Ter Neuzensche Courant
Tweede Blad.
f,
BUITEHLAND.
GEM EK ODE BERICHTEN
Vrijdag 3 Aug. 1928. No. 8254,
GEMEENTERAAD VAN
SAS VAN GENT.
VAN
DE TERUGKEER VAN NOBILE TE
ROME.
Generaal Nobile en zijn gezellen, die aan
alle stations waar de trein stilhield, wer-
den toegejuicht, zijn Dinsdagavond om 11
uur te Rome aangekomen.
Op het station waren aanwezig de voor-
zitter van de Kamer, afgevaardigden. on-
derstaatssecretarissen. vertegenwoordi-
gers der fascistische partij, professore*
van de universiteit en talrijke leden van
de geografische vereeniging benevens
een enorme menigte.
Generaal Nobile en zijn gezellen wer-
den op triomphale wijze naar hun rijtui-
gen geleid, temidden van luide toejuichin-
gen.
Voor de woningen van Nobile en van
die zijjner metgezellen herhaalden zich de
toejuichingen.
Italie heeft generaal Nobile en de zijnen
n enthousiaste ontvangst bereid, die reeds
begon op het oogenblik, waarop de trein
de Italiaansche grens passeerde.
Overal was het ingrijpen van gewapen-
de carabinieri's noodzakelijk. om te voor-
komen, dat de trein door het publiek be-
stormd zou worden, doch de ordebe-
waarders konden niet beletten, dat b'.oe-
men en guirlandes naar binnen werden
geworpen. Nobile zelf scheen meermalen
aan groote emotie ten prooi en men heeft
gezien, dat hij zich soms de tranen uit de
oogen wischte. Mussolini, die ter viering
van zijn 45en verjaardag, enkele dag en
met zijn gezin te Forli doorbrengt, was
niet in de gelegenheid persoonl'ijk de
Noordpoolreizigers welkom te heeten en
heeft zich laten vertegenwoordigen door
den gouverneur van Rome, prins Poten-
zani.
De fascistische pers is buitengewoon
enthousiast en wijdt lange begroetingsko-
lommen aan de Noordpool-expeditie, die
thans teruggekeerd is en noemt het zelfs
noodzakelijk, ,,dat het moederland de te-
ruggekeerde kinderen met groote liefde en
teederheid aan de borst zal drukken"
De ..Giornale d'ltalia" schrijft, dat Ita
lie den terugkeer van zijn zonen met
vreugde begroet, nadat zij achtervolgd
werden door buitenlandsche vijandigheid.
die het gevolg schijnt te zijn van het sim-
pel'e feit, dat zij Italianen zijn of wel zo
nen van een krachtige natie, die besloten
heeft in de wereld de sterke plaats te
veroveren, die zij verdient.
BEHOUNEK OVER HET
POOLDRAMA.
De Tsjechische prof. Behounek, die de
Italia-Poolexpeditie meemaakte, is te Ber-
lijn aangekomen. Nauwelijks was hij in de
wachtkamer van het station, of hij werd
door interviewers bestormd, aan wie hij
vrij uitvoerige mededeelingen deed over
het Pcoldrama.
All?reerst deelde hij mede, dat hij dien
ochtend op de hartelijkste wijze als goed
vriend en in volkomen harmonie te War-
nemunde afscheid had genomen van gene
raal Nobile en de andere Italiaansche
deelnemers aan de expeditie.
Zijn vrijheid van spreken onbeperkt.
Behounek verklaarde, dat het niet juist
was, dat hij eenigerl'ei verplichting met be-
trekking tot zijn vrijheid van spreken op
zich had moeten nemen. Zijn materiaal
wilde hij zoo spoedig mogelijk in een we-
tenschappelijk werk neerleggen en boven-
dien was hij van plan, om over hetgeen
hij beleefd had. uitvoerige feuilletons te
schrijven, wat generaal' Nobile overigens
ook van plan is.
Als het daarbij tot uiteenloopende be-
schrijvingen zou komen, dan zou de re-
den daarvan voor alles daarin gelegen
zijn, dat hij en generaal Nobile alle ge-
beurtenissen van een verschillend stand-
punt uit hadden meegemaakt.
De Italianen onbillijk beoordeeld
In verband met berichten, die nu reeds
over hun vl'ucht waren gepubliceerd. ver
klaarde Behounek, dat hij over het alge-
meen daarover nog niet voldoende was
ingelicht, maar toch had hij nu al den in-
druk gekregen, dat de voorvallen min-
stens genomen volkomen onjuist worden
beoordeeld en dat daardoor generaal No
bile en den overigen Italianen onrecht was
geschied.
Allereerst betoogde Behounek, is gene
raal Nobile volkomen deskundige op
luchtvaartgebied. Waarschijnl'ijk waren
de onnauwkeurigheden en omjuistheden
in de berichten, ook bij die, welke hijzelf
had gegeven, daardoor ontstaan, dat het
zich verstaanbaar maken dikwijls buiten
gewoon moeiljjk was geweest.
Zoo waren aan boord van de ,,Krassiin
zeven journalisten gekomen, van wie
slechts een Fransch en de anderen Rus-
sisch spraken.
Het Malmgren-mysterie.
Overgaande tot de verhouding tusschen
generaal Nobile en den Zweedschen pro
fessor Malmgren (die overleden is) be
toogde Behounek, dat deze van den be-
gimne af steeds uitmuntend was geweest.
Malmgren was de beste vriend van No
bile geweest, waarmee ook werd ver-
klaard, dat Nobile hem voor zijn expedi
tie had uitgekozen, ofschoon ook een
groot aantal Italiaansche meteorologen
zich hadden aangemeld.
Bij het verlaten van het Nobile-kamp
beloofde Malmgren onvoorwaardelijk met
de hulpexpeditie te zullen terugkeeren, in-
dien het hem zou gelukken het vasteland
te bereiken.
Het was echter niet juist, dat Malm
gren was weggezonden. Hij had integen-
deel zelf besloten den weg over het ijs
naar het vasteland te wagen en dit be-
na
sluit was nog vaster geworden, toen hij
met den verrekijker op het vasteland le-
vensmiddelen ontdekte, welke de Italia
kort voor haar val naar beneden had ge
worpen. Generaal Nobile was eveneens
tot het laatste oogenblik tegen een schei-
ding geweest. Nobile wilde veel liever bij
de roode tent blijven, zelfs al hadden ook
de overige Italianen met uitzondering van
Cecioni, die het been had gebroken, be
sloten den tocht naar het vasteland te
doen.
Waarom Nobile het eerst werd qered.
Op de vraag, waarom Nobile zich het
eerst liet redden, wat over het algemeen
niet werd begrepen, verklaarde Behounek,
dat een vergelijking met een kapitein van
een schip niet opging, daar hier geheel
andere omstandigheden heerschten. Het
zou nimmer mogelijk zijn geweest Nobile
het laatst te redden, daar in het belang
dzr reddingsactie de radio-telegrafist
Biagi tot het laatst bij de roode tent had
moeten blijven. Overigens had men reeds
48 uur voor de aankomst van Lundborg
de volgorde der redding vastgesteld, vol-
qens welke eerst Cecioni, vdrvolgens prof.
Behounek, ten derde Trojani. die koorts
had, ten vierde Nobile, ten vijfde Itiitenant
Viglieri en ten laatste Biagi zou worden
gered.
Deze volgorde was echter gewijzigd,
toen Lundborg aamkwam en mededeelde.
dat hij strikt bevel had gekregen generaal
Nobile het eerst te redden, omdat het
reddingswerk overeenkomstig zijn wen-
ken zou kunnen worden uitgevoerd.
Daar kwam nog bij,, dat Nobile toen de
lichtste in gewicht was. hetgeen eveneens
een reden was om hem terstond mee te
nemen, daar Lundborg zijn vliegtuig niet
zwaarder kon belasten.
Voor de tweede landing, die echter he-
laas mislukte, had Lundborg de redding
van twee deelnemers op het ooo, omdat hij
ditmaal geen waarnemer mee had en ver-
der ook het vliegtuig zooveel mogelijk had
ontlast.
Tenslotte deelde Behounek mede, dat
de redding door de ..Krassin" op het al-
lerlaatste oogenblik was geschied. want
de toestand van het ijs was slechter ge
worden. En zij hadden dan ook op de te-
rugvaart reeds niets meer van het ijsblok
gezien, waar vanaf toch korten tijd voor-
dien Mariano en Zappi waren gered.
De wetenschappelijke resultaten.
Op de vraag, of de expeditie van de
Italia, ondanks haar ongelukkigen afloop,
haar wetenschappelijke waarde heeft be-
houden, antwoordde professor Behounek
dat een zekere verrijking van de vroege-
re kennis bereikt is. Er zijn waardevolle
geografische waarnemingen genomen en
een deel van de gestel'de taak is volbracht.
doch de hoogte-registreeringen en de
magnetische metingen zijn niet kunnen
worden gedaan. Verder zijn door Malm
gren tal van weerkundige waarnemingen
opgeteekend, welke hij, toen hij met Ma
riano en Zappi alleen verder trok in het
Nobile-kamp achterliet en welke Behou
nek meegenomen heeft. Deze aanteekenin-
gen zullen eerst verwerkt en daarna aan
Malmgrens moeder te Stockholm worden
gezonden.
Volgens Behounek heeft Malmgren tot
aan zijn opbreken naar de Noordkaap
geen dagboek gehouden.
Ook Behounek zelf heeft waardevolle
waarnemingen verricht op het gebied var
de atmosferische electriciteit, welke even
eens in het 1'icht zullen verschijnen.
Uit het spreken van professor Behounek
getuigt een zakelijkheid en een vriend-
schappelijke gezindheid tegenover zijn
metgezellen, ofschoon het natuurlijk hier
en daar in voorneme punten subjectief is.
Voor de goede beoordeeling van de cata-
strofe en alle daarmede samenhangende
bijzonderheden ontbreekt echter nog
steed's het belangrijkste materiaal.
VROEGERE GRONDBEZITTERS IN
DE KRIM.
't Is onder de geldende agrarische wet-
geving in Rusland niet uitgesloten. dat
vroegere grondbezitters wier grondbezit
tengevolge van de revolutie onteigend is,
volgens de nieuwe bepalingen grond in
vruchtgebruik krijgen. indien zij dezen zelf
bewerken. Alleen is bepaald, dat dit niet
de grond kan zijn, waarvan zij de voorma-
lige bezitters zijn, om te verhinderen, dat
het nauwere verband, dat voor de revolu
tie bestaan heeft, ook thans nog zijn stem-
el zou drukken op de nieuwe verhouding
n de Krim heeft men met deze bepaling
de hand gelicht, zoodat, gelijk bij een van
Moskou ingesteld onderzoek gebleken is,
nog vierhonderd vroegere eigenaars op
hun oude bezit wonen. Maatregelen zijn
genomen om hieraan een einde te maken
en herhaling te voorkomen.
DE BUITENLANDSCHE ARBEIDS-
KRACHTEN IN FRANKRIJK.
Herhaaldelijk worden statistieken gepu
bliceerd over het aantal vreemdelingen, die
in Frankrijk werkzaam zijn, doch weinia
is er bekend omtrent de hoeveelheid grond, -
welken buitenlanders hetzij als bezitters.
hetzij als boeren, bebouwen.
De Landbouwacademie heeft thans ter
kennis gebracht, dat niet minder dan een
half mill. H.A. van de totale 13.600.000
H.A. bouwland in Frankrijk op het oogen
blik in handen van buitenlanders zijn. De
toeneming in de vestiging van buitenlan
ders dateert van de jaren na den oorlog.
Ruw berekend hebben van de 1.500.000
buitenlanders, die tusschen 1918 en 1926
naar Frankrijk zijn gekomen, bijkans de
helft arbeid op het platteland gevonden.
Hetgeen Frankrijk, dat evenals andere lan-
den het hoofd moet bieden aan den trek
der landbouwers naar de groote steden,
slechts welkom is.
CHINA'S STREVEN NAAR
ERKENNING.
Het nieuwe China, hoewel in den bur-
geroorlog thans overwinnaar, zoekt nog
steeds schrijft de N. R. Crt. tot ver-
hooging van zijn prestige in het binnen-
land in de eerste plaats naar gelijkstellinq
men het buitenl'aind. Men schijnt te mee-
nen. dat eerst het Wegnemen van de ver-
nederende tractaten de nationalisten in de
oogen van het verdere land de erkenning
zal geven, waarop zij meenen recht te mo-
gen hebben. Nauwelijks hebben de Ver.
Staten hun een vinger toegestoken door
zich bereid te verklaren op voet van ge-
lijkheid te onderhandelen over een nieuw
tarieftractaat, of zij verzoeken, na de on-
derteekening van dat verdrag, dat China's
autonomic althans op dit gebied erkent,
ook te onderhandelen over een veel ver
der gaand verdrag. Dit zou alle hanqende
kwesties moeten regelen en daaronder ook
het afzien van de exterritoriale rechten,
die Amerika qeniet. Hiermee komt men
op een neteliq punt. Niet geheel ten on-
rechte pleegt men in het toestaan van ex
territoriale rechten aan vreemdel'ingen t—
behoudens dan degenen, die krachtens hun
ambt bij internationaal gebruik deze rech
ten in elk land genieten - een erkenning
van nationale minderwaardigheid te zien.
Een land met een herleefd nationaal be-
wustzijn kan zoo n toestand niet meer
dulden. Turkije heeft hiervan een voor-
beeld gegeven en het nationalistische Chi
na denkt er evenzoo over. De toestanden
zijn echter niet geheel gelijk eerder on-
gelijk. Turkije had een eendrachtige na
tionale beweging onder een krachtige een-
hoofdige leiding, die niet alleen orde en
mod'ernisatie beloofde, maar ook tot stand
bracht, Het nationalism««in China is voor
velen een dekmantel om het oude spelle-
tje van roof en uitpersing voort te zetten.
een drietal leiders betwist elkaar het qe-
zag. de orde beteekent veelal stilstand. de
modernisatie vreemdelingenhaat. Onder
die omstandigheden kan geen land1 er
over denken de speciale bescherming, die
het zijn burgers, dank zij de exterritoriale
rechten kan aanbieden. te laten varen.
,,Het wordt onwaarschijnlijk geacht, dat
de Ver. Staten hierin zullen toestemmen",
seint Reuter lakoniek. Intusschen kunnen
de andere land'en, die met leedwezen
Amerika's hoffelijkheid jegens de natio
nalistische schoone hebben aanschouwd,
in hun vuistje 1'achen. Als de Vereenigde
Staten den pas moeten markeeren, bestaat
er gelegenheid hen in te halen en intus
schen kan men dan meteen afwachten hoe
Japan, dat op den reactionairen vleugel
tot haantje de voorste spelen gedwongen
is, d'aar de kastanjes uit het vuur zal ha
len. Het jonge China zelf is dan tevens
in de gelegenheid te toonen of het inder-
daad op weg is een moderne staat te wor
den of weer in de zonden van het oude
rijk zal vervallen. Daarvan alleen zal op
den duur de behand'eling afhangen, die
het van andere landen ondergaat.
KINDEREN AAN DEN WATERKANT.
Te Zwijndrecht was het 6-jarig zoontje van
H. S. geklommen op een der schuine palen aan
de rivier, welke dienst doen als schokbrekers
voor de veerpont. Toen een veerboot de aan-
legponton verliet, stootte zij tegen de ducdal-
ven, welke scbok zich voortplantte tot de
schokbrekers. Het jongetjc,- viel van zijn zit-
plaats in de rivier en niettegenstaande er di
rect pogingen in het werk werden gesteld hem
te redden, gelukte dit niet, vermoedelijk, door-
dien de zuiging der boot hem naar beneden
trok. Een kwartier later werd het ventje door
van R. boven gehaald en langen tijd werd on
der leiding van Dr. Ekelmans getracht met een
zuurstof-apparaat de levensgeesten op te wek-
ken, wat helaas niet gelukte.
ONVERDIENDE GE V AN GEN SCHAP.
Een verversknecht zou even een ruit inzet-
ten in het Huis van Bewaring te Maastricht.
In eel 13 nam hij de maat, maar... toen hij de
ruit in den winkel zou gaan halen, bleek de
deur gesloten. Roepen, beuken, trappen, het
hielp allemaal niets. Bij het eten uitdeelen
werd hij overgeslageneel 13 was immers leeg!
Eindelijk om 4 uur 's middags hoorde hij
iemand door den gang looped. ,,Laat mij er
toch om Godswil uit, ik ben de glazenmaker",
riep het knechtje. Maar men geloofde dat
maar zoo dadelijk niet; eerst moest men nog
even op het bureau kijken. Eindelijk werd
Lambert vrijgelaten en door personeel en den
directeur nog hartelijk uitgelachen. Lambert
heeft het ruitje nog niet gemaakt. Voorloopig
heeft hij genoeg van eel 13.
OVERBOORD.
Toen de schipper van een motorvaartuig in
de Ringvaart van de Haarlemmermeer Dins
dagavond na het avondeten aan dek kwam
miste hij den 20-jarigen knecht die aan't stuur
gestaan had.
Hij zag hem echter op eenigen afstand naar
de wal zwemmen, maar op helzelfde oogen
blik zonk de drenkeling naar de diepte. On-
middellijk werden reddingspogingen aange-
wend, echter zonder succes. Het lijk is Woens-
dagmorgen gevonden. Vermoed wordt, dat de
knecht bij het scheppen van een emmer water
over boord is gevallen.
AAN RIJDING MET MOTORFIETS.
Eenige dagen geleden is de 50-jarige J. F.
uit Rijswijk op zijn motorfiets in de Hofwijk-
straat in Den Haag in aanrijding gekomen met
een onbekend gebleven wielrijder. De motor
fiets werd gedeeltelijk vernield .en de motor-
rijder had een groote buil aan het voorhoofd
gekregen en voelde zich onpasselijk. Overigens
had hij oogenschijnlijk geen letsel gekregen.
's Avonds echter werd de heer F. emstig on-
gesteld; hij verloor het bewustzijn, en de dok-
ter oordeelde zijn overbrenging naar het zie-
kenhuis noodzakelijk. Maandagmiddag j.l. is
hij daar overleden.
De heer F. had aan zijn huisgenooten niets
verteld over zijn motorongeluk, zoodat deze
dachten, dat hij een beroerte had gehad.
Thans wordt onderzocht, in hoeverre de aan
rijding de oorzaak van zijn dood geweest is.
VERSTEKELINGEN LEVEND VERBRAND.
Een goederentrein, waarbij eenige tankwa-
gens met petroleum waren, is te Guernsey ont-
spoord. Dientengevolge ontstond brand in de
vernielde tankwagens en deze breidde zich zoo
snel uit, dat 8 personen, die verborgen onder
de wagens meereisden niet konden ontkomen
en verbrandden. De brandende petroleum liep
weg tot aan de Platte-rivier, waarvan het op-
pervlak over eenige mijlen lengte in brand
staat.
EEN BLOEDIG DRAMA.
Woensdagmiddag heeft te Frankfort a. d. M.
in een van de zal en van het Frankfurter Wa-
renverband, na een voorafgegane woorden-
wisseling, de directeur zijn medevennoot Dr.
Hamel doodgeschoten en diens broer zwaar
verwond. Ook de procuratiehouder Griine-
baum is zwaar verwond. Daarop richtte hij
de revolver op zich zelf en zakte zwaar ge-
troffen ineen.
EEN NOODLOTTIG SCHOT.
Op een bruiloft te Nimptsch, in Silezie, was
een gast aanwezig die een geladen pistool in
zijn broekzak droeg. Op zeker oogenblik ging
het wapen af en doodde een vrouw en ver-
wondde een dienstdoend politieagent levens-
gevaarlijk. De dochter der gedoode vrouw
wilde den man te lijf en kreeg een emstige
zenuwtoeval.
TOURING-CAR IN EEN RAVIJN GESTORT.
Een touring-car van den gewonen dienst der
Midi-spoorwegen is tusschen Cerbere en
Banyuls-sur-Mer, departement Pyrenees Orien
tals, in een ravijn gestort, aldus wordt aan
,,de Tel." gemeld. Een der inzittenden werd
gedood, zes anderen emstig gewond. Bij het
afdalen van een steile helling verloor de chauf
feur de macht over zijn stuur, met het gevolg,
dat het zware voertuig 15 meter omlaag stort-
te in de droge bedding van een rivier.
TOENEMENDE STRAATOVERVALLEN.
In vroeger dagen werden vaak de diligences
op de groote heirwegen opgehouden en de rei-
zigers door roovers uitgeschud. De verdwij-
ning der diligences en de komst der treinen
maakten aan deze straatovervallen een einde.
Nu echter de auto meer en meer als reis-
middel wordt gebruikt en langs eenzame
wegen snort, begint de straatrooverij opnieuw
te bloeien. Herhaaldelijk wordt gemeld, dat
automobilisten op den openbaren weg zijn
aangehouden en van hun bezittingen zijn be-
roofd.
Vooral in de buurt van Parijs wordt het
voortdurend onveiliger. Toen de heer Hye, een
antiquair uit Parijs, Maandag te middemacht
in zijn auto uit Versailles kwam, werd hij in
het park van Saint-Cloud bij Ville-d'Avray
door twee gewapende en gemaskerde mannen
aangehouden. Zij kwamen uit het kreupelhout
te voorschijn dreigden hem met hun revolver
en eischten zijn beurs op. Daar 'n revolver op
hem was gericht, had hij geen andere keus
dan zijn beurs over te geven. Er zat echter
niets in, waarschuwde hij, want hij had juist
alles in een cafS te Versailles uitgegeven!
Daarom bood hij zijn horloge maar aan.
De bandieten bekeken het horloge, vonden
het niet veel zaaks, gaven het terug en ver-
dwenen. Ze zijn nog niet gevonden.
RAADSELACHTIGE VERDWIJNING VAN
DRIE BABIES.
Een doodgewone ontvoering, of een of ande
re geheime vorm van zwarte kunst, dit is het
probleem, dat de politie in den Indischen staat
Hyderabad moet oplossen ten aanzien van drie
kinderen, die in drie verschillende jaren uit
dezelfde moeder werden geboren en kort na de
geboorte verdwenen. Deze verdwijning heeft
grooten indruk gemaakt op de kinderlijke ver -
beelding van het volk, dat onvoorwaardelijk
aanneemt, dat men hier te doen heeft met het
werk van booze geesten, met ,,bhanamati", een
vorm van zwarte kunst, die in Hyderabad druk
wordt beoefend.
In het jaar 1923 schonk Roekia Bd, de vrouv.
van Syed Jaffar Hoessain, een klerk, het leven
aan een zoon, Fasli genaamd, doch veertien
dagen na de geboorte verdween het kind op
onverklaarbare wijze en alle nasporingen bleven
vruchteloos. In 1925 bracht Roekia Bi wederom
een zoon ter wereld. All* mogelijke voorzorgs
maatregelen werden genomen om het kind te
beschermen, doch, evenals het eerste kin<
verdween de zuigeling veertien dagen na de
geboorte. Beide keeren sliepen de vader en ue
moeder in een kamer van hun huis, en behahe
een deur, die van binnen was gesloten en ge
grendeld, had de kamer geen andere openin
gen, noch ramen. De verdwijning had onge
veer te middernacht plaats, volgens verklaring
van Roekia Bi zelf. Zij viel in een soort half-
bewusteloozen toestand, waarin zij twee vreem
gekleede personen met ontbloote zwaarden
haar zag naderen. Na haar te hebben bedreigcl
grepen de mannen het kind en verdwenen e
mede. De deur der kamer vertoonde geen tee
kenen, dat zij was geopend.
In 1926 moest Roekia Bi het leven aan een
derde kind schenken. Haar echtgenoot wilde
opnieuw waken tegen verrassing en bracht zijn
vrouw naar familieleden over en verzocht
tevens aan de politie het huis te doen bewa-
ken. Inderdaad wees de politie daarvoor twee
agenten aan. Roekia Bi bracht 4 November
wederom een gezond kind ter wereld. Den 18-
den November, te middernacht, verdween het
kind echter weder op dezelfde vreemde wijze.
Gelijk de vorige keeren waren alle toegangen
tot de kamer van binnen gesloten en gegren-
deld, terwijl alleen de vader en de moeder bij
het kind in de kamer waren. Bovendien ston-
den de agenten voor het huis op wacht en rap-
porteerden. dat zij niemand het huis hadden
zien binnen- of uitgaan. Jaffar Hoessain ont-
waakte door het ijlen van zijn vrouw, die hl|
in een soort bezwijming vond. Toen zij bij-
kwam, verklaarde zij, dat in haar slaap een
vrouw op haar toekwam en met geweld hau
kind van haar wegnam.
Roekia Bi verwacht thans een vierde kind en
de politie neemt wederom maatregelen om het
kind, zoodra het ter wereld komt, te bescher
men. Roekia Bi is onder politiegeleide van
Bhongir naar Hyderrabad overgebracht en
verblijft thans in een ziekenhuis, dat door de
politie wordt bewaakt.
Dinsdag, den 31 Juli 1.1. om 7 uur n.m. waren
de leden van den Sasschen Raad weder ter
openbare vergadering opgeroepen. Het hun
ter verwerking voorgelegde menu bestond wel-
iswaar uit een 12tal schotels, maar er was
geen enkel piece de resistance bij. Alle leden
waren om den disch geschaard met uitzonde
ring van den heer A. Stubbe.
Na opening van de vergadering geeft de
Secretaris voorlezing van de notulen der vorige
vergadering. Als een ijsco op 'n snikheeten
zomerdag verdwijnen ze onder de rappe voor
lezing van den Secretaris. En alsof het te
langzaam nog gaat, worden de gebruikelijke
en telkens wederkeerende bepalingen en voor-
waarden, betrekking hebbende op bouwvergun-
ningen en afwijkingen der Bouwverordening,
die alle leden nu al zoetjes aan van buiten
kennen. maar overgeslagen. Onveranderd
worden de notulen goedgekeurd en kan tot
aansnijding van de vergaderstof overgegaan
worden.
Mededeeling wordt gedaan van een ingeko-
men schrijven, betrekking hebbende op de ver-
legging der kermis van Biervliet en van Wa-
terlandkerkje, waartegen niemand bezwaar
heeft.
De heer Verschaffel zegt, er toch niet heen
te gaan en onzerzijds kan het ons ook niet
schelen, want Zondag a.s. hebben we alweer
Ducarmonkermis en over een maand de Sas-
sche Algemeene. Gelegenheid genoeg in het
vooruitzicht om poffertjes te smullen en
schommelingen mee te maken.
Bij de aanbieding der gemeenterekening over
1927 deelt de Voorzitter mede, deze te stellen
in handen van de commissie van rapporteurs
en de bescheiden ter inzage te stellen.
Hetzelfde lot ondergaat de rekening van het
gemeentelijk electriciteitsbedrijf over 1927.
Het verslag van den toestand der gemeente
over 1927 zal ter inzage van belangstellenden
gelegd worden ter gemeentesecretarie.
f Bij het punt: Vaststelling der rekening van
de Gezondheidscommissie te Ter Neuzen over
1927 verzoekt de Voorzitter daarover rapport
uit te brengen.
De heer Verschaffel: Bedoelt U het oudste
lid?
De Voorzitter: Ik bedoel het oudste lid. Het
oudste lid brengt nu zijn verslag uit, hetgeen
neerkomt op de mededeeling, dat alles accoord
bevonden is en de rekening sluit met een goed
slot van 877,57%.
i Nu is de begrooting voor 1929 van dezelfde
instelling aan de orde.
De Voorzitter: Mag ik verzoeken rapport
over de begrooting uit te brengen.
De heer Verschaffel: Die heb ik nog niet
gezien. Na eenige re- en dupliek wordt de
zaak opgehelderd en vernemen wij, dat deze
sluit met een eindbedrag van 1866 en centen.
Ook deze wordt unaniem goedgekeurd, waarra
de beurt is aan het vaststellen van de rekening
van het Burgerlijk Armbestuur.
Er zijn geen aanmerkingen en de rekening
wordt goedgekeurd met een batig slot van
f 7,43. Er zat gang in de afwikkeling der ver
schillende punten, zoodat de heer Marquinie
de stille opmerking meent te mogen lanceeren,
dat 't vlot marcheert, waarin de heer Ver
schaffel het volkomen en met blijkbare tevre-
denheid volkomen eens Is.
Een kleine stagnatie doet zich voor. Er
moet uitgeloot worden.
De glazen urn met ik weet niet hoeveel dop-
jes er in staat al te wachten.
Na lang gescharrel en gefitsel komen we
eindelijk aan de weet, dat aandeel No. 40 in
de geldleening van 1928 groot f 100 (het aan
deel wel te verstaan) is uitgeloot.
Gelukkige bezitter van No. 40, zoo Gij tot
mijn lezers behoort, zorg dan dat ge uw duiten
binnenhaalt.
Een verzoekschrift van de commissie van
vakonderwijs van den Algemeenen Nederland-
schen Politiebond te Hilversum, om subsidie
uit de gemeentekas, lang en breed argumen-
teerende, dat deze school het best gebruiken
kan, daar zij met geldgebrek te kampen heeft,
ook al omdat veel gemeenten, die vroeger brj-
droegen hun subsidie hebben ingetrokken, en
de Regeering die weliswaar prqs stelt op ge-
schikt politiepersoneel geen voldoenden steun
geeft, ontmoet niet veel belangstelling.
De Voorzitter: Burg, en Weth. beschouwen
het als een taak van het rijk, goed en geschikt
politiepersoneel te vormen. Daarom stellen zij
voor, afwijzend op dit verzoek te beschikken.
En aldus geschiedt. Laat Hilversum dat zelf
opknappen. Het heeft de voordeelen, aan het
bezit van die school verbonden. Waarom zou
het zich dan ook niet een flinke opoffering
getroosten, om ze in stand te houden. Of des-
noods de Kamerleden, die ons met wetten
overladen. Hebben zij er niet elk aan paar
tientjes voor over om hun wetten te laten aan-
leeren!
Voor de tweede maal komt thans het ver
zoekschrift van het ziekenfonds „Helpt Elkan-
der" op de proppen.
Het ziekenfonds streeft naar contributiever-
laging en naar verhooging van het aantal
leden, met het oog op de in voorbereiding zijn-
de Ziektewet, die fondsen met minder dan 400
aangesloten niet schijnt te willen erkennen.
De Voorzitter: In verband met een gehou
den conferentie met den voorzitter en den
secretaris van het ziekenfonds, stellen Burg,
en Weth. voor dit verzoekschrift nog eens aan
te houden. Binnenkort zal er nog een confe
rentie met deze heeren plaats hebben en daar
na kunnen aan den raad voorstellen gedaan
worden. Vinden de heeren dat goed?
Het voorstel wordt in dezen vorm aanvaard.
Thans een reeks van verzoekschriften van
bouwlustigen.
A. J. Meuleman, expediteursbediende, vraagt
om gemeentegrond in erfpacht aan de Eiken-
straat, ten Noorden van het Schulpenpad. Na
eenige orienteering wordt dit verzoek toege-
staan, alsmede de noodige afwijking van de
bepalingen vervat in art. 7 der Bouwverorde
ning goedgevonden.
Een drietal aanvragen om erfpachtsterrein
aan de Wilhelminalaan, ingediend door de
heeren G. de Nocker, G. J. Wittebroodt en E.
F. Martens, wordt thans aan de orde gesteld.
De Voorzitter toont een teekening, waarop
aangegeven is, hoe de situatie te dier plaatse
worden zal. Elk huis zal een gedeelte van het
oude schoolterrein als tuin krijgen. Op het
door De Nocker aangevraagde zal een slagerij
gevestigd worden. Of de heeren daarin kun
nen meegaan? Niemand heeft bezwaar, waar-
na een nieuwe aan vraag ter tafel komt.
Het is die van Jos. van Leemput, broodbak-
ker, die in erfpacht vraagt een stukje van het
oude schoolterrein, om achter het aan hem in
eigendom behoorende huis een erfje te kunnen
toevoegen.
Als commentaar op een opmerking, door een
der leden gemaakt, zegt de heer Verschaffel,
dat het strafkotje als zoodanig daarvoor zal
gebruikt worden. Zou hem hij deze opmerking
bijgeval zoo iets te binnen geschoten zijn van.
Beelden uit mijn kinderjarer,,
Uit mijn jeugd, zoo vrij en blij?
't Is mogelijk, maar er over oordeelen kun
nen wij niet. Het verzoek wordt intusschen
toegestaan en het strafkotje zal gedoemd zijn
te verdwijnen.
De heer Th. van Leemput vraagt in erfpacht
het perceel, zijnde de grond, waarop thans het
brandspuitenhuis staat, meer bekend als de
oude school.
De Voorzitter: Volgens inlichtingen,. ons
verstrekt door den architect der gemeente, zal
het brandspuitenhuis niet lang meer meegaan.
Het dak is defect. Een goede oplossing zou
daarom zijn het perceel af te staan en een
nieuw brandspuitenhuis te bouwen.
Daarom stellen Burg, en Weth. voor in be-
ginsel te besluiten het verzoek toe te staan.
De heer Van Leemput zou daarop een moot
huis bouwen. Hij heeft geen haast, binnen
een jaar zou't pas gebeuren, er is dus nog tijd.
Het voorstel wordt aangenomen, nadat nog
medegedeeid is, dat als erfpaclitscanon voor
gemeld terrein 75 cent per centiare gerekend
wordt.
Minder gStif gaat het met een aanvraag van
L. Maenhout, korenmolenaar, die een perceel
in erfpacht vraagt. groot 2 A. 30 c.A., gelegen
aan den Westdam.
Maenhout, aldus de Voorzitter, zou een af-
sluiting willen hebben van zijn erf, waarop
thans een wagenschop staat. Hij zou daarom
heen een muur willen bouwen, maar aangezien
er geen huis op gebouwd zal worden, meenen
Brug. en Weth. bij nadere overweging te moe
ten adviseeren aan deze aanvraag niet te vol-
doen. Mogelijk zullen wij dit terrein noodig
hebben om een brandspuitenhuis er op te
bouwen.
De heer Stouthamer: Ik dacht, dat 't een
uitkomst zou zijn als daar een muur gebouwd
wordt.
De Voorzitter: Het zou iets anders zijn als
't was om daar een flinke schuur te bouwen.
De heer De Mul: Ik hoor, dat het plan be
staat daar een brandspuitenhuis te bouwen.
Maar anders, zou een muur daar veel verbete-
ren. 't Is een leelijke hoek bij 't binnenkomen
der gemeente. 't Zou zelfs niet kwaad zijn,
de vergunning voor dat wagenschop daar in
te trekken.
De heer De Leux: Daar is toch nog plaats
genoeg voor woningbouw. Als er woningen
zouden gebouwd worden ben ik er tegen om
't Maenhout te geven.
De heer Stouthamer: Maenhout heeft het