DE WONDERFLESCH. Financieele Berichten Laatste Berichten. (Eene lersche vertelling.) DE TOCHT OVER DEN NIAGARA. UITSLAG AANBESTEDINGEN. GEMEENTERAAD VAN TER NEUZEN. Mr. Poor werd in een kliniek voor zenuw- lijaers verpleegd ingovolge een „nerveus breakdown" en was bovendien kort geleden nog geopereerd. Of opzet of ongeluk in het spel was, weet men nog niet, maar een ver- pleegster zag opeens mr. Poor, die in pyjama mocht rondloopen, uit het venster slaan. Op haar geschreeuw snelden op de straat beneden twee taxi-chauffeurs en twee politieagenten toe, die tot hun ontsteltenis ontwaarden, dat de man in pyjama met het hoofd naar beneden aan den vensterpost* was blijven hangen. De verplegster, miss Katharine Randolph, had dit ook weldra opgezet: zij pakte den ongelukkige bij een enkel vast en hield hem zoolang moge- lijk omhoog. De kleeren scheurden evenwel van lieverlede en ten slotte begaven miss Ra- dolph's krachten haar, waardoor zij moest los- laten, niet echter dan nadat de politiemannen beneden kussens hadden neergelegd en een laken gespannen. Toen viel mr. Poor. Zijn gewicht maakte, dat hij door het laken heen- sloeg, maar dit brak toch zijn val en de kus sens deden de rest, zoodat de patient slechts eenige kneuzingen en ontvellingen opliep, aldus meldt „de Tel." NIEUW MOTIEF VOOR EEN MOORD. De Moskousche ,,Prewda" meldt, dat te Odessa de bekende chirurg Gegelasjwili, die ook in arbeiderskringen zeer gezien en popu- lair was, door een zekeren Sontsjenko, aspi rant-lid der bolsjewistische partij, is ver- moord. De chirurg had met den dader een afspraak getroffen voor een onderhoud, dat over dienstzaken zou loopen. Nauwelijks was het gesprek begonnen, of Sontsjenko haalde een revolver te voorschijn en loste drie scho- ten op den niets vermoedenden dokter, die spoedig na den aanslag overleed. Bij het verhoor verklaarde de dader, dat hij zich sinds den vorigen avond op den moord had voorbereid. Hij had de revolver nog eens extra goed nagezien en gereinigd en toen hij deze in orde had bevonden, was hij den vol- genden morgen naar den chirurg gegaan, uit- sluitend met het doel om hem te dooden. Op de vraag, welke de motieven van zijn daad waren, antwoordde het aspirant-lid der communisti- sche partij, dat de eenige reden van den moord was, dat hij, door het neerschieten van Gege lasjwili, een niet-bolsjewiek en contra-revolu- tionnair uit den weg had willen ruimen! ENGELSCH WETHOUDER VOOR DE RECHTBANK. In Hull is het proces begonnen tegen een der wethouders van de stad, sir Walter Cockerline, een rijken reeder, die beschuldigd wordt van systematische belastingontduiking sedert 1897. Reeds e&imaal, in 1913 was sir Walter op ontduiking betrapt, doch hij werd niet vervolgd, nadat het verschuldigde bedrag over de afgeloopen 16 jaar betaald was. Ook nu heeft de verdachte de achterstallige be- lasting van 1911 tot 1925 ten bedrage van 1.270.000 gulden voldaan. Belastingontduiking, aldus het ministerie, wordt door sommigen als een heldendaad be- schouwd, doch het is een verachtelijk mis- drijf, dat gelijk staat aan zakkenrollerrj, De eerlijke belastingbetaler moet daarvoor boeten. De reeder is als klein man begonnen en is thans millionnair in ponden sterling. Voor zijn verdiensten voor de stad Hull is hij in den adelstand verheven. EEN BEGEERD AMBT. Het ambt van politieagent te Londen is tegenwoordig wel zeer in trek. Het stroomt liefhebbers op het Londensche hoofdbureau, Scotland Yard dat zoo heet, omdat op de plaats van het eerste hoofdbureau van dien naam eens een paleis stond, waar de koningen van Schotland' en hun gezanten plachten te Mick Purcell zat in zak en asch: Het jaar was bitter slecht; Het varken stierf; van 't veldgewas Kwam nauw de helft terecht; Spijt al zijn zorg en al zijn zweet Had Mick de pachtsom niet gereed. „Ach!" zegt hij met bedrukt gelaat, Diep zuchtend tot zijn vrouw, „Ach! Molly, wijfje! geef mij raad, Die 't onheil verre hou'. Geen geld, geen land, geen land, geen brood! Hoe raken wij uit dezen nood?" „Kom, man!" spreekt Molly, „moed gevat! Doe naar mijn raad en hoop: Gij drijft ons koetje naar de stad En biedt het daar te koop. 't Is morgen markt en gij vertrekt, Zoodra het haangekraai ons wekt." „De koe verkoopen, vrouw? En dan? Wat doen wij zonder haar?" ,,'t Is de eenige uitweg, beste man, Al is het bijster naar. Ter markt dus. Mooglijk geeft de Heer Het volgend jaar 't ons dubbel weer." „Gij hebt gelijk. Ik klaag misschien," Zegt Mick, „wel wat te vroeg. De Heer zal zeker uitkomst bien: Hij gaf ons steeds genoeg. Ik ben niet lui, gij evenmin; Wij halen weer de schade in. Ik ga ter markt. Daar schenke, wijf, Sint Patrick ons geluk! Maar 'k heb geen heele jas aan 't Iijf; Ze is onder de armen stuk." „0", zegt ze, „enkel uit den naad. Ik maak ze in orde, eer gij gaat." Zoodra de nieuwe morgen gloort, Begeeft hij zich op 't pad En trekt zijn koetje met zich voort Naar Munsters grijze stad, De heuvlen langs, den muur voorbij Van Mourne's wijdberoemde abdij. „Goe morgen!" roept een schrille stem. Mick Purcell schrikt er van; Hij ziet in 't rond en achter hem Marcheert een kleine man Met ruigeji baard, gerimpeld vel En uilenoogen, rood en hel. Zijn spitse neus steekt ver vooruit Bij 't grijnzend lippenpaar, Dat voor het krassend keelgeluid Ver afwijkt van elkaar En tanden blootlegt, blinkend wit En puntig als een wolfsgebit. ,,Goe morgen", antwoordt Mick beleefd, Doch hij versnelt zijn pas, Terwijl zijn hart van onrust beeft. Het ventje hippelt ras, Gelijk een ekster, aan zijn zij En houdt hem zonder moeite by. vertoeven. Men is zeer ingenomen met de hoe- danighekl der liefhebbers, meest jonge men- schen, d.e goed onderwijs ginoten hebben. Ieder wil bij het C(riminal) 1 investigation) Department), d'e recherche komen. De City heeft een aizonderlyk poiitiecorps; ook daarvoor zijn heel veel liefhebbers, maar in 1927 bleken er van de 11.500 gegadigden slechts... 118 geschikt te zijn! EEN REGEN ZONDER BIND. Terwijl bijna heel Engeland in gulden zon baad'de en in geestdriit was over een Ita- liaansch-blauwen hemel, viel er in Kendal en het Zuidelijk Merenland ruim 8 c.M. regen. Een etmaal lang regende het en in geen 50 of 60 jaar was er te Kendal in dezen tijd van het jaar zooveel regen gevallen. Laag gelegen weiden werden meren en het hooi dat toch al minnetjes was, leed veel. Elders was het daarentegen buitengewoon held'er. Een vlieger die uit Parijs naar Lon den toe kwam, meldde dat hij reeds boven de Fransche kust de zon op het Kristallen Paleis had zien fonkelen. Een ophaalbrug van den spoorweg over de Ouse te Hook bij Goule kon niet gesloten worden. omdat het ijzer door de warmte te sterk was uitgezet. Men moest een stuk weg- snijden en het verkeer van Hull naar Duncaster kreeg dientengevolge een uur vertraging. Dezer dagen is melding gemaakt van d'e ge- slaagde poging van den Franschen Canadees Laussier om den z.g. Horseshoewaterval van den Niagara te trotseeren, waartoe hij zich had doen opsluiten in een ballon van caout chouc. Laussier had dezen ballon in Massa chusetts doen vervaardigen. Hij heeft een wand van drie voet dikte, d'e ruimte in den ballon is zes voet middellijn. In den wand ervan bevinden zich 32 afd'eelingen voor het bevatten van zuurstof. Onder de belangstelling van duizenden toe- schouwers werd de waaghalzige onderneming begonnen, in weerwil van het feit, dat zoowel de Canadeesche als de Amerikaansche regee- ring het oversteken van de watervallen van den Niagara verboden heeft. Naar gelang de bal lon meer snelheid verkreeg in d'e stroomver- snelling en ten slotte door 't ziedende water links en rechts werd rond-gesmeten steeg de spanning op den oever. Tenslotte verlo'or het puibliek het gezicht op den bal, die verdween in den dikken sproeiregen. Kort daama zag men den ballon weer in den waterval fel-dan- send terug, waarbij het publiek in groote op- winding geraakte en kreten uitstiet. Hill, een bekend redder van drenkelingen, pikte den ballon op. Hij kon er aanvankeljjk niet bykomen, doch toen hij hem ten slotte in zjjn macht had, sleepte hij hem naar den Ca- nadeeschen oever der rivier om te ontsnappen aan de Amerikaansche politic die Laussier had gedreigd hem te zullen arresteeren, indien hij in Amerika voet aan wal zette. Toen Laussier uit den ballon te voorschijn werd gehaald, was hjj bewusteloos, zoodat dokters onmiddellijk pogingen in het werk moesten stellen om hem weer bjj te brengen. ONVERSTANDIGE K1NDERVOEDING. Een Londensch lijkschouwer moest Dinsdag zijn bevindingen geven over den dood van een kindje van 21 maanden, Ivy Lilian Boxall, dat gestorven was, nadat haar moeder het een portie roomijs had laten gebruiken. Daarbij kwam ter sprake wat het kindje elken dag te eten kreeg. Het begon met een gebakken ei aan het ontbijt, daarna kreeg het 's middags twee gebakken eieren. Vervolgens een portie roomys in een cornet, 's Avonds gebakken aardappelen. De lijkschouwer vond het een afschuwelijke ,,Waar gaat ge met dat beest naar toe?" Klinkt weer zijn schelle toon. ,,Naar Cork, mijnheer. 'k Verkoop de koe, Wordt my genoeg gebobn." „0 zoo! Welnu, verkoop ze my, Mick Purcell, en ge wint er bij.'' „Gy kent mijn naam", zegt Mick verplet; Hij loopt wat minder vlug. Tom Thumb vertraagt zjjn trippeltred En geeft dit woord terug: „Uw levenswijs is me ook bekend; Ge zijt een flinke, brave vent. Ik weet, gij zwoegt voor vrouw en kind, Met klein gewin tevree, Van dat de zon heur loop begint, Tot ze onderduikt in zee. Dit jaar hadt ge echter tegenspoed. Verkoop me uw koe, dan doet gij goed." ,,Wat biedt gij wel?" vraagt onze vrind, Nu wat gerust gesteld. „0, iets, dat ge in de stad niet vindt; Meer waard dan al het geld, Dat gij in Cork ontvangen zoudt: Gij zult u wentlen in het goud. Dit geef ik u." Met haalt de dwerg Een bierflesch voor den dag. Dit is den goeden Mick te erg; Dies roept hij met een lach Trots al zijn angst: „Is dat uw bod? Mijnheer, ik ben niet stapelzot! Een flesch! en leeg! Dit waar' te dwhas! Mijn Molly werd wel dol. Ik had geen rust van haar geraas, Zij schold de huid mij vol. Zoo gij niets beters biedt dan dat, Dan groet ik u en trek naar stad." „Mick Purcell, lach niet om mijn bod, Maar doe, wat ik u zeg. Die flesch verandert heel uw lot En neemt uw zorgen weg: Hoe vreemd het klink', zij maakt u wis Nog rijker dan uw landheer is." Mick aarzelt. „Zoo 'k gelooven mocht, Mijnheer, wat gij vertelt, Dan was de koe aan u verkocht: Ik heb behoefte aan geld En 'k stond haar voor uw flesch wel af, Als die mij 's jaars de pachtsom gaf." „Voor 't laatst, Mick Purcell, volg myn raad, Ik ben geen leugenaar. Als gij mijn voorslag nog versmaadt, Dan wordt ge een bedelaar, Verstaat gij mij Grijp toe, of kom Met vrouw en kroost van honger om!" Dit krijscht het ventje dreigend uit, Met bliksems in het Qog. Een siddring vaart Mick door de huid, Zijn haardos rijst omhoog, En in verbijstring slaat hjj toe En neemt de flesch en geeft de koe. ,,De Hemel straffe uw schurkerrj," Zoo roept hij, ,,als gij liegt!" „Aan vloek noch zegen stoor ik mij, Mick Purcell; nooit bedriegt Mijn tong een mensch; mijn woord is waar." Dus spreekt de dwerg met trotsch gebaar. ,,Begeef u huiswaarts met uw flesch, Wier werking zeker is, En handel stipt naar deze les: Uw Molly dek' den disch En kuisch' 't vertrek, dat alles schoon En rein zich aan het oog vertoon! bekentenis van de moeder, dat zij haar kind op deze manier voedde. Duizenden ponden, zeide hij, worden in deze borough elk jaar be- steed, om den menschen te leeren hoe zij hun kinderen groot moeten brengen en toch doet u zoo iets. Hadt u niet verwacht, dat er iets met het kind zou gebeuren nadat het die por tie roomijs gebruikt had? De moeder: Ik dacht heelemaal niet, dat het kwaad kon. Zij had het kind het ijs gegeven, omdat haar vijfjarig zusje het ook kreeg en het jongste kind er toen om begon te schreeuwen. Medegedeeld werd, dat ook hpt vyfjarige kind na het gebruik van het ijs ziek geworden en nog onder dokters handen was. Een dokter verklaarde, dat het een gevaar- lijk dieet was en dat hij er niet aan twijfelde, dat de dood aan het ongeschikte voedsel ge- weten moest worden. Bij het nemen van de beslissing, dat de dood aan natuurlijke oorzaken te wijten was, dien- de de lijkschouwer den ouders een strenge be- risping toe en zeide hij, dat, indien ook het andere kind stierf, hij deze zaak, die aan „manslag" grensde, voor den rechter zou bren gen. Het was algemeen bekend, dat roomijs een groot aantal micro-organismen bevatte en dat deze in dit seizoen dikwijls gevaarlijk waren voor kleine kinderen. TER NEUZEN. Donderdag werd door den architect L. de Bruijne, namens Aug. de Meijer Zonen's Ex pedite- en Agentuurmaatschappij, in het Ho tel „du Commerce" bij den heer De Vrieze, in massa aanbesteed: het bouwen van een kali- loods, groot pl.m. 14X40X8 M., op het Sta- tionsemplacement te Ter Neuzen. Ingeschreven werd als volgt: C. C. Nobels te Ter Neuzen f 12330; J. A. Meertens te Ter Neuzen, 11378; Gebr. Verlinde te Ter Neuzen, 11513; P. Boeijkens te Hontenisse, 11500; P. Hamelink te Hoek, f 11500; P. M. Nieuwe- link te Ter Neuzen, 11490; P. L. Boogaard te Ter Neuzen, 11375; Jac Houg te Axel, f 10700 Kr. Dieleman te Zaamslag, 10400; J. C. Kaij- ser te Zaamslag, 10250; C. H. H. Wisse te Zaamslag, 10117. EMISSIE TOGEFOR. Belangrijke reductie op inschrijvingen. Bij d'e toewyzing op de 6 obligation van de Soc. Gene rale des Forces Hydro Electriques du Katanga, zal een belangrijke reductie moe ten plaats hebben. DOUANE-INiKLARINGEN. Naar we vernemen, zullen de Nederl'. Spoorwegen de douane-inklaringen over- dragen aan de A.T.O., waarvoor de voor- bereidende maatregelen op de verschil- lende douanestations reeds worden ge troffen. s HERTOGENBOSCH. Hedenmor- gen te half negen is brand uitgebroken in de autogarage Rooy, aan de Boschvelder- we vlucht nemen. De brandweer rukte dade- lijk aan, doch, doordat het pand nauw is ingesloten, o.a. door een advokaat- en bitterfabriek, is het vuur moeilijk te be- strijden, niettegenstaande krachtig optre- den van de brandweer. Te half tien woedde de vlammenzee nog hevig. e brand is vermoedelijk ontstaan door het in brand raken van een autobus. He- vige knallen werden vernomen bij het vlamvatten der benzine. Het vuur breidde zich zeer snel uit, zoodat in vijf minuten tijds het geheele pand in lichtelaaie stond. De bovenbewoners moesten ijl'ings de Zet op den schoongeveegden vloer Uw flesch neer en gebied: O flesch, doe thans uw plicht! en roer Of moei u verder niet, Maar wacht de dingen af en kijk. Vaarwel, Mick Purcell, gij zijt rijk!" ,,Dat hoop ik," mompelt Mick en keert En spoedt zich fluks naar huis En brengt zijn koopprijs ongedeerd En veilig in zijn kluis, Waar Molly met een woordenvloed, Naar vrouwenaard, heur man begroet. „He Mick! Wat is er toch geschied? Zoo vroeg, en reeds terug! Waar is de koe? 'k Begrijp het niet. Nu, dat ging wondervlug. En zijt ge heel te Cork geweest? Wat hebt ge ontvangen voor het beest? Wat nieuws vernaamt ge in de stad? En ging't er naar uw zin? Vertel me... Hemel! wat is dat? Een flesch! Wat zit er in?" „Bedaar toch, vrouw, mijn oor wordt moe. Die flesch ontving ik voor de koe." „Die flesch alleen? O groote God! Niets anders? Is dit al? Mick Purcell, zijt ge stapelzot, Of dronken bij geval? Zoo dwaas! dit had ik nooit gedacht! Hoe komen wij nu aan de pacht?" En Molly barst in tranen uit En zinkt verpletterd neer. „Stil, vrouw, verneem, wat dit beduidt; Die flesch is denklijk meer Dan tien, ja twintig koeien waard. Kom, luister, Molly, wees bedaard." En Mick vertelt haar lang en breed, Hetgeen hem wedervoer, En nu zijn Molly alles weet, Rijst ze op en veegt den vloer En dekt de tafel, en terstond Zet Mick zijn bierflesch op den grond. Hij spreekt: „0 flesch, doe thans uw plicht!" En wacht en kijkt verstomd Naar 't geen ze op dit bevel verricht; Want uit heur binnenst komt Een dwergenpaar en laadt met spoed Op 't vlak der tafel overvloed. Daar prijkt kristal en porselein, Daar praalt het zuiverst goud En 't fijnste zilver, blank en rein, En wat dit vaatwerk houdt Aan spijs en drank, niet eedlers vond Lucullus voor zijn gragen mond. 't Is klaar. De Lilliputters gaan Weer schielijk in de flesch. Mick Purcell lacht. „Dit staat my aan. 'k Heb appetijt voor zes Na zulk een tocht, gelooft dat vrij. Komt, zet u alien naderbij." En wakker leegt de blijde schaar Nu schotel, kom en kruik; Maar, hoe zij schransen al te gaar, Er rest meer dan de buik Geborgen heeft, als zij voldaan En bord en beker laten staan. ,,Of 't goede dwergenpaar nu weer," Zegt Mick, „verschijnen zal?" Men wacht; maar niets gebeurt er meer; Wat staat, dat blijft er al, En Molly bergt, op 't zeerst verrast, Het fraaie vaatwerk in de kast. NEW-YORK. Uit Mexico City is de minister van arbeid, Morone, gevlucht. Men vermoedt, dat hij naar Spanje is ver- trokken. Vergadering van Donderdag 26 Juli 1928, des namiddags 2 uur. Voorzitter de heer J. Huizinga, burge- meester. Tegenwoordig de leden: J. J. de Jager, L. J. Geelhoedt, P. van Cadsand, A. de Bruijne, P. F. de Bakker, H. J. Colsen, L. J. van Driel, C. J. van den Bulck, D. van Aken en W. Bedet. Afwezig de heeren D. Scheele, C. A. Ver linde en N. A. Hamelink. De VOORZITTER opent de vergadering en deelt mede, dat de heer Scheele afwezig is wegens uitstedigheid, de heer Hamelink heeft bericht, dat hij misschien nog tydens de zitting ter vergadering zal kunnen komen; de heer Verlinde heeft geen bericht gezonden, doch spreker vernam, dat hij wegens andere bezig- heden verhinderd is. Aan de orde komt: 1. Notulen. De notulen der vergadering van 26 April en die van 14 Juni 1.1. worden met algemeene stemmen vastgesteld zooals zij in druk zijn verschenen. 2. Ingekomen stukken. a, Het verslag van de werkzaamheden der commissie voor schoolkleeding en -voeding over het jaar 1928, luidende als volgt: De Centrale Commissie. De Centrale Com missie voor dezen arbeid in 1922 geconsti- tueer'd heeft geen noemenswaardige verande- ring ondergaan; mevr. Van Iersel, hoofd der R. K. school te Sluiskil, heeft mevrouw Brug- geman vervangen. Voor het overige is de samenstelling der commissie gelijk gebleven. Dagelijksch Bestuur. De leden, die in het bestuur werden benoemd, mogen deze plaats nog steeds innemen. Het zijn de heeren I. de Groot, C. F. Kohler, J. C. Jansen en J. L. van Wel, met den burgemeester als voorzitter. De heer Kohler neemt het secretariaat, de heer Van Wel het beheer der gelden waar. Mej. G. Hageman bleef belast met het bezoe- ken der gezinnen, wanneer daarvoor eenige aanleiding bestond voor het doen van onder- zoek. Verstrekte kleeding. Het aantal aanvragen is in sterke mate toegenomen, wat verklaard moet worden uit de minder gunstige toestand, die voor velen is ingetreden. De aanhoudende werkloosheid put menig gezin uit. Hoopte men aanvankelijk zich zelven te kunnen hel- pen, helaas dit is voor velen niet mogelijk ge weest en daarom maakten zij gebruik van het instituut. Van 111 gezinnen is een aanvrage ingeko men. Deze aanvragen waren verdeeld over de na te noemen scholen als volgt: School A 26 gezinnen School C 24 School D 11 R. K. school, kom 5 R. K. school, Sluiskil 12 Nauw rijst de zon weer boven 't veld, Of Mick vertrekt naar stad. En ruilt er voor volwichtig geld Den ganschen tafelschat In 't huis, waar't Gouden Hoofd hem leert, Dat men er Sint-Eloy vereert. Hij koopt zich dra een andre koe En ook een stevig paard En huurt meer land voor zijn gedoe En toont, dat hij wat gaart, Maar blijft, wat buur of neef of nicht Hem vraag', gelijk een pot zoo dicht. De landheer hoort van Mick's geluk; Hij komt en vorscht en dringt, Tot hij ten slotte stuk voor stuk Hem 't gansch geheim ontwringL Hij praat en zeurt en dreigt en vleit, Dat hem de flesch word' toegezeid. Hij biedt de beste boerderij In heel den ommekring Met vee en bouwgerei er bij Voor 't glazen wonderding, Dat Mick, verlokt, hem eindlijk schenkt, Daar hij genoeg heeft, naar hij denkt. Maar, heeft een ezel het te goed, Dan gaat hij op het ys En danst, tot hij zijn dwaasheid boet. Men vindt hiervan 't bewijs In Mick's geval: na korten tijd Was hij zijn rijkdom weder kwijt. Als sneeuw, die op het vuur versmelt, Verdween nog binnen 't jaar En boerderij en vee en geld Van 't al verkwistend paar, En Mick begaf zich, droef te moe, Ter markt weer met zijn laatste koe. Terwijl de leeuwrik met zijn lied Den jongen dag begroet, De zon de heuvlen overgiet Met gouden ochtendgloed, Trekt Mick opnieuw den muur voorby Van Mourne's wijdberoemde abdij. ,,Ach, of de goede dwerg nu kwam, Gelijk een jaar geleen, En voor zoo'n flesch mijn koe weer nam, Wat was ik dan tevreen." Zoo spreekt hij zacht en achter hem Klinkt plots de welbekende stem: ,,Mick Purcell was mijn woord niet waar Spreek, had ik geen gelyk „0 ja gij zijt geen leugenaar; Maar 'k ben niet langer rijk, Mijnheer Ik ben er slecht aan toe. Hebt gij een flesch Hier is de koe." „Ik weet wel, hoe het met u staat," Dus spreekt de kleine man. „Hier is een flesch, zij is probaat. Gij kent 't gebruik er van. Wees wijzer dan den eersten keer. Vaarwel gij ziet mij nimmer weer." ,,0, 'k dank u duizendmaal, mijnheer Vaarwel het ga u goed Zegt Mick, en ziet geen enklen keer Meer om, maar loopt met spoed Weer huiswaarts met zijn nieuwen schat, Dien hij met groote zorg omvat. En weder wordt in 't woonvertrek 't Vereischte werk verricht; Weer roept hy, schier van blijdschap gek: „0 flesch doe thans uw plicht Endeinst ontzet: een reuzenpaar Stijgt uit de flesch met woest gebaar. Chr. school, Jozinastraat 1 gezinnen Chr. school, Driewegen 6 Chr. Hervormde school 14 Deze aanvragen omvatten te zamen 213 kinderen. Niet aan alle aanvragen werd vol daan, wijl na onderzoek de aanvragen van 5 gezinnen omvattende een 6-tal kinderen wer den afgewezen. Toegestaan werden de aan vragen van 106 gezinnen ten bate van 207 kin deren. Voor deze kinderen werden aan de ouders uitgereikt: 176 hemden, 164 borstrok- ken, 166 onderbroeken, 2 paar kousen, 3 rok- ken, 1 paar schoenen en 399 paar klompen. Het paar schoenen, dat de commissie heeft toegestaan, is noodzakelijk geweest voor een kind met niet-normale voeten. Het bestuur achtte zich volkomen gerech- tigd, aldus te voorzien in dezen nood, wijl de hooge kosten voor de ouders een bezwaar wa ren om daarin te voorzien. Verstrekte voeding. In den loop van het jaar 1927 werden geen aanvragen ingezonden voor het verstrekken van voedsel of verster- kende middelen. Het bestuur achtte het niet noodig de verstrekking er van aan te moedigen of op eenigerlei wijze daartoe invloed uit te oefenen. Vergaderingen. De Centrale Commissie ver- gaderde slechts eenmaal tot het vaststellen van het Jaarverslag. Er hebben zich geen vraag- stukken voorgedaan, die het houden van meer vergaderingen noodig maakten. Het bestuur is 3-maal bijeen geweest ter bespreking van de ingekomen aanvragen. Uitgaven. De commissie heeft in totaal 993,53 uitgegeven, waarvan de bescheiden, noodig voor een goede verantwoording, bij het Gemeentebestuur zullen worden ingezonden. Aangenomen voor kennisgeving. b. Bericht van J. D. Bruggink, dat hij, wegens drukke werkzaamheden, de benoeming tot lid der commissie van toezicht op het lager onderwijs in de kom, niet aanneemt. Aangenomen voor kennisgeving. c. Bericht van A. Reuneker en J. C. Oost- dijk, dat zij de benoeming tot lid van het bur- gerlijk armbestuur aanvaarden. Aangenomen voor kennisgeving. d. Verklaring van L. F. E. Noteris, dat door hem worden aanvaard de bij besluit van 14 Juni 1.1. gestelde voorwaarden voor het heb ben van een erker boven gemeentegrond aan zijn woonhuis aan den Stationsweg. Aangenomen voor kennisgeving. e. Het raadsbesluit van 14 Juni 1928 tot wijziging der gemeentebegrooting dienst 1928, voorzien van het bewijs der goedkeuring van gedeputeerde staten. Aangenomen voor kennisgeving. f. Het raadsbesluit van 26 April 1928, tot aankoop van een perceel grond van G. F. P. van der Peijl e. a., voorzien van het bewUs der goedkeuring van gedeputeerde staten. Aangenomen voor kennisgeving. g. Het raadsbesluit van 14 Juni 1928, tot aankoop van een perceeltje grond van A. de Bruijne, voorzien van het bewijs der goedkeu ring van gedeputeerde staten. Aangenomen voor kennisgeving. h. Het raadsbesluit van 14 Juni 1928, tot verkoop van een perceel gemeentegrond aan Z. B. M. Koch, geb. Standaert, voorzien van het bewijs der goedkeuring van gedeputeerde staten. Aangenomen voor kennisgeving. i. Het raadsbesluit van 14 Juni 1928, tot verkoop van een perceel gemeentegrond aan H. R. A. de Meijer, voorzien van het bewys der goedkeuring van gedeputeerde staten. Aangenomen voor kennisgeving. j. Het raadsbesluit van 14 Juni 1928, tot aankoop van rentegevende stukken tot een Zij zwaaien knuppels, lang en dik, En slaan het huisraad kort En klein en ranslen d' armen Mick, Tot hij ter aarde stort, Zoo al de andren van't gezin, En kruipen dan de flesch weer in. Mick scharrelt weder overend En wryft zijn zeere leen. Hy peinst en grijpt zijn flesch en rent Naar 's landheers woning heen, Waar aan den rijkvoorzienen disch Een feestpartij vergaderd is. Men meldt zijn komst. Vol wrevelmoed, Dat hij dus in de pret Gestoord wordt door dien kalen bloed, Verschijnt met tragen tred In 't eind Zijn Edelheid en gromt: „Zeg gauw voor welke zaak gy komt." „Ik heb een nieuwe flesch, mijnheer." ,,0 zoo en evengoed Als de eerste, vriend De toon is weer Onmidlijk suikerzoet. ,,Nog beter 'k Zal 't u laten zien, En al uw gasten bovendien." ,,Zoo kom, mijn vriend, en toon het ons." - Mick volgt hem in de zaal; Hij plaatst de flesch, beveelt, en bons Daar vliegen bord en schaal En kom en beker en karaf Aan diggelen de tafel af. De reuzen beuken woest en wild Op alles wat zij zien. De gastheer vloekt, de gastvrouw gilt, De ontstelde gasten vliSn Met bont en blauw geslagen huid, Waar't mooglijk is, de feestzaal uit. „Houd op!" zoo schreeuwt Zijn Edelheid, ,,Bedwing die duivels daar, Of 'k laat u hangen Maar 't bescheld Van Mick is kort en klaar: ,,Zij zullen staken, als ik weer Mijn eerste flesch bekom, niet eer ,,Ja, geef ze gauw dien toovenaar, Eer we alien zijn vermoord 1" Mick krijgt zijn flesch; het reuzenpaar Springt weder binnen boord, En hun gebieder stapt tevreen Met beide wonderflesschen heen. Mick Purcell werd een machtig man, De Croesus van de streek, Wien elk, gelijk men denken kan, Gedwee naar de oogen keek: Wie weder staat het stomme geld, Getrouw gediend door 't ruw geweld Hij stierf ten slotte, hoogbejaard, Vertroeteld door 't geluk; Maar geen der flesschen bleef gespaard; Zij vielen daadlijk stuk, Toen de onverbiddelijke dood Den eigenaar de oogen sloot. F. VAN DIXHOORN.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1928 | | pagina 6