b uTfl nTa~n dT
INGEZONDEN MEDEDEELTNGEN.
Generaai Nobiie gered.
BRBiauwRsamujMsettiniiiimmammaemsBaBaamnnaaua^mB
besp: eking wel is komen vast te staan, dat de
toestand in Zeeuwscti-Vlaanderen venbetering
behoeft. Vanwege den aard mijner werkzaam-
heden was mij dat ook te voren bekend en op
16 December 1926 heb ik dan ook reeds de aan-
dacht van de Regeering gevesbigd op de groote
werkloosheid in dat gewest en gevraagd of de
Regeering bereid was op een of andere wijze
een verruiming van werkgelegenheid te bevor-
cleren.
Ofschoon de Regeering cijfers gaf betreffen-
de de werkloosheid op 30 November van dat
jaar (een tijdstip dus, waarop men zeker geen
juist beeld kan geven van de werkloosheid in
een land'bouwgewest)bleek uit de cijfers toch
wel, dat het aantal werkloozen beduidend hoo
ger was dan een jaar te voren.
Sindsdien is de toestand er niet op verbe-
terd, dooli elk jaar slechter geworden. Van
de 756 leden van den R.K. Landarbeidersbond
waren er in den afgeloopen winter 505 werk-
loos, wat dus wel een zeldiza&m hoog cijfer kan
genoemd worden. Door den beer Kortenhorst
zijai reeds verschillende oorzaken daarvoor ge
noemd en daar zouden er nog wel eenige aan
toe te voegen zijn, doch ik zal dat niet doen;
alleen zou ik nog de aandacht willen vestigen
op de werking van de Invaliditeitswet, waar-
door zij, die buitenlandsohe arbeiders in dienst
nemen. ook in dit opizicht weer een niet on-
belangrijk voordeel helbben.
AUes te zamen genomen is de toestand
thans zoo, dat hij niet bestendigd kan blijven.
Behalve de maatregelen, door den heer Kor
tenhorst genoemd, by wiens betoog ik mij ge-
heel kan aanslucten, zijn er nog werken ge-
noeg te verrichten, die economisch volkomen
verantwoord zijn en zoowel direct als blijvend
een verruiming van werkgelegenheid zouden
geven Ik zou b.v. willen wijzen op de wegen
naar Graauw, Nieuw-Namen en andere plaat
sen., die vooral in het najaar besliist onibegaan-
baar zijn, zoodat deze plaatsen als het ware
geisoleerd zijn; ik zou willen wijtzen op het
groote belang om teeltpremies te verstrekken
op den verbouw van vlas en suikerbieten, voor
zoover men deze producten door Nederlandsche
arbeiders wil doen bewerken; verder op de zoo
noodige ontwatering. het indijken van den
„Braakman", die daarvoor „i*ijp" schijnt te
zijn, enz.
Het is editer onmogelyk om alles in zeven
minuten te bespreken, maar ik wil toch nog
probeeren eenige opmerkingen te maken over
de toepassing van de Landarbeiderswet. Een
soepele toepassing daarvan lijkt mij een van
de middelen om op den duur tot betere toe-
standen te geraken. Want het is vooral de be-
zitloosheid van de bevolking, welke den toe
stand nog nijpender maakt.
In het algemeen vind ik de bezitloosheid van
de massa al een van de grootste sociale ram-
pen, maar wanneer, zooals in dit gewest, en
ik durf er in een adem westelijk Noord-Bra-
bant wel bij te noemen, ongekend groote werk
loosheid regelmatig voorkomt, dan is die be
zitloosheid een dubbele ramp.
De Landarbeiderswet, rnits goed toegepast,
kan daarin veel verbetering brengen en voor
al in dat gewest kan zeer wel bevorderd wor
den, dat aan hen, die daarvoor in aanmerking
komen, plaatsjes worden verstrekt, terwijl aan
anderen los. land tegen geringen prijis kon
worden toegekend.
De prijs van den grond en van een geschikte
wowing is er niet zoo hoog behoeft althans
niet hoog te zijn zoodat een nxime toepas
sing van die wet zeer wel mogelijk is.
Maar nu blijkt, dat er in plaats van mede-
werbing allerhande tegenwerking is. Op de
vergadering van ons R.K. Werklieden vecbond
van 6 Juni jl. werden daarover zeer ernstige
klachten geuit, meer bijzonder over de wijze,
waarop d.r- rentmeester van de domednen aldaar
die zaak meent te moeten aanpakken. Het ver-
slag daarvan is te vinden in De Volkskrant
van 7 Juni en 'k behoef daarover dus niet ver
der uit te weiden. Alleen wil ik dan nog even
aanstippen, dat volgens deze klacht aan den
heer rentmeester aldaar bij het stichten van
een plaatsje maar eventjes aan erfpacht moet
worden betaald een bedrag van 10 ct. per M2.
of 1000 per H.A., wat toch voor dat gewest
een fancy-pry s is. Waarbij dan nog een be
drag van 15 tot 20 ct. per M2. aan den pachter
moet worden betaald.
Het Dagblad van Noord-Braibant en Zee-
land vond diien toestand zoo verschrikkelijk,
dat het een onderzoek daarnaar heeft inge-
steld, waaruit bleek, dat de klacht te recht
"was geuit.
Mynheer de Voorzitter! Het is niet voor de
eenste maal, dat ik dergelijke klachten ver-
nam en daarom zou ik aan de Regeering wil
len vragen, of zij al haar invloed wil aanwen-
den om dezen rentmeester aan het verstand
te brengen, dat een .mildere houding tegenover-
arheiders, die zich een plaatsje willen ver-
sdhaffen, hem in geen enkel opzicht zou ont-
aieren. Ook zou ik willen vragen, of de Mi
nister de gemeentebesturen niet zou willen
aansporen om het stichten van plaatsjes zoo-
veel mogelijk te bevorderen. Want het is toch
wel teekenend. dat er tot heden geen enkel
plaatsje in Zeeuwsch-Vlaanderen overeenkom-
stig de Landarbeiderswet verstrekt is.
Ten slotte, Mijnheer de Voorzitter, zou ik
nog aan de Regeering willen vragen, hoe het
moet mat de arbeiders ik bedoel hier voor
al de landarbeiders die zich tegen werk
loosheid hebben verzekerd.
Wanneer naar ik hoop alien op een of an
dere wijze te werk kunnen worden gesteld, dan
heeft deze vraag geen zin. Maar al vertrouw
ik, dat de Regeering daaraan zal doen wat
mogelijk is, er blijft toch altijd nog ruimte
voor de vraag, of dat wel volkomen zal ge-
lukken, en dan zouden de bepalingen van de
werkioozenkassen toch wel bijzonder hard zijn.
Het is tocih al zoo wainig, wat aan de land
arbeiders voor hun hooge bijdrage mag wor
den uitgekeerd, nl. in het gunstige geval
gedurende zes weken per jaar .f 7,20 per
week of hoogstens dus 43,20 in een geheel
jaar.
Ook voor andere groepen zijn gedurende de
crisis bijzondere maatregelen getroffen en ik
zou er dus ten sterkste op willen aandringen,
dat de kassen van de landarbeiderslbonden in
de gelegenheid werden gesteld om deze uitge-
trokken of nog niet rechthebbende leden te
helpen.
Mijnheer de Voorzitter! Ik heb eenige maat
regelen genoemd, welke er m.i. toe kunnen bij-
dragen, dat de noodtoestand, welke in Z.-
Vlaanderen vooral de laatste jaren zoo is toe-
genomen, wordt opgeheven. Ik hoop, dat de
Regeering, voor zoover zij direct kan ingrypen
dit zal willen doen, en voor zoover dit door
andere lichamen moet geschieden, haar invloed
zal aanwenden, opdat ook deze doen wat moge
lijk is. Dat zal niet alleen voor de bevolking
in dat geiwest een uitkomst zijn. maar dat zal
haar overtuiging versterken, dat de Regee
ring in dagen van nood en tegenslag haar niet
aan haar lot wil overlaten, ook al wonen zij
dan in een zeer afgelegen gewest.
De heer BOON: Mijnheer de Voorzitter! Ik
zal in verbaud met den tcegemeten tijd in zoo
snel mogelijk tempo enkele punten ter sprake
brengen.
Ten aanzien van de door graving van het ka-
naal van Axelsche Sassing naar Hulst zijn door
den Minister enkele toezeggingen gedaan,
maar ik zou in het bijzonder willen wijzen cp
en sdbeepvaartkanaal voor westelijk Zeeuwsch-
Vlaanderen. Het voorloopig trace is den Mi
nister van Waterstaat bekend, zooals dat door
de indertijd gevormde kanaal commissle is ge-
dacht. De bedoeling is het bestaande uitwa-
teringskanaal van het waterschap den Sluis
aan de Wielingen over een lengte van pl,m,
25 K.M. bevaarbaar te maken met een gepro-
jecteerden zijtak, aansluiting gevende op het
scheepvaartkanaal Sluis-Brugge. Het geheele
trace loopt nagenoeg van Oost naar West, ter
wijl een verbinding met Breskens loopt onge-
veer Noord-Zuid Er zou op die wijze komen
een directe verbinding via de Westerschelde
met de Hollandscihe waterwegen en t.evens
aansluiting aan het Belgische kanalenr.et. Ik
geloof, dat een dergelyk kanaal van veel be
lang is, dat ik hoop, dat de Regeering dat
trace rustig in overweging zal nemen en dat
na niet te langen tijd dat kanaal, dat een
groote verbetering zal beteekenen voor het
vervoer, tot stand zal komen.
Over de haven Ter Neuzen een enkel woord.
Een maatschappij te Ter Neuzen onderhandelt
al anderhalf jaar lang met de Regeering over
het in erfpaaht verkrijgen van een vast ter-
rein aan de zuidelijke kanaalhaven. 1 Augus
tus is toegezegd, dat de zaak in orde zou ko
men, 13 October is door bel anghebbenden ge-
telegrafeerd, maar de zaak is nog niet in or
de. Dit werkt natuurlijk doodend op de ener-
gie.
Een enkele opmerking over de loodsgelden.
Wij hebben van den Minister, gelijk ook reeds
vroeger van de Regeeringstafel, gehoord, dat
lage loodsgelden geen schepen aantrekken eh
hooge loodsgelden ze niet afstooten. Dat is on-
juist; wij hebben het belang daarvan trou-
wens gezien bij de kwestie van de gelijkwaar-
digheid van de loodsgelden voor Antwerpen en
Rotterdam in het Belgisch tractaat. Inderdpad
moet men wel degelijk aan lage loodsgelden
hechten; wanneer blijkt, dat naar Ter Neuzen
de schepen aan loodsgeld betalen f 600 en ver
der op f 70; dat schepen naar Selzaete gaan
en dan terugkeeren naar Ter Neuzen om de
hooge loodsgelden te ontgaan en dat ^thepen
die daar anders 20, 30 en 50 ton zouden lossen
of laden, dit niet doen wegens de hooge loods
gelden, dan gevoelt men wel degelijk dat be-
zwaar. Waar de wet zich niet verzet tegen een
oplossing als door den interpellant uiteenge-
zet, mag van de Regeering worden verwacht,
dat zjj deze zaak ernstig onder de oogen zal
zien.
Den prikkel in zake den tuinbouw zou ik
gaarne onderschrijven. Een voorlichtingsdienst
van de Regeering en een proefstation zouden
inderdaad voortreffelijk zijn. De vervoermid-
delen voor tuinbouwproducenten zijn daar
sohitterend; met de ferryboot kunnen de pro
ducten naar Brugge worden gezonden en van
daar naar Harwich; in den namiddag verzon-
den, kunnen ze dan den volgenden dag op de
markt te Londen zijn. Juist de tuinbouwpro-
ducten van Zeeuwsch-Vlaanderen zullen op de
meest voortreffelijke wijze kunnen concurree-
ren met andere producten.
Wat betreft de hooge kosten van vervoer
over de Schelde, het is juist, dat het Ryk 1%
ton bijlbetaalt. Wanneer men de tarieven ech-
ter lager maakt want op het oogenblik zijn
ze ontzefttend hoog, niet alleen voor het per-
sonen-, maar ook voor het vracbtvervoer
dan zal dat niet eens zooveel meer kosten, om-
dat het vervoer grooter zal worden. Maar al
zouden die kosten voorloopig iets hooger zijn,
wy moeten daar helpen en prikkelen. De heer
Kortenhorst heeft te recht gezegd, dat het
door alles heen is, dat de kosten van vervoer
van Zeeuwsch-Vlaanderen naar Vlake hooger
zijn dan van Vlake naar Amsterdam.
Ten slotte een klein desideratum. Wij heb
ben gekregen de opheffing van het belasting-
kantoor te Hulst, wat mi. geen bezuiniging
geeft; laat de Minister nog eens overwegen, of
hij deze ergernis niet weder kan wegnemen.
Doch nu heeft ook de laatste postbestelling,
die vroeger om 9 uur was, om 4 uur plaats.
Waar de handelsmensChen 's morgens vroeg
van huis gaan, krijgen zij nu 16 of 18 uur la-
ter pas hun post. Wanneer men dat weer zou
verbeteren, zou men den rnenschen een groo-
ten dienst bewijzen.
Ik heb nog meerdere wenschen, maar waar f
mijn tijd om is. zal ik ze bij deze gelegenheid
niet ter sprake kunnen brengen.
De heer KERSTEN: Mijnheer de Voorzitter!
Met belangstelling heb ik het pleidooi van den
geachten interpellant gevolgd ten gunste van
Zeeuwsch-Vlaaruderen. De beteekenls van dit
gewest is inderdaad zeer groot. Te recht heeft
de geachte spreker gewezen op de maatschap-
pelijke en de niet minder groot staatkundige
beteekenis van Zeeuwsch-Vlaanderen. Nu is het
zeer te waardeeren, dat men in Zeeuwsch-
Vlaanderen zich ten nauwste aan noordelijk
Nederland voelt verbomden. De geheele histo-
rie spreekt van een verknochtheid van deze be
volking aan geheel Nederland en van de groote
beteekenis, die Zeeuwsch-Vlaanderen voor de
noordelijike Nederlanden steeds heeft gehad en
nog heeft. Wie in de dagen van oorlog en mo-
bilisatie dit gewest bezocht, heeft de bewyzen
te over, dat deze nijvere, goedmoedige bevol
king zich tot op den huidiigen dag nog een
gevoelt met Nederland. Dat gevoelen dient te
worden gewaardeerd en zooveel mogelijk te
worden versterkt.
In afiwijking van den heer Kortenhorst oor-
deel ik de verwerping van het Belgisch ver-
drag dan ook geenszins een ramp voor
Zeeuwsch-Vlaanderen.. Dat verdrag beoogde...
De VOORZITTER Ik verzoek den geach
ten spreker, zich te bepalen tot de interpellatie
en niet uit te weiiden over het verdrag Neder-
land-Belgie.
De heer KERSTEN Men poge Zeeuwsch-
Vlaanderen geheel te behouden voor ons land.
Voor den afzet van de landbouwproducten en
de weinige Industrie is ZeeuwsCh-Vlaanderen
aangewezen op Belgie. De nood dringt tot
nauwere verbinding met het noordelijk deel
van Nederland. Men sla de haken aan en trekke
Zeeuwsch-Vlaanderen tot zich.
Zeer gaarne ondersteun ik den aandrang
om maatregelen te beramen ten einde den
droeven toestand te verbeteren, waarin
Zeeuwsch-Vlaanderen in meer dan een opzicht
verkeert en waaruit het zich zelf niet opwer-
ken kan. Onder die maatregelen tel ik dan al-
lereerst een betere verbinding met het overige
deel van ons land. Een spoorbrug zal tot de
ontbrekende verkeersmiddelen blijven behoo-
ren, maar toah kan de toestand zeer veel wor
den verbeterd. Ja, er moet verbetering komen.
De geachte afgevaardigde de heer Korten
horst heeft aanmerking gemaakt op de dure
booten. Er wordt een subsidie als ik het wel
heb van 80.% verleend, en de Minister spreekt
van een verlies van .f 157.000. Den aandrang
om goedkooper reizen met deze booten wil ik
desniettemin gaarne ondersteunen. Vooral meen
ik, dat dit mogelijk is, wanneer de booten op
Zondag worden stilgelegd. Misschien kan de
Minister bevestigen, dat des Zondags gemid-
deld nog niet een passagier per bootreis ver-
voerd wordt. Tot ergenis van een groot deel
van de Zeeuwsche bevolking worden die Zon-
dagsdiensten steeds ohderhouden. En in het
belang van de bevolking, fen om te meer te
ondersteunen de vraag naar goedkoopere reds-
gelegeriheid, dring ik er bij deze op aan den
Zondag te doen heiligen ook door het stilieg-
gen der booten.
Ik onderschrijf vele middelen. door den ge
achten spreker hedenmiddag geboden.
De waterleiding heeft reeds een ge.-chie '.e-
nis. t
De Minister wees reeds op een en ander en ik
zal hier op wat yoorgevallen is tihans niet fn-
gaan. Maar wel wil ik zeggen, dat de groot
ste voorakthtigheid m.i. moet betraeht Men
zoeke op vaste basis alleen te bouwen.
Indien niet van stonde aan het vertrouwen
van de bevolking en van de gemeenteraden ge-
wonnen wordt, wekt men een antdpathie, die
niet licht zal zijn te onderdrukken. Ik waar-
schuw met ernst tegen het nemen van dwang-
maatregelen. Tegenover den heer Kortenhorst,
die voor geen middelen schijnt terug te schrik-
ken, moet ik met kracht tegen het opleggen
van allerlei maatregelen opkomen.
Men denke aan Tholen
Zijn vervoigingen en beboetingen de ge-
wenschte middelen om een land vcoruit te
brengen en c. q. een waterleiding ingang te
doen vinden? Ik oordeel neen Wat de Re
geering ook onderneme, men brenge de be
volking niet onder curateele, maar overtuige
en winne in voor datgene, wat in het belang
der bevolking wordt geacht. Dit zeg ik ook
met het oog op de vlasindustrie. De bevolking
zoeke zelf den weg. Men krijge in Zeeuwsch-
Vlaanderen niet een opgedrongen regeling. Bij
de oesterkweekerijen is een coxo ontstaan.
lets dergelijks, al zijn de omstandigheden ge
heel anders, kome niet in de vlasindustrie
Met meer voorbeeldeii zou ik kunnen aantoo-
nen het wenschelijke. om niet over te gaan
tot maatregelen van dwang. Vooral dring ik
aan op de grootste voorzichtigheid bij wijzi-
ging van gemeenten. Men krenke oude rechten
niet. De Regeering bedenke, wat naar de ten-
denzen, die het gewest zelf heeft getoond, die-
nen kan om zijn verdere ontwikkeling te be
vorderen.
De heer VAN DE BILT Mijnheer de Voor
zitter Ik zal zeer in het kort, in telegram-
stijl, enkele punten bespreken.
Er is gesproken over de weinige medewer-
king, die is getoond by den aanleg van de
waterleiding in Zeeuwsch-Vlaanderen, en om-
dat dit een verkeerdan indruk kan wekken, wil
ik een woord ter verontsohuldiging zeggen. De
grond bestaat daar langs de grens voor een
deel uit zand, een zeer groot deel zelfs, en
omdat het drinkwater op verscheidene plaat
sen voor de consumptie zeer geschikt is. heeft
men daar geen behoefte aan een waterleiding.
Daarom kan ik mij voorstellen, dat de desbe-
treffende gemeenten niet van ganscher harte
hebben meegewerkt om met groote bedragen
den aanleg van de waterleiding te steunen.
Ik zeg niet, dat de waterleiding niet noodig
is, maar alleen, dat op verschillende plaatsen,
ik noem b. v. St. Jansteen, Koewacht, Overslag,
Zuiddorpe, met het tegenwoordige water kan
worden volstaan.
Ik wil waarschuwen tegen emigratie; in dat
opzicht moet men voorzichtig zijn!
Er is ook gewezen op de plannen. tot doe
trekking van het kanaal naar Hulst. De heer
Kortenhorst begon die geschiedenis bij 1805,
maar hij had nog 200 jaar terug moeten gaan,
want indertyd hadden de Spanjaarden al veel
betere plannen, en hebben die ook ten uitvoer
gebracht. Die begrepen al het belang daarvan
voor die streek, hadden zelfs een verbinding
met Vlaanderen.
Het kanaal ligt er nu eenmaal en ik geloof,
dat het wel verbeterd kan worden.
De heer Loerakker heeft te recht de aan-
dacht gevestigd opde geringe medewerking
bij het geven van kleine stukken grond aan
de grondgebruikers door het Kroondomein.
Hoewel het slechts drie gemeenten geldt,
Hontenisse, Westdorpe en Clinge, meen ik,
dat het althans voor die drie gemeenten wel
van belang is.
Over den steun aan de vlasindustrie is hier
met een zekere minaohting gesproken. Hoewel
het bedrag aan suibsidie door het minder beta
len voor stroom waarvan de prijs in
Zeeuwsch-Vlaanderen zeer hoog is niet groot
is, beteekent het toch iets voor die mensahen,
die van een zeer klein inkomen moeten be-
staan. De prijs van den stroom moet nog ver-
laagd worden.
Ik ben het met versohilleiwie sprekers eens,
dat een meer intense bodemcultuur in de hand
gewerkt moet worden door het geven van
kleine stukken gronds aan de kleine landbou-
wers. Ik meen, dat de Regeering een aanspo-
ring tot de gemeenten zou kunnen richten
om dat in de hand te werken.
Wat de haven van Ter Neuzen betreft, ik
ben dankbaar voor hetgeen de Regeering dien-
aangaande heeft toegezegd. Maar Ter Neuzen
is het eindpunt van twee lijnen Mechelen
Ter Neuzen en GentTer Neuzen. Die bedde
lijnen be vinden zich in handen van de Belgen,
zij worden met Belgisch kapitaal gefinanoierd.
Ook daarom was ik indertijd voorstander van
het Belgisch tractaat, omdat dat een groote
verbetering zou hebben gebracht voor de haven
van Ter Neuzen. Maar laat de Regeering nog
eens nalezen, wat daaromtrent in het tracta-
is voorgesteld en laat zij trachten, dat van de
Belgische Regeering gedaan te krijgen. Een
genereuze houding van Belgie op dat punt zal
te zijner tijd, als hier opnieuw een Bel
gisch tractaat in behandeling komt, zeker van
invloed zijn.
Over de nog te gebrekkige tram- en spoor-
wegdiensten zal ik niet spreken. Ik ben den
Minister dankbaar voor de toezegging Van de
verbetering van den weg IJzendijkeoostelijk
ZeeuwsOh-Vlaanderen.
Wat het werk der vlascommissie betreft wil
ik wel zeggen, dat ik alle lof voor die com-
missie hefo, maar wanneer zjj zich gaat be-
moeien met samenvoeging van gemeenten en
met de kanalen, met de inpoldering. dan geloof
ik, dat zij buiten haar bestek gaat. Over ver-
zendverbindingen, een zaak van groote betee
kenis, zal die vlascommissie al heel moeilijik
kunnen oordeelen.
Ik hoop, dat er iets gedaan zal worden voor
een streek, die in vruehtbaarheid wedijveren
kan met welk deel van ons land ook, die een
nijvere bevolking heeft, maar die, in verband
met haar ligging, ondanks die vruehtbaarheid,
gedoemd is tot armoede, als niet de helpende
hand wordt uitgestoken.
De heer DE GEER, Minister van Financien:
Mynheer de Voorzitter Ik geloof, dat ik kan
volstaan met mede te deelen, dat ik de ver
schillende opmerkngen, die in de replieken zijn
gemaakt, zal overwegen en aan mijn ambtge-
nooten zal overbrengen. Door op dit oogenibldk
in te gaan op alle punten, die in tweeden ter-
mijn zijn aangeroerd, zou ik mij allioht te ver
bewegen op het gebied mijner ambtgenooten
en daardoor moeite kunnen krijgen in de eerst-
volgende vergadering van den Ministerraad.
Ik zal mij daarvan dus onthouden, maar be
vorderen dat het aangevoerde een voorwerp
van onderzoek uitmaakt. Een der punten, die
hedenmiddag het scherpst naar voren zijn ge-
komen is wel het kanaal HulstAxel. Ik ben
bereid hieraan voile aandacht te wijden en
ernstig te overwegen of de bijdrage van de
localiteit niet een stuk beneden het een vierde
kan worden gebracht.
Ten slotte nog een staatsrechtelijk punt. De
heer Drop is zoover gegaan dat hij er op aan-
drong niet alleen de gemeentelijke indeeling
desnoods te herzien buiten Ged. Staten om,
maar zelfs de waterschapsindeeling. Dit gaat
inderdaad te ver.
De gemeentelijke ndeeiing is in eerste in
stant e een zaak van Ged. Staten en komt dan
bij de Regeering, die haar in overleg met de
Staten-Generaal regelt. Maar de waterschaps
indeeling behoort geheel bij de provincie en
komt, na door Ged. Staten voorbereid te zijn,
bij de Provinciale Staten. Zoowel wat de ge
meentelijke als wat eventueel de waterschaps
indeeling betreft, sluit ik my aan bij wat de
heer Kortenhorst in zijn repliiek heeft gezegd
het woord is nu aan Gedeputeerde Staten.
De beraadslaging wordt gesloten.
De VOORZITTER Namens de Kamer zeg
ik der Regeering voor de verstrekte inlichtin-
gen.
Lundiborg, de leider van de Zweed-
sche reddingsexpeditie, seinde gistermor-
gen, dat Generaal No'bile was gered, en
het leddingswerk werd voortgezet. Gene
raal Nobiie is gebracht aan boord van de
Quest die bij het Wahlen-eiland voor
anker ligt. Men ging nu terug om de an
dere mannen te halen.
Aan de Lokal-Anzeiger wordt uit Kings-
bay nog het volgende omtrent deze red
ding gemeld:
,,Een van de Zweedsche vliegtuigen.
die, nadat Ncbile in den afgeloopen nacht
eenige malen om onmiddellijke hulp had
gevraagd, van de Virgo-baai waren ver-
trokken, is er heden in geslaagd in de na-
bijheid van het kamp van Nobiie te lan-
den en met generaal Nobiie aan boord te
rug te vliegen. Kort voor zijn redding had
Nobiie opnieuw om hulp verzocht en me-
d'egedeeld, dat het ijs, waarop zich het
kamp bevindt, naar het Noorden begon
af te drijven. Tevens begon het ijs in ma-
lende beweging te komen, hetgeen in den
loop van den dag voortdurend toenam.
De Italiaansche en Zweedsche vliegers
willen thans trachten, Nobile's makkers,
die zich nog op het ijs bevinden, eveneens
te redden. Men zal bovendien de onder-
weg zijnde hondenslee-expeditie tot aller-
grootsten spoed aansporen. De ,,Citta di
Milano begeeft zich nog heden naar de
Virgobaai, ten einde beter met de Zwe-
den te kunnen samenwerken.
Nobiie en zijn mannen voerden den ge-
heelen nacht een wanhopigen strijd tegen
het ijs, dat in heftige beweging was. IJs-
schoilen van tienduizenden kilogrammen
werden als ballen heen en weer gescho-
ven. Generaal Nobiie werd door een de-
zer ijsmassa's getroffen en brak een been.
Derhalve werd hij het eerst afgehaald
door het Zweedsche, door Tornberg be-
stuurde vliegtuig Upland" en overge-
bracht aan boord van het Zweedsche
hulpschip de Quest' waar hij onder ge-
neeiskundige behandeling is genomen.
Zijn toestand is ernstig.
De landing van de ..Upland" op het in
beweging zijnde ijs was een meesterstuk
van viiegkunst en met het grootste gevaar
venbonden, daar de startplaats voortdu
rend veranderde.
Nadat de Upland naar het kamp van
Nobiie was vertrokken, was de .Quest"
verder opgestoomd naar het Oosten en in
de Hindeloopenstraat voor anker gegaan.
Van de beide andere groepen van de
„Italia"-bemanning heeft men nog steeds
geen spoor kunnen ontdekken en evenmin
van Amundsen en Guilbaud.
Officieel wordt hieromtrent uit Rome
gemeld, dat majocr Penzo met zijn water-
vliegtuig ten Westen van Spitsbergen een
onderzoekingstocht heeft gemaakt, tenein-
de te trachten, het Latham-vliegtuig van
Guilbaud en Amundsen op te sporen. De
tocht werd uitgestrekt tot 50 K.M. ten
Zuiden van Kaap Zuid, Het zicht was
zeer goed^ Er werd echter geenerlei spoor
van het Fransche watervliegtuig ontdekt.
Qp een vraag om inlichtingen van het
Tassoureau heeft de ijsbreker ,,Malygin"
geantwoord, dat hij geen enkel sein heeft
ontvangen van het Latham-vliegtuig met
Amundsen en Guilbaud aan boord.
Het Italiaansche vliegtuig „Marina I"
bestuurd door Ravazzoni moest, na een
tusschenlanding te Stavanger een nood-
iandig verrichten bij Haugesund wegens
gebrek aan benzine. Daarna is het vlieg
tuig opnieuw opgestegen om vervolgens
te Soerfjorden ten Noorden van Bergen
weer neer te strijken.
De tweede landing van Lundborg op
de ijsschots van de groep Nobiie is mis-
lukt. Het vliegtuig is erg beschadiigd.
Lundborg zou zonder hulp van buitenaf
niet kunnen vertrekken. Lundborg is niet
gewond.
Lundborg, die alle leden van de groep
Nobiie naar het vaste land wilde brengen
verkeert thans zelf in groot gevaar, daar
hij zich met de twee Italianen op drijvend
pakijs bevindt, dat zich in Noordelijke
richting beweegt.
Men hoopt echter vlug redding te kun
nen .brengen, daar de Zweedsche lucht-
dienst over 4 vliegtuigen beschikt, die
spoedig zullen opstijgen.
STAKING TE ANTWERPEN.
De Havenarbeidersbond te Antwerpen
heeft toegestemd om heden over de voor
stellen van Minister Hymans, om onmid-
dellijk de staking te beeindigen, en daar
na desverkiezende onderhandelingen over
wijiziging in de arbeidsvoorwaarden aan
te knoopen, een referendum te houden.
Indien dit gunstig uitvalt, zou morgen
het werk hervat worden. De verwachtin-
gen omtrent het resultaat van dit referen
dum loopen uiteen.
HET KANAAL
GENT—ANTWERPEN.
De correspondent van de N. R. Crt. te
Brussel meldt, dat de raad der provincie
Oost-Vilaanderen, in buitengewone verga
dering de kwestie van het kanaalontwerp
Gent-Antwerpen heeft besproken. De rap
porteur, het raadslid De Bock, betoogde
in zijn uiteeuzetting, dat het kanaal van
Kranikeloon (Antwerpen) tot Rooden-
huize (kanaal Gent-Ter Neuzen) er in de
allereerste plaats moet komen om de af-
watering van de Waaslandsche polders
te verzekeren, welke afwaterirg thans
door Nederland, in Zeeuwsch-Vlaande
ren, kan worden tegengewerkt of verhin-
derd. De huidige afwatering voldoet trou-
wems niet, daar ieder jaar in den wjnter
een deel van het Waaslandsche polder-
gebied onderloopt.
-Wethouder Balthazar, uit Gent, pleitte
voor een kanaal van grootere capaciteit
dan die welke in het regeerings-ontwerp
wordt voorzien. Aan een kanaal voor
schepen van 600 ton heeft Gent niets; de
capaciteit moet op 1350 ton worden ge
bracht. Voor het kanaal Antwerpen-Luik
wordt dezelfde capaoiteit voorzien. Sche
pen van 1350 ton komende uit Luik moe
ten niet alleen Antwerpen, maar langs het
nieuwe kanaal, ook Gent kunnen berei-
ken.
Andere sprekers werden nog gehoord
en ten slotte werd met 48 tegen 17 stem-
men een verdagingsvoorstel aangenomen
dat de provincie Oost-Vlaanderen en de
stad Gent in de gelegenheid moet stellen
met de regeering een overeenkomst te slui-
ten die iedereen kan bevredigen.
HEVIGE QNTPLOFFING
TE BRUGGE.
Bij een handelaar in oude metalen in de
Generaal Lemanstraat te Brugge heeft
zich een geweldige ontploffing voorge-
daan, waarbij 7 personen gedood, 10
zwaar, 27 licht gewond zijn. De oorzaak
van de ramp was een brand in de werk-
plaats van den handelaar Buysere,
waar voor het in de lucht laten vliegen
van de voormalige schuilplaatsen in de
frontstreek en het kustgebied ook nog een
zekere hoeveelheid dynamiet blijkt aan-
wezig te zijn geweest. De Buysere en een
aantal dienstvaardige personen trachtten
het vuur te dooven, maar vruchteloos.
Toen gesc'hiedde de ontploffing. De Buy
sere en twee andere personen werden let-
terlijk aan stukken gereten, vier andere
mannen bleken eveneens dood onder het
puin te liggen. De gewonden zijn kinderen
die zich in den omtrek bevonden en be-
woners van huizen uit den omtrek. Alle
huizen in de buurt zijn zwaar gehavend,
sommige totaal onbewoonbaar. Hoewel
het vuur thans gedoofd is, vreest men
nog voor nieuwe ontploffingen. De politie
heeft de buurt laten ontruimen en een de-
tachement troepen bewaakt de gevaar-
lijke zone.
Nader wordt gemeld:
Er zijn op het oogenblik acht dooden
en veertig gewonden, van wie verschei
dene ernstig. Men meent, dat zich een
projectiel van een zwaar kaliber onder
een hoop oud roest bevonden heeft en dat
dit ontploft is.
DE FRANC-STABILISATIE.
Naar uit Parijs geseind wordt, strekt
het voorstel der regeering om de franc te
stabiliseeren op 124,21 in het pond ster
ling en 25,52 in den dollar, dat is dus bijna
gelijk aan 10 cent Nederlandsche munt.
Het wetsontwerp voorziet in het slaan
van gouden munten van fr. 100 en het
slaan van zilvergeld en het intrekken der
biJjetten van 5, 10 en 20 fr.
Het wetsontwerp is aangenomen met
450 tegen 22 stemmen.
DE SCHIPBREUKELINGEN VAN
DE ITALIA.
Telegrammen uit Rome maken melding
van een tweede bezoek, van Maddalena,
ditmaal vergezeld door Penzo, aan het
kamp van Nobiie. Het vinden van het
kamp werd hun gemakkelijk gemaakt door
korte draadlooze seinen en doelmatige ge-
plaatste vlaggen. Alle artikelen waar No-
bile om gevraagd had, (wapens, kachel-
tjes, kleeren, brieven, accumulatoren) die
zorgvuldig verpakt voor het uitgooien
in orde gemaakt waren, schijnen in goede
orde ontvangen te zijn.
Oversite Penzo, die daartoe tweemaal
een poging deed, moest erkennen, dat het
onder de huidige omstandigheden niet mo
gelijk was te landen.
Er was Zaterdag nog geen bevestiging
van Nobiie, dat hij de gebrachte zaken in
goede orde ontvangen heeft. Wel is er be-
richt ontvangen van een zijner mannen,
dat men terstond aan het werk zou gaan
om te trachten een ijsoppervlakte van 300
tot 400 meter gelijk te maken teneinde
daarop met een vliegtuig te kunnen lan
den en te starten. Majoor Penzo meent.
dat, indien dit gelukt, er geen enkele re-
den is, waarom alle gestrande luchtvaar-
ders niet zouden kunnen worden gered.
Ondertusschen is er ook niets vernomen
van de andere groepen van Nobile's man
nen en evenmin van Amundsen, die met
het Fransche vliegtuig was opgestegen om
Nobiie te zoeken.
Indien het weer het toeldet, zou Zon
dag een Italiaansch vliegtuig te hunner
opsporing opstijgen. De andere vliegtui
gen die dit deden en ook uitzagen naar de
groep die met het verongelukte luchtschip
werden voortgedreven, hebben nog niets
kunnen ontdekken.
SERVIe.
Het bloedbad in de Servische Skoeptsji-
na heeft aan leading gegeven tot heftige be-
roeringen in het land. Er werden opge-
wonden demonstraties gehouden.
In de late avonduren van Donderdag is
het te Belgrade tot ernstige botsingen tus-
schen de politie en demonstranten geko-
men. De betoogers, bestaande uit stu-
denten en communisten, vormden in den
laten avond nog een optocht, waarbij lui-
de protesten tegen de regeering werden
geuit. De politie en gendarmerie trachtten
hen te verstrooien, doch de betoogers
richtten op verschillende punten barrica
des op en vielen de politie met steenen
aan. De politie moest van de vuurwapenen
gebruik maken, waardoor vier personen
gedood en twaalf gewond werden.
Te middernacht gelukte het de gendar
merie en de politie de orde in Belgrado
te herstellen. Zeventig demonstranten
werden gearresteerd. De studenten wer
den na vaststelling van hun identiteit op
vrije voeten gesteldde gearresteerde
communisten bleven in hechtenis.
STAKINGSONLUSTEN TE
SALONIKI.
Aan de Matin wordt uit Belgrado ge
meld, dat bij geveohten te Saloniki tus-
schen stakers en de politie zeven perso
nen werden gedood en 30 gewond.