ALGEMEEN NIEUW8- EN ADVERTENTIEBLAO VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. Slajoe|S£|r^ No 8217. Maandag 7 Mei 1928 68e .Jaargang. Sam en zijn schat BINNENLAND. F B V11 S.K T OS: sni rdkt dh room ju-juamX r nraw i Binnen Ter Neuzen f 1,40 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen fr. per post f 1,80 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post/6,60 per jaar Voor het buitenland f 2,70 per 3 maanden franco per post Abonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling. Dit blad verschijnt iedercr, Maandaq-, Wcensdaq- en Vrijdaqavond. ZEEU WSCH - V LA A N:D E P. EN EN 2BJN ECONOMISCHE BELANGEN. ,,Ons Zeeland", dat van verschillen- de personen beschouwinqen publiceert over de bevolkinqsverminderinq in Zee- land, is deze week Mr. P. Dieleman, lid van Ged. Stated van Zeeland, aan het woord. Hij onderschrijft daarin. schrijft de Midd. Crt., wat wij indertijd ook be- t®»qden, n.l. dat de achteruitqanq voor- eeMt niet onrustbarend is, en qeeft dan ee» reeks behartenswaardiqe wenken ten etade aan het plat/eland zooveel moqelijk de aanqenaamheden te qeven van de stad wat betreft woninqtoestanden, electriciteit, v«rkeersmiddelen, waterleidinq etc., en voorts vooral: om onze bestaansmiddelen te bevorderen. in de eerste plaats den laodbouw. Maar bij het met instemminq lezen van vewchillende dier aanbevelinqen, trof ons e»s opmerkinq, die ons tot nadenken steaide. Na bij de verkeersmiddelen in het bijzonder qenoemd te hebben die naar Bel qie, ,,waarop Z.-Vlaanderen economisch fO«li inderdaad qeheel is aanqewezen". scllrijft Mr. Dieleman: ,,Bij de reqeerinq moet onvermoeid aanqedronqen worden dit alles te bevor- deren zooveel zij kan. Ook lanqs den weq van internationale verdraqen. Voor Z.'Vlaanderen zou zeker xn.i. een eco- aomisch verdraq met Belqie moeten worden afqesloten. De historie en de natuurwijzen het land aan als een qeo- •qrafisch en economisch qeheel met Vlaanderen. Men moet niet kunstmatiq dat teqenwerken, maar de staatkundiqe jrens, qrens latende, toch qeen econo mische scheidslijnen laten bestaan. Kan •dat het qevolq zijn door een nieuw trac taat met BelqiS, dan zoude ook een plaats als Ter Neuzen, voor wat zijn handel betreft, ex boven op komen, en aou de welvaart voor dat deel van Zee land verzekerd zijn, hetqeen een qun- stiqen teruqslaq zou hebben op overiq Zeeland." We hebben hierin, schrijft de Midd. Ct„ eea zin vet qedrukt, omdat de daarin ver- v»tte aanbevelinq uitzichten opent, die we niet kunnen rijmen met de eenheid van o»s land, noch met het landsbelanq. De heer Dieleman duidt niet verder aan wat hij verstaat onder ,,een economisch tractaatWij meenen dat daaronder hannen worden beqrepen: verdraqsover- eenkomsten betreffende spoorweqtarieven, maar ook betreffende handelsfaciliteiten ea douanebepalinqen. Zelfs valt volqens sommiqen daaronder de moeiiijke kwestie vas de invoerrechten. Bedoelt Mr. Dieleman werkelijk ook dat er voor Z.- Vlaanderen een afzonderlijk tarief van in voerrechten teqenover Belqie zou moeten worden overeenqekomen, dat niet zou ®elden voor overiq Nederland? Zoo hij dat uiterste niet wil, dan maakt o.i. dat voorbeeld het toch duidelijk voelbaar, dat de qrens voor de onderwerpen van zulk een speciaal tractaat voor een qedeelte van ons land buitenqewoon moeilijk te trakken zal zijn. Misschien qelet op het verband met de varkeersmiddelen, waarin de opmerkinq va» Mr. Dieleman werd qemaakt, doelde hij in het bijzonder op de bekende iwestie van de spoorweqtarieven op Ter Neuzen. Dan maq toch zeker wel qezeqd worden, dat de door een andere landsre- qeerinq toeqestane speciale spoorweq tarieven voor een haven, noq heel iets anders zijn dan een economisch tractaat voor heel Zeeuwsch-Vlaanderen. Tot nu toe is dat Ter Neuzensche qeval ook qeen txactaabskwestie qeweest. Voor den oor- loq qenoot ook Ter Neuzen van de spe ciale tarieven der Belqische spoorweqen. In '21 zijn die wel door Belqie hersteld, maar niet voor Ter Neuzen. Minister Van Karnebeek heeft qemeend. dat die kwestie niet kon worden qerekend onder de on derwerpen van 't qroote verdraq met Bel qie, omdat dit verdraq alleen betrof een herzieninq van de verdraqen van 39. En daarin wordt dat spoorweqtarief niet qe noemd. Wel echter is er bij de onderhan delinqen ook over die kwestie qesproken, en als qevolq daarvan was de Belqische reqeerinq ten slotte bereid Ter Neuzen weder van die speciale tarieven te laten profiteeren. Maar de reeds in Brussel qereed liq- qende afkondiqinqsstukken bleven rusten toen er .verzet teqen het verdraq kwam, en raakten heelemaal onder het stof toen het verdraq verworpen werd. Of Minister Beelaerts bij de hervattinq der verdraqsonderhandelinqen ook deze zaak daarbij zal betrekken, weten we niet. Maar eiqenlijk kunnen we dat laten rusten. Want de door den heer Dieleman qebruikte termen duiden veel meer aan. Hij spreekt er immers van, dat Z.-Vlaan deren een qeoqrafisch en economisch qe heel met Vlaanderen vormt, en dat men met behoud van de qeoqrafische qrens, qeen economische scheidslijnen moet laten bestaan. Het lijkt ons buitenqewoon qevaarlijk, in die richtinq welbewust te qaan wer- ken. De Belqische annexatieleuzen klin- ken ons noq te helder in de ooren, om niet dadelijic de waarschuwinq te doen hooren, dat de economische toevoeqinq van Zeeuwsch-Vlaanderen aan Belqie slechts de inleidinq zou zijn van de staat kundiqe toevoeqinq in de toekomst! j Dat is meer dan een woord! De historie wijst Z.-Vlaanderen ook niet zoo vollediq als een eenheid met Vlaanderen aan, als Mr. Dieleman schrijft. Drie eeuwen wees de historie naar Noord-Nederland, in het bijzonder in 1813, in 1830, en in de na-oorloqsjaren van deze eeuw. Bovendien zou zoo'n afzondexlijke po~ sitie van Z.-Vlaanderen onvermijdelijk leiden tot overeenkomstiqe wenschen van Limburq. En wie in de laatste maanden beluisterd heeft, wat er o.a. naar aanlei- dinq van het aardewerkwetje qezeqd werd over de teqenstellinq Noprd-Zuid, en over de neiqinq der Brabanders om zich naar het Zuiden te orienteeren, die zal het zeker niet uitqesloten achten, dat dan ook Brabant zou komen met den eisch van een afzonderlijk economisch verdraq met Belqie. En dan zouden wij ons land hopeloos in stukjes scheuren. Toen die dinqen in Brabant en Lim burq werden qezeqd, is er, ook zelfs daar INGEZONDEN MEDEDEELINGEN. qeroepen: zorq ervoor, dat wij ons niet tot Belqie hebben te richten. Maak door spoorweqtarieven, door bruqqen over de rivieren, door kanalen, het ons moqelijk ons naar -het Noorden te kunnen blijven richten! j Dat leek ons de qoede leus. En nu zouden we >en opzichte van Z.- Vlaanderen een iijnrflcht teqenoverqestel- de richtinq moeten inslaan, door het eco nomisch aan Belqie te hechten, wat wel niet anders kan dan door het economisch van Nederland los te maken? Dat laatste zou niet te vermijden zijn. Want wie de economische scheidslijn tusschen Belqie en Zeeuwsch-Vlaanderen doet vervallen, moet wel die scheidslijn trekken ten Noorden van Z.-Vlaanderen. We kunnen daar, ook zelfs economisch qeen open qat maken, zonder te zorqen, dat daarachter tenminste weer een linie van controle is. We weten wel, dat Zeeuwsch-Vlaan deren in veel opzichten economisch op Belqie is aanqewezen, ook al herinneren we ons uit de annexafiedaqen noq qenoeq •betooqen, die ons leeren, hoe qroot het economisch belanq v&n Zeeuwsch-Vlaan deren voor Noord-Nederland was. Zoo vollediq als het nu door Mr. Dieleman voorqesteld wordt, is ook de economische eenheid van Vlaanderen en Zeeuwsch- Vlaanderen dus blijkbaar niet. Uit die daqen herinneren we ons ech ter ook noq de welsprekende protesten van Mr. Dieleman zelf. We weten in dat opzicht wat we aan hem hebben. Maar daarom te meer vraqen we ons af, of hij wel beseft heeft hoe qevaarlijk, hij in die i richtinq qinq, toen hij een afzonderlijk economisch tractaat met Belqie voor Zeeuwsch-Vlaanderen bepleitte? De hier opqeworpen kwesties zijn naar onze meeninq niet zoo qemakkelijk te be- antwoorden of op te :ossen. Onqetwijfeld is Zeeuwsch-Vlaanderen door zijne liq- j qinq in velerlei opztrht economisch op Belqie aanqeweien Het kan daarvan echter niet de voordeelen qenieten, omdat het in een ander staatsverband leeft. De liqqinq wordt daardoor een nadeel. Die omstandiqhederi worden, naar ons'bleek, niet in alle deeien of qemeenten van dit qewest qelijkelijk qevoeld. Dit hanqt af van plaatselijke omstandiqheden. De vraaq is echter qewettiqd of men ten Noorden der Schelde wel het noodiqe doet, om het nadeel der liqqinq van dit qewest te nivelleeren. Vele beroepen zijn daarvoor in een reeks van jaren reeds op de centrale reqeerinq qedaan, doch de resultaten zijn voor zoover ons be- kend poover. Inteqendeel, men krijqt wel eens het qevoel, dat de belanqstellinq voor Zeeuwsch-Vlaanderen die in het jaar 1919 en de eerstvolqende jaren zoo bijzonder qroot was, inmiddels sterk is qedaald. Men maakt een landstreek niet sterker door het qeven van bijslaq voor het delven van slooten en bewerken van zijkantweqen, evenmin door deze te ont- volken. En de onlanqs toeqezeqde steun aan de vlasindustrie ad 5 cent per K.W.U. stroom kan evenmin reddinq brenqen, daar dit een zeer qerinq bedraq is. On lanqs werd ons voorqerekend, dat dit voor een bedrijf in het verleden werkende met 35 werklieden slechts 300 per jaar kon bedraqen, dus per arbeider berekend noq niet eens f 10 per jaar. Men verkeert thans weer in afwachtinq of de in de Tweede Kamer aanqekondiqde interpellate eeniq licht zal brenqen. NEDERLAND EN BELGIe In 'n hoofdartikel qewijd aan de quaes- tie betreffende het Nederlandsch-Belqisch verdraq, vraaqt de ,,Echo de la Bourse onder meer of het wel nut kan hebben. nieuwe onderhandelinqen met Nederland aan te knoopen. Minister Beelaerts van Blokland heeft immers verklaard, dat sedert de verwerpinq van het eerste ont- werp qeen soiide basis voor nieuwe ont- werpen kon worden qevonden en, meent de „Echo", ook van Belqische zijde is zulk een basis niet qevonden kunnen worden. Daaruit vloeit voort, dat niet veel illusie kan worden qekoesterd over het verloop van eventueele nieuwe onderhandelinqen met Nederland alleen. De ervarinq met het eerste ontwerp heeft qeleerd, dat de Nederlandsche oppositie vooral qericht was teqen het kanaal MoerdijkAntwer- pen. Zonder de bepalinq zou het verdraq waarschijnlijk qoedqekeurd zijn qeworden. Doch juist de bepalinq omtrent het Moer- dijkkanaal is voor Belqie van het qrootste belanq en zeker zou het Belqische parle- ment het verdraq verwerpen, moest be- doelde bepalinq uit het nieuwe verdraq worden verwijderd. Ook vindt het financieel blad, dat het loqisch zou zijn de quaestie andermaal aan de Commissie van Veertien te onderwer pen, met verzoek voor de oplossinq te zorqen. Gemakkelijk zou het wel niet zijn, erkent de ,,Echo" de la Bourse", en mis schien zouden de Vereeniqde Staten, Groot-Britannie, Italie, Fraakrijk en Japan niet veel acht slaan op de Belqische be- zwaren, maar toch moet men op Frankrijk en Enqeland rekenen. Zij hebben reeds de noodzakelijkheid van de herzieninq der tractaten van 1839 erkend. ^Vel zou die interventie onereus kunnen worden, doch het blad heeft het qeneesmiddel bij de hand: „Wij zijn steeds vrij de qevolqen van ons verzoek om interventie van de hand te wijzen en feitelijk spreken wij kwaad van Frankrijk en Enqeland als wij denken, dat zij ons de bewezen diensten zouden doen betalen. Het blad besluit, dat dit bezwaar ten slotte noq kleiner is dan het bezwaar door i den bestaanden toestand opqeleverd. Deze toestand is onduldbaar qeworden. Er moet 'n einde aan komen. Terwijl Belqie wacht, werkt Nederland uit alle kracht aan de verbeterinq van zijn waterweqen. Laat Belqie zich dus maar dadelijk tot Enqe land en Frankrijk wenden en daarbij de Wielinqen-quaestie, die men onvoorzich- tiq laat rusten, niet verqeten." Eraan herinnerd, dat de kwestie van de onderhandelinqen tusschen Nederland en Belqie over de Schelde en daarmee ver- i band houdende vraaqstukken binnenkort weer ter sprake zal komen, zeqt de diplo- matieke correspondent van de Daily Te- leqraph, dat het duidelijk en verheuqend is. dat Nederland bereid is het initiatief te nemen tot de hervattinq van de onderhan delinqen. Dit zou veel beter zijn dan de kwestie naar Geneve over te brenqen of I naar een van de hpofdstcden van een van de landen, die vroeqer de neutraliteit van Belqie qeqarandeerd hebben. VRAGEN VAN HET EERSTE KAMERLID DE MURALT. iHet Eerste Kamerlid De Muralt. heeft aan den Minister van Waterstaat de vol- qende vraqen qesteld: I Is het juist, dat 27 April j.l. op den on- bewaakten overweq op den Waardschen Dijk aan de spoorlijn LeidenWoerden INGEZONDEN MEDEDEELINGEN. Uit het Enqelsch door P. G. WODEHOUSE. 43) (Vervolq.) HGOFDSTUK XIX. Lord Tilbury neemt een bondqenoot. 1- Ofschoon Lord Tilbury niet veel qezien had van al wat er tusschen Kay en Sam aan den lunch qebeurde, toch had hij meer naar Tilbury-House teruq liep, dacht hij diep na en zijn overpeinzinqen waren van een qroote bitterheid over de tweeslach- tiqheid van het moderne meisje. Daar had hij nu een, die toen hij haar op een be- paalden daq aan het diner ontmoette, met aooveel woorden qezeqd had, dat zij ont- zettend het land aan Sam Shotter had. En den volqenden middaq zat ze al met dien stelfden Sam Shotter te lunchen, qlimlachte tegen hem en stond hem zelfs toe, haai hand te drukken. Lord Tilbury vond dit aeu somberen staat van zaken en de eeniqe oplossinq, die hij voor de hand vond liq- gen, was dat de afkeer van het meisje den voriqen avond blijkbaar veroorzaakt werd door een twist tusschen twee qeliefden. Van die twisten wist Lord Tilbury alles af, want zijn couranten en tijdschriften stonden er vol van, in schetsen en ver- volgverhalen, iets anders was er blijkbaar niet. O, vrouw vrouw verzuchtte Lord Tilbury. Hij bevond zich in een uiterst moeilijken toestand, bemerkte hij. Zooals hij aan zijn zuster Frances had uitqeleqd, vlak voor Sam's eerste bezoek op zijn bureau, was er in zijn houdinq teqenover dit onmogelijke jongmensch veel tact en diplomatic noodiq. Gedurende zijn bezoek aan Amerika was het hem niet moqen qelukken, om er pre- cies achter te komen hoe zijn oom eiqenJijk over Samuel dacht. Lord Tilbury had wel den indruk qekreqen, dat de heer Pynsent zijn neefje noqal mocht lijden. Als er dus onaangenaamheden zouden voorkomen, die een breuk tusschen Sam en de Mam- moet Uitgeversmaatschappij zouden ver- oorzaken, kon er van den heer Pynsent verwacht worden, dat hij partij voor zijn neef kiezen zou en dit zou een qroote ramp zijn. Dientengevolqe moesten alle stap- pen, die qenomen werden om den jongen man in de liefde te dwarsboomen, met de grootste omzichtigheid qedaan worden. En dat die stappen noodzakelijk waren, daarvan was Lord Tilbury wel zeker. Hij beoordeelde de menschen alleen maar naar hun geldswaarde en hij vond het eenvou- dig belachelijk om te veronderstellen, dat Kay's charme zou kunnen opwegen teqen het feit, dat ze qeen rooden duit bezat. En hij vond, dat het vanzelf sprak, dat de heer Pynsent het in dezen met hem eens was. Onder deze omstandiqheden hinderde zijn hulpeloosheid hem buitenqewoon. Hij liep driftiq de kamer op en neer. De eerste zet op dit schaakbord zou natuurlijk moe ten zijn om Sam te laten bewaken, om zoodoende op de hooqte te blijven van de vorderingen dezer noodlottige liefdeshis- torie. Maar Sam woonde in Valley Fields en hij in Londen. Hij had dus, vond Lord Tilbury, terwijl hij als een geterqde leeuw op ed neer been.de, zijn duimen in zijn armsgaten (een vaste qewoonte, als hij nadacht) een bondqenoot noodiq. Maar wie kon dat zijn. Een detective. Maar wat voor detecti ve Een qeaccrediteerde spion, die op de een of andere manier in Sams huis moest worden qesmokkeld en daar moest toezien, luisteren en daqelijksche rappor- ten zou uitbrengen. Maar wie zou dat zijn Toen hij zoover qekomen was viel zijn blik toevaJlig op een uithangbord aan een raam recht teqenover hem N.V. HET TILBURY DETECTIVE AGENTSCHAP, J. SHER1NGHAM ADAIR, MGR., Uitgebreid en geschoold personeel. Dat stond er en Lord Tilbury las en her- las het met uitpuilende ooqen. Het leek hem een onmiddellijk, antwoord op zijn innerlijk qebed. Een oogenblik later had hij zijn hoed geqrepen en zonder op de lift te wachten ijlde hij de trappen af, als een gems, die van klip tot klip sprinqt. Hij bereikte de vestibule en met een vaart, die bijna qe vaarlijk was voor iemand van zijn bouw, en kaime gewoonten, rende hij de straat over. 2. Ofschoon er met uitzondering van een dame, die haar Pekingese verloren had, nog nooit een client het kantoor van het Tilbury Detective Aqentschap betrad, had Chimp toch als qewoonte aanqenomen om elken daq naar zijn bureau te trekken om daar een paar uur te blijven iederen mid daq. Desqevraaqd zou hij geantwoord hebben, dat hij evengoed daar kon zitten als erqens anders en bovendien had hi] een qevoel, dat het wel qoed stond om telkens even in en uit te loopen een theorie, die door feiten gestaafd werd, want een paar daqen qeleden had een po- litie-agent, die op den hoek op post stond, aan zijn helm qetikt. En dat een agent aan zijn eigen hemd tikt, in plaats van hem op den schouder, was voor Chimp een ab- soluut nieuwe sensatie. Dien middaq zat hij als qewoonlijk zijn spelletje patience te doen, maar hij was met zijn gedachten er niet heelemaal bij. Hij zat te denken over het verhaal van Glibber Molloy en zijn mislukte pogingen om Sam uit Mon Repos weq te krijqen. Tot op zekere hooqte had deze misluk- kinq de zaken gecompliceerd. Het was toch zeker heel aanqenaam qeweest om zoo maar binnen te stappen om het legaat van nu wijlen Edward Finqlass zonder veel omslaq te annexeeren maar aan den anderen kant zou dat weer beteekend hebben: deeien met Glibber en zijn bruid; en Chimp behoorde nu eenmaal tot die menschen, die, als er qeld in het spel is, het hoogst onaangenaam vinden, om, al is 't ook maar een qedeelte. naar een an der te zien qaan. Het wilde hem toeschij- nen, dat het voor iemand van zijn erken- de talenten maar een kleiniqheid was om een plan te bedenken, waarbij de familie Molloy van elk aandeel in den schat uit qesloten werd. een qruwelijk ongeval heeft plaats qevon den, waarbij door een sneltrein een hon- denkarretje met voerman werd geqrepen. met het qevolq, dat het hoofd en arme* van den voerman van den romp werd ge- scheiden? Is, naar de meeninq van den Minister, het vermoeden juist, dat, indien deze over weq bewaakt was qeweest, het onqeval niet zou zijn voorqekomen? Is de Minister bereid het oordeel uit- sluitend ten aanzien van dit laatste va* het Rijkstoezicht op de Spoorweqen mede te deeien? HET NIEUWE LID DER EERST KAMER. Door het Centraai Stembureau is in de vacature Van Nagell van Ampsen, geko- zen verklaard tot lid der Eerste Kamer de heer J. Gelderman, te Losser. De heer Joan Gelderman, die 14 De cember 1877 te Oldenzaal qeboren werd, is mede-directeur van de Textielfabriek H. P. Gelderman Zonen, aldaar In Janu- ari 1923 volgde hij den heer Ekker op als voorzitter van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Twente. Voorts is de heer Gelderman lid van de Prov. State* van Overijsel sinds de laatste verkiezin- qen. Eeniqe jaren maakte hij deel uit van den raad van beheer van de Rotterdamsche Handelshoogeschool. Verder is de heer Gelderman lid van de Patroonsvereeni- ginq van katoenspinners en_-wevers e* van de commissie voor het 1 wente-Rijn- kanaal. De heer Gelderman woonde in Mei 1927, op verzoek van de reqeerinq de economische conferentie te Geneve bij: hij is adviseur van de reqeerinq in zake textielkwesties. Verder heeft hij mede- gewerkt aan de totstandkominq van in- richtinqen voor ontwikkeling en ontspan- ninq in Oldenzaal, terwijl hij ook deel- neemt aan de actie voor een luchthaven in Twente. PEST TE SUEZ. De Minister van Arbeid, Handel en Nijverheid heeft Suez (Egypte) besmet verklaard weqens pest. DE SCHUTTEVAER. Volqens bericht van de Nederland sche sieepboot Seine, bevond zich de red- dingsboot Schuttevaer, Vrijdaqavond te 20.30 uur op 18 mijl Oost en J/> mijl Zuid van Orvers vuurschip. Alles wel. HET EERSTE LUSTRUM VAN DE RADIOVERBINDING MET INDle. Het was Zaterdaq 5 jaar qeleden, dat de radiotelegraafverbinding Nederland Nederlandsch-Indie in bedrijf werd qe steld. De verbindinq, aanvankelijk op beschei- den schaal, is in de 5 jaar van haar be staan tot een der belanqrijkste radiover- bindingen qeworden. Zooals bekend wordt het verkeer thans in hoofdzaak via de korte-golfzender afqewikkeld. Dat vereischte alleen maar eeniq na denken, voelde Chimpen hij was daar mee noq bezig, toen een verward lawaai buiten de komst van Lord Tilbury aan- kondigde. Het openen van de deur werd qevolqd door een stilte. Lord Tilbury was niet gebouwd voor een snelheidsmaniak en de spoed, waarmede hij de straat had over- gestoken en vier trappen was opgevlogen hadden hem aebracht in een toestand, die hem alleen nog maar toeliet in een leun- stoel te zinken en te hijqen als een uit- geputte zeehond. Chimp zelf was veel te bewoqen om een woord uit te brenqen. Zelfs als Lord Tilbury in een leunstoel lag en oef zeide, had hij noq dat onmis- kenbare iets over zich waarvoor bamk- directeuren zich in het stof boqen, en de plotselinge verschijninq van zoo'n soort man werkte als een wonder. Hij had een qevoel alsof hij ijveriq naar spiering had gevischt en een kabeljauw aan land had gebracht. Maar aanqezien hij niet van gisteren was, herstelde hij zich weer weldra. Hij drukte met zijn voet op een knopje onder de tafel en 'n scherp geluid klonk door het kantoor. Pardon", zeide hij beleefd, maar kortaf, gelijk het iemand, die het druk heeft betaamt. „Ja! Ja? Ja. hier is Tilbury Detective Aqentschap... Scotland Yard? Goed, ik wacht wel even." Hij legde een hand over de spreekbuis en keerde zich tot Lord Tilbury. ..Altijd storen ze me", zeide hij. „Oef", zeide Lord Tilbury. (Wordt vervolqd.) Ji bmnbmmmi COURA

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1928 | | pagina 1