Ter Neuzensche Courant Tweede Blad. f, BUITEHLAND. GEM EK ODE BERICHTEN Vrijdag 3 Aug. 1928. No. 8254, GEMEENTERAAD VAN SAS VAN GENT. VAN DE TERUGKEER VAN NOBILE TE ROME. Generaal Nobile en zijn gezellen, die aan alle stations waar de trein stilhield, wer- den toegejuicht, zijn Dinsdagavond om 11 uur te Rome aangekomen. Op het station waren aanwezig de voor- zitter van de Kamer, afgevaardigden. on- derstaatssecretarissen. vertegenwoordi- gers der fascistische partij, professore* van de universiteit en talrijke leden van de geografische vereeniging benevens een enorme menigte. Generaal Nobile en zijn gezellen wer- den op triomphale wijze naar hun rijtui- gen geleid, temidden van luide toejuichin- gen. Voor de woningen van Nobile en van die zijjner metgezellen herhaalden zich de toejuichingen. Italie heeft generaal Nobile en de zijnen n enthousiaste ontvangst bereid, die reeds begon op het oogenblik, waarop de trein de Italiaansche grens passeerde. Overal was het ingrijpen van gewapen- de carabinieri's noodzakelijk. om te voor- komen, dat de trein door het publiek be- stormd zou worden, doch de ordebe- waarders konden niet beletten, dat b'.oe- men en guirlandes naar binnen werden geworpen. Nobile zelf scheen meermalen aan groote emotie ten prooi en men heeft gezien, dat hij zich soms de tranen uit de oogen wischte. Mussolini, die ter viering van zijn 45en verjaardag, enkele dag en met zijn gezin te Forli doorbrengt, was niet in de gelegenheid persoonl'ijk de Noordpoolreizigers welkom te heeten en heeft zich laten vertegenwoordigen door den gouverneur van Rome, prins Poten- zani. De fascistische pers is buitengewoon enthousiast en wijdt lange begroetingsko- lommen aan de Noordpool-expeditie, die thans teruggekeerd is en noemt het zelfs noodzakelijk, ,,dat het moederland de te- ruggekeerde kinderen met groote liefde en teederheid aan de borst zal drukken" De ..Giornale d'ltalia" schrijft, dat Ita lie den terugkeer van zijn zonen met vreugde begroet, nadat zij achtervolgd werden door buitenlandsche vijandigheid. die het gevolg schijnt te zijn van het sim- pel'e feit, dat zij Italianen zijn of wel zo nen van een krachtige natie, die besloten heeft in de wereld de sterke plaats te veroveren, die zij verdient. BEHOUNEK OVER HET POOLDRAMA. De Tsjechische prof. Behounek, die de Italia-Poolexpeditie meemaakte, is te Ber- lijn aangekomen. Nauwelijks was hij in de wachtkamer van het station, of hij werd door interviewers bestormd, aan wie hij vrij uitvoerige mededeelingen deed over het Pcoldrama. All?reerst deelde hij mede, dat hij dien ochtend op de hartelijkste wijze als goed vriend en in volkomen harmonie te War- nemunde afscheid had genomen van gene raal Nobile en de andere Italiaansche deelnemers aan de expeditie. Zijn vrijheid van spreken onbeperkt. Behounek verklaarde, dat het niet juist was, dat hij eenigerl'ei verplichting met be- trekking tot zijn vrijheid van spreken op zich had moeten nemen. Zijn materiaal wilde hij zoo spoedig mogelijk in een we- tenschappelijk werk neerleggen en boven- dien was hij van plan, om over hetgeen hij beleefd had. uitvoerige feuilletons te schrijven, wat generaal' Nobile overigens ook van plan is. Als het daarbij tot uiteenloopende be- schrijvingen zou komen, dan zou de re- den daarvan voor alles daarin gelegen zijn, dat hij en generaal Nobile alle ge- beurtenissen van een verschillend stand- punt uit hadden meegemaakt. De Italianen onbillijk beoordeeld In verband met berichten, die nu reeds over hun vl'ucht waren gepubliceerd. ver klaarde Behounek, dat hij over het alge- meen daarover nog niet voldoende was ingelicht, maar toch had hij nu al den in- druk gekregen, dat de voorvallen min- stens genomen volkomen onjuist worden beoordeeld en dat daardoor generaal No bile en den overigen Italianen onrecht was geschied. Allereerst betoogde Behounek, is gene raal Nobile volkomen deskundige op luchtvaartgebied. Waarschijnl'ijk waren de onnauwkeurigheden en omjuistheden in de berichten, ook bij die, welke hijzelf had gegeven, daardoor ontstaan, dat het zich verstaanbaar maken dikwijls buiten gewoon moeiljjk was geweest. Zoo waren aan boord van de ,,Krassiin zeven journalisten gekomen, van wie slechts een Fransch en de anderen Rus- sisch spraken. Het Malmgren-mysterie. Overgaande tot de verhouding tusschen generaal Nobile en den Zweedschen pro fessor Malmgren (die overleden is) be toogde Behounek, dat deze van den be- gimne af steeds uitmuntend was geweest. Malmgren was de beste vriend van No bile geweest, waarmee ook werd ver- klaard, dat Nobile hem voor zijn expedi tie had uitgekozen, ofschoon ook een groot aantal Italiaansche meteorologen zich hadden aangemeld. Bij het verlaten van het Nobile-kamp beloofde Malmgren onvoorwaardelijk met de hulpexpeditie te zullen terugkeeren, in- dien het hem zou gelukken het vasteland te bereiken. Het was echter niet juist, dat Malm gren was weggezonden. Hij had integen- deel zelf besloten den weg over het ijs naar het vasteland te wagen en dit be- na sluit was nog vaster geworden, toen hij met den verrekijker op het vasteland le- vensmiddelen ontdekte, welke de Italia kort voor haar val naar beneden had ge worpen. Generaal Nobile was eveneens tot het laatste oogenblik tegen een schei- ding geweest. Nobile wilde veel liever bij de roode tent blijven, zelfs al hadden ook de overige Italianen met uitzondering van Cecioni, die het been had gebroken, be sloten den tocht naar het vasteland te doen. Waarom Nobile het eerst werd qered. Op de vraag, waarom Nobile zich het eerst liet redden, wat over het algemeen niet werd begrepen, verklaarde Behounek, dat een vergelijking met een kapitein van een schip niet opging, daar hier geheel andere omstandigheden heerschten. Het zou nimmer mogelijk zijn geweest Nobile het laatst te redden, daar in het belang dzr reddingsactie de radio-telegrafist Biagi tot het laatst bij de roode tent had moeten blijven. Overigens had men reeds 48 uur voor de aankomst van Lundborg de volgorde der redding vastgesteld, vol- qens welke eerst Cecioni, vdrvolgens prof. Behounek, ten derde Trojani. die koorts had, ten vierde Nobile, ten vijfde Itiitenant Viglieri en ten laatste Biagi zou worden gered. Deze volgorde was echter gewijzigd, toen Lundborg aamkwam en mededeelde. dat hij strikt bevel had gekregen generaal Nobile het eerst te redden, omdat het reddingswerk overeenkomstig zijn wen- ken zou kunnen worden uitgevoerd. Daar kwam nog bij,, dat Nobile toen de lichtste in gewicht was. hetgeen eveneens een reden was om hem terstond mee te nemen, daar Lundborg zijn vliegtuig niet zwaarder kon belasten. Voor de tweede landing, die echter he- laas mislukte, had Lundborg de redding van twee deelnemers op het ooo, omdat hij ditmaal geen waarnemer mee had en ver- der ook het vliegtuig zooveel mogelijk had ontlast. Tenslotte deelde Behounek mede, dat de redding door de ..Krassin" op het al- lerlaatste oogenblik was geschied. want de toestand van het ijs was slechter ge worden. En zij hadden dan ook op de te- rugvaart reeds niets meer van het ijsblok gezien, waar vanaf toch korten tijd voor- dien Mariano en Zappi waren gered. De wetenschappelijke resultaten. Op de vraag, of de expeditie van de Italia, ondanks haar ongelukkigen afloop, haar wetenschappelijke waarde heeft be- houden, antwoordde professor Behounek dat een zekere verrijking van de vroege- re kennis bereikt is. Er zijn waardevolle geografische waarnemingen genomen en een deel van de gestel'de taak is volbracht. doch de hoogte-registreeringen en de magnetische metingen zijn niet kunnen worden gedaan. Verder zijn door Malm gren tal van weerkundige waarnemingen opgeteekend, welke hij, toen hij met Ma riano en Zappi alleen verder trok in het Nobile-kamp achterliet en welke Behou nek meegenomen heeft. Deze aanteekenin- gen zullen eerst verwerkt en daarna aan Malmgrens moeder te Stockholm worden gezonden. Volgens Behounek heeft Malmgren tot aan zijn opbreken naar de Noordkaap geen dagboek gehouden. Ook Behounek zelf heeft waardevolle waarnemingen verricht op het gebied var de atmosferische electriciteit, welke even eens in het 1'icht zullen verschijnen. Uit het spreken van professor Behounek getuigt een zakelijkheid en een vriend- schappelijke gezindheid tegenover zijn metgezellen, ofschoon het natuurlijk hier en daar in voorneme punten subjectief is. Voor de goede beoordeeling van de cata- strofe en alle daarmede samenhangende bijzonderheden ontbreekt echter nog steed's het belangrijkste materiaal. VROEGERE GRONDBEZITTERS IN DE KRIM. 't Is onder de geldende agrarische wet- geving in Rusland niet uitgesloten. dat vroegere grondbezitters wier grondbezit tengevolge van de revolutie onteigend is, volgens de nieuwe bepalingen grond in vruchtgebruik krijgen. indien zij dezen zelf bewerken. Alleen is bepaald, dat dit niet de grond kan zijn, waarvan zij de voorma- lige bezitters zijn, om te verhinderen, dat het nauwere verband, dat voor de revolu tie bestaan heeft, ook thans nog zijn stem- el zou drukken op de nieuwe verhouding n de Krim heeft men met deze bepaling de hand gelicht, zoodat, gelijk bij een van Moskou ingesteld onderzoek gebleken is, nog vierhonderd vroegere eigenaars op hun oude bezit wonen. Maatregelen zijn genomen om hieraan een einde te maken en herhaling te voorkomen. DE BUITENLANDSCHE ARBEIDS- KRACHTEN IN FRANKRIJK. Herhaaldelijk worden statistieken gepu bliceerd over het aantal vreemdelingen, die in Frankrijk werkzaam zijn, doch weinia is er bekend omtrent de hoeveelheid grond, - welken buitenlanders hetzij als bezitters. hetzij als boeren, bebouwen. De Landbouwacademie heeft thans ter kennis gebracht, dat niet minder dan een half mill. H.A. van de totale 13.600.000 H.A. bouwland in Frankrijk op het oogen blik in handen van buitenlanders zijn. De toeneming in de vestiging van buitenlan ders dateert van de jaren na den oorlog. Ruw berekend hebben van de 1.500.000 buitenlanders, die tusschen 1918 en 1926 naar Frankrijk zijn gekomen, bijkans de helft arbeid op het platteland gevonden. Hetgeen Frankrijk, dat evenals andere lan- den het hoofd moet bieden aan den trek der landbouwers naar de groote steden, slechts welkom is. CHINA'S STREVEN NAAR ERKENNING. Het nieuwe China, hoewel in den bur- geroorlog thans overwinnaar, zoekt nog steeds schrijft de N. R. Crt. tot ver- hooging van zijn prestige in het binnen- land in de eerste plaats naar gelijkstellinq men het buitenl'aind. Men schijnt te mee- nen. dat eerst het Wegnemen van de ver- nederende tractaten de nationalisten in de oogen van het verdere land de erkenning zal geven, waarop zij meenen recht te mo- gen hebben. Nauwelijks hebben de Ver. Staten hun een vinger toegestoken door zich bereid te verklaren op voet van ge- lijkheid te onderhandelen over een nieuw tarieftractaat, of zij verzoeken, na de on- derteekening van dat verdrag, dat China's autonomic althans op dit gebied erkent, ook te onderhandelen over een veel ver der gaand verdrag. Dit zou alle hanqende kwesties moeten regelen en daaronder ook het afzien van de exterritoriale rechten, die Amerika qeniet. Hiermee komt men op een neteliq punt. Niet geheel ten on- rechte pleegt men in het toestaan van ex territoriale rechten aan vreemdel'ingen t— behoudens dan degenen, die krachtens hun ambt bij internationaal gebruik deze rech ten in elk land genieten - een erkenning van nationale minderwaardigheid te zien. Een land met een herleefd nationaal be- wustzijn kan zoo n toestand niet meer dulden. Turkije heeft hiervan een voor- beeld gegeven en het nationalistische Chi na denkt er evenzoo over. De toestanden zijn echter niet geheel gelijk eerder on- gelijk. Turkije had een eendrachtige na tionale beweging onder een krachtige een- hoofdige leiding, die niet alleen orde en mod'ernisatie beloofde, maar ook tot stand bracht, Het nationalism««in China is voor velen een dekmantel om het oude spelle- tje van roof en uitpersing voort te zetten. een drietal leiders betwist elkaar het qe- zag. de orde beteekent veelal stilstand. de modernisatie vreemdelingenhaat. Onder die omstandigheden kan geen land1 er over denken de speciale bescherming, die het zijn burgers, dank zij de exterritoriale rechten kan aanbieden. te laten varen. ,,Het wordt onwaarschijnlijk geacht, dat de Ver. Staten hierin zullen toestemmen", seint Reuter lakoniek. Intusschen kunnen de andere land'en, die met leedwezen Amerika's hoffelijkheid jegens de natio nalistische schoone hebben aanschouwd, in hun vuistje 1'achen. Als de Vereenigde Staten den pas moeten markeeren, bestaat er gelegenheid hen in te halen en intus schen kan men dan meteen afwachten hoe Japan, dat op den reactionairen vleugel tot haantje de voorste spelen gedwongen is, d'aar de kastanjes uit het vuur zal ha len. Het jonge China zelf is dan tevens in de gelegenheid te toonen of het inder- daad op weg is een moderne staat te wor den of weer in de zonden van het oude rijk zal vervallen. Daarvan alleen zal op den duur de behand'eling afhangen, die het van andere landen ondergaat. KINDEREN AAN DEN WATERKANT. Te Zwijndrecht was het 6-jarig zoontje van H. S. geklommen op een der schuine palen aan de rivier, welke dienst doen als schokbrekers voor de veerpont. Toen een veerboot de aan- legponton verliet, stootte zij tegen de ducdal- ven, welke scbok zich voortplantte tot de schokbrekers. Het jongetjc,- viel van zijn zit- plaats in de rivier en niettegenstaande er di rect pogingen in het werk werden gesteld hem te redden, gelukte dit niet, vermoedelijk, door- dien de zuiging der boot hem naar beneden trok. Een kwartier later werd het ventje door van R. boven gehaald en langen tijd werd on der leiding van Dr. Ekelmans getracht met een zuurstof-apparaat de levensgeesten op te wek- ken, wat helaas niet gelukte. ONVERDIENDE GE V AN GEN SCHAP. Een verversknecht zou even een ruit inzet- ten in het Huis van Bewaring te Maastricht. In eel 13 nam hij de maat, maar... toen hij de ruit in den winkel zou gaan halen, bleek de deur gesloten. Roepen, beuken, trappen, het hielp allemaal niets. Bij het eten uitdeelen werd hij overgeslageneel 13 was immers leeg! Eindelijk om 4 uur 's middags hoorde hij iemand door den gang looped. ,,Laat mij er toch om Godswil uit, ik ben de glazenmaker", riep het knechtje. Maar men geloofde dat maar zoo dadelijk niet; eerst moest men nog even op het bureau kijken. Eindelijk werd Lambert vrijgelaten en door personeel en den directeur nog hartelijk uitgelachen. Lambert heeft het ruitje nog niet gemaakt. Voorloopig heeft hij genoeg van eel 13. OVERBOORD. Toen de schipper van een motorvaartuig in de Ringvaart van de Haarlemmermeer Dins dagavond na het avondeten aan dek kwam miste hij den 20-jarigen knecht die aan't stuur gestaan had. Hij zag hem echter op eenigen afstand naar de wal zwemmen, maar op helzelfde oogen blik zonk de drenkeling naar de diepte. On- middellijk werden reddingspogingen aange- wend, echter zonder succes. Het lijk is Woens- dagmorgen gevonden. Vermoed wordt, dat de knecht bij het scheppen van een emmer water over boord is gevallen. AAN RIJDING MET MOTORFIETS. Eenige dagen geleden is de 50-jarige J. F. uit Rijswijk op zijn motorfiets in de Hofwijk- straat in Den Haag in aanrijding gekomen met een onbekend gebleven wielrijder. De motor fiets werd gedeeltelijk vernield .en de motor- rijder had een groote buil aan het voorhoofd gekregen en voelde zich onpasselijk. Overigens had hij oogenschijnlijk geen letsel gekregen. 's Avonds echter werd de heer F. emstig on- gesteld; hij verloor het bewustzijn, en de dok- ter oordeelde zijn overbrenging naar het zie- kenhuis noodzakelijk. Maandagmiddag j.l. is hij daar overleden. De heer F. had aan zijn huisgenooten niets verteld over zijn motorongeluk, zoodat deze dachten, dat hij een beroerte had gehad. Thans wordt onderzocht, in hoeverre de aan rijding de oorzaak van zijn dood geweest is. VERSTEKELINGEN LEVEND VERBRAND. Een goederentrein, waarbij eenige tankwa- gens met petroleum waren, is te Guernsey ont- spoord. Dientengevolge ontstond brand in de vernielde tankwagens en deze breidde zich zoo snel uit, dat 8 personen, die verborgen onder de wagens meereisden niet konden ontkomen en verbrandden. De brandende petroleum liep weg tot aan de Platte-rivier, waarvan het op- pervlak over eenige mijlen lengte in brand staat. EEN BLOEDIG DRAMA. Woensdagmiddag heeft te Frankfort a. d. M. in een van de zal en van het Frankfurter Wa- renverband, na een voorafgegane woorden- wisseling, de directeur zijn medevennoot Dr. Hamel doodgeschoten en diens broer zwaar verwond. Ook de procuratiehouder Griine- baum is zwaar verwond. Daarop richtte hij de revolver op zich zelf en zakte zwaar ge- troffen ineen. EEN NOODLOTTIG SCHOT. Op een bruiloft te Nimptsch, in Silezie, was een gast aanwezig die een geladen pistool in zijn broekzak droeg. Op zeker oogenblik ging het wapen af en doodde een vrouw en ver- wondde een dienstdoend politieagent levens- gevaarlijk. De dochter der gedoode vrouw wilde den man te lijf en kreeg een emstige zenuwtoeval. TOURING-CAR IN EEN RAVIJN GESTORT. Een touring-car van den gewonen dienst der Midi-spoorwegen is tusschen Cerbere en Banyuls-sur-Mer, departement Pyrenees Orien tals, in een ravijn gestort, aldus wordt aan ,,de Tel." gemeld. Een der inzittenden werd gedood, zes anderen emstig gewond. Bij het afdalen van een steile helling verloor de chauf feur de macht over zijn stuur, met het gevolg, dat het zware voertuig 15 meter omlaag stort- te in de droge bedding van een rivier. TOENEMENDE STRAATOVERVALLEN. In vroeger dagen werden vaak de diligences op de groote heirwegen opgehouden en de rei- zigers door roovers uitgeschud. De verdwij- ning der diligences en de komst der treinen maakten aan deze straatovervallen een einde. Nu echter de auto meer en meer als reis- middel wordt gebruikt en langs eenzame wegen snort, begint de straatrooverij opnieuw te bloeien. Herhaaldelijk wordt gemeld, dat automobilisten op den openbaren weg zijn aangehouden en van hun bezittingen zijn be- roofd. Vooral in de buurt van Parijs wordt het voortdurend onveiliger. Toen de heer Hye, een antiquair uit Parijs, Maandag te middemacht in zijn auto uit Versailles kwam, werd hij in het park van Saint-Cloud bij Ville-d'Avray door twee gewapende en gemaskerde mannen aangehouden. Zij kwamen uit het kreupelhout te voorschijn dreigden hem met hun revolver en eischten zijn beurs op. Daar 'n revolver op hem was gericht, had hij geen andere keus dan zijn beurs over te geven. Er zat echter niets in, waarschuwde hij, want hij had juist alles in een cafS te Versailles uitgegeven! Daarom bood hij zijn horloge maar aan. De bandieten bekeken het horloge, vonden het niet veel zaaks, gaven het terug en ver- dwenen. Ze zijn nog niet gevonden. RAADSELACHTIGE VERDWIJNING VAN DRIE BABIES. Een doodgewone ontvoering, of een of ande re geheime vorm van zwarte kunst, dit is het probleem, dat de politie in den Indischen staat Hyderabad moet oplossen ten aanzien van drie kinderen, die in drie verschillende jaren uit dezelfde moeder werden geboren en kort na de geboorte verdwenen. Deze verdwijning heeft grooten indruk gemaakt op de kinderlijke ver - beelding van het volk, dat onvoorwaardelijk aanneemt, dat men hier te doen heeft met het werk van booze geesten, met ,,bhanamati", een vorm van zwarte kunst, die in Hyderabad druk wordt beoefend. In het jaar 1923 schonk Roekia Bd, de vrouv. van Syed Jaffar Hoessain, een klerk, het leven aan een zoon, Fasli genaamd, doch veertien dagen na de geboorte verdween het kind op onverklaarbare wijze en alle nasporingen bleven vruchteloos. In 1925 bracht Roekia Bi wederom een zoon ter wereld. All* mogelijke voorzorgs maatregelen werden genomen om het kind te beschermen, doch, evenals het eerste kin< verdween de zuigeling veertien dagen na de geboorte. Beide keeren sliepen de vader en ue moeder in een kamer van hun huis, en behahe een deur, die van binnen was gesloten en ge grendeld, had de kamer geen andere openin gen, noch ramen. De verdwijning had onge veer te middernacht plaats, volgens verklaring van Roekia Bi zelf. Zij viel in een soort half- bewusteloozen toestand, waarin zij twee vreem gekleede personen met ontbloote zwaarden haar zag naderen. Na haar te hebben bedreigcl grepen de mannen het kind en verdwenen e mede. De deur der kamer vertoonde geen tee kenen, dat zij was geopend. In 1926 moest Roekia Bi het leven aan een derde kind schenken. Haar echtgenoot wilde opnieuw waken tegen verrassing en bracht zijn vrouw naar familieleden over en verzocht tevens aan de politie het huis te doen bewa- ken. Inderdaad wees de politie daarvoor twee agenten aan. Roekia Bi bracht 4 November wederom een gezond kind ter wereld. Den 18- den November, te middernacht, verdween het kind echter weder op dezelfde vreemde wijze. Gelijk de vorige keeren waren alle toegangen tot de kamer van binnen gesloten en gegren- deld, terwijl alleen de vader en de moeder bij het kind in de kamer waren. Bovendien ston- den de agenten voor het huis op wacht en rap- porteerden. dat zij niemand het huis hadden zien binnen- of uitgaan. Jaffar Hoessain ont- waakte door het ijlen van zijn vrouw, die hl| in een soort bezwijming vond. Toen zij bij- kwam, verklaarde zij, dat in haar slaap een vrouw op haar toekwam en met geweld hau kind van haar wegnam. Roekia Bi verwacht thans een vierde kind en de politie neemt wederom maatregelen om het kind, zoodra het ter wereld komt, te bescher men. Roekia Bi is onder politiegeleide van Bhongir naar Hyderrabad overgebracht en verblijft thans in een ziekenhuis, dat door de politie wordt bewaakt. Dinsdag, den 31 Juli 1.1. om 7 uur n.m. waren de leden van den Sasschen Raad weder ter openbare vergadering opgeroepen. Het hun ter verwerking voorgelegde menu bestond wel- iswaar uit een 12tal schotels, maar er was geen enkel piece de resistance bij. Alle leden waren om den disch geschaard met uitzonde ring van den heer A. Stubbe. Na opening van de vergadering geeft de Secretaris voorlezing van de notulen der vorige vergadering. Als een ijsco op 'n snikheeten zomerdag verdwijnen ze onder de rappe voor lezing van den Secretaris. En alsof het te langzaam nog gaat, worden de gebruikelijke en telkens wederkeerende bepalingen en voor- waarden, betrekking hebbende op bouwvergun- ningen en afwijkingen der Bouwverordening, die alle leden nu al zoetjes aan van buiten kennen. maar overgeslagen. Onveranderd worden de notulen goedgekeurd en kan tot aansnijding van de vergaderstof overgegaan worden. Mededeeling wordt gedaan van een ingeko- men schrijven, betrekking hebbende op de ver- legging der kermis van Biervliet en van Wa- terlandkerkje, waartegen niemand bezwaar heeft. De heer Verschaffel zegt, er toch niet heen te gaan en onzerzijds kan het ons ook niet schelen, want Zondag a.s. hebben we alweer Ducarmonkermis en over een maand de Sas- sche Algemeene. Gelegenheid genoeg in het vooruitzicht om poffertjes te smullen en schommelingen mee te maken. Bij de aanbieding der gemeenterekening over 1927 deelt de Voorzitter mede, deze te stellen in handen van de commissie van rapporteurs en de bescheiden ter inzage te stellen. Hetzelfde lot ondergaat de rekening van het gemeentelijk electriciteitsbedrijf over 1927. Het verslag van den toestand der gemeente over 1927 zal ter inzage van belangstellenden gelegd worden ter gemeentesecretarie. f Bij het punt: Vaststelling der rekening van de Gezondheidscommissie te Ter Neuzen over 1927 verzoekt de Voorzitter daarover rapport uit te brengen. De heer Verschaffel: Bedoelt U het oudste lid? De Voorzitter: Ik bedoel het oudste lid. Het oudste lid brengt nu zijn verslag uit, hetgeen neerkomt op de mededeeling, dat alles accoord bevonden is en de rekening sluit met een goed slot van 877,57%. i Nu is de begrooting voor 1929 van dezelfde instelling aan de orde. De Voorzitter: Mag ik verzoeken rapport over de begrooting uit te brengen. De heer Verschaffel: Die heb ik nog niet gezien. Na eenige re- en dupliek wordt de zaak opgehelderd en vernemen wij, dat deze sluit met een eindbedrag van 1866 en centen. Ook deze wordt unaniem goedgekeurd, waarra de beurt is aan het vaststellen van de rekening van het Burgerlijk Armbestuur. Er zijn geen aanmerkingen en de rekening wordt goedgekeurd met een batig slot van f 7,43. Er zat gang in de afwikkeling der ver schillende punten, zoodat de heer Marquinie de stille opmerking meent te mogen lanceeren, dat 't vlot marcheert, waarin de heer Ver schaffel het volkomen en met blijkbare tevre- denheid volkomen eens Is. Een kleine stagnatie doet zich voor. Er moet uitgeloot worden. De glazen urn met ik weet niet hoeveel dop- jes er in staat al te wachten. Na lang gescharrel en gefitsel komen we eindelijk aan de weet, dat aandeel No. 40 in de geldleening van 1928 groot f 100 (het aan deel wel te verstaan) is uitgeloot. Gelukkige bezitter van No. 40, zoo Gij tot mijn lezers behoort, zorg dan dat ge uw duiten binnenhaalt. Een verzoekschrift van de commissie van vakonderwijs van den Algemeenen Nederland- schen Politiebond te Hilversum, om subsidie uit de gemeentekas, lang en breed argumen- teerende, dat deze school het best gebruiken kan, daar zij met geldgebrek te kampen heeft, ook al omdat veel gemeenten, die vroeger brj- droegen hun subsidie hebben ingetrokken, en de Regeering die weliswaar prqs stelt op ge- schikt politiepersoneel geen voldoenden steun geeft, ontmoet niet veel belangstelling. De Voorzitter: Burg, en Weth. beschouwen het als een taak van het rijk, goed en geschikt politiepersoneel te vormen. Daarom stellen zij voor, afwijzend op dit verzoek te beschikken. En aldus geschiedt. Laat Hilversum dat zelf opknappen. Het heeft de voordeelen, aan het bezit van die school verbonden. Waarom zou het zich dan ook niet een flinke opoffering getroosten, om ze in stand te houden. Of des- noods de Kamerleden, die ons met wetten overladen. Hebben zij er niet elk aan paar tientjes voor over om hun wetten te laten aan- leeren! Voor de tweede maal komt thans het ver zoekschrift van het ziekenfonds „Helpt Elkan- der" op de proppen. Het ziekenfonds streeft naar contributiever- laging en naar verhooging van het aantal leden, met het oog op de in voorbereiding zijn- de Ziektewet, die fondsen met minder dan 400 aangesloten niet schijnt te willen erkennen. De Voorzitter: In verband met een gehou den conferentie met den voorzitter en den secretaris van het ziekenfonds, stellen Burg, en Weth. voor dit verzoekschrift nog eens aan te houden. Binnenkort zal er nog een confe rentie met deze heeren plaats hebben en daar na kunnen aan den raad voorstellen gedaan worden. Vinden de heeren dat goed? Het voorstel wordt in dezen vorm aanvaard. Thans een reeks van verzoekschriften van bouwlustigen. A. J. Meuleman, expediteursbediende, vraagt om gemeentegrond in erfpacht aan de Eiken- straat, ten Noorden van het Schulpenpad. Na eenige orienteering wordt dit verzoek toege- staan, alsmede de noodige afwijking van de bepalingen vervat in art. 7 der Bouwverorde ning goedgevonden. Een drietal aanvragen om erfpachtsterrein aan de Wilhelminalaan, ingediend door de heeren G. de Nocker, G. J. Wittebroodt en E. F. Martens, wordt thans aan de orde gesteld. De Voorzitter toont een teekening, waarop aangegeven is, hoe de situatie te dier plaatse worden zal. Elk huis zal een gedeelte van het oude schoolterrein als tuin krijgen. Op het door De Nocker aangevraagde zal een slagerij gevestigd worden. Of de heeren daarin kun nen meegaan? Niemand heeft bezwaar, waar- na een nieuwe aan vraag ter tafel komt. Het is die van Jos. van Leemput, broodbak- ker, die in erfpacht vraagt een stukje van het oude schoolterrein, om achter het aan hem in eigendom behoorende huis een erfje te kunnen toevoegen. Als commentaar op een opmerking, door een der leden gemaakt, zegt de heer Verschaffel, dat het strafkotje als zoodanig daarvoor zal gebruikt worden. Zou hem hij deze opmerking bijgeval zoo iets te binnen geschoten zijn van. Beelden uit mijn kinderjarer,, Uit mijn jeugd, zoo vrij en blij? 't Is mogelijk, maar er over oordeelen kun nen wij niet. Het verzoek wordt intusschen toegestaan en het strafkotje zal gedoemd zijn te verdwijnen. De heer Th. van Leemput vraagt in erfpacht het perceel, zijnde de grond, waarop thans het brandspuitenhuis staat, meer bekend als de oude school. De Voorzitter: Volgens inlichtingen,. ons verstrekt door den architect der gemeente, zal het brandspuitenhuis niet lang meer meegaan. Het dak is defect. Een goede oplossing zou daarom zijn het perceel af te staan en een nieuw brandspuitenhuis te bouwen. Daarom stellen Burg, en Weth. voor in be- ginsel te besluiten het verzoek toe te staan. De heer Van Leemput zou daarop een moot huis bouwen. Hij heeft geen haast, binnen een jaar zou't pas gebeuren, er is dus nog tijd. Het voorstel wordt aangenomen, nadat nog medegedeeid is, dat als erfpaclitscanon voor gemeld terrein 75 cent per centiare gerekend wordt. Minder gStif gaat het met een aanvraag van L. Maenhout, korenmolenaar, die een perceel in erfpacht vraagt. groot 2 A. 30 c.A., gelegen aan den Westdam. Maenhout, aldus de Voorzitter, zou een af- sluiting willen hebben van zijn erf, waarop thans een wagenschop staat. Hij zou daarom heen een muur willen bouwen, maar aangezien er geen huis op gebouwd zal worden, meenen Brug. en Weth. bij nadere overweging te moe ten adviseeren aan deze aanvraag niet te vol- doen. Mogelijk zullen wij dit terrein noodig hebben om een brandspuitenhuis er op te bouwen. De heer Stouthamer: Ik dacht, dat 't een uitkomst zou zijn als daar een muur gebouwd wordt. De Voorzitter: Het zou iets anders zijn als 't was om daar een flinke schuur te bouwen. De heer De Mul: Ik hoor, dat het plan be staat daar een brandspuitenhuis te bouwen. Maar anders, zou een muur daar veel verbete- ren. 't Is een leelijke hoek bij 't binnenkomen der gemeente. 't Zou zelfs niet kwaad zijn, de vergunning voor dat wagenschop daar in te trekken. De heer De Leux: Daar is toch nog plaats genoeg voor woningbouw. Als er woningen zouden gebouwd worden ben ik er tegen om 't Maenhout te geven. De heer Stouthamer: Maenhout heeft het

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1928 | | pagina 5