immim. m Dam- en Schaakrnbriek. Slate! A m m a b c d e f g h De heer J. A. MEERTENS zou die keien laten liggen voor de aldaar wonende menschen om van dien oprit gebruik te kunnen maken. De VOORZITTER zegt, dat de menschen den oprit ook zelf mogen maken, maar ove- rigens komt na de opheffing van de haven, dezen oprit gewoon in onderhoud bij de be- trokken polder. De heer J. A. MEERTENS bespreekt de mogelijkheid, dat de polder tegen een billijke vergoeding de keien overneemt. Dan kan men ze beter laten liggen. De VOORZITTER is van oordeel, dat dit feitelijk een zaak is van later zorg. Thans geldt het alleen de vraag of we haven zullen opruimen, ja, dan neen. Als haven heeft het geen beteekenis meer, en misschien dat het daar binnen de eerste 15 jaar wel kan worden ingedykt. De heer M. DE FEIJTER vraagt, of, nu over de opheffing van de haven gesproken wordt, het mogelijk zou zrjn vergunning te verkrijgen om grond daaruit te gebruiken voor het dempen van den put aan den anderen kant van den dijk, die in eigendom toebehoort aan den heer W. J. de Feijter, dan hadden we een mooie werkverschaffing. De VOORZITTER merkt op, dat die grond van de familie Lippens is, en men dan daar- van vergunning zou moeten hebben. De heer M. DE FEIJTER vraagt dit, om, wanneer we het toch zouden doen, het mis schien beter vanwege de gemeente zou kunnen worden gedaan. De VOORZITTER antwoordt dat het in elk geval niet gaat zonder vergunning. De heer M. DE FEIJTER .zou dan dien grond, wanneer die goed is, in de weide wil- len brengen, dan kwam er een vruchtbaarder laag bovenop en hadden we een flinke werk verschaffing. De VOORZITTER antwoordt, dat men het zou kunnen vragen aan den hoofdopziener der Domeinen, maar in elk geval is het bezwaar- lijk, want het is grond van Lippens. De heer J. A. MEERTENS: Als we ver gunning zouden krijgen moeten we in elk ge val 20 M. uit den voet van den dijk blijven, en dan kunnen we geen kade uitdiepen. De heer M. DE FEIJTER zou dan de kade nog twee jaar willen houden, en dan nu uit diepen en den grond daarvoor gebruiken, dan is het onzen grond. De VOORZITTER is van oordeel, dat het dan toch aanbevelenswaardig zou zijn om daarvoor eerst vergunning te vragen om reden de kade voor de scheepvaart geen doel meer heeft. De heer A. MEERTENS zegt, dat de heer De Feijter bedoelt om de /500 die wij hier voor steun geven dan te gebruiken voor de kostenbestrijding daarvan en dan met den toe- slag van het Rijk en den betrokken eigenaar van de weide, zouden we een bedrag te ver- werken krijgen van f 1200. De VOORZITTER: Als alien evenveel bij- droegen zouden we 1500 krijgen. De heer A. MEERTENS is van oordeel, dat 500 voor den eigenaar te veel is voor dat doel. De heer M. DE FEIJTER zou daarvoor de haven nog een paar jaar willen houden. De VOORZITTER vindt het dan het beste, overleg te plegen met den hoofdopziener. De heer A. MEERTENS is van oordeel, dat wij daarvoor de vergunning wel zouden krijgen. De VOORZITTER: We zouden het voorstel van Burg, en Weth. eens kunnen aanhouden en informeeren bij den hoofdopziener. De heer J. A. MEERTENS zou dan toch eerst willen weten wat de heer W. J. de Feij ter wil. De VOORZITTER: We zouden dan het voorstel kunnen verdagen tot October, want de keien hebben we het volgend jaar maar noodig. De heer A. MEERTENS zegt, dat de heer De Feijter er wel voor te vinden is met het oog op de werkverschaffing. De heer M. DE FEIJTER zou eerst willen weten wat de kosten zouden zijn. De VOORZITTER zou dan moeten vragen bij de familie Lippens en voorts de vergun- ning. De heer J. A. MEERTENS zal er tegen zijn, om de verharding van den oprit aan de bin- nenzijde weg te nemen, aangezien het hem ongewenscht voorkomt een stuk verharding tusschen twee verharde gedeelten weg te nemen. De heer JANSEN is van oordeel, dat zoo- lang we de keien aldaar. niet wegnemen, we het onderhoud voor onze rekening hebben. De heer J. A. MEERTENS is van oordeel, dat we daarom dat onderhoud toch wel aan de polderbesturen kunnen overdragen. De heer JANSEN zou er geen bezwaar in hebben desnoods die keien in eigendom aan de polders over te geven, maar dan tegen een bil lijke vergoeding. De heer A. MEERTENS vindt het bedrag, dat daar aan keien ligt toch nogal hoog om zoo maar weg te geven. De VOORZITTER: Ongeveer 660. De heer J. A. MEERTENS: Dat zal de pol der nooit betalen, maar ik vind het gekheid om die verharding weg te nemen. De VOORZITTER: We zullen het later nog nader bespreken. Aankoop stoelen voor het vereenigings- gebouw. De VOORZITTER stelt namens Burg, en Weth. voor om voor de vereenigingsz'aal nog 100 stoeltjes aan te koopen. Zonder hoofdelrjke stemming wordt hiertoe besloten. Aankoop van meubileering voor de Raad zaal. De VOORZITTER deelt rnede, dat Burg, en Weth. gaame het gevoelen van den raad zou den vememen voor het aankoopen van nieuwe stoelen voor de raadzaal. De heer A. MEERTENS vindt het goed, dat het op de agenda staat, maar de raad heeft zich daarover al reeds uitgesproken en ik kan mij daarbrj neerleggen. De heer J. A. MEERTENS vraagt of die stoelen voor de raadzaal bestemd zijn, hij vindt de bestaande meubileering voldoende. De heer JANSEN is van oordeel, dat die toch niet in overeenstemming is met het ge- bouw. De heer M. DE FEIJTER is van meening, dat we voor de oude materialen toch nogal wat geld zullen krijgen, dan kunnen we het daarvan koopen. De heer A. MEERTENS: Als het daarvan kan, heb ik er geen bezwaar tegen. De heer JANSEN zou ook op den trap een looper willen leggen vooraleer de trap te veel wordt beschadigd. De VOORZITTER heeft daartegen geen bezwaar als de raad het goed keurt. De heer J. D. DE FEIJTER vraagt of het in de bedoeling ligt de levering aan te be- steden. De VOORZITTER zegt, dat prijsopgave zal worden gevraagd. De heer J. D. DE FEIJTER vraagt of het de vorige maal wel goed is gegaan met de aanbesteding. Hij was van meening, dat toen Van der Welle lager was, maar dat voor dien prijs de levering is gegund aan den broeder van den heer Van 't Hoff. De VOORZITTER verzekert dat de aanbe steding correct is gebeurd. Met 6 tegen 1 stem die van den heer J. A. Meertens wordt besloten tot aankoop. Zonder hoofdelijke stemming wordt de be- grooting voor de Gezondheidscommissie voor 1929 goedgekeurd. Vlasbewerking. De VOORZITTER deelt mede, dat Burg, en Weth. een onderhoud hebben gehad met den heer Huizinga, en dat daarbij is gebleken, dat de bedoeling van de commissie was het verlee- nen van steun aan bestaande vlassers, maar niet het stichten van nieuwe instellingen. De heer A. MEERTENS vindt dat wel nut- tig maar niet in de mate als eerst was be- doeld. De VOORZITTER zegt, dat het de bedoe ling is ook de menschen die er reeds in wer- ken er in te houden De heer JANSEN vindt het jammer, dat er geen nieuwe bedrijven kunnen worden ont- wikkeld. De VOORZITTER: Dan zou men een N.V. moeten oprichten. De heer J. A. MEERTENS is van oordeel, dat nu voor dit jaar toch niet meer kan, aan gezien er in den zomer moet worden gebleekt tegen den winter. De VOORZITTER antwoordt, dat we dan ten dien opzichte een afwachtende houding dienen aan te nemen. Omvraag. De heer JANSEN vraagt, of er reeds ver- slag is ingekomen over de brandspuit. De VOORZITTER antwoordt dat dit ver- slag juist is ingekomen, maar nog niet in be- handeld in Burg, en Weth. Hij wil het echter laten voorlezen. De heer JANSEN zou gaame weten hoe het verslag luidt. Op verzoek van den VOORZITTER leest de SECRETARIS het verslag voor, waaruit blijkt, dat er onvoldoende slangen zrjn en den af- stand van de kreek te ver is voor de motor om aan te persen. De VOORZITTER: Het ligt in de bedoeling een conferentie te houden en middelen te be- ramen een leiding van de kreek tot aan de dreef van het kerkhof te leggen teneinde het water dichterbij te krijgen. De heer JANSEN: Ik vind het jammer, dat de raad heeft besloten tot het opheffen van de put, terwijl er nu groote kosten aan verbon- den zullen zijn. De VOORZITTER: De raad kan op haar besluit terug komen. De heer J. A. MEERTENS: Dan moeten we ook geld uitgeven voor het schoonhouden van de put en dan hebben we nog geen vol doende water. De VOORZITTER: Als we de leiding leg gen moeten we rekening houden met het peil van de kreek. De heer VAN 't HOFF: Dan moeten we aan het kerkhof wel 2.50 M. diep gaan en dan komen we met geen 1000 klaar. De heer JA. MEERTENSAls we voor 1000 klaar waren! De heer VAN 't HOFF: Dan waren we in elk geval nog f 50 kwijt aan rente. De heer J. A. MEERTENS. En bjj U zijn we 30 kwijt plus onderhoudskosten en nog geen water. De heer VAN't HOFF: Voor een paar jaar zijn er voor een 60 onkosten gemaakt met het leggen van buizen toen was het goed en nu kan het ineens niet. De heer J. A. MEERTENS: We hebben toen in Burg, en Weth. de put van u willen koopen voor 300 en dan afsluiten met dam- band en dan hadden we zuiver water gehad. Nu betaalden we rente en we hadden geen water. De heer VAN 't HOFF: Het bedroeg toen maar f 30 en het water was goed en nu wordt het een schadepost voor de gemeente, waar- om was het water toen goed en nu niet meer. De heer A. MEERTENS: In den zomer is er absoluut geen water in dien put, ik heb hem wel vier of vijfmaal weten schoonmaken als we buizen van de kreek leggen zijn we er af. De heer VAN 't HOFF: Het gaat niet over het water het is mij goed, maar het is een kwestie. De heer J. A. MEERTENS: We zouden dan bij het spuiten moeten wachten tot de put weer voldoende was opgeweld, en dat kan niet. De heer VAN 't HOFF: Dat hebben jullie vroeger ook geweten, het was eenvoudig een persoonlijke kwestie. De heer J. A. MEERTENS: En u doet het omdat u er voordeel van had. De heer VAN 't HOFF: Nu is het voor mij nog voordeeliger want nu gooi ik hem dicht. De heer JANSEN: Het schijnt, dat er bjj de spuit te weinig personeel is. De VOORZITTER: Er is toch een onder- brandmeester. De heer A. MEERTENS: Hoeveel zou je er dan wel willen hebben. De heer VAN 't HOFF: Ik ben er bij ge- weest en de opper-brandmeester kan het on- mogelijk af. Ik heb zelf nog geholpen, er zou den wel twee brandmeesters meer moeten zijn. De VOORZITTER: Ik zal er met de opper- brandmeester over spreken. j De heer JANSEN: En hoe moet het dan I met die slechte slangen. De VOORZITTER: Wat onbruikbaar is zal I worden vemieuwd. De heer M. DE FEIJTER vraagt, of de pomp aan het schoolplein reeds in orde is. De VOORZITTER heeft de Secretaris opge- r dragen den betrokken persoon last te geven. De SECRETARIS heeft hem reeds twee- maal aangeschreven maar nog geen ant- woordt ontvangen. De VOORZITTER zal maatregelen nemen, dat de zaak in orde komt. De heer A. MEERTENS wil in de eerste plaats den heer De Feijter zijn dank betuigen voor de terugbetaling van het teveel ontvan- gene voor den bewusten boom. Ver der zou hij wel eens willen vragen of het mogelijk is een andere klasse-regeling voor het schoolgeld in te voeren, daar het toch niet in orde is, dat iemand met een inkomen van f 2400, evenveel moet betalen als iemand met een inkomen van 4 tot 5000. De VOORZITTER zal de kgstende prijs van het onderwijs eens nagaan. De heer A. MEERTENS zou willen probee- ren om met 3 cent te verhoogen. De VOORZITTER antwoordt, dat we niet lager mogen gaan dan 5 cent. De heer A. MEERTENS zegt, dat er toch menschen zijn die teveel betalen. Verder zou hij gaame van den heer Pladdet vememen, welke polders door hem werden bedoeld, toen hij in de vorige vergadering mededeelde, dat door die polders een voorbeeld was gesteld aan de gemeenten ten opzichte van de tewerk- stelling van werkloozen. In de eerste plaats was «dat onderwerp bij de opening van het ge- meentehuis niet op zijn plaats en ten tweede kreeg hij den indruk, dat de heer Pladdet voor de tribune sprak waar hij aan die polder besturen zijn oprechten dank betuigde, ook namens zijn collega Van 't Hoff. De VOORZITTER: De polders hebben niets gedaan. De heer A. MEERTENS: Alleen de heer Van Wijck heeft in de Koudepolder drie werk loozen in het werk gehad, hoe 'kan de heer Pladdet nu spreken van een vingerwijzing door de polders aan de gemeente. We hebben al dikwijls gezegd, dat de gemeente bereid is tot werkverschaffing, maar die is hier een voudig niet te vinden, daarom zou hij den heer Pladdet willen vragen, hoe is u daar aan ge komen. De heer PLADDET: Ik zou dit antwoord lang en ook kort kunnen maken. In den Lo- venpolder heeft men een zijkantweg doen af- steken van den Koudepolder getuigt de heer Meertens zelf, dat er werk is verschaft in de Westenrijkpolder zijn de slooten uitgegraven terwijl bij alle polders bij de schouwing van de wegen behoudens enkele kleine opmerkingen de zaak in orde werd bevonden. Ik zou nu willen zeggen wat is er nog meer te doen, daarom dacht ik dat waar de polderbesturen doen wat gedaan kan worden en nu voor de gemeente geen weg zou kunnen worden ge- vonden ter bestrijding van werkloosheid, zoo- doende viel mjjn oog op de vlasbewerking. Maar waar de Voorzitter zooeven heeft ver- klaard, dat het alleen de bedoeling is de be staande vlasserijen te steunen kan dit niet. Ik had mij voorgesteld een bestaand bedrijf van gemeentewege aan te koopen en met een door de gemeente verschaft bedrijfskapitaal de vlas bewerking als werkverschaffing in te voeren, maar nu dit niet mogelijk blijkt leg ik mij hier bij neer. De heer A. MEERTENS is van oordeel, dat qit op hetzelfde neer komt als wat daarom- trent door hem in de vorige vergadering is ge zegd. Maar als men dan ziet, dat er hier 104 werkloozen waren, terwijl er slechts een stuk of tien op de wegen werden geplaatst kan ik mij niet begrijpen, dat de heer Pladdet kan spreken van werkverschaffing door de polders. Wanneer er door de polderbesturen tezamen eens een vijftig man op de wegen werden ge plaatst dan hield de rede van den heer Plad det steek maar nu niet. De heer PLADDET weet niet wat de pol ders nog meer zouden kunnen doen. De heer A. MEERTENS: Waarvoor is dan de vingerwijzing aan de gemeente van toepas- sing. De heer PLADDET: Omdat de gemeente evenals de polders zou trachten te doen, wat zij kan zoo niet op wegen en slooten, dan op ander gebied. En daarom had ik de vlasbe werking op het oog. De VOORZITTER: Dat valt geheel buiten de beschouwingen. De heer A. MEERTENS: Ik ben er van overtuigd, dat de raad doet wat gedaan kan worden. De heer PLADDET: Ik heb den indruk, dat de heer A. Meertens voor zich het mono- polie schijnt op te eischen ten opzichte van het doen van voorstellen inzake de werkloosheid. De heer A. MEERTENS: Daar is geen kwestie van maar ik ben er van overtuigd, dat er hier geen werkverschaffing mogelijk is. De heer J. A. MEERTENS bespreekt het betalen van het schoolgeld door den heer C. Pladdet. Waar de man als grootvader van twee kinderen zijner overleden dochter reeds den last van onderhoud dier kinderen voor zijn rekening heeft zou hij het op prijs stellen in- dien hij van het betalen van schoolgeld het- welk voor hem zeer bezwaarlijk is zou worden vrrjgesteld. De VOORZITTER: De man kan ontheffing vragen. Niets meer te behandelen zijnde en niemand meer het woord verlangende sluit de VOOR ZITTER de vergadering. Zwart heeft een zoodanigen standoverwicht, dat winst slechts een kwestie van tjjd is. Thans gaat Wit echter zijn verlies nog bespoe- digen. 40. 26—21 Veel beter was geweest 3429 (Zwart 23x 34) en 3530 waarna op 3440 Zwart zrjn schijf terugkrijgt door 3024. De kansen zouden dan gelijk zijn. Men ga nu aandachtig na, hoe Zwart op zeer fraaie wijze zijn stand tot winst voert. 40. 41. 42. 43. 44. 45. 43—39 39—33 34—30 48—43 31—26 11—16 15—20 20—24 6—11 12—18 8—12 Zeer mooi gespeeld. De afruil door 2722 kan nu niet. Er zou volgen 16x27 (Wit 22 X 31), waarna Zwart wint door 24-29, 2329, 14—20 en 18x49 Er volgde nog: 46. 43—38 11—17 47. 38—32 24—29 De eenige manier om te winnen! Op 1722 bijv. zou Wit 3631 laten volgen met verlies of hoogstens remise voor Zwart. 48. 33x24 2328 49. 32X23 18x20 en Wit gaf op. Een leerzame positiepartij met aantrekke- Jijke standen, die door Zwart foutloos behan- deld zijn. DAMMEN. LXXIX. Onderstaande fraaie positiepartij is uit een match tusschen twee der beste Zeeuwsch- Vlaamsche spelers, waarin de zwartspeler mo- menteel de leiding heeft met 4 punten voor- sprong. Wit. Zwart. J. v. d. Heuvel. J. P. Geensen. Onregelmatige opening. 1. 32—28 1823 Wei het beste antwoord op 3228. Wit kan nu niet vervolgen met 3732, daar Zwart schijvenwinst zou maken door 2329 en 17—22. 2. 34—29 23x32 3. 37X28 20—24 Hiermee verandert het spel geheel van ka- rakter. Zwart wil blijkbaar het flankspel uit den weg gaan, om tot den klassieken centrum- stand te komen. Wij meenen, dat 12IS, 712 en 17 sterker is en veld 24 kan dan altijd nog bezet worden. Hier is dit o.i. te vroeg gebeurd. 4. 29X20 15x24 5. 41—37 12—18 6. 3732 7—12 7. 40—34 18—23 8. 3429 23X34 9. 39x30 12—18 Gaat aanstonds weer op het centrum af. 10. 4641 18—23 11. 41—37 13—18 We zouden de voorkeur geven aan het op- brengen van schijf 1. 12. 44—39 9—13 13. 50—44 1—7 14. 30—25 7—12 15. 44—40 17—21 Dreigt schijfwinst door 2127. 16. 31—27 4,9 Beide partijen staan nu goed ontwikkeld. De zwarte stand lijkt ons iets minder, daar schijf 5 is achtergebleven. Het spel is nu regelmatig klassiek geworden, wat na Zwarts der den zet trouwens te verwachten was. 17. 40—34 11—17 Hier was 2430 wellicht beter, om 3429 te beletten. 18. 34—29 23x34 19. 39X30 18—23 20. 37—31 12—18 21. 27—22 18x27 22. 31X11 16X7 23. 32—27 21X32 24. 28X37 13—18 Zwart staat nu aanmerkelijk beter. 25. 37—32 7—11 26. 42—37 8—13! Verhindert 4944 wegens dam door 2328, 13—18 en 19X50. 27. 4742 1015 28. 32—27 2—7 29. 37—31 7—12 30. 31—26 24—29 Juist De zwarte stand is klaar voor den aanval. 31. 33X24 14—20 32. 25x14 9X29 33. 3025 510 34. 4944 23—28 Een gedurfde aanvalszet die Wit voor tal van moeilijkheden plaatst. 35. 44—39 10—14 36. 39—34 29 X 40 37. 45 X 34 3—8 Om 2832 te laten volgen. 38. 38—32 28X37 39. 42X31 18—23 Oplossingen van de problemen-Blijdenstejjn uit rubriek LXXVII. No. 1. Zwart: 2, 3, 4, 5, 7, 8, 20. Dam op 50. Wit: 13, 14, 19, 25, 29, 30, 45. Wit wint door 149 (Zwart 3X34); 30X39 (50X9) en 25x1- No. 2. Zwart: 7, 10, 14, 20, 36. Wit: 23, 33, 39, 40, 41. Wit speelt 2318 (Zwart 36X47); 18-12 (47x45) en 12x1 met gewonnen eindspel. No. 3. Zwart: 3, 13,15, 19, 36. Dam op 7. Wit: 22, 24, 30, 41, 42, 43, 44. Wit 42—38 (Zwart 36x47); 24—20! (47X 49); 20—14 (49x18) en 14X1. No. 4. Zwart: 3, 9, 13, 19, 27. Dam op 7. Wit: 20, 22, 29, 31, 34, 37, 41. Wit speelt 2014 (Zwart 27x47; 14X23 (47X15); 34—29 (15X18) en 23X1. Voor onze oplossers wederom twee stuks ,,uit de oude doos", beide van Blijdensteijn. No. 1. ZWART 1 WIT No. 2. Zwart: 8, 9, 10, 12, 13, 15, 18, 19, 35. Dam op 14. Wit: 17, 24, 28, 30, 33, 34, 39, 40, 43, 44, 45. Voor beide: Wit speelt en wint, Oplossin gen s.v.p. v66r 24 Juni. CorrespondentieDe damloterij is tot nader order uitgesteld. J. J. K. :y zijn een overmacht die den zw. R., slechts 1 diagonaal bestrijkend, compenseert) Kg8Xg7, 18. Dh5g4f (hierdoor dreigt mat in 2 zetten) Kg7h7, Tflf3, e6e5 (de mat-parade), 20. Tf3h3fDc6h6, 21. Th3Xh6, Kh7Xb6, 22. Dg4—d7 (de pointe) Re7—f6, 23. Dd7X b7 (nu is Wit materieel v66r en heeft een „roofstand". Zwart kan opgeven. Hrj laat *k>k liever leerrijk afmaken:) Kh6—g7, 24. Tal fl, Ta8b8, 25. Db7d7, Tf8d8, 26. Dd7 g4j, Kg7f8, 27. f4Xe5, Rf6—g7, e5 e6, Tb8—b7, 29. Dg4g6, f7—f6, 30. TflXf6f, Rg7Xf6, 31. Dg6Xf6f, Kf8—e8, 32. Df6—h8t, Ke8e7, 33. Dh8—g7f, Ke7xe6, 34. Dg7Xb7 en won. (Wordt vervolgd i SCHAKEN. Hollandsch in de voorhand (3). De leidende gedachte van deze opening, reeds tot uiting gekomen in gewestelijke par tijen in vorige artikelen, komen natuurlijk nog meer tot hun recht in de volgende, voor deze opening bijzonder typische meester- partijen. Wit: Dr. Lasker, Zwart J. H. Bauer (mees- tertoumooi Amsterdam). 1. f2—f4, d7d5, 2. e2—e3, Pg8—f6, 3. d2b3, e7e6 (eerst Rf5, om Wit's Raads- heer-opstelling te dwarsboomen, verdient hier aanbeveling, gezien de kracht dezer opstel- ling), 4. Rclb2, Rf8—e7, 5. Rfl—d3, b7—b6, 6. Pblc3, Rc8b7, 7. Pgl—f3, Pb8—d7, 8. 00, 00, 9. Pc3e2 (het begin van het offensief. Steeds is, bij ongewijzigde Pionnen- stand, de bedoeling van Wit om met de Dame langs de diagonaal dl—h5 en met de(n) Tor en (s) via f3 uit te loopen, onderwrjl Zwart's tegenacties zooveel mogelijk paree- rend) c7c5 (een betere tegenactie bood Pf6 e4), 10. Pe2g3 (in onze) vorige partijen zagen wij dit Paardmanoeuvrein de eerste kwam het slechts tot e2, door Zwart's tegen actie, toen afgeleid, hier komt het tot z'n ware bestemming, h5), Dd8c7, Pf3e5 (het Paard f6 moet weg, dat h7 beschermt, de Achilles- hiel, waartegen het geheele spel gericht is. Daarom eerst den secondant op d7 wegruilen), Pd7 X e5, 12. Rb2xe5, Dc7c6, 13. Ddle2, (noodig tegen d5d4 met volgend Dc6Xg2ft) a7a6 (tegen Rb5 14. Pg3h5, Pf6Xh5, 15. Rd3xh7t (een schitterende, ver doorge- rekende offercombinatie, zeggen de commen- tatoren van toen. Juiste taxatie van de stel- ling, zeggen wij tegenwoordig. Wat anders te doen met 3 lichte figuren, Dame en Toren bij de hand, tegen Koning, Paard, 2 Pionnen en „gedeeltelijken" Raadsheer? Trouwens anders komt Zwart in centrum en op Damevleugel in actie!) Kg8Xh7, 16. De2xh5, Kh7—g8, 17.Re5Xg7 (weer een juiste taxatie, gebaseerd op de typische wijze van mutgeven op 2 vleu- gelbanen met Dame en Toren tegen Koning- ,'loot. 2 Torens zijn daarbij voldoende; D T Eenig nieuws. Een zoo juist geeindigd tournooi te Scar borough in Engeland bracht den Brit Whiter aan de spits, met 6 uit 9. Colle volgt met 5 y2, terwijl de Engelschen Thomas, Yates en Burger op een afstand komen. Voor de cerate maal nam een dame aan een „mayOr-torna- ment" deel, mej. Vera Menchink, de wereld- kampioene. Zij won o.m. van Yates, Gezien het feit, dat naast de ettelijke millioenen scha- kers in de wereld, het aantal schakende dames zeer gering is, moet men zonder feminist te zijn de conclusie benaderen, dat niets de vrou- wen oorspronkelijk belet, om even sterk te schaken als de mannen, al is het volgens de waarschijnlijkheidsrekening nog niet spoedig te verwachten, dat uit hun geringe rangen meesters en grootmeesters voortkomen. Iedereen ziet thans met spanning het tour nooi te Kissingen tegemoet, in de herfslvaean- tie, waarin Dr. M. Euwe, de Nederlandsche kampioen, zal hebben te kampen met de fine fleur der grootmeesters, behalve Aljechin. Het zal voor hem en voor zjjn talrijke vrienden zeker een groot succes zijn, indien hij er in slaagt, zich te rangschikken onder de eersten Capablanca, Bogoljoebof, Niemzowitch en*. Uit een wedstrijd om het kampioenschap van Italie zijn als de twee eerste winnaars te voorschijn gekomen: Markies Rosselli del Turco met 6 en Monticelli met 5% punten. In Roemenie, net als in Polen en Rusiand, wordt veel en sterk gesehaakt. De kampioen Gudzu heeft dit jaar met 9% zijn titel moeten afstaan aan Max Wachsler, met 10 punten. Akiba Rubinstein, de bescheiden grootmees- ter, speelt een match van 10 partijen tegen den Amerikaanschen kampioen der U. S. A., Marshall, een match die door de ware scba&k- liefhebbers om de te verwachten mooie par tijen met groote belangstelling wordt tegemoet gezien. Ook Dortmund en Berlijn zien schaaktour- noois tegemoet, waarin Bogoljoebof, Spill- mann, Reti en Colle om de eerste plaatsen zul len vechten. Een groot dagblad in Nederland klasseert de vijf beste Hollandsche hoofdklassespelers, Kroone, Weenink, te Kolstd enz. onder de meesters als Tarrasch, Samisch, Rdti, Ooile e.d., terwijl Euwe tot de groep Niemzowitch Bogoljoebof behoort. Wij vermelden dit root hen die er een eigen meening op na houden en zich door uitslagen van tweekampen, wed- strijden e.d. niet van de wijs laten brengen. In dit verband zou ook de volgende groote- dagblad-conclusie eenige aanhangers kunnen vinden, dat een tweekamp met het wereld- kampioenschap als inzet geen grootere be langstelling zou ontmoeten, dan een zoo der dien. Intusschen vernemen wij, dat de Jokey-club te Buenos Aires pogingen in het werk stelt, om een revanchematch om het wereldkam- pioenschap tusschen Capablanca en Aljechin het volgend jaar te organiseeren. Elementair Schaken. (21.) Piece touchGe, piece jouee. Hier volgen de drakonische regelen, <h« tot doel hebben, fair play, te waarborgen en ge- zeur op wedstrijden te vermijden. Zij werkea z66 opvoedend, dat hunne navolging ook bij gewone en vriendschappelijke partijen moet worden aangeraden. De speler die aan zet is en een stuk aan- raakt, moet met dit stuk een zet doen, oover- schillig of dit aanraken al of niet kennelgk en aantoonbaar per ongeluk is gebeurd. De speler die niet aan zet is en een stuk aanraakt moet eveneens, zoodra het zjjn beurt is om te zetten, met het aangeraakte stuk een zet doen, tenzij ten genoegen van den wed- strijdleider kan worden aangetoond, dat het aanraken per ongeluk is geschied. Het „j'adoube" als waarschuwing om een stuk juist te zetten zonder hiermede een set te willen spelen, is alleen geldig in tegenwoor- digheid en onder toestemming van den tegen- stander. Is het aangeraakte een eigen stuk dan naoet daarmede de eerstvolgende zet geschieden, is het een stuk van de tegenpartij, dan moet dit met den eerstvolgenden zet worden geelagen, Indien zoodanige zetten niet mogelijk zijn, heeft een strafzet met den eigen Koning plaats. Indien ook dit niet mogelijk is, wordt de eigen Koning als matgezet beschoitwd. Probleem. Een oude partij uit een nieuw boek laten we hier in zrjn problematische standen dieneo ter training van de visie en het schaaktalent van onzen lezer. Hij zal zich daarbij op een goede school gevoelen. Is toch het nieuw versche- nen boek „My best games of chess" (verkrjjg- baar o.m. via de uitgeefster dezer courant) van de hand van den nieuwen wereldkam- pioen. Het bevat een 100-tal partijen, waarin hij zichzelf en zijn tegenstanders z6<5 nauw- keurig, volledig en „geraffineerd" jotleedt, dat het niets meer verwondert dat hjj Capa blanca versloeg. Waarlijk men leert van Al jechin, nimmer te rusten, voordat men ook het laatste geheim van een positie, van een speler heeft ontdekt, al moest men onderzoeken ad infinutum! Tegen zulk een geperfectionueerde wetenschap koh Capablanca inderdaad niet op. Gespeeld te Moskou 1915. Wit: Aljechin. 1. e2e4, e7e6, 2. d2d4, d7d5, 3. Pbl c3, Pg8—f6, 4. Rcl—g5, Rf8—b4, 5. e4—e5, h7h6, 6. e5Xf6, h6Xg5. 7. f6xg?. Th8—g8, 8. h2h4, g5Xh4, 9. Ddlg4 (is n6g sterker dan Dh5) Rb4—e7 (verdedigt h4), 10. g2 g3!, c7c5 (hier was Rf6 doelmatiger), 11. g3Xh4, c5 X d4, 12 Daar U het boek nog niet bezit kunt U hier het vraagstuk oplossen. welke zet Aljechin nu speelde WENKEN VOOR VEILIGHEID EN VOLKSGEZONDHEID. Behandel ook de kleinste verwonding zorgvuldiq. Verbindt haar direct met een steriel verband (ingeval van nood een schoonqewasschen zakdoek), zoodat zij voor verontreiniqinq bewaard en teqen stooten beschermd is. Doet qij dit niet, dan zal zij U door ontstekinq wekenlanq hinderen, terwijl in sommiqe qevallen i ernstiqe verzwerinq, bloedverqiftiqinq en I de dood kan volqen. Roep tijdiq qenees- 1 kundiqe bulp in. GEZONDH EI DSR A AD

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1928 | | pagina 10