ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. vZ'%17™::aIU£0Mr«i«°»»i«n®t6nossauvs.'s/^pSsJ^z.tes^MvSJsJi™.p No 8255 Maandag 6 Augustus 1928 68e Jaargang 'AM 14 I ^ENTSPRIJS: RAADSVFRQADERING. BINNENL AND. BUITBNLAND. FITTXLLBTOH. De innemende Landlooper NEUZENSC HS Di. blad vetschiint iedeten Maandag- Woensdag- en Vf,|dagavond. De Burgemeester van TER NEUZEN maakt. bekend, dat erne Openbare Vergadering van den Gemeenteraad is belegd tegen Woensdag S Augustus 1928, des namiddags half acht uur. Ter Neuzen, den 4 Augustus 1928. De Burgemeester voomoemd, J. HUIZINGA. de bede. dat onze God U. M. nog menig jaar schenke tot vreugde van het K-omnk- lijk Huis en tot zegen van ons volk, dat zoozeer liefheeft en eert." het g< Koningin-M edenkboek ant- Boeder ongeveer HET FEEST VAN DE KONINGIN-MOEDER. Zaterdagmiddag is ten paleize Soestdijk het gedenkboek aan de Koningin-Moeder aangeboden. Om halfvijf kwam de commissie van re- dactie, bestaande uit Dr. Fh. de Visser, oud-minister, voorzitter; Prof. Dr. P. Blok, oud-hoogleeraar, H. Colijn, oud- minister-president, Mr. D. Fock. oud-gou- verneur-generaal. Dr. C. Lely, oud-mims- ter, Dr. Graaf van Lynden van banden- burq, vice-president van den Raad van State, Mr. H. P. Marchant, lid van de Tweede Kamer, Mgr. Van de Wetering, aartsbisschop van Utrecht, H. Ch. van der Mandere, secretaris, benevens de uitgever, de heer S. van Looy, op het paleis aan. In de groote zaal bevond zich behalve de Koningin-Moeder, de Koningin, beiden met gevolg. Voordat tot de aanbieding van het ge denkboek werd overgegaan, richtte de voorzitter. Dr. Th. de Visser, de volgende woorden tot de Koningin-Moeder: Majesteit uit naam onzer commissie brenq ik Uwe Majesteit allereerst mijn eerbiedigen dank, dat ons de gelegenheid is qeschonken, Uwe Majesteit dit gedenk boek persoonlijk aan te bieden. De com missie vleit zich met de hoop, dat allereerst aan Uwe Majesteit de mededeeling met onwelkom zal zijn, dat de opdracht van dit -verk aan de Koningin door Hare Maje steit welwillend is aanvaard; dat een keur van mannen en vrouwen van de meest ver schillende godsdienstige en politieke rich tinqen zich gaarne bereid verklaarde, bij draqen te leveren, en eindelijk, dat nu reeds, voordat het boek verschenen is, een buitengewoon groot aantal personen ge^ toond heeft op het bezit ervan prijs te stel len. zoodat de eerste oplage reeds geheel is uitverkocht. In dat alles spreekt zich reeds een veel en dankbare hulde aan Uwe Ma Na ontvangst van het^ woordde de als volgt: - Mijnheer de voorzitter van de commis sie'tor redactie, ik beschouw het als een Voorrecht u, vergezeld door de geheele commissie van redactie, heden hier bij mi] te zien. Ontvang mijnen meest harteli]ken dank voor' de woorden, die u ook uit haar naam zooeven tot mij hebt gericht. Ik ben er diep door getroften. Ik waardeer het ten hoogste, dat zoovele, mij reeds lang bekende, vooraanstaande mannen en vrou wen van zeer verschillende godsdienstige en politieke richting bijdragen hebben wil- en leveren voor dit gedenkboek. Wanneer ik straks van den inhoud ken- nis neem, zullen vele herinneringen uit de vervlogen jaren weder levendig voor mijn qeest komen, maar bovenal zal groote dankbaarheid mijn hart vervullen want toen ik mijn nieuwe vaderland betrad, had ik niet verwacht noch durven hopen, zoo spoedig het vertrouwen van het Neder- landsche volk te kunnen verwerven, en toch schonk het mij dit en daarenboven veel liefde en trouwe aanhankelijkheid, die mij gedragen hebben in vreugde en leed en in moeilijke tijden. Ik dank God, dat Hij mij het voorrecht schonk iets voor ons land en volk te mogen zijn, al schoot ik voor mijn gevoel steeds daarin tekort. Mijnheer de voorzitter, ontvang met de qeheele commissie en met de schrijvers en schrijfsters van het gedenkboek alsmede met de uitgevers mijnen diepgevoelden dank voor dit kostbaar geschenk, waarvan de waarde nog wordt verhoogd door de opdracht aan mijn geliefde dochter. Hierna werd aan de Koningin het voor haar bestemde exemplaar van het gedenk boek overhandigd. De Koningin heeft hiervoor met enkele woorden dank gezegd. Ook Prinses Juliana was bij het aanbic- den van het gedenkboek tegenwoordig. Na de aanbieding hebben de beide Ko- ninginnen zich, terwijl thee geserveerd werd. nog geruimen tijd onderhouden met de leden der commissie tot redactie en met den uitgever. Om halfzes heeft de commissie het pa leis weer verlaten. EEN SOC.-DEM HULDE AAN DE KONINGIN-MOEDER. zijdige en - - jesteit uit. Maar het welsprekendst ge- tuiqt daarvan de inhoud van het gedenk boek zelf. Al hetgeen Uwe Majesteit in bijna vijftig jaar voor het Nederlandsche volk waart en deedt, en als echtgenoote des Konings en als Moeder onzer Ko ningin en als Koningin-Regentes en als Koningin-Moeder wordt hier beschreven door mannen en vrouwen, wier deskundig- heid tot oordeelen bevoegd maakte en wier qroote waaxdeering van U Ms. arbeid de schoonste hulde is. die U op dezen dag kan worden gebracht. Hierin toch is voor tijdqenoot en nageslacht vastgelead. dat de Koningin-Moeder een ware Moeder des vaderlands werd en bleef. Moge de lectuur U. M. dan ook bij ver- nieuwing de verzekering schenken van de sterkte van den band, die ons volk aan U. Ms. persoon en aan het Huis van Oranje verbindt Namens onze Commissie besluit ik met Door den heer J. A. v. Zutphen wordt in ,.Het Volk" in een artikel er op gewe- zen, dat in den grimmigen strijd. die tus- schen socialisme en koningschap werd gevoerd ,,de jonge vromv die uit Wal- deck-Pyrmont hierheen kwam en die thans met 70 winters aan de poort des ouderdoms staat haast niet werd ge- noemd. „De menschelijkheid, die van haar uit- gingzegt de schrijver, ,,werd haar een schild j En dan verhaalt hij van een bezoek, dat de Koningin onlangs aan de Hygienisclie tentoonstefling in het Paleis van Volksvlijt bracht. Daarbij trok het dadenrijk werk van het Koperen Stelenfonds haar aan- dacht zoodanig, nam haar zoo in beslag, dat zij het leeuwendeel van den tijd van haar rondgang daaraan wijdde. Ik zag toen een echt zorgelijk doorploegd vrou- wengezicht met klare, belangstellende ooqen. Ik hoorde toen echte warme be- lanqstelling in haar sten? en de innerlijke zucht om alles goed te weten, sprak uit haar opmerkzaam vragen. De schrijver wijst cr dan op, hoe ixo- ningin Emma in een tijd dat er nog veel onverschilligheid was voor het lot der r.b.c.-patienten en de tering-bestrijding een der weinigen was, die een daad stelde: Zij stichtte en gaf het latoriurn Oranje Nassau-oord, een daad. ie er niet minder om is, omdat zij stoffelijk bij machte was die te doen. Want velen, zeer velen. die daartoe bij machte zijn, wellicht meer dan zij, blijven een onvruchtbaar nietsdoen handhaven. Zij deed, gaf een vocrbeelci. Llit haar daad werd n propaganda geboren voor de t.b.c.-bestrijding, die nuttig heeft nage- werkt, ook in de kringen der arbeiders. die, dikwerf maar al te zeer versuft door hun levenslot, geen oog zelfs hadden voor het leed in eigen kring. Zulk een daad stemt dankbaar en zoo kunnen wij, socialisten misschien juist omdat wij in den harinaton werden gecon- serveerd en voor bederf gevrijwaard de vrouw, die door menschelijkheid gedreven dit deed, bij haar zeventigste jaar, daar- voor hulde brengen. DE VACATURE-SCHEURER IN DE TWEEDE KAMER. Naar Het Volk verneemt, heeft prof. mr. Rutgers meegedeeld, zijn benoeming tot Tweede Kamerlid in de vacature- Scheurer niet te aanvaarden. maar wel zijn plaats op de lijst te willen behouden. DE ZONDAGSWET. De zomer-conferentie an de Christelijk- Historische Unie is te Lunteren gehouden. De laatste dag was gewijd aan een be- spreking over de Zondagswet en de ge- meentelijke overheid, welk onderwerp werd ingeleid door Mr. Dr. N. G. Veld- hoen, predikant te oorburg, die zeide, dat er wat de handhavina van de Zon- dagsrust betreft, nood is Het Christelijk- Historisch karakter -an ons volk wordt miskend door een steeds breeder om zich heen grijpende verwaarloozing van den chistefijken rustdag. Daardoor wordt het algemeen belang, net belang der natie ge- schaad. Als de mensch dit Godsgeschenk roekeloos en moedwillig verwaarloost, dan moet dit zich eenmaal wreken. Omdat er nood is, moeten we ons niet laten verleiden tot breede theoretische be- schouwingen, noch theologisch, noch juri- disch: de nood vraagt daden. De wet van 1815 echter is een groot struikelblok en het is heel moeilijk. in plaats van de oude een betere wet te brengen. Voor de ge- meentelijke overheid is er daarom een moeilijke, maar schoone taak weggelegd. De heer Veldhoen betoogde verder, ,.dat bij de gemeentelijke reading niet alleen de rust, maar wel degelijk ook de Zondags- heiliging doel moet zijn. Door de vele partieele regelingen tot verzekering van den rustdag is te veel de nadruk ge- vallen op de sociale zijde van het vraag- stuk. Bovendien wordt door de rust van enkelen de arbeid van anderen zwaarder. Zondagsrust en Zondagsheiliging mogen onderscheiden worden, nimmer geschei- den. De overheid heeft wel degelijk tot taak, de steeds toenemende ontheiliging tegen te gaan, ten bate van ons volksleven. De overheid is geen zedemeester; toch heeft zij er rekenschap mede te houden, dat ook de wet haar paedagogische waarde heeft. Bovendien geve zij het voorbeeld ten aanzien van haar ambtena- ren. Voorts ligt hier een taak voor de kerk, voor de Oiristelijk-Historische jon- geren, om hun invloed aan te wenden op het gebied der sport, en voor ieder om zijn vrijheid zoo te gebruiken, dat ingetogen- heid voorbeeld voor het volk wordt DE GEREF. GEMEENTEN TEGEN DE OLYMPISCHE SPELEN. De Synode der Geref. Gemeenten in Nederland heeft een publiek getuigenis gepubliceerd tegen de Olympische Spe- len. die „niet zijn dan heidensche fees- ten". De oude Christenen, in den staat tot heerschapij gekomen, hebben ze dan ook afgeschaft en nadrukkelijk verboden. De Synode acht het een kenmerkend teeken voor het diep verval dezer dagen dat deze feesten nu weder gevierd wor den. Zij spreekt haar innig leedwezen er over uit dat zelfs Bewindsl'ieden, die zich onder de Christelijke banier scharen, aan deze feesten een verheffend karakter toe- kenden en subsidie uit de staatskas wilden verleenen. Het bedroeft haar diep, dat namens Hare Majesteit, onze geeerbiedig- de Koningin, door Zijne Kon. Hoogheid I den Prins der Nederlanden die feesten zullen geopend worden. De Synode protesteert met kracht daar toch Gods dag ontheiligd; Gods heilig recht met voeten getreden; het lichaam ver boven en ten koste van de ziel vereerd: de j begeerlijkheid der oogen en die des vleesches gevoed; de ijdelheid gediend; de hartstocht opgewekt: de zedeloosheid 1 dat knagend verderf aan het volksbestaan, ontketend; het schepsel boven den Schep- per, Die te prijzen is in der eeuwigheid, geeerd wordt. WERKLOOZEN IN OVERIJSSEL. Het Ned. Corr. Bureau meldt: In den loop der afgeloopen week deden zich onder de werklooze arbeiders uit Am sterdam, die geplaatst zijn bij de rU^s" werkverschaffing in Overijssel. nabij Om- men, moeilijkheaen voor. De rijks-inspectie voor de werkverschaffing in Overijssel overlegde verscheidene malen met de ar beiders, die nu eens het werk neerlegden, dan weer den arbeid hervatten. Vrijdag culmineerden deze moeilijk- heden in een recalsitrant optreden van de arbeiders tegen den rijkslandbouwconsu- lent, den heer Mesu, die met de leiding in Overijsel is belast en die met den heer v. d. Sluis, lid der Tweede Kamer, het werk in Ommen bezocht en met de arbei ders de quaestie besprak. Toen de beide heeren het werk verlieten, werden zij uit- gescholden en met steenen aegooid. Als gevolg daarvan heeft de Minister van Binnenlandsche Zaken opdracht ge- geven, dat alle arbeiders naar Amsterdam I moeten vertrekken en heeft hij aan het ge- meentebestuur van Amsterdam geseind, i dat alle arbeiders voor onbepaalden tijd van plaatsing worden uitgesloten. De Minister heeft voorts aan B. en W. met i nadruk verzocht om. evenals dit in soort- gelijke gevallen in andere groote steden geschiedit, geen steun in wel'ken vorm ook aan de arbeiders uit te keeren. baanvakken Antwerpen Meche.en - BxusselCharleroi en ArdennenBrussel GentOstende. Als stroomstelsel is ge- kozen dat van ons land n.l. gelijks room 2400 volt. Met de voorbereidende werk- zaamheden is een aanvanq gemaaki. DE BRITSCHE PELGRIMSTOCHT NAAR BELGIe EN NOORD- FRANKRIIK. Het was Zaterdag viertien jaar geleden, dac Engeiand aan Duitschland den oorlog verklaarde. Den geheelen nacht door zijn stoomschepen bezig met het brengen van de 11.000 bedevaartgangers over het Ka- naal naar het vasteland. Het bezoek vmdt plaats onder de auspicien van het Britsche Legioen. De prins van Wales vertrekt Dinsdag uit Londen om aan de peigrimstocht deel te nemen. Wellicht zal hij de reis per vliegtuig doen. Na te hebben deelgenomen aan de her- denking te Rijssel op Dinsdag zal de prins Woensdag per auto naar I]peren gaan om zich aan te sluiten bij te betooging bij de Meenenpoort in IJperen. De plechtige inwijding van die poort eschiedt door den tot aartsbisschop van Canterbury bejioemden aartsbisschop van York. De Prins zal plaats nemen voor de vernielde Lakenhal, en de eifduizend Britsche bezoekers zullen langs hem de- fileeren. i door E. J. RATH. 12) Vervol'g. ,,Juffrouw Kilbourne", zei hij, terwijl hij nog steeds straks voor zich uit naar den v,eg keek, „zoudt u mij willen zeggen waarom speciaal ik, uit een groot aantal zoo begrijp ik het tenminste u van in- lichtinge'n omtrent mijzelf moet voorzien; ,,Zeker", zei ze snel, omdat jij veel meer dan zul'ke andere landloopers. die we eerst op Kilbourne Heights hebben gehad, anders bent, dan je je voordoet. En dat is toch zeker reden genoeg tot ach- terdocht." „Bent u dan achter.dochtig? Dacht je soms, dat ik je deze vragen zou gesteld hebben, als ik het niet was?" Rawlins scheen het niet noodig te vin- den dadelijk te antwoorden. Hij wist zelfs niet zeker of er een antwoord verwacht werd. De blauwe auto reed steeds voort met een vaartje van twintig mijl. Ik ben niet gewoon te bidden en te smeeken om iets waar ik recht op heb zei ze plotseling. .Neemt u mij niet kwai'gk juftrouw, het laq niet in mijn bedoeling. Er was op zijn manieren alweer mets aan te merken. Ik eisch dit, omdat niemand anders het noodig schijnt te vinden er naar te vragen; iemand moet het toch doen Het viel hem op, dat ze met zooveel zorg haar beweegredenen uiteenzette. ,,'Het is zoo." Ze tikte met haar vinger op haar knie. ,,Iedereen kan zien, dat je wel hersens hebt. Dat is niet zoo iets bij- zonders, maar wel bij een landlooper. Bovendien heb je een opvoeding genoten en dat is nog ongewoner. Als je zegt, dat je gestudeerd hebt, zal' ik het direct ge- looven. Ik vermoed het zelfs. Op deze of gene wijze, waarschijnlijk zelfs op meer dan een. kan je zeker den kost wel vqr- dienen. Je ziet er niet uit en doet ook niet als iemand, die bij voorkeur in lompen leeft, bedelt om zijn voedsel en slaapt in hooibergen. Je komt zoo maar aanwaaien, weeft een romantisch waas om je heen, je werkt je in de gunst bij mijn moeder, en deelt ons mee, dat je van plan bent te blijven. Waarom, Rawlins; wat beteekent dat? Verwacht je, dat ik gelooven zal, dat het je levensdoel' is chauffeur te zijn, ter wijl je niet werkelijk een landlooper bent? Vindt je het vreemd, dat ik om uitleg vraag?" Rawlins keek haar even aan toen ze zweeq. Hij vond haar zeer aantreKkelijk, 1 wanneer ze met zooveel vuur sprak. „Ik geef toe, juffrouw Kilbourne, dat u een gerechtvaardigde vraag steit. i ,,Goed, vooruit dan." i Maar hij aarzelde. ,,A1 zie ik uw goed recht in zei hij eindelijk, „er is toch nog een andere kant aan, en wel de mijne. Is het niet heel wel i mogelijk, dat ik tegenover mijzelf niet meer behoor te vertellen dan wat mevr. Kilbourne al weet?' Hilda maakte een boos gebaar. Links af hier", zei ze kort. ,,U zult moeten toegeven, dat er rede- nen kunnen zijn, die jk, nu tenminste - nog moet verzwijgen." ,,Wil je daarmee zeggen, dat je je daar door in een ongunstig daglicht zou stel- len, of in opspraak zou brengen? Haar vader was advocaat geweest. „Ik geef er geen reden voor op, juf frouw." Hilda had al haar zelfbeheerschinq noo dig. Ze was niet van plan haar ergernis open'iijk te toonen. ,,Hier inrijden", zei ze. Ze verlieten den hoofdweg en reden een particuliere laan op. Voor zich uit zag Rawlins een groot, houten clubge- bouw, waarachter zich de effen grasvel- den uitstrekten. Alles gaat precies, zooals ik het ver wacht had", zei ze koel; ,,we zullen el- kaar een anderen keer nog wel eens na- der spreken. Er is iets, dat je wilt ver zwijgen!" ,,l'edere geschiedenis, juffrouw Kilbour ne, heeft liaar duistere hoofdstuk. Noem het dan zoo, als u wilt." Hij zei het kalm, maar toch schrok ze bij deze woorden. ,,Een duister hoofdstuk herhaalde ze. Jewel, juffrouw". Deze laatste woorden vie.en uit den toon. Het viel hun beiden op, maar Raw lins begreep, dat het tijd was, dat ze weer in haar rol kwam. Hij gaf haar de go:.- clubs aan, toen ze uitgestapt was en wachtte op nader orders. Je moet hier op me wachten zei z<e. De auto kan achter het gebouw gestakt worden. Iedere chauffeur kan het je wij- zen." ELECTRIFICATIE DER BELGISCHE STAATSSPOOR. Het electrificatiepl'an der Belgische Staatsspoorwegen omvat de volgende Hij tikte tegen de pet en de blauwe two- seater verdween. Even keek ze hem na. ,,£>uister hoofdstuk!" mompelde ze weer met gefronste wenkbrauwen. VII. Het duistere hoofdstuk bedierf Hilda Kilbourne's spel. Met negentig slagen j kwam ze het geheele terrein over. Week na week was dat haar gemiddelde, want i ze had het geluk een goeden slag te heb- ben, waardoor weliswaar geen mensch kampioen wordt. maar waardoor vee' middelmatige spelers behoed worden voor de ramp ,,niet op slag te zijn' Hilda had een goeden stijl en haar spel was gelijk'- matig en een keer had ze twee-en-rachtig gehaald, waaraan niemand twijfelde. Maar het duistere hoofdstuk was de oorzaalc, dat haar kaart honderdvijf aan- wees en het oudste meisje Harlan, waar j niemand ooit mee speelde, won het van haar met twee slagen en vertelde dat aan ieder die het hooren wilde. Hilda trachtte dat hoofdstuk te ontcijferen in alle acht- tien gaten. Haar spel was een mengehnq i van voorstellingen en ideeen die mets te maken hadden met het witte balletje. Bij iedere putting-green verzon ze een nieuwe oplossing, die telkens weer vast- hep en dan verworpen werd. Het maakte haar zoo boos, dat ze vergat zich te scha- men over haar slecht spej, totdat ze op- hield en bemerkte aan welk een vernede- ring en schande ze zich had blootgesteld. Ze gaf Wade Rawlins de schuld van alles. Ze zou nooit hebben willen toege ven, dat het duistere hoofdstuk haar nieuwsgierigheid opgewekt en haar \^pr- TOENADERING. Herriot, de Fransche minister van on- derwijs, heeft een bezoek gebracht aan de Pressa. Hoewel een dergelijk bezoel?. geen rechtstreeksche politieke beteekenis heeft, is het, schrijft de N. R. Crt., van veel be lang als een blijk van toenadering en ver- zcening tusschen de beide landen die zoo- lang vijanden zijn geweest. Van het on- derwijs hangt zooveel af voor de ontwik- keling van der geestesgesteldheid van een volk ten aanzien van zijn buren. Men denke maar eens aan de Amerikaansche gevoelens jegens Engeiand en de strijd voor kuiscning van de schoolboekjes in sommige staten der Unie om die gevoelens t0 verbeteren. ,,Zoo3ls men weet, ben ik een overtuigd aanhanger van den vrede en van de goede verstandhouding tus schen onze beide volken, die elk een speciale geestesgesteldheid en een traditie van beschaving bezitten", heeft Herriot in de Kolnische Zeitung geschreven, en hij liet er op volgen: thans, als minister openbaar onderwijs, zal ik met alle kracht er naar streven, om Duitschland en Frank- rijk op cultured gebied nader tot elkaar te brengen. Twee landen als de onze, die zooveel voor de wetenschap, de litteratuur en de kunst gepresteerd hebben, moeten bij het ochtendgloren van deze nieuwe bjden samenwerken, om den bouw niet slechts van een nieuwe politiek. doch tevens van een nieuwe ethiek ter hand te nemen. die aan de weder verzoende menschheid steeds hooger doeleinden zal moeten aan- wijzen. Juist omdat ik met hart en ziel mijn eigen vaderland liefheb, zal ik mij over alles verheugen, wat de geestelijke machts- positie van Duitschland, waarvan ik in Keulen een grootsch voorbeeld zie, be- vestigt". Dergelijke gevoelens moeten de geeste lijke ontwapening brengen, die ten slotte de materieele ontwapening mogelijk zal maken. Straks zal de Duitsche minister Stresemann zich met verschillende zijner beeldingskracht aan het werk gezet had. Ze had hem gezegd, dat ze het ai'leen wil de weten, als wijze voorzorgsmaatregel en aan die verklaring hield ze zich vast; het geen niet wegnam, dat ze er van in de war was. Het ergerde haar meer dan ze zeggen kon en ze nam een besluit. dat ze voor iedereen verzwijgen zou. Rawlins bracht den ochtend genoeglijk en lui door. Hij was graag juffrouw Kil bourne s caddy geweest; dat deden meer chauffeurs. Hij dacht wel. dat haar soe! de moeite waard zou zijn, maar toen ze hem bij de auto achterliet, met de opdracht die weg te brengen en op haar te wach ten, voelde hij toch geen groote teleur- stelling. De ochtend was al de moeite waard geweest, zelfs al gebeurde er ver der niets. Tien a vijftien auto s stonden m een wij den kring achter het clubgebouw en er was ruimte genoeg voor den b.auwen two-seater. Het was duidelijk. dat ^e meeste chauffeurs de auto kenden. maar natuurlijk niet den man aan het stuur. Een van hen vroeg naar Oswald; het bleek, dat Oswald nooit bemind was ge weest in de broederschap en dat bijna ieder ander een verbetering zou zijn. Rawlins beschouwde dit als een vrien- delijke verwelkoming in hun midden, maar na een tijdje moest hij toch bekennen, dat zijn coll'ega's hem niet bijster veel belang inboezemden, hoc welwillend ze zich ook betoonden. Het gesprek liep grootendeels over bintnenmeisjes en aangezien deze dames hem nog volkomen onbekend waren, interesseerde hij er zich maar ma- tig voor. (Wordt vervolgd.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1928 | | pagina 1