Huis en Hof.
Pluimvee-rubriek.
I? 8?
SEPTEMBER IN DEN GROENTENTUIN.
Het 175-jarig Jubileum der
N.V. DOUWE EGBERTS
Tabaksfabrieken, Koffiebranderijen
en Theehandel
0t
EEN DER OUDE GELDKISTEN,WELKE DOORDE LEDEN
DER COMPAGNIESCHAP DOUWE EGBERTS IN'T
6EGIM DER 19* EEUW VOOR. HET VERVOER VAN
ZILVERGELD GEBRUIKT WERD
HOCFDKANTOORen FABRlEK te JOURE
r c r r
FABRl E^TE UTRECHT
FORTENVEILING.
In het Fransche stadje Bergues zijn dezer
dagen. twee forten uit vroeger dagen in het
openbaar geveild: het fort Lapin is voor der-
tigduizend francs, het fort Suisse voor slechts
zesduizend francs aan d'en man gegaan.
De beroemde vestingfoouwer Vauban had ze
omstreeks 1670 aangelegd. Behalve maar-
schalk en, militair ingenieur was Vauban,
Seigneur de Prestre, ook nog een bekwaarn
veldheer, die tijdens zijn carriere 53 steden
met succes belegerde. Hij legde de versterkin-
gen aan de Fransche grenzen aan, bouwde in
het geheel drie en dertig places fortes" en
restaureerde er driehonderd. Langen tijd sprak
men van: „Een stad, die door Vauban wordt
belegerd, is een verloren stad; een door Vauban
versterkte stad, is een onneembare stad."
Toen Vauban zich met de politiek ging be-
moeien, viel hij bij Lodewijk XIV in ongenade.
En zijn werk wordt thans bij afslag ver
koeht
DE ZONNIGE ZOMER.
Engeland heeft dit jaar den zonnigsten
zomer sedert 1911 gehad.
Te Londen werden 702 zonneschijn-uren in
de afgeloopen drie maanden opgeteekend
tegen 460 in de overeenkomstige maanden van
het vorige jaar.
EEN NIEUWE POGING TOT EEN
OCEAANVLITCHT MISLUKT.
De vliegers Assolaut en Lefevre zouden
Maandagmorgen te Bourget bij Parijs voor
een vlucht over den Oceaan opstijgen. Het
vliegtuig kon echter niet van den grond op-
komen.
EEN VLIEGONGELUK.
Volgens ber:chten uit Marseille is er Zater-
dagavond op het vliegveld van Istres een ma-
rinevliegtuig gevallen, waarbij de bestuurder
den. dood vond, terwijl de monteur met zware
verwondingen in het ziekenhuis is opgenomen.
EEN RAMP OP DE THEEMS.
De Engelsche bladen vestigen dezer dagen
de aandacht op den vijftigsten jaardag van een
scheepsramp op de Theems, die gelukkig na-
dien haar weerga niet meer gevonden heeft.
In den avond van den 3en September 1878
voer de pleizierboot Princess Alice" van een
tocht naar Sheerness naar Londen Bridge
terug. Op de boot bevonden zich tusschen de
800 en 900 passagiers; het juiste aantal was
niet bekend, daar tal van kinderen voor niets
meevoeren.
Omstreeks acht uur werd de boot tusschen
de z.g. Gallions en Barking Reach, twee rak-
ken in de rivier, door de ,,Bywell Castle", een
ijzeren kolenschip geramd tengevolge van een
misverstaan der signalen. De Princess Alice"
zonk bijna onmiddellijk met alle passagiers, die
in paniek naar de zijkanten renden. Slechts
130 menschen werden gered; meer dan 670
vonden den dood in het water.
De schuld van de ramp werd geweten aan
den kapitein van de „Princess Alice", die ech
ter met zijn schip ten onder was gegaan.
Een van de weinige nog levenden, die de
ramp meemaakten, de heer John Everist, heeft
thans de herinnering nog eens opgehaald. Hij
was een jongen van tien jaar toen het onge-
luh gebeurde. Zijn ouders kwamen om en hij
werd met zijn broeders in een weeshuis ge-
plaatst. Toen ex-keizerin Eughie van Frank-
rijk het gesticht eens bezocht, heeft hij haar
de toedracht van het gebeurde uitvoerig moe-
ten vertellen.
Enkele dagen na de ramp was er onder lei-
ding van Koningin Victoria een fonds van
38.000 pond sterling voor de nagelaten betrek-
kingen der slachtoffers bijeen gebracht.
WOLVEN EN VELDMUIZEN.
De boerenbevolking in het oosten van Polen,
die bang is, dat zich in het begin van den win
ter ,gelijk de laatste jaren in toenemende mate
het geval geweest is, zich groote troepen wol-
ven zullen vertoonen, heeft op verschillende
plaatsen de regeering verzocht bij voorbaat
maatregelen te nemen.
In enkele districten aan de Russische grens
ondervindt men op het oogenblik veel overlast
van veldmuizen, die daar in ontzaglijke aan-
tallen voorkomen. Alle middelen tot bestrij-
ding van de plaag hebben tot dusver gefaald
DE JONGE MAN DE AANLEIDING.
Toen de „AUsonia" van de Cunard Line Za-
terdag Southampton had verlaten, werd aan
boord een jong meisje ontdekt, dat zich ergens
in een hut had verstopt. Zij had met haar moe-
der een jongen man weggebracht, die naar
Canada vertrok. Bij het weggaan van het
schip kon haar moeder haar weliswaar niet
meer vinaen, doch ze meende dat zij reeds van
boord was en ze haar in de volte was kwijt
geraakt.
Het meisje werd voor den kapitein gebracht,
die vroeg, dat de reizigster op de sleepboot,
die het schip vooruitvoer, zou worden overge-
bracht. Het meisje verklaarde, dat een plot-
selinge impuls haar in Southampton had doen
besluiten aan boord te blijven. Ze gaf echter
toe, dat de jonge man met wien ze zeer be-
vriend was, wel de aanleiding tot haar besluit
kon zgn.
ONTPLOFFING IN EEN CHEMISCHE
FARRIER.
Bij een brand in een chemische fabriek te
Gent werden Dinsdag groote hoeveelheden che
mische producten vemietigd, Een benzine-
reservoir ontplofte. De stukken vlogen 30 M.
ver weg.
Verscheidene arbeiders werden gewond.
ZEVEN PERSONEN MET EEN POST-
VLIEGTUIG DOODGEVALLEN.
Een vliegtuig van den luchtpostdienst is
nabij Pooatello (IdahoJ omlaag gestort. Zeven
personen werden daarbij gedood, waaronder
een vrouw en twee kinderen.
De machine stond op het punt te landen,
toen het met den neus op den grond stortte uit
een hoogte van tien meters.
Wij zijn nu in den oogsttijd en langzamer-
hand treffen we voorbereidingen voor de win-
terprovisie. De inmaakpotten en de week-*
glazen staan in het teeken der voile belang-
stelling. Het steriliseeren in glas heeft de
ouderwetsche methode van inzouten wel ge-
deeltelrjk verdrongen, doch in menig groot ge-
zin heeft de bekende boonenpot zich weten te
handhaven. De aanschaffingskosten van het
materiaal om te steriliseeren is min of meer
kostbaar en bovendien eischt het steriliseeren
meer zorg. Van al de groenten voor winter-
provisie nemen de snij- en slaboonen wel de
grootste plaats in.
De snijboonen zooals de „Vroege Veensche"
en „Slagwaard" moeten zoo vroeg worden ge-
plukt, dat de boonen, die in de peul zitten, niet
te zien zijn, evenwel zoodanig, dat ze in leng-
te en breedte volgroeid zijn, zonder dat ze dik
worden. Op het platteland treft men nog
veel „Pronkboonen" aan, die krachtiger in
ontwikkeling zijn en beter bestand zijn tegen
allerlei ziekten. Ze zijn voor het inmaken niet
zoo fijn als de hierboven aangehaalde soorten
en moeten in elk geval zeer jong worden ge-
plukt.
Zaadwinning der boonen. De zaadwinning
der boonen is buitengewoon gemakkelijk en
eenvoudig en ondanks dit alles ervaren we ge-
regeld hoe hiertegen gezondigd wordt. De fou-
ten beginnen reeds in den regel bij het pluk-
ken der eerste groene boonen. De eerste pluk
groene boonen is een gebeurtenis van belang,
vooral als we eerder zijn dan buurman. Zoo
vroeg mogelijk worden daarom alle planten
grondig ge'inspecteerd, daar er anders nog niet
voldoende te plukken valt. Dit is nu nog niet
zoo heel erg, doch wat er verder plaats heeft
is een ernstige fout. Voor het dagelijksche ge-
bruik wordt er verder geplukt van alle planten,
zonder dat er ook maar in het minst rekening
mee wordt gehouden met de zaadwinning. Aan
deze of genen stam blijven eenige peulen zitten,
omdat ze reeds te geel geworden zijn en deze
worden dan aangewezen om als pootboonen
dienst te doen. Dit systeem heeft dus tot ge-
volg, dat er voor direct gebruik eerst de mooi-
sten en besten worden geplukt en dat veelal
de minderwaardige boonen voor pootboonen
dienen. Grooter fout is moeilijk te maken.
Vooral indien zooals dit jaar de stand der boo
nen toch al slecht is, wreekt zich dit dubbel.
De meest aanbevelingswaardige methode is
om eenige stokken en stammen uitsluitend
voor pootboonen te bestemmen. Van deze
stokken en stammen plukken we hoogstens al-
leen de kleinere en onvolmaakte peulen af. Dit
is de zekere weg om het volgend jaar te be
ginnen met prima pootboonen, welke bij be-
hoorlijke verzorging in staat zijn een maximum
opbrengst te geven. Waarom zouden we bij
aardappelen en granen etc. wel selectie toe-
passen en bij boonen niet. In het algemeen
kunnen we met minder pootboonen (aantal)
volstaan, doch nog zeer velen gebruiken helaas
als pootboonen nog ieder jaar de overgescho-
ten minderwaardige boonen.
Voor hen die zonder glas tuinieren is de tijd
van zaaien en planten nagenoeg geheel voor-
bij. In hoofdzaak bepalen de werkzaamheden
zich tot het onderhouden van wat zich nog op
den akker bevindt en het wegruimen van het-
geen zijn opbrengst reeds heeft gegeven. De
hierdoor ontstane plekjes kunnen nu nog wor
den benut voor het zaaien van herfstknolletjes.
Hiervoor nemen we bij voorkeur de ronde gele
Herfstgoudbal en zaaien breedwerpig 10 gram
per vierkante meter. Toevoeging van 1 K.G.
patentkali zal in de meeste gevallen gewenscht
zijn. Het zaad na het zaaien met een hark heel
licht inwerken. Voor het uitzaaien van andere
groentensoorten wordt de tijd te kort. Bij
gunstige omstandigheden wil de teelt nog wel
eens gelukken, doch heel vaak brengt het niets
dan teleurstelling.
Achterlijke groenteplanten kunnen we door
gieren nog wat vooruit helpen. Geef echter
niet al te veel van het goede ineens, doch her-
haal dit eenige malen met wat dunnen gier.
Op deze wijze kunnen de planten er het meeste
profijt van trekken en bereiken we dus ook het
meeste nut van deze bewerking.
Vragen, deze rubriek betreffende,
kunnen door de abonnd's worden ge-
zonden aan Dr. Te Hennepe, Diergaar-
desingel 96c te Rotterdam. Postzegel
van 7% cent voor antwoord insluiten en
uitdrukkelrjk blad vermelden.
DE VERLAMMING VAN JONGE HENNEN.
I.
In den laatsten tijd ontvang ik veel zieke
kippen met verlammingsverschijnselen en brie-
ven waarvan ik uit enkele een en ander over-
neem, waardoor de lezers waarschijnlijk de
ziekte wel min of meer herkennen kunnen.
Bijv. de volgende:
,,Vorig jaar en nu dit jaar weer heerscht de
ziekte. De Wit Leghorns geboren het laatst
van Maart groeien snel en nu ze vier maanden
zijn komt de misbre weer. Ze loopen een paar
dagen mank en springen met beide pooten
tegelrjk. Daarna liggen ze op den grond met
een been vooruit en een naar achteren en ten-
slotte gaan ze dood. Ze loopen los in het wei-
land. Met de overjarige is het hetzelfde geval
geweest. Van de zeventig zijn er maar twintig
over en de rest is aan dezelfde verschijnselen
dood gegaan. De hokken en het voer zijn goed
in orde en toch is het een en al misere."
Een tweede schrijft: „Er zijn er al ver-
scheidenen dood gegaan. Ze beginnen met te
waggelen op haar pooten en haar vleugels te
laten hangen en dan met verloop van een dag
kunnen ze heel niet meer loopen en liggen ze
eenige dagen te gapen eer zij dood gaan."
Een derde: „De ziekte verschijnselen zijn
niets dan het lam worden in de pooten en
eten blijven ze goed doen tot ze bijna dood
zijn."
Een vierde: Eerst ziet men dat de hennen
beginnen te gapen, na een dag of twee loopen
ze kreupel en spoedig blijven ze liggen om dan
na eenigen tijd te sterven. Deze ziekte komt
hier bij verschillende koppels voor, bij de eene
erger dan bij de andere.
Ten slotte„Ik zend eenige zieke kippen uit
een koppel van 40 stuks waarvan reeds meer-
dere exemplaren zijn gestorven, onder ver
schijnselen van: gapen, vermageren, verlam-
ming."
Met deze treurige bloemlezing zijn we dus
al direct tamelijk goed op de hoogte van deze
eigenaardige hoogst schadelijke ziekte, waar
van we tot onzen spijt nog maar weinig weten.
Ik zelf zoek al jaren lang naar een oorzaak
maar heb deze al evenmin als andere onder-
zoekers aan kunnen toonen. Men staat in elk
opzicht voor raadselen. De eerste vraag is di
rect of de ziekte besmettelijk is, en hoewel
geen smetstof aangetoond is, doet toch de
ziekte in haar optreden zeer veel aan een be-
smettelijke ziekte denken. Ik heb in den begin-
ne toen mijn aandacht voor het eerst op deze
ziekte viel, verscheidene proeven genomen om
de ziekte op gezonde proefkippen over te bren-
gen, doch ik moet zeggen, dat het mij niet ge-
lukt is. Van alles heb ik geprobeerd en de
proefkippen ingespoten en gevoerd met de or-
ganen, het bloed, zenuwen, hersenen enz. van
zieke of gestorven kippen. Het is me echter
in geen enkel geval gelukt een proefkip ziek
te maken en toch
Laat mij nu even meer stelselmatig de ziekte
hespreken. In de laatste jaren is de ziekte in
verschillende landen der wereld opgemerkt o.a.
Duitschland, Belgie, Amerika. Eerst liet zij
zich betrekkelijk onschuldig aanzien maar
thans blijkt, dat zij zich meer en meer uitbreidt
en een zeer groote schade veroorzaakt. In
Amerika beschouwt men haar thans als een
der emstigste ziekten van jonge hennen en
oudere hennen. Zij treft ongeveer tusschen den
leeftijd van vier tot veertien maanden de die-
ren. dus in den tijd dat de dieren de hoogste
waarde vertegenwoordigen. Niets is ellendi-
ger dan dat men de kuikens na heel veel
moeite en zorgen door de eerste maanden heen
gekregen heeft en ze thans groot ziet als
mooie jonge hennen, om dan te merken op een
kwaden dag, dat er een ziekte optreedt waar-
j aan een groot deel te gronde gaat en waaraan
men niets doen kan.
Reeds in 1878 heeft men de ziekte in Ame-
rika in het geboorteland der Rhode Island Reds
opgemerkt en van omstreeks den tiju van onge-
veer 1900 herinner ik me nog heel goed, dat er
in de kliniek der Veeartsenijschool veel 1am-
me kippen gebracht werden waarvan de oor
zaak dan aan schimmelig voer toegeschreven
werd.
Vanaf 1914 dadeert het stelselmatig onder-
zoek dezer ziekte in Amerika. Men bracht
haar toen in verband met wormen of coccidien
in den darm, omdat men bij zieke kippen der-
gelijke parasieten vaak vond en omdat bekend
is, dat wormen of coccidien in den darm tot
zenuwverschgnselen aanleiding geven. Toch is
mijn meening, dat de typische verlamming der
jonge hennen niet door deze parasieten ver
oorzaakt wordt.
Meerdere onderzoekers en ik zelf ook hebben
bij talrijke zieke kippen nauwkeurig het darm-
kanaal op parasieten onderzocht, doch nooit
wormen gevonden.
Verschijnselen. In het kort kan men deze
samenvatten onder het volgende:
Jonge kippen of hanen, tegen dat ze volwas-
sen worden, verliezen het gebruik van him bee-
nen, blijven liggen met goede eetlust, doch
sterven tenslotte. Bekijken we de verschijn
selen meer nauwkeurig dan zien we het vol
gende.
De jonge dieren zijn vaak totdat ze rijp wor
den zeer voorspoedig opgegroeid. Op zekeren
dag ziet men ze veel gapen of een abnormale,
onzekere gang vertoonen. Men merke dus op,
dat deze ziekte met de z.g. beenzwakte der
kuikens niets te maken heeft. Deze laatste
ziekte treedt op bij kuikens van eenige weken
oud en is niets dan een verschijnsel van Engel
sche ziekte, die weer te genezen is door vita-
mine-rijk voedsel. Ook bij coccidiosis, longont-
steking, diarrhe enz. treedt bij pluimvee gauw
beenzwakte op en over het algemeen vertoont
pluimvee als het ziek is, veel beenzwakte.
Beenzwakte is dus bij kippen een algemeen
kwaaltje net als hoofdpijn bij menschen en is
meestal ook even onschuldig. Voortzetting in
het volgende artikel.
Dr. TE HENNEPE.
ywy -warn*
JACOB DOUWES DE JONG (1179-1850)
EEN DER ZE& ZONEN VAN OOUWE EGBERTS
Een zaken-jubileum biedt in den regel den
lezer niet zooveel interessants, dat hij met be-
langstelling een beschrijving van eenige kolom-
men hiervan zal ,,verwerken" en zeker niet,
indien 't een firma betreft, die een weinig be
kend artikel fabriceert.
Maar als U, Mevrouw, een kopje D-E thee
drinkt, of een geurig kopje D-E Aroma-Koffie
schenkt, onderwijl Mijnheer zijn gedachten
concentreert op de kringelende rookwolkjes
van D-E Heeren-Baai waarmee hij te voren
zfln kostbare meerschuim of BruySre stopte,
dUn ongetwijfeld zal het U interesseeren,
te weten, hoe voor 175 jaren de grond gelegd
werd voor't thans zoo omvangrijke bedrijf der
N. V. Douwe Egberts, welk feit op 7 en 8 Sep
tember a.s. met het personeel van Joure
UtrechtAmsterdam en Den Haag feestelijk
herdacht zal worden.
Och, het was zo6 heel eenvoudig en heel ge-
woon. Een jonge man uit't dorpje Idsken-
huizen huwde in 1753 en begon te Joure een
kruidenierswinkel, waarin hoofdzaak waren,
de drie voorname verbruiksartikelen Tabak -
Koffie - Thee. Hij heette Egbert Douwes
Egbert, zoon van Douwe, beide Friesche voor-
namen).
Dit op zichzelf is volstrekt niet interessant,
noch belangrijk, maar wel interessant is het,
U v66r te stellen, wat oogen deze stamhouder
op zou zetten, als hij nu eens kon zien, wat er
van zijn bescheiden winkeltje geworden is en
wel zeer belangrijk is het, dat de bescheiden
dorpswinkelnering uitdijde tot een der grootste
zaken van ons land.
En natuurlijk verbazen wij ons met hem. We
laten in onze gedachten die bijna twee eeuwen
voorbij gaan en dan wordt het ons duidelijk.
hoe hier practisch inzicht, breede blik en koop-
mansschap ononderbroken al die jaren samen-
werkten om tot deze uitkomsten te komen.
Immers, heel veel dergelijke zaken zijn even-
zeer in dien zelfden lang vervlogen tijd begon-
nen, waarin natuurlijk ook de kiem voor groei
en bloei heeft gelegen, want die is in den be-
ginne overal aanwezig. Het was nu maar de
kwestie, wie de verzorging op zich nam en wie
die later voortzetten.
Z66 is het ons en U nu duidelijk en dat is
het interessante, omdat het zoo zeldzaam is
dat hier een heele reeks mannen van toen tot
nu, steeds op eenzelfde en blijkbaar gezonde
basis hebben gearbeid, waardoor de kiem zich
kon ontwikkelen om tot vollen bloei te komen.
En het bijzondere daarbij is dan nog, dat de
beheerders der Firma Douwe Egberts elkan-
der in 6 geslachten van Vader op Zoon op-
volgden.
Hoe die nu verder wel alien heetten, hoe de
firmanaam lange jaren Weduwe Douwe Eg-
bertszoon luidde, omdat een Moeder eenigen
tijd voor haar nog te jonge zoons de zaken
moest leiden; hoe er niet steeds een Douwe of
Egbert de zaken voortzette, omdat allicht een
der andere zoons meer geschiktheid en lust
toonde; hoe de familie in den Napoleontischen
tijd den geslachtsnaam ,,De Jong" aannam en
dat de vennootschap nu Douwe Egberts heet,
hoewel de Directeuren, vader en zoon, de Hee-
ren C. J. de Jong en Joh. H. de Jong zijn, dat
alles doet weinig ter zake meenen we.
Maar wbl mag hier vermeld worden, dat bij
het beheer steeds het oog gevestigd is geweest
op ddzen grondregel: „Neem in het bedrijf
altijd en zoo spoedig mogelijk het beste wat de
techniek heeft aan te bieden en verwerk de
beste grondstoffen op de vlugste, meest juiste
en minst kostbare wijze, opdat ook het beste
kan worden aangeboden tegen de matigste
prijzen.
~jCV
Zoo is de eenvoudige dorpswinkelzaak in den
loop der jaren geworden tot het groote bedrijf,
waarvan ge U 't best een voorstelling zoudt
kunnen maken, indien ge het groote gebouwen-
complex te Joure en te Utrecht want ook
daar is de laatste jaren een deel van het be
drijf gevestigd eens kondt zien.
Mogen we U even rondleiden?
U ziet daar, om te beginnen, het ketelhuis,
de beide stoommachines en dynamo's die de
electrische stroom moeten opwekken om de
tallooze werktuigen de noodige electrische
energie toe te voeren, waarbij het schakelbord
voor de juiste verdeeling zorg draagt.
In de tabakskerverij gaan snel de groote
zware en vlijmscherpe messen op en neer, om
de van te voren naar eisch gesorteerde, geme-
leerde en aangevochte tabaksbladen te snijden
in fijne, middel of grove snede. Ziet U hoe een
jacobsladder de massa al maar opvoert en uit-
stort in dien grooten rondwentelenden door
stoom verhitten trommel? Daarin wordt de
tabak op den vereischten vochtigheidsgraad
of droogtegraad, zoo ge wilt gebracht.
Verderop ziet ge w6er jacobsladders, die de
naar eisch gedroogde Heerenbaai aan ons ge-
zicht onttrekken. Ze wordt nu naar de pak-
ketteer-afdeeling boven gevoerd, waar gecom-
pliceerde machines met behulp van rappe
meisjeshanden het geurig kruid in de bekende
keurige ,,pakjes" zullen steken.
Wat een wonderen van vernuft, die pakket-
teermachines. De rappe, ervaren meisjeshan
den, hebben enkel te zorgen voor het afwegen
en verder gaat alles vanzelf. Ziet U daar, hoe
de tabak door het papier wordt omvat? Hoe
het pakje aan de einden toegevouwen wordt,
de door den fiscus geeischte belastingstrook of
banderolle er omgeplakt en de einden met een
etiket worden gesloten Alles schuift en glijdt
en draait en wentelt. Er wordt gelijmd, ge- j
vouwen, geplakt, alles door die wondermachi-
nes! Zeker, het is ze6r interessant, en elk j
zoo'n ,,metalen mensch in tienvoud" doet zijn j
werk prima, onberispelijk, en levert per dag
15.000 a 20.000 pakjes ,'t zij van V2 ons, een
ons of wel een halfpond. Een nulletje teveel j
meent U? Volstrekt niet: vijftien tot twintig-
duizend pakjes elk!
Na deze vluchtige bezichtiging van de tabak-
afdeeling worden wij naar de koffie-afdeeling
geleid.
't Is hier warm, vooral dicht bij de branders.
In deze al maar rondwentelende trommels,
waaronder een knap vuurtje gestookt wordt,
zijn de blanke boonen uit de bovenliggende
sorteer-afdeeling gestort: 100 K.G. in ieder en
worden tot 180 a 190 graden Celsius verhit.
Na ongeveer een kwartier aan die hitte te zijn
blootgesteld, gaan de schuiven open en de ge-
brande partijen stroomen uit in groote vaste
platte kuipen, eigenlijk zeven, want de bodem
laat lucht door. En nu worden door middel
van roertoestellen de bruine massa's al maar
over en door elkaar gedreven, onderwijl zeer
krachtige exhausters door den bodem der zeef
voortdurend lucht zuigen om de boonen spoe
dig af te koelen en verder doorbranden te voor
komen. Want ook hier geldt: „de juiste
maat". DaUrin en in de keuze der goede soor
ten schuilt, evenals bij de tabak en ook vooral
bij de thee waarover aanstonds nog een
woordje de kwaliteit!
Nu meent U is de koffie voor gebruik
gereed? Tot zekere hoogte jd, maar als U ze
z66 thuis kreeg, zou U stellig niet tevreden
zijn en geen geregelde gebruikster blijven,
want er schuilen nog steentjes en stofjes in de
massa, die vodr de verpakking nog eerst zorg-
vuldig verwijderd dienen te worden.
Het zuiveringssysteem berust op verschil in
zwaarte: Het stof is lichter en de steentjes
zijn zwaarder dan de boonen. De massa wordt
gevoerd in een grooten trechter, waaruit een
niet te dikke en te krachtige „straal" naar
buiten valt. Direct zuigt een zwakke exhaus
ter de stof weg, doch de zwaardere boonen en
steentjes gaan door. Maar even lager haalt
een krachtiger zuiger de boonen weg en laat
de zwaardere steentjes vrij. Z66 is de zuive-
ring geschied. Eenvoudig Zeker, maar het
bedienend personeel heeft al weer goed te let-
ten op zuiver stellen van de apparaten. lets te
sterke zuiging zou met het stof ook de licht-
ste boonen meevoeren en met de koffie ook de
lichtste steentjes, terwijl de zwakke zuiging
stof zou laten tusschen de boonen en boonen
tusschen de steentjes.
Nu kan de verpakking beginnen, die bijna
geheel automatisch op zeer ingenieuze wijze
geschiedt. Zoo komen duizenden pondjes dage-
lijks, zoowel in de branderij te Joure als te
Utrecht ter aflevering gereed.
Tenslotte vragen we nu nog even Uwe aan
dacht voor de afdeeling thee, die wel z66r bij
zondere zorg eischt, omdat juist door het men-
gen der soorten de gewenschte ,,smaak" gevon
den wordt, Het is n.l. een kwestie van fijn
proeven, om een melange samen te stellen, die
de meest verwende tongen ten voile bevredigt.
Dat is dus 'n „fabrieksgeheim", evengoed en
nog meer haast dan het meleeren van tabak en
koffie.
Als de soortverhouding gereed is, wordt
daarvan ineens ongev. 800 pond gestort in die
groote meleertrommel, die U daar ziet. Groote
schepraderen slingeren de massa al maar z66
dooreen, dat tenslotte in elke hoeveelheid die
men er uit zou nemen, al de soorten in de aan-
gegeven verhouding voorkomen, m.a.w. de me
lange is gereed. Daar U weet, dat er vele
kwaliteiten in den handel gebracht worden, be-
grijpt U meteen, met welk een uitgebreide
zorg en uiterste nauwkeurigheid ook hier ge-
werkt moet worden. En altijd maar weer
wordt in de monsterkamer van tabak, koffie
en thee gezocht naar iets beters.
We zullen nu verder zuiveraars, exhausters,
automatische afweegapparaten etc. onbespro-
ken laten. U begrijpt, dat die ook hier een
woordje meespreken en met behulp waarvam
weer tal van meisjeshanden een keurig ver-
pakt artikel afleveren.
Zoo hebt U een blik geworpen in het groot-
bedrijf van Douwe Egberts (D-E), dat zich nog
voortdurend uitbreidt. Bij het heengaan loo
pen we nog even door de ruime kantoor-afdee-
ling met telefooncentrale, verkoop-, boekhoud-,
reclame-afdeelingen enz. en in de verschillende
bergplaatsen verbaast U zich over de aanzien-
lijke voorraden tabak, koffie en thee, die, op
hun beurt voor de consumptie gereed gemaakt,
over heel ons land gedistribueerd worden.
U stelt er natuurlijk geen belang in, te we
ten, uit welke streek onzer vijf werelddeelen
de vele soorten tabak, koffie en thee zijn ge-
komen en evenmin of de directeuren ze aan de
Beurs te Amsterdam, Londen of New-York
kochten, of direct ter plaatse waar ze geoogst
werden. Voorts is het U onverschillig of die
soort zus en die z66 heet, het komt er voor U
maar op aan, dat U de beschikking heeft over
een artikel, dat volkomen aan Uw smaak en
hooge eischen beantwoordt: een geurige kop
thee of koffie en een fijne pijp tabak.
U kan gezien den loop der geschiedenis
van „Douwe Egberts" volkomen vertrou-
wen, dat deze U steeds zal weten te leveren
wat U begeert.
H K tt