V A SI A.
VERLANGEN.
luipaarden.
EEN NEDERLANDER TE BRUSSEL DOOR
GASVERSTIREING OM HET LEVEN
GEKOMEN.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN.
Gebrek aan eetlust
De zonneschijf zinkt achter 't palmenwoud;
Op Sjiraz' rozen gloeit het avondgoud.
Het dartel windje kwijnt allengs en zijgt
In sluimring op de bloemen neer en zwijgt.
De laatste toon der veldfluit trilt in 't dal;
De herder drijft zijn kudde naar den stal.
Het duister valt; nu rpst aan 's hemels boog
Met zachten glans de zilvren maan omhoog.
Een jonge krijgsman draaft door 't donker
[bosch
En spoort met hand en stem zijn vurig ros.
Een smeitend lied ruischt eensklaps door de
[blaan
En doet het hart des jonglings sneller slaan.
Hp hoort den wonderzoeten zang der min
En houdt geroerd zijn vluggen klepper in.
Steeds schooner, voller slaat* de nachtegaal,
Verscholen in zijn dichte looverzaal.
Hrj zingt van rozengeur en sterrenpracht,
Van jeugd en liefde in den stillen nacht.
Thans ijlt de jongling voort en fluistert zacht:
,,Zing. lieve vogel, zing; Zoeleika wacht."
F. VAN DIXHOORN.
drie alpinisten door een hevigen storm over-
vallen. Een hunner zonk in de sneeuw neer
en overleed spoedig daarop. De beide anderen
hebben een Alpenhut kunnen bereiken
hun toestand is uiterst emstig.
ook
DE
GROOTSTE COKESOVEN VAN DE
WEREED.
Op het Nordsternbedrijf van de Vereinig-
te Stahlwerke A.G. bp Gelsenkirchen is de
grootste cokesoven van de wereld, die vol-
gens een nieuw patent werd gebouwd, in be-
drijf genomen. De oven is zes meter hoog.
Zijn dagelijksche productie bedraagt gemid-
deld ongeveer 30 ton. De tot nu toe bestaan-
de grootste cokesoven was 4.50 meter hoog
en bad een productie van 15 ton per dag.
DE JACHT OP KROKODILLEN.
De grootste vijand van den mensch op Bor
neo is wel de krokodil; honderden personen
vallen jaarlijks als slachtoffers dezer lugubere
dieren. Daarom dient er eens een flinke oprui-
ming onder hen gehouden te worden, meent de
Borneo Post.
Dit kan gebeuren, daar zoowel in Europa als
Amerika groote vraag is naar krokodillcnicer,
waarvan men tasschen, koffers etc. vervaai-
d'igt. Enkele jagers, o.a. de heer Johler d'or,
die in 14 dagen tijd 118 krokodillen schoot,
leggen zich op deze jacht toe, zp hopen er een
bestaan in te vinden en doen tevens een voor
dit land nuttig werk.
Eigenljjk behoorden de jagers van het gou-
vernement een premie te ontvangen voor elken
door hen gedooden krokodil-dit vragen zij
evenwel niet; hetgeen ons evenwel wenschelijk
voorkomt is, dat het gouvernement deze jacht
aanmoedigt door b.v. geen uitvoerrecht op kro-
bodillenhuiden te heffen, althans een germg
recht en niet zooals het nu doet, n.l. door
idioot hooge uitvoerrechten den export van
huiden onmogelijk te maken en d'aarmede...
de menschen verslindende krokodillen, die op
sommige plaatsen een wanhopige plaag voor
de bevolking zijn, in bescherming neemt.
De plaatselijke handelswaarde van een on-
geprepareerde krokodillenhuid varieert van
f 7.50 tot f 15, al naar gelang van de grootte
en onbeschadigdheid. Een krokodillenvel weegt
15 tot 20 E.G.
Nemen wij als gemiddelde een gewicht van
16 K.G. aan, dan taxeert de douane de onge
veer 10 tot f 12.50 plaatselijke handelswaar
de op eene export-waarde van vier honderd,
daar zij ongeprepareerd'e krokodillenhuid op 25
gulden per E.G. taxeert en over deze fancy-
taxatie rechten eischt.
Inderdaad een afdoende „dierenbeschermmg
zeer ten nadeele van de bevolking.
TROUWLUSTIGE BEDRIEGER.
Het is een pijnlijke geschiedenis, die haar
eenige dagen geleden bestolen. Bij haar afwe-
zigheid drong een dief haar kamer binnen en
stal een aantal s'ieraden, benevens een groote
som buitenlandsch geld.
De geheele schade wordt op 60 duizend mark
geschat.
HET BEDELAARS-BAANTJE.
Men heeft den New Yorker vaak als hard-
vochtig beschouwd, omdat hij geheel in zijn
zaken opgaat en hierin geen consideratie ge-
bruikt. Men doet evenwel verkeerd', aan te ne
men, dat deze karaktereigenschappen ook do-
mineeren in het particuliere leven.
Hierin is de man van New York weekhar-
tig, goedgeloovig en vrijgevig als nauwelijks
een ander. Bewijs: nergens bloeit het vak van
bedelaar zoo weelderig als in New York, ze's
niet in Madrid of Napels.
Ondanks ontelbare weldadigheidsinrichtin-
gen, doet de politie niets om het bedelen te
voorkomen, daar het tegengaan van de bede-
larij wordt beschouwd als het inbreuk maken
op de persoonlijke vrijheid van den Amerikaan.
Zoo breidt zich het gilde der bedelaars hoe
1 anger hoe meer uit, en menigeen, die door
den nood gedwongen ging bedelen, zoekt geen
ander werk, omdat het baantje van bedelaar
meer opbrengt dan een ander.
Underwood', de leider van het Leger des
Heils, heeft daar aardige dingen van verteld.
Hij zelf heeft eens een uur gebedeld. Hij ging
op een namiddag, op den hoek van een druk-
bezochte straat staan en hield een vieze muts
in de hand, terwijl hij onafgebroken mompel-
de: „Geef mij iets voor een kop koffie". Na
een uur had hij reeds meer dan drie en een
halve dollar (ongeveer 9 gulden), waarmede
men ook in New York goed kan rondkomen.
Intusschen verzekerde de heer Underwood, dat
hij zeker geen al te goede plants had gehad,
en dat hij „technisch" blijkbaar nog niet de
kunst heeft verstaan, medelpden op te wek-
ken, want een goed bedelaar brengt het per
dag tot minstens 30 dollars.
Het bedelen, dat het meeste opbrengt ge-
schiedt niet op de straat, maar in de onder-
grondspoorwagens. Wanneer deze wagens met
te vol zijn dus in de vroege namidd'aguren
verschijnen echte en onechte kreupelen in
de wagens en beginnen hun oogst binnen te
halen.
Als bijzonder vrijgevig worden hier de jonge
verliefde paar'cjes beschouwd. De jonge man
wil voor zijn vrienden toonen hoe edelmoedig
hij is en geeft gewoonlijk meer dan hij eigen-
Ijjk kan missen. Underwood had gelegenheid
meters daarachter. Automobilisten, die ook
den Fernpass overkwamen, en een aantal ar-
beiders, die telefonisch door het douanekan-
toor, dat daar vlak bij gelegen is, waren op-
geroepen, hielpen daarop om den auto, toen
de grootste kracht van het water voorbij was,
te bevrijden. De wagen had door het gesteen-
te alleen uiterlijke schade gekregen, terwijl
ook een deel van de bagage, welke niet meer
kon worden bevrijd, schade kreeg.
Eenzelfde ongeluk overkwam de postauto
aan de andere zijde van den berg bij Plan
See. Ook hlerbij kwamen geen persoonlijke
ongelukken voor. De pas was verder den ge-
heelen dag voor autoverkeer gesloten, ter
wijl de wagen van den heer van Wermesker-
ken naar Partenkirchen moest worden te-
ruggesleept. Ware de wagen enkele minuten
later gekomen, toen de steenval een veel groo-
ter omvang kreeg, dan ware hij met zijn fa-
milie zeker meegesleurd in den afgrond, van
de rivier Loisach, die ernaast stroomt. Een
aantal arbeiders zijn bezig om den pas weer
voor het verkeer vrij te maken.
Men kent het verhaal van den man, tegen
wien, toen hij bij een buurman kwam, plotse-
iing diens hond blaffend opsprong. Toen de
eigenaar van den hond het angstige gezicht
van de aangevallene zag, zei hij koelbloedig:
,,Maar weet u dan niet, dat blaffende honden
niet bij ten?" „Ja, dat weet ik wel", antwoord-
de de aangevallene, „maar weet de hond het?"
Aan deze vermoedelijk op fantasie berusten-
de geschiedenis herinnert de gebeurtenis, die
dezer dagen door een sergeant van de politie
te Chicago is meegemaakt. Een der vele mil-
lionairs in die plaats, de heer Wentworth, had
het in zijn hoofd gekregen om als herinnering
aan een reis door Afrika, twee jonge -
oogenschijnlijk niet wilde luipaarden naar
huis mee te brengen. Maar het duurde niet
lang, of het regende klachten van buurlui,
siagersjongens, bakkersknechts, enz., die door
de luipaardjes stukgebeten broeken en beenen
hadden opgeloopen. De politie hoorde er van
en een lid van het corps werd naar den heer
Wentworth gestuurd, om eens naar het gedrc.g
der lieve dieren te informeeren. De heer
Wenthworth ontving zijn bezoeker allerhoffe-
lijkst, geleidde hem naar zijn ontvangkamer.
waar' de twee onschuldige beestjes als groote
katten rustig op een kussen lagen. Hij zeide
in zulk een ondergrondsche spoorwagen een bezoeker dat hij ze rustig kon aaien, ze
aardige karakteristieke scene bij te wonen. daden niets>' ze waren heusch ongevaarlijk,
Een gebrekkige oude man met het „verplich- maar de poiitieman vond, dat aaien van luip-
te" gnjze haar kwam in den wagen en wan- aarden niet zjjn ambtsbezigheden behoorde
delde bedelend door de doorgang. Daar sprong Vf.rkiaa.rde het liever niet te doen. Daarop
een flinke jonge man van de bank en wierp j zette"de luipaarden-liefhebber hem in een fau-
T l1, imnvnoVifin Hot DVPf
naspei heeft gehad voor de Parijsche recht-
bank. Eerste getuige, immers slachtoffer, was
een knappe brunette van 24 jaar, Mariat Tra-
niet, door haar vriendinnen „Marinette" bij-
genaamd en typiste van beroep, Marinette
kwam een paar jaar geleden naar Parijs en
vond er een werkkring. Toen zij, op Pinkster-
maandag 1926, in de Tuilerieen-tuinen wan-
delde. maakte zij daar kennis met een knappen
jongen, die zich voorstelde als dr. Rene Per-
rin, arts, haar sprak over plannen om zich in
de provincie te vestigen en zulk een goedsn
indruk maakte, dat toen hij bij een volgende
ontmoeting vroeg zjjn vrouw te worden, zij
toestemde. Marinette werd aan den vader van I
den jongen dokter voorgesteld, en deze onder- j
steund'e ijverig de... leugens van zijn zoon,
want niet alleen had deze nooit gestudeerd,
maar hij was zelfs reeds getrouwd en had zijn
vrouw eenvoudig verlaten. Drie dagen daarop
ga Marinette haar verloofde 5 duizend francs
hij was slecht bij kas tot het voorberei-
den van het huwelijk.
Perrin kocht nu twee trouwringen en nam
zpn meisje mee naar een dorp ergens aan de
Loire. Perrin zocht daar den pastoor op en
een halve dollar in de pet van den bedelaar en
riep„Hier oude man, zorg maar dat je een
goeden dag maakt!" Daar niets aantrekkelij-
ker werkt dan weldoen, had de grijsaard een
goeden oogst minstens 10 dollar verdiende
hij op den korten afstand.
Zulke trues zijn er bij duizend. Eunstlede-
maten, die op gezonde ledematen worden ge-
snoerd, beschilderde vreeselijk uitziende won-
den, ontzettend steunen, dat als het laatste ge-
luid van een van honger stervende klinkt. Al
deze trues worden door de New Yorker bede
laars aangewend. De Amerikaan heeft geen
tijd te onderzoeken, of de ellende van den be
delaar werkelijk echt is. Hij geeft en weet te-
gelijk, dat het beter is vijf maal te veel, dan
eenmaal te weinig te geven.
DRIE MILITAIRE VLIEGERS
OMGEEOMEN. 4
Twee militaire vliegtuigen zijn Vrijdag bo-
ven Digby in Lincolnshire in botsing gekomen
waarbjj drie militaire vliegers het leven ver-
loren.
Dit ongeluk brengt het aantal gedoode mi
litaire vliegers voor dit jaar op 56. In 1927
werden er 55 gedood en in 1926 niet minder
dan 85.
IN INDIE IS ALLES MOGELIJE.
Als historisch vertelt de Eoerier:
't Is waar gebeurd, dat een groep Ameri-
kaansche toeristen in Weltevreden veel belang-
stelling toonde voor een klapperboom op het
erf van een winkelier, en nog nooit het pluk-
ken van klappers had' gezien.
Natuurlijk was de zakenman bereid eene
aanschouwelijke voorstelling te geven. Vlug de
I kebon den boom ingezonden en in minimum
j van tijd lagen de klappers op den grond.
1 Maar alles heeft z'n grenzen. Zoo'n klapper-
plukkerjj is wel aardig om er de aandacht op
1 te vestigen en den klanten een genoegen te
doen, maar de boom kan niet zorgen telkens
als er eene boot komt, vruchten te hebben.
Een goed zakenman zit echter nooit met de
handen in het haar, en dus werden voor het
toeristenbezoek maar wat losse klappers in den
kruin van den boom gehangen, totdat een toe-
rist, professor in de botanie, moest constatee-
ren, dat aan eenzelfden boom twee verschillen-
de soorten vruchten voorkwamen.
O, zei de koopman, dat kan best zijn „In
Indie is alles mogelijk."
DE ADAT.
Voor een controleur bjj de primitieve Dajaks
der Tidoengsche landen ten Noorden van
Boeloengan, grenzend aan Britsch-Noord-Bor-
neo werd een zeer eigenaardige zaak ter
berechting gebracht, meldt het Soer. Hbld.
Een Dajakjongen van Sentaban was door
het breken van een tak, uit een vruchtboom
Perrin er Marinette van, dat hij de huwelijks-
formaliteiten tot het uiterste had beperkt, en
het meisje meende nu inderdaad, getrouwd te
zvjn. Voor de wittebroodsweken gaf Marinette
r „man" nog eens tienduizend francs, de
rest van haar spaarpenningen. Zij brachten een
van dien tak een pop gesneden en men bracht
die voor een controleur met het emstig ge-
meend verzoek, deze pop te bestraffen, opdat
1 aan hun adat, de wraak, zou zijn voldaan en
zyn. Voor de wxttebro^weKen gai ~u ledene'rust zou krijgen. Den Mai werd
bezoek aan Marinette's moeder, op wie de
jonge „d'okter" een uitstekenden indruk maak
te. En daar er geen dokter in het dorp was,
fungeerde Perrin eenige keeren als arts en
verklaarde zelfs, zich waarsehijnlijk daar te
zullen komen vestigen.
Bij hun terugkeer te Parys wachtte Mari
nette nu een onaangename verrassing. Perrin's
echte vrouw kwam in het huis van den ouden
Perrin een scene maken, en ofschoon vader en
zoon haar bij Marinette als gek deden door-
gaan, waren Marinette's oogen reeds openge-
gaam Zij verlangde van den oplichter haar vijf-
tienduizend francs terug, waarop vader en
zoon haar de deur uitwierpen. Een aanklacht
volgde en de „dokter" en zijn vader hebben
thans terechtgestaan. De „dokter" verd'edigde
zich met te zeggen, dat hij Marinette niets van
zijn andere vrouw gezegd had omdat zij
daarnaar niet had gevraagd. Beide beklaagden
zijn tot drie maanden gevangenisstraf, de zoon
to; terugbetaling der vijf tienduizend francs
veroordeeld.
If, een hotel te Brussel is een Nederlander,
genaamd J. P., oud 52 jaar, door gasverstik-
ging om het leven gekomen. Een onderzoek
wordt ingesteld.
EEN HOTELRAT.
Een Engelsohe die met haar zoon in een
hotel te Munchen haar intrek genomen had, is
De pop werd uit de gevangenis, waar zij pre-
ventief was gezet, onder gezang, als gebruike-
lijk bij het thuisbrengen van een trophee na
succesvollen sneltocht, voor den rechter geleid
en door hem na onderzoek der zaak veroor
deeld. De klagers trokken daarop voldaan huis-
waarts.
ONGELUK IN DE BERGEN.
Op den Fernpas tusschen Partenkirchen en
Iermoos (Oostenrijk) is den heer Henri van
i Wermeskerken, die per auto met zijn familie
j op reis naar St. Moritz was, een ongeluk
overkomen, dat zeer ernstige gevolgen had
kunnen hebben,
Een plotselinge wolkbreuk wierp van den
bergwand langs den pas een geweldige mas-
sa water omlaag, vergezeld van een dikke
brei „Geroll" en zwaar gesteente, waardoor
de auto op den weg gegrepen werd juist naast
een afgrond, waardoor tegelijk een gedeelte
van den weg werd meegespoeld.
Door het vast aanhalen van de remmen en
het feit, dat de steenen allereerst zich om de
wielen vastzetten, bleef de auto op den af-
gebrokkelden weg staan. Het gelukte den heer
van Wermeskerken eerst zijn vrouw en daar-
na zijn dochter uit de auto te dragen door
de beek, die in enkele oogenblikken tot een
zwarte modderrivier gestegen was. Enkele
oogenblikken daarna was de geheele auto on
der het steeds aanrollende gesteente zoo goed
als geheel bedolven.
Doordat zich over de auto een steenheuvel
vormde, kon deze op den weg blrjven staan
en zocht de stroom een anderen weg, eenige
teuil, haalde een boek te voorschijn, dat over
de volkomen ongevaarlijkheid van jonge luip-
aarden en dergelijke dieren handelde en begon
den bezoeker daaruit voor te lezen.
i Gedurende de eerste minuten wierp deze nog
wel argwanende blikken naar de katten, die
i met half toegeknepen oogen zich blijkbaar om
i niets bekommerden; maar langzamerhand
werd hij zoo door de voorlezing geboeid, dat hij
in het geheel niet meer op de katten lette. De
heer Wentworth had juist voorgelezen: „Het
is nog niet voorgekomen, dat een luipaard een
mensch heeft aangevallen zonder, dat de laat
ste hem gesard heeft", toen de bezoeker een
gebrul uitstiet en als een razende van zijn
stoel opsprong. Een van de lieve diertjes hing
aan zijn broekspijp en had hem in het linker-
been gebeten. Met zijn gummistok gaf hrj het
dier een flinken tik op den kop. Hij liet zijn
buit los en retireerde jankend naar zijn opera-
tie-basis, het kussen.
„Mijnheer", bracht het slachtoffer uit, „heb
ik dat beest misschien gesard?" „Natuurlijk",
antwoordde de heer Wentworth. „U hebt het
dier niet in het oog gehouden, en dat vatten
zelfs de makste luipaarden als een beleedigmg
op- hoort u maar de desbetreffende passage
in mijn boek." „Leest u die alsjeblieft aan uw
luipaarden voor," was het antwoord „die
schijnen het eerder noodig te hebben dan ik
En na dit gezegd te hebben verliet de poiitie
man hinkend en vloekend, met een bebloed
been het huis, om op het politiebureau de noo-
dige maatregelen tegen de beide luipaardjes te
nemen.
EEN GEWEER DAT ZICHZELF LAADT.
Daar de militaire deskundigen de overtui-
ging zijn toegedaan, dat het zichzelf ladend
geweei een groote toekomst heeft, had de
Britsche regeering onlangs de geweerfabri-
kanten en -ontwerpers uitgenoodigd haar mo-
dellen van zulk een wapen voor te leggen en
een prijs van f 3000 voor het bruikbaarste ge-
weer van dat type uitgeloofd.
Na degelijke beproeving is thans deze prijs
toegekend aan den Thompson-zelflader van de
B(ritish) S(mall) A(rms( Company. Generaal
John Thompson, een bekend off icier en wapen-
deskundige van het Amerikaansche leger,
heeft er het beginsel voor uitgedacht.
Het nieuwe geweer, zoo verklaren de fabn-
kanten, is wat zijn constructie betreft zoo een
voudig dat een soldaat niet meer moeite zal
hebben met het hanteeren en verzorgen dan
met een gewoon geweer. Hrj zal echter met
dit nieuwe model tweemaal zooveel schoten in
de minuut kunnen doen d.i. ongeveer 35
schoten per minuut. Wanneer hrj den trekker
overhaalt, zal hij meer tijd hebben om aa.n te
leggen en bijgevolg zal hij nauwkeuriger kun
nen schieten.
In samenwerking met machine-geweren, zal
het nieuwe wapen voldoen aan alle eischen
van de moderne oorlogvoering. Men gelooft
dat dit nieuwe geweer spoedig door de legers
van alle naties in gebruik zal worden ge
nomen.
RIJBEWIJS VAN SIAMEESCHE
TWEELINGEN.
Men mag over de verkeerspolitie te Manila
zeggen wat men wil, dit eene laat zich niet
loochenen, dat zij er niet voor terugdeinst, be-
slissingen te nemen, zij de wijsheid derzelve
ook het tegendeel van Salomonisch. In ieder
geval heeft de politie van de hoofdstad der
Philippijnen, op geen anderen grond dan ,,dat
de zaak te gecompliceerd was", aan Lucio Go-
dino en aan Simplicio Godino hun rijbewijs
ontnomen. Rijbewijs en niet rijbewijzen.
Want dat is het eigenaardige van het geval;
Lucio en Simplicio kunnen altijd slechts teza-
men autorijden, zij zijn namelijk z.g. Siamee-
sche tweelingen, ook al komen zij van het
Philippijnsche eiland Samar.
O zeker, het zijn heele nette jongelui, de ge-
broeders Godino, die met den rug aaneenge-
groeid zjjn. Het zijn beiden heel goede chauf
feurs en hebben een prachtig fonkelenden
Amerikaanschen auto van aluminium. En de
politie had oorspronkelijk niets tegen een rij
bewijs. Maar toen kwamen de bedenkingen.
Als de een iemand overrijdt, kan men dan ge-
voegelijk den ander mee opsluiten En de po
litie hakte den Gordiaanschen knoop door al
leen niet dien welke de twee broeders ver-
bindt doordien zij eenvoudig het rrjverlof weer
introk. Het schijnt, dat echter de junsten a
in de weer zjjn, om na te gaan, of men op to
grond een onbesproken burger in zrjn rechten
kawantn°tegen dat besnoeien keeren zich de
twee Godino's. De artsen hebben n l. ver-
klaard, dat de beide broeders gemakkelijk ge-
scheiden kunnen worden, daar geen beende-
ren of gewichtige organen samengegroeid zijn,
doch enkel vleesch. Maar de tweelingen willen
liever bij elkaar blijven. Zij kunnen het heel
goed met elkaar stellen en ten slotte is het
niet onlucratief. Siameesche tweelingen te
zijn, al ontgaat dezen ook nu en dan iets als
b.v. het rijbewijs!
DE UITVINDING VAN DE NAAI-
MACHINE.
Het in ons nummer van Woensdag gepu-
bliceerde verhaal over de uitvinding der naai-
machine trok de bijzondere belangstelling van
een onzer lezers, aangezien hem het verhaal
der uitvinding indertijd door een artikel van
een vakblad eenigszins anders ter kennis was
gekomen.
Wij achten het interessant genoeg boven-
dien ook als waardeering der belangstelling
van onzen lezer ook dit verhaal op te
nemen. Ht luidt aldus:
„Nu is die arme Howe nog stapel-gek ook
geworden!" riep John Franklin de groente-
kweeker uit en legde zijn krant neer.
,,Je moet niet zoo hardvochtig praten John!
Hoe kom je er nu weer toe om zoo iets te zeg
gen!" antwoordde de goedige mevrouw Frank
lin met een licht verwijt in haar stem.
„HardvochtigHardvochtig? Zoo! En
wat zeg jij er dan van, dat de Howes al sinds
jaar en dag groenten en aardappelen bij me op
de pof koopen en dat ik ze nog nooit gemaand
heb?"
„Ja, dat weet ik wel. De lui verkeeren in
nood. Maar de man verbrast zijn geld toch
niet. Hij werkt van 's morgens vroeg tot
's avonds laat en wat hij verdient, dat
„Dat steekt hij in zijn krankzinnige uitvin
ding. Die man lijdt aan uitvinderswaanzin
Een naaimachine wil hij uitvinden! Een naai-
machine! Dus een apparaat, dat machinaal
maakt wat anders de vaardige hand van den
kleermaker of van de naaister tot stand
brengt. maar dan vlugger, secuurder en ster-
ker!'
,,Nu, en waarom dan niet? Let op mijn
woorden: Elias Howe gelukt het. Hij is een
knap mecanicien."
,,Hm, beste vrouw, misschien lukt zoo iets
eens in de honderd jaar, maar voorloopig
schrijven we nog maar 1844 en naaien we nog
behoorlrjk met de hand."
,,In elk geval moet men voor Howe's vlijt en
volharding den hoed afnemen."
„ja, dat wel en voor zijn schulden ook."
"schei toch uit, John! Die paar dollar, het
kunnen er hoogstens 50 of 60 zijn, zullen ons
niet arm maken. Maar je moet Howe niet
voor een gek uitmaken."
,,Lees dan maar zelf wat er in het ochtend-
blad staat en je zultme gelijk geven." Lachend
gaf hij zijn vrouw, de krant aan en wees met
zijn vinger op een met vette letters gedrukte
advertentie.
WaarschuwingWaarschuwing
OPZIENBAREND.
Op heden, den 14en Juni 1844, des na-
middags te 5 uur wordt in den winkel van
het kleedermagazijn Auburn Co. in de
Atwood-straat te Boston een groote naai-
wedstrijd gehouden. Vijf van onze beste
naaisters zullen het opnemen tegen eene
naaimachine, die is uitgevonden door
onzen medeburger ELIAS HOWE. Ieder-
een wordt uitgenoodigd. Vrrj entree.
slechte spijsvertering,
Scheie hoofdpijn,
prikkelbaarheid, ver-
i\ stopping, maagpijn en
hartwater, genezen
spoedig na gebruik
van Foster s Maag-
pillen, het tonische
laxeermiddel.
Foste r's -Maagpilter
Alom verkrijgbaar a f 0.65 per Qacon.
Juffrouw Franklin sprong op en liep hard
je heen, Marie?" riep John
ga
weg.
„Waar
haar na.
„Naar juffrouw Howe!"
En ademloos, de krant zegevierend zwaaiend,
liep de goede vrouw een paar huizen verder
en trad Howe's armzalige woning binnen, die
er meer uitzag als de werkplaats van een me
canicien dan als een burgermans huisje.
Juffrouw Howe, een stille, afgeleefde, bleeke
vrouw, trad haar tegemoet. „U komt zeker
naar aanleiding van onze schuld, juffrouw
Franklin?"
,,Geen sprake van. Maak U je maar geen
zorgen voor niets. Hier" en ze wees op de
krant, die ze in de hand had „dat zal u
groot en rijk maken. Is het waar of is het
maar een grap?"
„Neen, het is waar. Kom eens hier, dan zal
ik "u het kleine wonderwerk laten zien, dat
mijn man zooveel slapelooze nachten en ons al
die kopzorgen gekost heeft."
Zij nam een doek van de tafel en daar stond
een eenvoudig dingetje van ijzer en blik, dat
nog maar heel weinig gelijkenis vertoonde met
de tegenwoordig iedereen bekende naai
machine.
,,Och, wat een gek ding is dat!" ontviel der
kweekersvrouw. Maar juffrouw Howe lachte
gelukkig en zeide:
„Ja, het is een vreemde machine. Maar ze
werkt goed en geweldig secuur. Let maar
eens op.
De vrouw van den uitvinder scheurde een
groot stuk linnen in tweeen, legde de beide
stukken op elkander en schoof ze onder de
machine, die ze met de hand in beweging zette
en rrr... voordat juffrouw Franklin nog
goed wist wat er gebeuren moest, waren de
beide stukken linnen met een prachtigen zui-
veren naad aan elkander gestikt.
„Neen maar dat is Neen, dat is geen zui-
ver spul! Dat is toovenarij!'
Heusch niet! Elk kind kan het, zoo ge
makkelijk is het."
De kweekersvrouw keek den naad nauwkeu-
rig na maar er was niets op aan te merken.
Lieve hemel, daar zou ik of u een kwartier
voor noodig gehad hebben," riep zij uit, halt
verbaasd, half verschrikt. „Dat is een won
der! Hoe is uw man toch op het idee ge
komen?"
Ach, dat had ie al, toen hij nog vrijgezel
was Howel mijn man maar een arme mole-
naarszoon uit Spencer in Massachusetts is,
heeft hij toch voor instrumentmaker geleerd
en wel bij Davids
,,De werktuigkundige, die de groote verre-
kiikers maakt?"
Dezelfde En die heeft eens op een goeden
dag zoo uit de grap tot hem gezegd: Elias
als je ooit met een slag een beroemd man wil
worden, dan moet je een naaimachine uitvin
den! Sedert dat oogenblik heeft Elias zich m
het hoofd gezet om zoo'n naaimachine uit te
vinden. Van alles heeft hij geprobeerd, maar
het ging altijd mis. We hebben gebrek geleden
en we hebben schulden gemaakt. Al mijn
smeekbeden en al mijn verwijtingen hie!pen
niets, mijn man was vast overtuigd, dat het
hem eenmaal zou gelukken. Op een dag zag
hii toen hij gehaald werd, om iets aan een
weefgetouw te repareeren, de spoel heen en
weer" gaan Toen kwam de gedachte in hem
het vliegende scheepje met de ^aal£J;®
op om
en dat was de oplossing.
zfefuzijn werk" Als het lukt en succes heeft,
ziin wij gered; zoo niet, dan zijn we verloren.
En nTet alleen wij maar oo kde trouwe vnend
Va^D™ kolMka'ndSaar Wat heeft die er mede
16 !Hijk heeft mijn man 5000 dollar geleend en
is zelfs ook geen Croesus Stil, daar zijn ze
EnTgeniale uitvinder en zijn vriend Georg
Fischer kwamen de kamer binnen.
Vrouw zei Elias Howe, „denk eens aan,
Georg wil niet hebben, dat ik naar den naai-
wedstrijd ga. Hij zegt, dat ik zal worden
doodgeslagen."
Te Ter Neuzen bij Pirma A. van Overbeekc -
Leunis, Axelsehestraat en Westkolkstraat. 18
„Ja, beste juffrouw Howe, laat u hem niet
gaan. De kleermakersgezellen en naaisters
in de stad zijn woedend. Zij schreeuwen over
de straat: ,,Howe wil ons broodeloos maken
met zijn naaimachine." Zijn machine zal on
zen handenarbeid overbodig maken. Kapot
zullen we ze slaan, zijn machine!'
„0 God! o God!" jammerde de arme vrouw.
,,Geen zorg! Zoo erg zal het wel niet zijn.
Ik ga en ik overwin en ik zal alle kleermakers
en naaisters overtuigen, dat mijn machine hun
niet het loon voor hun arbeid ontneemt maar
hun het werk verlicht en het loon vermeer-
dert."
Hij ging en overwon.
Vijf geoefende, vaardige naaisters werden
door zijn machine geklopt. Zij leverde den-
zelfden arbeid, dien de vijf meisjes verrichten,
in minder tijd. Er waren honderden menschen
opgekomen en alien zagen 't onder hun oogen
gebeuren. V6or het gebouw schoolden de
kleermakrsgezellen en de naaisters samen en
bedreigden den overwinnaar en zijne machine.
Maar de in grooten getale ontboden politie
brachten hem veilig naar huis.
En nu was er aan alle nood en ellende een
einde, meent u?
O neen!
Voor het zelf fabriceeren van zulke nieuwe
machines ontbrak Elias Howe het noodige ka-
pitaal en zijn geldschieter en vriend, Georg
Fischer stond zelf voor een bankroet; hjj nam
patent op zijn uitvinding en besloot, zij het
ook met bezwaard gemoed, dit patent te ver-
koopen om zijn drukkende schulden te kunnen
afbetalen en althans voor den eersten tijd den
ergsten nood buiten de deur te houden.
Maar het gelukte hem nergens. Geen mensch
in dat toch zoo verstandige en zakelijke Ame
rika wilde het patent koopen. Voor zoo waar-
deloos werd destijd deze kleine machine aan
gezien, die nu in geen enkel burgerhuishouden
op de geheele wereld ontbreekt.
Toen schafte een jongere broeder van den
uitvinder raad. Hij stak al zijn spaarpennin
gen bij zich en reisde met de naaimachine van
Amerika naar Engeland, hopende daar den
gunstigen bodem te vinden voor Elias gewich
tige uitvinding. En h(j had succes. Te Cheap-
side ontmoette hjj den kofferfabrikant William
Thomas, die de machine voor 250 pond sterling
wilde koopen ,als hij het patent voor Engeland
kreeg. Bovendien wilde hij zich verpiichten
den uitvinder voor elke gefabriceerde en ver-
kochte machine 3 pond te betalen.
Op deze voorwaarden gingen de gebroeders
Howe in en in 1847 besloot Elias zelf naar
Engeland te reizen. Hij bracht nu vele ver-
beteringen aan zijne naaimachine aan. Maar
de grootfabrikant Thomas behandelde hem
zoo gemeen en bedroog hem zoo smerig, dat
de ongelukkige uitvinder al gauw doodarm op
straat stond en zijn eigen, laatste machine,
in de bank van leening moest brengen om
weer naar huis te kunnen terugkeeren.
Hij kwam nu als eenvoudig werkman op een
fabriek te New-York en verbitterd en in
levensmoed gebroken, bekommerde hij zich
heelemaal niet meer om zijn uitvinding, die
niet alleen den Engelschman William Thomas
in korten tijd tot millionair maakte, maar ook
de opmerkzaamheid trok van een verstandig,
ondernemend man in Amerika. Deze man
heette Istak Merit Singer en was leider van
een rondreizenden komediantentroep. Hjj
bracht aan de naaimachine heel handig wer-
kelijke verbeteringen aan, maar stoorde zich
in het geheel niet aan het Elias Howe toebe-
hoorende patent geen mensch wist trou-
wens of en waar de rechtmatige uitvinder nog
leefde en hij bracht met echt Amerikaan
sche reclame de „Singer"-naaimachine op de
Amerikaansche markt en maakte schitterende
zaken.
Daarvan had echter de arme Elias Howe in
zijn verbitterde teruggetrokkenheid niet het
flauwste vermoeden En wederom was het
zijn oude vriend en helper Georg Fischer, wien
hij nog altijd 500 dollar schuldig was, die hem
op den zegetocht der Singer-naaimachine at-
tent maakte.
,,Jij leeft in armoede, Elias", schreef hij
hem, „en je patent maken anderen zich ten
nutte."
„Laat me met vrede" schreef hij terug, „ik
ben het vechten moe."
Maar de trouwe vriend liet niet los. Hij vond
een rijken man, met name Bliss, die zich voor
den genialen uitvinder interesseerde en zocht
met dezen Elias Howe op.
„U moet procedeeren, mijnheer Howe," zeide
Bliss; „dien Singer moet zijn onrechtmatige
winst worden afgenomen of u moet ten minste
met hem deelen."
Elias Howe lachte hulpeloos. ,,Processen
kosten geld, m'n beste meneer Bliss."
„Dat geef ik u. Als wij winnen, dan stich-
ten wij als gelijkberechtigde firmanten een
fabriek van naaimachines; verliezen wij, dan
behoeft u niets te betalen en ik heb niets te
vorderen," sloeg de edele man voor, die tot
de toeschouwers had behoord, toen in 1844 de
naaiwedstrijd had plaats gehad.
Maar zij wonnen het proces. Lang duurde
het want Singer verdedigde zich sluw en
voorzichtig. Maar ten slotte kon toch zonne-
klaar bewezen worden, dat Elias Howe de
eigenlijke uitvinder was van de naaimachine
en de rechtmatige eigenaar van het patent.
Ook werd bewezen, dat hij wel het Engelsche,
maar niet het Amerikaansche patent had ver-
kocht.
En zoo werd Singer veroordeeld den uitvin
der 5 dollar te betalen voor elke reeds ver-
kochte machine en voor elke machine, die hp
nog zou fabriceeren. ,M,
Door een openbare tellmg werd in 1862
vastgesteld, dat er in de Vereemgde Staten
500 000 naaimachines in gebruik waren. Het
was dus een heel beduidend sommetje, dat den
gelukkigen Howe zoo onverwacht in den
schoot viel.
Hij stichtte nu zelf te Bridgeport een reus-
achtige naaimachinefabriek, die heden nog be-
staat en van waar uit honderdduizenden exem-
plaren van deze in elk huisgezin onontbeerlijke
machine naar alle deelen van de wereld zijn en
worden verzonden.
Natuurlijk werden door Elias Howe zelf en
door knappe werktuigkundigen nog tal van
verbeteringen aangebracht.
Maar de uitvinder mocht van de vruchten
van zijn levenswerk slechts enkele jaren ge-
nieten." Door jarenlange ontbering en nood,
door teleurstellingen en door tal van slape
looze en in zorg doorgebrachte nachten was hp
in zijn levensmerg getroffen en stierf in
1867 in den ouderdom van 48 jaar