ALGEMEEN NIEUWS- EN AOVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
No 8238.
Woensdag 2? funi 1928.
68e Jaargang.
Sam en zijn schat
"FuiYenland.
ABONNEMENTSPRIJ S:
BIN N E N L A N B.
FFUItLKTOH.
Tabletten
Binnen Ter Neuzen f 1,40 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen fr. per post f 1,80 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post 6,60 per jaar
Voor Belgie en Amerika f 2,25, overiqe landen f 2,60 per 3 maanden fr. per post Abonnementen voor het buitenland alfeen bij vooruitbetaling.
Dit blad verschijnt iederen Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond.
nederlandsche MAATSCHAPPI]
VOOR NI)VERHEID EN HANDEL.
1e de Zaterdagmorgen te Middelburg
voortgezette vergadering, werd na ver-
welkoming van den minister van Arbeid,
e« den Commissar s der Koningin, aan de
crde gesteld het doen van meded'eelingen
door de departementen.
^De heer prof. Kloppers uit Arnhem
wekte daarbij op tot een druk bezoek aan
de ITA en deelde mede, dat binnenkort
een bijeenkomst met enkele departemen
ten in die omgeving op de tentoonstelling
wordt gehouden. Hij wekte de Ieden op,
zich daarbij aan te sluiten. Spr. was het
volkomen eens met de openingsrede van
den voorzitter, maar meent. dat men ver-
der moet gaan en een werk over de toe-
standen in Indie moet samenstelkn.
Namens het departement den Helder,
zette de heer Kolf uit Wieringen uiteen,
hoe de belangen van dit jongste depar
tement kunnen worden gediend.
De voorzitter bracht beide heeren dank
en zegde toe dat de wenschen van den
heer prof. Kloppers zal worden onder-
zocht.
Hierna kwamen aan de orde de rap-
porten over de
Wederkeerigheid in de handelspolitiek.
Verschillende heeren voerden hierover
het woord, bijna alle waren onvoorwaar-
delijk voor vrijhandel in zijn tegenwoor-
digen vorm, doch enkele andere meen-
den, dat het toepassen van het standpunt
van meestbegunstigde natie en de weder-
keerigheidsgedachte dgarmede niet in
strijd is.
Sonlmige leden meenden, dat de voor-
standers van actieve handelspolitiek zelf
geen vaste lijn aan weten te geven en te
veel verdeeld zijn. Zij achten iedere ver-
hooging der invoerrechten een stap in de
rjchting van protectie.
Een krachtig pleidooi voor vrijhandel
werd gehouden door den heer dr. F. E.
Posthuma.
Ten slotte werd namens de departemen
ten Leiden en de Zaanstreek een motie
voorgesteld, waarin de vergadering als
haar oordeel uitspreekt, dat een stelsel
van .wederkeerigheid in den vorm van
injvoerrechten weliiswaas bevorderlijk kan
zijn aan het tijdelijk belang van eenige
bedrijven, doch dat dit stelsel het alge-
meen belang slechts kan benadeelen, dat
de wenschelijkheid om een wijziging
in onze handelspolitiek te brengen.
overigens evenmin aannemelijk is ge-
maakt dat er dus geen aanleiding is om
een standpunt te aanvaarden, dat afwijkt
van datgene, door de Maatschappij inge-
nomen op haar buitengewone vergade
ring van 31 Januari 1922 te Utrecht.
Tegen de motie stemden alleen de de
partementen Den Haag en Maastricht en
een begunstiger, terwijl ook enkele stem-
men in bianco waren uitgebracht.
De motie was dus aangenomen.
VERLAGING DER LEERLINGEN-
SCHAAL.
In parlementaire en ook, naar zich be-
grijpen laait. in onderwijskringen, heerscht
een zekere spanning over de vraag, of de
regeering het door beide Kamers der Sta-
ten-Generaal aangenomen initiatief-voor-
stel van het Tweede Kamerlid A. Zijlstra
inzake verlaging der leerlingenschaal al
dan niet ter bekrachtiging aan de Kroon
zial voordragen meldt de Tel.
Wij mogen er in dit verband op wijzen
Uit hef Engelsch
P G WODEHOUSE.
dat het al eens gebeurd is, dat aan een
initiatief-voorstel door de Kroon de ver-
eischte sanctie-onthouden is. Dit betrof
het door beide Kamers in 1917 aanvaard
initiatief-wetsvoorstel van mr. Marchant
tot wijziging van art. 26 der L. O. wet
(onderwijzerssalarissen) dat door het
toenmalige kabinet Cort van der Linden
met aan de Kroon ter bekrachtiging werd
voorgedragen. De reden daarvan was,
zooals later door Minister Cort van
der Linden werd uiteengezet, dat de re
geering zelf deze materie zou ter hand
nemen.
EEN
BLOEMENTENTOONSTELLING
TE GENT IN 1930.
Er wordt gemeld, dat eenige bekende
personen uit de Gentsche hofbouwwereld
het plan hebben opgevat in 1930, ter gelc-
genheid van de viering van het eeuwfeest
der Belgische onafhankelijkheid, in het
Gentsche Feestpaleis, buiten de vijfjaar-
lijksche Floralies om, een groote bloemen-
tentoonstelling, hoofdzakelijk van rozen,
dahlia's, anjers en lathyrus te houden. Het
stadsbestuur is, in beginsel, bereid gevon-
den dit initiatief te steunen.
HISTORISCHE GEBOUWEN TE
BRUGGE AFGEBRAND.
i Maandagochtend zijn te Brugge uit de
16de eeuw dateerende gebouwen, die op-
genomen waren op de officieele lijst van
historische monumenten, door brand ver-
nield. Het complex bestond uit, een kape!
die tot 1878 in gebruik is geweest, een
parochiekerk en een gebouw, dat dienst
deed als tehuis voor vrouwen. De brand
ontstond in den toren van de kapel door
het omvallen van een petroleumvat. Bij
het reddingswerk werd een brandweerman
I gewond.
Uit het onderzoek meent men te mogen
vaststcllen, dat de brand aan opzet is te
j wijten. Een der bewoners zou uit wraak,
omdat met uitzetting werd gedreigd, den
toren in brand hebben gestoken.
64) Vervolg.
,,Maar hoor eens...", zeide hij moeilijk.
Op de een of andere eigenaardige manier
wandelden ze opeens samen op het tuin-
pad, en als zijn zintuigen hem niet bedro-
gen, hield hij haar handje vast en drukte
het stevig. Tenminste iemand, dien hij in
een ver verschiet scheen te zien staan,
deed dit. Deze persoon, die nogal in de
war scheen, hield die hand vast met rade-
looze vastbeslotenheid, alsof zij weer van
hem zou worden weggerukt, ,,Maar hoor
eens, dat is niet mogelijk
,,Wat is niet mogelijk!"
,,Och, dit allemaal. Zoo'n meisje als jij
zoo'n mooi, prachtig, wonderlijk meisje
kan niet van mij houden" dit woord
scheen de tooverkracht van alle eeuwen
te hebben en hij herhaalde het verbijs-
terd. „Houden... houden... houden, kan
niet van zoo'n lcerel als ik ben. houden,
Hij hield even op en vond het geheel
overweldigend. „Dit is natuurlijk onzin."
,,Waarom niet f
,,Och, zoo'n lcerel... zoo n vent...
och, ik weet niet."
Kay lachte. En opeens bedacht Sam,
DE FRANSCHE FRANC
GESTABILISEERD.
De officieele stabilisatie van den Fran-
schen franc heeft zooals gemeld
Zondag in het parlement haar beslag ge-
kregen en daarmee is, schrijft de N. R.
Crt., de kroon gezet op het groote hervor-
mingswerk van Poincare, dat een wonder
genoemd wordt. Het moet een groote
voldoening voor hem zijn dat de Kamer
met de ontzaglijke meerderheid van 450
tegen 22 stemmen het voorstel heeft goed-
gekeurd, waarbij de koers van den franc
op 124.21 francs in het pond en op 25.52
in den dollar voorgoed is vastgesteld.
Hiermee is de lange lijdensgeschiedenis
van den franc ten einde en eigenlijk een
nieuwe munteenheid ingesteld met onge-
veer een vijfde van de waarde van den
ouden franc.
In den oorlog was de franc kunstmatig
op peil gehouden door een overeenkomst
tusschen de geallieerden en binnenland-
sche wetgevende maatregelen. Maar na
den oorlog, toen er aan de internationale
overeenkomsten 'n einde kwam, begon hij
het hellend vlak af te gaan. Engeland was
het eenige oorlogvoerende land dat ten
koste van zware belastingen zijn pond
betrekkelij.k snel op het oude peil terug
kon brengen. Frankrijk verkeerde echter
in een bijzonder geval. De verwoeste
streken moesten zoo spoedig mogelijk ge-
holpen worden en het was onmogelijk
met een gegriefd gevoel, dat hij iets ver-
loor, want, dat ze glimlachte en dat hij
dien glimlach niet zien kon. Toekomstige
glimlachen kon hij zien, maar dezen spe-
ciaal niet en het scheen hem toe, dat dit
nooit meer goed te maken was.
,,Zou je iets willen weten, Sam?"
..Wat
„Nu, als je dan luisteren wilt, zal ik je
precies uitleggen, hoe ik me voel, Is er
ooit een boeiend boek van je weggeno-
men, juist toen je er midden in was?"
„Neen, dat geloof ik niet."
„Nu, bij mij wel. Het gebeurde te Mid
ways, toen ik negen was. Ik had het ge-
leend van het boodschappenjongetje, die
een groot vriend van mij was en het ging
over een man, die Cincinnati Kit heette
en die altijd met een masker en een hoop
revolvers rondliep. Ik was er net midden-
in, toen de gouvernante mij betrapte en
mij naar bed zond en het boek werd ver-
brand. Ik ben er dus nooit achter gekomen
wat er eigenlijk geibeurde in het kamertje
met de ijzeren muren, achter den Blauwen
Bar. Ik ben in geen jaren over die teleur-
stelling heengekomen, Nu, toen je mij
vertelde, dat je weg ging, besefte ik plot-
seling, dat er dan weer zooiets verschrik-
kelijks over mij zou komen en dat ik zoo
iets niet meer zou kunnen verdragen. En
ineens kwam het bij mij op, dat er in dit
leven eigenlijk niets meer de moeite waard
zou zijn, behalve aldoor bij jou zijn en naar
jou kijken en afwachten, wat voor idioots
je weer dadelijk zou doen. Zou tante Isa
bella dat nu liefde noemen
een volk dat al zijn weerbare mannen ge-
mobiliseerd had en waar, naar Poincare
in zijn groote rede in Februari in de Ka
mer uiteengezet had, alleen de vrouwen
en de grootvaders nog thuis waren ge-
bleven, dadelijk zwaar te belasten. Men
verwachtte ook gouden bergen van de
Duitsche herstelbetali'^gen die met de
rampspoedige ineenstoidng van de mark
snel wegslonken.
Leeningen in het wilde weg waren de
rechtstreeksche oorzaak van de daling
van den franc, die onder Clemenceau, na
het verstrijken der internationale overeen
komsten was begonnen. In 1920 stond de
franc reeds op 68 in het pond en was hij
al bijkans getierceerd. Miderand werd
eerste-minister en hij daalde tot 85 en in
Januari 1924 bereikte hij onder Poincare
zelfs den stand van 140, waarna hij zich
herstelde op 83, dank zij de plotselinge
uitvoering van de „doubie decime een
verhooging van alle belastingen met 20
pet. Hij zakte opnieuw toen hij zijn ambt
neerlegde, wijkende voor het kartel van
links, dat bij de verkiezing gezegevierd
had. De linkerzijde heeft met een half
d'ozijn ministers van financien, de Mon-
zie, Caillaux, Painleve, Loucheur, Dou-
mer, Peret, in ruim een jaar tijds de ver-
dere inzinking van den franc niet kunnen
stuiten en in Mei 1926 werd het duiidelijk,
dat er drastische maatregelen noodig zou-
den zijn. Een niet-politieke commissie van
financieele deskundigen ontwierp de maat
regelen die zij voor herstel noodig achtten.
Zij wilden geleidelijk overgaan tot een
stabilisatie van 175 in het pond met be-
hulp van leeningen en buiteniandsche cre-
dieten. De toestand was steeds verergerd
toen Caillaux, die de aandacht op zich ge-
vestigd had met allerlei financieele her-
vormdngsplannen, te hulp werd geroepen
en dictatordale bevoegdheden en bianco
volmacht eischte om die door te zetten.
De Kamer weigerde echter zulke voor-
rechten aan hem te verleenen en het ge-
volg was, dat hij en d s regeering-Briand
verslagen werden. Herriot trachtte daar-
op een coalitie-regeering van nationale
eendracht te vormen, maar Poincare wilde
daarin niet als minister van financien zit-
ting nemen, indien hem niet tegelijk het
eerste-ministerschap werd opgedragen.
Herriot slaagde er slechts in uit de niet
radicale partijen Loucheur en Colvat in
zijn ministerie te krijgen. De nieuwe re
geering verscheen in een Kamer die in een
paniek verkeerde toen medegedeeld moest
worden dat de Schatkist vrijwel leeg was,
terwijl de franc reeds op vijf cent onge-
gedaald was. Het ministerie werd
veer
dadelijk omver geworpen en in den uiter-
sten nood werd Poincare ontboden, om
het land voor een financieele ramp te be-
hoeden. Hij smaakte de voldoening dat
dezelfde Kamer die in 1924 gekozen was
om hem terzijde te stellen, hem gedwee
volgde en het gezag van zijn persoon was
zoo groot dat reeds zijn aan het bewind
komen voldoende was om het vertrouwen
van de Franschen, die zelf koortsachtig
voor den franc vluchtten, te herstellen.
De franc herstelde zich spoedig tot 6 cent
en de buitengewone bevoegdheden, d';e
men aan Caillaux geweigerd had, werden
aan Poincare als hoofd van een ministerie
van nationale eendracht verleend. On-
verwijld werd nu een amortisatie-fonds
ingesteld, dat beheerd werd buiten alle
po'liitieke en parlementaire invloeden en
dit geschiedde in een plechtige gemeen-
schappelijke vergadering van Kamer en
Senaat te Versailles, zooals alleen gehou
den wordt voor de verkiezing van een
president van de republiek of een grond-
,,Zeker", zeide Sam vol overtuiging.
,,In ieder geval is het mijn manier. Ik
wil jaren en jarep en jaren lang bij je zijn
en al je dwaze dingen afwachten."
,,Weet je, wat ik nu het allereerst doen
ga", zeide Sam. ,Jou een zoen geven.
De minuten snelden voorbij.
,,Kay", zeide Sam.
-•K'
,,Weet je... Neen, je laCht me uit!
,,Heusch niet. Wat wou je nu zeggen
,,Die photo van je, die ik in de hut
vond."
,Ja, en
„Die heb ik eens gekust."
,,Eens maar
,,Neen", zeide Sam fermweg. „Als je
precies de waarheid wilt weten, iederen
dag, die God gaf en een heeleboel keeren
per dag. Lack nu maar."
,,Neen, de rest van mijn leven zal ik je
wel uitlachen, maar vanavond niet. Je bent
een schat, en ik denk", zeide Kay pein-
zend, „dat ik dat oom maar eens moest
gaan vertellen, als hij tenminste terug is.'
Je oom vertellen?"
,,Nu, hij weet graag wat er alzoo in huis
gebeurt."
„Maar dat beteekent, dat je naar bin
nen moet", zeide Sam dood verschrikt.
„Even maar. Ik steek mijn hoofd om
het hoekje van de deur en ik zeg: O ja
oom, van Sam gesproken. we hebben net
ontdekt, dat we dol op elbaar zijn.
„Ja, hoor eens", zeide Sam ernstig. „Als
je op je eerewoord wil zweren niet langer
dan dertig seconden weg te blijven."
wetsherziening. Hoewel het hierbij alleen
te doen was om de delging van de vlot-
tende schuld, werkte dit op de verbeel-
ding van het groote publiek. Het was de
plechtige inleiding van het groote hervor-
mingswerk waardoor met goedkeuring
van de openbare meening zware belastin
gen werden opgelegd en de begrooting
eindelijk in evenwicht kon gebracht
worden.
Het vertrouwen keerde terug en tegen
het einde van 1926 veranderde de specu
late die zich tot Juli tegen den franc ge-
keerd had, van karakter en begon men
steeds meer papieren francs te koopen.
Het werd nu de taak van de regeering,
met behulp van de Bank van Frankrijk, die
voor dien tijd alle middelen gebruikt had
om een daling te verhinderen, de stijging
van den franc te stuiten, welke het even
wicht van de begrooting en den buiten-
landschen handel bedreigde en een te
snelle daling van de prijzen ten gevolge
moest hebben.
Toen de Bank van Frankrijk in Decem
ber 1926 last kreeg om het peil van den
franc op 124 te handhaven, was de feite-
lijke stabilisatie tot stand gekomen en na
anderhalf jaar is hierop thans de officieele
stabilisatie gevolgd. Als men in aan-
merking neemt dat de commissie van fi
nancieele deskundigen in Juli 1926 reke-
ning gehouden had met een stabilisatie-
koers van 175 in het pond, terwijl hij nu
op goed 124 is gesteid, en dat men dit
heeft kunnen bereiken zonder de groote
buiteniandsche leeningen welke die com
missie noodig had geacht, wordt het pas
goed duidelijk welk mirakel Poincare vol-
bracht heeft.
NOBILE's TOESTAND.
Een Stefan-bericht uit Rome meldt, dat
blijkens een radiotelegram van de „Citta
di Milano" luitenant Lundborg, toen hij
de eerste maal was geland bij de groep
Nobile hij den chef-mecanicien Cecioni
niet (tevens) mee had kunnen nemen.
daarfdeze te zwaar was. Om deze reden
had Lundborg dan ook bij zijn tweede
vlucht geen mecanicien meegenomen.
Nobile heeft in een Maandag, in deu
morgen om 2 uur uitgebracht rapport te
kennen gegeven
,,Toen luitenant Lundborg bij onze tent
landde heb ik hem gezegd eerst Cecioni
mee te nemen, daarna Behonnek, vervol-
gens Troinni, dan mijn persoon en ten-
slotte Viglieri en Biagi. Lundborg, wei
gerde echter dit zoo te doen, mij mededee-
lend, dat hij bevel had gekregen onmid-
dellijk eerst mij mee te nemen, daar ik
nauwkeurige aanwijzingen zou kunnen
geven voor de opsporina van de anderen.
Hij bleef hierin vastbesloten en ook mijn
kameraden drongen er met stelligheid op
aan, dat ik zou vertrekken. Dat zou hen
kalmer stemmen voor alle mogelijkheden.
Aldus heb ik wel tegen mijn zin moeten
toegeven om een vertraging te vermijden.
Voor mijn vertrek droeg ik het commando
over aan Viglieri., die zich dit ten zeerste
waardig toonde. Het moreel van mijn
kameraden is zeer goed. Ik hoop ze spoe
dig te begroeten en hoop, dat de Godde-
lijke Voorzienigheid mij ook zal toestaan,
de anderen weer te zien.
De commandant van de ,,Citta di Mi
lano" gaf het volgende rapport omtrent
Nobile's toestand: Onvolkomen breuk
van het rechter scheenbeen, verwringing
van de rechtervoet met peesverscheuring,
sterke kneuzing aan de derde rib met een
krachtige bloeduitstorting. De genezing
zal ongeveer veertien dagen duren.
Onmiddellijk na zijn redding heeft qe-
,,Ik zou het zelf niet langer kunnen uit-
houden", zeide Kay.
En alleen in een eenzame wereld, merk-
te Sam ineens, dat zijn stemming zakte.
In de zaligheid van het zoo juist gebeurde
wonder, dat het heele aanschijn der aarde
voor hem veranderd had, was hij ietwat
geneigd geweest om geen acht te slaan
op het feit, dat hij voor iemand, die op
het punt staat om in de huwelijksboot te
stappen, slecht toegerust was met de mid
delen om een gezin te ondersteunen. Zijn
weeksalaris had hij in zijn zak en een
klein sommetje stond nog voor hem op
de bank; maar toch besefte hij wel, nu
niet juist als een goede partij te kunnen
worden beschouwd zelfs door een meisje
met al heel geringe eischen. Inderdaad,
op dit oogeniblik bezat hij, zooals in het
oude liedje stond, niets anders om zijn
bruid te bieden dan een zonnig humeur
en een woeste begeerte om te slagen.
En dat zijn nogal neerdrukkende over-
peinzingen voor een jongen man, aan wien
de sleutels van den hemel juist zijn over-
handigd en zij maakten, dat Sam wat ter-
neergeslagen was. Maar zijn natuurlij.ke
veerkraclit kwam hem al weer spoedig te
hulp. Een keer den tuin op en neer en hij
was alweer gelukkig in het vooruitzicht
van ruime belooningen, die door stralende
ba^kdirecteuren aan hem zouden worden
verstrekt, die in hun financieele harten
ten diepste ontroerd waren, als ze de ver-
loren gewaande aandeelen weer zouden
aansohouwen. Hij weigerde absoluut om
het falen van het opgraven van dezen
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN.
neraal Nobile aan zijn op den ijsschots
achtergebleven kameraden de volgende
draadlooze boodschap gezonden.
Beste vrienden, weest onbezorgd. Men
bereidt een van ski's voorzien Finsch
vliegtuig een nieuwe landing op de ijs
schots voor, Voor alle veiligheid zijn in
Engeland drie kleine vliegtuigen besteld.
Door bemiddeling der Zweden zult ge
morgen nieuwe voorraden krijgen. Ik
hoop evenwel, dat gij ze niet noodig zult
hebben, daar ik hoop U spoedig te mogen
omarmen. Misschien zou het goed zijn de
tent naar de landingsplaats te verplaat-
sen. Geef in ieder geval bericht en ver-
lies den moed niet. Nobile.
Aan zijn echtgenoote heeft Nobile het
volgende telegram gezonden:
Zegt den moeders en echtgenooten van
mijn geliefde makkers, dat zij met mij naar
Italie zullen teruakeeren. Over hen waakt
de schoone Madonna van Loreto, wier
beeltenis bij de catastrofe van het lucht-
schip onbeschadigd is gebleven. Zij zijn
volkomen gerust, omdat ik hier ben, wat
hun eenige wensch was. Voor jou en
Maria duizend groeten. Umberto.
Mariano c.s. verloren geacht.
De hoop om Mariano en zijn beide ae-
zellen, die zich van Nobile's groep hadden
afgescheiden om te trachten Noord-Oost-
land te bereiken, nog levend terug te vin-
den is nu vrijwel opgegeven. Een vlieg
tuig heeft Maandag boven al de aange-
legde depots van levensmiddelen gevlogen
en gemeld, dat zij alle nog onaangeroerd
waren. Aangezien Mariano slechts levens
middelen had meegenomen tot uiterlijk 21
a 22 Juni is het bijna onmogelijk, dat zii
nog tot de levenden zouden behooren.
De positie der overigen.
Volgens berichten van de Quest zal
het vermoedelijk drie of vier weken duren,
voordat de achter geblevenen van de
Nobile-groep en luitenant Lundborg zul
len worden gered, tenzij het zeer spoedig
gelukt hen met een licht vliegtuig op ski s
af te halen. Gelukt dit niet, dan moet ge-
wacht worden totdat het ijs voldoende zal
zijn gesmolten om een landing van een
watervliegtuig in de nabijheid mogelijk te
maken.
De groep beschikt op het oogenblik nog
voor een maand over voorraden. die nog
verder zullen worden aangevuld.
Een Zweedsch mecanicien heeft Maan
dag, volgens een bericht van Reuter uit
Stockholm, aan luitenant Tornberg ge-
vraagd, om hem met een parachute en
eenige gereedschappen boven het ijsvlak
af te zetten waarop Lundborg en de 5 lot-
genooten van Nobile zich nog bevinden.
schat in overwegang te nemen. Ergens in
Mon Repos zou die wel zijn en in Mon
Repos zou hij het vinden, al zou hij. in
tegenspraak met clausule 8 van zijn con
tract, geen steen van het huis op elkaar
laten.
Vervuld van groote plannen, schreed hij
naar het keukenraam. Daar was licht op
en hij hoorde de grokstem van zijn trou-
wen knecht. Hij tikte tegen het raam en
meteen werd het gordijn opgehaald en
Snert verscheen aan het venster. En daar-
achter Claire, die met een kleur haar lok-
ken glad streek.
„Wie daar?", zeide Snert barsch.
,,Ik ben het maar, Snert. Ik moet met
je praten."
„Hn!"
„Ludster, Snert. Ruk je een oogeniblik
los en kom op Mon Repos. Er is werk
aan den winkel."
„We moeten het huis van den zolder
tot den kelder doorzoeken. Ik heb net
gehoord, dat het stikvol aandeelen zit."
,,Als je me nou
,,Waarachtig!"
,,Beroerde dingen", zeide Snert, naden-
kend. ,,Ze slippen zoo door je handen."
En op dit oogenblik werd de stilte van
den avond verscheurd door een scherpe
stem:
..Heila Sam! Kom gauw!"
Het was de stem van Willoughby Brad-
dock en die scheen te komen van een van
de bovenkamers van Mon Repos.
(Wordt vervolgd.)
NEUZE
mstm
dooi
VtRHIT en VEBMO£!D CAAT
U ZiTTE-n
Dit is't gevaar-
iijkste moment
om kou te vatten.
Neem
„He!"