ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
vZ'%17™::aIU£0Mr«i«°»»i«n®t6nossauvs.'s/^pSsJ^z.tes^MvSJsJi™.p
No 8255
Maandag 6 Augustus 1928
68e Jaargang
'AM
14 I ^ENTSPRIJS:
RAADSVFRQADERING.
BINNENL AND.
BUITBNLAND.
FITTXLLBTOH.
De innemende Landlooper
NEUZENSC
HS
Di. blad vetschiint iedeten Maandag- Woensdag- en Vf,|dagavond.
De Burgemeester van TER NEUZEN maakt.
bekend, dat erne Openbare Vergadering van
den Gemeenteraad is belegd tegen Woensdag S
Augustus 1928, des namiddags half acht uur.
Ter Neuzen, den 4 Augustus 1928.
De Burgemeester voomoemd,
J. HUIZINGA.
de bede. dat onze God U. M. nog menig
jaar schenke tot vreugde van het K-omnk-
lijk Huis en tot zegen van ons volk, dat
zoozeer liefheeft en eert."
het g<
Koningin-M
edenkboek ant-
Boeder ongeveer
HET FEEST VAN DE
KONINGIN-MOEDER.
Zaterdagmiddag is ten paleize Soestdijk
het gedenkboek aan de Koningin-Moeder
aangeboden.
Om halfvijf kwam de commissie van re-
dactie, bestaande uit Dr. Fh. de Visser,
oud-minister, voorzitter; Prof. Dr. P.
Blok, oud-hoogleeraar, H. Colijn, oud-
minister-president, Mr. D. Fock. oud-gou-
verneur-generaal. Dr. C. Lely, oud-mims-
ter, Dr. Graaf van Lynden van banden-
burq, vice-president van den Raad van
State, Mr. H. P. Marchant, lid van de
Tweede Kamer, Mgr. Van de Wetering,
aartsbisschop van Utrecht, H. Ch. van der
Mandere, secretaris, benevens de uitgever,
de heer S. van Looy, op het paleis aan.
In de groote zaal bevond zich behalve
de Koningin-Moeder, de Koningin, beiden
met gevolg.
Voordat tot de aanbieding van het ge
denkboek werd overgegaan, richtte de
voorzitter. Dr. Th. de Visser, de volgende
woorden tot de Koningin-Moeder:
Majesteit uit naam onzer commissie
brenq ik Uwe Majesteit allereerst mijn
eerbiedigen dank, dat ons de gelegenheid
is qeschonken, Uwe Majesteit dit gedenk
boek persoonlijk aan te bieden. De com
missie vleit zich met de hoop, dat allereerst
aan Uwe Majesteit de mededeeling met
onwelkom zal zijn, dat de opdracht van dit
-verk aan de Koningin door Hare Maje
steit welwillend is aanvaard; dat een keur
van mannen en vrouwen van de meest ver
schillende godsdienstige en politieke rich
tinqen zich gaarne bereid verklaarde, bij
draqen te leveren, en eindelijk, dat nu
reeds, voordat het boek verschenen is, een
buitengewoon groot aantal personen ge^
toond heeft op het bezit ervan prijs te stel
len. zoodat de eerste oplage reeds geheel
is uitverkocht.
In dat alles spreekt zich reeds een veel
en dankbare hulde aan Uwe Ma
Na ontvangst van het^
woordde de
als volgt: -
Mijnheer de voorzitter van de commis
sie'tor redactie, ik beschouw het als een
Voorrecht u, vergezeld door de geheele
commissie van redactie, heden hier bij mi]
te zien. Ontvang mijnen meest harteli]ken
dank voor' de woorden, die u ook uit haar
naam zooeven tot mij hebt gericht. Ik ben
er diep door getroften. Ik waardeer het
ten hoogste, dat zoovele, mij reeds lang
bekende, vooraanstaande mannen en vrou
wen van zeer verschillende godsdienstige
en politieke richting bijdragen hebben wil-
en leveren voor dit gedenkboek.
Wanneer ik straks van den inhoud ken-
nis neem, zullen vele herinneringen uit de
vervlogen jaren weder levendig voor mijn
qeest komen, maar bovenal zal groote
dankbaarheid mijn hart vervullen want
toen ik mijn nieuwe vaderland betrad, had
ik niet verwacht noch durven hopen, zoo
spoedig het vertrouwen van het Neder-
landsche volk te kunnen verwerven, en
toch schonk het mij dit en daarenboven
veel liefde en trouwe aanhankelijkheid, die
mij gedragen hebben in vreugde en leed en
in moeilijke tijden.
Ik dank God, dat Hij mij het voorrecht
schonk iets voor ons land en volk te mogen
zijn, al schoot ik voor mijn gevoel steeds
daarin tekort.
Mijnheer de voorzitter, ontvang met de
qeheele commissie en met de schrijvers en
schrijfsters van het gedenkboek alsmede
met de uitgevers mijnen diepgevoelden
dank voor dit kostbaar geschenk, waarvan
de waarde nog wordt verhoogd door de
opdracht aan mijn geliefde dochter.
Hierna werd aan de Koningin het voor
haar bestemde exemplaar van het gedenk
boek overhandigd.
De Koningin heeft hiervoor met enkele
woorden dank gezegd.
Ook Prinses Juliana was bij het aanbic-
den van het gedenkboek tegenwoordig.
Na de aanbieding hebben de beide Ko-
ninginnen zich, terwijl thee geserveerd
werd. nog geruimen tijd onderhouden met
de leden der commissie tot redactie en met
den uitgever.
Om halfzes heeft de commissie het pa
leis weer verlaten.
EEN SOC.-DEM HULDE AAN DE
KONINGIN-MOEDER.
zijdige en - -
jesteit uit. Maar het welsprekendst ge-
tuiqt daarvan de inhoud van het gedenk
boek zelf. Al hetgeen Uwe Majesteit in
bijna vijftig jaar voor het Nederlandsche
volk waart en deedt, en als echtgenoote
des Konings en als Moeder onzer Ko
ningin en als Koningin-Regentes en als
Koningin-Moeder wordt hier beschreven
door mannen en vrouwen, wier deskundig-
heid tot oordeelen bevoegd maakte en wier
qroote waaxdeering van U Ms. arbeid de
schoonste hulde is. die U op dezen dag
kan worden gebracht. Hierin toch is voor
tijdqenoot en nageslacht vastgelead. dat
de Koningin-Moeder een ware Moeder
des vaderlands werd en bleef.
Moge de lectuur U. M. dan ook bij ver-
nieuwing de verzekering schenken van de
sterkte van den band, die ons volk aan
U. Ms. persoon en aan het Huis van
Oranje verbindt
Namens onze Commissie besluit ik met
Door den heer J. A. v. Zutphen wordt
in ,.Het Volk" in een artikel er op gewe-
zen, dat in den grimmigen strijd. die tus-
schen socialisme en koningschap werd
gevoerd ,,de jonge vromv die uit Wal-
deck-Pyrmont hierheen kwam en die
thans met 70 winters aan de poort des
ouderdoms staat haast niet werd ge-
noemd.
„De menschelijkheid, die van haar uit-
gingzegt de schrijver, ,,werd haar een
schild j
En dan verhaalt hij van een bezoek, dat
de Koningin onlangs aan de Hygienisclie
tentoonstefling in het Paleis van Volksvlijt
bracht. Daarbij trok het dadenrijk werk
van het Koperen Stelenfonds haar aan-
dacht zoodanig, nam haar zoo in beslag,
dat zij het leeuwendeel van den tijd van
haar rondgang daaraan wijdde. Ik zag
toen een echt zorgelijk doorploegd vrou-
wengezicht met klare, belangstellende
ooqen. Ik hoorde toen echte warme be-
lanqstelling in haar sten? en de innerlijke
zucht om alles goed te weten, sprak uit
haar opmerkzaam vragen.
De schrijver wijst cr dan op, hoe ixo-
ningin Emma in een tijd dat er nog veel
onverschilligheid was voor het lot der
r.b.c.-patienten en de tering-bestrijding een
der weinigen was, die een daad stelde:
Zij stichtte en gaf het latoriurn Oranje
Nassau-oord, een daad. ie er niet minder
om is, omdat zij stoffelijk bij machte was
die te doen. Want velen, zeer velen. die
daartoe bij machte zijn, wellicht meer dan
zij, blijven een onvruchtbaar nietsdoen
handhaven.
Zij deed, gaf een vocrbeelci. Llit haar
daad werd n propaganda geboren voor de
t.b.c.-bestrijding, die nuttig heeft nage-
werkt, ook in de kringen der arbeiders. die,
dikwerf maar al te zeer versuft door hun
levenslot, geen oog zelfs hadden voor het
leed in eigen kring.
Zulk een daad stemt dankbaar en zoo
kunnen wij, socialisten misschien juist
omdat wij in den harinaton werden gecon-
serveerd en voor bederf gevrijwaard de
vrouw, die door menschelijkheid gedreven
dit deed, bij haar zeventigste jaar, daar-
voor hulde brengen.
DE VACATURE-SCHEURER IN DE
TWEEDE KAMER.
Naar Het Volk verneemt, heeft prof.
mr. Rutgers meegedeeld, zijn benoeming
tot Tweede Kamerlid in de vacature-
Scheurer niet te aanvaarden. maar wel zijn
plaats op de lijst te willen behouden.
DE ZONDAGSWET.
De zomer-conferentie an de Christelijk-
Historische Unie is te Lunteren gehouden.
De laatste dag was gewijd aan een be-
spreking over de Zondagswet en de ge-
meentelijke overheid, welk onderwerp
werd ingeleid door Mr. Dr. N. G. Veld-
hoen, predikant te oorburg, die zeide,
dat er wat de handhavina van de Zon-
dagsrust betreft, nood is Het Christelijk-
Historisch karakter -an ons volk wordt
miskend door een steeds breeder om zich
heen grijpende verwaarloozing van den
chistefijken rustdag. Daardoor wordt het
algemeen belang, net belang der natie ge-
schaad. Als de mensch dit Godsgeschenk
roekeloos en moedwillig verwaarloost, dan
moet dit zich eenmaal wreken.
Omdat er nood is, moeten we ons niet
laten verleiden tot breede theoretische be-
schouwingen, noch theologisch, noch juri-
disch: de nood vraagt daden. De wet van
1815 echter is een groot struikelblok en
het is heel moeilijk. in plaats van de oude
een betere wet te brengen. Voor de ge-
meentelijke overheid is er daarom een
moeilijke, maar schoone taak weggelegd.
De heer Veldhoen betoogde verder, ,.dat
bij de gemeentelijke reading niet alleen de
rust, maar wel degelijk ook de Zondags-
heiliging doel moet zijn. Door de vele
partieele regelingen tot verzekering van
den rustdag is te veel de nadruk ge-
vallen op de sociale zijde van het vraag-
stuk. Bovendien wordt door de rust van
enkelen de arbeid van anderen zwaarder.
Zondagsrust en Zondagsheiliging mogen
onderscheiden worden, nimmer geschei-
den. De overheid heeft wel degelijk tot
taak, de steeds toenemende ontheiliging
tegen te gaan, ten bate van ons volksleven.
De overheid is geen zedemeester; toch
heeft zij er rekenschap mede te houden,
dat ook de wet haar paedagogische
waarde heeft. Bovendien geve zij het
voorbeeld ten aanzien van haar ambtena-
ren. Voorts ligt hier een taak voor de
kerk, voor de Oiristelijk-Historische jon-
geren, om hun invloed aan te wenden op
het gebied der sport, en voor ieder om zijn
vrijheid zoo te gebruiken, dat ingetogen-
heid voorbeeld voor het volk wordt
DE GEREF. GEMEENTEN TEGEN
DE OLYMPISCHE SPELEN.
De Synode der Geref. Gemeenten in
Nederland heeft een publiek getuigenis
gepubliceerd tegen de Olympische Spe-
len. die „niet zijn dan heidensche fees-
ten". De oude Christenen, in den staat
tot heerschapij gekomen, hebben ze dan
ook afgeschaft en nadrukkelijk verboden.
De Synode acht het een kenmerkend
teeken voor het diep verval dezer dagen
dat deze feesten nu weder gevierd wor
den. Zij spreekt haar innig leedwezen er
over uit dat zelfs Bewindsl'ieden, die zich
onder de Christelijke banier scharen, aan
deze feesten een verheffend karakter toe-
kenden en subsidie uit de staatskas wilden
verleenen. Het bedroeft haar diep, dat
namens Hare Majesteit, onze geeerbiedig-
de Koningin, door Zijne Kon. Hoogheid
I den Prins der Nederlanden die feesten
zullen geopend worden.
De Synode protesteert met kracht daar
toch Gods dag ontheiligd; Gods heilig
recht met voeten getreden; het lichaam ver
boven en ten koste van de ziel vereerd: de
j begeerlijkheid der oogen en die des
vleesches gevoed; de ijdelheid gediend;
de hartstocht opgewekt: de zedeloosheid
1 dat knagend verderf aan het volksbestaan,
ontketend; het schepsel boven den Schep-
per, Die te prijzen is in der eeuwigheid,
geeerd wordt.
WERKLOOZEN IN OVERIJSSEL.
Het Ned. Corr. Bureau meldt:
In den loop der afgeloopen week deden
zich onder de werklooze arbeiders uit Am
sterdam, die geplaatst zijn bij de rU^s"
werkverschaffing in Overijssel. nabij Om-
men, moeilijkheaen voor. De rijks-inspectie
voor de werkverschaffing in Overijssel
overlegde verscheidene malen met de ar
beiders, die nu eens het werk neerlegden,
dan weer den arbeid hervatten.
Vrijdag culmineerden deze moeilijk-
heden in een recalsitrant optreden van de
arbeiders tegen den rijkslandbouwconsu-
lent, den heer Mesu, die met de leiding
in Overijsel is belast en die met den heer
v. d. Sluis, lid der Tweede Kamer, het
werk in Ommen bezocht en met de arbei
ders de quaestie besprak. Toen de beide
heeren het werk verlieten, werden zij uit-
gescholden en met steenen aegooid.
Als gevolg daarvan heeft de Minister
van Binnenlandsche Zaken opdracht ge-
geven, dat alle arbeiders naar Amsterdam
I moeten vertrekken en heeft hij aan het ge-
meentebestuur van Amsterdam geseind,
i dat alle arbeiders voor onbepaalden tijd
van plaatsing worden uitgesloten. De
Minister heeft voorts aan B. en W. met
i nadruk verzocht om. evenals dit in soort-
gelijke gevallen in andere groote steden
geschiedit, geen steun in wel'ken vorm ook
aan de arbeiders uit te keeren.
baanvakken Antwerpen Meche.en -
BxusselCharleroi en ArdennenBrussel
GentOstende. Als stroomstelsel is ge-
kozen dat van ons land n.l. gelijks room
2400 volt. Met de voorbereidende werk-
zaamheden is een aanvanq gemaaki.
DE BRITSCHE PELGRIMSTOCHT
NAAR BELGIe EN NOORD-
FRANKRIIK.
Het was Zaterdag viertien jaar geleden,
dac Engeiand aan Duitschland den oorlog
verklaarde. Den geheelen nacht door zijn
stoomschepen bezig met het brengen van
de 11.000 bedevaartgangers over het Ka-
naal naar het vasteland. Het bezoek vmdt
plaats onder de auspicien van het Britsche
Legioen.
De prins van Wales vertrekt Dinsdag
uit Londen om aan de peigrimstocht deel
te nemen. Wellicht zal hij de reis per
vliegtuig doen.
Na te hebben deelgenomen aan de her-
denking te Rijssel op Dinsdag zal de prins
Woensdag per auto naar I]peren gaan om
zich aan te sluiten bij te betooging bij de
Meenenpoort in IJperen.
De plechtige inwijding van die poort
eschiedt door den tot aartsbisschop van
Canterbury bejioemden aartsbisschop van
York. De Prins zal plaats nemen voor de
vernielde Lakenhal, en de eifduizend
Britsche bezoekers zullen langs hem de-
fileeren.
i
door
E. J. RATH.
12) Vervol'g.
,,Juffrouw Kilbourne", zei hij, terwijl hij
nog steeds straks voor zich uit naar den
v,eg keek, „zoudt u mij willen zeggen
waarom speciaal ik, uit een groot aantal
zoo begrijp ik het tenminste u van in-
lichtinge'n omtrent mijzelf moet voorzien;
,,Zeker", zei ze snel, omdat jij veel
meer dan zul'ke andere landloopers. die
we eerst op Kilbourne Heights hebben
gehad, anders bent, dan je je voordoet. En
dat is toch zeker reden genoeg tot ach-
terdocht."
„Bent u dan achter.dochtig?
Dacht je soms, dat ik je deze vragen
zou gesteld hebben, als ik het niet was?"
Rawlins scheen het niet noodig te vin-
den dadelijk te antwoorden. Hij wist zelfs
niet zeker of er een antwoord verwacht
werd. De blauwe auto reed steeds voort
met een vaartje van twintig mijl.
Ik ben niet gewoon te bidden en te
smeeken om iets waar ik recht op heb
zei ze plotseling.
.Neemt u mij niet kwai'gk juftrouw, het
laq niet in mijn bedoeling.
Er was op zijn manieren alweer mets
aan te merken.
Ik eisch dit, omdat niemand anders
het noodig schijnt te vinden er naar te
vragen; iemand moet het toch doen
Het viel hem op, dat ze met zooveel
zorg haar beweegredenen uiteenzette.
,,'Het is zoo." Ze tikte met haar vinger
op haar knie. ,,Iedereen kan zien, dat je
wel hersens hebt. Dat is niet zoo iets bij-
zonders, maar wel bij een landlooper.
Bovendien heb je een opvoeding genoten
en dat is nog ongewoner. Als je zegt, dat
je gestudeerd hebt, zal' ik het direct ge-
looven. Ik vermoed het zelfs. Op deze of
gene wijze, waarschijnlijk zelfs op meer
dan een. kan je zeker den kost wel vqr-
dienen. Je ziet er niet uit en doet ook niet
als iemand, die bij voorkeur in lompen
leeft, bedelt om zijn voedsel en slaapt in
hooibergen. Je komt zoo maar aanwaaien,
weeft een romantisch waas om je heen,
je werkt je in de gunst bij mijn moeder,
en deelt ons mee, dat je van plan bent te
blijven. Waarom, Rawlins; wat beteekent
dat? Verwacht je, dat ik gelooven zal, dat
het je levensdoel' is chauffeur te zijn, ter
wijl je niet werkelijk een landlooper bent?
Vindt je het vreemd, dat ik om uitleg
vraag?"
Rawlins keek haar even aan toen ze
zweeq. Hij vond haar zeer aantreKkelijk,
1 wanneer ze met zooveel vuur sprak.
„Ik geef toe, juffrouw Kilbourne, dat u
een gerechtvaardigde vraag steit.
i ,,Goed, vooruit dan."
i Maar hij aarzelde.
,,A1 zie ik uw goed recht in zei hij
eindelijk, „er is toch nog een andere kant
aan, en wel de mijne. Is het niet heel wel
i mogelijk, dat ik tegenover mijzelf niet
meer behoor te vertellen dan wat mevr.
Kilbourne al weet?'
Hilda maakte een boos gebaar.
Links af hier", zei ze kort.
,,U zult moeten toegeven, dat er rede-
nen kunnen zijn, die jk, nu tenminste -
nog moet verzwijgen."
,,Wil je daarmee zeggen, dat je je daar
door in een ongunstig daglicht zou stel-
len, of in opspraak zou brengen? Haar
vader was advocaat geweest.
„Ik geef er geen reden voor op, juf
frouw."
Hilda had al haar zelfbeheerschinq noo
dig. Ze was niet van plan haar ergernis
open'iijk te toonen.
,,Hier inrijden", zei ze.
Ze verlieten den hoofdweg en reden
een particuliere laan op. Voor zich uit
zag Rawlins een groot, houten clubge-
bouw, waarachter zich de effen grasvel-
den uitstrekten.
Alles gaat precies, zooals ik het ver
wacht had", zei ze koel; ,,we zullen el-
kaar een anderen keer nog wel eens na-
der spreken. Er is iets, dat je wilt ver
zwijgen!"
,,l'edere geschiedenis, juffrouw Kilbour
ne, heeft liaar duistere hoofdstuk. Noem
het dan zoo, als u wilt."
Hij zei het kalm, maar toch schrok ze
bij deze woorden.
,,Een duister hoofdstuk herhaalde ze.
Jewel, juffrouw".
Deze laatste woorden vie.en uit den
toon. Het viel hun beiden op, maar Raw
lins begreep, dat het tijd was, dat ze weer
in haar rol kwam. Hij gaf haar de go:.-
clubs aan, toen ze uitgestapt was en
wachtte op nader orders.
Je moet hier op me wachten zei z<e.
De auto kan achter het gebouw gestakt
worden. Iedere chauffeur kan het je wij-
zen."
ELECTRIFICATIE DER BELGISCHE
STAATSSPOOR.
Het electrificatiepl'an der Belgische
Staatsspoorwegen omvat de volgende
Hij tikte tegen de pet en de blauwe two-
seater verdween.
Even keek ze hem na.
,,£>uister hoofdstuk!" mompelde ze
weer met gefronste wenkbrauwen.
VII.
Het duistere hoofdstuk bedierf Hilda
Kilbourne's spel. Met negentig slagen
j kwam ze het geheele terrein over. Week
na week was dat haar gemiddelde, want
i ze had het geluk een goeden slag te heb-
ben, waardoor weliswaar geen mensch
kampioen wordt. maar waardoor vee'
middelmatige spelers behoed worden voor
de ramp ,,niet op slag te zijn' Hilda had
een goeden stijl en haar spel was gelijk'-
matig en een keer had ze twee-en-rachtig
gehaald, waaraan niemand twijfelde.
Maar het duistere hoofdstuk was de
oorzaalc, dat haar kaart honderdvijf aan-
wees en het oudste meisje Harlan, waar
j niemand ooit mee speelde, won het van
haar met twee slagen en vertelde dat aan
ieder die het hooren wilde. Hilda trachtte
dat hoofdstuk te ontcijferen in alle acht-
tien gaten. Haar spel was een mengehnq
i van voorstellingen en ideeen die mets te
maken hadden met het witte balletje.
Bij iedere putting-green verzon ze een
nieuwe oplossing, die telkens weer vast-
hep en dan verworpen werd. Het maakte
haar zoo boos, dat ze vergat zich te scha-
men over haar slecht spej, totdat ze op-
hield en bemerkte aan welk een vernede-
ring en schande ze zich had blootgesteld.
Ze gaf Wade Rawlins de schuld van
alles. Ze zou nooit hebben willen toege
ven, dat het duistere hoofdstuk haar
nieuwsgierigheid opgewekt en haar \^pr-
TOENADERING.
Herriot, de Fransche minister van on-
derwijs, heeft een bezoek gebracht aan de
Pressa. Hoewel een dergelijk bezoel?. geen
rechtstreeksche politieke beteekenis heeft,
is het, schrijft de N. R. Crt., van veel be
lang als een blijk van toenadering en ver-
zcening tusschen de beide landen die zoo-
lang vijanden zijn geweest. Van het on-
derwijs hangt zooveel af voor de ontwik-
keling van der geestesgesteldheid van een
volk ten aanzien van zijn buren. Men
denke maar eens aan de Amerikaansche
gevoelens jegens Engeiand en de strijd
voor kuiscning van de schoolboekjes in
sommige staten der Unie om die gevoelens
t0 verbeteren. ,,Zoo3ls men weet, ben ik
een overtuigd aanhanger van den vrede en
van de goede verstandhouding tus
schen onze beide volken, die elk een
speciale geestesgesteldheid en een traditie
van beschaving bezitten", heeft Herriot
in de Kolnische Zeitung geschreven, en hij
liet er op volgen: thans, als minister
openbaar onderwijs, zal ik met alle kracht
er naar streven, om Duitschland en Frank-
rijk op cultured gebied nader tot elkaar te
brengen. Twee landen als de onze, die
zooveel voor de wetenschap, de litteratuur
en de kunst gepresteerd hebben, moeten bij
het ochtendgloren van deze nieuwe bjden
samenwerken, om den bouw niet slechts
van een nieuwe politiek. doch tevens van
een nieuwe ethiek ter hand te nemen. die
aan de weder verzoende menschheid
steeds hooger doeleinden zal moeten aan-
wijzen.
Juist omdat ik met hart en ziel mijn
eigen vaderland liefheb, zal ik mij over
alles verheugen, wat de geestelijke machts-
positie van Duitschland, waarvan ik in
Keulen een grootsch voorbeeld zie, be-
vestigt".
Dergelijke gevoelens moeten de geeste
lijke ontwapening brengen, die ten slotte
de materieele ontwapening mogelijk zal
maken. Straks zal de Duitsche minister
Stresemann zich met verschillende zijner
beeldingskracht aan het werk gezet had.
Ze had hem gezegd, dat ze het ai'leen wil
de weten, als wijze voorzorgsmaatregel en
aan die verklaring hield ze zich vast; het
geen niet wegnam, dat ze er van in de
war was. Het ergerde haar meer dan ze
zeggen kon en ze nam een besluit. dat ze
voor iedereen verzwijgen zou.
Rawlins bracht den ochtend genoeglijk
en lui door. Hij was graag juffrouw Kil
bourne s caddy geweest; dat deden meer
chauffeurs. Hij dacht wel. dat haar soe!
de moeite waard zou zijn, maar toen ze
hem bij de auto achterliet, met de opdracht
die weg te brengen en op haar te wach
ten, voelde hij toch geen groote teleur-
stelling. De ochtend was al de moeite
waard geweest, zelfs al gebeurde er ver
der niets.
Tien a vijftien auto s stonden m een
wij den kring achter het clubgebouw en
er was ruimte genoeg voor den b.auwen
two-seater. Het was duidelijk. dat ^e
meeste chauffeurs de auto kenden. maar
natuurlijk niet den man aan het stuur.
Een van hen vroeg naar Oswald; het
bleek, dat Oswald nooit bemind was ge
weest in de broederschap en dat bijna
ieder ander een verbetering zou zijn.
Rawlins beschouwde dit als een vrien-
delijke verwelkoming in hun midden, maar
na een tijdje moest hij toch bekennen, dat
zijn coll'ega's hem niet bijster veel belang
inboezemden, hoc welwillend ze zich ook
betoonden. Het gesprek liep grootendeels
over bintnenmeisjes en aangezien deze
dames hem nog volkomen onbekend
waren, interesseerde hij er zich maar ma-
tig voor.
(Wordt vervolgd.