m m m fc V A EI A. Dam- en Schaakmbriek. iP,v\i Piuimvee-rubriek. Hois en Hof. IS SI INGEZONDEN MEDEDEELINGEN. doe.nde bij voorbaat onvruchtbaar heeft ge- maakt alle pogingen en pogingen van pogin gen. die in den loop der negentiende en twin- tigste eeuw zijn ondernomen en beraamd om dat goud van de ,,Lutine" aan den bodem van de zee te ontnemen! DE WEG DES DOODS. D,- oudste weg in den Amerikaanschen staat New Mexico, een der oudste tevens van de V. S., zal weldra verdwijnen. „Jornado del Muerde" reis des doods was de naam dien de Spanjaarden, die het eerst het land binnenvielen, aan dien weg hadden gegeven. De weg loopt door een woestijn, welker water- looze contreien een groot aantal menschenle- vens hebben gekost. Talrijk zijn de aardhoo- pen, menschengraven aanduidend, die langs dit pad verrijzen. De Indianen lieten hun dooden eenvoudig langs den weg liggen, de Spanjaar den begroeven de hunne. Toen kwamen de En- gelschen ter plaatse en nog later de Amerika- nen. Allen trokken langs den weg des doods en lieten hun dooden achter. De weg verbond Mexico met wat thans New Mexico heet, via El Paso del Norte. Tragedie en romantiek volgden den weg door de geschie- denis heen. De overlevenden van de moorden te Pueblo in 1630 vluchtten er langs en kwa men in 1693 met den ..conquistador" De Var gas terug. Over het zandige pad had reeds in 1682 Antonio de Espeyjo zijn veroveraars ge- leid. Nog vroeger waren Cabeza de Baca en de neger Estaban moeizaam langs de doodenbaan getogen, na hun schipbreuk op de kust van Texas in 1528. Indianen, Spanjaarden, Mexicanen, Amerl- kanen, alien hebben deze gruwelijke ervaringen langs dezen lijdensweg te boek gesteld. De eeuwige dreiging van dorst maakte den weg zoo gevaarlijk te bereizen, en bandieten, die vaak heen en weer trokken en elkeen plunder^ den en vermoordden, verhoogden nog het reis- risico. In de vorige eeuwen rukten de Amerikaan- sche afdeelingen, die Texas gingen bezetten, hier langs op, om te sterven in Mexicaansche gevangenissen. De Amerikanen trachtten hier- langs naderhand Mexico te bezetten. De gecon- federeerden trokken erlangs terug nadat zij ei- bjjna in geslaagd waren, van het Zuiden uit New Mexico te bezetten. De weg is tot verdwijnen gedoemd, omdat het moderne reizen een kortere route verlangt. Reeds rijden landbouwtractors, die de bewer- king van den bodem met zich brengen, over den we'dra onzichtbaar geworden weg des doods. EEN NIEUWE VOGELVERSCHRIKKER. Hierover schrijft de „Onder de Streep"-re- dacteur van het Handelsblad het volgende: Zij kunnen lastig zijn, de spreeuwen en ir.e- rels, de musschen en kraaien, die het voorzien hebben op al wat eetbaar is. In den zomer roo- ven zij hessen en aardbeien, kersen en morel- len. Zij schijnen zich op de hoogte te willen stellen van de smaak van groene doppertjes en pikken terloops eens aan een appel of een peer. In het voor- en najaar hebben zij het voor zien op de landerijen. Zoolang de velden om- geploegd liggen, doen zij geen kwaad. Zij pik ken wormpjes op en larven en vinden op die manier rijkelijk voedsel. Maar pas op als het zaad in de voren is ge- strooid! Dan zijn zij er weer „als de kippen' by. En die bezoeken vindt de boer allesbehalve prettig. De vogelverschrikkers, die 's zomers m den boomgaard prijken, worden overge- plaatst naar het land; stukjes glas aan touw moeten voor het noodige lawaai zorgen om de brutale vogels af te schrikken. Zoodra de kraaien en de musschen in de zen tijd van het jaar zijn dat bijna de eenige bezoekers op het veld echter gewend zijn aan de starre stroopoppen met fladderende moitwen en jaspanden, zoodra zij merken, dat de tinkelende muziek van die glazen plaatjes niet gevaarlijk is, hebben vogelverschrikkei en touw afgedaan. En de rekels eten hun buik- je vol! No heeft een heereboer in Zuid-Duitsehland een prachtig plan bedacht om de indringers den schrik op het lijf te jagen. In zijn appelen- en perenboomgaard, die grenst aan een veld, waar pas was gezaaid, heeft hij - - een luid- spreker laten opstellen. En het lawaai, dat uit dien grooten mond komt, schijnt de vogels z66 te verschrikken, dat zij zich sindsdien niet maer hebben laten zien! 'tis een middel, dat makkelijk na te vol- gen is. En zijdie buiten wonen, kunnen het in hun oor kncopen voor het volgende jaar, als de kersentijd weer in't land komt! WELK WEER IS ER TE VERWACHTEN? ,dSr zijn in de natuur bloemen en planten, die, wanneer ge ze nauwkeurig nagaat, u kunnen voorspellen welk weer te verwachten is", zegt het Algemeen Nederlandsch Land- bouwblad. Om te begirmen noemen we de Muur of Mu- rik (Vogelkruid, Erf of Mier stellaria media), een bekend onkruld op humusrijke gronden. Ze voorspelt mooi weer, wanneer de bloemen ook bij donker weer open zijn. Blijft zij tot 's middags vier uur open, dan blijft het ook den volgenden dag droog, terwijl er zeker re- gen te wachten is, wanneer de bloemen na negen uur nog gesloten zijn. Van het Gele Walstroo (Galium verum) heb ben de bloempjes bij goed weer een aangenaam zoeten geur; ruiken zij ongewoon sterk, ga dan niet uit zonder regenscherm. De gewone dis- tel Carduus vulgaris) kondigt neerslag aan, wanneer haar parelmoervormige omwindsel- bladen zich (involucrum) sluiten. Zijn zij open dan kan men op mooi, zonnig weer rekenen. De Regen-Goudsbloem (Calendula-pluvia- ies) voorspelt regen, wanneer de bloemhoofd- jes na zeven uur in den morgen nog gesloten zijn. De Klaverzuring (Oscalis) trekt, wanneer regen of onweer op handen is, de drie blaad- jes samen. De gewone akkerkool (Lapsaud communis) bezit de eigenaai digheid om gedurende den nacht haar bloemkorfjes open te houden, wan neer het den volgenden dag gaat regenen. Blijft het droog weer, dan sluit zij reeds bij- tjjds. De stijlen der Geraniums of Ooievaarsbek- ken en de angels der winterhaver (Avena sati- va) buigen en krommen zich in droge lucht, terwijl ze zich bij vochtig weer intrekken. De Klaversoorten trekken voor een onweer de bladen samen en buigen den stengel om, terwijl de Akkerwinde (Convolvulus arvensis) bij een op handen zijnden regen haar bloemen uitspreidt. De Goudsbloem (Calendula officinalis) opent zich bij bestendig weer 's morgens tegen ze ven uur en blijft tot 's morgens open; blijft zjj echter 's morgens gesloten, dan zal er dien dag regen komen. De Kruipende Boterbloem (Ranunculus re- peus) trekt, evenals de Moeras Boterbloem (Caltha palustrus) de bladen samen tegen re gen, terwijl de Voorjaars-vroegeling (Draba vema) de bladen dan sterk buigt en de Kla- verzuringsoorten (Oxalis) de bladen dichtvou- wen. Als de bloemkorfjes der Melkdistels (Son- chus) 's nachts gesloten zijn, is het den vol genden dag mooi weer; blijven zij open dan is een regendag te verwachten. (Zie boven bij Akkerkool). Het omgekeerde is het geval bij de gewone Distel (Carduus); hier sluiten de bloemen zich tegen regen. De Gele Anemoon (Anemone ranun culoides) sluit voor den regen haar bloemen; de Bosch- Anemoon (Anemone nemirosa) draagt bij mooi weer de bloemen rechtop, terwijl zij bij nade- rend regenweer d'eze laat hangen. Heeft het bolletje, gevormd door de vrucht- pluizen eener uitgebloeide Paardebloem (Sa- raxacum officinale) een ongerepten vorm, dan is mooi weer te wachten. De scharlaken roode Pimpernel (Poterium sanguisorb) wacht den dag, waarop regen vallen zal, af met gesloten bloem, ook al is de hemel bij het opgaan der zon helder blauw. Deze bloem voorspelt vijf, tien, zelfs vier en twintig uur van te voren regen. Ook de wilde kastanjes gelden als weer- profeten Wanneer goed weer in aantocht is, al is de hemel ook nog bewolkt, breiden de kastanjes hunne vijfdeelige bladeren in alle richtingen uit. Heeft men daarentegen regen te wachten, dan zijn de bladeren min of meer samengevouwen. Zoo zouden we nog vele voorbeelden kunnen noemen, doch laten het thans hierbij. Eenmaal opmerkzaam gemaakt kunt ge zelve meer weerprofeten in de plantenwereld ontdekken. DAMMEN. LXXXVIH. Partij gespeeld in een onderlingen wedstrijd den 3en Augustus 1928. Onregelmatige opening. Wit. Zwart. J. J. K. J. v. d. H. 1. 3430 20—24 2. 3025 1823 3. 32—28 23X32 4. 37X28 12—18 5. 39—34 24—30 Het openingsspel wordt dus wel zeer on- regelmatig behandeld. Zwart ontdoet zich nu van de dreigende opsluiting. 6. 35X24 19X39 7. 43X34 7—12 8. 34—29 1—7 9. 38—32 14—19 10. 42—38 10—14 11. 2923 18 X 29 12. 33X24 19X30 13. 25X34 13—19 Wellicht was hier beter 1721. De partijen staan overigens hopeloos gelijk. Het opbouwen der zwarte stelling geschiedt echter methodischer. 14. 38—33 8—13 15. 44—39 2—8 16. 50—44 17—21 17. 31—26 510 18. 26X17 12X21 19. 36—31 7—12 20. 31—26 15—20 21. 26X17 12X21 22. 41—37 8—12 23. 37—31 21—26 24. 32—27 26X37 25. 27—21 16X27 26. 28—23 19X28 27. 33X42 13—18 Beiden hebben nu spelvrijheid aan alle zijden van het bord. Het is een zeer kalm spel, haast zonder ruggegraat, en een simpele remise ligt in het verschiet. 28. 39—33 9—13 29. 44—39 4—9 30. 4943 14—19 31. 43—38 10—15 32. 3832 2025 Zonder zijn positie in het minst te verwaar- loozen, brengt Zwart nu gevaarlijke slagdrei- gingen in het spel. Er dreigt op 4741 van Wit bijv. 2530 en 1520 met schijfwinst. Op 4843 zou Zwart op dezelfde manier dam nemen. 33. 4238 11—17 34. 4641 6—11 35. 4137 1116 36. 47—41 17—21 37. 32—28 21—26 Op 38 was gevolgd 2822 en 3832 dam. 38. 48—43 9—14 39. 34—29 3—8 De stand blijft volkomen gelijk. Voor Wit was nu aangewezen 2822, 2923 en 33X31 met voor beide partijen niet meer dan remise. Wit meent echter aanstonds een kans te zien om door te breken, zij het dan ook ten koste van twee schijven. 40. 40—34 14—20 Nog was 2822 en 2923 hier voor Wit de beste voortzetting. Ook 4540 gaf goede kan- sen. Maar Wit forceert het spel, breekt door enverliest, hetgeen niet noodzakelijk was geweest, daar de stand op dit oogenblik zeer goed is en evenveel kansen heeft als het zwarte spel. Stand van de partij na den 40en zet van Zwart: ZWART 1 2 3 4 5 36 46 WIT Ieder 10 schijven. Er volgde nu: 41. 37—31 42. 28—22 43. 33—28 44. 29X9 45. 39—33 46. 94 dam 26X46 dam 18X27 46X23 27—31 31—36 16—21 3. 23- 4. 28- 5. 42- -18 22X13 -22! 17X39 -48 4349 moet wel, het is de eenige zet! 6. 48X2 49X35 7. 2924 gewonnen. De auteur van dit moeilijke en zeer origi- neele probleem is niet bekend. De volgende problemen, waarvan we even als van de eindspelletjes gaame oplossingen zullen wachten v66r 16 September, doen ons zien, hoe sommige problemisten, geheel los van elkaar, eenzelfde idee kunnen bewerken. No. 1 van Dr. M. J. Belinfante, A'dam Zwart: 13, 14, 19, 23. Dam op 6. Wit: 17, 22, 25, 27, 28, 30, 40 ,49. No. 2 van G. L. Gortmans, Londen. Zwart: 13, 14, 19, 23. Dam op 6. Wit: 17, 22, 27, 28, 30, 33, 39, 40. Eindspel 1 van H. van Gelder te R'dam. Zwart: twee schijven op 17 en 38. Wit: twee schijven op 36 en 46, dam op 35. Eindspel 2 van denzelfden auteur. Zwart: twee schijven op 24 en 39. Wit: twee schijven op 35 en 45, dam op 49. No. 3 van J. J. K. Zwart: een schijf op 33. Wit: drie schrijven op 7, 31 en 41. Voor alle vraagstukken geldt: Wit speelt en wint. J- J- K. SCHAKEN. Dreigt 2127 en neemt dan den dam af. In dezen stand was voor Wit maar dbn goede zet, n.l. 3832, waarmee Wit groote winst- kansen krijgt en van de remise verzekerd is. Bijv. 3641 kon dan niet wegens 436 waarna Zwart dam moet nemen, die echter onmiddellijk wordt afgenomen. Op 2127 slaat Wit 32X21 eh op 3641 volgt weer 4 36 met hetzelfde resultaat en winst voor Wit. Na 3832 van Wit zou Zwart echter door 1923 beletten, dat de zwarte dam straks wordt afgenomen. Daama is schijf 36 niet meer tegen te houden. Wit speelde echter: 47. 4—13 25—80 48. 34X23 meerslag 8X48 en Zwart won. In onze rubriek van 3 Aug. j.l. gaven we het volgende moeilijke probleem ter oplossing. Het was ontleend aan „Het Damspel". Zwart: 3, 7, 14, 17, 21, 22, en dam op 43. Wit: 13, 15, 23, 28, 29, 33, 40, en dam op 42. Oplossing Wit. Zwart. 1. 15—10 14X5 2. 13—9 3X14' BogoljoebofCapablanca. In Kissingen ontmoette de Rus den Cubaan naar we meenen voor de derde maal in z'n leven en verloor van hem voor de derde maal. In een volkomen gelijke stelling, waarin slechts torens en een paard naast 7 pionnen aan beide kanten overbleven en door voorzichtige zetten alleen op remise mocht worden gespeeld, maakte Bogoljoebof een aanvalsplan op, dat geen steun in de positie vond en dan ook door Capablanca, die in zulke stellingen bijzonder goed thuis is, op fraaie wijze werd weerlegd door een onberispelijke tegenactie. Voor den Rus een gevoelige nederlaag... zou men zeg- gen. In het geheel niet. Den volgenden dag ging Bogoljoebof kalm voort met de reeks van zijn overwinningen te completeeren door Spiel- mann te verslaan en maakte in de laatste ronde remise tegen Euwe, waardoor hij van den eersten prijs verzekerd was. Wit: E. Bogoljoebof. Zwart: J. R. Capablanca. West-Indisch. 1. d2d4, Pg8f6; 2. c2—c4, e7e6; 3. Pglf3, b7b6; 4. Pblc3, Rc8b7; 5. Rcl g5, Rf8e7; 6. e2e3, Pf6—e4; 7. Rg5Xe7, Dd8Xe7; 8. Pc3Xe4, Rb7Xe4; 9. Pf3d2, Re4_b7; 10. Rfle2, De7—g5; 11. Re2f3, Rb7Xf3; 12. Ddl Xf3, Pb8c6; 13. Df3g3, Dg5Xg3; 14. h2Xg3, Ke8—e7; 15. g3—g4, h7h6; 16. a2a3, a7a6; 17. Kele2, Th8 b8!; 18. Pd2e4, b6b5; 19. c4c5, d7 d5; 20. c5Xd6, e. p. c7Xd6; 21. f2f4, Tb8 C8; 22. f4f5, Pc6a5; 23. Ke2d3, Pa5^-c4; 24. Talbl, d6d5; 25. Pe4c3, Tc8c6; 26. f5Xe6, f7Xe6; 27. g4—g5, h6 Xg528. Thl—h5, Ke7—f6; 29. Th5—h3, Ta8c8; 30. Pc3a2, a6a5; 31. Th3f3t, Kf6g6; 32. g2g4, Pc4d6!33. Pa2c3, b5b4; 34. a3Xb4, a5Xb4; 35. Pc3dl, Tc6—c2; 36. Tf3—f2, b4—b3; 37. Tbl—al, Pd6e4!38. Tf2e2, Tc8—c6; 39. Tal—bl, e6e5!40. Tbl—al, Tc6—c4; 41. Tal—a5, Pe4c5tWit geeft op. Slotsfand. bed Opmerkingen 3... b6. De geestige Tartakower noemt de verdediging West-Indisch nadat hij het schaak- bord ais een landkaart heeft beschouwd met Wit in het Zuiden, Zwart in 't Noorden. De looper die dan in het Westen fianchetteert is oorzaak van de benaming West-Indisch; het fianchetto op g7 is dan Oost-Indisch. Simple comme bou jour. 6... Pe4. Is in het damegambiet meestal nadeelig, doch in damepion-openingen speel- baar, zooals hier. 8. PXe4. Talrijk zijn de schakers die met recht volgens de Steinitz'sche principes hier Rd3 zouden spelen. Doch Bogoljoebof's kracht berust gedeeltelijk op afwijkende zetten, waar door posities ontstaan, die, door hemzelf ver- oorzaakt, ook origineel door hem worden be handeld: het „constructieve" talent van dezen meester, waaraan hij zijn successen voor een groot gedeelte te danken heeft! 9. Pd2. Ook Rd3( RXd3, DXd3, Db4t, Dc3, DXc3, bXc3 is speelbaar om remise te berei- ken. Doch dat schijnt de Rus in 't geheel niet van plan te zijn, hoewel hem dit voldoende was voor den len prijs. 10. Re2. Noodzakelijk tegen het dreigen de Dg4. 12... Pb6. Noodzakelijk. 13. Dg3. Dreigt DXc7. De zet berust echter waarschijnlijk op een onjuiste beoordeeling van den stand. 13. 0—0, 0—0, en verdubbeling witte torens op de c-lijn bracht wit wel spel op. In het nu ontstaande eindspel daarentegen is zwart dadelijk gemobiliseerd, terwijl wit ver- zwakkende zetten moet doen om zijn torens te verbinden. 15. g4. Tegen f5, om het veld e4 voor het paard te behouden. Leidt overigens actie op de h-lijn in. Dadelijk Ke2 kan niet wegens Pb4— c2. De zet heeft echter het nadeel dat wit zijn spel te vroegtijdig bepaalt: tot de Koningszijde beperkt. Pf3, gevolgd door Kd2, was veiliger. 16. a3. Tegen Pb4. Om Ke2 mogelijk te maken. De zet is echter een bedenkelijke ver- zwakking waarvan zwart partij trekt door dame-vleugel-spel te forceeren. 19. c5. Een anderen zet heeft wit niet, want het is duidelijk dat 19. b3 verliest, evenzeer als 19. cxb5, TXb5. 21. f4. Wit geeft z'n oorspronkelijk plan, om op de h-lijn te spelen, niet gauw op. overigens om een diepere reden: na 21. b4 of 21. Thcl komt tegelegenertijd e6e5 en het zwarte paard dringt in het witte spel tegen de daar aanwezige zwakten: g4, (resp. e3) a3 en den Koning. 22. f5. Beter is b4, doch Zwart behoudt winstspel. 23... Pc4. Nu is Wit overtroefd, verloren. 27. g5. Het nietige overblijfsel van Wit's aanvalsdroomen op de h-lijn. 31... Kg6. De zwarte Koning staat nu zeer veilig.maar hij is van den strijd uitgescha- keld... en Zwart heeft hem niet noodig! 37... Pd4. Draagt de taak, den toren te be- schermen, aan den Koning op, die al met zich- zelf genoeg te doen heeft. Tevens het begin van een matzet. 38. Tc6 tegen Ta6. 39. Tbl. De laatste ademhalingen van Wit laten geen twijfel over zijn toestand. 42.... e4. Mat is niet te pareeren. Het slot is door Capablanca zeer mooi gespeeld. De macht van het centrum is bekend, doch komt soms op bijzonder dui- delijke wijze naar voren. Zulks ondervonden wij in de onderstaande partij, die wij daarom geven voor hen die beseffen, dat men zulks niet overtuigend genoeg voor oogen kan heb ben. Wij mochten deze met Wit spelen tegen no. 1 van de schaakclub Keulen. De Duitscher, die niet bizonder op dreef moet geweest zijn of gedemoraliseerd was, werd gedwongen om ook nog de twee volgende partijen na taaien tegenstand op te geven. 1. d4, d5, 2. c4, dXc4, 3. Pf3, Pc6, 4. e3, g6, 5. RXc4, Rg7, 6. 0—0, Pf6, 7. Pc3, 0—0, 8. Tel, Rg3 (hier niet goed), 9. h3, Rd7, 10. e4, e6, 11. d5 (Wit heeft geen reden om een da- delijke actie uit te stellen; hij staat over- wegend) eXd5, 12. eXd5, Pa5, 13. Rb3, PXb3, 14. DXb3, b6, 15. Rg5, a5, (dadelijk Dc8 was wel beter), 16. Tadl, Dc8, 17. Pe5, Re8, (nu staat Zwart hulpeloos en wordt af- gemaakt), 18. d6, cXd6, 19. TXd6, Ph5 (er dreigde RXf6), 20. Pd5!, RXe6 (Wit heeft geen goeden zet), 21. Pe7f, Kg7, 22. PXc8, TXc8 (RXd6 is even duidelijk verlies), 23. TXe5. Zwart geeft op. Kissingen. De einduitslag was: Bogoljoebof 8 p., Capablanca 7, Euwe en Rubinstein 6V2, Niemzowitch 6, Reti 5%, Mars hall, Tartakower en Yates 5, Spielmann 4%, Tarrasch 4, Mieses 3. Capablanca heeft op verlies tegen Niemzo witch gestaan, Euwe op winst tegen Spiel mann, Yates en Tartakower. Euwe's gelijk- waardigheid met grootmeesters is hierdoor ten overvloede bewezen. Vragen, deze rubriek betreffende, kunnen door de abonnb's worden ge- zonden aan Dr. Te Hennepe, Diergaar- desingel 96c te Rotterdam. Postzegel van 7y2 cent voor antwoord insluiten en uitdrukkelijk blad vermelden. HENNEN OF HANEN NAAR VERKIEZING. Een April-mop? of een wereldhervormende Uitvinding. Toen ik de eerste vage berichten over het nieuwe waarover ik nu ga schrijven las, dacht ik werkelijk aan een April-mop en hoewel ik de berichten verzamelde, legde ik ze opzij zonder er veel waarde aan te hechten. Doorgaans gaan zulke sensatieberichten een korten tijd rond in de pers, worden van tijd tot tijd nog eens herhaald en verdwijnen dan van het tooneel. Met het nieuws, dat ik nu bedoel ging het juist omgekeerd. Voortdurend kwamen er meer geloofwaardige berichten en tenslotte heb ik thans officieele gegevens en rapporten uit Amerika ontvangen die mij er toe brachten nu toch maar met de zaak voor den dag te komen en haar te bespreken. Mijn functie als secretaris der wereld-pluimvee-vereeniging en als redacteur van het internationale orgaan dier vereeniging (Internationaal Review of Poultry Scienne) brengt mee, dat ik dagelijks stapels berichten uit alle landen der wereld krijg omtrent pluimvee-wetenschap. Boeken, tijdschriften, brochures, brieven, enz. Daaronder kreeg ik nu deze week voor het eerst een meer stellig bericht over de genomen proeven. Laat mij eerst even de nieuwsgierig- heid der lezers bevredigen en in eens met de deur in huis vallen en vermelden, dat de nieu we uitvinding hierop neer komt, dat men door het belichten van broedeieren met X-stra- len in die eieren de mannelijke aanleg kan doo den, terwijl de vrouwelijke overblijft. Uit der- gelijke eieren ontstaan dus voor 100 aan hennetjes. Het klinkt werkelijk ongelooflijk maar als mijn verhaal geeindigd is, dan zal men inzien, dat er toch grond is de nieuwe ontdekking te aanvaarden en als we dit doen staan we wer kelijk op den drempel van een nieuwe wereld- schokkende hervorming, want wat met kippen- broedeieren kan, dat kan ook misschien in de toekomst met andere kiemen en de gevolgen van een dergelijke willekeurige beinvloeding van het geslacht der geboren individuen is heden nog absoluut niet te overzien. Maar laten we, waar alles nog in de eerste kinder- schoenen staat, nog niet te veel over de gevol gen gaan fantaseeren. Voor mij ligt dan een publicatie getiteld „The secret is out". (Het geheim is ontdekt). De machtige X-stralen voorzien in de behoef- ten der hedendaagsche pluimveehouderij door de hanen uit te schakelen voordat deze gele- genheid krijgen de voordeelen der hennen op te eten. Gij kunt nu naast raszuivere kuikens ook nog 100 henkuikens koopen of eieren die alleen hennen zullen leveren. Hoe is de geschiedenis der uitvinding Ge durende den ooriog kwam de pluimveefokker Hadley in Tanwood in contact met Dr. Steiner, een bekend Roentgenoloog in New-York. Hij deelde deze zijn ideeen mede om door behan- deling met X-stralen de broedeieren inwendig z66 te veranderen, dat er alleen maar henne tjes uit zouden komen. Jaren en jaren zijn met proeven nemen verloopen en hierin werd ook betrokken Dr. Dieffenbach, eveneens een Roentgenoloog uit New-York Deze beging de groote onvoorzichtigheid een vrouwelijke jour- naliste tot zijn laboratorium toe te laten en daarmee was het geheim ten einde. Spoedig stonden allerlei couranten vol van de won- derbaarlijke proeven van Dr. Dieffenbach en Hadley. Ik kan er wel direct bij zeggen, dat de methode zelf gepatenteerd is en dat bijv. al direct aan vier voorwaarden voldaan moet worden n.l. le. moet een bepaalde soort straal gebruikt worden; 2e. de straal moet een bepaalde tijdsduur inwerken; 3e. er moet een bepaalde voltage gebruikt worden; 4e. de eieren moeten op een bepaalde af- stand van de lamp liggen. Ik kan natuurlijk hier niet nauwkeurig uit- leggen waarop het verschijnsel berust. Het komt ongeveer op het volgende neer: Men weet dat het geslacht der kiemen be- paald wordt door bepaalde lichaampjes in de kernen der geslachtscellen, de z.g. chromo- somen. Bij een bepaald soort fruit-vliegen in Texas heeft men al jaren geleden dit ontdekt en ook door bestraling het geslacht beheerscht. Hadley nu bracht dit principe in toepassing bij kipeieren. Door een bepaalde bestraling wordt de mannelijke aanleg (chromosoom) in de kiemcellen gedood en blijft alleen de vrou welijke over. Ziedaar dus de theorie en nu de practijk: In het voorjaar nam men onder controle 360 eieren van een bekend fokker. 180 werden be- straald, 180 niet. Daama werden ze in de zelfde broedmachine gelegd en uitgebroed. Tegen den 18e dag werden ze in partijen ge- scheiden en de kuikens gescheiden opgevangen en gemerkt. Welnu toen de kuikens grooter werden bleek de eene lade 100 hennetjes VERSTERK UW NIEREN! Werp dat lustelooze, afgematte gevoel van u, en herwin uw gezomlheid en energie door nw nieren te helpen om de soliadelijke en kwaad- doende vergiften uit uw bloed te filtreeren. Maak uw leven weer tot een lust! Die pijn in de lendenen, die urinestoomissen, dat ver- moeid, zenuwachtig, uitgeput gevoel, die hoofd- pjjn en duizeldgheid kunnen alle te wijten zqn aan nierzwakte, en deze kan overwonnen wor den. Piekeren helpt u niet. Wordt flink en ge- zond door ihet gebruik van Foster's Rugpijn Nieren Pillen. De tijd bewees, dat dit speci- fieke niergeneesmiddel aan de nieren juist die versterkende hulp geeft, die zij noodig hebber. en deze organen bijstaat om het bloed volko men en terdege te zuiveren. Door nieuwe kracht aan de verzwakte nieren te geven, kunnen Foster's Pillen kwellende nierverschijnselen als rheumatiek, ischias, spit, waterzucht, niersteen, en blaasontsteking, ver- lichten en voorkomen. Duizendan in Holland danken hun tegen- woordige goede gezondheid aan de genezende eigenschappen van dit niermiddel. Begin nog heden met het gebruik en zie hoe snel gij een flinke gezondheid kunt herkrijgen. Verkrijgibaar (in glasverpakldng met geel etiket let hier vooral op) bij apotheken en drogisten a f 1.75 per flacon. 34 Te Ter Neuzen bij Firma A. van Overbeeke Leunis, Axelsohestraat en Westkolkstraat. geleverd te hebben en de andere lade de ge wone verhouding tusschen hennen en hanen (50 van elk ongeveer). Verder bleek, dat de bestraling ook een enorme invloed op den groei had en vond men het volgende omtrent de gewichten der kui kens op versehillenden leeftrjd. Hadley kuikens Gewone kuikens 3e week gew. 116 gram 83 gram 5e week gew. 216 gram 154 gram 6e week gew. 298 gram 225 gram Een enorm verschil in groei en gewicht dus wat ook alweer enorme mogelijkheden voor de toekomst oplevert. En nu tenslotte een proef die thans verloopt is de volgende. Het regeerings-proefstation van den staat New-Jersey waarin Tanwood ligt heeft een paar honderd eieren naar Hadley gezonden om door hem bestraald te worden. Daarna zijn deze eieren op het proefstation in een machine gelegd naast gewone eieren en worden ze op het oogenblik uitgebroed. Over een poos zijn dus de officieele resultaten bekend en zal ik die natuurlijk ook direct mededeelen. Hadley zelf bouwt thans een inrichting waardoor hij in 1929 een broedcapaciteit van 250.000 eieren per drie weken krijgt en dus allemaal eendags- hennetjes af kan leveren. Zooals gezegd, het bericht klinkt wonderbaarlijk en toch vind ik in de beschreven gegevens aanleiding genoeg om aan een emstige zaak te denken en dus alvast er nu mee voor den dag te komen. Dr. TE HENNEPE. HET VERVROEGEN VAN BOLGEWASSEN BINNENSHUIS. II. 1 Tulpen, Crocussen, Scilla sibirica en Narcissen. Tulpen. Wat wij in ons voorgaand artikel over de cultuur der Hyacinthen hebben ge- schreven is eveneens van toepassing op de tulpen, enkele zoowel als dubbele. De cultuur op water vindt in de praktijk geen toepassing, doch uitsluitend in potten met tuingrond. In tegenstelling met de hyacinthen plaatst men de bollen der tulpen zoodanig, dat ze ongeveer een c.M. boven den grond uitkomen, terwijl hier nog meer dan bij de hyacinthen gelet dient te worden op het voortdurend vochtig houden van den grond, daar de planten zich anders onvoldoende ontwikkelen. Een droge, te warme kameratmospheer is meermalen oor zaak van het mislukken en daarom de potten zoo ver mogelijk van de kachel af. Verder veel zon en frissche lucht. Voor het vervroegen nemen we geen Darwin- of andere late soorten, daar deze zich niet leenen voor kamercultuur. Deze soorten zijn alleen te vervroegen als men over kassen beschikt. Crocus. De crocussen stellen zeer weinig eischen, doch moeten zoo vroeg mogelijk in het najaar een paar c.M. diep worden opgeplant in potten met gewone tuingrond, of in wit zand. Laat het de bollen gedurende de wortel- vorming niet aan het noodige vocht ontbreken. Na het oppotten zetten we de potten of scho- tels in een koele donkere ruimte en halen ze begin Januari in de kamer. Bollen die geen voldoende wortels hebben gevormd geven te- leurstelling, daar ze enkel blad geven en geen bloemen. Haal ze niet te vroeg naar binnen behoedt ze voor te groote droogte en warmte. Hoe 1 anger de potten buitenshuis blijven, hoe fraaier zullen ze bloeien. Scilla sibirica. Voor potcultuur verdient de blauwe scilla sibirica alle aanbeveling. De bolletjes lijken wel iets op kleine hyacinthen en worden ongeveer 3 c.M. diep in met tuin grond gevulde potten, bloembakjes en derge lijke uitgeplant. Ze moeten vrij dicht opeen worden geplaatst, waardoor hun bescheiden bloei meer effect geeft. De tijd van oppotten is Augustus-September, de cultuur verder als bij hyacinthen en binnenshuis brengen in het begin van Januari. Narcissen. Vrijwel alle varieteiten leenen zich voor kamercultuur. De vroegst-bloeiende is de Narcissus Paperwhite grandiflorus, welke zeer gemakkelijk is te kweeken in een platte kom met niets anders als grint en water. We bedekken den bodem der kom of schotel met een laagje fijn grint, ter dikte van onge veer 1 a 2 c.M. Op deze laag plaatsen we de bollen en vullen de kom verder bij met grint, waardoor de bollen voldoende vast komen te staan. Daarna gieten we de kom vol met water, waarmee meteen alle werkzaamheden voorlo'opig zijn geschied. De kom wordt direct voor een zonnig raam gezet of in de serre (ook weer zoo ver mogelijk van de warmtebron af en al heel spoedig komen de eerste groen blad- puntjes te voorschijn. Dit proces gaat heel snel en de in Augustus-September opgepotte Narcissen hebben in November reeds bloem- stengels. terwijl de eerste bloemen ontluiken in het begin van December. De bloemen groeien in een scherm bijeen, zijn welnekend en elegant van vorm. De andere varieteiten leenen zich beter voor potcultuur. Als grondmengsel nemen we ge wone tuingrond waardoor wat bladaarde ge- mengd is. De bovenkant van den hals der bol laat men even boven de aarde uitsteken. Nar cissen verlangen een koelen vochtigen bodem, zoodat we er dus voor te zorgen hebben, dat het vochtig houden vooral niet wordt vergeten. Soorten als Gulden Spur, Victoria, Henry Ir ving en Cervantes kunnen in Januari in de kamer worden gebracht, doch de latere soorten niet eerder dan in Februari. Verder veel lucht en frissche lucht en in geen geval in bloei jagen". Hiermede hebben we de voornaamste soorten behandeld en hopen we, dat het ons is gelukt amateurs fan hart onder de riem te steken.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1928 | | pagina 3