ALGEMEEN NIEUW8- EN ADVERTENTIEBLAO VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
Slajoe|S£|r^
No 8217.
Maandag 7 Mei 1928
68e .Jaargang.
Sam en zijn schat
BINNENLAND.
F B V11 S.K T OS:
sni rdkt dh room
ju-juamX r nraw i
Binnen Ter Neuzen f 1,40 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen fr. per post f 1,80 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post/6,60 per jaar
Voor het buitenland f 2,70 per 3 maanden franco per post Abonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling.
Dit blad verschijnt iedercr, Maandaq-, Wcensdaq- en Vrijdaqavond.
ZEEU WSCH - V LA A N:D E P. EN EN
2BJN ECONOMISCHE BELANGEN.
,,Ons Zeeland", dat van verschillen-
de personen beschouwinqen publiceert
over de bevolkinqsverminderinq in Zee-
land, is deze week Mr. P. Dieleman, lid
van Ged. Stated van Zeeland, aan het
woord. Hij onderschrijft daarin. schrijft
de Midd. Crt., wat wij indertijd ook be-
t®»qden, n.l. dat de achteruitqanq voor-
eeMt niet onrustbarend is, en qeeft dan
ee» reeks behartenswaardiqe wenken ten
etade aan het plat/eland zooveel moqelijk
de aanqenaamheden te qeven van de stad
wat betreft woninqtoestanden, electriciteit,
v«rkeersmiddelen, waterleidinq etc., en
voorts vooral: om onze bestaansmiddelen
te bevorderen. in de eerste plaats den
laodbouw.
Maar bij het met instemminq lezen van
vewchillende dier aanbevelinqen, trof ons
e»s opmerkinq, die ons tot nadenken
steaide. Na bij de verkeersmiddelen in het
bijzonder qenoemd te hebben die naar Bel
qie, ,,waarop Z.-Vlaanderen economisch
fO«li inderdaad qeheel is aanqewezen".
scllrijft Mr. Dieleman:
,,Bij de reqeerinq moet onvermoeid
aanqedronqen worden dit alles te bevor-
deren zooveel zij kan. Ook lanqs den
weq van internationale verdraqen. Voor
Z.'Vlaanderen zou zeker xn.i. een eco-
aomisch verdraq met Belqie moeten
worden afqesloten. De historie en de
natuurwijzen het land aan als een qeo-
•qrafisch en economisch qeheel met
Vlaanderen. Men moet niet kunstmatiq
dat teqenwerken, maar de staatkundiqe
jrens, qrens latende, toch qeen econo
mische scheidslijnen laten bestaan. Kan
•dat het qevolq zijn door een nieuw trac
taat met BelqiS, dan zoude ook een
plaats als Ter Neuzen, voor wat zijn
handel betreft, ex boven op komen, en
aou de welvaart voor dat deel van Zee
land verzekerd zijn, hetqeen een qun-
stiqen teruqslaq zou hebben op overiq
Zeeland."
We hebben hierin, schrijft de Midd. Ct„
eea zin vet qedrukt, omdat de daarin ver-
v»tte aanbevelinq uitzichten opent, die we
niet kunnen rijmen met de eenheid van
o»s land, noch met het landsbelanq.
De heer Dieleman duidt niet verder aan
wat hij verstaat onder ,,een economisch
tractaatWij meenen dat daaronder
hannen worden beqrepen: verdraqsover-
eenkomsten betreffende spoorweqtarieven,
maar ook betreffende handelsfaciliteiten
ea douanebepalinqen. Zelfs valt volqens
sommiqen daaronder de moeiiijke kwestie
vas de invoerrechten. Bedoelt Mr.
Dieleman werkelijk ook dat er voor Z.-
Vlaanderen een afzonderlijk tarief van in
voerrechten teqenover Belqie zou moeten
worden overeenqekomen, dat niet zou
®elden voor overiq Nederland? Zoo hij
dat uiterste niet wil, dan maakt o.i. dat
voorbeeld het toch duidelijk voelbaar, dat
de qrens voor de onderwerpen van zulk
een speciaal tractaat voor een qedeelte
van ons land buitenqewoon moeilijk te
trakken zal zijn.
Misschien qelet op het verband met de
varkeersmiddelen, waarin de opmerkinq
va» Mr. Dieleman werd qemaakt,
doelde hij in het bijzonder op de bekende
iwestie van de spoorweqtarieven op Ter
Neuzen. Dan maq toch zeker wel qezeqd
worden, dat de door een andere landsre-
qeerinq toeqestane speciale spoorweq
tarieven voor een haven, noq heel iets
anders zijn dan een economisch tractaat
voor heel Zeeuwsch-Vlaanderen. Tot nu
toe is dat Ter Neuzensche qeval ook qeen
txactaabskwestie qeweest. Voor den oor-
loq qenoot ook Ter Neuzen van de spe
ciale tarieven der Belqische spoorweqen.
In '21 zijn die wel door Belqie hersteld,
maar niet voor Ter Neuzen. Minister Van
Karnebeek heeft qemeend. dat die kwestie
niet kon worden qerekend onder de on
derwerpen van 't qroote verdraq met Bel
qie, omdat dit verdraq alleen betrof een
herzieninq van de verdraqen van 39. En
daarin wordt dat spoorweqtarief niet qe
noemd. Wel echter is er bij de onderhan
delinqen ook over die kwestie qesproken,
en als qevolq daarvan was de Belqische
reqeerinq ten slotte bereid Ter Neuzen
weder van die speciale tarieven te laten
profiteeren.
Maar de reeds in Brussel qereed liq-
qende afkondiqinqsstukken bleven rusten
toen er .verzet teqen het verdraq kwam,
en raakten heelemaal onder het stof toen
het verdraq verworpen werd.
Of Minister Beelaerts bij de hervattinq
der verdraqsonderhandelinqen ook deze
zaak daarbij zal betrekken, weten we niet.
Maar eiqenlijk kunnen we dat laten
rusten. Want de door den heer Dieleman
qebruikte termen duiden veel meer aan.
Hij spreekt er immers van, dat Z.-Vlaan
deren een qeoqrafisch en economisch qe
heel met Vlaanderen vormt, en dat men
met behoud van de qeoqrafische qrens,
qeen economische scheidslijnen moet laten
bestaan.
Het lijkt ons buitenqewoon qevaarlijk,
in die richtinq welbewust te qaan wer-
ken. De Belqische annexatieleuzen klin-
ken ons noq te helder in de ooren, om
niet dadelijic de waarschuwinq te doen
hooren, dat de economische toevoeqinq
van Zeeuwsch-Vlaanderen aan Belqie
slechts de inleidinq zou zijn van de staat
kundiqe toevoeqinq in de toekomst!
j Dat is meer dan een woord!
De historie wijst Z.-Vlaanderen ook
niet zoo vollediq als een eenheid met
Vlaanderen aan, als Mr. Dieleman
schrijft. Drie eeuwen wees de historie
naar Noord-Nederland, in het bijzonder
in 1813, in 1830, en in de na-oorloqsjaren
van deze eeuw.
Bovendien zou zoo'n afzondexlijke po~
sitie van Z.-Vlaanderen onvermijdelijk
leiden tot overeenkomstiqe wenschen van
Limburq. En wie in de laatste maanden
beluisterd heeft, wat er o.a. naar aanlei-
dinq van het aardewerkwetje qezeqd
werd over de teqenstellinq Noprd-Zuid,
en over de neiqinq der Brabanders om
zich naar het Zuiden te orienteeren, die
zal het zeker niet uitqesloten achten, dat
dan ook Brabant zou komen met den eisch
van een afzonderlijk economisch verdraq
met Belqie. En dan zouden wij ons land
hopeloos in stukjes scheuren.
Toen die dinqen in Brabant en Lim
burq werden qezeqd, is er, ook zelfs daar
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN.
qeroepen: zorq ervoor, dat wij ons niet
tot Belqie hebben te richten. Maak door
spoorweqtarieven, door bruqqen over de
rivieren, door kanalen, het ons moqelijk
ons naar -het Noorden te kunnen blijven
richten!
j Dat leek ons de qoede leus.
En nu zouden we >en opzichte van Z.-
Vlaanderen een iijnrflcht teqenoverqestel-
de richtinq moeten inslaan, door het eco
nomisch aan Belqie te hechten, wat wel
niet anders kan dan door het economisch
van Nederland los te maken?
Dat laatste zou niet te vermijden zijn.
Want wie de economische scheidslijn
tusschen Belqie en Zeeuwsch-Vlaanderen
doet vervallen, moet wel die scheidslijn
trekken ten Noorden van Z.-Vlaanderen.
We kunnen daar, ook zelfs economisch
qeen open qat maken, zonder te zorqen,
dat daarachter tenminste weer een linie
van controle is.
We weten wel, dat Zeeuwsch-Vlaan
deren in veel opzichten economisch op
Belqie is aanqewezen, ook al herinneren
we ons uit de annexafiedaqen noq qenoeq
•betooqen, die ons leeren, hoe qroot het
economisch belanq v&n Zeeuwsch-Vlaan
deren voor Noord-Nederland was. Zoo
vollediq als het nu door Mr. Dieleman
voorqesteld wordt, is ook de economische
eenheid van Vlaanderen en Zeeuwsch-
Vlaanderen dus blijkbaar niet.
Uit die daqen herinneren we ons ech
ter ook noq de welsprekende protesten
van Mr. Dieleman zelf. We weten in dat
opzicht wat we aan hem hebben. Maar
daarom te meer vraqen we ons af, of hij
wel beseft heeft hoe qevaarlijk, hij in die
i richtinq qinq, toen hij een afzonderlijk
economisch tractaat met Belqie voor
Zeeuwsch-Vlaanderen bepleitte?
De hier opqeworpen kwesties zijn naar
onze meeninq niet zoo qemakkelijk te be-
antwoorden of op te :ossen. Onqetwijfeld
is Zeeuwsch-Vlaanderen door zijne liq-
j qinq in velerlei opztrht economisch op
Belqie aanqeweien Het kan daarvan
echter niet de voordeelen qenieten, omdat
het in een ander staatsverband leeft. De
liqqinq wordt daardoor een nadeel. Die
omstandiqhederi worden, naar ons'bleek,
niet in alle deeien of qemeenten van dit
qewest qelijkelijk qevoeld. Dit hanqt af
van plaatselijke omstandiqheden. De
vraaq is echter qewettiqd of men ten
Noorden der Schelde wel het noodiqe
doet, om het nadeel der liqqinq van dit
qewest te nivelleeren. Vele beroepen zijn
daarvoor in een reeks van jaren reeds op
de centrale reqeerinq qedaan, doch de
resultaten zijn voor zoover ons be-
kend poover. Inteqendeel, men krijqt
wel eens het qevoel, dat de belanqstellinq
voor Zeeuwsch-Vlaanderen die in het
jaar 1919 en de eerstvolqende jaren zoo
bijzonder qroot was, inmiddels sterk is
qedaald. Men maakt een landstreek niet
sterker door het qeven van bijslaq voor
het delven van slooten en bewerken van
zijkantweqen, evenmin door deze te ont-
volken. En de onlanqs toeqezeqde steun
aan de vlasindustrie ad 5 cent per K.W.U.
stroom kan evenmin reddinq brenqen,
daar dit een zeer qerinq bedraq is. On
lanqs werd ons voorqerekend, dat dit voor
een bedrijf in het verleden werkende met
35 werklieden slechts 300 per jaar kon
bedraqen, dus per arbeider berekend noq
niet eens f 10 per jaar.
Men verkeert thans weer in afwachtinq
of de in de Tweede Kamer aanqekondiqde
interpellate eeniq licht zal brenqen.
NEDERLAND EN BELGIe
In 'n hoofdartikel qewijd aan de quaes-
tie betreffende het Nederlandsch-Belqisch
verdraq, vraaqt de ,,Echo de la Bourse
onder meer of het wel nut kan hebben.
nieuwe onderhandelinqen met Nederland
aan te knoopen. Minister Beelaerts van
Blokland heeft immers verklaard, dat
sedert de verwerpinq van het eerste ont-
werp qeen soiide basis voor nieuwe ont-
werpen kon worden qevonden en, meent
de „Echo", ook van Belqische zijde is zulk
een basis niet qevonden kunnen worden.
Daaruit vloeit voort, dat niet veel illusie
kan worden qekoesterd over het verloop
van eventueele nieuwe onderhandelinqen
met Nederland alleen. De ervarinq met
het eerste ontwerp heeft qeleerd, dat de
Nederlandsche oppositie vooral qericht
was teqen het kanaal MoerdijkAntwer-
pen. Zonder de bepalinq zou het verdraq
waarschijnlijk qoedqekeurd zijn qeworden.
Doch juist de bepalinq omtrent het Moer-
dijkkanaal is voor Belqie van het qrootste
belanq en zeker zou het Belqische parle-
ment het verdraq verwerpen, moest be-
doelde bepalinq uit het nieuwe verdraq
worden verwijderd.
Ook vindt het financieel blad, dat het
loqisch zou zijn de quaestie andermaal aan
de Commissie van Veertien te onderwer
pen, met verzoek voor de oplossinq te
zorqen. Gemakkelijk zou het wel niet zijn,
erkent de ,,Echo" de la Bourse", en mis
schien zouden de Vereeniqde Staten,
Groot-Britannie, Italie, Fraakrijk en Japan
niet veel acht slaan op de Belqische be-
zwaren, maar toch moet men op Frankrijk
en Enqeland rekenen. Zij hebben reeds
de noodzakelijkheid van de herzieninq der
tractaten van 1839 erkend. ^Vel zou die
interventie onereus kunnen worden, doch
het blad heeft het qeneesmiddel bij de
hand: „Wij zijn steeds vrij de qevolqen
van ons verzoek om interventie van de
hand te wijzen en feitelijk spreken wij
kwaad van Frankrijk en Enqeland als wij
denken, dat zij ons de bewezen diensten
zouden doen betalen.
Het blad besluit, dat dit bezwaar ten
slotte noq kleiner is dan het bezwaar door
i den bestaanden toestand opqeleverd. Deze
toestand is onduldbaar qeworden. Er moet
'n einde aan komen. Terwijl Belqie wacht,
werkt Nederland uit alle kracht aan de
verbeterinq van zijn waterweqen. Laat
Belqie zich dus maar dadelijk tot Enqe
land en Frankrijk wenden en daarbij de
Wielinqen-quaestie, die men onvoorzich-
tiq laat rusten, niet verqeten."
Eraan herinnerd, dat de kwestie van de
onderhandelinqen tusschen Nederland en
Belqie over de Schelde en daarmee ver-
i band houdende vraaqstukken binnenkort
weer ter sprake zal komen, zeqt de diplo-
matieke correspondent van de Daily Te-
leqraph, dat het duidelijk en verheuqend
is. dat Nederland bereid is het initiatief te
nemen tot de hervattinq van de onderhan
delinqen. Dit zou veel beter zijn dan de
kwestie naar Geneve over te brenqen of
I naar een van de hpofdstcden van een van
de landen, die vroeqer de neutraliteit van
Belqie qeqarandeerd hebben.
VRAGEN VAN HET
EERSTE KAMERLID DE MURALT.
iHet Eerste Kamerlid De Muralt. heeft
aan den Minister van Waterstaat de vol-
qende vraqen qesteld:
I Is het juist, dat 27 April j.l. op den on-
bewaakten overweq op den Waardschen
Dijk aan de spoorlijn LeidenWoerden
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN.
Uit het Enqelsch
door
P. G. WODEHOUSE.
43) (Vervolq.)
HGOFDSTUK XIX.
Lord Tilbury neemt een bondqenoot.
1-
Ofschoon Lord Tilbury niet veel qezien
had van al wat er tusschen Kay en Sam
aan den lunch qebeurde, toch had hij meer
naar Tilbury-House teruq liep, dacht hij
diep na en zijn overpeinzinqen waren van
een qroote bitterheid over de tweeslach-
tiqheid van het moderne meisje. Daar had
hij nu een, die toen hij haar op een be-
paalden daq aan het diner ontmoette, met
aooveel woorden qezeqd had, dat zij ont-
zettend het land aan Sam Shotter had. En
den volqenden middaq zat ze al met dien
stelfden Sam Shotter te lunchen, qlimlachte
tegen hem en stond hem zelfs toe, haai
hand te drukken. Lord Tilbury vond dit
aeu somberen staat van zaken en de eeniqe
oplossinq, die hij voor de hand vond liq-
gen, was dat de afkeer van het meisje den
voriqen avond blijkbaar veroorzaakt werd
door een twist tusschen twee qeliefden.
Van die twisten wist Lord Tilbury alles
af, want zijn couranten en tijdschriften
stonden er vol van, in schetsen en ver-
volgverhalen, iets anders was er blijkbaar
niet. O, vrouw vrouw verzuchtte Lord
Tilbury.
Hij bevond zich in een uiterst moeilijken
toestand, bemerkte hij. Zooals hij aan zijn
zuster Frances had uitqeleqd, vlak voor
Sam's eerste bezoek op zijn bureau, was er
in zijn houdinq teqenover dit onmogelijke
jongmensch veel tact en diplomatic noodiq.
Gedurende zijn bezoek aan Amerika was
het hem niet moqen qelukken, om er pre-
cies achter te komen hoe zijn oom eiqenJijk
over Samuel dacht. Lord Tilbury had wel
den indruk qekreqen, dat de heer Pynsent
zijn neefje noqal mocht lijden. Als er dus
onaangenaamheden zouden voorkomen,
die een breuk tusschen Sam en de Mam-
moet Uitgeversmaatschappij zouden ver-
oorzaken, kon er van den heer Pynsent
verwacht worden, dat hij partij voor zijn
neef kiezen zou en dit zou een qroote ramp
zijn. Dientengevolqe moesten alle stap-
pen, die qenomen werden om den jongen
man in de liefde te dwarsboomen, met de
grootste omzichtigheid qedaan worden.
En dat die stappen noodzakelijk waren,
daarvan was Lord Tilbury wel zeker. Hij
beoordeelde de menschen alleen maar naar
hun geldswaarde en hij vond het eenvou-
dig belachelijk om te veronderstellen, dat
Kay's charme zou kunnen opwegen teqen
het feit, dat ze qeen rooden duit bezat. En
hij vond, dat het vanzelf sprak, dat de heer
Pynsent het in dezen met hem eens was.
Onder deze omstandiqheden hinderde
zijn hulpeloosheid hem buitenqewoon. Hij
liep driftiq de kamer op en neer. De eerste
zet op dit schaakbord zou natuurlijk moe
ten zijn om Sam te laten bewaken, om
zoodoende op de hooqte te blijven van de
vorderingen dezer noodlottige liefdeshis-
torie. Maar Sam woonde in Valley Fields
en hij in Londen. Hij had dus, vond Lord
Tilbury, terwijl hij als een geterqde leeuw
op ed neer been.de, zijn duimen in zijn
armsgaten (een vaste qewoonte, als hij
nadacht) een bondqenoot noodiq. Maar
wie kon dat zijn.
Een detective. Maar wat voor detecti
ve Een qeaccrediteerde spion, die op
de een of andere manier in Sams huis
moest worden qesmokkeld en daar moest
toezien, luisteren en daqelijksche rappor-
ten zou uitbrengen.
Maar wie zou dat zijn
Toen hij zoover qekomen was viel zijn
blik toevaJlig op een uithangbord aan een
raam recht teqenover hem
N.V. HET TILBURY DETECTIVE
AGENTSCHAP,
J. SHER1NGHAM ADAIR, MGR.,
Uitgebreid en geschoold personeel.
Dat stond er en Lord Tilbury las en her-
las het met uitpuilende ooqen. Het leek
hem een onmiddellijk, antwoord op zijn
innerlijk qebed.
Een oogenblik later had hij zijn hoed
geqrepen en zonder op de lift te wachten
ijlde hij de trappen af, als een gems, die
van klip tot klip sprinqt. Hij bereikte de
vestibule en met een vaart, die bijna qe
vaarlijk was voor iemand van zijn bouw,
en kaime gewoonten, rende hij de straat
over.
2.
Ofschoon er met uitzondering van een
dame, die haar Pekingese verloren had,
nog nooit een client het kantoor van het
Tilbury Detective Aqentschap betrad, had
Chimp toch als qewoonte aanqenomen om
elken daq naar zijn bureau te trekken om
daar een paar uur te blijven iederen mid
daq. Desqevraaqd zou hij geantwoord
hebben, dat hij evengoed daar kon zitten
als erqens anders en bovendien had hi]
een qevoel, dat het wel qoed stond om
telkens even in en uit te loopen een
theorie, die door feiten gestaafd werd,
want een paar daqen qeleden had een po-
litie-agent, die op den hoek op post stond,
aan zijn helm qetikt. En dat een agent aan
zijn eigen hemd tikt, in plaats van hem
op den schouder, was voor Chimp een ab-
soluut nieuwe sensatie.
Dien middaq zat hij als qewoonlijk zijn
spelletje patience te doen, maar hij was
met zijn gedachten er niet heelemaal bij.
Hij zat te denken over het verhaal van
Glibber Molloy en zijn mislukte pogingen
om Sam uit Mon Repos weq te krijqen.
Tot op zekere hooqte had deze misluk-
kinq de zaken gecompliceerd. Het was
toch zeker heel aanqenaam qeweest om
zoo maar binnen te stappen om het legaat
van nu wijlen Edward Finqlass zonder
veel omslaq te annexeeren maar aan den
anderen kant zou dat weer beteekend
hebben: deeien met Glibber en zijn bruid;
en Chimp behoorde nu eenmaal tot die
menschen, die, als er qeld in het spel is,
het hoogst onaangenaam vinden, om, al
is 't ook maar een qedeelte. naar een an
der te zien qaan. Het wilde hem toeschij-
nen, dat het voor iemand van zijn erken-
de talenten maar een kleiniqheid was om
een plan te bedenken, waarbij de familie
Molloy van elk aandeel in den schat uit
qesloten werd.
een qruwelijk ongeval heeft plaats qevon
den, waarbij door een sneltrein een hon-
denkarretje met voerman werd geqrepen.
met het qevolq, dat het hoofd en arme*
van den voerman van den romp werd ge-
scheiden?
Is, naar de meeninq van den Minister,
het vermoeden juist, dat, indien deze over
weq bewaakt was qeweest, het onqeval
niet zou zijn voorqekomen?
Is de Minister bereid het oordeel uit-
sluitend ten aanzien van dit laatste va*
het Rijkstoezicht op de Spoorweqen mede
te deeien?
HET NIEUWE LID DER EERST
KAMER.
Door het Centraai Stembureau is in de
vacature Van Nagell van Ampsen, geko-
zen verklaard tot lid der Eerste Kamer de
heer J. Gelderman, te Losser.
De heer Joan Gelderman, die 14 De
cember 1877 te Oldenzaal qeboren werd,
is mede-directeur van de Textielfabriek H.
P. Gelderman Zonen, aldaar In Janu-
ari 1923 volgde hij den heer Ekker op als
voorzitter van de Kamer van Koophandel
en Fabrieken voor Twente. Voorts is de
heer Gelderman lid van de Prov. State*
van Overijsel sinds de laatste verkiezin-
qen. Eeniqe jaren maakte hij deel uit van
den raad van beheer van de Rotterdamsche
Handelshoogeschool. Verder is de heer
Gelderman lid van de Patroonsvereeni-
ginq van katoenspinners en_-wevers e*
van de commissie voor het 1 wente-Rijn-
kanaal. De heer Gelderman woonde in
Mei 1927, op verzoek van de reqeerinq
de economische conferentie te Geneve bij:
hij is adviseur van de reqeerinq in zake
textielkwesties. Verder heeft hij mede-
gewerkt aan de totstandkominq van in-
richtinqen voor ontwikkeling en ontspan-
ninq in Oldenzaal, terwijl hij ook deel-
neemt aan de actie voor een luchthaven in
Twente.
PEST TE SUEZ.
De Minister van Arbeid, Handel en
Nijverheid heeft Suez (Egypte) besmet
verklaard weqens pest.
DE SCHUTTEVAER.
Volqens bericht van de Nederland
sche sieepboot Seine, bevond zich de red-
dingsboot Schuttevaer, Vrijdaqavond te
20.30 uur op 18 mijl Oost en J/> mijl Zuid
van Orvers vuurschip. Alles wel.
HET EERSTE LUSTRUM VAN DE
RADIOVERBINDING MET
INDle.
Het was Zaterdaq 5 jaar qeleden, dat
de radiotelegraafverbinding Nederland
Nederlandsch-Indie in bedrijf werd qe
steld.
De verbindinq, aanvankelijk op beschei-
den schaal, is in de 5 jaar van haar be
staan tot een der belanqrijkste radiover-
bindingen qeworden. Zooals bekend
wordt het verkeer thans in hoofdzaak via
de korte-golfzender afqewikkeld.
Dat vereischte alleen maar eeniq na
denken, voelde Chimpen hij was daar
mee noq bezig, toen een verward lawaai
buiten de komst van Lord Tilbury aan-
kondigde.
Het openen van de deur werd qevolqd
door een stilte. Lord Tilbury was niet
gebouwd voor een snelheidsmaniak en de
spoed, waarmede hij de straat had over-
gestoken en vier trappen was opgevlogen
hadden hem aebracht in een toestand, die
hem alleen nog maar toeliet in een leun-
stoel te zinken en te hijqen als een uit-
geputte zeehond. Chimp zelf was veel te
bewoqen om een woord uit te brenqen.
Zelfs als Lord Tilbury in een leunstoel
lag en oef zeide, had hij noq dat onmis-
kenbare iets over zich waarvoor bamk-
directeuren zich in het stof boqen, en de
plotselinge verschijninq van zoo'n soort
man werkte als een wonder. Hij had een
qevoel alsof hij ijveriq naar spiering had
gevischt en een kabeljauw aan land had
gebracht.
Maar aanqezien hij niet van gisteren
was, herstelde hij zich weer weldra. Hij
drukte met zijn voet op een knopje onder
de tafel en 'n scherp geluid klonk door
het kantoor.
Pardon", zeide hij beleefd, maar
kortaf, gelijk het iemand, die het druk
heeft betaamt. „Ja! Ja? Ja. hier is Tilbury
Detective Aqentschap... Scotland Yard?
Goed, ik wacht wel even."
Hij legde een hand over de spreekbuis
en keerde zich tot Lord Tilbury.
..Altijd storen ze me", zeide hij.
„Oef", zeide Lord Tilbury.
(Wordt vervolqd.)
Ji
bmnbmmmi
COURA