GEMEENTERAAD VAN HENGSTDIJK. De VOORZITTER zegt, dat die dan zal wordea gegeven. Het schrijven wordt aangenomen voor ken nisgeving. k. Bericht van gedeputeerde staten van Zeeland, d.d. 23 Maart 1928, dat zij, in verband Met de mededeeling in hun hierbovengenoemd sohrQ.ven'ook verdaagd hebben hunne beslissing over de ter goedkeuring ingezonden verorde- ning tot stichting van een gemeente] ijk woning- bedrijf, overeenkomstig art. 114bis der Ge- meentewet. Aangenomen voor kennisgeving. 1. Het verslag der Gezondheidscommissie wier zetel is gevestigd te Ter Neuzen over 1927. De heer VAN DEN BULCK vraagt of het met mogelijk zou zijn, dat ieder lid een exem- plaar van dit verslag ontving. Het is niet wel mogelijk am daarvan voldoende kennis te kunnen nemen bij de inzage der stukken. De VOORZITTER antwoordt, dat aan de Ge- zondheidsoommissie zal verzocht worden een voldoend aantal exemplaren toe te zenden ter uitreiking aan de raadsleden. De heer COLSEN dacht, dat burgemeester en wethouders, die daarvan tijdig kennis hebben kunnen nemen, wel iets zouden gezegd hebben naar aanleiding van dit verslag, en hij moet er zich over verwonderen, dat dit niet het ge- val is. Hij moet er zich over beklagen, dat onze gemeente zoo'n pover figuur slaat in dat verslag. De eenige school waarover de com- missia iets neerschrijft is de openbare school te Sluiskil, waarover spreker ook reeds meer- malen heeft geklaagd, en waarvan de commis sie zegt, dat de gang zoo donker is en aanmer- king gemaakt wordt, dat de muren geteerd zijn. Geteerde muren! reeds herhaaldelijk heeft spreker hierop ook gewezen. Hij moet verkla- ren zich hiervoor tegenover andere gemeenten werkeljjk te schamen. Hij had verwacht, dat burgemeester en wethouders naar aanleiding van dit verslag daarover wel met een of ander voor den dag zouden gekomen zijn. Het verslag wordt aangenomen voor kennis geving. m. Het verslag van de commissie van toe- aicht op het middelbaar onderwijs over het Jaar 1927, luidende als volgt: Ter voldoening aan het bepaalde in de tweede alinea van art. 52 der wet houdende regeling van het middelbaar onderwijs, heeft de plaatselijke commissie van toezicht op het mid delbaar onderwijs in de gemeente Ter Neuzen de eer het navolgende verslag over het jaar 1927 uit te brengen. Het toezicht der commissie strekt zich alleen uit tot de Rijks Hoogere Burgerschool te dezer stede. Het onderwijzend personeel der school onderging geen wijziging. De tijdelijke benoeming der leeraressen mej. J. M. v. d. Meijden en mej. W. A. Zjjlstra werd met ingang van 1 September j.l. met een jaar verlengd. Den heer L. G. v. d. Eijk was van 1 Juni 1926 tot 1 April 1927 ziekteverlof toe- gekend. Gedurende zijn afwezigheid is zijn functie waargenomen door den heer G. A. den Decker. Op 27 Mei werd de heer v. d. Eijk opnieuw ziek en kwam voor de zomervacantie niet meer op school. Er werd geen waarnemer benoemd, omdat de behandelende medicus telkens slechts voor korten tijd een ziekteverklaring wilde af- geven. Aangezien de heer v. d. Eijk in Sep tember bij den aanvang van het leerjaar nog niet hersteld was, nam de heer Den Decker de teekenlessen wederom waar tot 1 October, op weLke datum de heer Van der Eijk zijn taak weder heeft hervat. De school werd bezocht door 58 mannelijke leerlingen voor volledig on derwijs, 11 vrouwelijke voor volledig onderwijs en 1 vrouwelijke leerling voor enkele lessen (12 vakken). Het aantal buitenleerlingen bediroeg 36, waarvan 1 in de gemeente woonachtig en 35 buiten de gemeente. Door verlaging der spoor- tarieven is het bezoeken der H. B. S. door leer lingen uit andere gemeenten vergemakkelijkt. Bij een volgend leerjaar zal moeten blijken of dit invloed heeft op het aantal buitenleerlingen. Van het onderwijs in lichamelijke oefenin- gen werd 1 leerling vrijgesteld. Splitsing in parallel-afdeelingen vond niet plaats. Vrijstelling van de betaling van schoolgeld werd verleend aan 3 jongens. Voor het toelatingsexamen le klasse meldden rich aan 4 mannelijke leerlingen; voor de 2e klasse 1 mannelijke leerling. Daarvan slaag- 3e"H resjr, i en 1- Zonder examen werden toe- gelaten tot de eerste klasse 13 mannelijke en 2 vrouwelijke leerlingen. Overgang van de scholen van lager onder wijs te Ter Neuzen naar de H. B. S. schijm slechts in uitzonderingsgevallen mogelijk te zijn. Als regel gaan de leerlingen nog een jaar en 3 maanden naar de school voor M. U. L. 0. Daaruit zou moeten worden aigeleid, dat het lager onderwijs niet voldoende aansluit aan het middelbaar onderwijs. Door den directeur der R. H. B. S. wordt er over geklaagd, dat de hoofden der lagere scholen veel te lichtvaardig eene verklaring afgeven, daarmede b'ijk gevend, dat zij geen begrip hebben, van wat. de H. B. S. van de leerlingen eischt Wat de leeftijden der leerlingen betreft, zij het volgende opgemerkt. Van de 20 mannelijke leerlingen der le klasse hadden bij het begin van den cursus: 5 den leeftijd van 12 tot 13 jaar 9 den leeftijd van 13 tot 14 jaar 3 den leeftijd van 14 tot 15 jaar 3 den leeftijd van 15 tot 16 jaar Van de 15 mannelijke leerlingen der 2e kteusse: 1 den leeftijd van 12 tot 13 jaar 1 den leeftijd van 13 tot 14 jaar 9 den leeftijd van 14 tot 15 jaar 2 den leeftijd1 van 15 tot 16 jaar 1 den leeftijd van 16 tot 17 jaar 1 den leeftijd van 17 tot 18 jaar Van de 9 mannelijke leerlingen der 3e klasse 1 den leeftijd van 14 tot 15 jaar 3 den leeftijd van 15 tot 16 jaar 2 den leeftijd van 16 tot 17 jaar 3 den leeftijd van 17 tot 18 jaar Van de 7 mannelijke leerlingen der 4e klasse 2 den leeftijd van 16 tot 17 jaar 3 den leeftijd van 17 tot 18 jaar 2 boven 18 jaar Van de 7 mannelijke leerlingen der 5e klasse: 2 den leeftijd van 16 tot 17 jaar 1 den leeftijd van 17 tot 18 jaar 4 den leeftijd van boven 18 jaar Voor de vrouwelijke leerlingen zijn deze leef tijden veel gunstiger. Zoo zijn de beide vrou welijke leerlingen uit de le klasse 12 tot 13 en 13 tot 14 jaar; van de vrouwelijke leerlin gen der 2e klasse: 2 tusschen 13 en 14 jaar en 1 tusschen 14 en 15 en zoo is de oudste leerling uit de 5e klasse tusschen de 16 en 17 jaar. Zooals reeds bij het vorig verslag opgemerkt, zijn voorai voor de mannelijke leerlingen de leeftijden vrij hoog. Bij het einde van den cursus werden bevor- derd: van de 21 mannelijke leerlingen en 2 vrou welijke der le klasse: 12 mannelijke en 2 vrouwelijke; van de 11 mannelijke en 4 vrouwelijke del 2e klasse: 8 mannelijke en 3 vrouwelijke; van de 8 mannelijke en 2 vrouwelijke der 4e klasse: 6 mannelijke en 1 vrouwelijke; van de 9 mannelijke en 2 vrouwelijke der 4e klasse: 5 mannelijke en 1 vrouwelijke. Hierbjj valt op, het groot aantal leerlingen der le klasse, die niet tot de 2e klasse bevor- derd konden worden, n.l. 39 Vermoedelijk zal de reden daarvan gezocht moeten worden in den reeds boven aangestipte onvoldoenden grondslag door het lager onderwijs gelegd. Opmerkelijk is echter, dat dit verschijnsel van jaar tot jaar zeer uiteenloopend is, aange zien in 1924 niet bevorderd konden worden van de le naar de 2e klasse ongeveer 22 in 1925 33 in 1926 12 Uit een bestudeering der verslagen van andere hoogere burgerscholen, voorzoover daar over beschikt werd, is der commissie gebleken, dat het percentage van niet tot een hoogere klasse bevorderden niet sterk afwijkt van de betrekkelijike percentages op andere hoogere burgerscholen, zoodat de klacht van de onvol- doende aansluiting van lager aan middelbaar onderwijs, behalve voor de steden, een alge- meene klacht zou mogen genoemd worden. Vender valt op het groot aantal niet bevorder den van de 4e naar de 5e klasse. Ten opzichte van deze aangelegenheid meent de commissie echter, dat het aanbeveling ver- dient, niet te lichtvaardig leerlingen tot een hoogere klasse te bevorderen en kan zij zich dientengevolge met een strenge selectie vrij den overgang van het eene leerjaar naar het volgende voikomen vereenigen. In het afgeloopen jaar hebben de school ge durende het schooljaar verlaten: 1 mannelijke leerling 2e klasse die naar de ambachtsschool is gegaan en 1 vrouwelijke leerling wegens vertrek naar elders. Bij het einde van het schooljaar verlieten de school Uit de le klasse: 3 mannelijke leerlingen (wegens opgeven der studie) en 1 vrouwelijke leerling (naar kostschool). Uit de 2e klasse: 1 mannelijke leerling (naar teekenacademie te Gent). Uit de 3e klasse: 3 mannelijke leerlingen (2 voor gemeenteadministratie, 1 onbekend). Uit de 4e klasse: 1 mannelijke leerling (wegens opgeven der studie). Het eindexamen werd afgelegd door 6 man nelijke en 2 vrouwelijke leerlingen. Van hen hebben 5 mannelijke en 2 vrouwe lijke leerlingen het getuigschrift verkregen. De niet-geslaagde leerling moest wegens ziekte zijn mondeling examen uitstellen en kreeg gelegenheid dat te Oostburjj af te leg- gen, doch werd door de commissie aldaar af- gewezen; hij is weder tot de school terug- gekeerd. Deze uitslag mag zeer bevredigend genoemd worden. 2 vrouwelijke leerlingen voor staatsexamen. 1 mannelijke leerling voor civ. ingenieur. 1 mannelijke leerling voor Middelbaar Tech- nische School te Dordrecht. 3 mannelijke leerlingen nog onbekend. Van de gelegenheid tot studie na de lessen en voor het vertrek der treinen wordt door de buiten leerlingen flink gebruik gemaakt. Het gebouw der H. B. S. verkeert in zeer goeden staat, de localiteiten voldoen aan alle eischen die gesteld kunnen worden. Van de wijze, waarop het onderwijs wordt gegeven, heeft de commissie bij het school- bezoek een zeer gunstigen indruk gekregen. n. Een schrijven van de Oudercommissie te Sluiskil, waarin deze, ook namens de ouders van leerlingen, die de openbare school te Sluis kil bezoeken, hartelijk dank zegt voor het be- sluit tot het aanstellen van een assistent(e) aan school D. Aangenomen voor kennisgeving. o. Een adres van J. P. Schrier, zweefmolen- attracticien te Ter Neuzen, die daarin te ken- nen geeft, dat, naar hij vernomen heeft, in deze gemeente een festival wordt gehouden op 17 Mei a.s.; dat bij hem het denkbeeld is gerezen, om ver- gunning te vragen om met zijn inrichting bo- vengenoemd, dien dag te mogen draaien op de Markt, bij het kantongerecht, of op een nader aan te duiden plaats; dat volgens hem een festival zonder een kermisinrichting weinig zin heeft, bewijzen de verschillende plaatsen in ons land waar aan een festival niet een kleine maar een groote kermis wordt verbonden; dat men gerust kan aannemen, dat het over- groote deel van het publiek ingenomen is met zoo'n inrichting, daar dit voor velen een on- schuldige ontspanning is; reden waarom hij den raad verzoekt op bo- venstaande een gunstige beslissing te willen nemen. Burgemeester en wethouders stellen voor, dit adres voor kennisgeving aan te nemen. Met algemeene stemmen wordt aldus be- sloten. p. Een schrijven van Ph. J. Callenfels, nota- ris waarin deze bericht, dat door wijlen mejuf- frouw Leijntje Jozina de Smidt, in leven scheepsmakelares, wonende te Ter Neuzen is gelegateerd, vrij van het recht van successie en uit te keeren binnen zes maanden na haar overlijden, eene contante som van 500, ten einde uit de rente daarvan te voldoen de Jaar- lijksche onderhoudskosten van de graven van erflaatsters ouders, van hare zuster, van haren grootvader en van haar zelve, zullende het ge- meentebestuur van Ter Neuzen moeten zorg dragen, dat dit onderhoud regelmatig geschiedt. Gaarne zal hij vernemen of de gemeente dit legaat aanvaardt. Burgemeester en wethouders stellen voor, niet tot aanvaarding van dit legaat over te gaan. Zij schrijven daaromtrent aan den raad het volgende: Bij schrijven van 7 April 1928 deelt de heer Ph. J. Callenfels, notaris alhier ons mede, dat wijlen mej. L. J. J. de Smidt, overleden alhier op 25 Februari 1928, aan de gemeente heeft gelegateerd, vrij van het recht van successie een bedrag van /500, teneinde uit de rente daarvan te voldoen de jaarlijksche onderhouds kosten van de graven van erflaatsters ouders, grootouders, zuster en haarzelve. Afgescheiden nog van de vraag of de rente van 500 jaarlijks voldoende zal zijn om de bovenbedoelde graven te onderbouden komt daarbij nog op den voorgrond een andere vraag, n.l. hoelang moeten die graven onderhouden worden Het ligt toch in onze bedoeling de begraaf- plaats aan de Kerkhoflaan binnen afzienbaren tijd te sluiten. Volgens artikel 25 van de Be- graafwet moet die begraafplaats dan 10 jaar onaangeroerd blijven liggen; daarna mag de grond voor bezaaiing en beplanting gebruikt worden, mits niet dieper dan meter wordt gegraven. Na 10 jaar gesloten te zijn, mag dus die begraafplaats als zoodanig worden op- geheven en gebruikt voor weide, bouw- en op- slagterrein enz., terwijl na 30 jaren de ge meente weer de geheele vrije beschikking over het terrein krijgt. De bestaande graven zouden alsdan kunnen worden opgeheven, doch de vraag blijft of we niet voor het onderhoud zou den moeten blijven zorgen van de graven van de familie Smidt bovengenoemd, omdat toch erflaatster geen termijn heeft genoemd hoelang dit onderhoud moet duren. Dit zou in de toekomst voor de gemeente moeilijkheden en daardoor nadeel kunnen geven, terwijl van voordeel thans niet gespro- ken kan worden. Om kwestie's, in latere jaren te voorkomen, achten wij het dan ook beter het aangeboden legaat van 500 niet te aanvaar- den en het navolgende besluit te nemen: De gemeenteraad van Ter Neuzen, Gezien het schrijven van notaris Ph. J. Cal lenfels alhier, houdende mededeeling, dat door wijlen mej. L. J. J. de Smidt alhier aan de ge meente wordt gelegateerd een bedrag van vijf honderd gulden (f500) teneinde uit de rente te voldoen het jaarlijksch onderhoud van de graven van erflaatsters ouders, grootouders, zuster en haarzelve; overwegende, dat aanvaarding van dit legaat niet geacht kan worden in het belang te zijn van de gemeente; gehoord een voorstel van burgemeester en wethouders; besluit: niet te aanvaarden het legaat van vijf hon derd gulden aan de gemeente Ter Neuzen bij testementaire beschikking door wijlen mej. L. J. J. de Smidt toegekend. De heer VAN AKEN verklaart met spijt van dit voorstel kennis te hebben genomen. Er is vroeger oppositie gerezen tegen het verplaat- sen van een haag van de begraafplaats, nader- hand ontstond deze naar aanleiding van het maken van eeu gang waardoor men meende dat de plechtigheid en de rust van de begraaf plaats was aangerand en de publieke opinie sprak zich daartegen uit, en nu geven burge meester en wethouders te kennen, dat zij na 10 jaar de begraafplaats zouden willen beschik- baar stellen als opslagplaats. Hij moet daar tegen op komen en meent, dat we op de be- graafpaats geen opslagterrein moeten gaan maken. Hij zou daarom dit legaat wel willen aanvaarden, omdat men dan een sommetje heeft, dat ten goede komt aan de onkosten die men later zal moeten maken om daar een en ander aan te leggen. Hij zou 10 jaar na de sluiting de begraafplaats willen vervormen in een plantsoentje en dat voor het publiek be- schikbaar stellen, maar niet voor openbaren weg, weide of opslagplaats. Dat moet men zoo vlug na de sluiting niet doen, daar behoort men zeker wel een 40 jaar overheen te laten gaan. Hij zou ook nog het voorstel willen doen jaarlijks op de begrooting f 100 beschik- baar te stellen voor het inrichten van 'n plant soentje, en om het graf van mej. De Smidt en ook anderen netjes te onderhouden. Men had in de laatste jaren toch al zooveel op te merken over de begraafplaats en het stuit velen tegen de borst, die daar dooden hebben liggen, dat het wezen der begraafplaats wordt geschonden. Hij zelf heeft er geen familie begraven, maar misschien is dat met anderen in de vergadering wel het geval en hij kan zich de gevoelens daaromtrent inden- ken, wanneer nu besloten zou worden dat alles van de begraafplaats na 10 jaar zal worden opgeruimd. De VOORZITTER: Er staat wel dat de gra ven na 10 jaar kunnen worden opgeheven, maar dat wordt niet voorgesteld! De heer SCHEELE merkt op, dat men thans over het pad rnets meer hoort, dat bezwaar werd in den eersten tijd geopperd en heefi toen wat opspraak verwekt, maar dat is nadat men van het werk op de hoogte was niet ver- der gegaan. Voorts zeggen burgemeester en wethouders in hun schrijven, dat de begraaf plaats na die 10 jaar zou kunnen gebruikt wor den voor opslagplaats, weide enz., maar ze zeggen niet dat ze dit willen. Bovendien, alien zooals de raadsleden hier zitten weten niet wat de hier over 10 jaar zitting hebbende raads leden dan met de gesloten begraafplaats zullen besluiten te doen. Dat is bovendien de zaak ook niet waar het hier om gaat. De heer Van Aken zou er een publiek plantsoentje van wil len maken, maar dan acht spreker dat oud lood om oud ijzer. Dan is het toch ook voor publiek verkeer bestemd. Spreker geeft burgemeester en wethouders in hun voorstel geheel gelijk. Indien de ge meente het legaat aanvaard, aanvaardt zij daarmede tevens de verplichting voor het on derhoud der opgenoemde graven en de familie- leden kunnen alsdan eeuwigdurend er bij de gemeente op aandringen, dat dit ook werkelijk geschiedt. Hij staat dus geheel aan de zijde van burgemeester en wethouders. De heer GEELHOEDT merkt op, dat het voorstel van burgemeester en wethouders vol- strekt niet een voorstel is, dat ten doel heeft een bestemming te geven aan de begraafplaats. Spreker zou persoonlijk ook niet graag zien, dat deze na 10 jaar werd opgeruimd. Het voor stel strekt alleen tot afwijzing van het legaat en daarvoor zijn de motieven aangehaald, die daarvoor aangevoerd behooren te worden, waaronder toch ook zeker meetelt de overwe- ging, dat men dan een zeker servituut op de begraafplaats zou leggen, doch voorai heeft ook de overweging gewogen, dat tegenover de rente die de gemeente van het legaat zou kun nen maken, die op f 22,50's jaars moet worden berekend 5 graven zou moeten onderhouden, waaronder dan ook die op de verlaten begraaf plaats. Deze kunnen in een toestand verkeeren dat de gemeente daaraan voor een voldoend onderhoud groote kosten zou kunnen krij.gen. Dat legaat kan niet aanvaard worden. De heer HAMELINK: Daarvoor had het wel 50.000 moeten zijn! De heer VAN AKEN zou nu deze gelegen heid willen te baat nemen om een bestemming aan de begraafplaats te geven, dan wist men waaraan zich te houden. Bij dat bedrag, be- schikbaar gesteld door mej. De Smidt zal dan ook nog wel wat van anderen komen en zoo komt men er wel. De heer GEELHOEDT acht dat geen licht- punt, want als er meerdere legaten zouden komen, dan zouden er ook meer te onderhouden graven bijkomen, zoodat men daarmede niets vooruit is. De VOORZITTER wijst er op, dat burge meester en wethouders niets anders hebben gedaan, dan er op gewezen wat de Begraafwet hierover zegt, n.l., dat men na 10 jaar de grond voor bezaaiing en beplanting mag gebruiken, mits niet dieper dan een halven meter graven- de en dat men na 30 jaar weer geheel de vrije beschikking over het terrein krijgt. Dat is echter niet in hoofdzaak dienende, doch wel hetgeen de heer Geelhoedt terecht heeft ge- gezegd, n.l., dat de gemeente voor 22,50 's jaars niet het onderhoud van 5 graven voor hare rekening kan nemen. Dat bedrag is daar voor veel te gering. Verondersteld, dat een der kelder bouwvallig is of wordt, dan is men aan het metselen van een nieuwen grafkelder alleen een f 400 kwijt. Indien willekeurige menschen een som van 500 aan de gemeente zouden willen schenken voor onderhoud van de begraafplaats was dit een ander geval. Doch ook dan zouden de schenkers recht hebben op goed onderhoud. Het voorstel van burgemeester en wethou ders wordt met algemeene stemmen aange nomen. q. Een schrijven van J. Huizinga en J. F. de Cooker, respectievelijk voorzitter en secre- taris van de Commissie tot Werkverruiming in Zeeuwsch-Vlaanderen, wier samenstelling uit vroegere adressen bekend kan zijn, en han- delende ter uitvoering van een besluit genomen in eene gehouden conferentie met de Rijksvlas- commissie op 28 Maart 1928, bij welke confe rentie een deputatie aanwezig was van burge- meesters in het Land van Axel, en waarin wordt te kennen gegeven: dat in den winter van het jaar 1927/28 een groot aantal arbeiders in deze gemeente werk- loos zijngeweest en het zich laat aanzien, dat in het a.s. winterseizoen 1928/29 dit aantal nog grooter zal zijn; dat de werkzaamheden tot heden in menige gemeente te vinden, geleidelijk uitgeput zijn, althans niet voldoende, om nog een beteekenend aantal werkloozen te werk te kunnen stellen; dat de werkloozen gebaat zullen zijn, indien zij in de vlasindustrie weder emplooi kunnen vinden; dat het echter voor de vlasfabrikanten niet mogelijk is, hunne fabrieken open te stellen, met het oog op het groote nadeel dat zij onder- vinden, door van Belgische zijde aangewende concurrentie-mogelij kheden dat het evenwel uitvoerbaar is, deze bezwa- ren op andere wijze te ondervangen, door van gemeentewege een bijslag te geven op het loon, van ieder door de gemeente aan te wijzen en door den fabrikant aangenomen werklooze ar- beider; dat het geven van een bijslag op het loon geen onoverkomelijk bezwaar behoeft te zijn, wijl de gemeente in overleg met de fabrikanten eenige voorwaarden kan vaststellen, waardoor verkeerde gevolgen zijn uitgesloten; dat het gewenscht is, met het oog op de te nemen maatregelen, dat de gemeenteraad over deze zaak beslist voor het einde van Mei a.s.; reden waarom de commissie den raad beleefd verzoekt, ter voorziening in de komende werk- loosheid een besluit te nemen, waarbij de ge meente voor de daarvoor in aanmerking komen de werkloozen tracht een emplooi te doen vin den bij de fabrikanten in de vlasindustrie onder voorwaarde, dat de gemeente bereid is, een nader vast te stellen bijslag te geven op het loon, en daarbij zoodanige bepalingen vast- stelt, dat een goede controle gewaarborgd is. Burgemeester en wethouders stellen voor, dit adres in hunne handen te stellen om bericht en raad. Met algemeene stemmen wordt aldus be sloten. r. Een adres van G. Hamelink, die daarin verzoekt hem voor het bouwen eener bijkeuken achter het perceel staande aan de Van Boven- straat no. 35 afwijking toe te staan van art. 10 der Bouwverordening. Burgemeester en wethouders stellen voor, dit adres te stellen in hunne handen om bericht en raad. Met algemeene stemmen wordt aldus be sloten. s. Een adres van K. van Piebbroek, die daarin verzoekt hem afwijking toe te staan van art. 10 der Bouwverordening, voor het afbreken van een bestaand varkenshok en het herbouwen van een waschhok aan het perceel staande aan de Steenkamplaan no. 33. Burgemeester en wethouders stellen voor, dit adres te stellen in hunne handen om bericht en raad. Met algemeene stemmen wordt aldus be sloten. De heer HAMELINK wil bij deze gelegen heid iets zeggen omtrent de voorstellen onder r en s, tot verzending dier adressen aan bur gemeester en wethouders om bericht en raad. Naar het hem voorkomt zijn die adressen, al thans zeker dat van Van Pienbroek, zoo tijdig ingekomen, dat burgemeester en wethouders toch wel gelegenheid gehad hebben daarom trent een voorstel te doen. Door deze wijze van behandelen wordt het afdoen dier verzoe- ken om afwijking van de Bouwverordening maar steeds achteruitgeschoven, de betrokke- nen bemoeiiijkt en de werkgelegenheid die de voorgenomen werken zouden bieden opgehou- den, hetgeen toch in verband met de werkloos- heid ook een factor van beteekenis is. Het adres van Van Pienbroek is 12 April ontvangen en 13 April 1.1. verzcnden om advies van den gemeentebouwmeester. Die had ech ter over die zaak terstond advies aan burge meester en wethouders kunnen uitbrengen, want die was reeds voor de inzendlng van het verzoek door belanghebbende over de uitvoe ring van dat werk gepolst. De inzending van het verzoek is daardoor wat verlaat, want bij de besprekingen ondervond belanghebbende tegenkanting van de zijde van den bouwmees- ter. Het komt aan spreker voor, dat er met de afhandeling van zulke zaken haast gemaakt moet worden, maar zooals het nu gaat moecen de menschen wel 3 tot 4 maanden op beslissing wachten. De VOORZITTER merkt op, dat, indien hier geen medewerking werd betracht en van wege burgemeester en wethouders deze zaken zuiver formeel werden behandeld, zulks in verbantl met de te vervullen formaliteiten nog wel tweemaal langer zou duren. Aan de eibchen der wet en der verordening moet echter worden voldaan. Voor een zoo spoedig mogelijke aiwerking wordt ook mede werking verleend door de Gezondheidscommis sie die zoo spoedig mogelijk beslissing neemt. Indien een verzoek inkomt, komt het den daar- opvolgenden Dinsdag in de vergadering van burgemeester en wethouders en wordt het ver- zonden naar de Gezondheidscommissie. Heeft deze dan juist vergaderd, dan gaat er een maand over neen en er kan door den raad geen beslissing genomen worden, indien bij de stuk ken ook niet is overgelegd het advies der Ge zondheidscommissie. Op die wijze kan het ge- schieden, dat een adressant eens een paar maanden op beslissing moet wachten. Mogelijk is, er bij deze, adressen ook nog een andere reden van vertraging, dat het juist tegen de Paaschweek is mgezonden, in welke burge meester en wethouders niet vergaderd hebben. Burgemeester en wethouders kunnen deze za ken niet vlugger behandelen dan geschiedt. De heer HAMELINK heeft den indruk, dat er mede geslabbakt wordt, en dat is des te meer bezwarend nu de raad slechts met groote tusschenpoozen bijeenkomt. De VOORZITTER moet daartegen met be- slistheid opkomen. De heer HAMELINK heeft voorai het oog op het adres van Van Pienbroek, dat al opge- houden is door het bezwaar, dat de gemeente- bouwrpeester tegen de voorgenomen verbou- wing maakte, te kennen gevende, dat hij daar- op niet gunstig zou kunnen advi'seeren. Spreker heeft toen belanghebbende den raad gegeven zijn verzoek toch maar in te sturen. De ge meentebouwmeester kan er dan zijn bezwaren tegen indienen en de gemeenteraad kan daar mede b(j het nemen eener beslissing rekening mee houden. Spreker heeft aangeraden het verzoek in elk geval in te zenden. Wat de gemeentebouwmeester bij die besprekingen heeft gezegd, verschaft nog geen beslissing. lets anders wordt het, als hij offieieel advies moet uitbrengen. De VOORZITTER wil toegeven, dat de me dedeeling van den heer Hamelink omtrent de besprekingen van adressant-Van Pienbroek met den bouwmeester juist kunnen zijn, doch daar van is aan burgemeester en wethouders niets bekend. Deze kan alleen, als hem inlichtingen gevraagd worden, te kennen geven, dat hij er tegen zal adviseeren, maar een beslissing is dat niet. Hij moet er evenwel tegenop komen, dat hier niet snel genoeg gewerkt zou worden. Dezan voormiddag hebben adressanten hem nog be zocht en hij heeft hun gezegd, dat indien in den loop van den voormiddag of met den middag het advies van de Gezondheidscommissie nog zou inkomen, de verzoeken nog zouden worden behandeld, doch er is niets ontvangen. Er kan dus geen besluit vastgesteld worden. t. Een adres van A. de Bruijne, voorzitter, en M. Wagenaar, secretaris, der Buurtvereeni- ging „Driewegen", die daarin te kennen geven: dat in de nieuwgebouwde wijk bij Driewegan reeds verleden. jaar is voorzien in de straatver- liChting door het aanbrengen van Zen liciitp*u»t doch bij nader inzien, nu alle woningen «m- gesloten zijn, en het lichtpunt nu verder i» geplaatst dan adressanten eerst vermoeden, dit lichtpunt nu ongeveer 350 M. van het w> dere is verwijderd; reden waarom adressanten zich in het be lang dier bewoners tot den raad wenden, met het verzoek te willen bevorderen, dat in nieuw gebouwde wijk van gemeentewege nog een lichtpunt wordt aangebracht en het be staande een paal verder te verplaatsen, zoodat het ook om den hoek schjjnt. Dankbaar voor de wijze waarop door de* raad in het andere lichtpunt is voorzien, hebben zij de vrijmoedigheid ook deze zaak in mJh welwillendiheid aan te bevelen. Burgemeester en wethouders stellen voor, dit adres te stellen in hunne handen om bericht en I raad. (Wordt vervolgd.) Alle leden zijn aanwezig onder Voorzittersehap van Burgemeester L. A. C. van Esbroeck, alsmede d« Secretaris L. G. Hermans. Op verzoek van den VOORZITTER leest deze laat ste de notuleu der voorgaande, welke onveranderd worden goedgekeurd. De agenda vermelde I. Ingekomen stukken 1. Van Gedeputeerde Staten bericht van goed- keuring der wijziging in't reglement van't Burgerlijk Armbestuur. 2. Idem der wijzigingen in de begrootingen va« 27 en "28. 3. Verzoek van het gemeentebestuur van Koltam om adhaesiebetuiging aan zijn adres aan den Minister van Financien, betrell'ende herziening van de belast- bare opbrengst van gebouwde en ongebouwde eigen- dommen en verhooging der door de gemeente te heffen opcenten. De SECRETARIS leest dit adres voor en de VOOR ZITTER licht dit nader toe, daarria in overweging gevende dit adres voor kennisgeving aan te nemen omreden het voor onze gemeente niet van belang is. Aldus wordt goedgevonden. 4. Idem van het gemeentebestuur van Oosterwotde I om verbetering te verkrijgen in de finantieele ver- houding tusschen Rijk en Gemeenten. Na voorlezing door den SECRETARIS, zegt de VOORZITTER, dat B. en W. voorstellen hieraan wbi adhaesie te betuigen, want 't is van belang, dat er meer rekening worde gehouden met de finantieele draagkracht der gemeenten. Aldus wordt besloten. De heer VAN HEESE acht het noodig protest aan I te teekenen tegen de verplichte bijdragen voor leer- I lingen, die buiten de gemeente hoogere opleiding I genieten. De VOORZITTER antwoordt, dat deze gemeente I geen aanleiding heeft daartegen tereclameeren, aan gezien Hengstdijk zoodanige bijdragen niet behoeft te doen. De heer VAN HIiFTE wijst er op, dat door andere I gemeenten wel betaald wordt en de heer VAN DEURSEN acht het niet uitgesloten, dat Hengstdijk voor hetzelfde feit zal komen te staan. De Voorzitter heihaalt, dat het op't oogenblik geen I zin heeft hiertegen te protesteeren mocht het even wel zoo ver komen, dat er betaald moet worden, dan I kan men er nog werk van maken. Met algemeene stemmen wordt de gevraagde I adhaesie verleend. 5. Van de Gezondheidscommissie, zetelend te Hulst I het jaarverslag. Na korte weergave van den inhoud door den Seere- taris, wordt dit voor kennisgeving aangenomen. 6. Van de Gezondheidscommissie voornoemd, de i rekening en verantwoording over 1927. Deze sluit met een batig saldo van 61.45}. Zij wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. 7. Verzoek om subsidie van de Dresseerv«rt,eoiging van politiehonden. Deze heeft ten doel, zooals in het adres wordt vermeld, het africhten van honden J ten dienste van politie en justitie. II De VOORZITTER licht het advies nader toe, om reden B. en W. willen*voorstellen over 1928 vijf gulden toe te staan. De heer VAN HEESE oppert het bezwaar, dat de honden voor een llmken prijs verkocht worden, nadat ze met subsidie der gemeente zijn afgericht. De VOORZITTER geeft te kennen, dat de subsidie verleend wordt voor 't aanhouden der honden, dua dat ze ter plaatse dienst zullen doen. Na deie toe- I lichting wordt het subsidie verleend. 8. Adres van den Rijksveldwachter P. Annaerk met het verzoek om zijne woning, eigendom der I gemeente, waarvoor hij wekelijks f 4 huur betaalt, van binnen eenigszins in beteren toestand te brengen, van een drietal lichtpunten te voorzien en verder eenige kleinere herstellingen: De VOORZITTER heeft zich van den toestand overtuigd en acht het gevraagde alleszins redelijk en noodzakelijk de man wil geen overdaad. De heer VAN HEESE: 't le gemakkelijk voor j die heeren om aantevragen, in vergelijking met dea minderen man. De VOORZiTTER repliceert, dat adressaats ver zoek zeer bescheiden is, geen weelde vraagt, »n een (linke huur aan de gemeente betaalt. De heer DE WAAL zegt, dat de woning toch o»et mag Onderkomen en behoorlijk in orde mag ijn, "tgeen ook door den heer VAN DEURSEN wordt beaamd, erbij voegende. dat de vorige bewoser ook wat gekregen heeft. De VOORZITTER wijst nog op de mngelijkheid, dat adressant naar elders verplaatst wordt. Mea kan derhalve moeielijk verlangen, dat bijzelf de licht punten zal bekostigen. Met algemeene stemmen worden B. en W ge- machtigd deze zaak in orde te doen brengen. II. Aanbieding verslag Woningwet 1927. Wordt aangenomen voor kennisgeving. III. Aanbieding GemeenteVerslag. Ook dit wordt voor kennisgeving uangenomes, nadat de SECRETARIS eeriige hoofdzaken heeft aangestipt. IV. Vaststellingvermenigvuldigingscijfergemean- telijke inkomstenbelasling. De SECRETARIS geeft te kennen, dat dit op 1.26 kan gehandhaafd blijven, omdat men 500 minder uitgaaf heeft vo r een krankzinnige. De VOORZITTER voegt hieraan toe, dat, Indien dit niet het geval was geweest, men dit cijfer had moeten verhoogen. Met algemeene stemmen blijft het vastgesteld op 1,25. V. Vaststelling Kohier Hondenbelasting 1928. Honden van weelde zijn aangeslwgen naar 6, andere naar f 2,In totaal zijn er 28dierenmet een opbrengst van f 80,Het Kohier wordt aldus vastgesteld. VI. Benoeming leden Commissie tot ivering van schoolverzuim. In deze Commissie hebben zitting een onderwijzer I een vader zonder en een vader met schoolgaande kinderen. In de eerste categorie werd herber.oemd de heer A. Kerckhaert, Hoofd der school; in de tweede d# heer Th. Boeijkens en in de derde de heer J. de Bakker. VII. Afwijking ingevolge Art. i92e lid [Mger Onderwijswet 1920. De SECRETA BIS deelt mede, dat determijn van vijf jaar, waarvoor aan de gemeente viijstelling was ver- I leend voor het instandhouden eener openbare school, I was verstreken en deze vrijstelling opnieuw bij de I Kroon moet worden aangeviasgd. Hiertoe wordt met algemeene stemmen besloten. Bondvraag. Den heer VAN HEESE informeert naar de ia- stelling der Commissie, aangaande het huldeblijk I aan H.M. de Koningin-Moeder. De VOOKZIITER deelt mede, wat hieromtrent I reeds door Z Ed. is gedaan. Er zal zoodra mogelijk, I eene Commissie worden samengesteld uit vrouwen, I die met eene lijst ter teekeniug zal rondgaan en j tevens met eene gesloten bus gelden zal inzamelen. j Daar niemand meer het woord verlangt, sluit de i VOORZITTER de vergadering.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1928 | | pagina 6