-
ders is het, indien een collectieve inzending zou
worden samengesteld, die de streek zou demon-
streeren, op de wijze zooals dit met de Indische
inzending het geval is.
De heer Van Melle is van oordeel, dat de
Kamer daaraan geen financieelen steun kan
verleenen, doch kan er zich wel mee vereenigen,
dat het Bureau zijn bemiddeling verleent, doch
kan er zich wel mee vereenigen, dat het Bu-
dai het Bureau zijn bemiddeling verleent om
eventueel een inzending bijeen te krijgen. De
belanghebbenden moeten, in het belang hunner
zaak. zelf de kosten dragen.
Het voorstel van het Bureau werd aange
nomen.
Rijksdaaldersbons.
Bveneens werd aangenomen het voorstel van
het Bureau om steun te verleenen aan het ver
zoek der Kamer te Haarlem tot behoud der
rijksdaaldersbons, liever echter nog invoering
▼an 5 guldensbons.
Filmpropaganda voor Zeeuwsch-Vlaan
deren.
Voorts werd aangenomen het voorstel van
het Bure&u om het te machtigen te onderzoe-
ken of bij industrieelen en gemeentebesturen in
Zeeuwsch-Vlaanderen in beginsel voldoende be
langstelling bestaat voor het laten vervaardi-
gen eener film ter propageering van Zeeuwsch-
Vlaanderen, zulks naar aanleiding van een
schrijven van de Vereeniging „Nederlandsch
Fabrikaat". Het Bureau zou in een dergelijke
film een uitnemend reclamemiddel zien voor de
streek. Aangezien echter naar schatting met
1000 M. film niet zal kunnen volstaan en de
kosten op f 2 per M. komen, zijn de kosten niet
onbeduidend, al is het wellicht mogelijk die
door algemeene medewerking bijeen te bren
gen Het resultaat zou, naar te verwachten is,
de uitgaaf wettigen.
Tarief voor telegramadres.
Ben bezwaar van de Kamer te Waalwijk
tegen het tarief voor telegram adres werd voor
kennisgeving aangenomen, op grond dat de
regeling in het gebied der Kamer geen bezwaar
ondervindt.
Onderwijs in 7e leerjaar.
Kveneens werd voor kennisgeving aange
nomen een schrijven van de Kamer te Veendam
betreffende specialiseering van het onderwijs
op de lagere school in het 7e leerjaar. Naar de
meening van het Bureau, waarmede de Kamer
zich vereenigde, moet het onderwijs op de la
gere school, ook in het 7e leerjaar, er toe strek-
ken. dat de leerlingen voldoende algemeen
ontwikkeld worden, om, daarmede toegerust,
faun verder leven in verschillende richtingen
aan te vangen.
Kade.n van Beroep.
Steun zal worden verleend aan de bezwaren
door verschillende Kamers bij de Tweede
Kamer ingediend met betrekking tot het wets-
ontwerp omtrent de nieuwe samenstelling der
Raden van Beroep, waarbrj ook de secretaris
i flksambtenaar zou worden, hetgeen, in ver
band met de rechtszekerheid van en het ver-
trouwen bij het publiek niet gewenscht geacht
wordt.
Adres Droglstenbond.
Adhaesie zal worden betuigd met een door
den Drogistenbond tot den Minister van Ar-
beid gericht verzoek betreffende de toepassing
van art. 30 der Wet op de Artsenijbereidkunde
en de samenstelling der commissie welke advi-
seert over de lijst van chemicalien die door
anderen dan apothekers alleen bij groote hoe-
veelheden mogen worden afgeleverd. Chemica
lien die zelfs gewoon in de huishouding worden
gebruikt en verschillende huismiddels: als aspi-
rine. salmiakpastilles, vaseline, kinawijn, boor-
zalf, Emserzout, zuiveringszout, ammoniak e.d.
komen op die lijst voor. De Bond schrrjft dit
toe aan de eenzijdige samenstelling van de ad-
viescommissie die op den uitzondering na uit
apothekers of oud-apothekers bestaat.
Aangezien dit vooral van het platteland,
waar slechts enkele apotheken gevestigd zijn,
van beteekenis is, kwam het aan het Bureau
gewenscht voor den gevraagden steun te ver
leenen.
Rondreisbiljetten op de Nederl. spoor-
wegen.
Steun zal worden verleend aan het verzoek
der Kamer te 's Hertogenbosch aan de Neder-
landsche spoorwegen om telken jare goedkoope
rondreisbiljetten beschikbaar te stellen, zooals
dit thans tijdens de Olympische spelen is ge-
schied, en ook in het buitenland gedaan wordt,
De Kamer acbt het niet onmogelijk, dat dit
het reizen in Nederland van uit deze grens-
streek zeer zou bevorderen.
Aanbrengen vail gewicht of maat op
verpakte artikelen.
Van den Nederlar.dschen Grossiersbond is
ingekomen een afschrift van een verzoek aan
den Minister van Arbeid, Handel en Nijver-
heid, tot het invoeren van wettelijke voorschrif-
ten houdende de verplichting tot het aangeven
van de netto-maat of het netto-gewicht op
verpakte artikelen, zulks in het belang van den
reeelen handel.
Het invoeren van dergelijke maatregelen
komt aan het Bureau voor te zijn een uitbrei-
ding van het bestaande, aangezien van rijks-
wege thans reeds toezicht wordt gehouden op
maten en gewichten, hetgeen ook als een be-
scherming van het publiek moet worden be-
schouwd. Het stelde daarom voor deze poging
te steunen, waartoe met algemeene stemmen
besloten werd.
Winkelsluitingswet. r
Me. betrekking tot hot wetsontwerp op de
Winke sluit'ng bleek thans dat de Kamer van
advrts neeft gediend omtrent een vertrouwe-
lijk toegezonden voor-ontwerp, en zich daarbij
cp het standpunt heeft gesteld dat een derge
lijke regeling voor het platteland, waartoe het
geheele gebied der Kamer te rekenen valt, on-
noodig is, en dat dit, door de nabrjheid der
grens een nieuwe belemmering zal worden voor
den middenstand en de concurrentie zal ver-
zwaren. Dit zal het meest tot uiting: komen in
de plaatsen in de onmiddellijke na'oijheid der
grens. In verband met, de maatregelen betref
fende Zondagssluiting is gewezen op het ge-
bruik in Katholieke plaatsen van het winkelen
in den Zondagvoormiddag door de menschen
van den buiten, die dan tevens de Kerk bezoe-
ken. Hieromtrent is thans een oplossing te vin-
den door de vrijheid die aan de gemeenteraden
wordt verleend om, in verband met bijzondere
omstandigheden, onder goedkeuring van de
Kroon afwijkingen toe te staan.
Ook is tege noetgekomen aan het bezwaar
der Kamer dat in sluitingstijd alleen mocht ge-
leverd worden aan binnenkomende schepen. Er
is op gewezen, dat die vrijheid ook behoorde
verleend te worden voor uitgaande, of door-
gaande schepen, hetgeen voor de plaatsen met
scheepvaartverkeer, als met name Ter Neuzen
en Sas van Gent beslist noodzakelijk is.
Overeenkomstig het voorstel van het Bureau
werd besloten de bezwaren die bij de Kamer
tegen het invoeren dezer wet bestaan, en die
indertijd ter kennis van den Minister van Ar
beid, Handel en Nijverheid zijn gebracht, thans
ook ter kennis van de Tweede Kamer te bren-
gen.
Begrooting voor 1929.
Vastgesteld werd de begrooting voor den
dienst 1929, in ontvangst op 8242,05, met een
geraamd voordeelig saldo van 93,90.
De heer Van 't Hoff heeft bezwaar, dat een
steeds stijgend stamkapitaal wordt vastgelegd.
Hij acht het niet noodzakelijk, dat het tegen-
woordig geslacht spaart voor het nageslacht,
waarom hij voorstelde het bedrag der bijdra-
gen met 20 te verminderen.
De heer Neeteson merkte op, dat dit niet toe-
gelaten is; die heffing is bij de wet geregeld.
De Secretaris wees er op, dat, indien een
dergelijke handeling mogelijk was, de inkom-
sten met ongeveer 1200 zouden verminderen
en het kleine saldo dus zou worden omgezet
in een tekort van 1100, waardoor de Kamer
de jaarlijksche kosten niet zou kunnen bestrij-
den. De bedoeling, die bij de Regeering heeft
voorgezeten tot het vormen van een stam
kapitaal der Kamers schijnt te zijn deze finan-
cieel zoo krachtig te maken, dat ze mettertijd
daadwerkelijk de belangen van handel en in
dustrie kunnen bevorderen door het in 't leven
roepen van stichtingen, voor b.v. bevordering
van handelsonderwijs e.d.
De heer Van 't Hoff zou, als er dan niets af
kan, maar willen zorgen, dat het dan terstond
ten bate van handel en industrie komt, door
het verleenen van ruimen steun, indien dat ge-
vraagd wordt.
De wegen in Zeeuwsch-Vlaanderen.
Een waterleiding.
Kanaalaanleg.
De heer Van Melle bepleitte bij de omvraag
een verzoek te doen aan de bevoegde autori-
teiten voor het verkrijgen van wegenverbete-
ring. Een goed wegennet acht hij voor Weste-
tijk Zeeuwsch-Vlaanderen van zeer groote be
teekenis. Hij erkent, dat men door den aan-
leg van een kanaal een goedkoope verbinding
zou krijgen, doch hij zou niet te veel op eens
willen vragen omdat men dan te minder kans
heeft iets te krijgen.
In de tweede plaats stelt hij de vraag, of de
Kamer niets kan doen tot bevordering van het
tot stand komen der waterleiding. Zal de in
dustrie in Zeeuwsch-Vlaanderen tot bloei kun
nen komen, dan is deze dringend noodzakelijk,
aangezien de stichting van fabrieken thans
alleen mogelijk is langs het kanaal Gent -Ter
Neuzen.
Waar overigens niet zoo grif steun verleend
wordt, was die er wel voor een waterleiding,
doch die is jammer genoeg door de bevolking
niet aanvaard, want hij vreest, dat dit een on-
gunstigen indruk zal maken.
De heer De Feijter sluit zich, voor wat ver-
betering der wegen betreft aan b(j het betoog
van den heer Van Melle, doch wat de water
leiding betreft heeft hij bezwaar, dat men aan
de ingezetenen de verplichting tot aansluiting
wil opleggen, laat ze het dan liever laten.
Eigenaardig is het ook, dat de regeering
juist steun wil verleenen voor iets dat de be
volking blijkbaar niet wil, en zoo uiterst traag
voor de zaken die men wel wil. De wegbelas-
ting is zeer beteekenend en het aantal kilo
meters waarover men hier in Zeeuwsch-Vlaan
deren beschikken kan gering, maar met het in
orde brengen dier wegen gaat het niet vlug.
De heer Catsman sluit zich voor wat de
wegen betreft ook aan bij het betoog van den
heer Van Melle, maar wil, zooals hij reeds te
kennen gaf het kanaal niet laten passeeren.
De geheele streek zou daarmede gebaat zijn en
vele overladingen worden voorkomen; hij geeft
toe, dat het wel lang zal duren eer dit er komt,
te meer, waar nog geen eenstemmigheid daar-
omtrent bestaat in de streek zelf.
Hij is het ook eens met den heer De Feijter
betreffende de verplichte aansluiting aan de
waterleiding. Hij zou graag zien, dat deze
er kwam, maar door de verplichte aansluiting
wordt z.i. een te zware last gelegd op den ar-
beidenden stand.
De heer Van Melle voert hiertegen aan, dat
zoo'n groot werk, dat in het algemeen belang
is te achten niet zonder algemeene medewer
king tot stand kan komen en acht het zeer
aanvechtbaar, dat de kleine man daardoor het
meest gedrukt zou worden. Hoeveel maat
regelen in het algemeen belang zijn niet ge-
grond op een wettelijke verplichting, omdat er
anders niets van komen zou.
De heer Van Waesberghe deelt mede, dat er
goed vooruitzicht bestaat, dat er binnen af-
zienbaren tijd in Zeeuwsch-Vlaanderen een
stroo-cartonfabriek zal gesticht worden. Die
tot stand koming is echter afhankelijk van de
stichting eener waterleiding, blijft die achter-
wege, dan kan er ook geen sprake zijn van de
stichting eener fabriek.
De heer Catsman is van oordeel, dat, als de
verplichting zou vervallen meer gemeente
besturen dan thans geneigd zullen zijn tot me
dewerking. Indien bovendien zoo'n waterlei
ding zoo goed is, en men overtuigd is, dat ten
slotte alien toch aansluiten, waarom dan de
v aterleiding niet gesticht zonder verplichting
De heer De Feijter sluit zich hierbij aan en
wrjst op het leveren van gas, door de gemeente
Axel in Ter Neuzen, Men is daartoe ook over-
gegaan zonder naar verplichting te vragen en
de ingezetenen sluiten aan.
De heer Van Waesberghe stelt voor, tot de
gemeentebesturen een verzoek te richten de tot
stand koming der waterleiding te willen be
vorderen, zonder zich uit te spreken omtrent
de wijze waarop.
Dit voorstel ondervindt van verschillende
zijden steun.
De heer Van 't Hoff gelooft, dat de bevol
king van Zeeuwsch-Vlaanderen wel voor 90
vodr een waterleiding is, maar de kwestie is
voor hoeveel men het koopen moet. Het be
zwaar is, dat de prijs te duur is.
De Voorzitter merkt thans op, dat er op dit
oogenblik feitelijk geen adres bestaat waar-
heen de Kamer zich wen den kan. De vennoot-
schap is opgericht, doch de werkzaamheden
zijn opgeschort en een commissie van onder-
zoek is benoemd. Niemand kan in dit stadium
invloed op den gang der zaak uitoefenen.
Naar hij vemomen heeft zal de commissie bin-
nenkort samenkomen om het rapport vast te
stellen.
Wat de prijs betreft daarop zou het Weste-
lijk deel van Z.-Vlaanderen veel invloed kunnen
uitoefenen, door een ruimere aansluiting. Deze
is daar thans zeer gering.
De Secretaris geeft in overweging het Bu
reau te machtigen in het belang der waterlei
ding op te treden zoodra de gang der zaken
dit mogelijk zal maken. Den voorstanders van
het tot stand komen eener waterleiding kan er
echter met nadruk op gewezen worden, dat
zulks zonder het verplichtend stellen der aan
sluiting onder bepaalde voorwaarden
niet mogelijk is. Men moet zich dienaangaan-
de geen illusies seheppen. De hoofdleidingen
en wat dies meer zij moeten op voile capaciteit
worden aangelegd, zoodat terstond het voile
kapitaal in de zaak moet worden gestoken.
Indien het aansluiten vrij wordt gelaten zal dit
zoo langzaam gaan, dat het renteverlies der-
mate stijgt, dat in de eerste jaren zou moeten
worden geexploiteerd tegen een veel te hoog
tarief, hetgeen aansluiting geheel onmogelijk
zou maken. De electrische centrale te Ter
Neuzen had indertijd na 3 jaar exploitatie nog
slechts 75 aansluitingen. En wat de gasaan-
sluiting te Ter Neuzen betreft, de ingezetenen
die naar gas verlangden hebben zich terstond
laten aansluiten en ondervinden daarvan het
gemak. Dat waren echter, om het zoo eens
te noemen de vooruit3trevenden. Indien de
hem bekende gegevens nog geen verandering
hebben ondergaan, is nog slechts ongeveer ddn
derde der ingezetenen aangesloten. Wanneer
zullen nu echter de overige twee derden, de
menschen die het zitten af te wachten, aan
gesloten zijn? De kosten, noodig voor het
aanleggen eener waterleiding, gedogen derge
lijke proefnemingen niet. Daarbij moet de
deelneming, wil zij slagen, terstond zoo goed
als algemeen zijn. Hij verneemt overigens
geen onbescheidenheid te begaan, indien hij de
verwachting uitspreekt, dat omtrent de water
leiding billijker tarieven naar voren zullen
komen. dan de thans uit het rapport der oor-
spronkelijke commissie bekende, en dat dit veel
van de bezwaren daartegen zal ondervangen.
Ten slotte wordt het Bureau opgedragen in
het belang der stichting van de waterleiding
bij de gemeentebesturen op te treden zoodra
het verloop der zaak daartoe de gelegenheid
zal openen.
De Voorzitter bespreekt daarna nog een en
ander omtrent de wegen Hij wijst op de moei-
lijkheden die zich daarbij voordoen. Er zijn
gemeenten en polders die lange wegen hebben
aangelegd, met het oog op de behoeften van
het gemeentelijk verkeer, zijnde het vervoer
van landbouwproducten enz., waarvoor ze ook
voldoende zijn. Nu zijn er van die wegen welke
vallen in de richting van het snelverkeer, Nu
kan men z.i. de gemeenten en polders niet be-
lasten met het in orde brengen van zoo'n alge-
meenen verkeersweg. Er zal daarom over dit
onderwerp nog heel wat beraadslaagd moeten
worden, eer alles in orde is, nog afgezien van
de omstandigheid, dat de provincie, die een
aantal belangrijke verbindingswegen in het
provinciaal wegenplan heeft opgenomen. niet
alles tegelijk kan doen.
Hij wijst er op, dat de rijkswegen aan deze
zijde van den Braakman goed worden onder-
houden. De weg van Ter Neuzen via Sas van
Gent naar de grens is een mooie weg. Die van
Sluiskil naar Axel, over de Sassing wordt naar
hij meent ook goed in orde gemaakt.
Omtrent de door de provincie uit te voeren
verbeteringen deelt hij mede, dat de aansluiting
van den verbindingsweg tusschen Oostelijk en
Westelijk Zeeuwsch-Vlaanderen rechtstreeks
naar IJzendijke, via de Pontebrug in 1929 zal
tot stand komen. Dat zal een flinke verbete-
ring zijn voor het wederzijdsch verkeer.
Een en ander dient nog wel eens onder de
oogen te worden gezien. .Hij vraagt of de Ka
mer er genoegen mede neemt, dat het Bureau
een en ander nog eens overweegt en nagaat
de beste wijze om een en ander onder de aan-
dacht der betrokken autoriteiten te brengen.
Dan kan ook aan de kwestie van het kanaal
eens de aandacht worden gewijd.
Met algemeene stemmen wordt aldus be
sloten.
De Voorzitter sluit hierna de openbare ver-
gadering.
Vergadering van Donderdag 20 Sept. 1928,
des voormiddags 10 uur.
Voorzitter de heer F. Blok, Burgemeester.
Tegenwoordig de leden: J. M. Oggel, A. E.
C. Kruijsse, M. W. Koster, C. Th. van de Bilt,
H. Wolfert, Ch. Claessens, A. Th. 't Gilde, F.
Dieleman, J. de Feijter en P. de Feijter, be-
nevens de Secretaris J. L. J. Maris.
Afwezig de heer Ph. J. van Dixhoorn.
De VOORZITTER opent de vergadering door
het uitspreken van het gebedsformulier.
Aan de orde komt:
1. Notulen.
Burgemeester en Wethouders stellen voor de
notulen der vergadering van 26 Juli 1.1. vast te
stellen, zooals die in druk zijn verschenen.
Met algemeene stemmen wordt aldus be
sloten.
2. Ingekomen stukken.
a. Het raadsbesluit van 26 Juli 1928, tot
verkoop van grond aan de weduwe P. van
HoeveVan Dixhoorn, voorzien van het bewijs
der goedkeuring door Gedeputeerde Staten.
Aangenomen voor kennisgeving.
b. Het raadsbesluit van 26 Juli 1928, tot
verkoop van grond aan K. J. van Drongelen,
voorzien van het bewijs der goedkeuring door
Gedeputeerde Staten.
Aangenomen voor kennisgeving.
c. Het verslag der Commissie van Werkver-
ruiming over 1927 (door ons vermeld in het
verslag der raadszitting te Ter Neuzen van
8 Aug. 1928).
Het behelst ook een verzoek om een jaarlijk
sche bijdrage van 5.
Aangenomen voor kennisgeving.
d. Een schrijven van de Wegencommissie
van den A. N. W. B. en de K. N. A. C., naar
aanleiding van het verzoek van het gemeente-
bestuur om finantieelen steun voor wegsver-
betering in de Oude Wijk dezer gemeente,
waardoor een gevaarlijk punt zoude verbeterd
worden, waarin wordt te kennen gegeven, dat
de weg te weinig belangrijk is voor doorgaand
verkeer, en zij daarom tot haar spijt van mee
ning is dat er geen aanleiding is aan de bestu-
ren voor te stellen een bijdrage voor verbete-
ring van bedoelde bocht te verleenen.
De VOORZITTER stelt voor dit schrijven
voor kennisgeving aan te nemen en voor de
verdere afwikkeling der voorgenomen verbete-
ring op die plaats een voorstel van Burge
meester in te wachten.
Met algemeene stemmen wordt aldus be
sloten.
e. Een adres van K. J. van Drongelen, wo-
nende Oude Wijk F 40, die daarin te kennen
geeft, dat hij zich naar aanleiding van het in
de vorige vergadering omtrent zijn verzoek tot
grondaankoop genomen besluit genoodzaakt
ziet zich nogmaals tot den raad te wenden,
aangezien de door den raad bepaalde grond-
prijs hem te hoog voorkomt, te meer waar het
hier bebouwde grond betreft. Hij verzoekt den
rg.ad hem dezen grond voor billijker prijs af te
staan.
Burgemeester en Wethouders meenen hun in
de vorige vergadering aangenomen voorstel te
moeten handhaven en stellen voor aldus te be-
sluiten.
De VOORZITTER voegt hieraan toe, dat het
raadsbesluit door Gedeputeerde Staten, zooals
uit de stukken bleek, reeds is goedgekeurd en
dat Burgemeester en Wethouders reeds maat
regelen wilden nemen om de acte te laten pas
seeren, toen adressant met zijn nieuw verzoek
kwam. Hij herinnert, dat de grond is verkocht
tegen 2 per M2.
De heer DIELEMAN is er in principe niet
voor, eenmaal aangenomen besluiten te ver-
nietigen. Hij vraagt echter, of het juist is, dat
de scheiding juist midden in de woning van
Van Drongelen valt.
De VOORZITTER geeft te kennen, dat Van
Drongelen inderdaad bij het bouwen van zijn
woning te ver is gegaan en daarvoor een ge-
deelte van den gemeentegrond heeft inge-
nomen, Of- de scheiding juist in het midden
ligt weet hij niet.
De heer DIELEMAN: Maar dat zal hij toch
niet hebben geweten.
De VOORZITTER vermoedt dat ook.
De heer DIELEMAN wijst er op, dat de man
den grond nu wil koopen, en dat men in de be
staande omstandigheid geen aanleiding mag
vinden om voor den grond meer te vragen dan
ze waard is. Hij zou ook niet graag zien, dat
er een kwestie over ontstond.
De VOORZITTER is van oordeel, dat dit niet
het geval is. Hij ziet ook niet in hoe hierover
een kwestie zou kunnen ontstaande gemeente
heeft niets misdaan.
De heer DIELEMAN wijst er op, dat men,
als adressant den grond niet kocht, hem tot
ontruiming zou moeten verplichten. Dan was
er een kwestie.
De VOORZITTER: Burgemeester en Wet
houders en de raad komen hem tegemoet door
den grond alsnog te willen verkoopen.
De heer 't GILDE zegt, dat er in de vorige
vergadering een misverstand heerschte bij een
deel van den raad, dat men nl. niet wist dat de
door adressant gevraagde grond bebouwd was,
en dat dit van invloed is geweest op de beslis-
sing over het voorstel van den heer Dieleman,
om den grond te verkoopen voor 50, welk
voorstel is verworpen met 6 tegen 5 stemmen.
Naar spreker vernam, zou de heer Van Dix
hoorn, die nu jammer genoeg niet tegenwoor
dig is, zich hebben uitgelaten, dat hij anders
zou gestemd hebben, als hij het geweten had.
Er is in deze toch ook schuld van de zijde der
gemeente. daar adressant toch niet aldus had
kunnen bouwen, indien de betrokken ambte-
naar de zaak goed had nagegaan. Hij is ook
niet voor intrekking van genomen besluiten,
maar zou toch gaarne zien dat adressant zoo
billijk mogelijk behandeld werd, en wil in dit
geval vragen, of het voorstel van den heer Die
leman op grond van billijkheid niet andermaal
in behandeling zou kunnen komen, in verband
met het verzoek.
De VOORZITTER gelooft niet, dat er een
misverstand bestond, zooals uit de notulen
blijkt, heeft hij wel degelijk meegedeeld, dat de
grond bebouwd is.
De heer OGGEL betoogt, dat adressant
bovendien ook niet onbillijk behandeld is, aan
gezien dezelfde prijs gevraagd is die gelden zal
voor den naastgelegen grond, indien daar inge-
volge het uitbreidingsplan der gemeente zal
gebouwd worden. Er is dus door Burgemeester
en Wethouders geen misbruik gemaakt van de
omstandigheid dat adressant den grond reeds
heeft bebouwd. Daarvan zou eerst sprake kun
nen zijn indien op grond daarvan een hoogeren
prijs werd geeischt. De behandeling is zoo bil
lijk mogelijk.
Met algemeene stemmen wordt overeenkom
stig het voorstel van Burgemeester en Wethou
ders besloten.
f. Een adres van G. en J. Heijnsdijk, die
daarin te kennen geven,:
dat zij niet overeenkomstig de belofte van
den gemeente-opzichter zijn behandeld, n.l. om
op Zaterdag 14 Juli 1.1. 's morgens om 10 uur,
gezamenlijk de vruchten te gaan schatten in
r'en tuin, die door A. van 't Hoff voor S. Die
leman is aangekocht om er een woning te bou
wen, en verzoeken in dezen naar recht behan
de d te worden. Er is nu maar door ondeskundi-
gen uitgemaakt wat hen zal gegeven worden,
Gaarne hadden zij dat de tuinen door tuinders.
die hier genoeg in. Axel zijn, geschat warden
en dat die zeggen wat de vruchten waard zijn
en niet zoo maar op eigen houtje zeggen: dat
krijgen ze en adressant daar voor niks te la
ten komen zonder een gemeenteopzichter te
zien. Hij is er blijven wachten van 9.45 tot
10.30 uur.
De gemeenteopzichter rapporteert hierom
trent het volgende:
De heer A. van 't Hoff, daartoe aangewe-
zen door den heer Dieleman, had met G. Heijns
dijk af&espioken, om Zateidag 14 Juli op het
verkochte terrein te zijn om de vergoeding
voor de aldaar staande vruchten te regelen en
verzocht mij bij deze bespreking tegenwoordig
te wezen. Voor dien datum echter kreeg ik van
Van 't Hoff een boodschap, dat deze dien dag
verhinderd was en in de meening dat ook
Heijnsdijk deze mededeeling had ontvangen,
was ik natuurlijk niet aanwezig.
Reei's eerder was ik viermaal aan huis ge
weest van den pachter Jasp. Heijnsdijk en ver
zocht twee maal even te willen komen om de
vergoedingskwestie te regelen, zonder resul
taat.
Maandag 16 Juli vroeg Van 't Hoff mij even
te willen gaan kijken naar de bedoelde vruch
ten, daar Heijnsdijk een bedrag van gemrddeld
f 2,50 per roede vroeg (bebouwd of onbebouwd)
en hem dit te hoog voorkwam. Ik heb tosn als
mijn meening uitgesproken dat ik de volg-ende
prijzen billijk vond: voor aardappelen f 1,50
per roede, voor pas opkomende boontjes even-
eens fl,50 en voor koolplantjes f 0,50 terwijl
voor de reeds leeggehaalde grond geen ver
goeding berekend is. Ook naar de meening van
den tuinder M. Verstraten waren deze prijzen
voldoende (deze schatte de aardappelen zelfs
lager, op .fl,25). Het schijnt echter dat be
doelde pachters steeds buitensporige eischen
stellen, daar blijkbaar in een dergelijk geval,
bij den bouw der Geref. pastorie, zich hetzelfde
heeft voorgedaan. Ook thans is de andere pach
ter P. de Feijter met de schatting zeer tevre-
den. Het zij mij vergund er tevens op te wiizen
dat de pachter Heijnsdijk steeds 29 roeden be-
bouwt, terwijl hij er slechts 21% heeft gepacht.
Burgemeester en Wethouders zijn, gezien het
lapport van den gemeenteopz'ch .er van oor
deel dat in deze de billijkheid is betracht door
de vergoeding te bepalen op f 21 in- totaal, mede
gelet op het feit dat een grootere oppervlakte
is beteeld geworden dan volgens de gesloten
overeenkomst gepacht is. Zij merken op, dat
G. Heijnsdijk niet officieel als pachter bekend
staat.
Zij stellen voor, geen hoogere vergoeding
voor tuinvruchten toe te kennen.
De VOORZITTER deelt mede, dat de b;j
verkoop van bouwgrond aan pachters uit te
betalen vergoeding steeds onderhandsch door
Burgemeester en Wethouders met hen wordt
geregeld, behoudens beroep op den raad als
hoogste instantie, bij gemis aan overeenstem-
ming. Dat is thans het geval. Adressanten ach
ten zich niet goed behandeld, doch Burgemees
ter en Wethouders stellen voor het door hen
als uitkeering vastgesteld bedrag te handha
ven. Dat bedrag is billijk.
De heer OGGEL voegt hieraan toe, dat de
op den grond gekweekte groenten enz. nog
door een tuinier zijn geschat en die gaf te ken
nen, dat hij den door Burgemeester en Wet
houders vastgestelden prijs zeer billijk vond.
Adressanten zijn billijk behandeld en Burge
meester en Wethouders kunnen geen aanlei
ding v:nden hun standpunt te wijzigen.
De heer P. DE FEIJTER zou van gedacht
zijn dat een vergoeding van f 1 per roede wel
te weinig is, maar in aanmerking nemende dat
adressanten eenige jaren 7 of 8 roeden grond
meer hebben gebruikt dan ze gepacht hadden,
kan hij zich bij het voorstel wel neerleggen.
Hi e komt dat eigenlijk, dat ze meer grond
gebruikten dan waarop ze recht hadden.
Be VOORZITTER kan dat thans niet met
zekerheid meedeelen. In de eerste plaats, zegt
hij, zijn d e oppervlakten niet zoo met een
schaartje uit te knippen, mogelijk zijn er ook
paaltjes verzet.
De heer OGGEL vermoedt, dat het ontstaan
is door verkoop van bouwgrond aan het bestuur
der Geref. kerk, bij de vergrooting der pastorie.
Mogelijk is daardoor een perceel tuingrond aan
de pacht onttrokken, maar bleef daarvan een
stukje liggen, dat adressanten daama zijn gaan
bebouwen.
De heer P. DE FEIJTER veronderstelt dat
zooiets moet gebeurd zijn, aangezien anders
andere pachters wel zouden gereclameerd heb
ben, dat ze te weinig grond hadden.
De heer DIELEMAN vraagt, of het in het
vervolg niet goed zou zijn een tuinier als
schatter te nemen.
De VOORZITTER wijst er op, dat Burge
meester en Wethouders er nu een tuinier bij
hebben gehad, en deze het bedrag voldoende
achtte. In den aanstaanden winter moet de
grond weer opnieuw worden veipacht en Bur
gemeester en Wethouders zijn voornemens dan
aan den raad voor te stellen een vast bedrag
per roede als schadeloosstelling daarin op te
nemen. Dan worden dergelijke klachten gedu-
peerd.
Met algemeene stemmen wordt besloten over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en
Wethouders.
g. In de vergadering van 26 Juli 1.1. kwam
in behandeling een voorstel van Burgemeester
en Wethouders, om niet in te gaan op een ver
zoek der commissie voor werkverruiming in
Zeeuwsch-Vlaanderen, om een regeling in het
leven te roepen tot het verleenen van een bij-
slag op het loon aan patroons in het vlasserij-
bedrijf, zulks ter beteugeling van de werkloos-
heid in den winter. Als gevolg der besprekin
gen werd besloten eene beslissing aan te hou-
den en dit verzoek nog eens te stellen in han-
den der plaatselijke commissie van advies in
zake werkverruiming.
Deze commissie geeft te kennen, dat de
grondgedachte, in het adres neergelegd, de
zelfde is als die welke deze commissie kenbaar
gemaakt heeft in haar rapport d.d. October
1927. Evenwel strekken de financieele gevol-
gen van dit verzoek zich verder uit. De com
missie besloot dan ook na rijp beraad mede te
deelen, dat zij dit adres niet aanneembaar acht,
en daarom in overweging geeft het voor ken
nisgeving aan te nemen.
Op grond hiervan handhaven Burgemeester
en Wethouders hun voorstel, dat met alge
meene stemmen wordt aangenomen.
3. Verhaai wegens inkoop van pensioen.
Van den Minister van Financien is de vol
gende kennisgeving ontvangen:
Ik heb de eer Uw aandacht te vestigen op
artikel 20 van het wetsontwerp tot wijziging
van de Pensioenwet 1922, dat thans ook door
de Eerste Kamer der Staten-Generaal is aan
vaard. Indien Hare Majesteit de Koningin in
dit wetsvoorstel zal hebben bewilligd, zullen
ingevolge genoemd artikel de lichamen, die
destijds verzuimd hebben voor 1 September
1925 een besluit te nemen tot verhaai van bij-
dragen wegens inkoop van diensttijd, bedoeld
in artikel 137 der Pensioenwet 1922, daartoe
tot 1 October 1928 gelegenheid hebben.
Ook voor lichamen, wier ambtenaren of oud-
ambtenaren voor 1 Januari 1926 de voor inkoop
vereischte stukken niet bij den Pensioenraad
hebben ingediend, blijft het nemen van een der
gelijk besluit' van belang voor het verhaai op
ambtenaren, die na 1 Juli 1925 zijn of worden
herplaatst. Deze toch kunnen binnen 6 maan-
den na den dag van ingang van hunne benoe-
ming een verzoek om inkoop bij gemeld Col
lege inzenden.
Voor zooveel noodig deel ik U mede, dat be
sluiten tot regeling van dit verhaai, geqomen
tusschen 1 September 1925 en 1 Juli 1928 niet
geldig zijn.
Burgemeester en Wethouders stellen in ver
band hiermede voor, van deze gelegenheid ge-
bruik te maken en te besluiten tot verhaai van
een gedeelte van de bijdrage voor pensioen
wegens inkoop van diensttijd, bedoeld in art.
137 der Pensioenwet.
De VOORZITTER geeft te kennen dat dit
niet veel kapitaal zal opleveren, doch Burge
meester en Wethouders meenen, dat zij, aan
gezien de pensioneering voor de gemeente reeds
zooveel kost, deze gelegenheid tot verhaai te
moeten aangrijpen.
De heer OGGEL merkt op, dat volge - art.
42 en 42a het verhaai ook zou kunnen plaats
hebben op de ambtenaren benoemd voor 1922.
De VOORZITTER zegt dat dit, voor zoover
hen bekend is, niet meer kan.
De heer OGGEL geeft te kennen dat elders
al een dergelijk besluit genomen is.
De VOORZITTER zou dit dan nog eens na-
der willen onderzoeken, hetgeen de heer
OGGEL opmerkt, dat niet mogelijk is, aange-
z'en het besluit voor 1 October a.s. moet ge-
wijzigd worden. Het wordt daardoor mogelijk
ook ambtenaren die voor 1 Juli 1925 zijn be
noemd en naar. elders ve/trokkea nog te treffen.,
De VOORZITTER merkt op, dat men toch
maar alleen het verhaai kan toepassen voor
zoover de bedragen niet reeds zijn betaald.
De heer OGGEL wijst er op, dat het bedrag
voor inkoop ook nog niet is betaald, aangezien
de gemeenteraad besloot dat in annui'teiten te
doen. Die loopen pas af in 1933.
Dt VOORZITTER, die na inzage der wet de
juistheid van den heer Oggel erkent, heeft geen
bezwaar dat het voorstel van Burgemeester en
Weihouders aldus gewijzigd wordt. Hij vraagt
echter hoe de raad denkt over de kosten van
het pensioen van een ambtenaar die b.v. voor
een jaar op proef wordt aangesteld. Dat js
eigenlijk in het belang der gemeente, niet in
dat van den ambtenaar zelf.