Examggm
Zomersproeten ver-
Laatste Berichten.
INGEZQNDEN MEDEDEELINGEN.
dwijnen s p o e d i g door een pot
Sprufol. Bij alle Drogisten.
HET HOOFD VAN DEN ROMP. I
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN.
GEMEENTERAAD VAN
KOEWACHT.
Sprak de vrouw van een advocaat, dan was
ze gered, want Prat zag van alle verdere on-
derhandeiingen af. Deed ze dit echter niet,
dan was haar vonniis geveld en. de moordenaar
wachtte niet lang met de tenuitvoerlegging.
Ook bediende hij zich van een huwelijksbu-
reau, dat hij voor elke tot stand gebrachte
ontmoeting met een vrouw van 40 tot 45 jaar
betaalde. Zijn veelvuldig herhaalde aanvrage
motlveerde hij met het voorwendsel niet te
kunnen slagen.
In de villa Eglantine te Sainte Marguerite
heeft men verder niets gevonden dan de been-
deren van een hand (die vermoedelijk aan de
gewurgde mile Foce behoorde), een sterk
slaapimiddel en een troffel, waarmee de nieuwe
Landru het cementwerk verrichtte, waaronder
hij zijn slachtoffers verborg.
Een kruier heeft aan de politde een papier
overhandigd, door hem op straat gevonden
nabjj Septemes. Het vermeldt: ontvangen de
somma van 15.000 francs als afbetaling op 110
duizend francs, zijnde de totale koopsom voor
de villa Eglantine, gelegen te Sainte Margue
rite, Deze kwitantie was geteekend door mile
Foce, Prat's laatste slachtoffer.
Omtrent den levensloop van den moordenaar
is men te weten gekomen, dat hij op zijn zes-
tiende jaar zijn geboorteplaats Ariege verliet
en naar Algiers ging. Daar werd verleden
jaar zijn aanbouding verzocht wegens oplioh-
ting en diefstal. Zonder een cent op zak was
hij toen reeds in Frankrijk teruggekeerd, waar
hij te Madrets de villa Genevieve huurde van
15 April tot 15 Juni.
Wellicht heeft hij zijn kennis verrijkt met
bijzondenheden uit de zaak-Landru, doch de
justitie heeft daar eveneens haar voordeel mee
gedaan. En tenslotte heeft zijn geperfestion-
neerd systeem, ondanks de grootste voorzich-
tigheid. toch schipibreuk geleden door de kre-
ten van een der slachtoffers.
Verder graafwerk wordt niet alleen verricht
in tuin en kelders van de villa Genevieve, maar
ook in de nabijheid van de villa Eglantine,
waar hij ook vele vrouwen ontving en reeds
een gat gegraven had voor het lijk van de eige-
nares.
De beide gevonden lijken zijn na zorgvuldig
onderzoek gei'dentificeerd als mme Margueri
te Bonnet, gouvernante, oud 42 jaar, en mile
Jeanne Edel, een Hollandsche, oud 45 jaar.
Andere berichten vermelden laatstgenoem-
de echter als mme Jeanne Ebel. Zij werd op-
gevoed in een protestantsch weeshuis te Pa-
rijs, rue Clavels en vertoefde daarna langen
tijd bij een bloedverwante _in Holland. Zij erf-
de eenig geld en keerde naar Frankrijk terug.
Na een tijdlang bij een blinde als gezelschaps-
dame geweest te zijn, begon zij een klein pen
sion te Draguignau, rue Monferrat. Vandaar
schreef zij op een der rampzalige advertenties.
Te Draguignau ging Prat voor haar officiee-
len verloofde door. Op zijn verzoek verkocht
zij haar pension en op 10 Juni verhuisde zij
naar het moordhuis, dat zij niet meer verlaten
zou. Langer dan tot 11 of 12 Juni heeft zij niet
geleefd.
Het onderzoek, dat de politie van Marseille
ijverig voortzet, toont aan, dat de Landru uit
het Zuiden, Pierre Rey is, geboren 23 Mei 1865
in Angles (Aveyron). Een bewoner van Mar
seille, Francois Bart, zegt in Algiers een koet-
sier van den naam Jerome Prat te hebben ge-
kend. Deze laatste zou om een plaats als jacht-
opziener in Frankrijk te krjjgen, een tiental
jarer geleden een sollicitatie hebben gestuurd,
waarbij hij al zijn identiteitspapieren zond.
Zjjn brief bleef zonder antwoord en de papie-
ren werden hem nimmer teruggezonden. De
politie acht het geheel niet buitengesloten, dat
het de Landru van Marseille is, die zich van
die papieren heeft meester gemaakt, om zoo
zijn eigen naam, Pierre Rey, te verbergen.
VERDACHT VAN MOORD OP ZIJN
VROUW.
In 1926 is de vrouw van den Duitsohen
koopman Treiber uit Dresden in de Karintische
Alpen in een afgrond gestort en gedood. Thans
is haar man in hechtenis genomen, verdacht
de vrouw te hebben vermoord, om de hooge
levensverzekering van 100.000 mark in handen
te krijgen. Deze is hem door een maatschappij
te Stettin destijds ook uitbetaald.
TYPHUS.
Te "Hasselt zjjn in een gezin de vader en
twee dochters gestorven. De meid verkeert
eveneens in zeer zorgwekkenden toestand. Uit
het onderzoek is gebleken, dat de slachtoffers
ziek zijn geworden na het eten van salade,
schoongemaakt met regenwater.
I ONWEDER.
De omtrek van Padua is door een zwaar on-
weder getedsterd, waarbij tal van personen
letsel bekwamen. Ook boven Oderze (Venetie)
ontlastte zioh een hevig onweer, gepaard gaan-
de met slaghagel en wolkbreuken. Een man
werd door den bliksem gedood en een meisje
zwaar gewond.
GEVECHT TUSSCHEN MIJNWERKERS.
Vrijdagmorgen vroeg had een gevecht plaats
tusschen leden en niet-leden van de vakorga-
nisatie der mijnwerkers bij een mijn in de
buurt van Minden, waarbij vijf personen door
schoten zwaar gewond werden en verscheidene
andere lichte wonden bekwamen. Vakvereeni-
gingsleden verschenen aan de mijn om te pro-
testeeren tegen de tewerkstellinig van niet-le
den van de vakorganisatie tegen lagere loonen
dan de tarieven der vakvereeniging.
I VERONGELUKTE PLEZIERTREIN.
Uit nadere berichten blijkt, dat de veron^e-
lukte pleziertrein te Darlington tden rijtuigen
telde, waarin 500 passagiers hadden plaats ge
vonden.
Waarsohijnlijk door een of ander misver-
stand dacht men te Darlington, dat deze trein
reeds gepasseerd was, zoodat de lijn vrij werd
gegeven voor den goederentrein om te ran-
geeren. De machinist van den pleziertrein zag
de goederentrein voor zich op ongeveer 300
meter, zoodat hij nog met alle kracht kon
remmen en zijn trein bij de botsing niet meer
vaart had dan 20 K.M. in het uur. Desniette-
mdn ontspoorden de tweede en derde wagen,
omdat de locomotief omviel en zij werden door
de volgende rijtuigen in elkaar gedrukt. Het
aantal dooden is met een vermeerderd, maar
in plaats van 30, zijn er reeds 47 gewonden
naar de ziekenhuizen vervoerd, van welke 5
of 6 in ernstigen, doch niet onmiddellijk le-
vensgevaarlijken toestand verkeeren.
In het Lagerhuis heeft de minister van ver-
voerwezen meegedeeld, dat hij Sir John Pringle
aangewezen had om een onderzoek ter plaatse
in te stellen.
VOOR DEN VIERDEN KEER UIT DE
GEVANGENIS ONTSNAPT
De beruchte ir.breker Franz Kirsch, die nog
een lange tuchthuisstraf moest ondergaan, is
voor den vierden keer ontsnapt. Toen hij in
het administratiegebouw der strafgevangenis
Sonnenburg zou worden voorgeleid wist hij
met een medeplichtige te ontsnappen.' Beiden
worden in Berlijn gezocht.
EEN KIND ZONDER KLEEREN.
Op een tentoonstelling van kleine kinderen
te Lingfield in Surrey, heeft Betty Frogatt,
een kindje van negen maanden, een eersten
prijs behaald. Betty heeft, zoo oud als zij is,
nooit kleertjes aan gehad.
200 TAXI'S VERBRAND.
Te Auibervilliers zijn Maandag vier loodsen
van een taxi-onderneming afgebrand. Een 200-
tal taxi's ging mee in vlammen op. Men schat
de sohade op ongeveer twee millioen francs.
Toen het stoomschip Adam van de lijn Lu-
beck-Travemunde Zondag een brug passeerde,
werd een scheepsjongen. die een stootkusSen
tusschen het schip en de brug wilde hangen,
het hoofd van het lichaam gescheiden. Onder
de passagiers ontstond groote ontroering. De
meesten verlieten het schip, dat eerst na ge-
ruimen tijd den tocht naar Travemunde kon
voortzetten.
WEERT. Hedennacht is de bliksem
inaeslagen in de graansilo van de meel-
fabriek van Gebr. v. d. V. In de silo be-
vond zich 200.000 K.G. graan.
Kantoor en woning van den bedrijf si ei
der, den heer J., brandden eveneens uit.
De heer vrouw en dochtertje van 5
maanden vonden den verstikkinasdood.
De politie stelt een onderzoek in.
PROVINCIALE STATEN
VAN ZEELAND.
Zitting van Maandag 2 Juli,
des morgens half twaalf.
Voorzitter de Oommissaris der Koningin.
Tegenwoordig 39 leden. Afwezig de heeren
Frujjtier, Wallien en Brandsma.
Ingekomen was een verzoek van Burg, en
Weth. van Graauw en Langendam om subsidie
uit het Prov. Wegenfonds voor onderhoud van
den weg Hulst-Walsoorden, met afschriften
van brieven terzake van de commissie van be-
heer en onderhoud van dien weg en van Burg,
en Weth. van Hulst. Dit werd om bericht en
raad gesteld in handen van Ged. Staten.
Het Provinciaal verslag.
Bij de weder aanbieding van het provinciaal
verslag over 1927 wees de heer OVERHOFF op
de passage in dat verslag over de werkloosheid
in Zeeland, die ook in de Tweede Kamer is be-
sproken en meende, dat uit de mededeelingen
blijkt, dat Ged. Staten zijn voorgelicht door
werkgevers en de werknemers niet zijn ge-
hoord. Hij vroeg of Ged. Staten in het gespro-
kene in de Kamer geen aanleiding vinden een
nader onderzoek in te stellen en van het re-
sultaat in de najaarszitting kennis te geven.
De VOORZITTER verzekerde het vraagstuk
der werkloosheid de voile aandacht heeft van
Ged. Staten.
De heer VAN 'T HOFF maakt enkele op-
merkingen over de opgenomen balans der
P.Z.E.M. Het verslag werd verder voor kennis-
geving aangenomen.
Renteloos voorschot voor de P.Z.E.M.
Vervolgens had de herstemming plaats over
het voorstelOverhoff om de mededeeling van
Ged. Staten betreffende het verstrekken door
het rijk van een renteloos voorschot aan de
N.V. „P.Z.E.M." niet voor kennisgeving aan te
nemen, doch naar de afdeelingen te verzenden.
Thans werd het voorstel aangenomen met 20
tegen 19 stemmen.
Wijziging reglement van orde voor de
vergadering, w. o. vaststelling
ambtsgebed. i
Zooals bekend stelden Ged. Staten o.a. voor
het formulier van het amibtsgebed bij den aan-
vang der vergadering te doen luiden: „Almach-
tig God! Wij bidden U, dat Gij ons ondersteu-
nen wilt in het volbrengen der werkzaamhaden,
welke ons zijn opgelegd, en dat deze bevorde-
lijk mogen zijn aan de belangen van dit ge-
west. Amen."
Dit voorstel heeft in de afdeelingen verschil-
lende meeningen tot uiting doen komen. Ver-
schillende leden meenden, dat bidden in de bin-
nenkamer behoort te geschieden en dat zij vree-
zen, dat, door hetgeen thans staat te geschie
den, de religie omlaag zal worden gehaald. Zij
protesteeren er tegen, dat de meerderheid de
minderheid dwingt tegenwoordig te zijn bij een
handeling, waarmede zij zich niet kan vereeni-
gen. Een lid zou willen bepalen, dat het gebed
wordt uitgesproken voor de in art. 68 der
Provinciale wet bedoelde opening der vergade
ring. Andere leden zouden het uit te spreken
formulier facultatief wenschen te stellen. Daar-
door zou worden bereikt, dat als op het besluit
tot invoering werd teruggekomen, geen regle-
mentswijziging noodig is. Dat dit daardoor
reeds geschieden zou, kunnen deze leden niet
inzien. Een der tegenstanders meent, dat een
formuldergebed in het Reglement van orde niet
op zijn plaats is en als Ged. Staten volhouden
dat dit wel het geval is, zegt het bedoelde lid,
dat het Reglement niet de volgorde van de
werkzaamheden der vergadering regelt, maar
de orde van sommige werkzaamheden.
Van de zijde der principieele voorstanders
van een amibtsgebed wordt de indienng van een
amendement aangekondigd, strekkende am tus
schen de thans in het formulier voorkomende
woorden „gewest'' en „Amen" in te voegen:
„Verhoor ons om Christus' wille."
Een lid, dat in de vorige vergadering voor-
waardelijk zijn stem aan het voorstel gaf,
verklaart thans onvoorwaardelijk zijn stem aan
het voorstel te zullen geven. Zelfs nu de voor
zitter onder bepaakle omstandigheden een vrij
gebed kan uitspreken.
Ged. Staten antwoorden geen bezwaar te
hebben tegen de gewenschte uitbreiding van
het gebedsformulier met de woorden: „Verhoor
ons om Christus' wille" en hun voorstel in
dien geest te wijzigen. Verder meenen zij zich
van gedachtenwisseling over dit onderwerp te
mogen onthouden. Alleen merken zij op, dat
het uitspreken van een amibtsgebed bezwaarlijk
kan plaats vinden voor de in art. 68 der wet
bedoelde opening, omdat de zitting der Staten
eerst aanvangt met en door die opening.
Naar aanleiding van opmerkingen over
andere onderdeelen van het reglement stellen
Ged. Staten nader voor te bepalen, dat hij, die
bij een bepaalde stemming zijn stem niet
wenscht uit te brengen, daarvan kennis geeft
aan den voorzitter. Hjj wordt dan geacht, voor
die stemming, niet aanwezig te zijn.
Behalve enkele wijzigingen in de wijze van
stemmen, nemen Ged. Staten over am beslist
vast te houden aan de gewoonte, dat bij stem
ming over versohillende vacatures afzonderlijk
wordt gestemd.
De heer REILINGH zeide, dat het zeker niet
te verwonderen is dat de tegenstanders van het
ambtsgebed er zich ook nu niet mede kunnen
vereenigen, doch zij moeten zich naar de meer
derheid schikken. Men had echter gehoopt, dat
de kwestie zoo zou worden geregeld, dat men
de tegenstanders niet zou dwingen daaraan
deel te nemen, waar deze in de onderling over-
leg opgestelde gebedsformule een naar om
laag trekken der religie zien. Mater men dwingt
ook den voorzitter tot een bepaald godsdiensti-
ge handeling in het openbaar en al moge dit
nu voor den tegenwoordigen voorzitter geen
bezwaar zijn, dit kan het voor andere wel zijn
en het lijkt wel of men benoeming van anders-
denkenden wil uitsluiten.- Spr. meent men een
en ander kan onuervangen door te bepalen, dat
voor de vergauenng, zij die dit wenscnen aan
wezig kunnen zijn bij een gebed door den voor
zitter of een der leden. Dit gebeuit o.a. ook in
ciassicaie vergaderingen, die sgeopend woiden
na het uitspi eken van een gebed. bpr. wil geen
voorstel doen, maar afwachten of van rechts
tegamoet wordt gekomen.
De heer ONDERDIJK zal met veel meer
zeggen, maar meent er hier een concurrentie-
geest is tusschen de rechtsche partijen, anders
bad men er wel eerder mede gekomen, nu is
men bang voor de gioep-Kodde. Spr. stelt voor
te lezen: „In elke zitting der Staten kan na
de in art. 68 der Prov. wet bedoelde opening,
door den voorzitter een gebed worden uitge
sproken."
De heer OVERHOFF wil beslist het geheele
artikel 1 zien geschrapt.
De heer KODDE zegt, dat het gebed in de
vergadering moet worden uitgesproken, verder
zai hij geen principieel debat meer houden.
De heer v. d. WART zegt, dat de C.-H. de
vorige maal zijn weggegaan, omdat er een ver-
schil met de andere rechtsche partijen was,
maar nu het eenmaal is aangenomen, staan zij
er objectief tegenover. Men moet niet terug-
keeren op een genomen besluit.
De heer OVERHOFF zegt, dat dit toch wel
meer gebeurd is, ook met een vyijziging van
het reglement,
De heer WELLEMAN meent, dat hij de vo
rige maal zijn standpunt voldoende heeft toe-
gelicht.
Het amendament-Onderdijk wordt verwor-
pen met 24 tegen 15 stemmen en daarna het
voorstel van Ged. Staten aangenomen. met 24
tegen 15 stemmen. De 24 stemmen waren van
de aanwezige rechtsche leden en den heer van
Oeveren. De 15 stemmen van de overige link-
sche leden.
Verder gaven de wijzigingen in het regle
ment geen aanleiding tot discussie en werden
z.h.s. aangenomen.
Electrificatie Noordgroep.
Het voorstel om aan de P.Z.E.M. ten behoeve
van de electrificatie van de Noordgroep een
nader crediet van 527.000 te verleenen,
maakte in een der afdeelingen geen onderwerp
van bespreking uit.
Een lid in een der afdeelingen merkte op
dat hem is gebleken, dat de raad van advies
niet is gehoord, lets waartegen hij meent pro
test te moeten aanteekenen. Hij heeft echter
niet meer de bezwaren van de vorige maal, nu
niet meer alleen de meest rendabele stukken
worden ter hand genomen.
Een ander lid meent ook, dat de raad van
advies had moeten worden gehoord.
Van de zijde van Ged. Staten werd toege-
zegd dit ter kennis van den raad van bestuur
te zullen brengen. In de derde afdeeling werd
de zaak uitvoerig besproken. Een der leden
vraagt waarom Zierikzee ontbreekt onder de
gemeenten, die bij de P.Z.E.M. op electrici-
teitsvoorziening aandringen en hem is ter oore
gekomen dat die gemeente plan heeft een eigen
centrale op te richten. Hij vraagt of Ged.
Staten dat ook hebben gehoord en of zij denken
dat een dergelijk plan kans van slagen heeft.
Ook Ged. Staten hebben iets daarvan ge
hoord, doch de kans van slagen acht het aan
het woord zijnde lid van het college gering,
omdat behalve dat vergunnin# noodig is, het
practisch onmogelijk is, dat door een kleine
gameentelijke centrale voor denzelfden prijs
als door de P.Z.E.M. stroom kan worden ge-
leverd.
Een ander lid vroeg hoe het mettertijd met
Tholen, Scherpenisse en St. Maartensdijk moet
gaan, waar op vanwege Ged. Staten geantwoord
werd, dat die gemeenten niet zijn opgenomen
omdat zij de lichtvoorziening al zelfstandig ter
hand hebben genomen. Zij worden afzonderlijk
genoemd om te doen uitkomen, dat zij niet in
de kostenberekening zijn begrepen. Een lid
vraagt of het de bedoeling is, als Tholen tot
electriciteitsvoorziening mocht overgaan in ver-
band met haar gasfabriek, tusschen deze ge
meente en de P.Z.E.M. een overeenkomst te
treffen. Van de zijde van Ged. Staten werd
hierop geantwoord, dat de P.Z.E.M. ten alle
tijde bevoegd is, zonder eenige verplichting ten
opzichte van reeds bestaande gas- en electrici-
teitsvoorzieningsinrichtingen, haar stroomle-
vering uit te foreiden. Na een veronderstelling
van een lid, dat door de electri'citeit de gas-
productie zou achteruit kunnen gaan, werden
voorbeelden genoemd, waar juist door de elec-
triciteit geen aohteruitgang, maar zelfs sta
ging van het gasdebiet viel waar te nemen.
Naar aanleiding van de opmerking over het
niet hooren van den raad van advies, wijzen
Ged. Staten er op, dat die raad destijs gehoord
is over het grondplan tot electrificatie van de
Noordgroep, van welk grondplan het thans
aangeboden voorstel slechts een nadere uit-
werking is.
De heer CATSHOEK vraagt of als Zierikzee
nog tot aansluiting besluit die gemeente alsnog
het reeht van distributie houdt.
De heer VAN DER WEIJDE zegt dat toezeg-
gingen van vroeger zijn vervallen door latere
wyzigingen.
De heer CATSHOEK wil een definitief ant
woord.
De her VAN DER WEIJDE zegt, dat Ged.
Staten deze zaak dan nog nader moeten be-
zien, spr. kan geen definitief antwoord geven.
Het voorstel wordt hiema z.h.s. aangenomen.
UiUoering Provinciale Wet.
Bij de behandeling van het voorstel tot het
vaststellen van enkele zaken ter uitvoering van
de Provinciale wet, kwam men in alle afdee
lingen op tegen de delegatie van macht aan
Ged. Staten ter zake van het koopen, ruilen of
vervreemden, het bezwaren of verpanden van
provinciale eigendommen, het treffen van da-
dingen daaromtrent en het aanvaarden der
aan de provincie gedane legaten of schenkin-
gen, alsmede het beoordeelen en beslissen of
de provincie rechtsgedingen zal voeren. Een
lid ziet hierin een uiting van het alom blijkend
streven om den invloed van het algemeen
kiesrecht zooveel mogelijk te beperken. Een
beroep op de verzorging van het wegennet
wordt allerminst afdoende geacht, omdat daar-
bij streekbelangen betrokken zijn, die de Sta-
tenleden uit die streek het best kunnen beoor
deelen. Ook inzake het voeren van rechtsgedin
gen kunnen de Statenleden waarschuwingen la-
ten hooren, die goed kunnen zijn. De Staten
moeten de bevoegdheden houden die zij heb
ben; bij overdracht aan Ged. Staten zijn zij al-
les kwijt. Men vraagt of er zich in het verle
den bepaalde feiten hebben voorgedaan, die de
voorgestelde overdracht noodig of wenschelijk
maken. Andere leden zouden desnoods de be
voegdheden van Ged. Staten aan een zekere
limdet willen binden.
De leden van Ged. Staten merkten in de af
deelingen op, dat zij zich de bedenkingen wel
kunnen voorstellen, doch naar hunne meening
zal het voorgestelde tot heil van de provincie
strekken. De moeilijkheden hebben zich inder-
daad herhaalde malen voorgedaan, o.a. bij wegs-
verbetering als dikwijls op korten termijn stroo-
ken grond moeten worden gekocht of geruild.
Dit geldt ook voor het voeren van rechtsgedin
gen. Het gaat om machtiging voor kleinere
dingen. Groote zaken van belang komen toch
aan de orde bij de begrooting.
Gevraagd wordt of men dit in het besluit
kan doen uitkomen. Een lid meent, dat er
geen groot bezwaar is de machtiging te ver
leenen, die bij misbruik toch weder kan wor
den ingetrokken. Een lid van Ged. Staten zei
de, dat met de gemaakce op.merkingen rekening
kan worden gehouden en ei ook een linnei. kan
worden va^.gesteld. in een afdeeling wordt ge
stemd en staken de stemmen. (77).
Ged. Staten handhaven hun voorstel onge-
wijzigd.
De heer VAN 't HOFF meent, dat het twee
de deel van dit voorstel, nadat het eerste z.h.s.
is aangenomen, dat hier een te groote delegatie
van macht plaats heeft, die in de praktijk niet
noodig is gebleken. Spr. dringt er dan ook op
aan die delegatie, die door art. 132 en 135 der
wet mogelijk is, niet te verleenen.
De heer DE BAARE meent, dat de huidige
toestand niet bewezen heeft, niet in het belang
der Provincie te zijn, Spr. heeft dan ook niet
begrepen, waarom overdracht wordt vooige-
steid. Als 't is om het de Statenleden makkelij-
ker te maken, dan kan spr. voor zjjn fractie
verklaren, zij er zelf wel voor zal zorgdragen.
De heer ADRIAANSE acht het hier een zeer
principieele kwestie en dat ook de praktijk niet
de noodzakelijkheid heeft aangetoond van de
ze wijziging, staat voor hem vast. Het stellen
van een lemiet is ook zeer moeilijk. Spr. kan
dan ook geen termen vinden om voor het voor
stel te stemmen.
De heer VAN DUSSELDORP ontkent, dat
men de macht van de Prov. Staten wil verklei-
nen. Het is echter door verschillende provin-
cies noodig geoordeeld dat deze wijziging werd
aangebracht in de wet. Het gaat hier om be-
sldssing door Ged. Staten van kleinere kwes-
ties. De rechtsgedingen zijn opgenomen, om
dat die ook bij koopen, ruilen enz. van grond
aan de orde kunnen komen.
De heer WELLEMAN acht het juist de sta
ten het heft in handen houden, maar heeft wel
gedacht, dat Ged. Staten van Zeeland er als
de kippen bij zouden zijn van de wijziging der
wet gebruik te maken.
De heer DE BAARE acht de verdediging
van het voorstel zeer zwak en wijst er op, dat
de beoordeeling van wat een kleinigheid is toch
ook bij Ged. Staten zal blij.ven berusten en dit
alleen reeds acht hij een bezwaar.
Het voorstel betreffende de delegatie van
macht aan Ged. Staten wordt verworpen met
30 tegen 9 stemmen.
Met Ged. Staten stemden de heeren Mes,
Dumoleijn en van Waesberghe voor het voor
stel.
Verpleging behoeftige blinden.
Tegen het voorstel om Ged. Staten te mach-
tigen over 1928 voor elken behoeftigen blinde
uit Zeeland, die in eenig behoorlijk ingericht
gesticht voor blinden verpleegd wordt, een bij-
drage, berekend tegen 50 per jaar, uit de
Prov. kas toe te kennen, had in een der afdee
lingen een lid bezwaar, dat de Prov. zich be-
geeft op het terrein van de armenzorg. Een
lid van Ged. Staten antwoordde, dat de pro
vincie hier dient bij te dragen, waar de lief-
dadigheid tekort schiet.
De heer JOZIASSE acht het verkeerd, dat de
provincie zich begeeft op het terrein van ar
menzorg.
Het voorstel wordt aangenomen, waarbij de
heer Joziasse geacht wordt te hebben tegen
gestemd.
Subsidie voor Handelsonderwijs.
Het voorstel tot het verleenen van subsidie
aan de handelsscholen te Middelburg, Goes en
Hulst ontlokte bij een lid de opmerking, dat al
zouden wellicht algemeene regels wenschelijk
zijn, men toch voorzichtig moet zijn, omdat
hetgeen theoretisch juist is, in de practijk niet
steeds uitvoerbaar blijkt. Een ander lid zou
Voor vast regelen kunnen voelen, als men aan
het begin van subsidieexing stond, maar niet
nu het waarsohijnlijk de laatste maal is, dat
de provincie een suibsidie geeft. Een lid van
Ged. Staten is het daarmede eens en zegt o.a.
nog, dat in de praktijk de gemeenten meer ge
ven dan de provincie. Dit is zoo zelfs te Hulst
en bij Middelburg en Goes is dit in nog meer-
dere mate het geval. Een lid eener andere af
deeling meent, dat er aan de bevoorrechting
van Hulst nu maar eens een einde moet ko
men. Hij zal voor het laatst voor het voor
gestelde subsidie stemmen. Een ander lid is
het daarmede eens, maar zegt, oat een ont-
werp van wet tot regeling van het H. O. hij
de Staten-Generaal is ingediend. Een lid van
Ged. Staten betuigt instemming met die woor
den en herinnert er aan, dat Hulst, hoewel een
kleine gemeente, de centrale plaats voor dat
deel van Zeeuwsch-Vlaanderen is. Daarin ligt
ook de reden voor de bevoorrechting" van
Hulst en nu reeds bij vorige besluiten voor de
school aldaar van de overigens geldende rege
ling was afgeweken, meenden Ged. Staten het
thans in behandeling zijnde voorstel te moe
ten doen. In de derde afdeeling gaf dit voor
stel geen aanleiding tot eenige gedachtenwisse
ling. Het voorstel wordt zonder discussie of
hoofdelijke stemming aangenomen.
Tramlijn HoofdplaatBreskens.
Het voorstel om de termijnen, waarbinnen
de benoodigde gelden bijeen moeten zijn, resp.
de lijn HoofdplaatBreskens van de Zeeuwsch-
Vlaamsche Tramwegmaatschappij in exploita-
tie moet zijn gebracht, in verband met het
renteloos voorschot, te verlengen tot 1 No
vember 1928 en 1 Januari 1930, gaf slechts
in een afdeeling aanleiding tot bespreking.
Een lid merkte op, dat hem het nut van deze
lijn ontgaat, wijl toch de ligging van Hoofd
plaat zoowel uit een oogpunt van passagiers-
als van goederenvervoer zonder meer een der-
gelijken aanleg niet noodzakelijk maakt. Mocht
evenwel de aanleg met het oog op een even-
tueel in de toekomst te verkrijgen snelvervoer
BreskensTer Neuzen noodzakelijk zijn, dan
zou daarmede naar zijn oordeel de aanleg vol
doende gerechtvaardigd zijn. Als door hem het
oordeel van Ged. Staten wordt gevraagd, wordt
hem vanwege het college geantwoord, dat het
geen aanleiding kan vinden tot de verwachting
dat de lijn zulk een noodzakelijk deel zal uit-
maken van een snelvervoer voor Breskens
Ter Neuzen als door het lid bedoeld wordt.
Een ander lid meent, en van de zijde van Ged.
Staten wordt deze meening gadeeld, dat wel
is waar de Staten thans bezwaarlijk de ver-
lenging van den termijn zullen kunnen weige-
ren, nu de materialen reeds zijn aangevoerd,
doch hij vraagt zich toch af, of de lijn met
het ook op de rendabiliteit dat subsidie wel
waard is. Dit mag volgens het ander lid der
afdeeling zonder meer geen voldoende argu
ment zijn om het voorstel van Ged. Staten aan
te nemen.
Ged. Staten handhaven hun voorstel, dat
z. h. s. wordt aangenomen.
Subsidie Proeftuin.
Naar aanleiding van het voorstel aan de
Vereeniging tot bevordering van Tuinbouw-
onderwijs op Schouwen■Duiveland in de kos-
ten van oprichting van een proef- en demon-
stratietuin een bijdrage ineens te verleenen
tot een maximum van f 2500 en voorts onder
zoodanige voorwaarden en bedingen als nader
door Ged. Staten noodig zal worden geacht,
heeft in een der afdeelingen een lid op prin
cipieele gronden bezwaar gemaakt, zijn stem
aan dit voorstel te geven. Naar zijn meening
behoorde men niet voor allerlei aangelegen-
heden bij de provincie om steun aan te kloppen,
doch dienen belanghebbenden zelf in de eerste
plaats er voor te zorgen. dat de noodige gelden
bijeen komen.
Ook dit voorstel wordt zonder duscussie of
hoofdelijke stemming aangenomen.-
Benoeming buitengewoon lid Ged.
Staten. 1
Na de pauze wordt tot lid der Staten be
doeld bij art. 89 der Prov. Wet herbenoamd de
heer Wallien met 23 stemmen, tegen 7 op den
heer Kakabeeke, 1 op den heer v. d. Wart en
9 bianco.
Bij deze stemming was ook de heer Wallien
aanwezig.
Veerdienst ZijpeAnna Jacoba polder.
Bij het voorstel om den proeftijd voor een
subsidie aan de Rotterdamsche Tramweg-Maat-
schappij voor de uitbreiding van den stoom-
bootdienst tusschen Anna Jacobapolder en Zijpe
met f 3 per enkele reis te verlengen tot 1
Januari 1929, werd door een lid gevraagd, of
vooral de tarieven voor het vervoer van auto's
welke reeds vermindering hebben ondergaan
niet verder verminderd kunnen worden. Hjj
vindt die nog veel te hoog, waarmede men het
in deze afdeeling algemeen eens is, ook de
beide leden van Ged. Staten. Dit college deelen
dan ook mede, dat zij dd. 15 Juni jl. bij de
Maatschappij op verlaging van het tarief voor
auto's op het veer hebben aangedrongen, waar-
op nog geen antwoord is ontvangen.
Zonder discussie of hoofdelijke stemming
wordt dit voorstel aangenomen.
Verzekering motorveerboot „Koningin
Wilhelmina".
Het voorstel om de verzekering van de
„Koningin Wilhelmina" alsnog met een jaar
te verlengen en gedurende dien tijd voor die
boot niet in het reservefonds bij te dragen, gaf
een lid aanleiding te vragen hoeveel alle aan
de boot verrichtte herstellingen hebben gekost.
Een ander lid gaf uiting aan zijn principieel
bezwaar tegen verzkering in het algemeen en
dus ook tegen het voorstel.
In alle afdeelingen werd gevraagd, waarom
verzekering voor niet meer dan een jaar wordt
voorgesteid. b.v. voor drie jaren, Een lid van
Ged. Staten antwoordde, dat men het beter
acht, de verzekering slechts voor een jaar voor
te stellen, opdat deze aangelegenheid het vol
gende jaar weder kon worden beoordeeld.
Hoewel de vraag naar de kosten bij dit
onderwerp minder op haar plaats is, deelen
Ged. Staten mede, dat die herstelling in het
geheel j 11.818,08 hebben gekost, waarvan on
geveer 9000 voor het maken en aanbrengen
van een golfbreker en het wijzigen van de lier
voor het oplialen daarvan. Ged. Staten hand
haven overigens hun voorstel.
De heer MES stelt voor in plaats van 1 jaar
3 jaar te lezen voor den duur der verzekering.
De heer KODDE zegt, dat zijn fractie prin
cipieel tegen verzekering is, en ook tegen een
reservefonds, en daarom kunnen zjjihun stem
niet aan dit voorstel geven.
De heer VAN ROMPU deelt mede, dat Ged.
Staten het voorstel van den heer Mes ovememen.
De heer ADRIAANSE vraagt of de lange
termijn geen moeilijkheden kan opleveren.
De VOORZITTER zegt dat men er altijd
nog op terug kan komen.
Het voorstel wordt aangenomen, waarbij be
3 staatkundig gereformeerde leden geacht wor
den te hebben tegengestemd.
Subsidie ter verbetering van het
Schapenras. I
Het voorstel om aan de Vereeniging tot Ver
betering van het Schapenras in Zeeland voor't
jaar 1928 een subsidie te verleenen van j 100,
gaf in de afdeelingen geen aanleiding tot be
spreking. Dit voorstel wordt aangenomen
zonder hoofdelijke stemming.
Rekening over 1926.
Ter vaststelling was aangeboden de reke
ning over 1926, aanwijzend in ontvangst
2.894.460.48 en in uitgaaf 3.181.818.48, al-
zoo een kwaad slot van 287.358.
In een afdeeling vroeg een lid naar de
oorzaak van het versehil onder de ontvangsten
van de raming ad f 78.000 en het werkelijk
ontvangen bedrag van f 61.045,94, betreffende
teruggaaf door de P. Z. E. M. van de rente
ad 6 van een .aan haar verstrekt kapitaal
van 1.300.000.
Ged. Staten antwoordden, dat bedoeld bedrag
niet in zijn geheel voor de P. Z. E. M. is opge
nomen. Zander discussie wordt de rekening
vastgesteld als voorgesteid.
Besloten wordt de volgende vergadering te
houden op Vrijdag 20 Juli te 10 uur.
De VOORZITTER deelde mede, dat de afdee
lingen Dinsdagmorgen vergaderen ten einde te
behandelen de voorstellen inzake de electrifica
tie, het verenreglement, het verzoek om vrijver-
klaring van den polder Borsselen, het aangaan
eener leening -en wijziging der begrooting 1928.
Ddnsdag werd hier een openbare vergade
ring van den gemeenteraad gehouden. Alle
leden waren tegenwoordig.
Ingekomen waren de volgende stukken:
1. Brief van Ged. Staten berichtende, dat
eenige ingezetenen dezer gemeente van de
gemeente St. Jansteen verzocht hadden om
aansluiting aan hun electrisch net voor leve
ring van licht. Gemeentebestuur van St. Jan
steen en het bestuur van de P.Z.E.M. hadden
daartegen geen bezwaar. Gevraagd wordt of de
Raad van Koewacht bezwaar heeft tegen in-
williging van dit verzoek. Daartegen heeft de
Raad niet de minste bedenking.
2. Brief van idem met mededeeling, dat be
zwaar bestaat tegen goedkeuring van het
raadsbesluit van 7 Juni 1.1., tot heffing en in-
vordering van de veranderde opcenten op de
hoofdsom der personeele belasting, omdat naar
hare meening daardoor een lagere opforengst
kan worden verwacht in 1929 en nog niet kan
worden beoordeeld of deze vermindering van
inkomsten al of niet bezwaren zal opleveren.
Zij stellen daarom voor, die besluiten in te
trekken. De Raad is daartoe niet genegen. De
opcenten zijn verlaagd, omdat de hoofdsom
over het algemeen vermeerderd is. Door de
laatste schatting zijn van vele huizen de huur-
waarde aanmerkelijk verhoogd geworden, zoo
dat de opbrengst hoogst waarschijnlijk niet
minder zal bedragen.
3. Missive van Ministerie van Arbeid,
Handel en Nijverheid betreffende steun voor
verbetering van woningen ten plattelande.
Wordt voor kennisgeving aangenomen.
Tegen verlegging van de kermis te Biervliet
bestaat geen bezwaar.
B. en W. leggen over proces-verbaal van de
opneming van de kas en de boeken van den
gemeente-ontvanger op 28 Juni 1928. De in
komsten over 1927 bedroegen 52467,77 en
over dienst 1928 f 9531, te zamen f 62240,39
De uitgaven waren over 1927 f 49774,79 en
over den dienst 1928 f 11383,82, te zamen
f 61158,59. In kas moest dus zijn f 1082,30.
Dit bedrag was aanwezig.