DE WONDERFLESCH.
Financieele Berichten
Laatste Berichten.
(Eene lersche vertelling.)
DE TOCHT OVER DEN NIAGARA.
UITSLAG AANBESTEDINGEN.
GEMEENTERAAD VAN
TER NEUZEN.
Mr. Poor werd in een kliniek voor zenuw-
lijaers verpleegd ingovolge een „nerveus
breakdown" en was bovendien kort geleden
nog geopereerd. Of opzet of ongeluk in het
spel was, weet men nog niet, maar een ver-
pleegster zag opeens mr. Poor, die in pyjama
mocht rondloopen, uit het venster slaan. Op
haar geschreeuw snelden op de straat beneden
twee taxi-chauffeurs en twee politieagenten
toe, die tot hun ontsteltenis ontwaarden, dat
de man in pyjama met het hoofd naar beneden
aan den vensterpost* was blijven hangen. De
verplegster, miss Katharine Randolph, had dit
ook weldra opgezet: zij pakte den ongelukkige
bij een enkel vast en hield hem zoolang moge-
lijk omhoog. De kleeren scheurden evenwel
van lieverlede en ten slotte begaven miss Ra-
dolph's krachten haar, waardoor zij moest los-
laten, niet echter dan nadat de politiemannen
beneden kussens hadden neergelegd en een
laken gespannen. Toen viel mr. Poor. Zijn
gewicht maakte, dat hij door het laken heen-
sloeg, maar dit brak toch zijn val en de kus
sens deden de rest, zoodat de patient slechts
eenige kneuzingen en ontvellingen opliep,
aldus meldt „de Tel."
NIEUW MOTIEF VOOR EEN MOORD.
De Moskousche ,,Prewda" meldt, dat te
Odessa de bekende chirurg Gegelasjwili, die
ook in arbeiderskringen zeer gezien en popu-
lair was, door een zekeren Sontsjenko, aspi
rant-lid der bolsjewistische partij, is ver-
moord. De chirurg had met den dader een
afspraak getroffen voor een onderhoud, dat
over dienstzaken zou loopen. Nauwelijks was
het gesprek begonnen, of Sontsjenko haalde
een revolver te voorschijn en loste drie scho-
ten op den niets vermoedenden dokter, die
spoedig na den aanslag overleed.
Bij het verhoor verklaarde de dader, dat hij
zich sinds den vorigen avond op den moord
had voorbereid. Hij had de revolver nog eens
extra goed nagezien en gereinigd en toen hij
deze in orde had bevonden, was hij den vol-
genden morgen naar den chirurg gegaan, uit-
sluitend met het doel om hem te dooden. Op de
vraag, welke de motieven van zijn daad waren,
antwoordde het aspirant-lid der communisti-
sche partij, dat de eenige reden van den moord
was, dat hij, door het neerschieten van Gege
lasjwili, een niet-bolsjewiek en contra-revolu-
tionnair uit den weg had willen ruimen!
ENGELSCH WETHOUDER VOOR DE
RECHTBANK.
In Hull is het proces begonnen tegen een
der wethouders van de stad, sir Walter
Cockerline, een rijken reeder, die beschuldigd
wordt van systematische belastingontduiking
sedert 1897. Reeds e&imaal, in 1913 was sir
Walter op ontduiking betrapt, doch hij werd
niet vervolgd, nadat het verschuldigde bedrag
over de afgeloopen 16 jaar betaald was. Ook
nu heeft de verdachte de achterstallige be-
lasting van 1911 tot 1925 ten bedrage van
1.270.000 gulden voldaan.
Belastingontduiking, aldus het ministerie,
wordt door sommigen als een heldendaad be-
schouwd, doch het is een verachtelijk mis-
drijf, dat gelijk staat aan zakkenrollerrj, De
eerlijke belastingbetaler moet daarvoor boeten.
De reeder is als klein man begonnen en is
thans millionnair in ponden sterling. Voor zijn
verdiensten voor de stad Hull is hij in den
adelstand verheven.
EEN BEGEERD AMBT.
Het ambt van politieagent te Londen is
tegenwoordig wel zeer in trek. Het stroomt
liefhebbers op het Londensche hoofdbureau,
Scotland Yard dat zoo heet, omdat op de
plaats van het eerste hoofdbureau van dien
naam eens een paleis stond, waar de koningen
van Schotland' en hun gezanten plachten te
Mick Purcell zat in zak en asch:
Het jaar was bitter slecht;
Het varken stierf; van 't veldgewas
Kwam nauw de helft terecht;
Spijt al zijn zorg en al zijn zweet
Had Mick de pachtsom niet gereed.
„Ach!" zegt hij met bedrukt gelaat,
Diep zuchtend tot zijn vrouw,
„Ach! Molly, wijfje! geef mij raad,
Die 't onheil verre hou'.
Geen geld, geen land, geen land, geen brood!
Hoe raken wij uit dezen nood?"
„Kom, man!" spreekt Molly, „moed gevat!
Doe naar mijn raad en hoop:
Gij drijft ons koetje naar de stad
En biedt het daar te koop.
't Is morgen markt en gij vertrekt,
Zoodra het haangekraai ons wekt."
„De koe verkoopen, vrouw? En dan?
Wat doen wij zonder haar?"
,,'t Is de eenige uitweg, beste man,
Al is het bijster naar.
Ter markt dus. Mooglijk geeft de Heer
Het volgend jaar 't ons dubbel weer."
„Gij hebt gelijk. Ik klaag misschien,"
Zegt Mick, „wel wat te vroeg.
De Heer zal zeker uitkomst bien:
Hij gaf ons steeds genoeg.
Ik ben niet lui, gij evenmin;
Wij halen weer de schade in.
Ik ga ter markt. Daar schenke, wijf,
Sint Patrick ons geluk!
Maar 'k heb geen heele jas aan 't Iijf;
Ze is onder de armen stuk."
„0", zegt ze, „enkel uit den naad.
Ik maak ze in orde, eer gij gaat."
Zoodra de nieuwe morgen gloort,
Begeeft hij zich op 't pad
En trekt zijn koetje met zich voort
Naar Munsters grijze stad,
De heuvlen langs, den muur voorbij
Van Mourne's wijdberoemde abdij.
„Goe morgen!" roept een schrille stem.
Mick Purcell schrikt er van;
Hij ziet in 't rond en achter hem
Marcheert een kleine man
Met ruigeji baard, gerimpeld vel
En uilenoogen, rood en hel.
Zijn spitse neus steekt ver vooruit
Bij 't grijnzend lippenpaar,
Dat voor het krassend keelgeluid
Ver afwijkt van elkaar
En tanden blootlegt, blinkend wit
En puntig als een wolfsgebit.
,,Goe morgen", antwoordt Mick beleefd,
Doch hij versnelt zijn pas,
Terwijl zijn hart van onrust beeft.
Het ventje hippelt ras,
Gelijk een ekster, aan zijn zij
En houdt hem zonder moeite by.
vertoeven. Men is zeer ingenomen met de hoe-
danighekl der liefhebbers, meest jonge men-
schen, d.e goed onderwijs ginoten hebben.
Ieder wil bij het C(riminal) 1 investigation)
Department), d'e recherche komen.
De City heeft een aizonderlyk poiitiecorps;
ook daarvoor zijn heel veel liefhebbers, maar
in 1927 bleken er van de 11.500 gegadigden
slechts... 118 geschikt te zijn!
EEN REGEN ZONDER BIND.
Terwijl bijna heel Engeland in gulden zon
baad'de en in geestdriit was over een Ita-
liaansch-blauwen hemel, viel er in Kendal en
het Zuidelijk Merenland ruim 8 c.M. regen. Een
etmaal lang regende het en in geen 50 of 60
jaar was er te Kendal in dezen tijd van het
jaar zooveel regen gevallen. Laag gelegen
weiden werden meren en het hooi dat toch al
minnetjes was, leed veel.
Elders was het daarentegen buitengewoon
held'er. Een vlieger die uit Parijs naar Lon
den toe kwam, meldde dat hij reeds boven de
Fransche kust de zon op het Kristallen Paleis
had zien fonkelen.
Een ophaalbrug van den spoorweg over de
Ouse te Hook bij Goule kon niet gesloten
worden. omdat het ijzer door de warmte te
sterk was uitgezet. Men moest een stuk weg-
snijden en het verkeer van Hull naar Duncaster
kreeg dientengevolge een uur vertraging.
Dezer dagen is melding gemaakt van d'e ge-
slaagde poging van den Franschen Canadees
Laussier om den z.g. Horseshoewaterval van
den Niagara te trotseeren, waartoe hij zich
had doen opsluiten in een ballon van caout
chouc. Laussier had dezen ballon in Massa
chusetts doen vervaardigen. Hij heeft een
wand van drie voet dikte, d'e ruimte in den
ballon is zes voet middellijn. In den wand
ervan bevinden zich 32 afd'eelingen voor het
bevatten van zuurstof.
Onder de belangstelling van duizenden toe-
schouwers werd de waaghalzige onderneming
begonnen, in weerwil van het feit, dat zoowel
de Canadeesche als de Amerikaansche regee-
ring het oversteken van de watervallen van den
Niagara verboden heeft. Naar gelang de bal
lon meer snelheid verkreeg in d'e stroomver-
snelling en ten slotte door 't ziedende water
links en rechts werd rond-gesmeten steeg de
spanning op den oever. Tenslotte verlo'or het
puibliek het gezicht op den bal, die verdween
in den dikken sproeiregen. Kort daama zag
men den ballon weer in den waterval fel-dan-
send terug, waarbij het publiek in groote op-
winding geraakte en kreten uitstiet.
Hill, een bekend redder van drenkelingen,
pikte den ballon op. Hij kon er aanvankeljjk
niet bykomen, doch toen hij hem ten slotte in
zjjn macht had, sleepte hij hem naar den Ca-
nadeeschen oever der rivier om te ontsnappen
aan de Amerikaansche politic die Laussier had
gedreigd hem te zullen arresteeren, indien hij
in Amerika voet aan wal zette. Toen Laussier
uit den ballon te voorschijn werd gehaald, was
hjj bewusteloos, zoodat dokters onmiddellijk
pogingen in het werk moesten stellen om hem
weer bjj te brengen.
ONVERSTANDIGE K1NDERVOEDING.
Een Londensch lijkschouwer moest Dinsdag
zijn bevindingen geven over den dood van een
kindje van 21 maanden, Ivy Lilian Boxall, dat
gestorven was, nadat haar moeder het een
portie roomijs had laten gebruiken. Daarbij
kwam ter sprake wat het kindje elken dag te
eten kreeg. Het begon met een gebakken ei
aan het ontbijt, daarna kreeg het 's middags
twee gebakken eieren. Vervolgens een portie
roomys in een cornet, 's Avonds gebakken
aardappelen.
De lijkschouwer vond het een afschuwelijke
,,Waar gaat ge met dat beest naar toe?"
Klinkt weer zijn schelle toon.
,,Naar Cork, mijnheer. 'k Verkoop de koe,
Wordt my genoeg gebobn."
„0 zoo! Welnu, verkoop ze my,
Mick Purcell, en ge wint er bij.''
„Gy kent mijn naam", zegt Mick verplet;
Hij loopt wat minder vlug.
Tom Thumb vertraagt zjjn trippeltred
En geeft dit woord terug:
„Uw levenswijs is me ook bekend;
Ge zijt een flinke, brave vent.
Ik weet, gij zwoegt voor vrouw en kind,
Met klein gewin tevree,
Van dat de zon heur loop begint,
Tot ze onderduikt in zee.
Dit jaar hadt ge echter tegenspoed.
Verkoop me uw koe, dan doet gij goed."
,,Wat biedt gij wel?" vraagt onze vrind,
Nu wat gerust gesteld.
„0, iets, dat ge in de stad niet vindt;
Meer waard dan al het geld,
Dat gij in Cork ontvangen zoudt:
Gij zult u wentlen in het goud.
Dit geef ik u." Met haalt de dwerg
Een bierflesch voor den dag.
Dit is den goeden Mick te erg;
Dies roept hij met een lach
Trots al zijn angst: „Is dat uw bod?
Mijnheer, ik ben niet stapelzot!
Een flesch! en leeg! Dit waar' te dwhas!
Mijn Molly werd wel dol.
Ik had geen rust van haar geraas,
Zij schold de huid mij vol.
Zoo gij niets beters biedt dan dat,
Dan groet ik u en trek naar stad."
„Mick Purcell, lach niet om mijn bod,
Maar doe, wat ik u zeg.
Die flesch verandert heel uw lot
En neemt uw zorgen weg:
Hoe vreemd het klink', zij maakt u wis
Nog rijker dan uw landheer is."
Mick aarzelt. „Zoo 'k gelooven mocht,
Mijnheer, wat gij vertelt,
Dan was de koe aan u verkocht:
Ik heb behoefte aan geld
En 'k stond haar voor uw flesch wel af,
Als die mij 's jaars de pachtsom gaf."
„Voor 't laatst, Mick Purcell, volg myn raad,
Ik ben geen leugenaar.
Als gij mijn voorslag nog versmaadt,
Dan wordt ge een bedelaar,
Verstaat gij mij Grijp toe, of kom
Met vrouw en kroost van honger om!"
Dit krijscht het ventje dreigend uit,
Met bliksems in het Qog.
Een siddring vaart Mick door de huid,
Zijn haardos rijst omhoog,
En in verbijstring slaat hjj toe
En neemt de flesch en geeft de koe.
,,De Hemel straffe uw schurkerrj,"
Zoo roept hij, ,,als gij liegt!"
„Aan vloek noch zegen stoor ik mij,
Mick Purcell; nooit bedriegt
Mijn tong een mensch; mijn woord is waar."
Dus spreekt de dwerg met trotsch gebaar.
,,Begeef u huiswaarts met uw flesch,
Wier werking zeker is,
En handel stipt naar deze les:
Uw Molly dek' den disch
En kuisch' 't vertrek, dat alles schoon
En rein zich aan het oog vertoon!
bekentenis van de moeder, dat zij haar kind
op deze manier voedde. Duizenden ponden,
zeide hij, worden in deze borough elk jaar be-
steed, om den menschen te leeren hoe zij hun
kinderen groot moeten brengen en toch doet
u zoo iets. Hadt u niet verwacht, dat er iets
met het kind zou gebeuren nadat het die por
tie roomijs gebruikt had?
De moeder: Ik dacht heelemaal niet, dat
het kwaad kon. Zij had het kind het ijs
gegeven, omdat haar vijfjarig zusje het ook
kreeg en het jongste kind er toen om begon
te schreeuwen.
Medegedeeld werd, dat ook hpt vyfjarige
kind na het gebruik van het ijs ziek geworden
en nog onder dokters handen was.
Een dokter verklaarde, dat het een gevaar-
lijk dieet was en dat hij er niet aan twijfelde,
dat de dood aan het ongeschikte voedsel ge-
weten moest worden.
Bij het nemen van de beslissing, dat de dood
aan natuurlijke oorzaken te wijten was, dien-
de de lijkschouwer den ouders een strenge be-
risping toe en zeide hij, dat, indien ook het
andere kind stierf, hij deze zaak, die aan
„manslag" grensde, voor den rechter zou bren
gen. Het was algemeen bekend, dat roomijs
een groot aantal micro-organismen bevatte en
dat deze in dit seizoen dikwijls gevaarlijk
waren voor kleine kinderen.
TER NEUZEN.
Donderdag werd door den architect L. de
Bruijne, namens Aug. de Meijer Zonen's Ex
pedite- en Agentuurmaatschappij, in het Ho
tel „du Commerce" bij den heer De Vrieze, in
massa aanbesteed: het bouwen van een kali-
loods, groot pl.m. 14X40X8 M., op het Sta-
tionsemplacement te Ter Neuzen.
Ingeschreven werd als volgt: C. C. Nobels te
Ter Neuzen f 12330; J. A. Meertens te Ter
Neuzen, 11378; Gebr. Verlinde te Ter Neuzen,
11513; P. Boeijkens te Hontenisse, 11500;
P. Hamelink te Hoek, f 11500; P. M. Nieuwe-
link te Ter Neuzen, 11490; P. L. Boogaard te
Ter Neuzen, 11375; Jac Houg te Axel, f 10700
Kr. Dieleman te Zaamslag, 10400; J. C. Kaij-
ser te Zaamslag, 10250; C. H. H. Wisse te
Zaamslag, 10117.
EMISSIE TOGEFOR.
Belangrijke reductie op inschrijvingen.
Bij d'e toewyzing op de 6 obligation van
de Soc. Gene rale des Forces Hydro Electriques
du Katanga, zal een belangrijke reductie moe
ten plaats hebben.
DOUANE-INiKLARINGEN.
Naar we vernemen, zullen de Nederl'.
Spoorwegen de douane-inklaringen over-
dragen aan de A.T.O., waarvoor de voor-
bereidende maatregelen op de verschil-
lende douanestations reeds worden ge
troffen.
s HERTOGENBOSCH. Hedenmor-
gen te half negen is brand uitgebroken in
de autogarage Rooy, aan de Boschvelder-
we
vlucht nemen. De brandweer rukte dade-
lijk aan, doch, doordat het pand nauw is
ingesloten, o.a. door een advokaat- en
bitterfabriek, is het vuur moeilijk te be-
strijden, niettegenstaande krachtig optre-
den van de brandweer.
Te half tien woedde de vlammenzee
nog hevig.
e brand is vermoedelijk ontstaan door
het in brand raken van een autobus. He-
vige knallen werden vernomen bij het
vlamvatten der benzine. Het vuur breidde
zich zeer snel uit, zoodat in vijf minuten
tijds het geheele pand in lichtelaaie stond.
De bovenbewoners moesten ijl'ings de
Zet op den schoongeveegden vloer
Uw flesch neer en gebied:
O flesch, doe thans uw plicht! en roer
Of moei u verder niet,
Maar wacht de dingen af en kijk.
Vaarwel, Mick Purcell, gij zijt rijk!"
,,Dat hoop ik," mompelt Mick en keert
En spoedt zich fluks naar huis
En brengt zijn koopprijs ongedeerd
En veilig in zijn kluis,
Waar Molly met een woordenvloed,
Naar vrouwenaard, heur man begroet.
„He Mick! Wat is er toch geschied?
Zoo vroeg, en reeds terug!
Waar is de koe? 'k Begrijp het niet.
Nu, dat ging wondervlug.
En zijt ge heel te Cork geweest?
Wat hebt ge ontvangen voor het beest?
Wat nieuws vernaamt ge in de stad?
En ging't er naar uw zin?
Vertel me... Hemel! wat is dat?
Een flesch! Wat zit er in?"
„Bedaar toch, vrouw, mijn oor wordt moe.
Die flesch ontving ik voor de koe."
„Die flesch alleen? O groote God!
Niets anders? Is dit al?
Mick Purcell, zijt ge stapelzot,
Of dronken bij geval?
Zoo dwaas! dit had ik nooit gedacht!
Hoe komen wij nu aan de pacht?"
En Molly barst in tranen uit
En zinkt verpletterd neer.
„Stil, vrouw, verneem, wat dit beduidt;
Die flesch is denklijk meer
Dan tien, ja twintig koeien waard.
Kom, luister, Molly, wees bedaard."
En Mick vertelt haar lang en breed,
Hetgeen hem wedervoer,
En nu zijn Molly alles weet,
Rijst ze op en veegt den vloer
En dekt de tafel, en terstond
Zet Mick zijn bierflesch op den grond.
Hij spreekt: „0 flesch, doe thans uw plicht!"
En wacht en kijkt verstomd
Naar 't geen ze op dit bevel verricht;
Want uit heur binnenst komt
Een dwergenpaar en laadt met spoed
Op 't vlak der tafel overvloed.
Daar prijkt kristal en porselein,
Daar praalt het zuiverst goud
En 't fijnste zilver, blank en rein,
En wat dit vaatwerk houdt
Aan spijs en drank, niet eedlers vond
Lucullus voor zijn gragen mond.
't Is klaar. De Lilliputters gaan
Weer schielijk in de flesch.
Mick Purcell lacht. „Dit staat my aan.
'k Heb appetijt voor zes
Na zulk een tocht, gelooft dat vrij.
Komt, zet u alien naderbij."
En wakker leegt de blijde schaar
Nu schotel, kom en kruik;
Maar, hoe zij schransen al te gaar,
Er rest meer dan de buik
Geborgen heeft, als zij voldaan
En bord en beker laten staan.
,,Of 't goede dwergenpaar nu weer,"
Zegt Mick, „verschijnen zal?"
Men wacht; maar niets gebeurt er meer;
Wat staat, dat blijft er al,
En Molly bergt, op 't zeerst verrast,
Het fraaie vaatwerk in de kast.
NEW-YORK. Uit Mexico City is de
minister van arbeid, Morone, gevlucht.
Men vermoedt, dat hij naar Spanje is ver-
trokken.
Vergadering van Donderdag 26 Juli 1928,
des namiddags 2 uur.
Voorzitter de heer J. Huizinga, burge-
meester.
Tegenwoordig de leden: J. J. de Jager, L. J.
Geelhoedt, P. van Cadsand, A. de Bruijne, P.
F. de Bakker, H. J. Colsen, L. J. van Driel, C.
J. van den Bulck, D. van Aken en W. Bedet.
Afwezig de heeren D. Scheele, C. A. Ver
linde en N. A. Hamelink.
De VOORZITTER opent de vergadering en
deelt mede, dat de heer Scheele afwezig is
wegens uitstedigheid, de heer Hamelink heeft
bericht, dat hij misschien nog tydens de zitting
ter vergadering zal kunnen komen; de heer
Verlinde heeft geen bericht gezonden, doch
spreker vernam, dat hij wegens andere bezig-
heden verhinderd is.
Aan de orde komt:
1. Notulen.
De notulen der vergadering van 26 April en
die van 14 Juni 1.1. worden met algemeene
stemmen vastgesteld zooals zij in druk zijn
verschenen.
2. Ingekomen stukken.
a, Het verslag van de werkzaamheden der
commissie voor schoolkleeding en -voeding
over het jaar 1928, luidende als volgt:
De Centrale Commissie. De Centrale Com
missie voor dezen arbeid in 1922 geconsti-
tueer'd heeft geen noemenswaardige verande-
ring ondergaan; mevr. Van Iersel, hoofd der
R. K. school te Sluiskil, heeft mevrouw Brug-
geman vervangen. Voor het overige is de
samenstelling der commissie gelijk gebleven.
Dagelijksch Bestuur. De leden, die in het
bestuur werden benoemd, mogen deze plaats
nog steeds innemen. Het zijn de heeren I. de
Groot, C. F. Kohler, J. C. Jansen en J. L. van
Wel, met den burgemeester als voorzitter.
De heer Kohler neemt het secretariaat, de
heer Van Wel het beheer der gelden waar.
Mej. G. Hageman bleef belast met het bezoe-
ken der gezinnen, wanneer daarvoor eenige
aanleiding bestond voor het doen van onder-
zoek.
Verstrekte kleeding. Het aantal aanvragen
is in sterke mate toegenomen, wat verklaard
moet worden uit de minder gunstige toestand,
die voor velen is ingetreden. De aanhoudende
werkloosheid put menig gezin uit. Hoopte
men aanvankelijk zich zelven te kunnen hel-
pen, helaas dit is voor velen niet mogelijk ge
weest en daarom maakten zij gebruik van het
instituut.
Van 111 gezinnen is een aanvrage ingeko
men.
Deze aanvragen waren verdeeld over de na
te noemen scholen als volgt:
School A 26 gezinnen
School C 24
School D 11
R. K. school, kom 5
R. K. school, Sluiskil 12
Nauw rijst de zon weer boven 't veld,
Of Mick vertrekt naar stad.
En ruilt er voor volwichtig geld
Den ganschen tafelschat
In 't huis, waar't Gouden Hoofd hem leert,
Dat men er Sint-Eloy vereert.
Hij koopt zich dra een andre koe
En ook een stevig paard
En huurt meer land voor zijn gedoe
En toont, dat hij wat gaart,
Maar blijft, wat buur of neef of nicht
Hem vraag', gelijk een pot zoo dicht.
De landheer hoort van Mick's geluk;
Hij komt en vorscht en dringt,
Tot hij ten slotte stuk voor stuk
Hem 't gansch geheim ontwringL
Hij praat en zeurt en dreigt en vleit,
Dat hem de flesch word' toegezeid.
Hij biedt de beste boerderij
In heel den ommekring
Met vee en bouwgerei er bij
Voor 't glazen wonderding,
Dat Mick, verlokt, hem eindlijk schenkt,
Daar hij genoeg heeft, naar hij denkt.
Maar, heeft een ezel het te goed,
Dan gaat hij op het ys
En danst, tot hij zijn dwaasheid boet.
Men vindt hiervan 't bewijs
In Mick's geval: na korten tijd
Was hij zijn rijkdom weder kwijt.
Als sneeuw, die op het vuur versmelt,
Verdween nog binnen 't jaar
En boerderij en vee en geld
Van 't al verkwistend paar,
En Mick begaf zich, droef te moe,
Ter markt weer met zijn laatste koe.
Terwijl de leeuwrik met zijn lied
Den jongen dag begroet,
De zon de heuvlen overgiet
Met gouden ochtendgloed,
Trekt Mick opnieuw den muur voorby
Van Mourne's wijdberoemde abdij.
,,Ach, of de goede dwerg nu kwam,
Gelijk een jaar geleen,
En voor zoo'n flesch mijn koe weer nam,
Wat was ik dan tevreen."
Zoo spreekt hij zacht en achter hem
Klinkt plots de welbekende stem:
,,Mick Purcell was mijn woord niet waar
Spreek, had ik geen gelyk
„0 ja gij zijt geen leugenaar;
Maar 'k ben niet langer rijk,
Mijnheer Ik ben er slecht aan toe.
Hebt gij een flesch Hier is de koe."
„Ik weet wel, hoe het met u staat,"
Dus spreekt de kleine man.
„Hier is een flesch, zij is probaat.
Gij kent 't gebruik er van.
Wees wijzer dan den eersten keer.
Vaarwel gij ziet mij nimmer weer."
,,0, 'k dank u duizendmaal, mijnheer
Vaarwel het ga u goed
Zegt Mick, en ziet geen enklen keer
Meer om, maar loopt met spoed
Weer huiswaarts met zijn nieuwen schat,
Dien hij met groote zorg omvat.
En weder wordt in 't woonvertrek
't Vereischte werk verricht;
Weer roept hy, schier van blijdschap gek:
„0 flesch doe thans uw plicht
Endeinst ontzet: een reuzenpaar
Stijgt uit de flesch met woest gebaar.
Chr. school, Jozinastraat 1 gezinnen
Chr. school, Driewegen 6
Chr. Hervormde school 14
Deze aanvragen omvatten te zamen 213
kinderen. Niet aan alle aanvragen werd vol
daan, wijl na onderzoek de aanvragen van 5
gezinnen omvattende een 6-tal kinderen wer
den afgewezen. Toegestaan werden de aan
vragen van 106 gezinnen ten bate van 207 kin
deren. Voor deze kinderen werden aan de
ouders uitgereikt: 176 hemden, 164 borstrok-
ken, 166 onderbroeken, 2 paar kousen, 3 rok-
ken, 1 paar schoenen en 399 paar klompen.
Het paar schoenen, dat de commissie heeft
toegestaan, is noodzakelijk geweest voor een
kind met niet-normale voeten.
Het bestuur achtte zich volkomen gerech-
tigd, aldus te voorzien in dezen nood, wijl de
hooge kosten voor de ouders een bezwaar wa
ren om daarin te voorzien.
Verstrekte voeding. In den loop van het
jaar 1927 werden geen aanvragen ingezonden
voor het verstrekken van voedsel of verster-
kende middelen. Het bestuur achtte het niet
noodig de verstrekking er van aan te moedigen
of op eenigerlei wijze daartoe invloed uit te
oefenen.
Vergaderingen. De Centrale Commissie ver-
gaderde slechts eenmaal tot het vaststellen van
het Jaarverslag. Er hebben zich geen vraag-
stukken voorgedaan, die het houden van meer
vergaderingen noodig maakten. Het bestuur
is 3-maal bijeen geweest ter bespreking van
de ingekomen aanvragen.
Uitgaven. De commissie heeft in totaal
993,53 uitgegeven, waarvan de bescheiden,
noodig voor een goede verantwoording, bij het
Gemeentebestuur zullen worden ingezonden.
Aangenomen voor kennisgeving.
b. Bericht van J. D. Bruggink, dat hij,
wegens drukke werkzaamheden, de benoeming
tot lid der commissie van toezicht op het lager
onderwijs in de kom, niet aanneemt.
Aangenomen voor kennisgeving.
c. Bericht van A. Reuneker en J. C. Oost-
dijk, dat zij de benoeming tot lid van het bur-
gerlijk armbestuur aanvaarden.
Aangenomen voor kennisgeving.
d. Verklaring van L. F. E. Noteris, dat door
hem worden aanvaard de bij besluit van 14
Juni 1.1. gestelde voorwaarden voor het heb
ben van een erker boven gemeentegrond aan
zijn woonhuis aan den Stationsweg.
Aangenomen voor kennisgeving.
e. Het raadsbesluit van 14 Juni 1928 tot
wijziging der gemeentebegrooting dienst 1928,
voorzien van het bewijs der goedkeuring van
gedeputeerde staten.
Aangenomen voor kennisgeving.
f. Het raadsbesluit van 26 April 1928, tot
aankoop van een perceel grond van G. F. P.
van der Peijl e. a., voorzien van het bewUs der
goedkeuring van gedeputeerde staten.
Aangenomen voor kennisgeving.
g. Het raadsbesluit van 14 Juni 1928, tot
aankoop van een perceeltje grond van A. de
Bruijne, voorzien van het bewijs der goedkeu
ring van gedeputeerde staten.
Aangenomen voor kennisgeving.
h. Het raadsbesluit van 14 Juni 1928, tot
verkoop van een perceel gemeentegrond aan
Z. B. M. Koch, geb. Standaert, voorzien van
het bewijs der goedkeuring van gedeputeerde
staten.
Aangenomen voor kennisgeving.
i. Het raadsbesluit van 14 Juni 1928, tot
verkoop van een perceel gemeentegrond aan
H. R. A. de Meijer, voorzien van het bewys der
goedkeuring van gedeputeerde staten.
Aangenomen voor kennisgeving.
j. Het raadsbesluit van 14 Juni 1928, tot
aankoop van rentegevende stukken tot een
Zij zwaaien knuppels, lang en dik,
En slaan het huisraad kort
En klein en ranslen d' armen Mick,
Tot hij ter aarde stort,
Zoo al de andren van't gezin,
En kruipen dan de flesch weer in.
Mick scharrelt weder overend
En wryft zijn zeere leen.
Hy peinst en grijpt zijn flesch en rent
Naar 's landheers woning heen,
Waar aan den rijkvoorzienen disch
Een feestpartij vergaderd is.
Men meldt zijn komst. Vol wrevelmoed,
Dat hij dus in de pret
Gestoord wordt door dien kalen bloed,
Verschijnt met tragen tred
In 't eind Zijn Edelheid en gromt:
„Zeg gauw voor welke zaak gy komt."
„Ik heb een nieuwe flesch, mijnheer."
,,0 zoo en evengoed
Als de eerste, vriend De toon is weer
Onmidlijk suikerzoet.
,,Nog beter 'k Zal 't u laten zien,
En al uw gasten bovendien."
,,Zoo kom, mijn vriend, en toon het ons." -
Mick volgt hem in de zaal;
Hij plaatst de flesch, beveelt, en bons
Daar vliegen bord en schaal
En kom en beker en karaf
Aan diggelen de tafel af.
De reuzen beuken woest en wild
Op alles wat zij zien.
De gastheer vloekt, de gastvrouw gilt,
De ontstelde gasten vliSn
Met bont en blauw geslagen huid,
Waar't mooglijk is, de feestzaal uit.
„Houd op!" zoo schreeuwt Zijn Edelheid,
,,Bedwing die duivels daar,
Of 'k laat u hangen Maar 't bescheld
Van Mick is kort en klaar:
,,Zij zullen staken, als ik weer
Mijn eerste flesch bekom, niet eer
,,Ja, geef ze gauw dien toovenaar,
Eer we alien zijn vermoord 1"
Mick krijgt zijn flesch; het reuzenpaar
Springt weder binnen boord,
En hun gebieder stapt tevreen
Met beide wonderflesschen heen.
Mick Purcell werd een machtig man,
De Croesus van de streek,
Wien elk, gelijk men denken kan,
Gedwee naar de oogen keek:
Wie weder staat het stomme geld,
Getrouw gediend door 't ruw geweld
Hij stierf ten slotte, hoogbejaard,
Vertroeteld door 't geluk;
Maar geen der flesschen bleef gespaard;
Zij vielen daadlijk stuk,
Toen de onverbiddelijke dood
Den eigenaar de oogen sloot.
F. VAN DIXHOORN.